No. 17881, LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 15 Juni. Tweede Blad Anno 1918. PERSOVERZICHT* FEUILLETON Be ouden. Sleutel. INGEZONDEN. Nederland en de Oorlog Ve&GE^BRIEK. KI ei no Partijen. De menschen, die gjecndcm, dat binnen het kader van één partij geen behartiging van verschillende belangen mogelijk is én daarom belangenpartij!]-js vorm den, trachten nu do meest uiteenloopende be langen we or aan elkaar dienstbaar te maken, schrijft „DE TIJD". De ondorofficieronpartij en de politicpartsj hebben al besloten hun lijsten te verbinden, zoo dat de stemmen, op deze partijen uitgebracht, bij olkaar geteld zulten wordon. Een politie agent. die dus zijn slem op een marechaussee uitbrengt| zal daardoor een onderofficier tot de ovorwinning kunnen brengen en zelf achter het net visschen. Als deze idee doorwerkt, en de platteland er sbond zich verbindt aan de kunsten- Diakerspartij, zal de opera-directeur wellicht nog door de boeren in d6 Kamer worden ge bracht en dus zedelijk verplicht zijn over kunstmest, te oreeron Zoo zouden de pestman.-en met den drank-, handel kunnen samengaan en zou een drankbe strijder-brievenbesteller medewerken aan do verkiezing van een kaslcioin. Ja, als het plan van de ,,TELEGRAAF"-redactie1 die allemaal nieuwe menschen in de Kamer wil hebben, in stemming vindt, dan zouden al de nieuwe par tijen hun lijsten kunnen verbinden, maar dan had men toch een veel gekkere agglomeratie van kiozors, dan men zich ook maar in éón poli tieke beginselpartij denken kan. Willen de hoe ren nog eenige kans op succes hebben, dan zullen zij toch deze richting uit moeten, al be- teekenen zij daardoor dan ook* zelf het vonnis over hun eigen.optreden. Ons z o m e r u i t s t a p j e, De „PROV. GELDERSCHE EN NIJMEEGSCHE COU LANT"' zegt: Dat ziet er heol_treurig uit. Dat men niet naar hot buitenland kan gaan, is min der; daar zijn wij al lang aan gowend en de lust er too is zelfs niet bijzonder groot. De mid- delklasso had er ook niet veel bokoefto aan en deed het vroeger, voor een deel, omdat het zoo hoorde of voornaam leek. Wij waren nu bozig ons eigen -land te ont dekken en hel viel mee. Er is ook werkelijk heel veel schoons te vinden, veel meer dan do meesten ooit gedacht hadden. Wij denken nu niet aan die betrekkelijk kleine groep van men schen met dikke portefeuilles of die op c-rediet- brieven reizen; die den neus optrekken voor elke plaats, die geen hotel heeft, dat met do beste uit Zwitserland kan wedijveren; maar aan den goed gezeten burgerstand, die nog gevoel heeft voor de omgeving en zich wel wil schikken in het onvermijdelijke; die geen Sthipen op het lijf Rijgen of zich een blpeduitstorting op den hals halen als het middagmaal niet uit 6 gangen bo- ctaat en er geen 20 kellners om de gasten heen- zwormee; van die menschen, die uit zijn om uit to zijn, om te-genieten; dio kleine genoegens ook nog een genoegen vinden en zelfs uit wat be helpen en uit wat teleurstelling oen genoegen- tjo weten te distllleeren. Voor deze menschen ziet het -or niet al te best mi Do >poo. directies hebben al aangekon digd, rial zij, naar het heet om het verkeer te beperkfti- r!o tarieven weer zullen verlujpgecn. ^Do onder. 