No. 17875.
LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 8 Juni.
Tweede Blad Anno 1918»
PERSOVERZICHT.
INGEZONDEN,
Nederland en de Oorlog
FEUILLETON.
De houden Sleutel.
Da eieren. In de „PR/OV. G-EL-
5>ERSCRE COURANT" lezen wij*
Rij de zeei geringe kans om iets op tafeL
krijgen, dat van een koe, een kalf, een
varken, een schaap, zelfs van een bok, af
komstig is, waren de eieren nog een uit
komst. Er kwam wel visch, maar aan de
Regeer ingsvfach was niet te komen wie een
uur o£ langer onder politiebewaking bij d'e
plaats van verkoop had gewacht, dden
golfde ten slotte uit het voorste gelid do
treurmare te gemoeb, dat de afleveraar
uitverkocht was. En de „vrije" visch?
Extra-duur bij dien geringen aanvoer. Duur
nog ïrt een ander opzicht, want hoeveel
stoere' zeelui hebben de poging om een
vangst binnen te brengen al met dien dood
bekocht en hoeveel weduwen en weezen
rijn dientengevolge in benarde omstandig
heden achtergeblevenAan de traditio
neel© vischperioden werd niet meer gedacht
of er een r in de maand was of met, de
soheTvisch werd er niet om ontzien; vroe
ger, heel lang geleden, word tusschen Pa-
schen en Pinksteren op schol gevfaebfe,
maar noch de visscher, noch de verbruiker
vroeg meer, of het wel de goede tijd was;
;'©n met cle bot, die vanouds zomervcsoh was,
'ging liet net zoo. Aan zalm is heelema&l
geen denken en van de elft is weinig ver
nomen.
Maar eieren zouden er dan toch zijn. Do
Minister bewaakte den kippenstapel even
zorgvuldig als den varkejis- en runcïvee-
stapel. Als die hennen nu maar legden en
dat viel dien goeden tweevoeters ook al
'moeilijk bij gebrek aan voeder, 't Werd
een „nm" op de eieren. De maximumprij-
zoiï werden veronachtzaamd, ondanks bet
ernstige gezicht van cÜen Minister. Er werd
- jacht op dc eieren gemaaktinmaken werd
bet wachtwoord en dan, bij gebrek aan een
Akfoed middagmaal, meende men met een ad
vocaatje toch ook wat eiwit binnen te krij
gen. To Rotterdam werden er onlangs
11,000 bij een distillateur, eigenlijk advo
caat-fabrikant, in beslag genomen, ondanks
do sluiting van Schiedam.
Wat een teleurstelling als er geen eieren
meer ..an do markt kwamen, omdat d©
brave-boertjes ze niet aanvoerden of ze ter
sluiiks voor 16 of 13 centen in plaats van
!voor 14 verkocht hackten. Wat heb je,nu
"aan twee ga-st een gast is vier eieren
'voor een huishouden! En dan afweer dab
'geduldige of ongeduldige wachten bij den
schijn-verkoop dóór do heilige Hermandad,
i jZij moesten ze in de distributie bren
gen."
De gevreesde en veel gevloekte cfistribu-
tie zou"" nu als reddende engel moeten op
treden.
Zou het kunnen Als er per hoofd en per
keek c n. (zeggo 1) oi werd .toegestaan, zou
den or 6 a 7 millioen noodiig zijn. Dat is op
(?0 vingers na te tellen, want ons land telt
bij de 7 millioen groote en kleine menschen.
Als alle- kippen dus braaf leggen en er da
gelijks óén leveren, wat neet van d!e dieren
te cirhen is, dan moeten or dos één mil-
Eoen leggende kippen zijn kneden den
Leeftijd van 2 jaar, want boven de 2 jaar
vergeten zij haar plicht wel eens. Dan is er
nog niet eens gezorgd' voor zieken en zwak
ken en vergeet d't 'niet ook niet voor
de productie van kuikpns, die spes patriae
onder cfe hoenders, die later do tweejarigen
moeten aflossen.
En nis dian ieder één ed per week kreeg,
Wat zou er clan gemopperd worden, wat
nog een graadje erger zou worden, als "déze
of gone kip eens gestaakt had.
