Jixoiitde
•èteenvóor
Amenticl
lerville /f=s?
loubsk
Lillèra
Dfècoóri
W'mMféS'' '%c
m A
^Woft chy- -l-tfics
le$igtfi«6i>r" Xri
JeNouvion jf*1
^apelio.
Wfatóil&g
'---■: - AX eCifibrw
OufauAta jV r~~i
incsurt^
Verdun
16 Cslrtia?
»6d«"5c"
j eerste zou zijn, <ïe deelgenoot werd ge-
maakt van zijn geluk.
Toen hij op de hoogte van het kerkhof
kV&m, even buiten de vestingwerken, viel
'zijn oog op meeefcer Steffen's huÏ6, dat daar
j lag'tusschcn de ontbladerde boomen op een
boek van den doodenakkeron hij bedacht,
1 hoevéél 'ex* nu al gebeurd was, rindj hij en
i PtfatenSa in hun onervaren jeugd den zon-
Uorlingen doodgraver bezocht hadden. Hij
.zou graag eens geweten hebben, c»f Stoffen
'nog in loven was en of hij'dc geheime kun-
j Eten'nog beoefende.
a Het was tegen den middag, toen zijn
i paard stil hield voor bet kleine huis in de
'Kanunnikstraat, waar Johannes Pratensis
zijn woning had als lector aan de universi-
teit. Hij liet een vroolijkhallo I hoeren,
j dat magisters en studenten in cle nabijzijnde
'gebouwen verrast uit de vensters deed kij-
"ken, maar in Pratensis' buis bleef allies stil.
.V 'Tycho Brahe sprong van zijn paard en
I 'trad de^stoep op, om flink den klopper te
i ^'gébruiken-. Het duurde echter lang eer zich
'.-ieiöand vertoonde. Eindelijk werd de deur
Opengedaan door een oud iijkend vrouwtje,
'-heélemaal in het zwart gekleed en met een
;wit .mutejo, dat stijf onder de kin vastge-
[i istrikt was. Zij beschouwde den heer Tyoho
tgiïièt scherpen, wantrouwenden bhk, of hij
(IpHtti dief of een inbreker was, en toen sprak
I ~«aj óp booten toon
A'-Jv uwat "wih1 u, dat u zoo ge-
i-S?eidig den klopper hanteert?"
mc wat, moedertje. Ik heet Ty-
ij ÖM>'.-Brahe van Knud>trup en ik wensch te
i'cjipréiken merb mijn goeden vriend doctor
•^n»5,Ie u Tycho Brahe?" vroeg het moeder
tje, 'dat TooriÉchtig de deur op een kier
—3». verbeeld je .dat hoeft n mjj niet
wijs te makenTyoho Brahe is een beroemd
man en ik weet, dat hij het al tot con eer
waar digen leeftijd gebracht heeft-, on u ziet
er mij niet naar uit, of 'u voel over de der
tig is en u heeft nog geen grijs haartje of
geen rimpeltje in uw gezicht!"
Zij wilde de deur weer 6luiten, maar Ty
cho Brahe zette er den voet tuaschen en
driftrg riep hij
,,Soheer je weg, oude, en laat mij or in!
Pratensis zal je wel eens zeggen wie ik
ben."
Hij schoof zachtjes hot oudje opzij en
van uit do kamer werd er een stem verno
men, cEe zich blijkbaar moest inspannen,
091 luid genoeg te zeggen
„Ben jij dat, Tycho Brahe? Van harte
wolkom in do stad! Hoe kwam u or
bij, juffrouw Liuva, om mijn besten vriend
don toegang tot mijn vertrok te weigeren?"
De oude vrouw sperde haar schitterende
oogjes wijd open on, daar zij nu dlus Wel
overtuigd moest rijnr week zij eerbiedig ter
zijdo voor don geleerden gast. Zij neeg diep
en op heel veranderden toon sprak zij
„Vergeef mij duizendmaal, heer jonker.
Ik kon toch ook niet denkon, dat de wél
geboren Tyoho Brahe nog zoo'n krachtig
man was. Gaat u maar dadelijk binnen, ge
nadige heer, dan treft u daar meester Pra
tensis. Ik zal zelf uw paard in don achter
tuin brengen en er voor zorgen, dat het een
goed maal haver krijgt."
