No. 17896. Tweede Blad DE OORLOG. Achter het front. Philip Gibbs vertelt in de „Daily Chro nicle" hoe zelfs terwijl de strijd op z\jn hevigst woelt, achter het front ue soldaten der reserve zich vermaken. Een aantal manschappen yam een Lon- .densch regiment hadden in afwachting van wat er ook zou. kunnen gebeuren, ia do buurt van htm kamp een wedren gearran geerd. Het was een prachtige namildag en de sport was uitstekend, ook al vormde de muziek der batterijen aan het front er de begeleiding bij. Gelukkig verscheen' er geen Dnitsche vliegmachine, die de vertooning had kunnen in de war sturen. Er was o a. een wedren van een twintig tal mannen, met gasmaskers voor, gezeten op de grove paarden van den transport dienst, wier hoeven a's z'j galoppeerden als donderslagen op den grond dretf -den en die de aarde b:j kluiten achter zich opwierpen. I>e wedst ij 1 werd bijgewoond en toege juicht door een groote menigte, behoorend tot hetzelfde regiment De deelnemers moesten een mijl ver rijden, 0an hnn gasmaskers aandoen en in vollen galop op weg naar de eindpaal, een hin dernis nemen. „Er .zullen wel wat ongelukjes g:bejren,,# ■ei een van de officieren voor de wedstrijd Jiegon en bij het men van dezen woes ten •entanren-rit hield men zijn hart vast Zij dpden, onder het rijden b aren enkele ■econden hun gasmaskers voor en geleken wel duivels zooals zqj daar voorover leu nend op den nek hunner paarden met hun dierachtige snuiten het oogenblik voor den ■prong afwachtten. Maar er viel geen enkele en bulderend gelach volgde hen op den rit Het schouwspel geleek een miniatuur Derby-dag en overal hoorde ik het echte Cockney-accent Het was daar zoo echt do geest van de groote oudo stad op een racantiedag op dat veld vlak achter het front De generaal en zjjn staf waren aam den eindpaal, in een dienstauto gezeten. Langs de geheele baan stonden auto's en wagens, ■ooala bij Epsom de koetsen staan, vol joogo officieren. Aan beide zijden van hot veld stonden tenten, waar ververschingen te k ggen wa ren en in een andere tent zat een „waor- ■egster" en verkocht men m'nne-dranken. Tommies van Londen spaeldm v;or book- makers en schreeuwden: Vier tegen een op do favoriet I en andere dergelijke vak- uitroepen, toen hun officieren in de baan Verschenen voor het volgend nummer. Maar het luidst klonk het gelach toen er ©en imitatie-generaal op de baan kwam, de geweldige snor opgedraaid en een strook decoraties van een meter lengte op de borst en sporen aan zoo groot als tafelborden. Hij bereed een ruigen mui'.ezal met lange ooren en droevigen ai uit en werd gevolgd door een bereden clown als adjudant. De echte generaal lachte hartelijk en bo- ■ntwoordda zijn saluut-" Oe mobilisatie In de Ver. Staten. In Juli, meldt Reuter uit Washington, ■uilen bij tuschenpoozen mannon worden opgeroepen. Deze oproeping, gecombineerd met die van 350,000 man, die op 22 Juli zul len opkomen, brengt in Juli 367,961 man onder do wapenen. Zooveel manschappen zijn nog nooit in één maancl opgeroepen. Duitsche mooilfjkhedon 'n do bezette gebieden. 