LE1DSCH DAGBLAD Zaterdag 13 ApriS.
Derde Bfad Anno 1918.
rik EERSTE KAMER,
Nederland en de Oorlog
INDISCHE BRIEVE:!
W©, 17829,
<te i Vergadering vnn gisteren. I 11
if Staatsbegroting voor 1918.
f Aan de orde is da voortzetting van d®
algemeens beschouwingen over de Staats-
b£«rcoling.
De MINISTER VAN LANDBOUW herin
nert er in"het vervolg zijner rede aan, dat bij
den burgemeesters toegestaan heoft van het
'door de gemeente a jrbouwde een gedeel
te boven het rantsoe.: to houden. Verder
mocht hij niet gaan. om .at het auders een
uevGorrechting zou beteekenen, van die ge
meenten, welke in 't bijzonder voor ver
bouw geschikt zijn. Dat alle graancommis-
sarissen het advies zouden hebben gegeven
van de graanopbrengst iots le laten houden,
is onjuist. Dat advies gold slechts de az.d.-
appelen en peulvruchten van den oogst L91S.
Spr. houdt geen rekening met abnormaal
hc po pachtprijzen. Onbiligk is inderdaad,
dat boeren, uier graan ra beslag is geno
men, maanden op bun geld moeten wachten.
Maar men moet hierbij onderscheid maken
iusscheu sprekers Departement en dat van
Oorlog.
De smokkelhandel in het binnenland is
ernstig. Maar er wordt zoo goed mogelijke
controle uitgeoefend. De graansómmissaria-
sen werken met 8 controleurs, de R«geer
ringsccmmissarissen met een 1 Of-tol. f)eze
controleurs worden gesteund docr Rijk— en
gemeentepolitie. In de Haariemmcrme- r was
net smokkelen zóó erg, dat spr. soldaten en
Rijkspolitie aanvoeg aan zjjn ambtgen»
ten van Oorlog en Financiën; hij heeft ze
met gekregen. Da gemeentelijke autoritei
ten kunnen overigens zalf nog controle uitoe
fenen.
Fet vraagstuk van de sakst .fbemesting
houdt den Jlinister zóó levendig bezig, dat
jij hoopt, voor den volgenden oogst nog iets
in deze richting te kunnen bereiken.
De handhaving van de gemeente-bijdrage
van t/10 dei Distributiekoeten is ge-
wenscht, in de eerste plaats wel als middel
tot gror/e zuinigheid. De gemeenten zullen
nu wel terdege bij eiken maatregel over
wegen welke lasten zij op zich nemen.
De heer Vliegen zeide: Neem alle luxe
artikelen in bes'ag! Spr. gelooft echtei. dat
hij daarrrele nie.s meer voor de voeding
zou bereiken, terwijl hii touw ,ia
maatschappij e n stukje me - on v ich-
ten. De toestand zou gaan re o; cn
.reorganiseerden hongersnood -'u ting
der banketbakkerijen zou, een uitspanning
beteekenen van 8 dagen op de 4 maanden.
Het meelverbruik is 3 '/a i>C't. van het tntaaL
Dat is zóó onbeduidend, dat het voordeel,
hetwelk het openhouden dor banketbakke
rijen als veiligheidsklep biedt, stellig veel
grooter is. Nu wil spr. echter nog wel eens
optieuw sluiting overwegfn.
iJe heer Poknk heeft spr. beschuldigd van
misleiding, omdat spr. het had laten voor
komen, alsof wrj tot 1 Aug. brood zouden j
hebben op een rantsoen van 250 gTam. De
afgevaardigde nng gerust upr beschuldi
gen van bewust liezen, dan is hij ten minste
consequent. Maar hoe zat de zaak werkelijk
in elkaar? Den 15den Maart eindigde spr.
zijn rede, waarin de bovenstaande verkla
ring werd afgelegd; den 1 Grien Maart was
spr. tegenwoordig bij de opening van de
Jaarbeurs en den avond van dienselfden dag
werd de bekende Minlste raad grboudc®. Op
dien avond meende de Rcgecring op grond
van de onderhen lelingen met dj gmssre'eer-
den. nog te mogen rekenen op 400.000 ton
dus niet eens 100.000 zooals later
graan. Zoodra de daarop volgende gebrur-
tenissen echter alle hoop over do zending
van graan op den eerst overeengekomen vost
hadden weggenomen, volgde vóór Paschen
de vermin lering tot 200 gram.
