No. 17896.
Tweede Blad
DE OORLOG.
Achter het front.
Philip Gibbs vertelt in de „Daily Chro
nicle" hoe zelfs terwijl de strijd op z\jn
hevigst woelt, achter het front ue soldaten
der reserve zich vermaken.
Een aantal manschappen yam een Lon-
.densch regiment hadden in afwachting van
wat er ook zou. kunnen gebeuren, ia do
buurt van htm kamp een wedren gearran
geerd.
Het was een prachtige namildag en de
sport was uitstekend, ook al vormde de
muziek der batterijen aan het front er de
begeleiding bij. Gelukkig verscheen' er geen
Dnitsche vliegmachine, die de vertooning
had kunnen in de war sturen.
Er was o a. een wedren van een twintig
tal mannen, met gasmaskers voor, gezeten
op de grove paarden van den transport
dienst, wier hoeven a's z'j galoppeerden als
donderslagen op den grond dretf -den en die
de aarde b:j kluiten achter zich opwierpen.
I>e wedst ij 1 werd bijgewoond en toege
juicht door een groote menigte, behoorend
tot hetzelfde regiment
De deelnemers moesten een mijl ver rijden,
0an hnn gasmaskers aandoen en in vollen
galop op weg naar de eindpaal, een hin
dernis nemen.
„Er .zullen wel wat ongelukjes g:bejren,,#
■ei een van de officieren voor de wedstrijd
Jiegon en bij het men van dezen woes ten
•entanren-rit hield men zijn hart vast
Zij dpden, onder het rijden b aren enkele
■econden hun gasmaskers voor en geleken
wel duivels zooals zqj daar voorover leu
nend op den nek hunner paarden met hun
dierachtige snuiten het oogenblik voor den
■prong afwachtten.
Maar er viel geen enkele en bulderend
gelach volgde hen op den rit
Het schouwspel geleek een miniatuur
Derby-dag en overal hoorde ik het echte
Cockney-accent Het was daar zoo echt do
geest van de groote oudo stad op een
racantiedag op dat veld vlak achter het
front
De generaal en zjjn staf waren aam den
eindpaal, in een dienstauto gezeten. Langs
de geheele baan stonden auto's en wagens,
■ooala bij Epsom de koetsen staan, vol joogo
officieren.
Aan beide zijden van hot veld stonden
tenten, waar ververschingen te k ggen wa
ren en in een andere tent zat een „waor-
■egster" en verkocht men m'nne-dranken.
Tommies van Londen spaeldm v;or book-
makers en schreeuwden: Vier tegen een
op do favoriet I en andere dergelijke vak-
uitroepen, toen hun officieren in de baan
Verschenen voor het volgend nummer.
Maar het luidst klonk het gelach toen er
©en imitatie-generaal op de baan kwam,
de geweldige snor opgedraaid en een strook
decoraties van een meter lengte op de borst
en sporen aan zoo groot als tafelborden.
Hij bereed een ruigen mui'.ezal met lange
ooren en droevigen ai uit en werd gevolgd
door een bereden clown als adjudant.
De echte generaal lachte hartelijk en bo-
■ntwoordda zijn saluut-"
Oe mobilisatie In de Ver. Staten.
In Juli, meldt Reuter uit Washington,
■uilen bij tuschenpoozen mannon worden
opgeroepen. Deze oproeping, gecombineerd
met die van 350,000 man, die op 22 Juli zul
len opkomen, brengt in Juli 367,961 man
onder do wapenen. Zooveel manschappen
zijn nog nooit in één maancl opgeroepen.
Duitsche mooilfjkhedon 'n do bezette
gebieden.
'Allo scholen in Wilna zijn op bevel van
bet Duitsche militair bestuur gesloten,
bij wijze van represaillemaatregel, ten ge-
volge van de weigering van den Litau-
echen Raad van State in het 6ehoolpro-
gram een vermeerdering van Duitscfhe les
trren toe te staan. Besprekingen tusschen
bet Litausdhe departement van onderwijs
1 en do Duiteahe bozettingsautoriteiten zijn
aan don gang, ten einde het geschil tus-
•ehen do autoriteiten bij te leggen.
