LEIDSÖE DAGBLAD. V/osnsdag 11 December 1918. Offfcieele Kennisgevingen. Nederland s betrekkingen totlndië in verleden en toekomst. FEUILLETON CS-KKOOaT. STADSNIEUWS. FV.ïISS r»ÏÖt£ ADVIOTTENTiENi gfaa 1—5 reffflVi i U.«, I«d<w« r«««I m«rT ?;6 O.?.*). »-• Kteias s^«»rttti£5in van 30 woor- [gtett Own» vaskcot; oft Hiatal woorden ,'^vasr tÊtb OenL—letf-aseo volgens postreehtj fatoor wraabraA» opïandicg van. brio ven. 10 cent jorto '£6 btit&len. Bewijsnummer 5 Cents. p-£*z Bureau Noordeindspieisi. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. PBIJS DEZER COURANT. Voor Leiden p. 3 mini f 2.10 p. week Buiten Londen waar agenten gevestigd zijn per weck 0.16 Franco per post 2.50 ?4ummcr 18033. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD. BROODRANTSOEN. .Po Burgemeester der Gemeente Leiden brengt ter algeineene konnis, dat de Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel, HLT.FT GOEDGEVONDEN TE BEPALEN: met ingang van 5 December 1918 zal het tijd vak, waarvoor een wille-, bruin-, rogge- en aan vullingsbroodkaart geldig is, bestaan uit negen dagen, zoodat bet broodrantsoen van dien datum af op 311 Gram per dag en per persoon wordt gebracht. i N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Leiden, 11 December 1918. T VLEESCHVOORZIENiNQ. De Burgemeester van Leiden brengt ter kon- nis van de ingezetenen, dat morgen (Donderdag) bij eenigo slagers rundvleesch 2e soort en op Vrijdag e.k. rundvleesch le soort verkrijgbaar sal zijn. Geldig zijn de bonnen 1 en 2 uit hot vleesch- bonboekje. Vleeschbon No. 1 is niet geldig, indien niet tegelijk bon I 12 uit het lovensmiddelenboekj9 wordt ingeleverd, terwijl vleeschboa No. 2 niet geldig is zonder inlevering van bon I 32. Vleeschbon No. 1 is na 14 December niet meer feeldig. De aandacht zij erop gevestigd, dat de niet gebruikte helften der vleeschbonnen in het boekje bevestigd moeten blijven, (dus de bonnen niet In zijn geheel mogen worden uitgescheurd), daar de boekjes later weder ingeleverd moeten worden 'en alleen ongeschonden exemplaren worden ver- yangeu. Bovendien bestaat do mogelijkheid, dal de niet gobruikte slrooken later noodig zullen blijken i Voor de distributie van andere artikelen. N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester. f Leiden, li December 1018. GELDIGE VISCH- EN VIEESCHKAARTEN. De Directeur van het Distributitbedrijf voor Vleesch en Visch brengt ter kennis van belanghebbenden, dat morgen (Donderdag) voor visoh geldig is Serie I No. 25—750. Yoor goedkoop vleesch is morgen (Don derdag) geldig Serie D No. 520040. Leiden, 11 December-1918. OPHEFFING SCHENKVERBOD VAN THEE. Do Burgemeester der Gemeente Leiden brengt :er algemeen© kennis dat de Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel, Gezien artikel 8 der Distrihutiewet 1916; 5 Gezien zijn beschikking d.d, 25 Mei 1918, no. 25880, Afdeeling Crisiszaken, Bureau A. Z. HEEFT GOEDGEVONDEN; iu te trekken zijn beschikking van 26 Januari 1918, houdende het verbod van aflevering van thee als drank of op welko andere wijzo ook in hotéls of café's restaurants, wachtkamers, ka juiten en dergelijke. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Leiden, 11 December 1918. AFLEVERING EN VERVOER VAN SLAOLIE. Do Burgemeester der Gemeente Leiden brengt ter algemeene kennis dat do Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel, Gezien de beschikking van 22 Augustus 1918, ,'no. 34258 (N.), Afdeeling Crisiszaken, Bureau (Volksvoeding; HEEFT GOEDGEVONDEN: op to heffen het daarin vervatte verbod tot af levering en vervoer, voor zoovee! betreft slaolie ,'aralhisolie) in flesschen. N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Leiden, '10 December 1918. OPGAAF VOORRAAD MANUFACTUREN EN CONFECTIE-GOEDEREN. De