'Allo scholen in Wilna zijn op bevel van bet Duitsche militair bestuur gesloten, bij wijze van represaillemaatregel, ten ge- volge van de weigering van den Litau- echen Raad van State in het 6ehoolpro- gram een vermeerdering van Duitscfhe les trren toe te staan. Besprekingen tusschen bet Litausdhe departement van onderwijs 1 en do Duiteahe bozettingsautoriteiten zijn aan don gang, ten einde het geschil tus- •ehen do autoriteiten bij te leggen. De electrlsch tram als transportmiddel. Ten gevolge van het gebrek aan paar- den worden thans in verschillend groote i atoden van Oostenrijk elecrtrisohc trams gebezigd voor het vervoer van bouwma- FEUILLETON, Be CSrou&em Sleutel. Naar het Engelsch door L. G. MOBELEY. 4S) „Het leven schijnt zoo vol gedachten en belangen te zijn," zei ze, ,,on alles is op i zijn beurt zoo interessant; ik heb volstrekt geen gevoel of ik ergens sta te hunkeren." i En weder klonk haar jeugdige lach als een echo van lente en vroolijkheid door de som bere kamer. „Eenmaal, wanneer ik er toe komen kan «r over te spreken als ik het kan verdra- gen da oudo wonden open te rijten en het verled'en weder in het aangezicht te zien eenmaal misschien zal ik u vertellen van den roman, die mijn eigen loven in tweeën gereten beeft die mij gemaakt heeft tot hetgeen ik nu ben. Mijn verwachtingen i werden vernietigd; mijn geluk verwoest; het verhaal is zeer treurig, maar door on door belangrijk. De cenige troost in mijn j lang, eenzaam leven is geweest verhalen te p. schrijven over andere gelukkige vrouwen en dikwijls heb ik geschreid bij do ge dachte: «fe heldinnen van mijn verbeelding genioten al de «vreugde, die mij werd ont zegd." u. verhalen V' riep Hilary, zich dadelijk gretig vastklamp entte aan dte 1 eenige feitelijke opmerking in dioze verwar- de en ijle woorden. „Ik benijd dé menschen aio schrijven kunnen." „Ik heb hondtordon verhalen geschreven," juffrouw Enphomia plechtig; „het was 1 ®njn eenige troost in al deze jaren, en tegen terialen, steenkolen, levensmiddelen en zelfs straatvuU. De oudste trams worden gebezigd door do gemeenteroiniging, die er afval en allerlei vuil mee vervoert. Een jeugdige luchtheW- De „Matin" verhaalt heit volgende staaltje van heldenmoed van een 20-jarig officier, den onderluitenant De la Roche foucauld, waarnemer bij den vliegdienst. Het feit heeft zich dezer dagen afgespeeld voor het door het vreemdelingenlegioen bezette gedeelte van het front. Een ten gevolge van een gevecht met een Duitsche patrouille onklaar geraakt vliegbuig, zag zich genoodzaakt neer te strijken op een 20 Meter afstand van de vijandelijk© linies. De bestuurder was zwaar gewond. Van verre konden de legion naires hot drama, dat zich daarginds af speelde, volgen. Zij, zagen den passagier den bestuurder behoedzaam uit den stuurstoel nemen en op den grond leggen, terwijl het om hem been granaten en ko gels begon te regenen. Vastberaden haal de hij daarop zijn kostbare papieren, die het resultaat van zijn zonding bevatten, nit het vliegtuig, en stak dfit daarna ln brand. Hiermede gereed, droeg hij den bestuurder, die inmiddels zijn bewustzijn had verloren^ weg, steeds achtervolgd door een faelsch mitrailleurvuur. Hij had evenwel het geluk de Fransche linies te bereiken, waar hij zijn kostbaren last af gaf on rapport van zijn verkenningen uit bracht. Het bleek to zijn: onderluitenant der artillerie, 8. de la Rochefoucauld, waarnemer bij den vliegdienst. De legionnaires brachten hem een ovatie en verlangden de onmiddellijke vermel ding bij dagorder van don jongen held, De commandant van het vreemdelingen legioen nam zijn eigen kruis van het. Le gioen van Eer en spelde dit De la Roche foucauld op do borst. Centrale Keukens in Engeland. „Gemeentebelangen" ontleent