De Minister ziet ook geen-heil in die
nauwLirig afgemeten eier endfatributi©
'en het h; afcte. bericht is, dat hij er den brui
(van gC'.ft! Yoór de zieken em. zwakken
wat zaï hun aantal weer toenemen! wil
fo'j een resvrvevoorraad aanleggen, maa*
de rest wordt vrij verklaard.
„Maar dat is gemeen 1" roept een onte
vredene van de soort, c&e niett dulden kan,
dat clo zon in het water schijnt. „Dan koo-
pen de spekbeurzen de eieren op en blijft
or voor don kleinen burger geen eitje
over je zult eens zien. hoe duur ze wor
den."
Maar nu moeten wij de zaak toch ook
van den anderen kant bekijken. Onlangs
beeft cCn medicus er nog eens voor de zoo-
veeiste maal op gewezen, dat dé vereering
van het ei als voedingsmiddel eigenlijk zeer
overdreven fa. Een ed is meer lekkernij dan
voodseL ÏÏet is zoo iets als een gebakjec
lekker, maar duur. In een flesch melk zit
veel meer voedsel dan in drie eieren. Rau
we eieren geven nog minder dan gekookte.
De eieren staan op een overdreven goeden
naam. Zij zijn heel geschikt om bijv. een
zieke aan het eten of gebruiken te houden
e® hem een ten deel© gesuggereerd gevoel
van voldaanheid te geven. Drink, als het
kan., wat meer melk en berust er in, dat ge
dat ééne ei per week, dat de distributie
ternauwernood kan leveren, niet krijgt.
„Maar dan eten de meergegoeden zo op."
Laten ze hun gang gaan en er dolle prijzen
voor betalen, als zo tegen elkaar willen
opbieden. Voor hetzelfde geld is er voor do
anderen meer voeding te krijgen, want het
.komt er nu niet op aan wat lekker is en of
een ander dit of dat heeft, maar of men
voedfeel in de maag krijgt.
„Maar ze hebben toch altijd gezegd, dat
eieren zoo versterkend waren 1" Zekér, ze
hebben vroeger ook gezegd, dat een rood
zijden draadje ooi den hals hielp tegen
neusbloeding.
Help» cuvgelaten betrekkingen vam
omgekomen ylsscheisl
Manheer dc Redacteur!
Ter voorkoming van onjuiste gevoj^treik
kingen, welke gemaakt mich'en worden ten
opzichte' van den geldelqken steun, does' de
reederijen aan de nagelaten betrekkingen
van da Verongelukte vissckers verleend, ver
zoeken wij u ons ter toelichting eenige
ruimte in uw gewaardeerd blad te willen aï-
stann.
Bij dé in 1915 tot stand gekomen oorlogs-
aSeongevtaltenwet, werd een loon-tabel vast
gesteld, regelende de uitkeeringen aan dö
nagelaten beirekkingsn van verongelukte vls-
schers, welke „teen" als vrjj voldoende be
schouwd kon worden, wat echter nu niet
meer het geval is wegens de steeds duurder
wordende levensbehoeften. Onderhandelingen,
door de Reedersvereeniging met de Regee
ring geveerd, om In dezen toestand verbete
ring te brengen en de uitkeeringen te verhoo-
gen, leden, nelaas, schipbreuk. De beweeg
redenen, welke de Regoeriog voor deze wei
gering had, zijn moeilijk verklaarbaar, daar
het voorstel van do Reedersvereeniging te
meer op prijs te stellen was, omdat de ree-
dertjen van de verhoogde uitkeeringen 50
pCt. Zouden moeten dragen, zooals dit dte
wet voorschrijf".
Om den nagelaten betrekkingen een le
venslange uilkeering te verankeren n?ar den
hnidigen maatslaf, wordt een kapitaal be-
noodigd van circa f30.000 per loggerbe-
ma&ning, waarvoor het Rflk en de Reederjjetof
'eder voor do helft bijdragen. Niet ooopt-
gemerkt mag hier blijven, dat het trawlvis-
scberrj-bedrjjf voor den reeder een groot
verlies oplevert, en deze visscherij dan ooJt
alleen wordt uitgeoefend met het doel den
visscker een bestaan te verzekereo. Boven
dien moet niet Over het hoofd gezien worden,
dat door het aan den gang houden van ge
noemde visschery, en uit aanmerking van liet
uitvoerverbod van visch, mede voorzien
wordt m de behoefte van voedsel voor de
Nederlandsche bevolking, terwijl ^dan nog
de Regeering de groote uitgaven bespaard
blijven, die zij anders zou hehbeh, indien do
visschers dcor het Nationaal Steuncomité
onderhóuden moesten worden.