Burgemeester van Leiden maakt be- kend, dat door den M-iister van Landbouw, Nijverheid en Handel op 5 December jJ. do rclgende beschikking is genomen: De Minister van Landbouw, Nijverheid en jHandel, Gezien artikel 8 lid 1 van de Disfribntio- 'wat 1916, Vordert opgave van alle personen en ven nootschappen, der totale voorraad manufac- i tnren of confcctiegoederen, welko züi onder zich hebben op 10 December ïls. anders dan voor eigen gebruik ol voor gebrnik door kuzi gezin en welker omschrijving voorkomt op de door hot Rijkskantoor voor Manufacturen toe te zenden lijst. Tor voldoening aan deze vordering moet voormeld© lijst ingevuld en geteekend voor den 12den December 1918 aan het Rijkskan- toor voor Manufacturen, Laan Copes van f.'attonbnrch 13 te 's-Gravonhagc worden in gezonden. Zij, die geen lijst ter invulling van hot Rijkskantoor voor Manufacturen bobben ont vangen, zijn verplicht deze onmiddellijk aan dit Rijkskaiitoor aan te vragen, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Leiden, 11 December 1918. BRANDSTOFFENCONIMISSIE DISTRICT LEIDEN. De Brandstoffencommissie maakt be kend, dat vanaf heden 11 December aan die Utrechtecho Veer to Leiden een schuit met een beperkt aantal veenbonken is aangeko men. Degene, die nog in. het bezit zijn van bon 1 en 2 der Turfkaart kunnen aan deze schuit zoolang de voorraad strekt, hun rantsoen veenbonken afhalen of doen afhalen. 2151 Do Directeur van het Brandstoffenbureau, KRAMER. -Naar het Engelsch van OHARLES GARVIOE. 41) Mr. Brown drong er op aan, dat zij ble ven thee drinken, en was do vriendelijkheid zelve, ma-ar Sylvia wildte iii-et or)tdk>oien. De cottage was keurig netjes en versierd met verschillende vrouwelijke aardigheidjes; maar Sylvia wilde zo niét bewonderen en Nevillo begreep niet wat haar eigenlijk mankeerde. Hij had het zelf allerprettigst gevonden er. verwachtte van haar hetzelfde, „Weet je wat het is. Syl?" zei hij, toen ze Tiaar lruis wandelden. „Het soort leven, flat J je tot nu toe geleid hebt, uitsluitend met de j toni do Meth cn mij heeft je bedorven. Het be- ïwij;t alleen lioe noodig het is, dat je er uit Tan daan komt." „En wehraan gauw., hè Jack is 't niet?" I Hedönnamiddag aanvaardde prof. dr. H. T. 'Colenbiander, als opvolger van prof. mi*. J. E. Heeres, het ambt van hoogleeraar aan de Rgks-Universiteit alhier, met een rede in het Groot-Auditorium der Academie, over bovenstaand onderwerp. Spr. deed eeaiige aanhalingen uit uit spraken van Jan Piebersz. Ooen, om te doen zien, dat men in de kraamkamer van het Nederlandsch-Indisch gezag niets weet te onderkennen dan list en geweld en zijn be houd; alleen verwacht van de machtsmid delen van het moederland en het klein houden van den inlander. Kan zulk een gezag verzaken wat de wet was van zrjn bestaan? vroeg spr. Het is geen vraag meer, zeide hg; het Neet-Indisch' ge- i zag heeft die wet lang verzaakt; in het zekere besef, dat het auders ten gronde j zou zrjin gegaan. Wat vermogen in de wereld van 1918 en vervolgens de machtsmiddel on van het moederland? Het klein-houden van den inlander? Alsof het niet onze statistie ken zijn, die hem zijn getal leerden kennen. Oost en West hebben elkander ontmoet en zag zullen voortgaan elkander to ontmoeten, Zij vervullen de koloniale staatkunde; zou den zij de koloniale geschiedenis niet ver vullen? Co en heeft gemeend, dp-t niet alleen 'de Kaap, maar ook Jacatra, Amboina en Ban- da rnet Nederlanders zouden worden be volkt. De geschiedenis heeft over sgn po gingen het vonnis der onuitvoerbaarheid ge streken. De geschiedenis der Nederlanders rn Indië, zal nooit of te nimmer, die eener Nederlandsche volksgemeenschap zjjn. Het gebruik heeft al spoedig aan het woord kolonie een ruimere beteekenis toegekend1, dam die'der volksplanting alleen, en er elke overzeescho bezitting oixler begrepen: naast de „colooie de peuplement", de „colonie d'ex- ploilation". Eigenlijk schuiven die beide ter men een eindweegs over elkander heen. Om bij Ned.