1 'ng van verleden jaar schijnt goed te zijn geweest. Meteen is er besloten, om het aantal treinen wat te verminderen, althans niet of zeer wo n-g uit te breiden. Het zal dus al een kunststuk, en meer dan dat, worden ora behoorlijk ter plaatse te komen, als> de keuzo niet op den allernaasten omtrek valt. Maar da.n komen de pension- on hotelhou ders aan hot woord. Vanwege.de duurte hebben zij de prijzen verhoogd; voor ttoeo jaar begon het al, verleden jnar is het voortgezet, en nu wordt er og wat opgelegd, „niet waar. als jo 't den mcnsclien goed wil geven, dan kan het niet minder Maar dal goed geven" is nu juist de kunst. Hoe hooger de prijzen worden, hoe minder men krijgt. De boeren houden de eieren vast en je ku toch niet eeuwig en altijd eieren geven, al vertelt het kookboek ook van honderd en zoo veel caanicren, waarop ze bereid kunnen wor den. Visch komt er woinig. Onze vriendelijke buren ter wederzij schijnen ook van visch te houden en sleepen een volgeladen visschers- schuit in de wacht. Veel verscheidenheid is er niet en eiken dag visoh, valt ook niet mee. Vleesch, vandaag heeft zelfs onze hond ge kwispelstaart, toen hij iets rook, dat van een viervoetig dier afkomstig was, en als er een vet varken vervoerd wordt, loopt do halve stad uit om het wonderdier to zien; men zou zoo'n Naar hot Engelsch door L. G. r^BELEV 27) Want, als ik u an het minst tot laat bon, dan rchrijf ik aan mijn voogd en vraag of hij wat voor mij bedlcnkon wil. Ik wou me vrouw Dorfield liever niet lastig vallen. Ik boa bang, dat Lady Framloy stervende is." „Lastig om j© bij mij to hebben? Noen, stellig is dlat niet lastig." De stenl van juffrouw Dunbar was nog een beetje scherp, maar het word! al beter, toeta zij Hilary aanzag. „Tony cal je nooit willen laten vertrekken, voordJat hij dat baar pre cies gekregen heeft zooals hij verlangt en je bont zoo geschikt om het. kind te helpen. O, lieve kind!Ik ben een-slecht gehumeurde oude vrouwJe moet niet te veel waarde hechten aan mijn vinnige op merkingen," voegde zij er berouwvol bij. ,,Tk vind liet eenvoudig engelachtig van u en van mijnheer Dunbar mij hier te laten logeeren", antwoordde Hilary. „Het is hier zoo rustig en ik houd van het ruime atelier en van Babs en van dien heerlijken tuin en van die duinen en en van alles." Zij zat achterover op het lage stoeltje en hief het hoofd op, om door de takken van den platsanboom te kijken naar het blauw van cfe avondlucht, reeds gevlekt met rose 2onsondergangswolkjes. „Hier komen in clt heerlijke buitenhuis is voor mij of ik in een hiouwe wereld) kwam", ging zij dlroomerig voort. „Mo edfer vertel die mij zooveel over huifcenplaatwea;, waar zy gewosmd! had, toe® beest voor geld te kijk kunnen geven, zooale men vanouds met kalveren met twee koppen op do kermis deed of met extra-dikke juffrouwen. Sommigen hebben aanvankelijk misschien nog gedacht aan het platteland en besloten maar „don boor" op te gaan, maar nu ten platten lan de do boel ook „geïnventariseerd" wordt, dreigt ook dit overleg geen effect te zullen hebben. De slotsom is, dat do reis naar het zomer- pension duur wordt en veel tijd eischt; de pbnsionp rijzen zijn hoog en wat men er voor krijgt, laat, wat de verscheidenheid en de hoe veelheid betreft, te wenschen over ten minste in do bescheiden zomergelegenhoden. Misschien komt er nog bij, dat men een afzonderlijke tasch met allerlei kaarten en bons moet mee brengen es dat de verwisseling daarvan een dag van het buitenverblijf in beslag neemt, zoodat er met de heen- en terugreis drie dagen uit geschakeld worden. 