LE1DSCH DAGBLAD Zaterdag 13 ApriS. Derde Bfad Anno 1918. rik EERSTE KAMER, Nederland en de Oorlog INDISCHE BRIEVE:! W©, 17829, <te i Vergadering vnn gisteren. I 11 if Staatsbegroting voor 1918. f Aan de orde is da voortzetting van d® algemeens beschouwingen over de Staats- b£«rcoling. De MINISTER VAN LANDBOUW herin nert er in"het vervolg zijner rede aan, dat bij den burgemeesters toegestaan heoft van het 'door de gemeente a jrbouwde een gedeel te boven het rantsoe.: to houden. Verder mocht hij niet gaan. om .at het auders een uevGorrechting zou beteekenen, van die ge meenten, welke in 't bijzonder voor ver bouw geschikt zijn. Dat alle graancommis- sarissen het advies zouden hebben gegeven van de graanopbrengst iots le laten houden, is onjuist. Dat advies gold slechts de az.d.- appelen en peulvruchten van den oogst L91S. Spr. houdt geen rekening met abnormaal hc po pachtprijzen. Onbiligk is inderdaad, dat boeren, uier graan ra beslag is geno men, maanden op bun geld moeten wachten. Maar men moet hierbij onderscheid maken iusscheu sprekers Departement en dat van Oorlog. De smokkelhandel in het binnenland is ernstig. Maar er wordt zoo goed mogelijke controle uitgeoefend. De graansómmissaria- sen werken met 8 controleurs, de R«geer ringsccmmissarissen met een 1 Of-tol. f)eze controleurs worden gesteund docr Rijk— en gemeentepolitie. In de Haariemmcrme- r was net smokkelen zóó erg, dat spr. soldaten en Rijkspolitie aanvoeg aan zjjn ambtgen» ten van Oorlog en Financiën; hij heeft ze met gekregen. Da gemeentelijke autoritei ten kunnen overigens zalf nog controle uitoe fenen. Fet vraagstuk van de sakst .fbemesting houdt den Jlinister zóó levendig bezig, dat jij hoopt, voor den volgenden oogst nog iets in deze richting te kunnen bereiken. De handhaving van de gemeente-bijdrage van t/10 dei Distributiekoeten is ge- wenscht, in de eerste plaats wel als middel tot gror/e zuinigheid. De gemeenten zullen nu wel terdege bij eiken maatregel over wegen welke lasten zij op zich nemen. De heer Vliegen zeide: Neem alle luxe artikelen in bes'ag! Spr. gelooft echtei. dat hij daarrrele nie.s meer voor de voeding zou bereiken, terwijl hii touw ,ia maatschappij e n stukje me - on v ich- ten. De toestand zou gaan re o; cn .reorganiseerden hongersnood -'u ting der banketbakkerijen zou, een uitspanning beteekenen van 8 dagen op de 4 maanden. Het meelverbruik is 3 '/a i>C't. van het tntaaL Dat is zóó onbeduidend, dat het voordeel, hetwelk het openhouden dor banketbakke rijen als veiligheidsklep biedt, stellig veel grooter is. Nu wil spr. echter nog wel eens optieuw sluiting overwegfn. iJe heer Poknk heeft spr. beschuldigd van misleiding, omdat spr. het had laten voor komen, alsof wrj tot 1 Aug. brood zouden j hebben op een rantsoen van 250 gTam. De afgevaardigde nng gerust upr beschuldi gen van bewust liezen, dan is hij ten minste consequent. Maar hoe zat de zaak werkelijk in elkaar? Den 15den Maart eindigde spr. zijn rede, waarin de bovenstaande verkla ring werd afgelegd; den 1 Grien Maart was spr. tegenwoordig bij de opening van de Jaarbeurs en den avond van dienselfden dag werd de bekende Minlste raad grboudc®. Op dien avond meende de Rcgecring op grond van de onderhen lelingen met dj gmssre'eer- den. nog te mogen rekenen op 400.000 ton dus niet eens 100.000 zooals later graan. Zoodra de daarop volgende gebrur- tenissen echter alle hoop over do zending van graan op den eerst overeengekomen vost hadden weggenomen, volgde vóór Paschen de vermin lering