-Indië te big ven: wij zien er het Nederlandsche element achteren volgen 5 op treden in de rol van monopoliseerend be- lieerscher aller handelsbetrekkingen, van aanplanter van landbouwproducten voor de Europeesche markt, van mrjn-cxpl itent on de aanwezigheid1 der mijnproducten zal het in toenemende mate kunnen doen. trachten ter plaatse zelf óp .te treden als industrieel pro ducent. Een verschijnsel van de allergrootste his torische beteekenis verrijst op dit punt onze overweging in ons verbaasd- gezicht In de economische wereld van het Oosten, waarin do ellebogen van een C-oen en E'ivo hem ruim baan maakten en waarin hij zich sedert onafgebroken tg den meester was blijven voe len, is de ferotsche Westerling niet meer alleen. Niet enkel, dat Japan hem verras singen bereidt door wat het zelf vermag; gevoelt het ook niet de roeping, de voor ganger, de leermeester te zg'n van andere Aziaten? Sedert het als economisch zelf standige optrad en zich propageert, stride het 'b Chi'Deesche, ja, in ruimeren zin het Azia tisch probleem. De tg-den hebben het We3- zei zij eensklaps ontwakend tot groote be langstelling. „Wa-arom kunnen wij niet dadlelijk ver trekken? Wij hebben geld genoeg, ni-et- waar?" En zij legde haar hand op zijn arm en keek hem smeekend aan. Maar Neyille sohucJdlo het hoofd en lachte togen haar. „Nog lang niet. genoeg," antwoordde bij. ,,Jo hebt geen icSeo hoeveel geld men in En geland noodig heeft. Daarenboven, het zou het zou zond© zijn uit te scheiden en weg te loop en ©n al dat goud in de vallei te la ten liggen. Ik ben van plan een ommervol te krijgen voordat ik er mee ophoud1." Zij liet haar hand van zijn arm glijden en zei niets meermaar zij lag dien nacht wak ker en cöacht aan Mary Brown en herinner de zich de lieve, schuwe blikken, die deze jonge dame op Jack geworpen had. Op don eerst volgenden „rust "dag kwam Neville na een paar uiu* in zijn claim gewerkt te heb ben of te doen of hij werkte, in de hut, waschto zich, trok zijn beste jekkertje uany en slenterde naar het kamp. Sylvia keek hem na met oen beurtelings bleek rood ge- 3<wit. Zij wist waar hij naar toe ging. tersche element gedwongen zich den inlan der niet enkel meer als object voor te stellen, maar als subject, dat op de bepaling der onderlinge verhouding wassenden invloed verkrijgen zal. Wat wij van hem denken, is voor de toekomst van minder gewicht geworden, dan wat hg denkt van ons. Zal hij den indringer blijven dulden? en zoo ja, hoe lang nog en waarom? Westorsch inzicht heeft om er westerscho begeerte meo te stillen, gemunt het woord: Cultuuraesociatie. Het is niet in ijdelheid gemunt. Het woord laat zich verdedigen, het laat zich in rijn verklaren tevens. Ziet spr. wel dan zullen wij verstandig doen ons gehoor vooreerst bij do associatie mogelijkheid van stoffelijk© belangen te be palen, Dat brengt ckrakt hem de zaak zoo mede; wij zijn naar Indië gegaan om gewin. Hier op komt, zooals spr. uit histo risch o gegevens aantoonde, de aanvanke lijke actie onzer voorouders in Indië op neder. Sur. noemde daarbij het werk, waar in cle Bataviasche 1 andarchivaris de oor sprongen der nieuwe staatkunde, voor zoo ver zij in eompagnie's en Daendels werk vallen, heeft gedocumenteerd, hoogst be langwekkend. Blijft de Jonge's Opkomst de groot© bron voor de kennis der uitbrei ding van het Nederlands gezag in de breedte, do Haah's Pr i o n g a n is het- voor die van zijn uitbreiding in do diepte. In de Pre anger toch ligt het gebied, waar de Compagnie voor hete eerst op grooto