No. 17887.
LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 22 Juni.
Derde Blad
Anno 1913.
Rede van Balfour
fn het Engeisühe Lagerhuis.
Nederland en de Oorlog.
IGENPMBRSEK.
©^Ei&e^irss.
Naar aanleiding van de pacifistische motie
tan Snowden, waarbij deze o.a. verklaarde,
dat het fiasco dér regeering op het gebied
vap> diplomatie nog no'odlottiger was geweest
dan baar in-gebreke-blijven om de hoop te
verwezenlijken, die zij 18 maanden, geleden
gewekt had, seint Reuter ons:
Bij de verdere beraadslaging over de paci
fistische motie begon Balfour zijn rede met
Snowden van antwoord te dienen. Snowden
had §§m getart precies te zeggen, wat on
der een vredesoffensief te verstaan was. Bal
four antwoordde dat hij daaronder verstond
elke poging in woorden of anderszins, onder
liet mom van een verzoek om aan den oorlog
een eervol einde te maken, tot verdeeling
van de bondgenooten,. die voor de grapte
zaak der vrijheid strijden en tot ontmoediging-
van de bondgenooten elk voor zich. Als
iemand hem vroeg, een voorbeeld te. noemen,
zou hij zeggen dat de rede van Snowden
een van de vul maak sta voorbeelden in dat op
zicht- was: Wij willen den oorlog voortzetten
en z\jn van plan den oorlog voort te zetten
voor de groot? doeleinden en de gr oo-ta
oogmerken.
Snowden scheen, vervolgde Balfour, lot
de sloteom gekomen te zijn, dat dagenen die
dezen oorlog uitgelokt hebben c-n dezen odu-
fog- voortzetten, betrekkelijk o/isclvu'dige lie
den waren, die niet door dé laaghartige
beweegredenen gedreven werden, welke, vol
gens hem, van invloed waren geweest op
onze Ftansche en Italiaansche bondgenooten.
Was Snowden zich wel bewust, hoe groote
dwaasheid en ook hoe groote onkunde hij
met zulke vermoedens getoond had? Er was
gesproken van Napoleontische voorwaarden.'
Dnitechland streefde zijn doel tot het ves
tigen van een algemeene heerschappij na
met een hardnekkige en groote zorgvuldig
heid. met voorbedachten rade, met onbe
kommerde, koelbloedige v astberadenheid» die
in de verste verte niet geleken op het stre
ven van Napoleon, ten einde de beschaafde
wereld in haar geheel als een rijpe vrucht
in Duitschland's schoot te doen vallen.
Snowden had gezegd, dat toen de oorlog
uitbrak, men in Lord Grey's red? op dien
noodlot.'igen Maandag in Augustus 1914 niets
vernomen had van een Duitse h verlangen
naar aigemoar.e overheersching. pat was vol-
kor -n waar.
Datgene wat ieders gemoed op dat oogen
blik vervulde, was da wandaad tegen België
en dc aanval op Frankrijk. Men zou zich al
ge ;v - :n herinneren, dat dat da kern van
Lord Grey's rede was geweest. Toen de oor
log hegóri, was het de zaak van België die
En ;e and in bvwoging b acht. Snowden ver
moedde dat men in het begin ven den oorlog
nooge en cnborispe ijl;e b-weegeedefieii liad
;eh?d, welke nu tot een lager zedelijk peil
gedaald waren en dat wij vermomde impe
rialisten weren geworden. Er was echter,
f oor zoover hij wist, geen tegenspraak, geen
verandering van inzicht te ontdekken tus-
Echen die jiageu van het begin van Augustus
1914 en nu. Van het begin af aan tot nu
toe waren Engeland -en de regeering, waarin
dat land telkens zijn vertrouwen gesteld
bewogen geweest door den wensch om
de algemeene 1: "iasel-in door te zetten,
welker toepassing hen in de eorste dagen
en uren van den oorlog tot handelen ge
dreven hrd.
Deze oorlog was geen toevallige en on
gelukkige episode, maar- het gevolg van de
Duitsch? eerzucht, en hij was volstrekt onver
mijdelijk, of hot moest zijn, dat da economi
sche en militaire vlucht van Duitschland in
den loop der jaren, dat land in staat hadden
gesteld allo vruchten van de overwinning
zonder het bloedvergieten van een oorlog te
plukken. Het was aan iedereen die de ge
schiedenis van da laats ie veertig jaar had
bestudeerd duidelijk, dat de eerzucht van de
heerschende militaire klassen in Duitsch
land naar de wereldheerschappij streef ie en
dat, als die wereldheerschappij niet door
vreedzame middelen te bereikeeh ware, zij
door oorlog verkregen mosst worden. (Toe
juichingen).