tot 200 gram. Het is 'noog3t eras'ig, dat midden c Ier de .jes, een lid van deze K r den Minister heeft durven b sc' u' i n van luisle ding. Spr. besluit met de verklaring, dat de on derhandelingen met de Duitsch re..e.irg over de nieuwe o co ou'sche ov eek mst meer en me.r v.rd r n On c a b ar zjja de diensten, die de heer lórd er er, naast hem de heer Reitsma d.n lands hebb:vi bev.ezm. De MINISTER VAN OORLOG, behandelt de voorraden in de stel ingm Z9 thans al is de toestand eros ie op te vaan ge bruiken, zou onverstan h; zijn. De toestand zal nog ernstiger wordt"., en ais wij dan straks in 't geheel geen broodrantsoen meer hebben, kunnen wij beier de voorraden in de stellingen op gebruiken. Over de mogelijkheid tot demobilisatie in het belang van deu landbouw, zal spr. niet uitweiden. De laadbouwverloven liecft spr. zooveel moge ijk vergemakkelijkt. Zij gaan allen anderen veriaven vóór. Intrekking v o de periodieke verloven ten bate van de iaud- bouwverloven ,km echter 'niet geschieden. Er worden al zooveel mogelijk v rl wen ge geven, zóó zelfs, dat die dienst s echts met moeite gaande kan gehouden wo den. Poli tioneels diensten voor smokkelen, internec- rmgskampen en bewaking van v muien, eischen ook veel manschappen, i ai den grooten dienst 0 tt okk n werd.-n Het waagstuk van de laadbom rioven heeft echter vcor:dur nd spreker aandacht. Do heer COLIJN handhaaft de nieenin^, dat wel degelijk bezuiniging èn op de cri sismaatregelen èn op de militaire crisUuit- gave onmogelijk is. Spr gelooft o k, dat. in dien het Offensief aan het Westeljjk front zóó wordt voortgezet als het aanving, het noodzakelijk zal zjjn, onze militaire "orga nisatie in het belang van onze onzijdigheid te verzekeren. Stemmen, als de heeren Creiner emEergs- ma lieten hooren, zuilen het vertrouwen in do V.-L. en U.-L ten opzichte van de on- '<tarv;\jspao5fica ie weer v rl v n ie, Hr is herinnerd aan het woord „getrennt iBarctuoren. Vereist schragen.' De rechteche parejen trekken echter op zichzelf op. Zoo- we! de heer Oort van der Linden als ae heer Cremar verwarren de verplichting en de bereidwilligheid tot kabinetsformatie. Lij HEriAaisreiT' aeeft rechte ge;m ^rpTebtfag daartoe. Is de uitalac der stem bus evenwel toch gunstig, dan kan zij wel bereidwillig zijn voor een formatie van een kabinet. Spr. heeft alleen verloven gewildjroor de landbouwers, desnoods met oproeping van andere troepen voor hen in de plaats. De heer DB VOS VAN STEENWIJK acht de verklaring van den voorzitter van de S. D. A. P. dat zijn party hier te lande niet streeft naar een republikeinschen regee- ringsvorm, ja. den hisfcorischen gTond voor het behoud van "het koningsschap erkent, van groote waarde. De heer VLIEGEN verklaart voorsbinder te zijn van een gemengd kabinet, als het niet anders kaa. H^j betreurt de afwijzing van den Minister ten opzichte van do ver ruiming van liet belastinggebied. Spr. verwondert zich over de uitlating van den Minister, van Binnenlandsche Zaken, dat Amerika geen waarborgen had gege ven voor den terugkeer van onze schepen. De MINISTER VAN BINNENLANDSCHE} ZAKEN: Dat heb ik niet gezegd. Ik heb gezegd, dat de geassocieerde regeeringen geen waarborgen hadden gegeven voor den terugkeer van onze schepen. De heer VLIEGEN: Dat zou dus kunnen beteekenen, dat Amerika wel die waarborgen had gegeven, maar de andere geassocieerden niet Het lijkt er nu op of beide partijen v.xxr het raam zitien te kijken, wie er uu vcor den dag zal komen. Dat betreurt spr. Het initiatief voor het zenden van schepen moet van onze Rcge©- ring uitgaan. De heer VAN KOL stelt de volgende motie voor: vDe Kamer, van oordeel, dat een onder zoek der voor- en nadeelen van verschillen de soorten van Staatsmonopolies door een daartoe in het leven te roepen Staatscommis sie wensciielyk is, gaat over tot de orde van deu dag.