't Zou niet te verwonderen zijn, als velen er maar van afzagen; of zou de gewoonte al zoo sterk zijn geworden, dat zij tot een behoefte ia uitgegroeid? Er is nog één uitweg; deze, dat men de ont dekkingsreizen, die eerstvan het buitenland tot hot binnenland zijn beperkt, nu bepaalt tot den allernaasten omtrek. Dat kan ook zijn nut hebben, want menigeen weet meer van de streek, waar hij veertien dagen zomerde, dan van de plaats, waar hij de overige 50 weken doorbracht. Inlevering bons Centrale Keuken. Mijnheer de Redacteur! Verzoeke beleefd plaatssing voor het na volgende: 's Vrijdagsavonds doet de burgemeester in uw blad mededeeling, welke bons er voor de verschillende levensmiddelen, gedurende eeu_ week geldig zijn. In dat zelfde nummer publiceert ook de Directie van de Centrale Keuken het menu voor de a.s. week, waarb^ zij' tevens vermeldt welke bons daarvoor moeten worden ingeleverd. Nu is het toch logisch, dat elkeen de overschietende bons (indien hjj ten minste zijn eten betrekt van de Keuken) zoo spoedig mogelijk voor de daarop beschikbare levensmiddelen inwis selt. Ik heb hier meer speciaal op het oog de bons voor vleesch en eenheidsworst. Dus, ieder zal begrijpen, dat men geen bons bewaart, daardoor zou hij de kans beloo- pen, dat zij later ongeldig waren. Trouwens, van bezwaren kan geen sprake zijn, daar het rantsoen levensmiddelen, ook al eet men van de Centrale Keuken, nog ontoereikend is. Wat zien wij nu echter gebeuren? Dat, bij een zeker menu, gevraagd wordt inlevering van een bon, welke één week, soms ook twee weken, te voren, door den burge meester reeds- geldig verklaard was. Rn elk zal begrijpen, bij de tegenwoordige schaarschte van levensmiddelen, welk" een dwaze eisch dit is. Welk arbeider zal zijn bon voor eenheidsworst nu bewaren om dien een week of veertien dagen later in te Jeve- ren arju de Centrale Keuken? Dat is toch z?eker aj te mal? Het is te hopen, dat de directie van de de Centrale Keuken hieraan haar volle aan dacht wijdt, daar verscheidene burgers, welke geregeld hun eten van de Keuken belrekken, hiervan de dupe worden en dien dag geen eten van de Centrale Keuken kunnen be trekken. Ik acht het toch logisch en billijk, dat de directie der Cenirale Keuken voor haar menu in een zekere week, 1 ons kat inleveren.welke diezelfde week wo d n b schikbaar ge t ld. Hopende, dat hieiiu spoedig verandering worde gebracht, verblijf ik, dankend voor de plaatsruimte, Uw Abonné, v. H. Leiden, 13 Juni 1918. De levensmlddelenprijzen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceerde in afl. 5 1918 van zijn maand schrift verhoudingscijfer der prijzen-van eenio doogr een 6-tal coöperaties verkochte artikelen, waarvoor vergelijking met vroe gere perioden mogelijk was. (De prijzen van 1893 zijn gelijk 100 gesteld!) zij een jong meisje was; maar ik had nooit gedacht, dat het zoo möod was." „Waar heeft je moeder gewoond, toen ze een jong meisje was?" vroeg Miss Dunbar. Zij was behept met die gezonde nieuwsgie righeid van die vtouw van middelbaren leef tijd, wier gezichtskring altijd beperkt ge weest was, wier verstandelijke vermogens nooit behoorlijk ontwikkeld! waren. „Uit welk gedeelte van het land was zij afkom stig?" „Ik geloof niet, dat ik het weet," zei Hilary langzaam na een oogenblik stilte. „Het is mij te voren nooit opgevallen, maar ik ken den naam na et van het dorp, waar moeder woonde, toen zij een jong