Boven de wettelijke uitkcei mgcn, die, zoo
ais voren opgemerkt, f 15.000 per logger,
vorderen, werd reeds dadelijk door de acht
reeders tiie hun schepen verleren, ter te
gemoetkoming aan derving van besomming
en voor goederen, die verloren waren ge
gaan, aan de nabestaanden f 500 per logger
uitbetaald. Voorts werd door de gezamen
lijks reeders f 10 per logger in de kas van
het-Leidsche fonds gestort, en tevens nog.
een zelfde bedrag toegezegd1, te samen suc
cessievelijk E4000' en f 2^(50. De rederijen
deden al het mogelijke, daar, behalve het
aandeel naar de oorlogs-v/eeongevallenwet,
ook de materieele schade, die zeer aanzien
lek is, mede te haren laste komt.
Het Leidsohe fonds voor de nage'aten be
trekkingen van verongelukte visschers, iW
dergelijke gevalleu steed3 steunende, miste
de noodige inkomsten, de 32 weduwen em 83
kinderen bijstand te verleenen, en besloet
daarom het Comité van genoemd londs, waar
de behoeften en nooden zoovele zijn, een
oproeping in de verschillende dagbladen te
doen en ook door verspreiding van circu
laires financieelen steun in te roepen. Bq
al zijn wjj dankbaar voor de enkele giften,
die reeds mochten inkomhn, dit neemt niet
weg, dat de oproeping, helaas nog niet het
gcwenschte gevolg had.
Het is daarom, dat opnieuw pogingen zul
len worden aangewend om degenen, die huil
steun nog niet verleenden, door middel van
een intsekenlijst daartoe alsnog in de gele
heid te tellen.
Helpt dan naar vermogen en stelt het Co
mité niet teleur. U zult de voldoening hebben
in vele der beproefde gezinnen de zorgen te
hebben helpen verlichten!
Voor de plaatsing zeggen wjj u, Mijnheer
de Redacteur, onzen beleefden dank en tes-
kenen,
Hoogachtend,
Het Bestuur der Reederjj)-
Vereeniging „Vuurbaak."
Katwjjk-aan-Zee, 6 Juni 1918.
Afdoende waarborgen voor hot vervoer
naar Nodorlajnd.
De heer Loudon, minister van Burten-
lajkfeoh© Zaken, heeft, ten vervolge op de
beantwoording van de vragen van den heer
Van Hamel betreffende de uitzending van
schepen voor bet halen van graan uit Ame
rika, nog het volgende med'ogedeelt
Ten vervolge op mijn schrijven dLd'. 2 Af ei
j.L heb ik de eer u te berichten dat de be
sprekingen met die oorlogvoerende landen
nopens heb uitvaren van Nedbrlandsche
schepen om graan te halen voor onze voed-
eelvwrziening, thans haar beslag hebben
gekregen, voorloopig wat betreft de drie
schepen „Zijldiïjk", Hector" en „Frisia".
Mitsdien haast ik mij u hierbij het ant
woord op de vragen van den heer Yan Ha
mel te doen toekomen, waarvan de beant
woording, hangende de onderhandelingen,
tot mijn leedwezen moest worden uitge
steld.
In de 7de alinea van den aan de Staten-
Generaal overgelegd-en brief van den Brifc-
schen gezant, d.d. 22 Maart j.l., is namens
do gea^ocieerde Regeeringen een aanbod
tot beschikbaarstelling van honderd dui
zend ton graan gedaan. In de 6de alinea
van dien brief worden waarborgen gegeven
tegen belemmering van de schepen dfie dit
graan zouden vervoeren.
In do 12de en volgende alnea van zijn
antwoord op voormelden brief, dlcD. 30
Maart d.o.v-, heeft die oncBergeteekende (te
redenen uiteengezet waarom hem de aan
geboden waarborgen neet afdoende voorko
men.