*- Deze motie wordt direct in behandeling genomen. De heer REEKERS bestrydt de motie, die thans staat tegenover de stellige ver klaring* van den Minister van Financiën van gisteren. De heer VAN KOL verdedigt zyn pi o tie. Zjj wil" alleen de gegevens laten verzamelen, noodig voor een goed oordeel over de Staats monopolies. De heer VAN I'ER FELTZ vraagt den Minister van Financiën nog eens te willen verklaren waarom hij tegen een Staatscom missie is. De heer COLIJN wil de motie laten be handelen op een nader te bepalen dag. Er wordt It och een wenscheiijkheid uitgespro ken, die ec ter doge studie verejsckt De b -er VaN NIEKOP zet daartegenover uiteen, uat deze moiie nietx, praejudicee-t. Br wordt over voer- en nadeelen in gespro ken. Dat de r otfe eventueel later zon wor den behandeiu, daarmede kan spr. zich ver eenigen. Op voorstel van den VOORZITTER wordt de behandeling der motie daarna uitgesteld; tot een nader te bepalen dag. Bij de voortzetting der repliek ontkent de heer POLAK, dat hij den Minister van mis leiding beschuldigd beeft. Den Minister van Oorlog vraagt hij au de graanreserves in de stelling Amsterdam zooveel beschikbaar te stellen, dat het brood tot den nieuwen oogst tegen het oude rantsoen kan worden beschikbaar gesteld. De MINISTER VAN LANDBOUW ant woordt nog kort de sprekers. Het telegram over het graan uit Amerika is precies ge schikt om den menschen. het hoofd op hol te brengen. Wat staat er in Welke sche pen zijn het? Moeten die schepen van hier komen? Er staat dua feitelijk niets in. Herhalen de relletjes zich hedenavond, dan Ï3 dat mede te d.znkén aah zulk een bul letin, al erkent spr., dat het de plicht der K-" is alle nio---.3 te publiceeren. Maar voor de Regeering beteekent dit telegram nog niets. Daarop kan men het broodrantsoen niet ruimer stellen. Dat zal niet eer kunnen geschieden voordat het graan hier aan de kade ligt. Do aigemeene beschouwingen worden ge sloten.. Beprcot?rig van Financiën, A,-.i de orde zijn de aigemeene beschou wingen over Hoofdstuk VIII B van de Staatsbegrooting voor 1918 (departement van financiën.. Do heer VAN NIER OP bespreekt de a n- nu leering van de Russisch© ach u 1 d, welke voor velen een verschrik kelijk" calamiteit, is. En r.u komt de Minis ter neg zijn cijns vragen van 10 a 15 pro cent. Gelukkig heeft de Minister van Finan ciën niet te beMissen, maar de Hooge Raad. 's Ministers dpunt ten opzichte van de zo kwestie rdb algemeen afgekeurd. De 41A-pkvatsleening werd gedrukt door de xr. i Staatsleening. Geen wonder ook, wpü. kr werd ineens een half milli ard giddVop de markt gebracht. De advi seurs V-in h -A Minister waren geen practici, zooala nit het prospectus is gebleken. Zien wij wat andere neutralen doen wij sluiten immer slechts kleine leeningen. Zwitserland bijv. is thans'on zijn negende leening; elke was ongeveer 100 millioen francs groot. De MINISTER: In liet totaal? De heer VAN NT EROPNatuurlijk, het totaal is een milliard, maar daarvoor is het oak verdeeld. Spreker crrk~?