meisje was, eri ik weet zelfs niet in welk ge deelte van Engeland het was. Het scheen al tijd of ik er alles van wist, omdat moedors bescrij vingen het mij zoo duidelijk voor oogen stelden maar den naam heb ik nooit gehoord!." „Heeft je moedler je daar nooit mee naar too genomen?" Juffrouw Dunbar zag Hilary scherp in het gezicht, dat een weinig betrokken was. „Neen, het was een heel eind van Londen af. Dat is alles, wat ik er van weet. En wij kondion nooit lange reizen doen. Maar het» was een klein dorpje en moeder zei dat ear groot© heidevelden en moerasen om heen la gen bedekt met heideplantenen mid- den in het dorp was een grasveld met een groot en kastanjeboom en dat was de plek, wa<ar al de dorpsbewoners met elkaar kwa- men praten. En recht door bet dbrp liep een beekjehet heldere water liep snol over do sbeenen. Ik herinner mij altijd do be schrijving van dat beekje; het maakte in druk op mijn kinderlijke verbeelding." »,Hm 1" merkte juffrouw Dunbar op, met De verhoudingscijfera waren voor koffie 88 in 1914 176 in April 1918, margarine reep. 99 en 133, baterolie 97 en 448, basterd suiker 91 en 118, suiker (melis) 89 en 103 en zout 80 en 190. Uit een vergelijking van de prijzen van een aantal artikelen in Maart 1918 en April 1918 blijkt, dat de Gouclsche kaas steeg met 2 pet., boterolie met 10 pot. en raapolie met 6 pet. De volgende artikelen werden niet in prijs verhoogdbruine boo nen, witte boonen, capucijners, grauwe erwten, boekweitgort, havergort, Leicfeehe kaas, koffie, margarine, boekweitmeel, rog gemeel, tarwemeel, patent olie rijst basterd suiker, suiker (melis) vermicelli, zachte zeep en zout. Het verhoudmgscijfer van de gemiddel de prijzen van cokes bij een 8-tal gemeente lijke gasfabrieken, in 1913 100 gesteld, beliep in de grooté gemeenten in 1914 95,58 en steeg vervolgens Lot 123,73 in 1915, 152,10 in 1916, 224,66 in 1917 en 280,18 in April 1918 het verhojclngscijfer, berekend naar de gemiddeld© prijzen per H.L. boven die krachtens -de rantsoeneering toe te ken nen eerste 11 brandlstoffeneenheden bedroeg in de maand April 1918 421,63. Distributie van str<w». De minister van Landbouw brengt ter ken nis, dat eene. regeling wordt voorbereid cm- trent de distributie van stroo van den oogst 1918. He; ligt in d© bedoeling het vervoer van 'alle stroo slechts te doen geschieden op ver- voerbewïjs, terwijl tevens maximumprijzen voor de veraohiliende stroosoorton zullen wordt vastgesteld en een zoo billijk mogelijk© verdeeling over veehouders, als ook verschil lende industrieën, zal worden inges-eld. De voorbereiding en uitvoering dezer maat regelen zal wordèn opgedragen aan de li chamen welke tharra zijn belast met de dis tributie van hooi: d. vr. z. het Centraal Hooi- bureau en de Provinciale Hooibureaus. Geneesmiddelen. De minister van Landbouw heeft bepaald, dat ma, wijziging in zooverre van de ter zak© bestaande bepalingen ontheffingen van het verbod tot aflevering en vervoer van genees middelen en chemicaliën zoowel door den directeur van het Rijkskantoor voor Genees middelen, Verbandmiddelen en Voorwerpen voor geneeskundig gebruik, als door den di recteur van het Rijkskantoor voor Chemica liën, kunnen worden verleend. Berechting van smekkelzaken. Een bewijs, hoe omvangrijk de smokke larij is, ia wel het volgende De Arnheonsche rechtbank houdt reeds vier of vijf dagen strafzitting en behandelt dagelijks