Sedert dien hebben - de geassocieerde Re-
geeringen zich bereid verklaard cflrie in
overzeosche havens liggendle schepen in
staat te stellen om zonder belemmering la
dingen graan naar Nederland te vervoeren."
Daarbij heeft de ondergeteekende langs
schriftelijken weg afdoende waarborgen
ontvangen, dat drito schepen (He in ruil
daarvoor uit Ncdterlandfeche havens zouden
vertrekken, zonder e enigerlei belemmering
van de zijde van genoemde Regeeringen en
ondier vorleening van alle faciliteiten waar
over deze beschikken, graan zullen kunnen
halen voor de Nederlandsche voorziening.
De Regeering heeft van de Duitsobe Re
geering de zekerheid verkregen, dat die
schepen veilig door de „vrije geul" kunnen
varen on gevrijwaard' zullen blijven van
duikboot-aanval 1 en.
Duitscho deserteurs.
De aandacht van justitieele en politionéel'e
ambtenaren is er op gevestigd, dat het reeds
feenige malen is voorgekomen dat een dag-
vaardïng werd ontvangen bij de afdeel ing
Intemeering v?-or Duitscho desert:urs om
voor dé rechtbank te verschijnen7 nadat arj
1 dp Iran verzoek naar Duitschland waren te
ruggekeerd, zoodat aan die dagvaarding geen
gevolg meer kon worden gegeven.
'Zulks had voorkomen kunnen werdén, in
dien aan de afdeel ing voornoemd bekend ware
geweest, dat deze personen zich aan een idf
ander feit hadden schnldig gemaakt
Daarom is thans in overweging gegeven de
noodige gegevens omtrent de hierbedoel^e
personen aan den commandant van het depot
van Duitsche deserteurs en andere buitenlan
ders te Bergen bp eventueel© gelegenheden te
verstrekken.
De voedselnood bij het spoor- en tramweg
personeel.
Ingevolge de besprekingen, welke vertegen
woordigers van de Noderi. Vereen., R.-K., Prot
Christ., Neutrale Bond en Bond van Ambtena
ren op 22 Mei met minister Posthuma hadden
over de levensmiddelen voorziening van het
Spoor- en Tramwegpersoneel, heeft het hoofd
bestuur der Ned. Verreen., mede namens de ove
rige organisaties, een uitvoerig schrijven ter
nadere toelichting gericht tot Z.-Exc. In dezen
brief wordt gewezen, aan de hand der feiten,
op den onhondbaren toestand, welke door het
Spoor- en Trampersoneel als gevolg van den
voedsehiood ontstaat, op de onmogelijkheid om
met de geringe rantsoonecring de lange en
zware diensten te verrichten, wat reeds enkele
govallen van dienstweigering en andere over
tredingen ten gevolge had, en de veiligheid van
het verkeer onafwendbaar in gevaar moet bren
gen. Tevens komt in het schrijvon tot uiting
het gevoel van groeiende ontevredenheid en
verbittering, dat zioh hoo langer hoe meer blij
kens de aangenomen moties in verschillende af-
deehngen dor Ned. Vereen, en ook in de ove
rige vereonigingen onder het personeel baan-
breeki.
Door do hoofdbesturen wordt nu aangedron
gen voor het spoor- en trampersoneel eenzelfde
rantsoeneoring vast to stollen als voor de veen
arbeiders en mijnwerkers.
Ook verstrekking van zeep, vooral voor som
mige categorieën, is noodzakelijk.
Den directies der vier spoorwegmaatschap
pijen is door do Nederl. Vereen., medo namens
de overige organisaties, medowerkiog ver
zocht voor het beschikbaar stellen van warme
maaltijden in do stations, restauraties voor
het personeel, ten opzichte waarvan de minis-
tei zich bereids gunstig heeft uitgelaten om
dit eventueel te doen geschieden zonder intrek
king van levensmiddel enk ons.
Ook bedorven peulvruchten in de veenran?