schaal van koopman planter werd en daar door voor heit wel en wee eener geheel© in- land cho bevolking oog heeft kunnen krij gen. Het is inderdaad oen wereld van kiemen, cüo door dir. De Haan onder het vergroot glas van den geduldigen vorscher is gescho ven. En van hoeveel naar ons belachelijks, ovor onzen smaak walgelijks naar ons rede lijk oordcel beschouwends, uit ons koloniaal verleden hij ons noodzaakt- kennis te nemen, hoeveel naar hukHgen maatstaf stellig kwaads wij daar ook bedreven mogen heb ben, toch weet zijn onopgesmukt verhaal de overtuiging te vestigen, dat, in do verwij derde gevolgen gezien onze komst voor Java een voordeel, immers een staat tot economischen vooruitgang is geweestdot de gedwongen koffiecultuur in do geschie denis do Preanger volksgemeenschap een geheel nieuw tijdvak ontsluit. Zagen wij zoo de belangenassociatio, die ong gemoed postuleert, in kiem ontstaan aldus ging epr. voort thans willen wij oen vogelvlucht- wagen boven haar ontwik keling. Spr. onlteendo claarbii veel aan het werk door hem gewijd aan Van Deventer, dfen hij zijn vriend mocht noemen, maar die boven alles vriend was van IndÜö's volk. In de geschiedenis van Nederlands' be trekking tot Indië's Volk vervult Van De- venters naam het- laatst afgesloten hoofd stuk. Nog naderden wij slechts Van den Bosch, die Van Deventer op grooter afstand in wezen dan in tijd staat. Het' stelsel van Van den Bosch: gouve-r- mementscultuur ntetnauwelgks betaal-Ie werkkrachten, had do bemoeilijking vereischt der iustrooming van particulier Europ?o3ch kapitaal, dat am diezelfde krachten ho-oger loon zou hebben geboden. Doch de tijd brak aan, dat goedschiks het particulier kapitaal zich niet langer uit Indië liet weren. De ondernemersklasse, die '48 oppermachtig maakt in Nederland, eischt toegang tot de Nederlandse he kolonie. Het inzicht wint veld, dat veel hooger baten dan door overstorting van op gouvernementeproducten behaalde wins te Nederland toevloeien langs directen weg, aan het Nederlandsche volk verzekerd zrjn. wanneer het zijn kapitaalkracht vrij in Indië mag laten spoten. Hiermede is de val der gouvernementscultures bczege'd, °n, mid- j dellijk, die van hot gaosche batig-slofc- systeem. Zoo in 1877 de Indische "baten j verslonden blijken, is het volstrekt niet de Atjeh-oorlog alleen, die ze heeft opgeslokte j Ook uitgaven doen dit, waar een Van den i Bcscli niet van droomde, strekkende om Indië I de verkeersmiddelen te verschaffen, om de veiligheid te verzekeren, de rechtszekerheid te doen toenemen, het intellectueele peil van den inlander te verheffen. Wordt in 18J0 yoor justitie een half millioe-n uitgegeven, in 1870 is dat bedrag meer dan verzesvou digd, in 1900 het bedrag van 1870 bijna verdubbeld. Voor andere doeleinden is de verhouding niet anders. Do belofte, waarachter Nederland in 1S02 de werkelijke bedoelingen zijner koloniale politiek verbergt: dat z\j strekken zal om de kolonie tot de hoogst mogelijke trap van welvaart op te voeren, is een eeuw later in waarheid ingelost. Natuurlijk niet uit pure onbaatzuchtigheid'. Be zaak is, dat naari mate het inzicht van den economisch sterkere in zjjn eigen belang zich wijzigt, zijn gedrag tegenover de eco nomisch zwakkere veranderen zal. In het tijdperk der vrije instrooming van particulier Euiopeesch kapitaal, heeft Nederland den plicht Indië zóó te beheeren, dat dit kapi taal er voordeel behalen kan en dat kan het op den duur niet bij roofbouw, maar oij een exploitatie alleen, die ook Indië ver sterkt. Spr. kwam, na over ons protectoraat over Indië te hebben gesproken, tot de vraag, welke feitelijke verhoudingen tusschj?n Oost en West in Nederlandsch-Indië der toekomst thans te voorzien zijn. Zal naast de belangen- harmonie, die