aan do „Muni cipal Journal" het volgende over centrale keu kens in Engeland, welke instelling vooral door den „voedselregolaar" Lord Rhondda zoo sterk is aanbevelen. Men onderscheidt vaste en rijdende keukens. Do vaslo keukens hebben over het algemeen ook eetzalen. Omtrent tal van gemeenten worden mededeolingen gedaan, dat zij een keuken heb ben opgericht; hier en daar werd zij weder ge sloten, omdat het resultaat niet voldoende was maar over het algemeen zijn do resultaten de zelfde als in ons land. Zoo wordt er melding gemaakt van oen kou ken te Beckenham, dio soep geeft voor een stui ver por halve portie, aardappelen voor een stuiver, gestoomde haring voor 3 st., kaashal len voor 1 st., gemberpudding voor 2 st., visch- koekjes met rijst voor 1 st., worst voor 2 st., rijstpudding voor 1 st. De keuten of liever do eetzaal is open van ll1/» tot 2 uur en do eerste zes weken werden 40.000 porties verkocht. In Haekney-Borougli kostte een keuken voor 2DÜ0 maaltijden per dag 2100; in Nottin gham is reeds do tweede geopend; lriér is er dus geen centrale, maar staat élke keu ken op zichzelf. In M. J. 1320 afbeeldingen van een rij dende keuken, een autobus, ingericht om op straat porties af to leveren, waarbij alle berekeningen van kosten, enz. gevoegd zijn. M. J. 1321 deelt mede, dat Sheffield reeds oen cursus voor koks en keuken leiders hoeft opgericht, die 0.6. drie en zes maanden duurt. M. J. 1322 geeft ervaringen van Isleworth; van Glascowjvan Brighton, waar de prijs van aocp is 10 ct; van een vleesclimaal van 20 tot 30 cent, pudding 10 cent; groente 5 st., vleeschlooze maaltijden' 10, 15 of 20 ct., Birmingham, waar men verschaft visch (30 ct.), vloosch (25 ct.), „stew"' (oen schepfn- vle esch ge recht, 20 ct.), groente (5 ot.), melk- pudding (7Vi ct.), gestoofd fruit (10 ct-), enz.; Halifax, waar men tramwagens als keu kens heeft ingericht. Kunst, Letteren enz, Hel standbeeld van Johan de Will. Ia het Juü-nummer van „De Gids" wijdt Jan Veth een uitvoerige kritische beschou wing aan 't te 's-Graveohagè onthulde stand beeld van Johan de Witt. alle verwachting in heb ik steeds gehoopt, dlafc mijn verhalen of schetsen uitgegeven zoutten worden. Altijd ij dele hoop," voegde zij er bij, met onbewust© ironie. De verhar len waren nooit .geheel geschikt voor iedé- ren udtgever, aan wien ik ze zond. Ik ben bang, diat zij eigonlijk boven die bevatting waren van het gewone-publiek en den ge wonen uitgever. De wereld ia over hot al gemeen zoo akelig alledaagsch. Alleen do uitverkorenen begrijpen! Ik heb twee kis ten vol verhalen, die ik geschreven heb, op mijn kamer." Weder was Hilary's hart dbor modélijcten bewogon; medelijrlbn met de kleine, senti- menteelo vrouw, terwijl haar oigen sterke nathur in opstand kwam tegen het verlies van tijd en energie, in juffrouw Eupho- mia's werk begrepen. De bitterheid en hardheid van dé twee oudste zustere Driver schenen geen vat te hebben gehad, op de jongste zij was zacht en vriendelijk on sen timenteel gebleven met een tikje meisjes achtige onschuld en toeschietelijkheid, d5e haar zeker in haar jeugd hadlcfcn gekarak teriseerd- „Hot doet mij heel veel pleizior diat u hier een paar dagen blijft logeeren," ging juffrouw Euphemia voort met gevoelvollen ijver. An astasia on Helena zijn zooveel ouder dian dk, weet u, en ze hebben het zoo druk mot het huishouden en d5e vreeselijke