LEIDSÖE
DAGBLAD.
V/osnsdag 11 December 1918.
Offfcieele Kennisgevingen.
Nederland s betrekkingen totlndië
in verleden en toekomst.
FEUILLETON
CS-KKOOaT.
STADSNIEUWS.
FV.ïISS r»ÏÖt£ ADVIOTTENTiENi
gfaa 1—5 reffflVi i U.«, I«d<w« r«««I m«rT
?;6 O.?.*). »-• Kteias s^«»rttti£5in van 30 woor-
[gtett Own» vaskcot; oft Hiatal woorden
,'^vasr tÊtb OenL—letf-aseo volgens postreehtj
fatoor wraabraA» opïandicg van. brio ven. 10 cent
jorto '£6 btit&len. Bewijsnummer 5 Cents.
p-£*z
Bureau Noordeindspieisi. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507.
PBIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden p. 3 mini f 2.10 p. week
Buiten Londen waar agenten
gevestigd zijn per weck 0.16
Franco per post 2.50
?4ummcr 18033.
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen
EERSTE BLAD.
BROODRANTSOEN.
.Po Burgemeester der Gemeente Leiden brengt
ter algeineene konnis, dat de Minister van Land
bouw, Nijverheid en Handel,
HLT.FT GOEDGEVONDEN TE BEPALEN:
met ingang van 5 December 1918 zal het tijd
vak, waarvoor een wille-, bruin-, rogge- en aan
vullingsbroodkaart geldig is, bestaan uit negen
dagen, zoodat bet broodrantsoen van dien datum
af op 311 Gram per dag en per persoon wordt
gebracht.
i N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
Leiden, 11 December 1918.
T VLEESCHVOORZIENiNQ.
De Burgemeester van Leiden brengt ter kon-
nis van de ingezetenen, dat morgen (Donderdag)
bij eenigo slagers rundvleesch 2e soort en op
Vrijdag e.k. rundvleesch le soort verkrijgbaar
sal zijn.
Geldig zijn de bonnen 1 en 2 uit hot vleesch-
bonboekje.
Vleeschbon No. 1 is niet geldig, indien niet
tegelijk bon I 12 uit het lovensmiddelenboekj9
wordt ingeleverd, terwijl vleeschboa No. 2 niet
geldig is zonder inlevering van bon I 32.
Vleeschbon No. 1 is na 14 December niet meer
feeldig.
De aandacht zij erop gevestigd, dat de niet
gebruikte helften der vleeschbonnen in het boekje
bevestigd moeten blijven, (dus de bonnen niet
In zijn geheel mogen worden uitgescheurd), daar
de boekjes later weder ingeleverd moeten worden
'en alleen ongeschonden exemplaren worden ver-
yangeu.
Bovendien bestaat do mogelijkheid, dal de niet
gobruikte slrooken later noodig zullen blijken
i Voor de distributie van andere artikelen.
N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
f Leiden, li December 1018.
GELDIGE VISCH- EN VIEESCHKAARTEN.
De Directeur van het Distributitbedrijf
voor Vleesch en Visch brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat morgen (Donderdag)
voor visoh geldig is Serie I No. 25—750.
Yoor goedkoop vleesch is morgen (Don
derdag) geldig Serie D No. 520040.
Leiden, 11 December-1918.
OPHEFFING SCHENKVERBOD VAN THEE.
Do Burgemeester der Gemeente Leiden brengt
:er algemeen© kennis dat de Minister van Land
bouw, Nijverheid en Handel,
Gezien artikel 8 der Distrihutiewet 1916;
5 Gezien zijn beschikking d.d, 25 Mei 1918, no.
25880, Afdeeling Crisiszaken, Bureau A. Z.
HEEFT GOEDGEVONDEN;
iu te trekken zijn beschikking van 26 Januari
1918, houdende het verbod van aflevering van
thee als drank of op welko andere wijzo ook in
hotéls of café's restaurants, wachtkamers, ka
juiten en dergelijke.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
Leiden, 11 December 1918.