-rt 's Ministers rede van 18 Maart j.l., wac-rin gewezen is op het ge vaar, dat onze Staatspapieren plotseling na den oorlog he cl sterk zullen dalen. Is dat nu geen beschouwing? En is het nu de plicht van den Minister om de inschrijvers 7.66 angstig t-e maken Als de Minister op den eenmaal geslagen weg zal voortgaan, vreest spreker geen succes. Hij heeft weder een leen in? aangekondigd. De MINISTER 't Zal de laatste niet zijn De heer VAN NIEROPGoed! Maar ik weet, dat u ?men inschrijvers zult hebben als u den ouden weg volgt. Natuurlijk zult u weder schermen met de gedwongen lee ning. De MINISTER Wat wilt u ctan Do heer V AN NI ER OPIk ben niet de adviseur van den Minister. Maar in elk ge val ia het beter de volgende leeningen maar eerlijk gedwongen te noemen. Vrij zijn ze zeker niet. In vergelijking met do oorlog voerende landen ia de schuld van ons land nietzoo groot-, of spreker gelooft, dat deze Minister den toestand wel zal beheorsehen. Do Nedcrlandschen kapitalisten raadt spre ker bun geld in Nederlandtako Staatspapie ren te leggen. De heer VAN DER FELTZ bespreekt de annuleering der Russische staatsschulden cn bepleit een wetswijziging om do onrecht vaardigheid weg te nemen, dat cijns wordt geheven van fondsen, waarvan men niet trekt en waarmede mon groote schade lijdt. De heer DE GIJSELA AR legt eveneens den nadruk op deze onrechtvaardigheid en betoogt, dat op 1 Mei 3919 zeker niemand rente uit de Russische fondsen zal hebben getrokken. Over 1913 mag8 do Minister dan zeker cijns heffen. Spreker zal zijn Russi sche fcmcteon niet aangeven. De MINISTER meent, dat er geen ver schil van gevoelen is over do werkelijke ca lamiteit der annuleering der Russische Staatsschuld, maai* wel of do wet het toe laat, dat houders van die fondeen ontslagen worden van bijdrage in de inkomstenbelas ting voor dlie fondsen. Spr. zegt nu nadruk kelijk, clat de wet den houders van Russi sche Staatsfondsen verplicht die aan te ge ven. En het gaat niet op, dat een lid der Eerste Kamer hier zegtIk geef zo niet aan. De wet schrijft hem dat voor. - Wel wil spr. overwegen een wijziging van het tweede lid van artikel 14. De heele kwestie is: Hebben we hier te doen met een bron van inkomsten Van de Regeering zou men nu een cfntkonnend ant woord willen hooren. En dat kan niet gege ven worden, want de Russische geannuleer de fondsen zijn wel een bron van inkomsten. De Regeering heeft, de annuleerig niet er kend. Die zal juist ook ter vredesconferen tie worden behandeld. En onze Regeering zou de houders dor fondsen zeer schaden, indien zij nu die annulöering erkende. Zekerheid i3 er wel niet omtrent do even tueel© latere behandeling ter vredesconfe rentie. Maar juist die onzekerheid moet de Regeering van een uitspraak weerhouden. Nu. do koers der Staatsleening. Toen spr. de welwillende philippica van den heer Van Nierop aanhoorde, kon hij niet nalaten op te merken, dat het a] heel gemakkelijk is achteraf een Minister van Financiën ver wijten te doen. Spr. zou zich niet verant woord achten, incEen hij bij de vaststelling der koersen den maatstaf had aangelegd, dien de heer Van Nierop aanbeval. Spr. had geen rekening mogen houden met de koersen der pandbrieven, aldus deze afge vaardigde, en evenmin met cle gemeente lijke leeningen. Bij de bepaling van den koers dor Staatsleeningen moet de Minister thans wel ter dege rekening houden met de vraag, hoe de koers is van po li de fondsen voor den bcma-fide-belegger. De aigemeene slechte financieel© toestand is oorzaak van de daling .der koersen. Spr. verdedigt zijn onomwonden uiting over een mogelijken paniek na den oorlog. Had hij, aan den koers van uitgifte denken