Snowden, zoo vervolgde Balfour, heeft
z\jn gewone overzicht gegeven van de vredes-
aanbiedingen die van tyd tot tijd van de cen
trale mogendheden zijn gekomen. Was er
daarbij een geweest, waarin een nuchter his
toricus ooit een grondslag zou zien voor een
mogelijken vrede? "Was er eenig bewijs dat
die aanbiedingen, gelijk de brief van den
keizer van Oostenrijk en andere handelingen,
waarvan gewag is gemaakt, was er eenige
waarschijnlijkheid dat een van die voorstellen
gedaan waren met het doel om de soort van
vrede ta verkrijgen, dien ook-Snowden zelf
als een redelijken vrede zou beschouwen,
namelijk een vrede met eenige kans van ze
kerheid voor de toekomstige vrijheden der
wereld. Wij haddeu nooit eenige voorstellen
verworpen, die, naar onze meeaing, de ge
ringste mogelijkheid op een vermindering
van den oorlogslast boden, de soort vaa den
vrede die, naar hij hoopte, allen in Engeland
wenschen. Er was niet het minste bewrjs, dat
het de Duitsclie regeering ooit ernst was
geweest met het doen van zulke vredesann-
biedingen. Hij had in dit verband meer dan
ééns van België gewaagd, oïs.choon hij dit
altijd Aarzelend deed, qpdat iemand zich
niet te gauw zou verbeelden, dat naar spre
kers oordeel de .teruggave van België op
zichzelf alles zou zijn, wat wrj redelijker
wijs als uitkomst van den oorlog kunnen
wenschen.
Het geval van België was alleen een goed
voorbeeld van de Duitsche meilieden, omdat
liet ten slotte de aanleiding voor den oorlog
was geweest. Had de Duitsche regeering
ooit openlijk en duidelijk gezegd bij monde
van iemand of ia eenig stuk, dat België op
gegeven, teruggegeven en geplaatst zou
worden in een toestand van volstrekte eco
nomische en polit'eke onafhankelijkheid?
Hij wist van geen enkele zoodanige ver
klaring. Het denkbeeld is geopperd om liet
Belgische gebied terug te geven en ver
schillende andere denkbeelden zijn geopperd,
maar Snowden wist heel goed, dat nooit
ronduit erkend was, dat .België, dat vcr-
meesterd is door een van de onbillijksto
dadera waarvan de geschiedenis gewaagt,
door den bedrijver va-n de wandaad zooveel
mogelyk teruggebracht zou worden in den
toestand, waarin het verkeerde, voor de
misdaad begaan was.
Snowden scheen t? denken, dat wij met
"Wilson op deze punten van meening ver
schilden.
Voor zoover hrj wist, bestond er tusschen
de geallieerden en president Wilson geen
verschil over cle oorlogsdoeleinden. Hij go-
loofde, dat w\> dezelfde idealen nastreefden,
dat wij vochten voor dezelfde doeleinden op
't zelfde slagveld gelijksoortige offers brach
ten en naar hetzelfde einde streefden. Hp
kon niet begrijpen, waarom Snowden, die,
naar liij moest aannemen, bezield was (Bal
four herhaalde déze woorden met nadruk)
door een politiek voor het algemeene wel
zijn, kon aannemen, dat er in deze kwestie
van de oorlogsdoeleinden het geringste vey-
schil bestond tusschen onszelven en onze
Amerikaansche bondgenooten. Er bestond
geen zoodanig verschil^ en evenmin had
Snowden liet bij het rechte eind. als lip
onderstelde, dat de geheime verdragen, die
hij genoemd had, beletselen .voor don vrede
zouden zijn.
Die verdragen zijn niet door mijn partij
of door de tegenwoordige regeedng ge
sloten, maar zij. zijn gesloten uit beweeg
redenen, die, naar ik geloof, elke regeering,
die op dat oogenblik aan het bewind was,
genoopt zouden hebben dergelijke regelin
gen te treffen.