Tycho Brahe trad de kamer binnen, waar
van do vensters uitzagen op een moestuin.
Voor .het raam stond een tafel met vele
boeken en handschriften, een zandlooper en
enkele kruiken met gedroogde kruiden, die
een sterken geur door het vertrek ver
spreidden. Voor de tafel zat Johannes Pra
tenris.
„Je wordt dan wol uitstekend bewaakt,
sinds wij elkaar voor het laatst zagen!"
riep Tycho Brahe' terwijl hij lachend bin
nentrad „Wie is dat grappige moe-
dert-j e V'
„Dat .is mijn verzorgster, juffrouw Liuva
Lauridsdoehter. Zij heeft haar eigenaardig
heden, maar zij lis veel beter dan zij er wel
uitziet. Ook is zij niet onbedreven in de
medicijnen en ohirurgieja, doet zelfs ook
wat aan de astrologie en is mij meor dan
eens van dienst bij mijn studie.-'
Pratonas had zich rr«i omgewend en zijn
vriend _de beide handen toegestoken: En nu
eerst viel het Tycho Brahe op, hoezeer Jo
hannes van uiterlijk veranderd was. Hij zat
half ineengedoken in den stool. Do borst
was ingevallen 'en zijn gelaat had cen
bleok-gele tint, die nog duidelijker uitkwam
in tegenstelling met den roodo, koortsach
tige plekken, die op de wangen brandden.
De oogen schitterden nog meor dan in vroe
ger tijd, en het haar was vergrijsd en dun
als "van een ouden man.
De glimlach om Tycho Brahe'e mond trok
weg en cen oogenblik stond liij verrast, zon
der woorden te kunnen ivnden. Toen vatte
hij Pratensis' hand en, drukte die lang en
innig in de zijne.
Pratensis keek op en er gleed een zwaar
moedige glimlach over zijn fijne gelaats
trekken.
„Ik schijn er dan al heel riek en vervallen
uit te zien. Nu, met de gezondheid gaat het
ook niet hee1 best. Ik bon erg benauwd op
de borst en word geplaagd d'oor een lcclij-
ken hoest-. Maar ik kan altijd nog werken
en bon nu juist berig mijn gedachten neèr te
schrijven over een nieuwe geneeswijze, voor
namelijk betreffende do sympathische en
onbekende middelen
Een hoestbui maakte hem het voortgaan
onmogelijk, en toen die weer bedaarde, was
hij zóó afgemat, dat hij nauwelijks de
kracht had, om door te gaan.
„Je moet namelijk weten, dat ik meer en
meer tot do overtuiging koon, dat de alche-
mio rich feitelijk niet ten doel moet stellen
om edele metalen, te maken, maar om
krachtige, onbekende middelen te vinden.
Ik wil 'uit de .planten allerlei bestanddeelen
trekken, die met goed gevolg in die genees
kunde kunnen aangewen cl worden. Maar
hierbij ondervond! ik veel tegenstand, daar
ik in geschreven en gesproken woord dit
als het voornaamste genoemd heb, en al
heel tfeönig waard» hechtte aan de oude
toovermiddielen, die nog meestal gebruikt
worden togen vallende riekte, krampen en
tering."
Hij sprak met groote levendigheid, maar
dezelfde benauwde hoest drong hem ander
maal rijn gesprek te staken, en - afgemat
leunde hij toen achterover in zijn stoel.