AFLEVERING EN VERVOER VAN SLAOLIE.
Do Burgemeester der Gemeente Leiden brengt
ter algemeene kennis dat do Minister van Land
bouw, Nijverheid en Handel,
Gezien de beschikking van 22 Augustus 1918,
,'no. 34258 (N.), Afdeeling Crisiszaken, Bureau
(Volksvoeding;
HEEFT GOEDGEVONDEN:
op to heffen het daarin vervatte verbod tot af
levering en vervoer, voor zoovee! betreft slaolie
,'aralhisolie) in flesschen.
N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
Leiden, '10 December 1918.
OPGAAF VOORRAAD MANUFACTUREN
EN CONFECTIE-GOEDEREN.
De Burgemeester van Leiden maakt be-
kend, dat door den M-iister van Landbouw,
Nijverheid en Handel op 5 December jJ. do
rclgende beschikking is genomen:
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
jHandel,
Gezien artikel 8 lid 1 van de Disfribntio-
'wat 1916,
Vordert opgave van alle personen en ven
nootschappen, der totale voorraad manufac- i
tnren of confcctiegoederen, welko züi onder
zich hebben op 10 December ïls. anders dan
voor eigen gebruik ol voor gebrnik door kuzi
gezin en welker omschrijving voorkomt op
de door hot Rijkskantoor voor Manufacturen
toe te zenden lijst.
Tor voldoening aan deze vordering moet
voormeld© lijst ingevuld en geteekend voor
den 12den December 1918 aan het Rijkskan-
toor voor Manufacturen, Laan Copes van
f.'attonbnrch 13 te 's-Gravonhagc worden in
gezonden.
Zij, die geen lijst ter invulling van hot
Rijkskantoor voor Manufacturen bobben ont
vangen, zijn verplicht deze onmiddellijk aan
dit Rijkskaiitoor aan te vragen,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
Leiden, 11 December 1918.
BRANDSTOFFENCONIMISSIE
DISTRICT LEIDEN.
De Brandstoffencommissie maakt be
kend, dat vanaf heden 11 December aan die
Utrechtecho Veer to Leiden een schuit met
een beperkt aantal veenbonken is aangeko
men.
Degene, die nog in. het bezit zijn van bon
1 en 2 der Turfkaart kunnen aan deze schuit
zoolang de voorraad strekt, hun rantsoen
veenbonken afhalen of doen afhalen. 2151
Do Directeur van het Brandstoffenbureau,
KRAMER.
-Naar het Engelsch
van
OHARLES GARVIOE.
41)
Mr. Brown drong er op aan, dat zij ble
ven thee drinken, en was do vriendelijkheid
zelve, ma-ar Sylvia wildte iii-et or)tdk>oien. De
cottage was keurig netjes en versierd met
verschillende vrouwelijke aardigheidjes;
maar Sylvia wilde zo niét bewonderen en
Nevillo begreep niet wat haar eigenlijk
mankeerde. Hij had het zelf allerprettigst
gevonden er. verwachtte van haar hetzelfde,
„Weet je wat het is. Syl?" zei hij, toen ze
Tiaar lruis wandelden. „Het soort leven, flat J
je tot nu toe geleid hebt, uitsluitend met de j
toni do Meth cn mij heeft je bedorven. Het be-
ïwij;t alleen lioe noodig het is, dat je er uit
Tan daan komt."
„En wehraan gauw., hè Jack is 't niet?" I
Hedönnamiddag aanvaardde prof. dr. H. T.
'Colenbiander, als opvolger van prof. mi*.
J. E. Heeres, het ambt van hoogleeraar aan
de Rgks-Universiteit alhier, met een rede
in het Groot-Auditorium der Academie,
over bovenstaand onderwerp.
Spr. deed eeaiige aanhalingen uit uit
spraken van Jan Piebersz. Ooen, om te doen
zien, dat men in de kraamkamer van het
Nederlandsch-Indisch gezag niets weet te
onderkennen dan list en geweld en zijn be
houd; alleen verwacht van de machtsmid
delen van het moederland en het klein houden
van den inlander.
