No. 17881,
LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 15 Juni.
Tweede Blad Anno 1918.
PERSOVERZICHT*
FEUILLETON
Be ouden. Sleutel.
INGEZONDEN.
Nederland en de Oorlog
Ve&GE^BRIEK.
KI ei no Partijen. De menschen, die
gjecndcm, dat binnen het kader van één partij
geen behartiging van verschillende belangen
mogelijk is én daarom belangenpartij!]-js vorm
den, trachten nu do meest uiteenloopende be
langen we or aan elkaar dienstbaar te maken,
schrijft „DE TIJD".
De ondorofficieronpartij en de politicpartsj
hebben al besloten hun lijsten te verbinden, zoo
dat de stemmen, op deze partijen uitgebracht,
bij olkaar geteld zulten wordon. Een politie
agent. die dus zijn slem op een marechaussee
uitbrengt| zal daardoor een onderofficier tot de
ovorwinning kunnen brengen en zelf achter het
net visschen. Als deze idee doorwerkt, en de
platteland er sbond zich verbindt aan de kunsten-
Diakerspartij, zal de opera-directeur wellicht
nog door de boeren in d6 Kamer worden ge
bracht en dus zedelijk verplicht zijn over
kunstmest, te oreeron
Zoo zouden de pestman.-en met den drank-,
handel kunnen samengaan en zou een drankbe
strijder-brievenbesteller medewerken aan do
verkiezing van een kaslcioin. Ja, als het plan
van de ,,TELEGRAAF"-redactie1 die allemaal
nieuwe menschen in de Kamer wil hebben, in
stemming vindt, dan zouden al de nieuwe par
tijen hun lijsten kunnen verbinden, maar dan
had men toch een veel gekkere agglomeratie van
kiozors, dan men zich ook maar in éón poli
tieke beginselpartij denken kan. Willen de hoe
ren nog eenige kans op succes hebben, dan
zullen zij toch deze richting uit moeten, al be-
teekenen zij daardoor dan ook* zelf het vonnis
over hun eigen.optreden.
Ons z o m e r u i t s t a p j e, De „PROV.
GELDERSCHE EN NIJMEEGSCHE COU
LANT"' zegt: Dat ziet er heol_treurig uit. Dat
men niet naar hot buitenland kan gaan, is min
der; daar zijn wij al lang aan gowend en de
lust er too is zelfs niet bijzonder groot. De mid-
delklasso had er ook niet veel bokoefto aan en
deed het vroeger, voor een deel, omdat het zoo
hoorde of voornaam leek.
Wij waren nu bozig ons eigen -land te ont
dekken en hel viel mee. Er is ook werkelijk
heel veel schoons te vinden, veel meer dan do
meesten ooit gedacht hadden. Wij denken nu
niet aan die betrekkelijk kleine groep van men
schen met dikke portefeuilles of die op c-rediet-
brieven reizen; die den neus optrekken voor elke
plaats, die geen hotel heeft, dat met do beste
uit Zwitserland kan wedijveren; maar aan den
goed gezeten burgerstand, die nog gevoel heeft
voor de omgeving en zich wel wil schikken in
het onvermijdelijke; die geen Sthipen op het lijf
Rijgen of zich een blpeduitstorting op den hals
halen als het middagmaal niet uit 6 gangen bo-
ctaat en er geen 20 kellners om de gasten heen-
zwormee; van die menschen, die uit zijn om uit
to zijn, om te-genieten; dio kleine genoegens ook
nog een genoegen vinden en zelfs uit wat be
helpen en uit wat teleurstelling oen genoegen-
tjo weten te distllleeren.
Voor deze menschen ziet het -or niet al te
best mi
Do >poo. directies hebben al aangekon
digd, rial zij, naar het heet om het verkeer te
beperkfti- r!o tarieven weer zullen verlujpgecn.
^Do onder. 1 'ng van verleden jaar schijnt goed
te zijn geweest. Meteen is er besloten, om het
aantal treinen wat te verminderen, althans niet
of zeer wo n-g uit te breiden. Het zal dus al
een kunststuk, en meer dan dat, worden ora
behoorlijk ter plaatse te komen, als> de keuzo
niet op den allernaasten omtrek valt.