Het is 'noog3t eras'ig, dat midden c Ier
de .jes, een lid van deze K r
den Minister heeft durven b sc' u' i n van
luisle ding.
Spr. besluit met de verklaring, dat de on
derhandelingen met de Duitsch re..e.irg
over de nieuwe o co ou'sche ov eek mst
meer en me.r v.rd r n On c a b ar zjja de
diensten, die de heer lórd er er, naast
hem de heer Reitsma d.n lands hebb:vi
bev.ezm.
De MINISTER VAN OORLOG, behandelt
de voorraden in de stel ingm Z9 thans
al is de toestand eros ie op te vaan ge
bruiken, zou onverstan h; zijn. De toestand
zal nog ernstiger wordt"., en ais wij dan
straks in 't geheel geen broodrantsoen meer
hebben, kunnen wij beier de voorraden in
de stellingen op gebruiken.
Over de mogelijkheid tot demobilisatie in
het belang van deu landbouw, zal spr. niet
uitweiden. De laadbouwverloven liecft spr.
zooveel moge ijk vergemakkelijkt. Zij gaan
allen anderen veriaven vóór. Intrekking v o
de periodieke verloven ten bate van de iaud-
bouwverloven ,km echter 'niet geschieden.
Er worden al zooveel mogelijk v rl wen ge
geven, zóó zelfs, dat die dienst s echts met
moeite gaande kan gehouden wo den. Poli
tioneels diensten voor smokkelen, internec-
rmgskampen en bewaking van v muien,
eischen ook veel manschappen, i ai den
grooten dienst 0 tt okk n werd.-n
Het waagstuk van de laadbom rioven
heeft echter vcor:dur nd spreker aandacht.
Do heer COLIJN handhaaft de nieenin^,
dat wel degelijk bezuiniging èn op de cri
sismaatregelen èn op de militaire crisUuit-
gave onmogelijk is. Spr gelooft o k, dat. in
dien het Offensief aan het Westeljjk front
zóó wordt voortgezet als het aanving, het
noodzakelijk zal zjjn, onze militaire "orga
nisatie in het belang van onze onzijdigheid
te verzekeren.
Stemmen, als de heeren Creiner emEergs-
ma lieten hooren, zuilen het vertrouwen in
do V.-L. en U.-L ten opzichte van de on-
'<tarv;\jspao5fica ie weer v rl v n ie,
Hr is herinnerd aan het woord „getrennt
iBarctuoren. Vereist schragen.' De rechteche
parejen trekken echter op zichzelf op. Zoo-
we! de heer Oort van der Linden als ae heer
Cremar verwarren de verplichting en de
bereidwilligheid tot kabinetsformatie. Lij
HEriAaisreiT' aeeft rechte ge;m
^rpTebtfag daartoe. Is de uitalac der stem
bus evenwel toch gunstig, dan kan zij wel
bereidwillig zijn voor een formatie van een
kabinet.
Spr. heeft alleen verloven gewildjroor de
landbouwers, desnoods met oproeping van
andere troepen voor hen in de plaats.
De heer DB VOS VAN STEENWIJK acht
de verklaring van den voorzitter van de
S. D. A. P. dat zijn party hier te lande niet
streeft naar een republikeinschen regee-
ringsvorm, ja. den hisfcorischen gTond voor
het behoud van "het koningsschap erkent,
van groote waarde.
De heer VLIEGEN verklaart voorsbinder
te zijn van een gemengd kabinet, als het
niet anders kaa. H^j betreurt de afwijzing
van den Minister ten opzichte van do ver
ruiming van liet belastinggebied.
Spr. verwondert zich over de uitlating
van den Minister, van Binnenlandsche Zaken,
dat Amerika geen waarborgen had gege
ven voor den terugkeer van onze schepen.