Wat het verdrag met Italië betreft, om
dat verdrag te beoordeelen, is het nood
zakelijk zich de omstandigheden te herin
neren, onder welke het gesloten is en aau
het publiek te vragen, of het, al3 het voor
de leiding van de zaken verantwoordelijk
geweest, geaarzeld zou hebben soortgelijke
schikkingen te treffen. Hef is een fout om
te denken, dat het .tractaat met Italië aan
den vrede in den weg staak
De geallieerden zpu bereid om allen te
zamen te luisteren naar alle red olijke schik
kingen. Stellig zal de regecrig do ooren niet
sluiten voor iets wa/t een redelijk vtoorMel
zon kunnen lieeten.
Veronderstelt Snowden werkelpk, dat als
zulk een redelijk voorstel gedaan werd,
het feit, dat men drie jaar geleden een
andere opvatting had, hen zou beletten een
redelijk voorstel aan te nemen? Elk voorstel
aan de geallieerden zal naar zijn eigen
mérites beoordeeld worden.
De tractaten waarvan gewaagd is, zijn
door dit land met andere als leden van
een bondgenootscliap gesloten. Door die
tractaten is, naar onze meeniug, do natio
nale eer gebonden en ik kan mij werkelijk
geen ongelukkiger oogenblik denken, waar
op Snowden onze Italiaansche bondgenoo
ten had kunnen critiseeren dan het oogen
blik, dat zij heldhaftig vechten tegep hun
Ootsenrijkschen vjjand. Wat ons betreft, z'jn
wij door dat tractaat gebonden en wij zijn
van plan liet gestand .te doen. Ik heb geen
reden om te gelooven, dat er in de toe
komst, zoo min als dit in het verleden hot
geval is geweest, eenig verschil tusschen
do geallieerden zal rijz?n en, als het daarom
in het gemeenschappelijk belang van het
bondgenootschap als geheel, mocht blijken,
dat de eenige jaren .geleden gesloten trac
taten wijziging behoeven, twijfel ik niet,
dat die wijziging geopperd zal worden door
de Italianen zeiven. Het staat aan de Ita
lian en. Zjj zijn onze bondgenoot-en en wij
zullen ons houden aan de gemaakte af
spraak.
Nu Rusland uit den oorlog gevallen is,
rust op ons cfe taak liet hoofd te biedten aan
do Duitschers én do-Oostenrijkers. Het is
onze taak alles to doen wat wij kunnen om
Paraland zijn volle nationale zelfbewustzijn
terug te geven. Rusland maakt een periode
door van diepo beproeving. Iedereen voelt,
mede met d'o moeilijkheden, waarin «Mo
groote bevolking zich zelf bevindt. Haar lije
den is slechts weinig verminderd! cloor den
vresd'e-in-naam, waartoe Duitschland het
gedwongen heeft, maar ik twijfel er niet
aan of wij zijn zelfs nu in staat- .iete mate
rieels te doen om economische on politieke
eenheid en de eenheicï van de nationale in
spanning in dat groote land te herstellen.
Onze goede- wenschen voor Rusland, voor
zijn vrijheid, zijn integriteit, blijven onver
minderd door cDe jongsto -gebeurtenissen,
maar het feit, dat Rusland uit den oorlog
uitgevallen is, heeft) cïe taak dor overige
bondgenooten zeer verzwaard. Ik geloof,
dat wij <fie verzwaard© taak zullen dragen,
maar wij zullen, gelijk voor de hand ligt, al
onze krachten moeten inspannen.
Dit was het laatste oogenblik, waarop de
bondgenooten voorstellen aan de centrale
mogendheden wilcfon dben, of, zoover hij
kon oordeelen, do centrale mogendheden
Voorstellen aan hen, tonzij met do bodoo-
ling van een vredesoffensief. Wat, zoover
hij kon oord-e el on, de centrale mogendhe
den van plan waren voor dien vrede te doen
was behoorlijke voorwaarden aan het ge
heel o bondgenookiohap voor to stéllen,
maa-r aa-n één lid van het verbond voor
waarden aan te bieden, cüe voor dat lid
uiterst gunstig zouden zijn, zoo hot uitslui
tend met zijn eigen belang te ra cïe ging en
niet met ddo van het algemeen. Op deze
wijzo zo.udon de leden van het verbond ge-
achoiden worden. Sommige hunner zouden
geïsoleerd, geheel hulpeloos zijn en waren
slechts sterk zoo lang zij vereenigd waren.