Maar da.n komen de pension- on hotelhou
ders aan hot woord. Vanwege.de duurte hebben
zij de prijzen verhoogd; voor ttoeo jaar begon
het al, verleden jnar is het voortgezet, en nu
wordt er og wat opgelegd, „niet waar. als jo
't den mcnsclien goed wil geven, dan kan het
niet minder
Maar dal goed geven" is nu juist de kunst.
Hoe hooger de prijzen worden, hoe minder men
krijgt. De boeren houden de eieren vast en je
ku toch niet eeuwig en altijd eieren geven, al
vertelt het kookboek ook van honderd en zoo
veel caanicren, waarop ze bereid kunnen wor
den. Visch komt er woinig. Onze vriendelijke
buren ter wederzij schijnen ook van visch te
houden en sleepen een volgeladen visschers-
schuit in de wacht. Veel verscheidenheid is er
niet en eiken dag visoh, valt ook niet mee.
Vleesch, vandaag heeft zelfs onze hond ge
kwispelstaart, toen hij iets rook, dat van een
viervoetig dier afkomstig was, en als er een
vet varken vervoerd wordt, loopt do halve stad
uit om het wonderdier to zien; men zou zoo'n
Naar hot Engelsch
door L. G. r^BELEV
27)
Want, als ik u an het minst tot laat bon,
dan rchrijf ik aan mijn voogd en vraag of
hij wat voor mij bedlcnkon wil. Ik wou me
vrouw Dorfield liever niet lastig vallen. Ik
boa bang, dat Lady Framloy stervende is."
„Lastig om j© bij mij to hebben? Noen,
stellig is dlat niet lastig." De stenl van
juffrouw Dunbar was nog een beetje
scherp, maar het word! al beter, toeta zij
Hilary aanzag. „Tony cal je nooit willen
laten vertrekken, voordJat hij dat baar pre
cies gekregen heeft zooals hij verlangt
en je bont zoo geschikt om het. kind te
helpen. O, lieve kind!Ik ben een-slecht
gehumeurde oude vrouwJe moet niet te
veel waarde hechten aan mijn vinnige op
merkingen," voegde zij er berouwvol bij.
,,Tk vind liet eenvoudig engelachtig van
u en van mijnheer Dunbar mij hier te laten
logeeren", antwoordde Hilary. „Het is
hier zoo rustig en ik houd van het ruime
atelier en van Babs en van dien heerlijken
tuin en van die duinen en en van alles."
Zij zat achterover op het lage stoeltje en
hief het hoofd op, om door de takken van
den platsanboom te kijken naar het blauw
van cfe avondlucht, reeds gevlekt met rose
2onsondergangswolkjes. „Hier komen in clt
heerlijke buitenhuis is voor mij of ik in een
hiouwe wereld) kwam", ging zij dlroomerig
voort. „Mo edfer vertel die mij zooveel over
huifcenplaatwea;, waar zy gewosmd! had, toe®
beest voor geld te kijk kunnen geven, zooale
men vanouds met kalveren met twee koppen op
do kermis deed of met extra-dikke juffrouwen.
Sommigen hebben aanvankelijk misschien nog
gedacht aan het platteland en besloten maar
„don boor" op te gaan, maar nu ten platten lan
de do boel ook „geïnventariseerd" wordt, dreigt
ook dit overleg geen effect te zullen hebben.
De slotsom is, dat do reis naar het zomer-
pension duur wordt en veel tijd eischt; de
pbnsionp rijzen zijn hoog en wat men er voor
krijgt, laat, wat de verscheidenheid en de hoe
veelheid betreft, te wenschen over ten minste
in do bescheiden zomergelegenhoden. Misschien
komt er nog bij, dat men een afzonderlijke
tasch met allerlei kaarten en bons moet mee
brengen es dat de verwisseling daarvan een dag
van het buitenverblijf in beslag neemt, zoodat
er met de heen- en terugreis drie dagen uit
geschakeld worden.