De electrlsch tram als transportmiddel.
Ten gevolge van het gebrek aan paar-
den worden thans in verschillend groote
i atoden van Oostenrijk elecrtrisohc trams
gebezigd voor het vervoer van bouwma-
FEUILLETON,
Be CSrou&em Sleutel.
Naar het Engelsch
door L. G. MOBELEY.
4S)
„Het leven schijnt zoo vol gedachten en
belangen te zijn," zei ze, ,,on alles is op
i zijn beurt zoo interessant; ik heb volstrekt
geen gevoel of ik ergens sta te hunkeren."
i En weder klonk haar jeugdige lach als een
echo van lente en vroolijkheid door de som
bere kamer.
„Eenmaal, wanneer ik er toe komen kan
«r over te spreken als ik het kan verdra-
gen da oudo wonden open te rijten en het
verled'en weder in het aangezicht te zien
eenmaal misschien zal ik u vertellen van
den roman, die mijn eigen loven in tweeën
gereten beeft die mij gemaakt heeft tot
hetgeen ik nu ben. Mijn verwachtingen
i werden vernietigd; mijn geluk verwoest;
het verhaal is zeer treurig, maar door on
door belangrijk. De cenige troost in mijn
j lang, eenzaam leven is geweest verhalen te
p. schrijven over andere gelukkige vrouwen
en dikwijls heb ik geschreid bij do ge
dachte: «fe heldinnen van mijn verbeelding
genioten al de «vreugde, die mij werd ont
zegd."
u. verhalen V' riep Hilary,
zich dadelijk gretig vastklamp entte aan dte
1 eenige feitelijke opmerking in dioze verwar-
de en ijle woorden. „Ik benijd dé menschen
aio schrijven kunnen."
„Ik heb hondtordon verhalen geschreven,"
juffrouw Enphomia plechtig; „het was
1 ®njn eenige troost in al deze jaren, en tegen
terialen, steenkolen, levensmiddelen en
zelfs straatvuU. De oudste trams worden
gebezigd door do gemeenteroiniging, die
er afval en allerlei vuil mee vervoert.
Een jeugdige luchtheW-
De „Matin" verhaalt heit volgende
staaltje van heldenmoed van een 20-jarig
officier, den onderluitenant De la Roche
foucauld, waarnemer bij den vliegdienst.
Het feit heeft zich dezer dagen afgespeeld
voor het door het vreemdelingenlegioen
bezette gedeelte van het front.
Een ten gevolge van een gevecht met
een Duitsche patrouille onklaar geraakt
vliegbuig, zag zich genoodzaakt neer te
strijken op een 20 Meter afstand van de
vijandelijk© linies. De bestuurder was
zwaar gewond. Van verre konden de legion
naires hot drama, dat zich daarginds af
speelde, volgen. Zij, zagen den passagier
den bestuurder behoedzaam uit den
stuurstoel nemen en op den grond leggen,
terwijl het om hem been granaten en ko
gels begon te regenen. Vastberaden haal
de hij daarop zijn kostbare papieren, die
het resultaat van zijn zonding bevatten,
nit het vliegtuig, en stak dfit daarna ln
brand. Hiermede gereed, droeg hij den
bestuurder, die inmiddels zijn bewustzijn
had verloren^ weg, steeds achtervolgd
door een faelsch mitrailleurvuur. Hij had
evenwel het geluk de Fransche linies te
bereiken, waar hij zijn kostbaren last af
gaf on rapport van zijn verkenningen uit
bracht. Het bleek to zijn: onderluitenant
der artillerie, 8. de la Rochefoucauld,
waarnemer bij den vliegdienst.
De legionnaires brachten hem een ovatie
en verlangden de onmiddellijke vermel
ding bij dagorder van don jongen held,
De commandant van het vreemdelingen
legioen nam zijn eigen kruis van het. Le
gioen van Eer en spelde dit De la Roche
foucauld op do borst.
Centrale Keukens in Engeland.
„Gemeentebelangen" ontleent aan do „Muni
cipal Journal" het volgende over centrale keu
kens in Engeland, welke instelling vooral door
den „voedselregolaar" Lord Rhondda zoo sterk
is aanbevelen.