Kan zulk een gezag verzaken wat de wet
was van zrjn bestaan? vroeg spr. Het is geen
vraag meer, zeide hg; het Neet-Indisch' ge-
i zag heeft die wet lang verzaakt; in het
zekere besef, dat het auders ten gronde
j zou zrjin gegaan. Wat vermogen in de wereld
van 1918 en vervolgens de machtsmiddel on
van het moederland? Het klein-houden van
den inlander? Alsof het niet onze statistie
ken zijn, die hem zijn getal leerden kennen.
Oost en West hebben elkander ontmoet en
zag zullen voortgaan elkander to ontmoeten,
Zij vervullen de koloniale staatkunde; zou
den zij de koloniale geschiedenis niet ver
vullen?
Co en heeft gemeend, dp-t niet alleen 'de
Kaap, maar ook Jacatra, Amboina en Ban-
da rnet Nederlanders zouden worden be
volkt. De geschiedenis heeft over sgn po
gingen het vonnis der onuitvoerbaarheid ge
streken. De geschiedenis der Nederlanders
rn Indië, zal nooit of te nimmer, die eener
Nederlandsche volksgemeenschap zjjn. Het
gebruik heeft al spoedig aan het woord
kolonie een ruimere beteekenis toegekend1,
dam die'der volksplanting alleen, en er elke
overzeescho bezitting oixler begrepen: naast
de „colooie de peuplement", de „colonie d'ex-
ploilation". Eigenlijk schuiven die beide ter
men een eindweegs over elkander heen. Om
bij Ned.-Indië te big ven: wij zien er het
Nederlandsche element achteren volgen 5 op
treden in de rol van monopoliseerend be-
lieerscher aller handelsbetrekkingen, van
aanplanter van landbouwproducten voor de
Europeesche markt, van mrjn-cxpl itent on de
aanwezigheid1 der mijnproducten zal het in
toenemende mate kunnen doen. trachten ter
plaatse zelf óp .te treden als industrieel pro
ducent.
Een verschijnsel van de allergrootste his
torische beteekenis verrijst op dit punt onze
overweging in ons verbaasd- gezicht In de
economische wereld van het Oosten, waarin
do ellebogen van een C-oen en E'ivo hem
ruim baan maakten en waarin hij zich sedert
onafgebroken tg den meester was blijven voe
len, is de ferotsche Westerling niet meer
alleen. Niet enkel, dat Japan hem verras
singen bereidt door wat het zelf vermag;
gevoelt het ook niet de roeping, de voor
ganger, de leermeester te zg'n van andere
Aziaten? Sedert het als economisch zelf
standige optrad en zich propageert, stride het
'b Chi'Deesche, ja, in ruimeren zin het Azia
tisch probleem. De tg-den hebben het We3-
zei zij eensklaps ontwakend tot groote be
langstelling.
„Wa-arom kunnen wij niet dadlelijk ver
trekken? Wij hebben geld genoeg, ni-et-
waar?" En zij legde haar hand op zijn arm
en keek hem smeekend aan.
Maar Neyille sohucJdlo het hoofd en lachte
togen haar.
„Nog lang niet. genoeg," antwoordde bij.
,,Jo hebt geen icSeo hoeveel geld men in En
geland noodig heeft. Daarenboven, het zou
het zou zond© zijn uit te scheiden en weg
te loop en ©n al dat goud in de vallei te la
ten liggen. Ik ben van plan een ommervol
te krijgen voordat ik er mee ophoud1."