't Zou niet te verwonderen zijn, als velen er
maar van afzagen; of zou de gewoonte al zoo
sterk zijn geworden, dat zij tot een behoefte ia
uitgegroeid?
Er is nog één uitweg; deze, dat men de ont
dekkingsreizen, die eerstvan het buitenland
tot hot binnenland zijn beperkt, nu bepaalt tot
den allernaasten omtrek. Dat kan ook zijn nut
hebben, want menigeen weet meer van de
streek, waar hij veertien dagen zomerde, dan
van de plaats, waar hij de overige 50 weken
doorbracht.
Inlevering bons Centrale Keuken.
Mijnheer de Redacteur!
Verzoeke beleefd plaatssing voor het na
volgende:
's Vrijdagsavonds doet de burgemeester
in uw blad mededeeling, welke bons er voor
de verschillende levensmiddelen, gedurende
eeu_ week geldig zijn. In dat zelfde nummer
publiceert ook de Directie van de Centrale
Keuken het menu voor de a.s. week, waarb^
zij' tevens vermeldt welke bons daarvoor
moeten worden ingeleverd. Nu is het toch
logisch, dat elkeen de overschietende bons
(indien hjj ten minste zijn eten betrekt van
de Keuken) zoo spoedig mogelijk voor de
daarop beschikbare levensmiddelen inwis
selt. Ik heb hier meer speciaal op het oog
de bons voor vleesch en eenheidsworst. Dus,
ieder zal begrijpen, dat men geen bons
bewaart, daardoor zou hij de kans beloo-
pen, dat zij later ongeldig waren. Trouwens,
van bezwaren kan geen sprake zijn, daar het
rantsoen levensmiddelen, ook al eet men van
de Centrale Keuken, nog ontoereikend is.
Wat zien wij nu echter gebeuren?
Dat, bij een zeker menu, gevraagd wordt
inlevering van een bon, welke één week, soms
ook twee weken, te voren, door den burge
meester reeds- geldig verklaard was.
Rn elk zal begrijpen, bij de tegenwoordige
schaarschte van levensmiddelen, welk" een
dwaze eisch dit is. Welk arbeider zal zijn
bon voor eenheidsworst nu bewaren om dien
een week of veertien dagen later in te Jeve-
ren arju de Centrale Keuken?
Dat is toch z?eker aj te mal?
Het is te hopen, dat de directie van de
de Centrale Keuken hieraan haar volle aan
dacht wijdt, daar verscheidene burgers, welke
geregeld hun eten van de Keuken belrekken,
hiervan de dupe worden en dien dag geen
eten van de Centrale Keuken kunnen be
trekken.
Ik acht het toch logisch en billijk, dat de
directie der Cenirale Keuken voor haar menu
in een zekere week, 1 ons kat inleveren.welke
diezelfde week wo d n b schikbaar ge t ld.
Hopende, dat hieiiu spoedig verandering
worde gebracht, verblijf ik, dankend voor de
plaatsruimte,
Uw Abonné,
v. H.
Leiden, 13 Juni 1918.
De levensmlddelenprijzen.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
publiceerde in afl. 5 1918 van zijn maand
schrift verhoudingscijfer der prijzen-van
eenio doogr een 6-tal coöperaties verkochte
artikelen, waarvoor vergelijking met vroe
gere perioden mogelijk was. (De prijzen
van 1893 zijn gelijk 100 gesteld!)
zij een jong meisje was; maar ik had nooit
gedacht, dat het zoo möod was."
„Waar heeft je moeder gewoond, toen ze
een jong meisje was?" vroeg Miss Dunbar.
Zij was behept met die gezonde nieuwsgie
righeid van die vtouw van middelbaren leef
tijd, wier gezichtskring altijd beperkt ge
weest was, wier verstandelijke vermogens
nooit behoorlijk ontwikkeld! waren. „Uit
welk gedeelte van het land was zij afkom
stig?"
„Ik geloof niet, dat ik het weet," zei
Hilary langzaam na een oogenblik stilte.
„Het is mij te voren nooit opgevallen,
maar ik ken den naam na et van het dorp,
waar moeder woonde, toen zij een jong
meisje was, eri ik weet zelfs niet in welk ge
deelte van Engeland het was. Het scheen al
tijd of ik er alles van wist, omdat moedors
bescrij vingen het mij zoo duidelijk voor
oogen stelden maar den naam heb ik
nooit gehoord!."