„Ja, ja," ging hij een oogenblik later
dtoor„je riet, goede vriend1, dat het niet
zoo heel breed met mij sbaaten toch had' ik
nog zoo graag een tijdje geleefd, onkel maar
om te weten, of do waarheid na eindelijk
niet eons zegevieren zou over allerlei blind
vooroordeel. 'Maar genoog daarvan. Ik zou
nu veel liever jou eens hooren vertellen,
Tycho Brahe. Het is een eenzame tijd voor
mij geweest, sinds jo weer buitenslands trok
en ik heb menigmaal naar je verlangd;
want altijd,' als je mijn kamer binnentradt,
was het, of je een frisschen windstoot met
je bracht." v
„"Wat mijzclvcn betreft, heb ik slechts
goede tijdingen te molden,'- antwoordde
Tyoho Brahe. „Den brief, dien ik je uit B-e-
gensburg zond, heb jo toch wel gekregen en
daaruit heb jo dan vernomen den «Jood van
meester Leovitius en het eigenaardig toe
val, dat ons daar voor het laatst nog eens
samenbracht. Van Itogensburg trok ik huis
waarts over Saelfeld e® "Witteaberg ec
meester Gomperlin was daarbij heel goed e®
aangenaam gezelschap. Eind December
kwam ik op Knudtetrup, waar ik, God rij
dank, vrouw en kindoren gezond en wèl
vond, er. toen was bet juist mijn bedoeling
mijn zaken zoodanig te regelen, dat ik tooi
het voorjaar naar Bazel zou kunne® gaan,
waar ik besloten had, mij to vestigen. Maar
het lot schijnt het anders voor mij beslist to
hebben. Gisterochtend kwam er een bood
schap voor mij van Zijn Koninklijke Majo-
sbedt, dat ik mij onverwijld op weg zou bo-*
geven naar Ibstrap en dienzelfden avond
nog sprak ik met den Koning."
„Nu, én?" vroeg Pratensis met do 1 even-
ctigsto belangstelling.
„Zijn Koninklijke Majesteit biedt mij een
jaarwedde van vijfhonderd' daalders, het
eilandje Hveen in loon, geheel vrij van
eenige opbrengst of belasting, en verder do
middelen om er een geschikt gebouw te la
ten neerzetten."
„En wat heb je geantwoord-op zoo'n
mooi aanbod?"
„Ik geloof, dat ik het maar moet aanne
men. Ik had niet verwacht, dat het mij zóó
zou meeloopen."
„Nu, dat zou ik meonenóf jo moest toe
slaan riep Pratensis en zijn oogen schit
terden nu weer van blijdschap. „Dus ben
je dan wel voorgoed aan Denemarken ver
bondon, beste vriend, en kan je verder on
bezorgd je sohoono kunst beoefenen, ,wot
je>zelvcn en het land tot eore Nzal strekken-
Opwekkendor tijding kon ik wel niet ver»
langen!"- (Wordt vervólgd.)
b-gÓD eerlijk genoeg, en jokt-die oprechtheid
'"«telt het vólk ïn Staat, om ee zoo goed ®n
■kwaad, sis hót axa vier jaar van dêiea rok
jie sterkste krachten ïritputtendm oorlog
- 'mogelijk is, ie Verdragen.
Al heeft nog onlangs een partij, wAar-
Van men hier blijft volhouden, datzjj -niet
In den patriarchalen vop Hindenburg, maar
ifn den Kroonprins en dn Ludendora haar
IjWggestieve leiders telt Küblmann tot beeo-
"gaa® gedwongen, csodit htf niet in dj he,
.«ÜBsenao kracht van bet mUitarisme ge
doofde, thans hlykt cEe partij zelf met meer
l'dit gèloof te belijden en in het volk orer-
eind te bunnen 1houden. Zelfs de Kroon
prins, de eigenlijke auteur van het vllo-
;'gcncla .woord over „den frisschen .en vroo-
1 lijken krijg" rijn auteureohap blijkt men
in het buitenland minder te kennon zou
j ;óp het oogenblik liefst een vrede tot stand
jriep komen, waarin plaats zou zijn voor de
I 'ontvrikkelirtg van alle .naties. Immers, zoo
I VeSencort bet gezond verstand niet enkel
j "ïn'eer in voükEkringen, indien nu reccb zoo-
i yeel bezet land en zooveel Duitecho man-
Behappen moeten worden prijsgegeven voor
f ."welke tegenslagen rollen wij dan het vol-
i gend jaar komen te staan, als de Amerika-
ijnen in hun volle kracht zullen losbreken?