ongeveer honderd zaken. Doch niettegenstaande deze snelle wijze van wer ken mogelijk wijl die meeste beklaagden tooh ndet verschijnen is er nog een ach terstand van ongeveèr zes zeven duizend smokkelzaken. Naar hun land terug. De in IJmuklen aangebrachte Duitseho vliegers hebben toestemming gekregen 'fc land te verlaten en zijn gistermiddag huis waarts gereisd. Zij gaven schipper Roele- veld van -den logger „Mars", een schrif telijke verklaring, vermeldende een relaas van het ongeval en de redding, benevens een dankbetuiging die de schipper zou kunnen vertoonen, als hij door Duitseho strijdkrachten mocht- worden aangehou den. Het'gevaar van 't uitloven van soheaispremles- Men schrijft aan het „Bbld." Vooral'dit voorjaar, nu er door de hooge premie, die deswege werd uitgeloofd, gitoote oppervlakten weiland zijn omge legd om voor de teelt van bruine boonen te worden bestemd, schijnen verschillen de boeren op het denkbeeld te zijn geko men om hun jonge ontginningen, die pri mitief aangewezen waren om als bouw land te worden gebruikt, tot weiland te bestemmen. De opbrengst, die ze bij het steeds meer nijpende kunstmestgebrek van dergelijke gronden kunnen verwach ten, zoolang ze tot bouwland bestemd zijn is tooh zeer gering, zoo redeneeren ze en naar ze hopen, zal over enkele jaren de regfleering, evenals thans, ook nog ge- de ooger. nog steeds gevestigd op het droo merige, in gedachten verdiepte gezicht; „het klinkt of heb in Dartmoor of Yorks hire geweest ia." „Ik weet het niet." Hilary stond op met een zuchtje „ik wou, dat ik het wist. Ik zou zoo graag dét dorpsplein willen zien en den kastanjeboom en de snelvlietende beek over dè witte steenen en de groote heidervelden er rondom. Maar ik zal den naam van moeders tehuis nooit te weten kunnen komen." „Heeft zij geen brieven, geen dlagboeken „nagelaten; niets, waardoor je iets kon hoo- ren van haar jeugd en haar familie?" „Neen, niets. Dr. Harding heeft mij het cachet laten zien, dat zij hem stervende ge geven heeft hot was iets, dat zij altijd droeg. Er staan twee ineengestrengelde handen op en eon motto. Zij heeft mij ver teld, dat mijn vader het haar gegeven heeft vóór hun huwelijk. „Misschien is het een familiewapen „Dat weet ik zelfs niet, ja of neen." Hi lary sprak heel langzaam en peinzend. „En dit was moeders engagementsring. Moeders hand was zoo mager, de ring was te wijd voor haar geworden en op dien dag, toen zij uit Looiden vertrok, gaf zij hem aan mij, ik moest hem dragen en er goed voor haar op passen. Het was de dag, dat zij gestor ven is, toen ze hem mij gaf." De stem van het jonge meisje haperde en begaf haarstilzwijgend nam zij hem van haar vinger en reikte haar gastvrouw een klein ringetje toe, één enkele diamant, in gcrudJen klauwen gezet. „Dit zijn hun vóórletters die van^moe- der etn van vader binnen in dein ring gegra veerd," voegde Hilary er bij, haar stem een vaster Hank gevende, met het zelfbedwang noodzaakt zijn, sdheurpremies uit te lo ven, wil ze de voorziening van broodkoren op voldoende wijze verzekeren. Bestem men ze daarom thans dergelijke gronden, voor weidebouw, dan is, door de hooge weidegelden, die er bedongen kunnen wor den, de geldelijke opbrengst grooter dan wanneer exploitatie als bouwland plaats heeft, terwijl bovendien over kortoren of langeren tijd nog het vooruitzicht bestaat op het ontvangen eener soheurpremie. Niettemin zou