patienton, zij sprak wat zachter dkvt ik mij dikwijls heel somber en eenzaam go- voel. Het zal heerlijk zijn een jong persoon tje in huis te hebben, om mee te kunnen praten. Ik voel mij nog jong al ben ik over do veertig. Ik heb mijn jeugd nooit vergeten, mijn gelukkige, golukkige jerugd." Tob Hjlaiy'a ontstol tenia volden baar bij- „Wij moeten er maar niet al te luide over spreken, want het blftft een beetje een begroota'rjke mak. En voorzeker ware het onbillijk, wanneer wij er den beeldhou wer Jeltsëma bitse verwijten om wilden mqjjen, (lat zjjn standbeeld yan Johan de Witb er verre van is, een meesterstuk te mogen heeten. Men heeft mooi praten, maar wie zelf wel eens voor heel moeilijke opdrachten is komen te staan, zal te minder gezind zijn, op hem den eersten steen te werpen. „En deze teak was inderdaad een buiten gewoon zware. Een figuur voor een open plaats bootsen, op een paar maal levens grootte, het is op zichzelf al een zaak van gewicbi Maar wanneer die fuguuv dan nog een zeer markante persoonlijkheid moet uit beelden, waar wij allea 'wel eenigszins een voorstelling van in het hoofd meeJragen, en er zit bovendien nog de moeilijkheid van een historische kleedij aan vast, die maar al te licht aan een tooneelvertooning laat denken, dan komt er, alles bp elkaar, heel wat kij ken, en het is nog een gunstig lot uit de loterij, wanneer er iets schappelijks voor ons oog mag verrijzen. „Wij zjjn ook niet door buitengewone standbeelden verwend. Ofschoon om bjj Den Haag te blijven, de Willem de Zwijger te paard door de Nieuwerkerke, waar iate van Colleone-achtige fierheid "in zit en het fijne peinsbeeldje van Spinoza door Haxamer toch beide wel wat hebben in te brengen. „Evenwel het ronduit statuaire zit den kunstenaars van onze dagen nu eenmaal niet in bet bloed. Er ^estaat in deze lijn nau welijks iets van eén levende traditie, en oo"k onder de talentvolle nieuwlichters d r beeld houwkunst vindt men weinig bspaa'de noties voor het monumentale portret Welbeschouwd zijn in heel de wereld degenen, die men tot zulk werk in staat zou achten, op een paar vingers 'te teilen. Binnen Nederland mag men er eigenlijk niemand bepaald toe aan gewezen noemen. Zijl had er zeker een tref fende schets voor weten te maken, maar een beeld volvoeren in grooter afmetingen deed "hij nog niet. En <fe kleine Rarafcter- Deeihon van zevenfcencte-eeuwers. <f.e Mendés da Costa wel heeft laten zien, vertoonen zijn bijzonder talent eigenlijk niet op zjjn mooist „Of het beeld van Jeltsema, ook wanneer men zijn eischen niet onbereikbaar hoog stelt, nu bep.ald opvalle .de t.ko.tk minden vertoont? Wij mogen, waar het om de eerder kunst gaat, er geen doekjes om winden. Zooals het daar staat zijn er werkelijk sto rende gebreken aan. Niet alleen dat het steile van De Witt hier niet tot stijl gewor den is, en geheel daargelaten, of het mis schien voor zulk een groot openluchtbeeld niet verkieselijk geweest ware, hem, in plaats van het kale kallotje, den kantigen iioed van die dagen op het hoofd te zetten, maar eenvoud^ reeds a's „art de baiir une figue" kan hel beeld niet heelemaal door den beu gel. „De houding mist stelligheid. Bij die plaatsing van de voeten had het lichaam duidelijk op de heupen moeten door wiegen. Of wanneer de kunstenaar het lichaam zoo straf mogelijk had willen houden, dan deugt die losser beenenstand er niet bij. In de fo tografie, welke