„Heeft je moedler je daar nooit mee naar
too genomen?"
Juffrouw Dunbar zag Hilary scherp in
het gezicht, dat een weinig betrokken was.
„Neen, het was een heel eind van Londen
af. Dat is alles, wat ik er van weet. En wij
kondion nooit lange reizen doen. Maar het»
was een klein dorpje en moeder zei dat ear
groot© heidevelden en moerasen om heen la
gen bedekt met heideplantenen mid-
den in het dorp was een grasveld met een
groot en kastanjeboom en dat was de plek,
wa<ar al de dorpsbewoners met elkaar kwa-
men praten. En recht door bet dbrp liep
een beekjehet heldere water liep snol over
do sbeenen. Ik herinner mij altijd do be
schrijving van dat beekje; het maakte in
druk op mijn kinderlijke verbeelding."
»,Hm 1" merkte juffrouw Dunbar op, met
De verhoudingscijfera waren voor koffie
88 in 1914 176 in April 1918, margarine
reep. 99 en 133, baterolie 97 en 448, basterd
suiker 91 en 118, suiker (melis) 89 en 103 en
zout 80 en 190.
Uit een vergelijking van de prijzen van
een aantal artikelen in Maart 1918 en
April 1918 blijkt, dat de Gouclsche kaas
steeg met 2 pet., boterolie met 10 pot. en
raapolie met 6 pet. De volgende artikelen
werden niet in prijs verhoogdbruine boo
nen, witte boonen, capucijners, grauwe
erwten, boekweitgort, havergort, Leicfeehe
kaas, koffie, margarine, boekweitmeel, rog
gemeel, tarwemeel, patent olie rijst basterd
suiker, suiker (melis) vermicelli, zachte
zeep en zout.
Het verhoudmgscijfer van de gemiddel
de prijzen van cokes bij een 8-tal gemeente
lijke gasfabrieken, in 1913 100 gesteld,
beliep in de grooté gemeenten in 1914
95,58 en steeg vervolgens Lot 123,73 in 1915,
152,10 in 1916, 224,66 in 1917 en 280,18 in
April 1918 het verhojclngscijfer, berekend
naar de gemiddeld© prijzen per H.L. boven
die krachtens -de rantsoeneering toe te ken
nen eerste 11 brandlstoffeneenheden bedroeg
in de maand April 1918 421,63.
Distributie van str<w».
De minister van Landbouw brengt ter ken
nis, dat eene. regeling wordt voorbereid cm-
trent de distributie van stroo van den oogst
1918. He; ligt in d© bedoeling het vervoer van
'alle stroo slechts te doen geschieden op ver-
voerbewïjs, terwijl tevens maximumprijzen
voor de veraohiliende stroosoorton zullen
wordt vastgesteld en een zoo billijk mogelijk©
verdeeling over veehouders, als ook verschil
lende industrieën, zal worden inges-eld.
De voorbereiding en uitvoering dezer maat
regelen zal wordèn opgedragen aan de li
chamen welke tharra zijn belast met de dis
tributie van hooi: d. vr. z. het Centraal Hooi-
bureau en de Provinciale Hooibureaus.
Geneesmiddelen.
De minister van Landbouw heeft bepaald,
dat ma, wijziging in zooverre van de ter zak©
bestaande bepalingen ontheffingen van het
verbod tot aflevering en vervoer van genees
middelen en chemicaliën zoowel door den
directeur van het Rijkskantoor voor Genees
middelen, Verbandmiddelen en Voorwerpen
voor geneeskundig gebruik, als door den di
recteur van het Rijkskantoor voor Chemica
liën, kunnen worden verleend.
Berechting van smekkelzaken.
Een bewijs, hoe omvangrijk de smokke
larij is, ia wel het volgende
De Arnheonsche rechtbank houdt reeds
vier of vijf dagen strafzitting en behandelt
dagelijks ongeveer honderd zaken. Doch
niettegenstaande deze snelle wijze van wer
ken mogelijk wijl die meeste beklaagden
tooh ndet verschijnen is er nog een ach
terstand van ongeveèr zes zeven duizend
smokkelzaken.