het, zelfs bij een geringe korenopbrengst, voor onze voedselvoor- zining meer gewensoht zijn, dat dergelij ke eigendommen als bouwland in gebruik gebleven waren, waaruit alweer voor den zooveedsten keer de wenschelijkheid naar voren treedt om in plaats van scheurp re- mies uit te loven, hoogere eenheidsprijzen voor de verschillende korensoorten vast te stellen, waardoor het in het belang van eiken boer zal worden om ieder perceel, dat voor korenbouw geschikt is, ook in derdaad daarvoor te bestemmen. Smokkelarij. Men meldt uit Zevenaar: v Te Babberick ontd kten twee sold at-T m- miezen eenige pers nen, op naar de grens. Het bleken een tiental jonge kereis te zijn, elk beladen met een g oot pak. Er volgde een worsteling; de sm kkclaa s kon den niet in bedwang worden gehouden en nadat rij de soldaten niet kon'd.-n over rompelen, vluchtten z j weg in de dui rter'n.s met achterlating der pakkei. D.ze b. vatten koffteboonen en caca poede: te: aa.d van enkele duizenden guldens. In den laatsten tijd werd.n kier en in andere omliggende grensplaatsen van rijd tot tijd nog groote kwantums zj p in be_ ag genomen. Het is natuurlijk niet te e...o.i- "deren, dat men hier aan de-grens .vu! ver bazing naar zulke confiscati n hoor le, om dat in den vrijen handel zeep' en cac p jcdvr in grensplaatsen tot de hoog© uitzond-ri gen is gaan behooren. Hoe dat mogelijk is? Toen de bestrijding van de smokkelarij verleden jaar steeds - strenger weid, heelt zich een combinatie gevormd van ui teoz n smokkelaars, dia over de noodige cuma. ten kunnen beschikken. Tal vaia b.>eeaz,o s, landbouwersknechts, bakkers, ba e s, do zijnen jonge kereis uit den a .,eid.rs- esi middenstand °zijn bij deze combinatie t>3- trokken. Deze wijdvertakte be de keeït in het heel© land relatiën. Terwijl een deel hunner b.v. de Utrechtsche paard ;nmarkt bezoekt, een ander deel naar Amsterdam gaat om autobanden te koopvn, is ©en de-de ploeg in een onzer grootste een La, bij voor keur Amsterdam of Den Haag, ia actie om inkoopen te doen. Dezo lieden ie.eu ro..,aa logeeren in de beste hotels en knoopen al dus kennis aan met de grossiers ys.n o .s rand. Inmiddels sluiten andere gilde' roe- ders een gulden vrede met de soldaat kom- miezén aan de g*rens en houden fuissnde of wandelende leden een wakend oogje op de gToote- en binnenwegen van o:is uit ;e- sirekte grensgebied. Is het wondsr, dat bij een dergelijke, prachtig opgcz tte organi satie het smokkelen moeilijk te bc£t ijken is? Eenigen van deze bende werden r:eds uit gewezen en vestigden zich in het zooge naamde „vrije" gebied, b.v. Zeist-Drieber- gen of Utrecht. Hdar vormt z'ch dan een uitgangspunt, van waaruit de nachtelijke expedition naar de grens, veelal ook weder in gedeelten en met tusschenprozen p'aats hebben. De usance, iederen nacht eenige kilometers af te leggenten dit vol te houden, tot men dicht brj en ten slotte over de grens is. Zoo laat het zich dan ook verklaren, dat aan de grens soms nog flinke partijkies in beslag genomen worden. Bij een dergelijke organisatie is het mogelijk gebleken, hon derden ponden harde zeep in het grensge bied te brengen voor uitvoer, terwgl in dat gebied geen stukje harde zeep buiten d© distributie te verkrijgen is. Op do Noordzee. Een oud-Klamper, die aan boord van de „Hollaniiia" was geplaatst, zij was op weg naar Christiaansund en Alesund verteilt leukjos in een particulier briefje van wat er tegenwoordig al zoo te bele ven es op de „vrije" Noordzee. In die dat een belangrijk deel van haar karakter uitmaakte. Juffrouw Dunbar hield dien ring op, zoo- diat het licht der ondergaande zon ten volle viel op de ingegraveerd!