;En wie zal de stukken moeten betalen van
dj door den 'oorlog verwoeste gebieden in
l Frankrijk en België voor het geval do Duit-
echë terugtocht wordt voortgezet J
Zoo dringt het stcecfa dieper tot het- be-
I wustriin door, dat een vrede, nog dit jaar -1
te sluiten, heel wat verkieslijker zou zijn,
dan hem af te wachten in een onberéken-
J baren tijd, wanneer door een ommekeer van
j "cïen toestand' in hot nog steeds vulca-nisho
1 Oosten ook de vrede van Brest-Dltofsk van
1 'een dhimerisahe waarde zou zijn geworden.
J Ook in kringen, waar men aan de ver
dedigende kracht van Duitechland nog vc-le
jaren lang niet zou wanhopen ik deel
i j de-zo ïnccning -- ontveinst men rich echter
j iüet, dat de immer sterker ge-organigecrclj
j óorlogsvil der Entente-landen he-t, rij het
"dan ten koste van cen gedeeltelijken eigeD
1 "ondergang, inderdaad op do vernietiging
j van Duitschland zou laten aankomen. Er
(/Verluidt dan ook, dat bij de jongste ont-
i moeting der beide keizers in het. groote
j hoofdkwartier niet uitéluitend de Poolsche
"quae-st-io en de praotïjk van cen nauwer
"bondgenootschap tusschen Duitschland en
"Oostenrijk zijn besproken, maar ook een
'hieuw middel, om eindelijk tot den lang
begeerden vrede te geraken. Daar echter
een nieuw rechtstreekBoh vredesvoorstel van
Centrale rijde niet meer wel mogelijk is na
/'"zooveel -mislukkingen op dat gobied, moet
""'zeer ernstig e-en voorstel tot wapenstilstand
óp voorbelde partijen aannemelijke voor
aarden overwogen zijn. Dit voorstel zou
bij het begin van het a.6. vinteirsoi-
'worden gedaan, als het weder alle
krijgsverrichtingen heeft stilgelegd en do
""zoogenaamde vijfde -winter in do loopgraven
dreigt 'te beginnen. Indien het d!an aan de
Duitech-Oostenrijkscho strijdkrachten ge
klókt zou 'rijn, op cen bepaald front-gedeelte
1 'een -zêlcer succes te behalen, dan voor cen
bét-er' prestige van hot uit te brengen voor-
Btel rioodzakelijk wordt geoordeeld, zou be-
"dgrid voorstel niet meer op zich laten wach-
'len. Het zon, zonder het hooghartig ge-
baar met- hetwelk het eerste Duitsche
Vredesvoorstel gepaard ging, een ernstige
vingerwijzing bevatten naar de onherstel-
bara schade, die alle oorlogvoerenden zou-
den .'lijden, indien do krijg weer een jaar
"zou worden voortgezet en nieuwe kostbare
- landstreken van Europa zou verwoesten.Na
'uitdrukkelijke herhaling van bet verdedl-
p gende karakter der Duitsche krijgsverrich-
tangen, zou worden voorgesteld, dat tijdens
hét Winterkwartier vertrouwelijke bespre-
j- Idngén zouden worden gevoerd over alle
'"Vraagstukken, welke tot den oorlog in -be-
""trekking staan. Instemming met een door
de Centralen te geven zeer ruime opvatting
''van den volkerenbond in hoofdzaak be-
f,;V£ttend het denkbeeld van Grey zou de
j'hoofdvoorwaarde tot een vergelijk rijn; te-
if-gelijk zou in het voorstel t-ot den wapen-
(..gtolstand de bereidheid rijn vervat, om aan
'""België onvoorwaardelijk zijn .zelfstancïg-
j'hêid te laten, de aangerichte verwoestingen
.'/uit -een internationaal forkfe te bestrijden,
[."hét 'Üelibereeren over de ontruiming van de
"Noord-FranEcho gebieden ter uitwisseling
i "Met de Duitsche koloniën de inleiding voor
besprekingen, om de Elzas-Lotharingsche
quaestle zoodanig qp Ito lossen, 'dat rij geen
angel achterlaat in het eergevoel der Fran-
Kbe natie, mits ook aan Duitschland zekore
fccüoiiïfilo en andore oonccGsica worden go-
daan, -en eindol ijk boraoning van den vrede
te Breet-ïitofsk.