Naar hun land terug.
De in IJmuklen aangebrachte Duitseho
vliegers hebben toestemming gekregen 'fc
land te verlaten en zijn gistermiddag huis
waarts gereisd. Zij gaven schipper Roele-
veld van -den logger „Mars", een schrif
telijke verklaring, vermeldende een relaas
van het ongeval en de redding, benevens
een dankbetuiging die de schipper zou
kunnen vertoonen, als hij door Duitseho
strijdkrachten mocht- worden aangehou
den.
Het'gevaar van 't uitloven van soheaispremles-
Men schrijft aan het „Bbld."
Vooral'dit voorjaar, nu er door de hooge
premie, die deswege werd uitgeloofd,
gitoote oppervlakten weiland zijn omge
legd om voor de teelt van bruine boonen
te worden bestemd, schijnen verschillen
de boeren op het denkbeeld te zijn geko
men om hun jonge ontginningen, die pri
mitief aangewezen waren om als bouw
land te worden gebruikt, tot weiland te
bestemmen. De opbrengst, die ze bij het
steeds meer nijpende kunstmestgebrek
van dergelijke gronden kunnen verwach
ten, zoolang ze tot bouwland bestemd zijn
is tooh zeer gering, zoo redeneeren ze en
naar ze hopen, zal over enkele jaren de
regfleering, evenals thans, ook nog ge-
de ooger. nog steeds gevestigd op het droo
merige, in gedachten verdiepte gezicht;
„het klinkt of heb in Dartmoor of Yorks
hire geweest ia."
„Ik weet het niet." Hilary stond op
met een zuchtje „ik wou, dat ik het wist.
Ik zou zoo graag dét dorpsplein willen zien
en den kastanjeboom en de snelvlietende
beek over dè witte steenen en de groote
heidervelden er rondom. Maar ik zal den
naam van moeders tehuis nooit te weten
kunnen komen."
„Heeft zij geen brieven, geen dlagboeken
„nagelaten; niets, waardoor je iets kon hoo-
ren van haar jeugd en haar familie?"
„Neen, niets. Dr. Harding heeft mij het
cachet laten zien, dat zij hem stervende ge
geven heeft hot was iets, dat zij altijd
droeg. Er staan twee ineengestrengelde
handen op en eon motto. Zij heeft mij ver
teld, dat mijn vader het haar gegeven heeft
vóór hun huwelijk.
„Misschien is het een familiewapen
„Dat weet ik zelfs niet, ja of neen." Hi
lary sprak heel langzaam en peinzend. „En
dit was moeders engagementsring. Moeders
hand was zoo mager, de ring was te wijd
voor haar geworden en op dien dag, toen
zij uit Looiden vertrok, gaf zij hem aan mij,
ik moest hem dragen en er goed voor haar
op passen. Het was de dag, dat zij gestor
ven is, toen ze hem mij gaf."
De stem van het jonge meisje haperde en
begaf haarstilzwijgend nam zij hem van
haar vinger en reikte haar gastvrouw een
klein ringetje toe, één enkele diamant, in
gcrudJen klauwen gezet.
„Dit zijn hun vóórletters die van^moe-
der etn van vader binnen in dein ring gegra
veerd," voegde Hilary er bij, haar stem een
vaster Hank gevende, met het zelfbedwang
noodzaakt zijn, sdheurpremies uit te lo
ven, wil ze de voorziening van broodkoren
op voldoende wijze verzekeren. Bestem
men ze daarom thans dergelijke gronden,
voor weidebouw, dan is, door de hooge
weidegelden, die er bedongen kunnen wor
den, de geldelijke opbrengst grooter dan
wanneer exploitatie als bouwland plaats
heeft, terwijl bovendien over kortoren of
langeren tijd nog het vooruitzicht bestaat
op het ontvangen eener soheurpremie.