Zij liet haar hand van zijn arm glijden en
zei niets meermaar zij lag dien nacht wak
ker en cöacht aan Mary Brown en herinner
de zich de lieve, schuwe blikken, die deze
jonge dame op Jack geworpen had. Op don
eerst volgenden „rust "dag kwam Neville na
een paar uiu* in zijn claim gewerkt te heb
ben of te doen of hij werkte, in de hut,
waschto zich, trok zijn beste jekkertje uany
en slenterde naar het kamp. Sylvia keek
hem na met oen beurtelings bleek rood ge-
3<wit. Zij wist waar hij naar toe ging.
tersche element gedwongen zich den inlan
der niet enkel meer als object voor te stellen,
maar als subject, dat op de bepaling der
onderlinge verhouding wassenden invloed
verkrijgen zal. Wat wij van hem denken,
is voor de toekomst van minder gewicht
geworden, dan wat hg denkt van ons. Zal
hij den indringer blijven dulden? en zoo ja,
hoe lang nog en waarom?
Westorsch inzicht heeft om er westerscho
begeerte meo te stillen, gemunt het woord:
Cultuuraesociatie. Het is niet in
ijdelheid gemunt. Het woord laat zich
verdedigen, het laat zich in rijn
verklaren tevens.
Ziet spr. wel dan zullen wij verstandig
doen ons gehoor vooreerst bij do associatie
mogelijkheid van stoffelijk© belangen te be
palen, Dat brengt ckrakt hem de zaak
zoo mede; wij zijn naar Indië gegaan om
gewin. Hier op komt, zooals spr. uit histo
risch o gegevens aantoonde, de aanvanke
lijke actie onzer voorouders in Indië op
neder. Sur. noemde daarbij het werk, waar
in cle Bataviasche 1 andarchivaris de oor
sprongen der nieuwe staatkunde, voor zoo
ver zij in eompagnie's en Daendels werk
vallen, heeft gedocumenteerd, hoogst be
langwekkend. Blijft de Jonge's Opkomst
de groot© bron voor de kennis der uitbrei
ding van het Nederlands gezag in de
breedte, do Haah's Pr i o n g a n is het-
voor die van zijn uitbreiding in do diepte.
In de Pre anger toch ligt het gebied, waar
de Compagnie voor hete eerst op grooto
schaal van koopman planter werd en daar
door voor heit wel en wee eener geheel© in-
land cho bevolking oog heeft kunnen krij
gen.
Het is inderdaad oen wereld van kiemen,
cüo door dir. De Haan onder het vergroot
glas van den geduldigen vorscher is gescho
ven. En van hoeveel naar ons belachelijks,
ovor onzen smaak walgelijks naar ons rede
lijk oordcel beschouwends, uit ons koloniaal
verleden hij ons noodzaakt- kennis te nemen,
hoeveel naar hukHgen maatstaf stellig
kwaads wij daar ook bedreven mogen heb
ben, toch weet zijn onopgesmukt verhaal de
overtuiging te vestigen, dat, in do verwij
derde gevolgen gezien onze komst voor
Java een voordeel, immers een staat tot
economischen vooruitgang is geweestdot
de gedwongen koffiecultuur in do geschie
denis do Preanger volksgemeenschap een
geheel nieuw tijdvak ontsluit.
Zagen wij zoo de belangenassociatio, die
ong gemoed postuleert, in kiem ontstaan
aldus ging epr. voort thans willen wij
oen vogelvlucht- wagen boven haar ontwik
keling. Spr. onlteendo claarbii veel aan het
werk door hem gewijd aan Van Deventer,
dfen hij zijn vriend mocht noemen, maar die
boven alles vriend was van IndÜö's volk.
In de geschiedenis van Nederlands' be
trekking tot Indië's Volk vervult Van De-
venters naam het- laatst afgesloten hoofd
stuk. Nog naderden wij slechts Van den
Bosch, die Van Deventer op grooter afstand
in wezen dan in tijd staat.