Zoa 3e Entente een wapenstilstand onder
■ulke voorwaarden wcigoren, dan zou
Duitschland zoovrol in het binnen- als In
hot buitenland enorm Eterk komen to staan
laoraliter gespróken.
D« pelMleke pioelljjkheden In Duitschlanïf.
De Officicuse „Beri. Lot. 'Anz.'" en de „Kólh,
Zeg geVon beiden lucht aan hun verontwaar-
digtng over het felt, dat er geruchten over ge
wichtige veranderingen in de Duitsche rijte-
ïegeering in omloop zijn gebracht.
De „-Frankfurter Zritung"--evenwel zegt, 'dat
deze geruchten, volgens welke Scheidomenn én'
Ersbarger als vertegenwoordigers van hun
"pariljon in 'de rogeering zouden komen, slootte
in een eenigszins plompen vorm gedachten en
besprekingen eamenvaltenydio niét earst «e-
dcrï vandaag of gisteren, manT op grond van
de ontwikkeling der zaken in de laatste weken
politici en parlementariërs in Doilscliland bo-
rig hlélden'.
De meerderheid van den Rijksdag zal bij de
eerste gelegenheid van de rogeering eischon,
dot deze eerlijk en openlijk do politiek van cen
vrede door overeenstemming zal voorstaan.
Voorts zal rich de meerderheid van dcm Rijks
dag de zekerheid Terschaffccn, in, hoever do
regeering de binncmlandsche hervoi-mingcn wil
dodrzolten. Blijkt de regeering daarvoor to
zwak, dan meet er oen wisseling van personen
plaats vinden en deze zal ook niet uitblijven.
Het spreekt vanzelf,'' dat 'daarbij ook aan oen
vertegenwoordiger van 'do sociaal-democratie
wordt gedacht.
In een hoofdarktikel zogt 'do „Frankfurter"
nog, dat de eerste tien maanden van do regee-
ring van Hortling Duitschland in politiek op
zicht eerder achteruit dan vooruit hebben ge
bracht.
Van ,<lio zoogenaamde overbrugging van do
tegenstellingen, waar de officieuze oTganen op
aandringen, is niets anders te verwachten dan
zwakle onduidelijkheid en ontevredenheid. Zoo
is het kieSrechlontworp alleen daardoor in do
medder blijven steken, omdat heofl geschuwd,
de tegenstellingen, die toch wezenlijk beston
den, te erkennen.
Ook de leiders van de Rijksdagmecrderlieïd
mogen zich wel "eens voor gezegd houden, 'dat
duidelijkheid en kracht in handolingon door den
tijd worden geëischt.
Zij zijn zelf voor 'een groot deel "de schuld
van do politieke ontgoocheling, die zich Üsan6
meer dan volen golooven, van hel volk moester
heeft gemaakt.
X
De kleine kaart hierboven geeft een blik
op het front-gedeelte, waar de Amerikanen
tot den aanval zijn overgegaan. De front
lijn liep hior sedert het najaar van 1914 va®
uit hot Noordon over Freon es en Cornbros,
bij welke laatste plaats hij in cen breedjn
boog om. St. Mihiel heen uitweek, waarbij
hij de plaatsen Ohauvincourt en Regnio-
ville raakte, om zich clan vearder N. va®
Pont-a-Mousson in Oostelijke richting te be
wegen. Do Duits obers zijn nu zonder veel
tegenstand voor dsn Amerikaansohen dlruk
teruggeweken, zoodat de vooruitspringede
boog van hun front geheel verdwenon is,
en plaats heeft gemaakt voor een lichtelijk
naar het- Oosten welvende lijn, die de oude
linie ongeveer bij Oombres verlaat, dan
Oostelijk van Tliiaucourt loopt en Oostelijk
yan Regnieville' rich weer bij tl© oorspron
kelijke lijn aansluit.
Front van 1915. o a Front op 15 Juli 1918.
Hindonburg-ïini© (1917), öogenblikkel\fko frontlijn.