© letters „J. A." en een düfum. „Mijn moeder heette Antonia en mijn va- dter John. Dat is allee, wat ik van hen over heb," zed zij mot een dramatisch tintje, zoo wel onbewust als aandoenlijk. „Het is heel vreemd en heel droevig," zei juffrouw Dunbar met. overtuiging, „maar je zult altijd vrienden genoeg vinden," voegde zij er bij, terwijl rij haar hand uit stak en düe van Hilary streelde met een op vallende sympathie, die men niet gewoon van haar was en die haar daardoor wat vreemd afging. „Je hebt een soort natuur, cfie de wereld doorgaat, vrienden ma kende." „Mevrouw Redburn wou een oogenblik spreken, juffrouw." Het was de stem van het kamermeisje, dat heb gesprek kwam storen, „Zij wou mijnheer Dunbar over zaken spreken, maar omdat mijnheer uit is, vroeg rij naar u." Achter die nette Jane, het kamermeisje, verscheen mevrouw Redburn voor het raam van' dé ontvangkamerhaar gracieuze ge stalte kwam uit als een silhouette tegen de roode lucht; het jonge meisje kon haar be wondering niet onderdrukken, toen de be zoekster in het volle gericht kwam, toen zij het grasveld langzaam overstak achter An nie aan. „Ik heb nooit zulk een mooi iemand ge zien," was de gedachte, die bij Hilary op kwam, terwijl haar oogen bleven rusten op Hilda Redbiirns gezicht met een bewonde ring, dSo zij niet poogde te verborgen. „Ik dacht dat ook al, toen ik haar dien eersten paar dagen beeft hij wel van alles mee gemaakt. Wij laten bem bier zelf zün avonturen vertellen. „Na een uurtje, terwijl we nog in den Waterweg waren, moesten we terugkee- ren wegens de slechte kolen, waarna we Maandagavond 9 uur opnieuw vertrokken en om 12 uur in zee waren. Ze« urea daarna werden we al aangehouden en onderzocht door .een Engelsche torpedo jager. Een uurtje later mochten we door gaan. Den volgenden dag in de z.g. „vrije vaargeul" veel mijnen gezien; griezelige beestjes, hoor! Woensdagavond 11 uur was het een Duitsche torpedoboot, welke ons aanhield en onderzocht; we konden 12 uur doorgaan, na een verklaring getee- kend te hebben 1 Om 1 uur van hetzelfde laken een pakDondermorgen na 8 uur toen ik me eens even bad uitgekleed, aangezien iik na Zonclag geen kleeren bad uitgedaan we waren toen buiten de geul lag ik juist een half uur in kooi, toen de 2e stuurman komt binnenstormen met. het bericht dat er een onderzeeër op ons te vuren lagkom er uit- Die uit-noo- diging liet ik me geen tweemaal zeggen. Ik sprong mijn kooi uit, wat met een krachtterm gepaard ging, vloog naar de brug en daar zak ik dat kr.... op ons vu ren op grooten afstand; het laatste schot was pl'.m. 500 M. van ons af. Daarna heb ik me met die reddingsboot naar den on derzeeër laten roeien, wel een half uur lang en dat in volle zee, ben aan boord gekomen, en liet de scheepspapieren zien. Een „Schein" mankeerde volgens den commandant on dus moesben we opge bracht worden. Ik bleef aan boord en de sloep werd op sleeptouw genomen, rich ting „Hoilandia". Toen we dichtbij wa-ren ging ik weer in desloep en kreeg ©en prijsb erna lining mede, gewapepend met re volvers, brandbommen en meer van dat speelgoed. In plaats van om de Noord, gingen wa nu om de Zuid, doch