Men onderscheidt vaste en rijdende keukens.
Do vaslo keukens hebben over het algemeen ook
eetzalen. Omtrent tal van gemeenten worden
mededeolingen gedaan, dat zij een keuken heb
ben opgericht; hier en daar werd zij weder ge
sloten, omdat het resultaat niet voldoende was
maar over het algemeen zijn do resultaten de
zelfde als in ons land.
Zoo wordt er melding gemaakt van oen kou
ken te Beckenham, dio soep geeft voor een stui
ver por halve portie, aardappelen voor een
stuiver, gestoomde haring voor 3 st., kaashal
len voor 1 st., gemberpudding voor 2 st., visch-
koekjes met rijst voor 1 st., worst voor 2 st.,
rijstpudding voor 1 st. De keuten of liever do
eetzaal is open van ll1/» tot 2 uur en do eerste
zes weken werden 40.000 porties verkocht.
In Haekney-Borougli kostte een keuken voor
2DÜ0 maaltijden per dag 2100; in Nottin
gham is reeds do tweede geopend; lriér is
er dus geen centrale, maar staat élke keu
ken op zichzelf.
In M. J. 1320 afbeeldingen van een rij
dende keuken, een autobus, ingericht om
op straat porties af to leveren, waarbij alle
berekeningen van kosten, enz. gevoegd zijn.
M. J. 1321 deelt mede, dat Sheffield reeds
oen cursus voor koks en keuken leiders hoeft
opgericht, die 0.6. drie en zes maanden
duurt.
M. J. 1322 geeft ervaringen van Isleworth;
van Glascowjvan Brighton, waar de prijs
van aocp is 10 ct; van een vleesclimaal van
20 tot 30 cent, pudding 10 cent; groente 5
st., vleeschlooze maaltijden' 10, 15 of 20 ct.,
Birmingham, waar men verschaft visch (30
ct.), vloosch (25 ct.), „stew"' (oen schepfn-
vle esch ge recht, 20 ct.), groente (5 ot.), melk-
pudding (7Vi ct.), gestoofd fruit (10 ct-), enz.;
Halifax, waar men tramwagens als keu
kens heeft ingericht.
Kunst, Letteren enz,
Hel standbeeld van Johan de Will.
Ia het Juü-nummer van „De Gids" wijdt
Jan Veth een uitvoerige kritische beschou
wing aan 't te 's-Graveohagè onthulde stand
beeld van Johan de Witt.
alle verwachting in heb ik steeds gehoopt,
dlafc mijn verhalen of schetsen uitgegeven
zoutten worden. Altijd ij dele hoop," voegde
zij er bij, met onbewust© ironie. De verhar
len waren nooit .geheel geschikt voor iedé-
ren udtgever, aan wien ik ze zond. Ik ben
bang, diat zij eigonlijk boven die bevatting
waren van het gewone-publiek en den ge
wonen uitgever. De wereld ia over hot al
gemeen zoo akelig alledaagsch. Alleen do
uitverkorenen begrijpen! Ik heb twee kis
ten vol verhalen, die ik geschreven heb,
op mijn kamer."
Weder was Hilary's hart dbor modélijcten
bewogon; medelijrlbn met de kleine, senti-
menteelo vrouw, terwijl haar oigen sterke
nathur in opstand kwam tegen het verlies
van tijd en energie, in juffrouw Eupho-
mia's werk begrepen. De bitterheid en
hardheid van dé twee oudste zustere Driver
schenen geen vat te hebben gehad, op de
jongste zij was zacht en vriendelijk on sen
timenteel gebleven met een tikje meisjes
achtige onschuld en toeschietelijkheid, d5e
haar zeker in haar jeugd hadlcfcn gekarak
teriseerd-
„Hot doet mij heel veel pleizior diat u
hier een paar dagen blijft logeeren," ging
juffrouw Euphemia voort met gevoelvollen
ijver. An astasia on Helena zijn zooveel
ouder dian dk, weet u, en ze hebben het zoo
druk mot het huishouden en d5e vreeselijke
patienton, zij sprak wat zachter dkvt
ik mij dikwijls heel somber en eenzaam go-
voel. Het zal heerlijk zijn een jong persoon
tje in huis te hebben, om mee te kunnen
praten. Ik voel mij nog jong al ben ik
over do veertig. Ik heb mijn jeugd nooit
vergeten, mijn gelukkige, golukkige
jerugd."