De MINISTER VAN BINNENLANDSCHE}
ZAKEN: Dat heb ik niet gezegd. Ik heb
gezegd, dat de geassocieerde regeeringen
geen waarborgen hadden gegeven voor den
terugkeer van onze schepen.
De heer VLIEGEN: Dat zou dus kunnen
beteekenen, dat Amerika wel die waarborgen
had gegeven, maar de andere geassocieerden
niet Het lijkt er nu op of beide partijen v.xxr
het raam zitien te kijken, wie er uu vcor
den dag zal komen.
Dat betreurt spr. Het initiatief voor het
zenden van schepen moet van onze Rcge©-
ring uitgaan.
De heer VAN KOL stelt de volgende
motie voor:
vDe Kamer, van oordeel, dat een onder
zoek der voor- en nadeelen van verschillen
de soorten van Staatsmonopolies door een
daartoe in het leven te roepen Staatscommis
sie wensciielyk is, gaat over tot de orde
van deu dag.*-
Deze motie wordt direct in behandeling
genomen.
De heer REEKERS bestrydt de motie,
die thans staat tegenover de stellige ver
klaring* van den Minister van Financiën van
gisteren.
De heer VAN KOL verdedigt zyn pi o tie.
Zjj wil" alleen de gegevens laten verzamelen,
noodig voor een goed oordeel over de Staats
monopolies.
De heer VAN I'ER FELTZ vraagt den
Minister van Financiën nog eens te willen
verklaren waarom hij tegen een Staatscom
missie is.
De heer COLIJN wil de motie laten be
handelen op een nader te bepalen dag. Er
wordt It och een wenscheiijkheid uitgespro
ken, die ec ter doge studie verejsckt
De b -er VaN NIEKOP zet daartegenover
uiteen, uat deze moiie nietx, praejudicee-t.
Br wordt over voer- en nadeelen in gespro
ken. Dat de r otfe eventueel later zon wor
den behandeiu, daarmede kan spr. zich ver
eenigen.
Op voorstel van den VOORZITTER wordt
de behandeling der motie daarna uitgesteld;
tot een nader te bepalen dag.
Bij de voortzetting der repliek ontkent de
heer POLAK, dat hij den Minister van mis
leiding beschuldigd beeft. Den Minister van
Oorlog vraagt hij au de graanreserves in
de stelling Amsterdam zooveel beschikbaar
te stellen, dat het brood tot den nieuwen
oogst tegen het oude rantsoen kan worden
beschikbaar gesteld.
De MINISTER VAN LANDBOUW ant
woordt nog kort de sprekers. Het telegram
over het graan uit Amerika is precies ge
schikt om den menschen. het hoofd op hol
te brengen. Wat staat er in Welke sche
pen zijn het? Moeten die schepen van hier
komen? Er staat dua feitelijk niets in.
Herhalen de relletjes zich hedenavond,
dan Ï3 dat mede te d.znkén aah zulk een bul
letin, al erkent spr., dat het de plicht der
K-" is alle nio---.3 te publiceeren.
Maar voor de Regeering beteekent dit
telegram nog niets. Daarop kan men het
broodrantsoen niet ruimer stellen. Dat zal
niet eer kunnen geschieden voordat het
graan hier aan de kade ligt.
Do aigemeene beschouwingen worden ge
sloten..
Beprcot?rig van Financiën,
A,-.i de orde zijn de aigemeene beschou
wingen over Hoofdstuk VIII B van de
Staatsbegrooting voor 1918 (departement
van financiën..
Do heer VAN NIER OP bespreekt de a n-
nu leering van de Russisch©
ach u 1 d, welke voor velen een verschrik
kelijk" calamiteit, is. En r.u komt de Minis
ter neg zijn cijns vragen van 10 a 15 pro
cent. Gelukkig heeft de Minister van Finan
ciën niet te beMissen, maar de Hooge Raad.
's Ministers dpunt ten opzichte van
de zo kwestie rdb algemeen afgekeurd.