^De heer Du ijs heelb eenige vragen tot den
minister van landbouw gericiib in verband
niet het volgende bericht uit „De Tijd", lui
dende:
„Dezer dagen hield een bekend landbou
wer, als deskundige, een inspectie in de
veemea te Amsterdam, ten einde te onder
zoeken, of aldaar voorraden bruine boenen
aanwezig waren, welke geschikt konden wor
den geacht voor zaaiboonen. De inspecteur
kwam echter tot de treurige ontdekking, dat
daar duizenden balen bruine boanen lagen
opgeslagen, die door onoordee.'kuaüige wjjza
van behandeling niet alleen totaal .ongeschikt
zouden zijn geworden voor inenscheljjk voed
sel, doch zei is voor dierlijk voedsel met meer
zouden kunnen dienen. De boonen, nog af
komstig van den oogst 1915, waren voor het
tiieerendeel beschimmeld en uit vele zakken
kropen mijten en wormen. De erwten kon
den nauwelijks van de boonen onderschei
den worden,
Is *t niet keurig? En dat ju dezen tijd
van voedselgebrek, "b Is le hopen, dat hier
naar een gestreng onderzoek zal worden ïn-
De heer Dujjs wenschte gaarne van den
minister te vernemen, of hem de feiten in dit
bericht genoemd, reeds eenige maanden ge
leden, had de „Tel." hiervoor gewaarschuwd,
bekend zgn, of na onderzoek juist 2Jjjn- ge
bleken en of, indien dit bericht in hoofd
zaak juist is, de' minister dan bereid is, aim
de' Earner mede te deelen, welke de oorzaken
van dezen meer dan ergerlijken toestand
zijn, wie daarvoor rechês .reeks vei gnfwoor-
deïrjk is, welke maatrege^n deör den mi
nister rifn toegepast op dengené die hiervoor
de verantwoordelijkheid draagt, ,en welke
waarborgen er bestaan, dat herhaling niet
meer aal- kunnen voorkomen en oi de mi
nister overtuigd is, da-fc hetgeen Lier omtrent
de bruine boonen wor-{t medegedeeld, niet
in ons lapd met meerdere levensmiddelen! het
geval is?
Geen gevaar voor volksvoeding.
De' minister Van Landbouw heeft een ge
ruststellende verklaring gedaan, naar aan
leiding van een schriftelijke vraag van het
Kamerlid, den Keer Gerhard
vaar voor da volksvoeding van fa 1
genomen sadeo en far we.
Het fa ml. onjuist^ dat Van San "fca
wer M. van Tol te HaarlemniEmieer
rozenzaad, gemengd met tarwe, door kfesS
litairen is medegenomen.
Wel ia het juist; dat van de
Verbeek en Uithoven aldaar
heden tarwe, in ee
vitriool gedrenkt, medegenomen. B|j
komst dezer tarwe aan de stapelplaats
Nieuw-Vennep fa tersbood ontdekt, dat de:
tarwe in een oplossing van kopervitrh
was gedrenkt, waarom igj otnniddoll^k é.t*
zonderlek is gehouden, eoodat daar;
laten dat deze tarwe fa teruggegeven
geen noodlottige gevolgen voor de volkse'
voeding daaruit hebben kunuen voortspruiten.'
Aardappeldfogerqen.
De regeering fa in onderhandeling met
dö eigenaren van alle stroocartonfabrieken!
in Groningen, om deze fabrieken over te ne^'
mem ten einde ze in te richten voor aardagM
peldrogerrjen.
D© jeugd in dienst van het kwade. I
Men schrijft aan het „Hbld.":
Te Arnhem stapte ik in den trein, efl'
meende dat er nu wel weer confróle zou"
worden gehouden op het vervoer, Doch zon
der de minste formaliteit bereikte ik den trein'
naar Nijmegen, en nam1 evenals andere met
fcakjes beladen reizigers plaats. Alles ging
zonder eenig .aandacht trekkend feit voorbij,
totdat we Lent bij Nijmegen naderden. Daar
ik door deskundigen gewaarschuwd was, stak'
ik mijn hoofd door het porfierraampje en
keek uit. En jawelI een paar honderd passou'
voor de spoorbrug, die door militairen go: dl.
bewaakt wordt, vlogen de pakjes de raampjes
uit. Tn het hooge gras langs den spoordijk!
zonken de pakjes als spoorloos weg. Doch op
een afstand kronkelde een rookwolkje op,'
dat is het nieuwste sein der ontvangers,'
om de goede aankomst der waar te be
richten. Opgelucht ia letterlijken en figuur-]
lijken zin kwamen nu de pakjes werpende
klantjes in Njjmegen.