Het' stelsel van Van den Bosch: gouve-r-
mementscultuur ntetnauwelgks betaal-Ie
werkkrachten, had do bemoeilijking vereischt
der iustrooming van particulier Europ?o3ch
kapitaal, dat am diezelfde krachten ho-oger
loon zou hebben geboden. Doch de tijd brak
aan, dat goedschiks het particulier kapitaal
zich niet langer uit Indië liet weren. De
ondernemersklasse, die '48 oppermachtig
maakt in Nederland, eischt toegang tot de
Nederlandse he kolonie. Het inzicht wint veld,
dat veel hooger baten dan door overstorting
van op gouvernementeproducten behaalde
wins te Nederland toevloeien langs directen
weg, aan het Nederlandsche volk verzekerd
zrjn. wanneer het zijn kapitaalkracht vrij in
Indië mag laten spoten. Hiermede is de val
der gouvernementscultures bczege'd, °n, mid- j
dellijk, die van hot gaosche batig-slofc-
systeem. Zoo in 1877 de Indische "baten j
verslonden blijken, is het volstrekt niet de
Atjeh-oorlog alleen, die ze heeft opgeslokte j
Ook uitgaven doen dit, waar een Van den i
Bcscli niet van droomde, strekkende om Indië I
de verkeersmiddelen te verschaffen, om de
veiligheid te verzekeren, de rechtszekerheid
te doen toenemen, het intellectueele peil van
den inlander te verheffen. Wordt in 18J0
yoor justitie een half millioe-n uitgegeven,
in 1870 is dat bedrag meer dan verzesvou
digd, in 1900 het bedrag van 1870 bijna
verdubbeld. Voor andere doeleinden is de
verhouding niet anders.
Do belofte, waarachter Nederland in 1S02
de werkelijke bedoelingen zijner koloniale
politiek verbergt: dat z\j strekken zal om
de kolonie tot de hoogst mogelijke trap van
welvaart op te voeren, is een eeuw later in
waarheid ingelost.
Natuurlijk niet uit pure onbaatzuchtigheid'.
Be zaak is, dat naari mate het inzicht van
den economisch sterkere in zjjn eigen belang
zich wijzigt, zijn gedrag tegenover de eco
nomisch zwakkere veranderen zal. In het
tijdperk der vrije instrooming van particulier
Euiopeesch kapitaal, heeft Nederland den
plicht Indië zóó te beheeren, dat dit kapi
taal er voordeel behalen kan en dat kan
het op den duur niet bij roofbouw, maar
oij een exploitatie alleen, die ook Indië ver
sterkt.
Spr. kwam, na over ons protectoraat over
Indië te hebben gesproken, tot de vraag,
welke feitelijke verhoudingen tusschj?n Oost
en West in Nederlandsch-Indië der toekomst
thans te voorzien zijn. Zal naast de belangen-
harmonie, die onmiskenbaar te beluisteren
valt in de economische sfeer, een harmonie
van geestelijke belangen ooit opklinken? Kan
uit den omgang van Oost en West ooit een
geestelijke eenheid worden geboren?
De jnlandsche gemeenschap dorst naar
onze kennis, ook en bovenal, omdat zij ge
voelt, die als wapen te behoeven tegen _on-
redelijk-en voortduur onzer overheersching.
Maar mededeeling van kennis alleen sticht
geen geestelijke eenheid. Kunnen wij me .le
deeten wat steeds hechter cement bleek tot
nieuwen beschavingsbouw, kunnen wij geven
ons geloof?
Aan geloofsvormen, due onze zendelingen
naar het Oosten uitdragen, woont zich, of
is een deel der westersehe samenleving ont
groeid; juist een deel, dlat met Oost- in veel
vuldige aanraking ib geweest en het ver
moedelijk lang zal blijven.
Hooge individuen van deze soort zullen in
Indic nooit tevergeefs hebben gewerkt.
Coenra-ad van Deventer kwam het bewijzen.
Slechte firicklrilijk ovenwei zal de Euro
peaan aan dezen stempel de inland sche
ma-ssa bereiken. Tot de massa richten zich
de predikers des Christelijken geloofs
hoe lang reecL en m-et welken uitslag?
Onrlor die animisten met zegen. Er is
daarover ondier ernstige beoordeelaars maar
één stem meer. De zending week in toene
mende mate, ook harten te roeren.