Hij laakte de centrale mogendheden voor
kun valstrik niet, maar hij zou wèl hen la
ken, die in die val liepen en degenen, che hij
het meest laakte waren zij, die, gelijk zijn
vrienden van d'e opositio (dc pacifistische
leden), het welhaast een misdaad schenen i
te vinden, niet in de val te loop en, De
eenige voorwaarden, waarop zij een bondge
nootschap konden bewerken, waren die. van
wedterzijdteh vertrouwen.
Wij aJlcn zoo ging Balfour voort en
ik spreek met vertrouwen voor hen. cle 'de
ze® oorlog tot een eervol eindt gebracht wil
len zien, zijn van meening, dat gceaa bed vi
sing eervol of bevredigend/kan zijn, die
hot volkomen duidelijk maakt dat de vrccte
enkel een wapenstilstand is. Wij allen
wenschen dat, voor zoover dat mogelijk is,
de- wenschen van dé volken dér wereld be
hoorlijk bevrediging zullen vinden.
Na dïe herziening van grondgebied en
grondwet aangevuld, naar ik hoop, door
den volkerenbond voor die afdwinging van
don vrede, naar die twee wijzigingen in
dé int carnation ale organisatie van de we
reld zien wij uit als naar dfen werkelijke®
waarborg voor den vrodo.
Wij verlangen, wij verlangen, hartstoch
telijk naar een eervollen vrede maar naar
mate dé tijd' verloopt raken wij er meer on
meer van overtuigd clat dé vrede onkel kan
worden verkregen dbc-r de worste
ling tot het eind toe voort
ie z o t t o n, en er voor te zorgen, dat
het niet in dfe macht zal worden gelaten
van con volk als het Duitsche, een herha
ling te veroorzaken van het kwaad .waar
onder do geheel o beschaafde gemeenschap
van volken zoowel in de oude wereld als in
db nieuwe thans hopeloos kreunt.
(Zooals wij gisteren reeds meldde, werd
de motie van Snowden verworpen).
Het laten van graan aan landbouwers voor
eigen gebruik.
Het Bureau voor Mededeelingen inzake de
voedselvoorziening meldt «o.a.:
Nu in nog sterkere mate dan het vorige
jaar van landbouwerszode wordt aangedron
gen op het laten van een bepaald gedeelte
van den' rogge- en tarwe-oogst voor eigen
gebruik^ evenals dit met peulvruchten en
aardappelen geschiedt, heeft de Minister van
Landbouw aan de landbouworganisaties, ver-
eenigingen on bonden, (lie over het geheele
land of een of meer provincies werkzaam
zijn, ten getale van 27, een brief gericht.
13e Minister zegt daarin, dat ter beoordee
ling van de vraag, of liet mogelijk is, aan
■Ion wensch der landbouwers tegemoet te
komen, de volgende punten onder de oogeti
moeten worden gezien:
Aan welke categorieën van personen moet
broodgraan worden gelaten? HoeVelo perso-
neu vallen onder deze categorieën? Hoeveel
moet per persoon worden gelaten? Hoe wordt
dar. de verdeeling van het broodgraan over
de geheele bevolking van Nederland? Hoe
veel moet er meer verbouwd, om zonder
ernstig bezwaar aan" de landbouwers brood
koren le laten?
De Minister betoogt, dat, daar het laten
van broodgraan wordt gevraagd op grond
van het zoogenaamde recht, dat voor der.
verbouwer voortspruit uit den eigen ver
bouw van dit broodgraan, het niet billijk zou
zijn, alleen broodgraan te laten in die pro
vinciën of streken, waar de landbouwers ge
woon waren hun eigen brood te bakken of j
brood te laten bakken van eigen verbouw
de rogge of tarwe. Het zou ook niet wel
mogelijk zijn, daarvoor de greuzen te teek-
ken. Men zou bovendien ook broodgraan
moeten ia «en aan de arbeiders, die geregeld
werken op een landbouwbedrijf, waar brood
graan wordt verbouwd* en dat wel, v. mi
neer zij gehuwd zijn, voor hun geheele ge
zin. Uitsluiting toch van deze arbeiders, die
dagelijks hun zorgen aan den verbouw van
liet broodgraan wijden, zou niet billijk rijn.
landarbeiders, die op eon eigen stukje groni
broodgraan verbouwen, zouden met land
bouwers gelijk gesteld moeten worden.