Tob Hjlaiy'a ontstol tenia volden baar bij-
„Wij moeten er maar niet al te luide
over spreken, want het blftft een beetje
een begroota'rjke mak. En voorzeker ware
het onbillijk, wanneer wij er den beeldhou
wer Jeltsëma bitse verwijten om wilden
mqjjen, (lat zjjn standbeeld yan Johan de
Witb er verre van is, een meesterstuk te
mogen heeten. Men heeft mooi praten,
maar wie zelf wel eens voor heel moeilijke
opdrachten is komen te staan, zal te minder
gezind zijn, op hem den eersten steen te
werpen.
„En deze teak was inderdaad een buiten
gewoon zware. Een figuur voor een open
plaats bootsen, op een paar maal levens
grootte, het is op zichzelf al een zaak van
gewicbi Maar wanneer die fuguuv dan nog
een zeer markante persoonlijkheid moet uit
beelden, waar wij allea 'wel eenigszins een
voorstelling van in het hoofd meeJragen, en
er zit bovendien nog de moeilijkheid van een
historische kleedij aan vast, die maar al te
licht aan een tooneelvertooning laat denken,
dan komt er, alles bp elkaar, heel wat kij
ken, en het is nog een gunstig lot uit de
loterij, wanneer er iets schappelijks voor
ons oog mag verrijzen.
„Wij zjjn ook niet door buitengewone
standbeelden verwend. Ofschoon om bjj Den
Haag te blijven, de Willem de Zwijger te
paard door de Nieuwerkerke, waar iate van
Colleone-achtige fierheid "in zit en het fijne
peinsbeeldje van Spinoza door Haxamer toch
beide wel wat hebben in te brengen.
„Evenwel het ronduit statuaire zit den
kunstenaars van onze dagen nu eenmaal niet
in bet bloed. Er ^estaat in deze lijn nau
welijks iets van eén levende traditie, en oo"k
onder de talentvolle nieuwlichters d r beeld
houwkunst vindt men weinig bspaa'de noties
voor het monumentale portret Welbeschouwd
zijn in heel de wereld degenen, die men tot
zulk werk in staat zou achten, op een paar
vingers 'te teilen. Binnen Nederland mag
men er eigenlijk niemand bepaald toe aan
gewezen noemen. Zijl had er zeker een tref
fende schets voor weten te maken, maar
een beeld volvoeren in grooter afmetingen
deed "hij nog niet. En <fe kleine Rarafcter-
Deeihon van zevenfcencte-eeuwers. <f.e Mendés
da Costa wel heeft laten zien, vertoonen zijn
bijzonder talent eigenlijk niet op zjjn mooist
„Of het beeld van Jeltsema, ook wanneer
men zijn eischen niet onbereikbaar hoog
stelt, nu bep.ald opvalle .de t.ko.tk minden
vertoont? Wij mogen, waar het om de eerder
kunst gaat, er geen doekjes om winden.
Zooals het daar staat zijn er werkelijk sto
rende gebreken aan. Niet alleen dat het
steile van De Witt hier niet tot stijl gewor
den is, en geheel daargelaten, of het mis
schien voor zulk een groot openluchtbeeld
niet verkieselijk geweest ware, hem, in plaats
van het kale kallotje, den kantigen iioed van
die dagen op het hoofd te zetten, maar
eenvoud^ reeds a's „art de baiir une figue"
kan hel beeld niet heelemaal door den beu
gel.
„De houding mist stelligheid. Bij die
plaatsing van de voeten had het lichaam
duidelijk op de heupen moeten door wiegen.