Hier werd ieder die er eenigszius voos', -
in aanmerking kwam, nauwkeurig onder-;
zocht. Een douanebeambte, bijges taan door
burgerambtenaren en soldaalcommiez avisi
teerden verschillende personen, tot in de
vestzakken. Daaremtegen liet men anderen
met dichte koffermanden passeeren. Dit
moest wel, door gebrek aan personeel. Toch'
zag ik een persoon aanhouden, die een pak
cheviot, in papier gewikkeld, meebracht De
dienstdoende ambtenaren deden wal ze kon
den, doch ze konden en'kunnen niot genoog
doen.
He toog nu de' stad In, en bezocht onder
geleide van een keuner, verschillende „smok-
kelaars-café's". Merkwaardig zooveel „hö-i
bels", café's en eethuizen hier sedert twee
jaar z\jn bijgekomen. Eu de eigenaars dier
inrichting zijn. bij navraag des namiddags
meestal afwezig, en niet te spreken voor Laat
j in den volgenden morgen. Waar ze zitten?
Liefst zoo dicht mogelijk aan de grata. Ook
1 hier wordt het des avonds na 11 uur „Le-
J vendig." Het l|jkb op do maanlichte s tra tea
i dan wel schimmenspel, Tusschen 8 en 10,
j uur des avonds is het hier merkwaardig stil
j op straat; ondanks het prachtige zomerweer.
Doch in de kroegjes is het dan overdruk.
I Een geliefkoosde manier om de waar een
I goed eind op weg te kragen, fa zoogenaamd
met „dames" 'voor pleizier uit rijden te gaam- i
Met. zeildoek gestolen tentwagentjes doenj
j dan goede diensten. Om zoo weinig mogelijk
j opgemerkt te worden fa de zeildoekbeklee-. j
ding liefst zwart.
Ik sprak ovrer het bewaken mefc verschil-
lende deskundigen, en vrijwel was man het er
over eens, dat de gTensbewaking een der
moeilijkste problemen fa. Immers ruim 9001
i K.M. grens hier Zija de Zoegrenzen bljjkr
i baar meegerekend! lieboeu we in oua
i land te bewaken. Dus D/a maal de lengte der,
i Westfrontlgn,
I Men acht hefc dan ook onbillijk, dab som-
i mige persorganen vaak een zoo scherpen toeft
l voeren over de „slechte" bewaking. Wet* i
iswaar gaat er hier en daar nog wat óver
dö schreef, doch van veel beteekenis is het i
niet. „Het vet is van den ketel" zooafa de i
smokkelaars zelfs in hun klaagzangen te kof-
nen geven. En met Énog scherper preventie!
toezicht op de treinen, zal het loo-nend smokr
kelen tot een mïnum worden ingekrompen.
Naa»' het Engelsch
door L. G. MOBELEY.
gl
„De plaat© hier lijkt, mij vol verdriet en
QTWhoil," zei Sir Luke somber. „Den vori-
gen keer, toen ik hier was, is dïat ongeluk
gebeurd. Ed n-u hebben wij den angst weer
voor Carrie. En wat heb jo gedaan met bet
medsje, waarvoor je de zorg op je genomen
hebt?" voegde hij er bij op eon vreemde
alsof hi t er in heb geheel niet bij hoorde
bij liep weg, terwijl hij düt zei, en begon
weer rusteloos heen en weer to loopen.
,,Ik heb haar achtergelaten bij menschen
te Torpsley. Zij 'is daar bost en het ia
een heel aardig meesje, Luke. Ik begin be
paald dol op haar te worden. Ik wou, cÈat
ik'bedenken kom hoe haar gericht of iet© in
haar wijze van doen mij aan iemand! her
innert."
- „Je aan iemand herinnert! Hoe zou ze je
nan iemand herinneren? Het. is een totaal
vreemd meisje!" Luke keek bepaald woest
om rich heen en Austice keek hom verbaasd
aan.
,,Dv ban het niet verklaren," antwoordde
rij zacht. „Hilary-"heeft iet®, cflat mij aan
iemand herinnertik lean mij alleen róet
herinneren, wie die iemand is, en daardbor
kom ik niet verder."
..Waar diént hefc toe-je het hoofd) te bre-
k- met zulke kleinigheden," antwoordde
Sir Luk© met een prikkelbaarheid', vond
Aus';v eoo onevenrectig met de zaak, dat
rij hei prnkeloos- aanzag.