Maar de overweldigende meerderheid der
bevolking van Ned.-Indië bestaat uit gerila-
meerden, die in een geheel anderen toestand)
dan do Toeradja's verkeeren. Voor die
meerderheid dr. Adrian© verklaart; het
zelf vertegenwoordigt vooralsnog de Is-
Lslam „do nationaliteit" de haar met toene
mend en drang aangeboden kerstening wijst
zij met beslistheid af. Volhardt zij in die af
wijzing en teekenen dla-t het anders zijn
zou, weet spr. niet aan to wijzen dan
wordt de groot© vraag deze: is geestelijke
associatie mogelijk tussohen Kruis en
Halve Maan?
Er is Kruis en Kruis eii Halve Maan ern
Halve Maan.
Do N'ecl.-Indische Halve Maan is ©en van
zeer Bijzonder karakter, waarvan het Ned-
Indische Kimis ten plicht heeft nauwgezet
studio te maken. Of c5io haar in staat zal
stellen de over het geheel zoo droevig mis-
lukte bokeeringspogen met- beteren uitslag
te her vatten, zal de toekomst leeren. Aan
een voorspellen waagt spr rich niet. De
wereld, ook do Ned.-Indische kan in de' toe
komst worden dooreen geschud, op een
wijze, waarvan wij nog geen voorstelling
hebben.
Dit is echter zeker dab de geest van Ned. -
Indië nimmer zal zijn samengeatold uit wat
wij er brachten alleen, maar wat er aanwe-
rig was, in de eerste plaats, gemengd met j
gekleurd door hetgeen de inlander van on-
zen invoer heeft, willen en kunnen ove-rhe-
men. Tot den,bouw van het Indisch toe- J
komsthuis, mogen wij werktuigen hebben
geleend, maar Kromo, die het bebouwen
moet-, zal de bouwer willen wezen.
Tot- zijn uitgangspunt- temgkeerend, be-
antwoordde de spr. ten slotte de vraag, hoe
een vclk zich bewust, dat het- in Inciië nim- j
mer een eigenlijke volksplanting bezeten
heeft en dat Indië aan don staat van exploi-
bafci©kolonie reeds minstens ten halve ont- j
groeid is, de geschiedenis van Ned.-Indlë,
moet worden onderwezen
Associatie tusschen Oocfc en West, ook j
ter vaststelling en waardeering van de ge
schiedenis hunner aanraking, rieda-ar een
verschiet dat nog ver lijken mag, maar c9at
als West aan Oost, Oost aan West inder
daad alles geven zal wat elk in zich heeft,
naderbij komen meet-.
Van zijn zijde zal spr. alles doen, als no-g
naar mogelijkheid aan te vullen wat zijn
kennis ter voortstuwing van eigen en an-
cterer studio iu dit rienting, die do toekomst
heeft onvolkomens hebben mag het zal veel
blijken. Volkomen is hij hem alleen de wil
ten goede.
Met de gebruikelijke toespraken tot cura
toren, hoogleeraren en studenten besloot i
spr. riczo hoogst belangwekkende rede.
DERDE ABONNEMENTSCONCERT.
Leon Rüdelsheïm en Anna Siibbe. 71
No. drio der abonnementsconcerten \verd
minder druk bezocht dan zijn beide voorgan
gers. De afwezige leden hebben- veel gemist door
het excellente vioolspel van den ons, van zijn'
optreden ongeveer een jaar geleden goed be
kende violist Leon Riidelsheim, dio den prix
d'excellenco aan het Conservatorium te Amster-i
dam verwierf en die ons wederom in verruk
king bracht met het artistieke vioolspel, waar
van slechts de hoogste noten op het gebied der
zuiverheid niet geheel feilloos waren.
Deze violist schijnt voorliefde te hebben voor
de componisten Partini on Wieniawsky, want
ook verloden jaar stonden beide namen op het
door hem gespeelde programma. Thans hoor
den wij Partmi'a Concert d moll, dat met kla
vierbegeleiding (in plaats van orkestbegeleiding),
altijd wat afvalt, dat echter den violist gelegen
heid gaf om zijn technische meesterschap to
ontplooien. Nog veel meer kwam dit uit in
Bach's Giaconna, door alle violisten en altijd
weer anders gespeeld. De Vertolking van Rü-
dolsheim kan men tot de hoogstaando rekenen.