van het beeld verspreid werd, en die waarschijnlijk ib het atelier, van onderop genomen werd, walt dit onsamenhan gende niet zoo op. Van eenigen afstand fezien .en zoo beschouwt men het in e open lucht vanzelf komt men boven d3t bezwaar niet uit De kop, al heeft hij' wel iets, dat ook in de "verte, plastiesch „draagt", mist toch te zeer den krassen, severen snit van De 'Witt's Florenfcrjnsch type, dab vooral op sommige van zpn me dailles zoo sterk uitkomt En door heb rethorische gebaar van de te groote, te laag reikende, uitgestrekte rechterhand wordt zjjn uitdrukking geenszins gelukkig aangevuld. Van den kant van de Gevangen poort, vlak op zij gezien, lijkt de heele ge stalte zoo plat als een schol, het is daar alsof men een liggende sarcophagenfiguur rechtop had getrokken; terwijl vlak van achteren beschouwd, men onder de mantel- plooien zoö weinig lichaamswelving voelt, dab zich daar moeilijk een voor-lijf aan dien rug laat denken. Neen, da heele statue, die ove rigens niet kleinmoedig b;h:ndal:l werd, en waar, wat de vormentaal betreft, wel naar iets dominants in gestreefd is, mist toch kans kinderlijke oogon rich met tranen, haar mondhoeken trildon en Hilary waa overtuigd, dat een uitbarsting in tranen Blechts verhinderd werd door het binnen komen van juffrouw Anastasia, ede eer&t haar zuster en toen haar logée scherp aan keek. „Je hadb wed eens thee kunnen zetten, Euphemia," zei ze„het water kookt en je had nergens op to wachten. Ik wou wel eens weten, wanneer jij volwaseen zult wor den." Haar toon was scherp van ergernis, zij verschoof de kopjes op hot theeblad met haastig, vertoornd gobaar en eloeg het deksel van den trokpob dicht alsof bet iets levends en onuitstaanbaars was! „Ik begrijp niet waarom mevrouw Gar diner er 7.00 op gesteld is, dat u hier lo geert," zei zo, rich tot Hilary wendende, en nog mot dien scherp on klank van boosheid in haar stem. „Zij is veel beter en het is niet noodig u van uw vrienden vandaan te houden. Het doet mij natuurlijk veel genoe gen; dat u hier blijven wult," voegde zij er bij, met een poging tot vriendelijkheidi, dio wel wat .laat kwam; „het huis is groot ge noeg, wij hebben overvloed van plaats. Maar mevrouw Gardiner leek zooveel beter. Ik begrijp dien plotsolingen won3ch om u hier te houden niet." „Ik weet ook niet waarom rij er baar hart op gezet heeft, dat ik blijven zou," antwoordde Hilary. „Ib heb eens getracht haar over te halen mij naar de Dun bars to laten gaan en hier iederen dag te komen. Maar dat plan ontstelde en hinderde haar zeer, en ik geloof, dat rij er zoozeer op go- sbeld was, dat ik hier in huis zou wezen, zoodat ik liever niet wilde weigeren." „Ach, we moeten haar beur zin geven; de dokter zei uitdrukkelijk, dat wij baar waarljjk te zeer dien gespierden samenhang, waarin de eerste voorwaarde zou gelegen zjjn, om er een zeer sprekende figuur van te maken. „Doch genoeg reeds den beeldhouwer hard gevallen. Met iemand, die grooter was dan een der thans onder ons levenden, zou het ons ten slotte passen- te getuigen: „Waer- lijck er kadt seyn vlrjte ghedaen Schrijver wjjst er dan op, dat we juist van De Wit', een beeltenis bezitten, die van den meest rnonumen alen Nedcrlandschcn beeldhouwer uit De "Wilt's eigen tijd afkom stig, zich bevindt in Dordrecht? museum: de statige marmeren buste door Quellinus. Deze buste, in een duurzame steensoort getransponeerd