onmiskenbaar te beluisteren valt in de economische sfeer, een harmonie van geestelijke belangen ooit opklinken? Kan uit den omgang van Oost en West ooit een geestelijke eenheid worden geboren? De jnlandsche gemeenschap dorst naar onze kennis, ook en bovenal, omdat zij ge voelt, die als wapen te behoeven tegen _on- redelijk-en voortduur onzer overheersching. Maar mededeeling van kennis alleen sticht geen geestelijke eenheid. Kunnen wij me .le deeten wat steeds hechter cement bleek tot nieuwen beschavingsbouw, kunnen wij geven ons geloof? Aan geloofsvormen, due onze zendelingen naar het Oosten uitdragen, woont zich, of is een deel der westersehe samenleving ont groeid; juist een deel, dlat met Oost- in veel vuldige aanraking ib geweest en het ver moedelijk lang zal blijven. Hooge individuen van deze soort zullen in Indic nooit tevergeefs hebben gewerkt. Coenra-ad van Deventer kwam het bewijzen. Slechte firicklrilijk ovenwei zal de Euro peaan aan dezen stempel de inland sche ma-ssa bereiken. Tot de massa richten zich de predikers des Christelijken geloofs hoe lang reecL en m-et welken uitslag? Onrlor die animisten met zegen. Er is daarover ondier ernstige beoordeelaars maar één stem meer. De zending week in toene mende mate, ook harten te roeren. Maar de overweldigende meerderheid der bevolking van Ned.-Indië bestaat uit gerila- meerden, die in een geheel anderen toestand) dan do Toeradja's verkeeren. Voor die meerderheid dr. Adrian© verklaart; het zelf vertegenwoordigt vooralsnog de Is- Lslam „do nationaliteit" de haar met toene mend en drang aangeboden kerstening wijst zij met beslistheid af. Volhardt zij in die af wijzing en teekenen dla-t het anders zijn zou, weet spr. niet aan to wijzen dan wordt de groot© vraag deze: is geestelijke associatie mogelijk tussohen Kruis en Halve Maan? Er is Kruis en Kruis eii Halve Maan ern Halve Maan. Do N'ecl.-Indische Halve Maan is ©en van zeer Bijzonder karakter, waarvan het Ned- Indische Kimis ten plicht heeft nauwgezet studio te maken. Of c5io haar in staat zal stellen de over het geheel zoo droevig mis- lukte bokeeringspogen met- beteren uitslag te her vatten, zal de toekomst leeren. Aan een voorspellen waagt spr rich niet. De wereld, ook do Ned.-Indische kan in de' toe komst worden dooreen geschud, op een wijze, waarvan wij nog geen voorstelling hebben. Dit is echter zeker dab de geest van Ned. - Indië nimmer zal zijn samengeatold uit wat wij er brachten alleen, maar wat er aanwe- rig was, in de eerste plaats, gemengd met j gekleurd door hetgeen de inlander van on- zen invoer heeft, willen en kunnen ove-rhe- men. Tot den,bouw van het Indisch toe- J komsthuis, mogen wij werktuigen hebben geleend, maar Kromo, die het bebouwen moet-, zal de bouwer willen wezen. Tot- zijn uitgangspunt- temgkeerend, be- antwoordde de spr. ten slotte de vraag, hoe een vclk zich bewust, dat het- in Inciië nim- j mer een eigenlijke volksplanting bezeten heeft en dat Indië aan don staat van exploi- bafci©kolonie reeds minstens ten halve ont- j groeid is, de geschiedenis van Ned.-Indlë, moet worden onderwezen Associatie tusschen Oocfc en West, ook j ter vaststelling en waardeering van de ge schiedenis hunner aanraking, rieda-ar een verschiet dat nog ver lijken mag, maar c9at als West aan Oost, Oost aan West inder daad alles geven zal wat elk in zich heeft, naderbij komen meet-. Van zijn zijde zal spr. alles doen, als no-g naar mogelijkheid aan te vullen wat zijn kennis ter voortstuwing van eigen en an- cterer studio iu dit rienting, die do toekomst heeft onvolkomens hebben mag het zal veel blijken. Volkomen is hij hem alleen de wil ten goede. Met de gebruikelijke toespraken tot cura toren, hoogleeraren en studenten besloot i spr. riczo hoogst belangwekkende rede. DERDE ABONNEMENTSCONCERT. Leon Rüdelsheïm en Anna Siibbe. 