de, alleen mooi mogen praten orer de lee- ning? Spr. gelooft, dat het volk er recht op heeft een eerlijke meening van eon minister van financdën te hooren. De financieel© toe stand is overal buitengewoon moeilijk. Het beleggen van Ned'erlandbch geld in buiten- Iandischo fondsen is een zoo groot gevaar, in verband met onzen ecanomisclicn toestand, dat spr. maatregelen overweegt die beleg ging tegen te gaan. De heer DE GI-J SELA AR zegt dat het al of niet aangeven van rijn Russen een kwes tie van watsuitlegging is. De heer VAN NIEROP repliceert. De bron van inkomsten uit de Russische fond1- sen noemt. spr. een fictie van de wet. Feite lijk zijn die fondsen geen bron van inkom st-en. De heer VAN DER FELTZ repliceert. De aigemeene beschouwingen worden ge sloten. De begroeting wordt zonder hoóf<Hijke stemming aangenomen, evenals het wets ontwerp tot wijziging en verhooging van het zevende hoofdstuk B der Staatsbegrooting, tegemoetkorming wegens duurt© ^in levens middelen. De vergadering wordt daarna verdaagd tot Maandagmorgen. Burgerlijke dienstplicht. Ingediend ia jeen wetsontwerp 'tot invoe ring "van den burgerleken dienstplicht. Blijkens de Mc-morie van Toelichting acht de regeeriag het haar plicht aan de SïaLen- Generaal ©en ontwerp van wot aan le bieden, waarbij voor den duur der buitengewone omstandigheden burg riijke dienstplicht wordt ingesteld. De ervaring van de laatste jaren heeft geleerd, dat de oorlog niet meer een strijd is van legers, maar van volken. Het land, dat in oorlog verkeert, kan niet volstaan met de uitbreiding, verzorging, uitrusting, volmaking van zijn weermaent. het heeft de gansche volkskracht te organ is eeren en -aan de verdediging dienstbaar te maken. Als nooit te voren is de beteekenjs wan de economi sche kracht der natie voor de krijgvoering aan den dag getreden. Veel meer dan andere is in geval van oorlog een land aangewezen op eigen voort brenging, op eigen kunnen in elk opzicht. Het aangeboden wetsontwerp beoogt in de eerste plaats, aan de regeering in geval van oorlog de beschikking te geven over alle voorhanden krachten voor welke burger lijke werkzaamheden ook. In de tweede plaats geeft het reeds nu de bevoegdheid, allen, wier werkzaamheid in *s lands belang niet mag stilstaan, te nopen die werkzaamheid door te zetten m'et ter zijde stellen van alle grioven en elk geschil. i Dat beide oogmerken een zelfs na&r tegen woordig begrip aanzienlijke inbreuk maken op de in Nederland zoo terecht hoog ge houden persoonlijke vrijheid, ontgaat der regeering uiet. Maar rij acht "die inbreuk onvermijdelijk, Het volksbestaan gaat voor. Artikel 1 geeft aan, wjh burgerlijk dienst plichtig zijn. Het luidt: - Voor alle mannelijke Nederlanders en alle ongehuwd® kinderlooae Nederlandsehe vrouwen, die zich binnen het tijk in Europa bevinden, den leeftijd van 17 jaren bereikt, floch dien yan GÓ jaren niet overschreden hebben en piet in werkelijken dienst zijn bp zee- of landmacht, bestaat burgerlijke dienstplicht. Een afzonderlijke beschouwing is gewijd aan den inhoud van 2 (Bijzondere bepa lingen voor tijd van oorlogsgevaar). De ernstige moeilijkheden, die tengevolge van den oorlog buiten crnze grenzen, hier te lande worden ondervonden bij de pro ductie en den aanvoer van goederen, on misbaar voor de voorziening in de behoef ten der bevolking voor bet gaande houden van de industrie en voor 's land3 verdedi ging, zijn den laateten tijd meermalen in liooge mate vergoed doordien werkzaamhe den in onderscheidene