Beethoven'6 Sonate, de zoogenaamde Früh-
lings Sonate, heeft ons, zeer tegen onze gedachte
omtrent deze overbekende Sonate in, voortdurend
geboeid door de keurige en innige vertolking.
Ook als samenspel met do pianiste Anna Stibbe
viel de vertolking hoog te roemen. Anna Stibbe
speelt keurig netjes, zeer rbytmisch, piano.
Hiermede is al het goede wat deze pianiste,
leerling© van Mengelberg en van den pianist
Philippe, op klaviergebicd voortbrengt, gc-<
zegd. Wat voordracht betreft is het spel weinig
poëtisch, do klein© détails zijn alle in orde, maar
de grooto lijn ontbreekt. Haar talent kwam het
best tot zijn recht in de kleine klavierstukjes
van J. G. Bacli (jongste zoon van J. S. Bach)
Paradie, Gouperin en Rameau; in Schumann's
8e Novelette, dio heel erg aan het verbleeken
is. misten wij do 6Chakeoring, zoo noodig om
dit muziekstuk nog eonigszins dragelijk te ma-
kon. Zooals reeds gezegd is, was het samenspel
met den violist, vooral in Beethoven's Sonate
geheel in orde. Het publiek betoonde zich jegens
beide concertgevers enthousiast gestemd.
Theosofie ©n Christendom.
Gisteravond word in de Nutszaal door de
Loïdsche Logo dor Theosofische Vereeniging
een openbar© voordracht gehouden. Als spre
ker trad op do hoer Kengen uit Utrecht, mot
hot o-ndorworp: Theosofie en Christendon:,,
„Geen godsdienst boven waarheid", luidt
de grondstelling dor Theosofische Veroeni-
ging. Het dool, dat do theosoof nastreeft, is,
die waarheid te zoeken, zelf al moeten daar
voor oude bandon worden verbroken. In elk
mensoh Ls do drang naar waarheid ingescha
pen en velcrt moonen haar gevonden te heb
ben in hun oigen godsdienstvorm. Feitelijk
is dit ook ^oo, maar wat ieder zich als de
waarheid denkt, is slechts een doel daarvan.
Elk mensch heeft in zijn godsdienst een
schoon geschenk ontvangen van zijn Vade-.
Door verschillende voorbeelden toonde
spreker do schoonheid en diepte aan van ver
schillende godsdiensten. Hoe meer die be
grepen wordon, des te beter loert, men zijn
eigen godsdienst waardeeren.
Om dio waarheid in al haar omvang te
loeren kennen, is een innerlijk© en een uiter
lijke weg. De innerlijke is de schoonste,
maar voor de moesten te zwaar. Het is de
weg van don Mysticus, die innerlijk door
leeft^ al, wat andoren langs honderden we
gen trachten te benaderen. Maar ook do
uiterlijke weg heeft verschillende trappen
de historische, zoo oenvoudig, dat zelfs een
kind het begrijpen kan, de symbolische, dio
dieper aandacht vraagt, ~cn de pneumatische
of verborgen, occulte weg, die loert het
Groote Leven te vindon door het opgeven
van het kleine, ogoïshe leven. Offering,
daarin is vervat do gansche prediking van
den ChristuSj het offer, do overgave van ons
gehoste zelf, Eet opgaan van het persoonlijk
bewustzijn in het Groote, het Al-Bewustzijn*
Do 3prokcr word door de aanwezigen met
groote aandacht gevolgd.
Door de Goöp. „Ons Doel", de Goop.
„Vooruit" en do Vcreeniging van Winkeliers in
Koloniale Waren en Comestibles alhier is een
adres aan den gemeenteraad ingediend, waarin
zij zoggen dat zij met leedwezen hebben kennis
genomen van het preadvies in zake het van ge-
meontowege vaststellen van het sluitingsuur van
do winkelzaken op acht uur.