Do Minister becijfert, dat broodgraan zou
moeten worden gelaten aan 110.009 land-
bouwerp (de uitsluitend veehouders en de
luiïdbouwers, die geen gebruik zouden ma
ken van liet te geven recht, niet mede /ere-
kend), aau 5000 tuinbouwers (de uitsluitend
tuinbouwers niet medegerekeod) en S5.000
gehuwde landarbeiders, totaal 200.000 ge
zinnen. A^s gemiddelde aannemend, het in
wonende persor c ra idegerekend, 5 perso
nen per gezin, zou mee. dan korden tot 1
millioen p rsoneo, wnar.uj nog hies gerei: ad
is op het aantal ongehuwde Uoda;belders,
die niet inwonend zijn bij den Drdb newer.
Voorts raag woruen 'aangenomen, da in
dien de landbouwers en arbeiders in do ge
legenheid rijn ia ban eigen behoef aau
brood volledig te voorzien, een groot deel
der plattelands- en dorpsbevolking hiervan
ook heirnelpk zal proiiteeren.
Aan al deze personen zal dau om aan
de volledige brood behoefte ie voorzien, D/s
H.L. graan per hoofd, d.i. ongeveer 400
gram per dag, moeten worden gelaten, in
totaal dus 1.500.000 K.L. of a 70 K.G.
per H.L., 105 millioen K.G.
Door clandestiene» verkoop, waartegen!
zeer weinig zou te doen zijn, omdat de con
trole op molenaars, landbouwers en bakkers
zeer zon worden bemoa:l "j ;t, zou bovendien
nog een 20 millioen K.G. aan da distributie
worden onttrokken. In het geheel zouden
dus 125 millioen K.G. niet worden ingele
verd.
Voor de overige 5.450.009 inwoners, aan
wie dan broodkaarten zouden worden uitge
reikt, zou aldus, volgens de inlevering vaa
1917, t.w. 180 millioen K.G. ro .ge en 70
millioen K.G. tarwe, overblijven 125 miliioeti
NG. Met vrij groote zekerheid toch mag
worden aangenomen, dat de oogst 1918 do >i
te geringe stikstofbemesting en door dea
drogen voorzomer in geen geval grooter,
eer minder zal zijn dan die in 1917.
•Op deze wijze zou dus de landbouwende
bevolking 400 gram en de met-landbouwen
de bevolking 86 gram per hoofd en p:r dag
ontvangen. Hierbij is dan nog geen rekening
gehouden met het leger, met de behoefte
aan aanvullingsbroodkaarten en ook niet mot
de groote wenscheljjkheid om voor diverse
bedrijven grondstoffen te reserveeie®.
Van de campagne 1917 is 35.000 ton
aardappelmeel in het brood verwerkt Bij
een r uimen aardappeloogst zou dit jaar
wellicht door 50.ÖQ0 .ton gedroogde «aardap
pelen en andere mengproducten het brood
rantsoen op ongeveer 120 gram kunnen'
worden gebracht. Mocht van overzee 100.000,
ton graan worden aangevoerd, dan zou het
rantsoen kunnen klimmen tot 189 gram.
volledige aanvoer van die 100.000 ton maj
echter niet met zekerheid worden aangeai
men en nog minder, dat er een grooteri
hoeveelheid zal aankomen.
Wordt daarentegen geen broodgraan ge
latera dan zal voor de geheele bevolkte'
van 6.450.000 personen vermoedeljjkoOO.OOv
ton broodmateriaal beschikbaar rijn, waar
door een broodrantsoen >p 175 gram en bj[
aanvoer van 100.000 ton van overzee og
233 gram mogelijk zou zijn.
Wordt aan de landbouwende bevolking
graan gelaten, dan*zou ten spoedigste voor
de overige bevolking het rantsoeü tot 175
gram moeten worden verlaagd. Anders kae
liet op 200 gram blijven.