takken van bedrijf tijdelijk wérden gestaakt of niet dien voort gang hadden, welke noodzakelijk was om in de dringende behoeft:- te voorzien. Her innerd wordt aan de belemmering, welke de brandstoffenvoorziening in het vorige jaar ondervond, Met alleen door de staking in de mijnen, maar ook door werkstakingen, die in een groot deel der Drentsche venen uitbraken. In Mei 1917 stond do toevoer van hout, welke toen bijna uitsluitend over Delfzijl plaats had, gedurende geruimen tijd stil welke toen bijna uitsluitend over Delfzijl ten gevolg© van een weriistaking in die haven. In den landbouw zijn herhaaldelijk stakin gen voorgekomen, waarbij partij.-n slechts met de grootste moeite er toe konden wor den gebracht. De middelen, waarover do regeering moet kunnen beschikken om dit ernstig gevaar af te wenden, kunnen naar liet oorlesl van de regeering niet bestaan in de bevoegd heid, om in bepaalde bedrijven stakingen of uitsluitingen te verbieden en arbitrage verplicht te stellen. Dit in aanmerking genomen, meent de re- geering dat niet met minder kan worden volstaan dan met de bevoegdheid om bur- gelyk diens.plichtige werkgevers en arbei ders in bedrijven waarvan de vx-r bning in noodzakelijke behoeften van de bevoikmg of van leger en vloot afhankelgk is, te ver plichten bepaalde werk taw.rr.lr den te ver richten. The werkzaamheden zullen, wat de werk gevers betreft, moeten bestaan in het be heer en de leiding van hun onderneming. Tevens mce'.en d? hoofden of btatuurdvrs der ondernemingen gedwongen kunnen wor den om gebouwen, schepen, werktuigen, grondstoffen en niles wat verd. r tot hun onderneming behoort, tot uit:- f iring van het bedrijf aan te wenden met inachtneming van door of namens den minister van land bouw, gestelde regelen. Artikel 3 "bepaalt om.: Indien in een of me:T ondernemingen, waarin een of meer der va te noemen bedrij ven worden uitgeoefend, bepaalde werkzaam heden, welke daar binnen e?n jaar vóór het afleggen van de hierna onder A of B. be doelde verklaring werden verricht, geheel of gedeeltelijk zijn gesttakt, dreigen t? wor den gestaakt, niet zün hervat of geen be hoorlijken voortgang hebben en indien A. Onze minister van oorlog -of van ma rine heeft verklaard, dat de belangen van 's lands defensie d a d or gew.&r loop:n. of B. Onze minister van landbouw, ijrverleid en handel heeft verklaard, dat daardoor ge vaar bestaat voor do voorziening in de be hoefte aan levensmiddelen, brandstoffen, huishoud;lijke ariike'en voMerm d leien voer dieren, kleeding, schoeisel, bouwmaterialen of andere door den minister aangewezen goe deren, waarvan de verkrijging, de voort brenging of het vervoer in het belang van de volkshuisvesting noodzakelijk is. neemt onze minister van landbouw, nij verheid en handel zoo noodig de hierna te noemen maartegelen, ten ein le de hwvatt'ng of den behoorlijken voortgang van die werk- zaujnheden te bevorderen. De in het eerste lid bedoelde bedrijven zyn: a. die, waarin voorwerpen of stoffen ten dienste van 's lands defensie of goederen, als onder B bedoe"d. worden verkregen, voort gebracht, bewerkt, herstrid of op andere wijze tot gebruik geschikt gemaakt; b. de bedrijven van prersor.en en .góederen, vervoer, van- jaden, lossen, stapelen, wegen melen of wegbergen va:i goederen: c. de bedrijven van exploitecren van gas fabrieken, electrische centraalstations en wa terleidingen; d. he visscbersbedrijf; e. alle bedrijven, voor zoover zij dienst baar zijn aan de verkrijging, voortbrenging, bewerking, herstelling