De 41A-pkvatsleening werd gedrukt
door de xr. i Staatsleening. Geen wonder
ook, wpü. kr werd ineens een half milli
ard giddVop de markt gebracht. De advi
seurs V-in h -A Minister waren geen practici,
zooala nit het prospectus is gebleken. Zien
wij wat andere neutralen doen wij sluiten
immer slechts kleine leeningen. Zwitserland
bijv. is thans'on zijn negende leening; elke
was ongeveer 100 millioen francs groot.
De MINISTER: In liet totaal?
De heer VAN NT EROPNatuurlijk, het
totaal is een milliard, maar daarvoor is het
oak verdeeld.
Spreker crrk~?-rt 's Ministers rede van
18 Maart j.l., wac-rin gewezen is op het ge
vaar, dat onze Staatspapieren plotseling
na den oorlog he cl sterk zullen dalen. Is
dat nu geen beschouwing? En is het nu de
plicht van den Minister om de inschrijvers
7.66 angstig t-e maken Als de Minister op
den eenmaal geslagen weg zal voortgaan,
vreest spreker geen succes. Hij heeft weder
een leen in? aangekondigd.
De MINISTER 't Zal de laatste niet
zijn
De heer VAN NIEROPGoed! Maar ik
weet, dat u ?men inschrijvers zult hebben
als u den ouden weg volgt. Natuurlijk zult
u weder schermen met de gedwongen lee
ning.
De MINISTER Wat wilt u ctan
Do heer V AN NI ER OPIk ben niet de
adviseur van den Minister. Maar in elk ge
val ia het beter de volgende leeningen maar
eerlijk gedwongen te noemen. Vrij zijn ze
zeker niet. In vergelijking met do oorlog
voerende landen ia de schuld van ons land
nietzoo groot-, of spreker gelooft, dat deze
Minister den toestand wel zal beheorsehen.
Do Nedcrlandschen kapitalisten raadt spre
ker bun geld in Nederlandtako Staatspapie
ren te leggen.
De heer VAN DER FELTZ bespreekt de
annuleering der Russische staatsschulden
cn bepleit een wetswijziging om do onrecht
vaardigheid weg te nemen, dat cijns wordt
geheven van fondsen, waarvan men niet
trekt en waarmede mon groote schade lijdt.
De heer DE GIJSELA AR legt eveneens
den nadruk op deze onrechtvaardigheid en
betoogt, dat op 1 Mei 3919 zeker niemand
rente uit de Russische fondsen zal hebben
getrokken. Over 1913 mag8 do Minister dan
zeker cijns heffen. Spreker zal zijn Russi
sche fcmcteon niet aangeven.
De MINISTER meent, dat er geen ver
schil van gevoelen is over do werkelijke ca
lamiteit der annuleering der Russische
Staatsschuld, maai* wel of do wet het toe
laat, dat houders van die fondeen ontslagen
worden van bijdrage in de inkomstenbelas
ting voor dlie fondsen. Spr. zegt nu nadruk
kelijk, clat de wet den houders van Russi
sche Staatsfondsen verplicht die aan te ge
ven. En het gaat niet op, dat een lid der
Eerste Kamer hier zegtIk geef zo niet
aan. De wet schrijft hem dat voor.
- Wel wil spr. overwegen een wijziging van
het tweede lid van artikel 14.
De heele kwestie is: Hebben we hier te
doen met een bron van inkomsten Van de
Regeering zou men nu een cfntkonnend ant
woord willen hooren. En dat kan niet gege
ven worden, want de Russische geannuleer
de fondsen zijn wel een bron van inkomsten.
De Regeering heeft, de annuleerig niet er
kend. Die zal juist ook ter vredesconferen
tie worden behandeld. En onze Regeering
zou de houders dor fondsen zeer schaden,
indien zij nu die annulöering erkende.
Zekerheid i3 er wel niet omtrent do even
tueel© latere behandeling ter vredesconfe
rentie. Maar juist die onzekerheid moet de
Regeering van een uitspraak weerhouden.