Of wanneer de kunstenaar het lichaam zoo
straf mogelijk had willen houden, dan deugt
die losser beenenstand er niet bij. In de fo
tografie, welke van het beeld verspreid werd,
en die waarschijnlijk ib het atelier, van
onderop genomen werd, walt dit onsamenhan
gende niet zoo op. Van eenigen afstand
fezien .en zoo beschouwt men het in
e open lucht vanzelf komt men boven d3t
bezwaar niet uit De kop, al heeft hij' wel
iets, dat ook in de "verte, plastiesch
„draagt", mist toch te zeer den krassen,
severen snit van De 'Witt's Florenfcrjnsch
type, dab vooral op sommige van zpn me
dailles zoo sterk uitkomt En door heb
rethorische gebaar van de te groote, te
laag reikende, uitgestrekte rechterhand
wordt zjjn uitdrukking geenszins gelukkig
aangevuld. Van den kant van de Gevangen
poort, vlak op zij gezien, lijkt de heele ge
stalte zoo plat als een schol, het is daar
alsof men een liggende sarcophagenfiguur
rechtop had getrokken; terwijl vlak van
achteren beschouwd, men onder de mantel-
plooien zoö weinig lichaamswelving voelt, dab
zich daar moeilijk een voor-lijf aan dien rug
laat denken. Neen, da heele statue, die ove
rigens niet kleinmoedig b;h:ndal:l werd, en
waar, wat de vormentaal betreft, wel naar
iets dominants in gestreefd is, mist toch
kans kinderlijke oogon rich met tranen,
haar mondhoeken trildon en Hilary waa
overtuigd, dat een uitbarsting in tranen
Blechts verhinderd werd door het binnen
komen van juffrouw Anastasia, ede eer&t
haar zuster en toen haar logée scherp aan
keek.
„Je hadb wed eens thee kunnen zetten,
Euphemia," zei ze„het water kookt en je
had nergens op to wachten. Ik wou wel eens
weten, wanneer jij volwaseen zult wor
den." Haar toon was scherp van ergernis,
zij verschoof de kopjes op hot theeblad met
haastig, vertoornd gobaar en eloeg het
deksel van den trokpob dicht alsof bet iets
levends en onuitstaanbaars was!
„Ik begrijp niet waarom mevrouw Gar
diner er 7.00 op gesteld is, dat u hier lo
geert," zei zo, rich tot Hilary wendende, en
nog mot dien scherp on klank van boosheid
in haar stem. „Zij is veel beter en het is
niet noodig u van uw vrienden vandaan te
houden. Het doet mij natuurlijk veel genoe
gen; dat u hier blijven wult," voegde zij er
bij, met een poging tot vriendelijkheidi, dio
wel wat .laat kwam; „het huis is groot ge
noeg, wij hebben overvloed van plaats.
Maar mevrouw Gardiner leek zooveel beter.
Ik begrijp dien plotsolingen won3ch om u
hier te houden niet."
„Ik weet ook niet waarom rij er baar
hart op gezet heeft, dat ik blijven zou,"
antwoordde Hilary. „Ib heb eens getracht
haar over te halen mij naar de Dun bars to
laten gaan en hier iederen dag te komen.
Maar dat plan ontstelde en hinderde haar
zeer, en ik geloof, dat rij er zoozeer op go-
sbeld was, dat ik hier in huis zou wezen,
zoodat ik liever niet wilde weigeren."
„Ach, we moeten haar beur zin geven;
de dokter zei uitdrukkelijk, dat wij baar
waarljjk te zeer dien gespierden samenhang,
waarin de eerste voorwaarde zou gelegen
zjjn, om er een zeer sprekende figuur van
te maken.
„Doch genoeg reeds den beeldhouwer hard
gevallen. Met iemand, die grooter was dan
een der thans onder ons levenden, zou het
ons ten slotte passen- te getuigen: „Waer-
lijck er kadt seyn vlrjte ghedaen
Schrijver wjjst er dan op, dat we juist
van De Wit', een beeltenis bezitten, die van
den meest rnonumen alen Nedcrlandschcn
beeldhouwer uit De "Wilt's eigen tijd afkom
stig, zich bevindt in Dordrecht? museum:
de statige marmeren buste door Quellinus.