óf,in; brons, gegoten, zou, mits op een met den aard van het kunst werk harmoniserende p acta opges eld, den gio t n staateman waardiger vertegenwoor digen dan de facte sle-Lee.ienis van de hand van een modeznen b-e'dhuuwer. „Waarom, eigenlijk, zon men het niet nóg doen?" vraagt dr. Veth torn slotte- Federatie van Ned. Beeldende Kunstenaars Vereeaigingen. Do Federatie van Ned. Beeldende Kun- atonaaraverconigingen, in vergadering bij een op 23 Juni 1918, nam de volgende motie aan en besloot deze te publiceeren: „De vergadering betuigt haar afkeuring over het voor honorarium schrijven van aanbe velingen in catalogi van kunstveilingen door erkende critici, onverschillig of deze tevens kunsthistorici rijn of niet, en onver schillig welke namen men voor deze hande ling moge uitdonken." (Gelijk men zich herinneren zal, werd deze aangelegenheid onlangs in een verga dering der Ned. Ver. van Letterkundigen tor sprako gebracht. Do heer Bernard Can ter maakt o den heer Coraelis Veth er toen oen verwijt van, dat doze eon aanbeveling geschreven had in een catalogus ecner kunstveiling. De heer Cantor was van oor deel, dat de heer Veth hiermede zijn pen verkocht had, en verklaarde hem niet waardig langer deel uit te maken van het bestuur. De vergadering dieelde deze ziens- wij zo niet, on het gevolg was, dat de heer Canter geschorst werd. Red. „L. D.") Nieuwe uitgaven. „Een ernstig woord tot ooncertgevera, componisten, toonkunstenaars en muziek liefhebbers". Door M. A. Brandts Buys Jr., Heiligewog 5, Amsterdam. „Het Bedrijf", Maandschrift voor de Be- drijfaseconomie. Redactie prof. J. G. de Jongh en C. F. Sixma. Uitgave Uitg.-Mij. „De Hooge Brug", Amsterdam. GELENGD NIEUWS Uit Den Haag schrijft men ons: Het Kurhaus .te Scheveningen is wear^ ge opend, het teeken altijd, dat het offici e'e badseizoen een aanvang heeft genomen. Het was er den eersten avond al geweldig vol, en de Fransche dirigent werd ontvangen met een entkusiasme, dat slechts zelden aan een Nederlandschen dirigent betoond wordt Den Haag houdt nu eenmaal van het Kurhaus en voor een echte Haagsche familie is het seizoen zonder het Kurhaus nauwe lijks volmaakt. Dit jaar is voor het eerst de heer .Van Gheel Giidemeester, de vroe gere directeur van het Gebouw, als direc teur-generaal opgetreden, en de flair, die deze zich in die tien jaren directeurschap heeft'verworven, valt reeds waar te nemen in de exploitatie van het Kurhaus. Tot nu toe was het concert, concert en nog eens concert, dat wij te hooren kregen; nu, voor het eerst, is er afwisseling gebracht in de vermakelijkheden van het Kurhaus en kan men van taoneel, operettes en op zeer gevarieerde wijze concerten genieten. Dit is een groote vooruitgang. Of echter in alle oprichten die vooruit gang merkbaar is, dient men rich af te vragen. Men heeft in het Kurhaus het eigen aardige systeem, dat men maar abonnés toelaat zonder te tellen hoeveel het er rijn. Dat is op gewone avonden van weinig be- teekenis; de een komt dan en de ander "een volgenden keer, en in den regel loopt men.er elkander niet zoodanig in den weg. moesten toegeven," zei juffrouw Driver; „ik wou alleen maar zoggen, dat zij veel boter ia. Er ia geen redlen rich ongerust te maken." Deze woorden kwamen Hilary te binnen, toen zij dien avond naar bed ging on nadat zij haar licht had uitgedaan, stond uit te kijken naar de duinen in hot zilveren maan licht. De stilt© van