om zeven uur van dienzeifden dag komt me weer zoo'n„Kul- tur" boven en begint ook te paffen, het tweede sch-ot rakelings over den deklast heen, voor er over en achter er af, ter wijl het net een kanarievogeltje leek, zoo zong dat projectiel. „Bücke schreeuwt Herr Oberleutnant (van de prijsbemaa- ning), die bijna dubbel sloeg van schrik, net of dat wat helpen konzoo'n ding gaat wel door een ijzeren schip heen, wat wil dan zoo'n houten schot bij de brug helpen Ik had weder de twijfelachtige eer naar de duikboot te mogen roeien met de papieren, waarna we verder mochten. Na di*ie en oen half etmaal stoomen kwa men we in onze nieuwe haven „Swine- münde" aan, kwamen te liggen aan een eiland, mochten niet. aan den wal en kre gen bewaking bij ons, net of we gevange nen waren, om na twee weken later te hooren dat we ,nrij"sverldaarcfwaren. Vervolgens is de bemanning,waaronder ik, onder geleide van twee militairen de kapitein is een paar dagen later geko men naar huis „getreDd*". Na twee dagen „ziften" waren we gelukkig weer in Holland". En vervolgen^ een en andier vertellende ove-r hoe -hij het in Duit-scliland vond heel treurig vooral wat voeding betreft, veel rouw, veel militairen en veel zwarte gezichtenbesluit hij met zijn indruk dat het nog altijd heilig Holland- is Daar bij vergeleken hebben wij het heer nog heilig. („Kamper Crfc.") J. K te Leiden. Per Holi. Spoor via Am sterdam naar Delden f 3.60 enkele reis. L, H, te Oegstgeest. De prijs per Hol!. Spoor van Leiden naar Arkel bedraagt f 1.75 peT enkele reis. De kortste weg per fiets is Oegstgeest, Leiden over Leidschendam naar Delft, Rotterdam, Dordrecht over Sliedrecht naar Arkel, provincie Gelderland. Zending in Mr. Dunbars atelier zag. Heè valt mij nu nog meer op." „Het spijt mij, dat ik u moet storen," zei mevrouw Redburn met een koele stem, die, niettegenstaande cüe koelheid, een merk waardige bekoorlijkheid had, „maar mijn man wou graag, ctaar ik hier toch passeer de, dat ik even een vaste afspraak maakte met mijnheer Dunbar omtrent het portret, dlat hij zou schilderen. Is hij niet thuis?" „Neen, hij is altijd in de duinen om een schaapherder met zijn schapen té schilde ren," antwoordde juffrouw Dunbar kortaf, met een gevoel van fijne voldoening, het dbze trotseho dame duidelijk te kunnen ma ken, dat rij de eer geschilderd te worden door Anthony Dunbar deelde met een een- voucKgen schaapherder en zijn kudde. „Mijn man wou mij laten poseeren voor mijn portret in mijn eigen boudoir in het Klooster", zei mevrouw Redburn, niet let tende op de inlichting omtrent schaapher ders. „Zou mijnheer Dunbar dat voor mij kunnen schikken?" Zij deed die vraag op een toon, alsof rij bevelen uitvaardigde aan juffrouw Dunbar, clo toch al voelde, dat zij gegronde grieven had tegen de bezoekster, omdat haar eigen aanspraken als Tony's tante-geheel over het hoofd werden gezien en h?et woeste voorkomen a.annam van een woedende kip, zooals Hilary tot haar- amu sement voor zichzelve opmerkte. „Ik kan u totaal niet zeggen welke af spraak mijn neef in staat is te maken," ant woordde juffrouw Dunbar stijfzij bood haar bezoekster geen stoel aan en bleef zelf récht voor haar etaan. „Ik kan u volstrekt niet zeggen wat hij kan dtoen ten opzichte van dat portret." „Lieve hemel, boe vervelend! En u is ze ker met aangesloten aan de telefoon, f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 5