Nu. do koers der Staatsleening. Toen spr.
de welwillende philippica van den heer
Van Nierop aanhoorde, kon hij niet nalaten
op te merken, dat het a] heel gemakkelijk
is achteraf een Minister van Financiën ver
wijten te doen. Spr. zou zich niet verant
woord achten, incEen hij bij de vaststelling
der koersen den maatstaf had aangelegd,
dien de heer Van Nierop aanbeval. Spr.
had geen rekening mogen houden met de
koersen der pandbrieven, aldus deze afge
vaardigde, en evenmin met cle gemeente
lijke leeningen. Bij de bepaling van den
koers dor Staatsleeningen moet de Minister
thans wel ter dege rekening houden met de
vraag, hoe de koers is van po li de fondsen
voor den bcma-fide-belegger. De aigemeene
slechte financieel© toestand is oorzaak van
de daling .der koersen.
Spr. verdedigt zijn onomwonden uiting
over een mogelijken paniek na den oorlog.
Had hij, aan den koers van uitgifte denken
de, alleen mooi mogen praten orer de lee-
ning? Spr. gelooft, dat het volk er recht op
heeft een eerlijke meening van eon minister
van financdën te hooren. De financieel© toe
stand is overal buitengewoon moeilijk. Het
beleggen van Ned'erlandbch geld in buiten-
Iandischo fondsen is een zoo groot gevaar, in
verband met onzen ecanomisclicn toestand,
dat spr. maatregelen overweegt die beleg
ging tegen te gaan.
De heer DE GI-J SELA AR zegt dat het al
of niet aangeven van rijn Russen een kwes
tie van watsuitlegging is.
De heer VAN NIEROP repliceert. De
bron van inkomsten uit de Russische fond1-
sen noemt. spr. een fictie van de wet. Feite
lijk zijn die fondsen geen bron van inkom
st-en.
De heer VAN DER FELTZ repliceert.
De aigemeene beschouwingen worden ge
sloten.
De begroeting wordt zonder hoóf<Hijke
stemming aangenomen, evenals het wets
ontwerp tot wijziging en verhooging van het
zevende hoofdstuk B der Staatsbegrooting,
tegemoetkorming wegens duurt© ^in levens
middelen.
De vergadering wordt daarna verdaagd
tot Maandagmorgen.
Burgerlijke dienstplicht.
Ingediend ia jeen wetsontwerp 'tot invoe
ring "van den burgerleken dienstplicht.
Blijkens de Mc-morie van Toelichting acht
de regeeriag het haar plicht aan de SïaLen-
Generaal ©en ontwerp van wot aan le bieden,
waarbij voor den duur der buitengewone
omstandigheden burg riijke dienstplicht
wordt ingesteld.
De ervaring van de laatste jaren heeft
geleerd, dat de oorlog niet meer een strijd
is van legers, maar van volken. Het land,
dat in oorlog verkeert, kan niet volstaan
met de uitbreiding, verzorging, uitrusting,
volmaking van zijn weermaent. het heeft de
gansche volkskracht te organ is eeren en -aan
de verdediging dienstbaar te maken. Als nooit
te voren is de beteekenjs wan de economi
sche kracht der natie voor de krijgvoering
aan den dag getreden.
Veel meer dan andere is in geval van
oorlog een land aangewezen op eigen voort
brenging, op eigen kunnen in elk opzicht.
Het aangeboden wetsontwerp beoogt in de
eerste plaats, aan de regeering in geval van
oorlog de beschikking te geven over alle
voorhanden krachten voor welke burger
lijke werkzaamheden ook.
In de tweede plaats geeft het reeds nu
de bevoegdheid, allen, wier werkzaamheid
in *s lands belang niet mag stilstaan, te
nopen die werkzaamheid door te zetten m'et
ter zijde stellen van alle grioven en elk
geschil. i
Dat beide oogmerken een zelfs na&r tegen
woordig begrip aanzienlijke inbreuk maken
op de in Nederland zoo terecht hoog ge
houden persoonlijke vrijheid, ontgaat der
regeering uiet. Maar rij acht "die inbreuk
onvermijdelijk, Het volksbestaan gaat voor.
Artikel 1 geeft aan, wjh burgerlijk dienst
plichtig zijn.