„O, j o^hoeffc mjj niet a-an t© Irijkem of j©
cBaohb, dat ik onnoozel waa," zei hij barsch;
,,je moest toegevendheid! met mij gebrui
ken op cüt ©ogenblik. Carrie's riekt© is wel
geschikt cxm-mij overatuur te maken en
en alles komt bij elkaar om mij verdriet
be doen."
,,Ik begrijp heel goed, ouwe man." Aua-
tice stond op en legde een hand op zijn arm,
terwijl rij glimlachend opkeek naar zijn
somber gericht. ,,Tb begrijp besh dat je je i
vreeseh'jk ongerust- maakten .het was dom I
van mij, bij je aa.n te kómen met mijn doel-
looze bespiegelingen over Hilary.
„BespiegeMngon Wat meen je met be
spiegelingen V' Weder was er een klank
van zenuwachtige ergernis in Sir Lake's
stem.
„ïk bedoelde alleen mijn vage herinnerin
gen en vragen aan wae zij mij doet denken
©n hoo rij mij toch iemand, die ik gekend
heb, voor den geest, kan roepen dat waa I
Maar denlc er niet racer over. Het is I
volstrekt niet van gewicht. Zeg mij wab ik j
doen kan om jou on Carrie be helpen."
„Zij wou graag, cb-t je hier kwam, en ik
ook." Sir Luke zag' or bepaald een weinig
beschaamd! uit na rijn uitval van kwaad hu
mour van zooeven. „Jo bent een opgewekte
riel, Atistioe, en dit is een heel sombere
plaats. En Carrie beeft het ric-h nu eenmaal
in het hoofd gezet, dat rij zal gaan sterven.
Hot fa alles ven ellendig."
Toen Ausrtiee een oogenblik later naast
het bed van haar schoonzuster stond, m de
groot© slaapkamer, de geboorte- en sterf
kamer van vele geslachten dor Frainley's,
begreep zij, dat- lady Framley's voorgevo^-
lep.e omtrent riohzelve riet geheel ongemo-
tiveerd waren. Do ingevallen ©ogen en hefc
vértrokkeoa gelaat van de riek© vrouw d©
diepe rimpels rondom haar mond, de merk
waardige grauwheid van kleurschenen
aan te duiden, dat de rielcte, waaraan zij
lijdende was, de laa-tsto werkte met snel
heid was toegenomen^ De haiod, die rij Aus-
fcoe toestak, was meer een klauw dan een
hand.
„Ik ben blij, dat je gekomen bent," zed
zo. „Luke heeft je graag hier en je zult
alles hier prettiger voor hem maken. Hij
haat al wat somber is. Ik ben geen heel op
gewekte vrouw voor hem geweest," zuchtte
rij en rij -dfraa-id-e onrustig met haar hoofd
op het kussen. „Ik heb op het oogenblik
niets noodiig," aei-zij tot de verpleegster,
die hij h-et raam stond. „Mevrouw Dorfield
zal u wel roepen, als or wat noodiig is." En
toon de verpleegster zachtjes de kamer uit
gang, wendde rij rich tot Austace.
„Ik neem het Luk© niet kwalijk? dat hij
©omber van mij wordt. Het is vroesolijk ver
velend voor e.en man een ziekelijke vrouw
te hebben.ach, waarlijk, ik was niet do
soort vrouw. (Se hij had moeten "trouwen.
Hij heeft, nooit veel van mij gehouden."
„Lieve Carrie!" riep Austice uit.
„O hot ia waar." De zfeke vrouw vestig
de \ia-ar oogen, cle heel groot- en donker
keken, dbor de <Sepe kringen er oiHk'i op
Austice. „Alle onbeduidende kleine aan
spraken vallen weg, wanneer men weet, dat
men eterven gaat, en ik weet het. Daarom
heb ik aan Luke gevraagd) naar hier te mo
gen terugkeer en. Hot was alleen een kwes
tie van gevoel f
Len zonderling aarzelend glyrohtohje
kwam even op haar gericht; een glim
lach jo, dat Austice een brok in d© keel deed
krijgen. Zij had nooit bijzondere genegen
heid voor baar schoonzuster gekoesterd;
Carrie had rij altijd beschouwd als een
saai, gowoo®, aOedaagsch persoontje, maar
op dit oogenblik had zij iets aandoenlijks,
dat haar plotseling tot op een ander stand
punt verhief.