Wil men aan de landbouwende bevolking
broodgraan laten, dan zou de invoer vat
overzee in 19191920 buiten berekening
latend om aan ds overige bevolking 25l!
gram brood per dag te verzekeren, een meer
dere opbrengst van 190.0.00 ton broodgraaf
mc:ten worden bereikt. Daarvoor zou, dt
opbrengst tarwe en rogge doorecng: nomei
per H.A. op 1700 K.G. stellend, 112.005
H.A. of 62 pCt. meer dnn in 1917 tarwe-
en roggeland moeten worden verbouwd, het
geen niet zou omogen gaan ten koste vaa
suikerbieten, aardappelen, peul vrachten, kool
zaad of andere voor de volksvoeging n oodiga
gewassen.
De Minister herinnert er aan, dat hij
zelf geen beslissing meer zil hebben te ne
men, maar wenscht ter inlichting van zijn
opvolger gegevens tijdig te verzamelen.
Daarom vraagt hij aan de besturen der land
bouworganisaties, echter niet dan. nadat het
hoofdbestuur der organisatie of, zomogelijk
een algemeene led over ad r n is geraad
pleegd, hem vóór 15 Juli antwoord te willen
zenden op de vragen.
De he°r J. van Vredmburch, voorzitter
van de Zeeuv. sche Land muwmaatschapptj,
schrijft In het „Zeeuwsche Land- en Tuin
bouwblad", dat hem van alle kanten wordt
bericht, dat de Lndb:wers zullen weigeren
de in venter isa ties taten te teekenen., indien hun
niet te voren bete'ld wordt, dat hun eigen
tarwe voor hen en hun arbeiders en eigen
graan voor hun vee ge'at.m zalen worden.
Bemiddeling door de Wedcrlandsche regeering?
VcntehiCBc-nde Buitecho, Oastenrij'ksahc en
Zwifcserzche bladen hebben, naar dc Ned.
Anti-Doovlogrraad meld,, molding gemaakt
van de ver klaring over de wenochel ijkheid
van bcxmddolinjg db-or 'do Ned. Regeering,
vei;oe onlangs door dc hoeren Drcsselhuys,
Kooïén en Rutgers in de Ned. pers wend gc-
psublieeörid, inzonderheid in verband met het
on>dcrho-ud, dat "hierop is gevolgd tussohen
den miiitetcr van Bui tonilandsche Zaken ca
het bestuur van den ..Nc-derlatudache Anti-
U o o rl og--R a aiF
Do .^Verwarts" meent, dat in 't iioh-t der
jongste daden van. bellagerentcn de o-pvat-
•ing tfoor deze hoeren van den tegenwoordi
ge® toestand vel vrij optimistisch i-s, ,.maar
do vraag, diie zij op dit o ogenblik zouden
vDlicn. stöMon, is goe«l gesteld en zou, wan
neer buqi vero-mterstelöingen juist zijra ut-
aig kimnen verken. Hun actie heeft oze
grootste sym-pathie en zeker i-s het, dat deze
poging, om de besoh!avin«g uit dc® bloodigen
waanzin terug te - brengen naar het ver
stand van don vrede, in alle volkeren het
r-xslon ra leuken van mïJ2ioenen menschen
aan ha<a-r zifte zal vinden.
Abonnó G. W. P. S. alhier. Dc fietsveg
van Leiden naar Laren is als volgt Brug Lei
derdorp, Groenendijk, Brug Koudekerk, Alfen
aan den Rijn, Zwammerdam, Nieuwkoop. Noor
den Woerdenverlaat, Oudendam, Oudhuizen,-
Nieuwer ter Aa, Nieuwersluis, Loon en, Oud-
Loosdrecht, L-Graveland, Bussnm, Laren. Af
stand ruim 72 K.M.
J. A. S. T., alhier. De kortste weg
van Leiden naar Amsterdam is a's volgt:
Leiden, Warmonderhek, Warmond. Sassen-
heïm, de Leeghwater, Veimeperdorp, Hoofd
dorp, Lijnden, Sloten. Amsterdam. Afstand
42.3 K.M.
Naar het Engolscli van B VRKER SHELTON
(Nadruk vonbofien.)