Niettemin zou het, zelfs bij een geringe
korenopbrengst, voor onze voedselvoor-
zining meer gewensoht zijn, dat dergelij
ke eigendommen als bouwland in gebruik
gebleven waren, waaruit alweer voor den
zooveedsten keer de wenschelijkheid naar
voren treedt om in plaats van scheurp re-
mies uit te loven, hoogere eenheidsprijzen
voor de verschillende korensoorten vast
te stellen, waardoor het in het belang van
eiken boer zal worden om ieder perceel,
dat voor korenbouw geschikt is, ook in
derdaad daarvoor te bestemmen.
Smokkelarij.
Men meldt uit Zevenaar: v
Te Babberick ontd kten twee sold at-T m-
miezen eenige pers nen, op naar de
grens. Het bleken een tiental jonge kereis
te zijn, elk beladen met een g oot pak. Er
volgde een worsteling; de sm kkclaa s kon
den niet in bedwang worden gehouden en
nadat rij de soldaten niet kon'd.-n over
rompelen, vluchtten z j weg in de dui rter'n.s
met achterlating der pakkei. D.ze b. vatten
koffteboonen en caca poede: te: aa.d van
enkele duizenden guldens.
In den laatsten tijd werd.n kier en in
andere omliggende grensplaatsen van rijd
tot tijd nog groote kwantums zj p in be_ ag
genomen. Het is natuurlijk niet te e...o.i-
"deren, dat men hier aan de-grens .vu! ver
bazing naar zulke confiscati n hoor le, om
dat in den vrijen handel zeep' en cac p jcdvr
in grensplaatsen tot de hoog© uitzond-ri gen
is gaan behooren.
Hoe dat mogelijk is?
Toen de bestrijding van de smokkelarij
verleden jaar steeds - strenger weid, heelt
zich een combinatie gevormd van ui teoz n
smokkelaars, dia over de noodige cuma. ten
kunnen beschikken. Tal vaia b.>eeaz,o s,
landbouwersknechts, bakkers, ba e s, do
zijnen jonge kereis uit den a .,eid.rs- esi
middenstand °zijn bij deze combinatie t>3-
trokken. Deze wijdvertakte be de keeït in
het heel© land relatiën. Terwijl een deel
hunner b.v. de Utrechtsche paard ;nmarkt
bezoekt, een ander deel naar Amsterdam
gaat om autobanden te koopvn, is ©en de-de
ploeg in een onzer grootste een La, bij voor
keur Amsterdam of Den Haag, ia actie om
inkoopen te doen. Dezo lieden ie.eu ro..,aa
logeeren in de beste hotels en knoopen al
dus kennis aan met de grossiers ys.n o .s
rand. Inmiddels sluiten andere gilde' roe-
ders een gulden vrede met de soldaat kom-
miezén aan de g*rens en houden fuissnde
of wandelende leden een wakend oogje op
de gToote- en binnenwegen van o:is uit ;e-
sirekte grensgebied. Is het wondsr, dat bij
een dergelijke, prachtig opgcz tte organi
satie het smokkelen moeilijk te bc£t ijken is?
Eenigen van deze bende werden r:eds uit
gewezen en vestigden zich in het zooge
naamde „vrije" gebied, b.v. Zeist-Drieber-
gen of Utrecht. Hdar vormt z'ch dan een
uitgangspunt, van waaruit de nachtelijke
expedition naar de grens, veelal ook weder
in gedeelten en met tusschenprozen p'aats
hebben. De usance, iederen nacht eenige
kilometers af te leggenten dit vol te houden,
tot men dicht brj en ten slotte over de grens
is. Zoo laat het zich dan ook verklaren,
dat aan de grens soms nog flinke partijkies
in beslag genomen worden. Bij een dergelijke
organisatie is het mogelijk gebleken, hon
derden ponden harde zeep in het grensge
bied te brengen voor uitvoer, terwgl in
dat gebied geen stukje harde zeep buiten
d© distributie te verkrijgen is.
Op do Noordzee.
Een oud-Klamper, die aan boord van de
„Hollaniiia" was geplaatst, zij was op
weg naar Christiaansund en Alesund
verteilt leukjos in een particulier briefje
van wat er tegenwoordig al zoo te bele
ven es op de „vrije" Noordzee. In die
dat een belangrijk deel van haar karakter
uitmaakte.