„Ik da-cht graag te wille-n sterven in het
huis, waar ik een klein poosje gelukkig ge
weest ben," ging de zwakke stem voort.
„Teen ik als bruid hier kwan>, dhoht ik,
cfat Luke vcol van mij hield; ik dacht, dat
het leven hier net als in een sprookje zou
wezen, „en rij leefden gelukkig niet elkan
der. "Het ia alles een groote teleurstelling
geweest."
„O, Carrie, hot. spijt mij zoo." Ajtótï'ö©
streelde de magere hand, die op het laken
lag. „Ik heb liet nooit geweten ik heb het
nooit ingedacht.
weet je ik heb heel veel van Luke
gehouden," ging cBo vermoeide stem voort,
„het heeft een heel en tijd geduurd, voor
dat ik wist, dat hij met mij getrouwd fa,
örnrfot ik rijk was. Ik dacht, dat hij van mij
hield om mij zelf. Ik was li eel gelukkig,
toen ik dat weg cfeucht hier eenige
maanden na ons huwelijk ja enkel©
maanden maar," voegde rij 'er bij, wedbr
"met dbt hartverscheurende glimlachje.
„Maar ik dacht, dat het geluk terug zou
komen, teen het kind geboren was. En de
joagon bracht mede, een ander soort geluk;
maar toen stierf hij, en daarna scheen het,
cfat niets er meer op aan kwam. Het ia
atiea ee® groote teleurstelling geweest.
„O, Carrie. Arm kind!" zei Austice pein
zend, en rij begreep, dat zij de vrouw, (Ee
daar zoo stil in do kamer lag te staren,
met haar ernstige, donker© oogen, op on
verklaarbare wijze met bij machte was te
helpen, hoe gaarne rij dat ook gewild had.
En ik dacht," sprak Carrie weder alsof
rij Austice niet had hoeren spreken, ,,ik
dacht, dat ik hier wol gra^g zon willen te-
rugkomenhier, waar tik mijn klein' beetfs
I geluk gekond_ had. Ik wou liior zoo graag
j terugkomen vóór het einde."
j „Carrie, spreek zoo niet!" Austice slooé j
haar warme, zachte vdogers om de magere v
j hand op het cHek. „Wij zullen jo hier op- j
I kweeken bet fa immers best mogelijk, dab' j
het zoo e>rg niet fa. Wij zullen je gelukkig j
I maken."
„Lieve, vriendelijke riel!" Lady Franiley, i
j zag haar dankbaar aan. Ik weet wel, dat jei j
het doen zou als je kon, maar je kunt heb 1
niet. En ik wensch ndet in leven te blijven'. I
I Het leven fa zoo'n vreemd mengelmoes van
j dingen en ilc heb er volkomen genoeg van, j
meer dan genoeg. Maar al wou ik graag m
I leven blijven, mijn wenech zou niet vervuld
I kunnen worden. De ctokter uit loonden zegt
I dat het alleen een kwestie van tijd fa. Ik
heb het niet aan Luke verteld, maar ik heb
I de waarheid zelf uitgevonden. Luke maakt
rich bezorgd over mij. Hij ia nu heel vrien
delijk. Ik geloof, dat. zijn geweten hem een
beetje pijnigt," voor de derde maal flikker-
de dat weifelende, aandoenlijke glimlachje
over haar gezicht, ,,ik wou hem dos niest i
nog meer ongerust maken."
„Er fa hier een heel knappe dokter," zei
I Austice, terwijl een levendig© herinnering
haar voor den geest kwam aan Miles Har-
cfcngs sterke persoonlijkheid.
„Luke heeft hem laten halen. Het help4i
mot©; ik weet, dat liet niets helpt, maar
noch Luke noch de pleegzuster vilden mij t
zonder dokter laten. Maar ik ben blij, dat j
jij gekomen bent, Austiceik weet wel, dat
wij in niet veel dingon overeenstemden,
maar ik j© altijd bewonderd. Als ik
W£vs zooals jij, dao zou Luke m$j
hebben Êefge&ad. Je bent zo» i