Deze buste, in een duurzame steensoort
getransponeerd óf,in; brons, gegoten, zou,
mits op een met den aard van het kunst
werk harmoniserende p acta opges eld, den
gio t n staateman waardiger vertegenwoor
digen dan de facte sle-Lee.ienis van de hand
van een modeznen b-e'dhuuwer.
„Waarom, eigenlijk, zon men het niet
nóg doen?" vraagt dr. Veth torn slotte-
Federatie van Ned. Beeldende Kunstenaars
Vereeaigingen.
Do Federatie van Ned. Beeldende Kun-
atonaaraverconigingen, in vergadering bij
een op 23 Juni 1918, nam de volgende motie
aan en besloot deze te publiceeren: „De
vergadering betuigt haar afkeuring over
het voor honorarium schrijven van aanbe
velingen in catalogi van kunstveilingen
door erkende critici, onverschillig of deze
tevens kunsthistorici rijn of niet, en onver
schillig welke namen men voor deze hande
ling moge uitdonken."
(Gelijk men zich herinneren zal, werd
deze aangelegenheid onlangs in een verga
dering der Ned. Ver. van Letterkundigen
tor sprako gebracht. Do heer Bernard Can
ter maakt o den heer Coraelis Veth er toen
oen verwijt van, dat doze eon aanbeveling
geschreven had in een catalogus ecner
kunstveiling. De heer Cantor was van oor
deel, dat de heer Veth hiermede zijn pen
verkocht had, en verklaarde hem niet
waardig langer deel uit te maken van het
bestuur. De vergadering dieelde deze ziens-
wij zo niet, on het gevolg was, dat de heer
Canter geschorst werd. Red. „L. D.")
Nieuwe uitgaven.
„Een ernstig woord tot ooncertgevera,
componisten, toonkunstenaars en muziek
liefhebbers". Door M. A. Brandts Buys
Jr., Heiligewog 5, Amsterdam.
„Het Bedrijf", Maandschrift voor de Be-
drijfaseconomie. Redactie prof. J. G. de
Jongh en C. F. Sixma. Uitgave Uitg.-Mij.
„De Hooge Brug", Amsterdam.
GELENGD NIEUWS
Uit Den Haag schrijft men ons:
Het Kurhaus .te Scheveningen is wear^ ge
opend, het teeken altijd, dat het offici e'e
badseizoen een aanvang heeft genomen. Het
was er den eersten avond al geweldig vol,
en de Fransche dirigent werd ontvangen
met een entkusiasme, dat slechts zelden
aan een Nederlandschen dirigent betoond
wordt
Den Haag houdt nu eenmaal van het
Kurhaus en voor een echte Haagsche familie
is het seizoen zonder het Kurhaus nauwe
lijks volmaakt. Dit jaar is voor het eerst
de heer .Van Gheel Giidemeester, de vroe
gere directeur van het Gebouw, als direc
teur-generaal opgetreden, en de flair, die
deze zich in die tien jaren directeurschap
heeft'verworven, valt reeds waar te nemen
in de exploitatie van het Kurhaus. Tot nu
toe was het concert, concert en nog eens
concert, dat wij te hooren kregen; nu, voor
het eerst, is er afwisseling gebracht in
de vermakelijkheden van het Kurhaus en
kan men van taoneel, operettes en op zeer
gevarieerde wijze concerten genieten. Dit
is een groote vooruitgang.
Of echter in alle oprichten die vooruit
gang merkbaar is, dient men rich af te
vragen. Men heeft in het Kurhaus het eigen
aardige systeem, dat men maar abonnés
toelaat zonder te tellen hoeveel het er rijn.
Dat is op gewone avonden van weinig be-
teekenis; de een komt dan en de ander
"een volgenden keer, en in den regel loopt
men.er elkander niet zoodanig in den weg.
moesten toegeven," zei juffrouw Driver;
„ik wou alleen maar zoggen, dat zij veel
boter ia. Er ia geen redlen rich ongerust te
maken."