Het luidt: -
Voor alle mannelijke Nederlanders en
alle ongehuwd® kinderlooae Nederlandsehe
vrouwen, die zich binnen het tijk in Europa
bevinden, den leeftijd van 17 jaren bereikt,
floch dien yan GÓ jaren niet overschreden
hebben en piet in werkelijken dienst zijn
bp zee- of landmacht, bestaat burgerlijke
dienstplicht.
Een afzonderlijke beschouwing is gewijd
aan den inhoud van 2 (Bijzondere bepa
lingen voor tijd van oorlogsgevaar).
De ernstige moeilijkheden, die tengevolge
van den oorlog buiten crnze grenzen, hier
te lande worden ondervonden bij de pro
ductie en den aanvoer van goederen, on
misbaar voor de voorziening in de behoef
ten der bevolking voor bet gaande houden
van de industrie en voor 's land3 verdedi
ging, zijn den laateten tijd meermalen in
liooge mate vergoed doordien werkzaamhe
den in onderscheidene takken van bedrijf
tijdelijk wérden gestaakt of niet dien voort
gang hadden, welke noodzakelijk was om
in de dringende behoeft:- te voorzien. Her
innerd wordt aan de belemmering, welke
de brandstoffenvoorziening in het vorige
jaar ondervond, Met alleen door de staking
in de mijnen, maar ook door werkstakingen,
die in een groot deel der Drentsche venen
uitbraken.
In Mei 1917 stond do toevoer van hout,
welke toen bijna uitsluitend over Delfzijl
plaats had, gedurende geruimen tijd stil
welke toen bijna uitsluitend over Delfzijl
ten gevolg© van een weriistaking in die
haven.
In den landbouw zijn herhaaldelijk stakin
gen voorgekomen, waarbij partij.-n slechts
met de grootste moeite er toe konden wor
den gebracht.
De middelen, waarover do regeering moet
kunnen beschikken om dit ernstig gevaar
af te wenden, kunnen naar liet oorlesl van
de regeering niet bestaan in de bevoegd
heid, om in bepaalde bedrijven stakingen
of uitsluitingen te verbieden en arbitrage
verplicht te stellen.
Dit in aanmerking genomen, meent de re-
geering dat niet met minder kan worden
volstaan dan met de bevoegdheid om bur-
gelyk diens.plichtige werkgevers en arbei
ders in bedrijven waarvan de vx-r bning in
noodzakelijke behoeften van de bevoikmg of
van leger en vloot afhankelgk is, te ver
plichten bepaalde werk taw.rr.lr den te ver
richten.
The werkzaamheden zullen, wat de werk
gevers betreft, moeten bestaan in het be
heer en de leiding van hun onderneming.
Tevens mce'.en d? hoofden of btatuurdvrs
der ondernemingen gedwongen kunnen wor
den om gebouwen, schepen, werktuigen,
grondstoffen en niles wat verd. r tot hun
onderneming behoort, tot uit:- f iring van
het bedrijf aan te wenden met inachtneming
van door of namens den minister van land
bouw, gestelde regelen.
Artikel 3 "bepaalt om.:
Indien in een of me:T ondernemingen,
waarin een of meer der va te noemen bedrij
ven worden uitgeoefend, bepaalde werkzaam
heden, welke daar binnen e?n jaar vóór het
afleggen van de hierna onder A of B. be
doelde verklaring werden verricht, geheel
of gedeeltelijk zijn gesttakt, dreigen t? wor
den gestaakt, niet zün hervat of geen be
hoorlijken voortgang hebben en indien
A. Onze minister van oorlog -of van ma
rine heeft verklaard, dat de belangen van
's lands defensie d a d or gew.&r loop:n. of
B. Onze minister van landbouw, ijrverleid
en handel heeft verklaard, dat daardoor ge
vaar bestaat voor do voorziening in de be
hoefte aan levensmiddelen, brandstoffen,
huishoud;lijke ariike'en voMerm d leien voer
dieren, kleeding, schoeisel, bouwmaterialen
of andere door den minister aangewezen goe
deren, waarvan de verkrijging, de voort
brenging of het vervoer in het belang van
de volkshuisvesting noodzakelijk is.
neemt onze minister van landbouw, nij
verheid en handel zoo noodig de hierna te
noemen maartegelen, ten ein le de hwvatt'ng
of den behoorlijken voortgang van die werk-
zaujnheden te bevorderen.