de buitenwereld met liaar uitspansel van licht kwam haar nar tuurlijt en gewoon voor, maar de stilte in huis viel Hilary op cn leek haar uiterst ge heimzinnig. Zij luisterdie met aandacht of zij niet een deur hoorde toeslaan, of het geluid van een stem of een voetstap maar or was geen onkel geluidniets bewoog, zelfs de meubolen kraakten niet. Het waa of alle leven uit het huis verdwenen was hot was zoo huiveringwekkend, zoo zonder ling stil. Hilary huiverde evenzij wist nauwelijks waarom, want rij waa gewoon lijk niet zenuwachtig of schrikachtig, maar onwillekeurig beek zij over haar sohouder, alsof rij verwachtte^ d!at er iets, zij wist niet wit-, uit de stilte naar haar toe zou bruipen. Terwijl rij daar stond bij het raam keerden haar gedachten terug naar de ge beurtenissen van dien d'aghet dringend» verzoek van haar tante of zij in huis wou blijven, het korte bezoek van Tony, haar gesprekken met de drie dames Driver, het treurige van hun naar on verbitterd leven. „Ik weet niet welke van de dkie het meest to boklagon is," dacht Hilary, ter wijl zij keek naar den zilveren glans van het maanlicht. „De tweo oudsten' met hun bitteren wrok tegen het lot of de arme juf frouw Euphemia, mot haar verbeuzeld leven en_ haar sentimentaliteit 1" Toen dwaalden haar gedachten naar het huls op het Kruispisa*. naar de tolourrtalling ta Maar op* een bij zonderen en heel drukken avond wordt dat anders en wordt wel degelijk gemerkt, dat men eTcandsr in den weg loopt Erger nog. men liat maar aan iedereen besproken dor betrekke ijk weinige plaatsen toe, zonder dat men aan abonnés eenige voorkeur geeft. En zoodoende loopt men dan met zijn prachtige abonnéskaart, die inderdaad voor hetgeen gebod an wórdt; niet al te duur is, rond, maar men zoekt tevergeefs naar een plaats om te zitten, wat toch ook een verei3chte is. Dat ge beurt herhaaldelijk en de booze abonnés spreken dan van afzetten en oplichterij; woorden, die natuurlijk veel te gauw ge bruikt worden I Maar de vraag mag toch gesteld worden of het nu juist gehandeld is en of het noodig zou worden, dat er ook eens een zeker toezicht kwam op de handelingen van besturen van opanbare vermakelijkheden, die werkelijk toah niet altijd zoo zijn, dat deze niet een hand voor de oogen noodig hebbenl De Residentie gefilmd. Hel dak onzer electrische tram. z^t de „Haagsche Grt" diende, voor zoover wij weten, tot nu toe uitsluitend om den beugel te torsen en om de passagiera te beechor- men tegen regen en andere goede gaven van boven. De heer Willy Mullens, de bekende film fabrikant en bi.saoop e :p"oitant, he.fi d ze rijdende daken bovendLn geschikt bevon den om van de stad onzer inwoning en haar nimmer volprezen zeebad ©en vluchfc- panorama te maken. Zoo kwam het daa, dat wij den heer Mullens met zijn toestel bovenop ©en tram- rijtuig zagen staan, als punt van attract!# van een belangstellende menicher.masra, die op haar beurt bezig was, de attractie van de flim te vormen, althans te vergrooten. Zoo heeft hij reeds rondritjes gemaakt op lijn 1, 8, 9 en 10 en binnenkort komen lijn 3 en 7 ook aan de beurt Aldus komt heel Den Haa^ met Scheveningen ia zomer- toilet op de film! En wat het mooiste is: de fiim zaJ niet slechte in alle plaatsen van Nederland, waar bioscopen zijn (en dat zijn er heel wat!) worden afgedraaid, maar zij zal ook fin Engeland, Frankrijk, DuitrchlaÉd, Am«- rikn, ja misschien