RoiKsachtilge dénneboo-men stonden in rech
te rij aan weerskanten1 van den emaillen weg,
waarlangs ,ew«oo gebogen menechon voort
sukkelden. Donneniaaiden ha-cMen don grond
■als met ^e-n dik tnpjjt l>cdekf. en bij e/lken
vootsfcap, diep de twoo mannen zetten, woei
een dichte stofwolk op, welke «die figuron~bij
na onzichtbaar maakte. Wellicht hadden cle
mannen dessen weg ncroit genomen, als hij
juist nicl verlaten en afgezonderd ware ge
weest. Hoestende en proes'.eude trokken zij
vorder, nai en dan oen vloek de stilte inzen
dend. Al de hen benauwende zorgen werden
vergeten bij de verzengende liiltc en het'
dichte stof, van b oogenblik. Het felle licht
van den middag «nam reeds sinds eenige uren
wif, maa.r d'e on'barmhartige hitte was no-g
niet verminidoTKh De zon hirug als een rood
rcuzonoog boven de heuvelen, waar benedon
de vel'den van warmte briltden.. Sinds drie
weken was er geen druppel regen gevallenv
Do bei'de mannen, ongunstig-uitziende ty
pen, bioMen «stil onder een den* pij-nhoomen
en droogden hun gezichten. Zij waren grijs
van stof, vuil enl slorctig. Do kleinste der
ftwoe ha«d grijze oogjes, die onrustig uit_de
roodé, gezwollen oogledep gliuurden. Hij Üep
een paar passen achter zijn begeleider aan.
Af en toe keek hij plotseling om. alsof hij
iemanid achtier zich waande. Hij deed dit
tersluiks, dia ar om bleef hij voortdurend oven
aolut^r. Hij was.het ook, die het meest en het
luidst vloekte.
Zij rustten een oogenblik uit' onder don
.boom. Do lange man hervatte den i-ocht het
eerst.
„Kom, BiïLy, vooruit; we gaan overnach
ten bij 't beekje, verderop, het bosch Ln"
,.Ik stik!'' klonk hot terug. ..Viel er maar,
eindelijk wad regen! Jo versmelt van <io
hitte."
„O, «die zal gauw vallen; kom!y' zei (Se
eorste, mood-geveud.
En zij gingen opnieuw voüdlor, terwijl -de
dennenaaldcn onder hu® voeten schenen te
verzengen. Biiüly wierp zich o^poens plat op
den grond.
„Ga jij -maar de^beek zookenf Jim" zei hïj:
j,ik blijf hier liggen/'
.Ja, ja, zoo'n inspanning ben je niet ge
wond, hé. baasje?"
,/t Is niet de inspanning! Neen, 't is dao
vercltraakle melodie, die me dol maakt, kerol,
cn 't is me of eT steeds iemand aahtër me
aanloopt. Ik blijf hier, zoek jij maar naar do
bron,"
„Nu, we hébben geen haast'; ik blijf hier
ook nog even luieren."
Hij strekte zich behaaglijk, o,p een scha
duwrijk plekje uit en begon zélfs te nefuriënw
Billly sprong van schrik overeind, luister
de en riep uit:
„Schel uit, kerel, d«at hoor «ik den heelen
dag al fn mijn mren...,
„Wat heb je toch, Billy? Mag ik nset ©en«
neanriën, a«l9 ik or lust in hob?''
„Niet di^ti wijsje. Hij neuriede dat, toen ik
•hem met den stoel....''
„Zog, Bill, wees voorzichtig en geof er niet
aan t-oe. De hitte heeft je te pakken, 't- Gaat
alles over, als 't maar eenmaal regent."
»Neen, -dat zal 't niet" klaagde Billy,
„h Zal nooit meer veranderen. Aldoor zal
hét klinken in mijn ooren:
Nancy .Tane is een kleine kat,
Hey-o, hey-o, hey-o!
Heeft in haar blauwen mijn hart gevaL
Hey-o, hey-o, hey-ol
Ja zóó! Zóó was liet!"
,9Efier, pak aan, hier heb je een pruim.
Is mijn laatste1' zei Ji«m. Billy mam het brui
ne ba«pje aan. kniikte tot dank. Er viel een
ctilte tusschen de twee mannen, dkxyr Billy'a
smakken cvon onderbroken.
„Zeg ©cms, Jim," zei hij eindelijk,
„Ja?"
„Je hebt gehoord, wat hij tegen me zei?''
„Ja/'
..Hij gircop ook naar de flesch, h
„Ja."'
„Hij wLst wat or ging gebeuren. Was Be
dronken
„Ja, je was aardig aangeschoten^', stemde
Jim toe.