cf het op andere wijze tot gebruik geschikt maken van voorwer pen of stoffen, noodig voor de uitoefening van de onder ad bedoelde bedrijven en de daar omschreven omvang. Artikel 4 geeft den minister van landbouw de bevoegdheid, van eiken burgerlijken dienst plichtige, wiens arbeid een landsbelang is en Bdio in een bepaald bedrijf pleegt werkzaam te zijn, onder de noodige waarborgen te vergen dat hij naar bepaalde regels doorwerke zoolang het noodig wordt geacht. Artikel 22 en volgende regelen de bevoegdheid der regeering om burgerlijk dienstplichtigen, die nog geen burgerlijken dienstplicht vervullen, daartoe op te roepen. Buiten die oproeping val len personen, die zijn begrepen in de in .artikel 2 gestelde opsomming (a. in diens! zijn van eenig publiekrechtelijk lichaam; b. werkzaam zijn in de bedrijven, bedoeld in art. 3, derde lid- c. werkzaam zijn in inrichtingen, waar zieken of gewonden worden verpleegd; d. werkzaam zijn in inrichtingen van onderwijs, een geeste lijk of een godsdianstig-menschJievend ambt be- kloeden of daartoo worden opgeleid; e. werkzaamheden verrichten nader door de Kroon aan te wijzen.) De inschrijving kunnen de gemeentebesturen doen geschieden, hetzij uitsluitend op vrijwillige aanmelding, hetzij ambtshalve, mits zij de opga ven binnen, den door den qRjnislcr bepaalden termijn inzenden. Zooveel lüogelijk zullen zij do vrijwillige aanmelding ufoeten bevorderen, o.rn. do.or samenwerking te zoeken met organisaties, welke bprejd zouden zijn, lusschenkomst te ycr- leeDC-n tot het verkrijgen van de benoodigcla^ werkkrachten. Onder dip organisaties begrijpt de regeering ai'ri alléén arbeiders- eu palFcous- Vereeniglpgén, doch ook b.v. organisaties van verpleegsters, urgentieraden, stuilenleucprpora ties e.d. De regeering liuopt en vertrouwt, clat op deze wijze van actieve samenwerking de vrij willige aanmelding voldoende zal zijn om ambt j- haLyo inschiijvjpg overbodig te malen. Artikel 25 verklaart cle gemeentebesturen be voegd burgerlijk dienstplichtigen op grond van klemmende huiselijke of gezondheidsredenen.Jot nader order of voor goed van vrijstelling van oproeping in aanmerkuig te brengen. Met de „Nicnw-Amsterdam" teruggekeerd. Met de Nieuw-Amstcrdam" zijn ook naar men weet de bemanningen van velen ia Amerika in beslag genomen schepen terug gekeerd. Thans moge een plaats vinden, wat kapi tein P. van den Heuvel de kap hein van de „Rijndam"', wiens eigen schip feitelijk de „Amsterdam" is en die met de „Rijndam'' slechts een tusschcnneïs maakte, mededeelde: De bemanningen hebben het in Amerika tamelijk goed gehad. Alle kapiteins hebben geprotesteerd tegen het afnemen van hun schip. De equipages zijn. nadat hun schip was afgenomen, voor rekening van Let Ameri- kaansche gouvernement in hotels aan den wal ondergebracht, terwijl ook de Ameri ka aiischc regeering hun overtocht betaald heoft. Al de bemanningen der Hollan'Lcke ge- requirecrce schepen rijn doortrokken van een sterken aiit:-Amerikaan9cken geest. Niet weinig droegen daartoe hij de draco nische bepalingen ten opzichte oer beman ning van de „Nieuw-Amsterdam" b.v., jjlie telkenmale, als ze aan wal gingen en weer aan boord kwamen, tot op het hemd toe ge visiteerd werden. •De schepen zijn nu overgenomen en wor den bemand o.a. met marine-roserve-offieic- ren die een studio van drie maanden achter den rug haddon. Veel zal er van de schepen, als ze al niet getorpedeerd worden, niet te recht komen. En de gezagvoerder van de „Rjjndam:' die