Deze woorden kwamen Hilary te binnen,
toen zij dien avond naar bed ging on nadat
zij haar licht had uitgedaan, stond uit te
kijken naar de duinen in hot zilveren maan
licht. De stilt© van de buitenwereld met
liaar uitspansel van licht kwam haar nar
tuurlijt en gewoon voor, maar de stilte in
huis viel Hilary op cn leek haar uiterst ge
heimzinnig. Zij luisterdie met aandacht of
zij niet een deur hoorde toeslaan, of het
geluid van een stem of een voetstap maar
or was geen onkel geluidniets bewoog,
zelfs de meubolen kraakten niet. Het waa
of alle leven uit het huis verdwenen was
hot was zoo huiveringwekkend, zoo zonder
ling stil. Hilary huiverde evenzij wist
nauwelijks waarom, want rij waa gewoon
lijk niet zenuwachtig of schrikachtig, maar
onwillekeurig beek zij over haar sohouder,
alsof rij verwachtte^ d!at er iets, zij wist
niet wit-, uit de stilte naar haar toe zou
bruipen. Terwijl rij daar stond bij het raam
keerden haar gedachten terug naar de ge
beurtenissen van dien d'aghet dringend»
verzoek van haar tante of zij in huis wou
blijven, het korte bezoek van Tony, haar
gesprekken met de drie dames Driver, het
treurige van hun naar on verbitterd leven.
„Ik weet niet welke van de dkie het
meest to boklagon is," dacht Hilary, ter
wijl zij keek naar den zilveren glans van
het maanlicht. „De tweo oudsten' met hun
bitteren wrok tegen het lot of de arme juf
frouw Euphemia, mot haar verbeuzeld
leven en_ haar sentimentaliteit 1" Toen
dwaalden haar gedachten naar het huls op
het Kruispisa*. naar de tolourrtalling ta
Maar op* een bij zonderen en heel drukken
avond wordt dat anders en wordt wel
degelijk gemerkt, dat men eTcandsr in den
weg loopt Erger nog. men liat maar aan
iedereen besproken dor betrekke ijk weinige
plaatsen toe, zonder dat men aan abonnés
eenige voorkeur geeft. En zoodoende loopt
men dan met zijn prachtige abonnéskaart,
die inderdaad voor hetgeen gebod an wórdt;
niet al te duur is, rond, maar men zoekt
tevergeefs naar een plaats om te zitten,
wat toch ook een verei3chte is. Dat ge
beurt herhaaldelijk en de booze abonnés
spreken dan van afzetten en oplichterij;
woorden, die natuurlijk veel te gauw ge
bruikt worden I Maar de vraag mag toch
gesteld worden of het nu juist gehandeld
is en of het noodig zou worden, dat er
ook eens een zeker toezicht kwam op de
handelingen van besturen van opanbare
vermakelijkheden, die werkelijk toah niet
altijd zoo zijn, dat deze niet een hand voor
de oogen noodig hebbenl
De Residentie gefilmd. Hel
dak onzer electrische tram. z^t de
„Haagsche Grt" diende, voor zoover wij
weten, tot nu toe uitsluitend om den beugel
te torsen en om de passagiera te beechor-
men tegen regen en andere goede gaven
van boven.
De heer Willy Mullens, de bekende film
fabrikant en bi.saoop e :p"oitant, he.fi d ze
rijdende daken bovendLn geschikt bevon
den om van de stad onzer inwoning en
haar nimmer volprezen zeebad ©en vluchfc-
panorama te maken.
Zoo kwam het daa, dat wij den heer
Mullens met zijn toestel bovenop ©en tram-
rijtuig zagen staan, als punt van attract!#
van een belangstellende menicher.masra, die
op haar beurt bezig was, de attractie van
de flim te vormen, althans te vergrooten.
Zoo heeft hij reeds rondritjes gemaakt
op lijn 1, 8, 9 en 10 en binnenkort komen
lijn 3 en 7 ook aan de beurt Aldus komt
heel Den Haa^ met Scheveningen ia zomer-
toilet op de film!
En wat het mooiste is: de fiim zaJ niet
slechte in alle plaatsen van Nederland,
waar bioscopen zijn (en dat zijn er heel
wat!) worden afgedraaid, maar zij zal ook
fin Engeland, Frankrijk, DuitrchlaÉd, Am«-
rikn, ja misschien wel in Honoloeloe wor
den vertoond.