„Alles weoid rood: en. groen voor mijn oo
gvan. Ik zag zij® gezicht ©n boe hef gTijnsdtó
naar mij en hoorde hoe hij weer inzette mei:
Nancy Jane is een kleine kat
Vervloekt! Ik was naet va® plan hem te
'dooden. lik weet zeM niet, hoe ik dien steel
opeens greep. Ik had hem opeens te pakken
en pa[shij rioeg uit ellkaaT! Jomgen.wat
een gekraak!
Heeft in haar Mauwen mijn h'and gevat.
En hijhij zakte inéén, vie\ rochelde
Cn zag «er uit
Billy begon te jammeren.
„Schei nou m«aar uit'' zei Jiimv „Hert is ®Iof
noodig, alles weer op be halten. Vr«oeg of I«aat
was he| toch gebeurd. Idg noi maar sfih met
maar wat uil"
„Jij hebt gemakkelijk praten. Jü hebt niets
op je geweten/'
Jim weaid vroolijik en lachte.
„Ncent maar, je praat als eon dominee, ke
tel; geweten
Billy zag «den anderen me; stekende .oogjes
aan,
„Heb jij nooit iets gedaan, dat je 't liefst
maar verborgen zoaidt wilcn houden? Nooit
menschcn gekend, die je aldoor achtervol
gen, je aanwijzen met: „Die ie hecR
't gedaan? Zeker niet! Anders zou je Diet
zoo hoonond lachen over het woord „gewe
ten" Maar ik houd het niet uit, il ga «^erug
Meteen sprong hij overeind, zijn rooie oo-
gen wijd-open.
„Ga zitte®!-1 eocnmaudeerde Jim koel.
„Denk je dat ik dezen langen weg met je
ben .gegaan, om je in een gril terug te zien
rennen, je ongeluk tegemoet? Gehangen te
worden is geen grapje! Blijf dus hier!"
Billy viel op de® grond terug en groep met
zijn handen naar zijn hoofd.
„En ik ga terug, ik zal, ik wil terug'1 jam
merde hij.
„Houid je mond!" enauwde Jim ongerust
De «dtag wend korter; de avondschemering
viel.
Jim, met rijn kin in de hand, zag op naar
de lucht, waar «de eorste sterren, naar de
maan, boven de heuvelen. Het geluid' van
zwaar ademhalen trof zijn oor. Hij keek om
en zag Billy in vasten slaap. Jim boog zich
oyer hem heen en duidelijk nam hij de die
pe groeven op het vermoeide, vertrokken ge
zicht, waar ook den paarsrooderi gezwollen
plooi o-nder de oogen. Hij merkte op, boe
Billy zijn nagote gedruk;. had in de palmen
van zijn hand. Iets ate raedolb'te-i gleed er
over zijn gezicht.
„O, als 't maar regende," zuchtte h(j.
En 't klonk als een gebod bijDa. Nu strek
te hij zich ook cp den grond neor en viel }ok
in een zwaren slaap.
- Hij schrikte wakker door aanrollende don
der. De takken boven zijn hoofd bogen en
kraakten. Eindelijk eindelük kwam de
ontspanning'.
„BaLlyD kreet hij. „BiLly, ér steekt atorm
ópf"
Geen antwoocd. In het licht van een blik
semstraal ontdek,*© hij, dat hij aUren was cn
i® het volgende oogenblik zag hij Billy in de
verte van de® weg terug te rennen.
Hij zette hem achterna, hem luid bij zijn.
naam roepende, tweemaal viel hij en stiet een
vloek uit, maar opnieuw joeg hij voort, den
ander achterna. Do herinnering aan dat ver
trokken gezicht dwong hem tot die achter
volging.
„AJs hij maar gewacht had op den regen",
jammerde hij „'hij zou stellig anders gedacht
hebben/
- Hij zag, dat de ander hem een niet in te
hallen stuk vooruit was. Van in dc verte dron
gen geluiden van verdwaasd gelach en ge
zang tot hom door
Nancy Jane is een kleine kat...,-
Koude rillingen gleden Jim over den rug,
hij kon nauwelijks a de mm. Hot zweet brak
hem uit.
..Billy U gilde hij, ,,kom terug, kom terug,
arme dwaze «ketel kom terug!"
En hij zonk bewusteloos aan «den kant van!
den weg neer terwijl de eerste regendroppenj
kien. neervielen. 1