71 No. drio der abonnementsconcerten \verd minder druk bezocht dan zijn beide voorgan gers. De afwezige leden hebben- veel gemist door het excellente vioolspel van den ons, van zijn' optreden ongeveer een jaar geleden goed be kende violist Leon Riidelsheim, dio den prix d'excellenco aan het Conservatorium te Amster-i dam verwierf en die ons wederom in verruk king bracht met het artistieke vioolspel, waar van slechts de hoogste noten op het gebied der zuiverheid niet geheel feilloos waren. Deze violist schijnt voorliefde te hebben voor de componisten Partini on Wieniawsky, want ook verloden jaar stonden beide namen op het door hem gespeelde programma. Thans hoor den wij Partmi'a Concert d moll, dat met kla vierbegeleiding (in plaats van orkestbegeleiding), altijd wat afvalt, dat echter den violist gelegen heid gaf om zijn technische meesterschap to ontplooien. Nog veel meer kwam dit uit in Bach's Giaconna, door alle violisten en altijd weer anders gespeeld. De Vertolking van Rü- dolsheim kan men tot de hoogstaando rekenen. Beethoven'6 Sonate, de zoogenaamde Früh- lings Sonate, heeft ons, zeer tegen onze gedachte omtrent deze overbekende Sonate in, voortdurend geboeid door de keurige en innige vertolking. Ook als samenspel met do pianiste Anna Stibbe viel de vertolking hoog te roemen. Anna Stibbe speelt keurig netjes, zeer rbytmisch, piano. Hiermede is al het goede wat deze pianiste, leerling© van Mengelberg en van den pianist Philippe, op klaviergebicd voortbrengt, gc-< zegd. Wat voordracht betreft is het spel weinig poëtisch, do klein© détails zijn alle in orde, maar de grooto lijn ontbreekt. Haar talent kwam het best tot zijn recht in de kleine klavierstukjes van J. G. Bacli (jongste zoon van J. S. Bach) Paradie, Gouperin en Rameau; in Schumann's 8e Novelette, dio heel erg aan het verbleeken is. misten wij do 6Chakeoring, zoo noodig om dit muziekstuk nog eonigszins dragelijk te ma- kon. Zooals reeds gezegd is, was het samenspel met den violist, vooral in Beethoven's Sonate geheel in orde. Het publiek betoonde zich jegens beide concertgevers enthousiast gestemd. Theosofie ©n Christendom. Gisteravond word in de Nutszaal door de Loïdsche Logo dor Theosofische Vereeniging een openbar© voordracht gehouden. Als spre ker trad op do hoer Kengen uit Utrecht, mot hot o-ndorworp: Theosofie en Christendon:,, „Geen godsdienst boven waarheid", luidt de grondstelling dor Theosofische Veroeni- ging. Het dool, dat do theosoof nastreeft, is, die waarheid te zoeken, zelf al moeten daar voor oude bandon worden verbroken. In elk mensoh Ls do drang naar waarheid ingescha pen en velcrt moonen haar gevonden te heb ben in hun oigen godsdienstvorm. Feitelijk is dit ook ^oo, maar wat ieder zich als de waarheid denkt, is slechts een doel daarvan. Elk mensch heeft in zijn godsdienst een schoon geschenk ontvangen van zijn Vade-. Door verschillende voorbeelden toonde spreker do schoonheid en diepte aan van ver schillende godsdiensten. Hoe meer die be grepen wordon, des te beter loert, men zijn eigen godsdienst waardeeren. Om dio waarheid in al haar omvang te loeren kennen, is een innerlijk© en een uiter lijke weg. De innerlijke is de schoonste, maar voor de moesten te zwaar. Het is de weg van don Mysticus, die innerlijk door leeft^ al, wat andoren langs honderden we gen trachten te benaderen. Maar ook do uiterlijke weg heeft verschillende trappen de historische, zoo oenvoudig, dat zelfs een kind het begrijpen kan, de symbolische, dio dieper aandacht vraagt, ~cn de pneumatische of verborgen, occulte weg, die loert het Groote Leven te vindon door het opgeven van het kleine, ogoïshe leven. Offering, daarin is vervat do gansche