wel in Honoloeloe wor den vertoond. De stad onzer inwoning maakt op dl© manier een reuzenreclame, dia haar, vooral als de oorlog eenmaal voorbij is (en dat zal toch wel ééns gebeuren?), ongetwijfeld ten goede zal komen. De opnamen zalven maakten voor da H T. M. een goeden dag, want de trams: waarop de heer Mullens met rijn alriend bioscopisch oog aan het filmen was, waren; gewone in dienst zijnde, die natuurlijk werden bestormd, en er rullen aldus heel' wat ritjea uit. pure nieuwsgierigheid zijn gemaakt. Maandagavond te kalftien la te Beesd (Gelderland) brand uitgebroken in de met riet gedekte bakkerij en winkel van mej. A. van do Water, in de Voor straat. Door de gToote droogte en den tamelijk sterken zuidoostenwind, gevoc-d bjj de onbruikbaarheid dar pompen te Beesd, die in geen twee jaar onderzocht waren, en het watergebrek m de slooten, stond de brandweer machteloos. De pomp der heerlijkheid „Mariënweerd", hoewel tamc'rjk afgelegen, bewees goede diensten. De eerste hulp werd geboden door mid'aireu uit Asperen. Van het aangetaste perceel sloeg de brand achtereenvolgens over op de won'ngen van de weduwe D. Akkerman, A. Akkerman, wed. T. Telkamp, Th. van Bnuxen. J. van Kuilenburg, wed. Weyers en ©en onb. woo d perceel. Twee hiervan waren ook met riet gedekt Drie katten en een hond verbrand den. Alle inboedels werden gered. Van de uitgedragen voorwerp ?n wordt echts? nogal iets vermist Van drie huizen staan de muren nog; de eest is omvergehaald. Alles was ver zekerd, behalve de geredde inboedel den weduwe Telkamp. Een oogenblik dreigde gevaar voor eau oan de overzijde dior Voorstraat gelegen perceel, waar reeds brand ontstond. De be woner wist dien te stuiten en hield rijn pannen dak goed nat Tony Dunbar's oogen, toen zij hem haar besluit mededeelde bij haar tante te blij ven en haar hart klopte sneller bij de her innering hoe Tony haar hand had gedrukt, toon hij haar goeden dag zei. Hoe lang zij bij het raam bleef staan wist zij zelf niét; zij wist alleen, dat rij niet besluiten kon zich af te wenden van het heerlijk-vreed zame dor door de maan verlichte duinen naar de 3tille duisternis van haar slaapka mertje. Hoe laat het was, toen zij eindelijk in bed ging en haar kaara uitblies, zij had cr geen idee vanmaar het scheen heel kort daarna, een poosje'van rusteloos soezen, van heen en weer slingeren tusschen slapen en waken, gevolgd door een zwaren, niet vorkwikkenden slaap, toen een licht in haar oogen flikkerde, een hand haar schouder aanraakte en zij ineens volkomen wakko* opschrikte. Juffrouw Driver stond naast haai- be£L. Juffrouw Driver, een onheilspellende ge daante in een ouderwetsche nachtjapon, heCi grijze haar achterover getrokken van haar' voorhoofd, cn opgestoken boven haar hoofd, zoo leolijk mogelijk, met een verschrikte uitdrukking op het gericht, waarop de kaara een flikkerend licht wierp. .,8ta dadelijk op," zei ze. „Uw tante is plotseling riek geworden. Zij vraagt voort durend naar u. Ik heb om den dokter ge zonden." Hilary zat overeind in bed ea staarde de spreekster ten hoogste ver baasd aan. „Ik dacht, dat tante Marion beter was,"- zed ze. „Ik dacht, dat er geen reden wan voor ongerustheid of angst." De woorden, die rij in bet hoofd had* gehad voordat rij in slaap viel, kwamen haar onwillekeurig- over de kppon^ rij k*«k ate ©ea Bef» ww Schrikt klad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 5