Waar in hun verecniging vertegenwoordigd
zijn zoowel het klein als hot groot bedrijf, en zij
reeds goruimen tijd geleden voor hun zaken de
achtuursJuiting niet siicce? heeft ingevoerd, een
maatregel, waarbij hun personeel en den pa-
En het was 7XK>, Neville kwam niet verder
dan d«a cottage, want Mary Brown stond
„toevallig" aan de dour en liep dadelijk
naar het hok om hom te groeten. Zij had een
bosje wil do bloomen in de hand en terwijl
rij mot- hem praatte hield zij haar oogen
I daar voortdurend op gevestigd, terwijl zij
rnet ds blanke handen de bloomcn ver
schikte.
„U schijnt dol op bloemen to rijn, Miss
Mary," zei Neville.
Hij was haar Miss Mary gaan noemen,
dat. was minder deftig dan Miss Brown.
Zij sloeg haar blauwe oogon tot hora op.
„Ja, ieder© vrouw houdt, veel van bloe
men, is 't niet? Uw zuster zeker ook."
Neville was meer dan eens op het punt
geweest zijn bloedverwantschap of liever
zijn gemis aaai bloedverwantschap mot Syl
via te vorklaren, maar hij had altijd geaar
zeld en hij aarzelde ook nu.
„Ja, dat denk ik welmaar zij heeft niet
veel tijd voor die dingen. Maar als u zoo
veel van bloomen houdt, kan ik u nog veel i
mooiere bezorgen
Miss Mary keek weer verlegen tot bem op
en bteosdó. j
„O, ik wil u geen moeite geven neen,
houscli, dat wil ik niet!" stamelde zij;
maar het genot-, dat dit aanbod haar ver
schaft had. schitterde in haar oogen.
„O. 't is geen moeite. Ik heb con massa
'prachtige bloomen gezien in de val
ergens., waar ik eon dag of wat geleden
geweest bon. Ik zal or u wat bezorgen".
Zij bedankte hem alsof hij had aange-
llioden haar een liandvol robijnen te bezor
gen Neville praatte nog een halfuurtje
over hot hok geleund en nam afscheid. Den
volgenden dag ging hij, zooals gewoonlijk
op dien dag, naar do vallei en nam een
halfuur van rijn werktijd af om wat. van
die sterke, wilde bloemen te plukken, die
dn de beschutte spleten der rotsen groeien.
Toen hij mot dio bloemen de hut binnen
trad, dacht Sylvia natuurlijk, dat ze voor
haar bestemd waren, en glimlachte hem toe
roet oen glimlach, die duizendmaal stralen
der en schooner was dan Miss Mary ooit
vertonnen kon.
„O Jack, hoe mooi! En hoe lief van je
daaraan te denken. Geef ze mij l Ze mogen
niet onder de ldel verborgen worden, of-
sóhoon zoo veel mooier rijn dan jjoudl"
Neville kleurde en keek verlegen, maar
slechts een oogenblik.
„Ik wist niet, dat je om dio soort van
dingen gaf, Syl".
„Niet om bloemen gevenriep rij met
een lach, terwijl zij ze hem afnam en met
liefkoozend© hand oanraakto. ;,0, ik houd
er zoo veel van!"
„Mooi zoo, ik zal er wat voor je mee
brengen maar deze ja, weet je, deze
heb ik aan Mary Brown beloofd. Maar je
zult zo hebben ik zal voor haar wel andere
halen".
Zij liet dfe bloemen uit haar hand vallen
alsof er een adder in verborgen was.
„Neen", zei ze „ik ik geef er eigen
lijk niet veel om en ik wil or Miss Brown,
of zooals jo haar noemt, Miss Mary niet
van berooven".
Neville maakte zijn gewone overdenking:
„Meisjes rijn vreemde wezens!" En hij was
Sylvia's humeurtj'e geheel en al vergeten,
toen hij cL.n volgenden middag naar de cot
tage wandelde met de bloemen in de hand.
r (Wordt vervolgd).