prediking van den ChristuSj het offer, do overgave van ons gehoste zelf, Eet opgaan van het persoonlijk bewustzijn in het Groote, het Al-Bewustzijn* Do 3prokcr word door de aanwezigen met groote aandacht gevolgd. Door de Goöp. „Ons Doel", de Goop. „Vooruit" en do Vcreeniging van Winkeliers in Koloniale Waren en Comestibles alhier is een adres aan den gemeenteraad ingediend, waarin zij zoggen dat zij met leedwezen hebben kennis genomen van het preadvies in zake het van ge- meontowege vaststellen van het sluitingsuur van do winkelzaken op acht uur. Waar in hun verecniging vertegenwoordigd zijn zoowel het klein als hot groot bedrijf, en zij reeds goruimen tijd geleden voor hun zaken de achtuursJuiting niet siicce? heeft ingevoerd, een maatregel, waarbij hun personeel en den pa- En het was 7XK>, Neville kwam niet verder dan d«a cottage, want Mary Brown stond „toevallig" aan de dour en liep dadelijk naar het hok om hom te groeten. Zij had een bosje wil do bloomen in de hand en terwijl rij mot- hem praatte hield zij haar oogen I daar voortdurend op gevestigd, terwijl zij rnet ds blanke handen de bloomcn ver schikte. „U schijnt dol op bloemen to rijn, Miss Mary," zei Neville. Hij was haar Miss Mary gaan noemen, dat. was minder deftig dan Miss Brown. Zij sloeg haar blauwe oogon tot hora op. „Ja, ieder© vrouw houdt, veel van bloe men, is 't niet? Uw zuster zeker ook." Neville was meer dan eens op het punt geweest zijn bloedverwantschap of liever zijn gemis aaai bloedverwantschap mot Syl via te vorklaren, maar hij had altijd geaar zeld en hij aarzelde ook nu. „Ja, dat denk ik welmaar zij heeft niet veel tijd voor die dingen. Maar als u zoo veel van bloomen houdt, kan ik u nog veel i mooiere bezorgen Miss Mary keek weer verlegen tot bem op en bteosdó. j „O, ik wil u geen moeite geven neen, houscli, dat wil ik niet!" stamelde zij; maar het genot-, dat dit aanbod haar ver schaft had. schitterde in haar oogen. „O. 't is geen moeite. Ik heb con massa 'prachtige bloomen gezien in de val ergens., waar ik eon dag of wat geleden geweest bon. Ik zal or u wat bezorgen". Zij bedankte hem alsof hij had aange- llioden haar een liandvol robijnen te bezor gen Neville praatte nog een halfuurtje over hot hok geleund en nam afscheid. Den volgenden dag ging hij, zooals gewoonlijk op dien dag, naar do vallei en nam een halfuur van rijn werktijd af om wat. van die sterke, wilde bloemen te plukken, die dn de beschutte spleten der rotsen groeien. Toen hij mot dio bloemen de hut binnen trad, dacht Sylvia natuurlijk, dat ze voor haar bestemd waren, en glimlachte hem toe roet oen glimlach, die duizendmaal stralen der en schooner was dan Miss Mary ooit vertonnen kon. „O Jack, hoe mooi! En hoe lief van je daaraan te denken. Geef ze mij l Ze mogen niet onder de ldel verborgen worden, of- sóhoon zoo veel mooier rijn dan jjoudl" Neville kleurde en keek verlegen, maar slechts een oogenblik. „Ik wist niet, dat je om dio soort van dingen gaf, Syl". „Niet om bloemen gevenriep rij met een lach, terwijl zij ze hem afnam en met liefkoozend© hand oanraakto. ;,0, ik houd er zoo veel van!" „Mooi zoo, ik zal er wat voor je mee brengen maar deze ja, weet je, deze heb ik aan Mary Brown beloofd. Maar je zult zo hebben ik zal voor haar wel andere halen". Zij liet dfe bloemen uit haar hand vallen alsof er een adder in verborgen was. „Neen", zei ze „ik ik geef er eigen lijk niet veel om en ik wil or Miss Brown, of zooals jo haar noemt, Miss Mary niet van berooven". Neville maakte zijn gewone overdenking: „Meisjes rijn vreemde wezens!" En hij was Sylvia's humeurtj'e geheel en al vergeten, toen hij cL.n volgenden middag naar de cot tage wandelde met de bloemen in de hand. r (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 1