De stad onzer inwoning maakt op dl©
manier een reuzenreclame, dia haar, vooral
als de oorlog eenmaal voorbij is (en dat
zal toch wel ééns gebeuren?), ongetwijfeld
ten goede zal komen.
De opnamen zalven maakten voor da H
T. M. een goeden dag, want de trams:
waarop de heer Mullens met rijn alriend
bioscopisch oog aan het filmen was, waren;
gewone in dienst zijnde, die natuurlijk
werden bestormd, en er rullen aldus heel'
wat ritjea uit. pure nieuwsgierigheid zijn
gemaakt.
Maandagavond te kalftien la
te Beesd (Gelderland) brand uitgebroken in
de met riet gedekte bakkerij en winkel
van mej. A. van do Water, in de Voor
straat. Door de gToote droogte en den
tamelijk sterken zuidoostenwind, gevoc-d bjj
de onbruikbaarheid dar pompen te Beesd,
die in geen twee jaar onderzocht waren,
en het watergebrek m de slooten, stond
de brandweer machteloos. De pomp der
heerlijkheid „Mariënweerd", hoewel tamc'rjk
afgelegen, bewees goede diensten. De
eerste hulp werd geboden door mid'aireu
uit Asperen.
Van het aangetaste perceel sloeg de brand
achtereenvolgens over op de won'ngen van
de weduwe D. Akkerman, A. Akkerman,
wed. T. Telkamp, Th. van Bnuxen. J. van
Kuilenburg, wed. Weyers en ©en onb. woo d
perceel. Twee hiervan waren ook met riet
gedekt Drie katten en een hond verbrand
den. Alle inboedels werden gered. Van de
uitgedragen voorwerp ?n wordt echts? nogal
iets vermist
Van drie huizen staan de muren nog;
de eest is omvergehaald. Alles was ver
zekerd, behalve de geredde inboedel den
weduwe Telkamp.
Een oogenblik dreigde gevaar voor eau
oan de overzijde dior Voorstraat gelegen
perceel, waar reeds brand ontstond. De be
woner wist dien te stuiten en hield rijn
pannen dak goed nat
Tony Dunbar's oogen, toen zij hem haar
besluit mededeelde bij haar tante te blij
ven en haar hart klopte sneller bij de her
innering hoe Tony haar hand had gedrukt,
toon hij haar goeden dag zei. Hoe lang zij
bij het raam bleef staan wist zij zelf niét;
zij wist alleen, dat rij niet besluiten kon
zich af te wenden van het heerlijk-vreed
zame dor door de maan verlichte duinen
naar de 3tille duisternis van haar slaapka
mertje. Hoe laat het was, toen zij eindelijk
in bed ging en haar kaara uitblies, zij had
cr geen idee vanmaar het scheen heel kort
daarna, een poosje'van rusteloos soezen,
van heen en weer slingeren tusschen slapen
en waken, gevolgd door een zwaren, niet
vorkwikkenden slaap, toen een licht in haar
oogen flikkerde, een hand haar schouder
aanraakte en zij ineens volkomen wakko*
opschrikte.
Juffrouw Driver stond naast haai- be£L.
Juffrouw Driver, een onheilspellende ge
daante in een ouderwetsche nachtjapon, heCi
grijze haar achterover getrokken van haar'
voorhoofd, cn opgestoken boven haar
hoofd, zoo leolijk mogelijk, met een
verschrikte uitdrukking op het gericht,
waarop de kaara een flikkerend licht wierp.
.,8ta dadelijk op," zei ze. „Uw tante is
plotseling riek geworden. Zij vraagt voort
durend naar u. Ik heb om den dokter ge
zonden." Hilary zat overeind in bed ea
staarde de spreekster ten hoogste ver
baasd aan.
„Ik dacht, dat tante Marion beter was,"-
zed ze. „Ik dacht, dat er geen reden wan
voor ongerustheid of angst." De woorden,
die rij in bet hoofd had* gehad voordat rij
in slaap viel, kwamen haar onwillekeurig-
over de kppon^ rij k*«k ate ©ea Bef» ww
Schrikt klad.