Juffrouw Dunbar hield dien ring op, zoo-
diat het licht der ondergaande zon ten volle
viel op de ingegraveerd!© letters „J. A."
en een düfum.
„Mijn moeder heette Antonia en mijn va-
dter John. Dat is allee, wat ik van hen over
heb," zed zij mot een dramatisch tintje, zoo
wel onbewust als aandoenlijk.
„Het is heel vreemd en heel droevig," zei
juffrouw Dunbar met. overtuiging, „maar
je zult altijd vrienden genoeg vinden,"
voegde zij er bij, terwijl rij haar hand uit
stak en düe van Hilary streelde met een op
vallende sympathie, die men niet gewoon
van haar was en die haar daardoor wat
vreemd afging. „Je hebt een soort natuur,
cfie de wereld doorgaat, vrienden ma
kende."
„Mevrouw Redburn wou een oogenblik
spreken, juffrouw."
Het was de stem van het kamermeisje,
dat heb gesprek kwam storen, „Zij wou
mijnheer Dunbar over zaken spreken, maar
omdat mijnheer uit is, vroeg rij naar u."
Achter die nette Jane, het kamermeisje,
verscheen mevrouw Redburn voor het raam
van' dé ontvangkamerhaar gracieuze ge
stalte kwam uit als een silhouette tegen de
roode lucht; het jonge meisje kon haar be
wondering niet onderdrukken, toen de be
zoekster in het volle gericht kwam, toen zij
het grasveld langzaam overstak achter An
nie aan.
„Ik heb nooit zulk een mooi iemand ge
zien," was de gedachte, die bij Hilary op
kwam, terwijl haar oogen bleven rusten op
Hilda Redbiirns gezicht met een bewonde
ring, dSo zij niet poogde te verborgen. „Ik
dacht dat ook al, toen ik haar dien eersten
paar dagen beeft hij wel van alles mee
gemaakt. Wij laten bem bier zelf zün
avonturen vertellen.
„Na een uurtje, terwijl we nog in den
Waterweg waren, moesten we terugkee-
ren wegens de slechte kolen, waarna we
Maandagavond 9 uur opnieuw vertrokken
en om 12 uur in zee waren. Ze« urea
daarna werden we al aangehouden en
onderzocht door .een Engelsche torpedo
jager. Een uurtje later mochten we door
gaan. Den volgenden dag in de z.g. „vrije
vaargeul" veel mijnen gezien; griezelige
beestjes, hoor! Woensdagavond 11 uur
was het een Duitsche torpedoboot, welke
ons aanhield en onderzocht; we konden 12
uur doorgaan, na een verklaring getee-
kend te hebben 1 Om 1 uur van hetzelfde
laken een pakDondermorgen na 8 uur
toen ik me eens even bad uitgekleed,
aangezien iik na Zonclag geen kleeren bad
uitgedaan we waren toen buiten de
geul lag ik juist een half uur in kooi,
toen de 2e stuurman komt binnenstormen
met. het bericht dat er een onderzeeër op
ons te vuren lagkom er uit- Die uit-noo-
diging liet ik me geen tweemaal zeggen.
Ik sprong mijn kooi uit, wat met een
krachtterm gepaard ging, vloog naar de
brug en daar zak ik dat kr.... op ons vu
ren op grooten afstand; het laatste schot
was pl'.m. 500 M. van ons af. Daarna heb
ik me met die reddingsboot naar den on
derzeeër laten roeien, wel een half uur
lang en dat in volle zee, ben aan boord
gekomen, en liet de scheepspapieren zien.
Een „Schein" mankeerde volgens den
commandant on dus moesben we opge
bracht worden. Ik bleef aan boord en de
sloep werd op sleeptouw genomen, rich
ting „Hoilandia". Toen we dichtbij wa-ren
ging ik weer in desloep en kreeg ©en
prijsb erna lining mede, gewapepend met re
volvers, brandbommen en meer van dat
speelgoed.