gezien heeft, dat de Arneri- I kaanscii© stokers gehuisvest werden in de eerste klas hutton van zijn keurig-onderhou den schip, zou er niet eens op gesteld zijn het aldus behandelde vaartuig onder züa bevelen f.c krijgen Als daad van piëteit wilde kapitein Van den Heuvel niet onvermeld laten, dat van da Hollandsche schepen nrii de „Stars and stri pes'* werden ge hese hen, voordat de ,Nieuw- Amsterdam" de Hudson afging en Jen ste ven naar Let va «Ierland wendde. Neg riet alle bemanningen zijn met de „Niéuw-Amsterdamv Daar huis gekomen. Er zouden r-og wol 800 mar. in Amerika zijn achtergebleven. Zoo moeten b.v. de „Beukels- dijk'', „Soestdyk" en ,.A nis tel dijk" op een reis naar Zuid-Arcerika die ze in particulier charter maakten, ein graan te halen voor de Vereenig de Staten, op den dag der vordering bevel hebben gekregen in de naastbbzünde haven binnen te loopen. De „Beukelsdijk'' en ..Amsteldijk" zouden nu te Portorico liggen, de „Soestdijk" in Norfolk, terwijl het volk niet tijdig vóór de afvaart van de „Nieuw Amsterdam'" New-York heeft kunnen berei ken. Verschillende passagiers geven hun mee ning over dé stemming in.Amerika, speciaal ten opzic.h e van Holland. In het al genteen ia men Holland vriendelijk gezind. Kr is een vastgeroeste overtuiging bij het Amerikasn- sche volk, dat ten gevolge van de smokkela rij Duitsebland gevoed wordt. Van den tegen- woordigen nood, die bij ons heerscht, het broodgebrek, de volksuitbarstingen e.a.. is in Amerika bij het publiek niets beleend. Men weet, dat er geen overvloed bij ons heerscht, doch meent, dat we ons best helpen kunnen. In Amerika staa; de oorlogsspanning-op bet kookpunt. In Amerika heerscht, behalve aan suiker, op alle gebied overvloed. Men heeft z.g. meel- looze dagen, waarop geen graan maar een mengsel gebakken wordt. Verder vleesch en varkenslooze dagen, maar overigens bemerkt men geen invloed van den oorlog. Sommige passagiers zeiden, dat men er nic.9 van weet, dat Amerika in den oorlog is ge gaan. Anderen was het groeiend enthousias me om dienst te nemen opgevallen. Er is iri Amerika nog steeds behoefte aan goede zee lieden. Thans zijn mannen, die vóór eenige maanden nog in zaken waren, bij de marine- reserve gegaan cn namen zij dienst om bij d© handelsmarine te dienen. De gouverneur generaal. Onder ae betrekkingen, welke in dé tijds omstandigheden, dii we thans brieven, van het hoogste gewicht moeten geacht worden door ons Nea.rkndsche volk, behoort zeker wel die van Gouve.-neur-Generaa! van Ned.-" Indië. Van dit feit geeft men zich in Ne derland zelf te weinig rekenschap. Indië ligt ver van Europa en het belang, dat ons land heeft bij die rijke gewest-n. wordt helaas te weinig begrepen. De aa i. taande verkiezingen, die wel uileriei ware en val- sche leuzen doen hooren, maar waarbij over onze koloniën nagenoeg niets wordtge zegd, illustreeren deae bewering op een treurige cu voor ons volk beschamend© wijze. Men moet maar al to zeer vreezsn, dat,., zoo hierin geen verbetering komt, een treurige toekomst ons Nederland pas zal dnidehjk maken, hoezeer het te kort schoot in zijn plicht en in de behartiging van dure belangen. In dit opzicht ri.-n we rlie verkiezingen niet een zekere sombere ver bazing te gemoet We vreezen ;ar al t© zeer, dat partygeechil en partij1'.•isten van meer jnvioed zullen zijn, "dan l et welbe grepen volk-belang. Doch dit ter zijde gelaten. We wen sekten slechts, een oogenblik onze g?ricrieu

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 9