In plaats van om de Noord, gingen wa
nu om de Zuid, doch om zeven uur van
dienzeifden dag komt me weer zoo'n„Kul-
tur" boven en begint ook te paffen, het
tweede sch-ot rakelings over den deklast
heen, voor er over en achter er af, ter
wijl het net een kanarievogeltje leek, zoo
zong dat projectiel. „Bücke schreeuwt
Herr Oberleutnant (van de prijsbemaa-
ning), die bijna dubbel sloeg van schrik,
net of dat wat helpen konzoo'n ding
gaat wel door een ijzeren schip heen, wat
wil dan zoo'n houten schot bij de brug
helpen Ik had weder de twijfelachtige
eer naar de duikboot te mogen roeien met
de papieren, waarna we verder mochten.
Na di*ie en oen half etmaal stoomen kwa
men we in onze nieuwe haven „Swine-
münde" aan, kwamen te liggen aan een
eiland, mochten niet. aan den wal en kre
gen bewaking bij ons, net of we gevange
nen waren, om na twee weken later te
hooren dat we ,nrij"sverldaarcfwaren.
Vervolgens is de bemanning,waaronder
ik, onder geleide van twee militairen
de kapitein is een paar dagen later geko
men naar huis „getreDd*". Na twee
dagen „ziften" waren we gelukkig weer
in Holland".
En vervolgen^ een en andier vertellende
ove-r hoe -hij het in Duit-scliland vond
heel treurig vooral wat voeding betreft,
veel rouw, veel militairen en veel zwarte
gezichtenbesluit hij met zijn indruk
dat het nog altijd heilig Holland- is Daar
bij vergeleken hebben wij het heer nog
heilig. („Kamper Crfc.")
J. K te Leiden. Per Holi. Spoor via Am
sterdam naar Delden f 3.60 enkele reis.
L, H, te Oegstgeest. De prijs per Hol!.
Spoor van Leiden naar Arkel bedraagt f 1.75
peT enkele reis.
De kortste weg per fiets is Oegstgeest, Leiden
over Leidschendam naar Delft, Rotterdam,
Dordrecht over Sliedrecht naar Arkel, provincie
Gelderland.
Zending in Mr. Dunbars atelier zag. Heè
valt mij nu nog meer op."
„Het spijt mij, dat ik u moet storen," zei
mevrouw Redburn met een koele stem, die,
niettegenstaande cüe koelheid, een merk
waardige bekoorlijkheid had, „maar mijn
man wou graag, ctaar ik hier toch passeer
de, dat ik even een vaste afspraak maakte
met mijnheer Dunbar omtrent het portret,
dlat hij zou schilderen. Is hij niet thuis?"
„Neen, hij is altijd in de duinen om een
schaapherder met zijn schapen té schilde
ren," antwoordde juffrouw Dunbar kortaf,
met een gevoel van fijne voldoening, het
dbze trotseho dame duidelijk te kunnen ma
ken, dat rij de eer geschilderd te worden
door Anthony Dunbar deelde met een een-
voucKgen schaapherder en zijn kudde.
„Mijn man wou mij laten poseeren voor
mijn portret in mijn eigen boudoir in het
Klooster", zei mevrouw Redburn, niet let
tende op de inlichting omtrent schaapher
ders. „Zou mijnheer Dunbar dat voor mij
kunnen schikken?" Zij deed die vraag op
een toon, alsof rij bevelen uitvaardigde aan
juffrouw Dunbar, clo toch al voelde, dat zij
gegronde grieven had tegen de bezoekster,
omdat haar eigen aanspraken als Tony's
tante-geheel over het hoofd werden gezien
en h?et woeste voorkomen a.annam van een
woedende kip, zooals Hilary tot haar- amu
sement voor zichzelve opmerkte.
„Ik kan u totaal niet zeggen welke af
spraak mijn neef in staat is te maken," ant
woordde juffrouw Dunbar stijfzij bood
haar bezoekster geen stoel aan en bleef zelf
récht voor haar etaan. „Ik kan u volstrekt
niet zeggen wat hij kan dtoen ten opzichte
van dat portret."
„Lieve hemel, boe vervelend! En u is ze
ker met aangesloten aan de telefoon, f