De in het eerste lid bedoelde bedrijven
zyn:
a. die, waarin voorwerpen of stoffen ten
dienste van 's lands defensie of goederen, als
onder B bedoe"d. worden verkregen, voort
gebracht, bewerkt, herstrid of op andere
wijze tot gebruik geschikt gemaakt;
b. de bedrijven van prersor.en en .góederen,
vervoer, van- jaden, lossen, stapelen, wegen
melen of wegbergen va:i goederen:
c. de bedrijven van exploitecren van gas
fabrieken, electrische centraalstations en wa
terleidingen;
d. he visscbersbedrijf;
e. alle bedrijven, voor zoover zij dienst
baar zijn aan de verkrijging, voortbrenging,
bewerking, herstelling cf het op andere wijze
tot gebruik geschikt maken van voorwer
pen of stoffen, noodig voor de uitoefening
van de onder ad bedoelde bedrijven en
de daar omschreven omvang.
Artikel 4 geeft den minister van landbouw de
bevoegdheid, van eiken burgerlijken dienst
plichtige, wiens arbeid een landsbelang is en
Bdio in een bepaald bedrijf pleegt werkzaam te
zijn, onder de noodige waarborgen te vergen dat
hij naar bepaalde regels doorwerke zoolang
het noodig wordt geacht.
Artikel 22 en volgende regelen de bevoegdheid
der regeering om burgerlijk dienstplichtigen,
die nog geen burgerlijken dienstplicht vervullen,
daartoe op te roepen. Buiten die oproeping val
len personen, die zijn begrepen in de in .artikel
2 gestelde opsomming (a. in diens! zijn van
eenig publiekrechtelijk lichaam; b. werkzaam
zijn in de bedrijven, bedoeld in art. 3, derde lid-
c. werkzaam zijn in inrichtingen, waar zieken
of gewonden worden verpleegd; d. werkzaam
zijn in inrichtingen van onderwijs, een geeste
lijk of een godsdianstig-menschJievend ambt be-
kloeden of daartoo worden opgeleid;
e. werkzaamheden verrichten nader door de
Kroon aan te wijzen.)
De inschrijving kunnen de gemeentebesturen
doen geschieden, hetzij uitsluitend op vrijwillige
aanmelding, hetzij ambtshalve, mits zij de opga
ven binnen, den door den qRjnislcr bepaalden
termijn inzenden. Zooveel lüogelijk zullen zij do
vrijwillige aanmelding ufoeten bevorderen, o.rn.
do.or samenwerking te zoeken met organisaties,
welke bprejd zouden zijn, lusschenkomst te ycr-
leeDC-n tot het verkrijgen van de benoodigcla^
werkkrachten. Onder dip organisaties begrijpt
de regeering ai'ri alléén arbeiders- eu palFcous-
Vereeniglpgén, doch ook b.v. organisaties van
verpleegsters, urgentieraden, stuilenleucprpora
ties e.d. De regeering liuopt en vertrouwt, clat
op deze wijze van actieve samenwerking de vrij
willige aanmelding voldoende zal zijn om ambt j-
haLyo inschiijvjpg overbodig te malen.
Artikel 25 verklaart cle gemeentebesturen be
voegd burgerlijk dienstplichtigen op grond van
klemmende huiselijke of gezondheidsredenen.Jot
nader order of voor goed van vrijstelling van
oproeping in aanmerkuig te brengen.
Met de „Nicnw-Amsterdam" teruggekeerd.
Met de Nieuw-Amstcrdam" zijn ook naar
men weet de bemanningen van velen ia
Amerika in beslag genomen schepen terug
gekeerd.
Thans moge een plaats vinden, wat kapi
tein P. van den Heuvel de kap hein van de
„Rijndam"', wiens eigen schip feitelijk de
„Amsterdam" is en die met de „Rijndam''
slechts een tusschcnneïs maakte, mededeelde:
De bemanningen hebben het in Amerika
tamelijk goed gehad.
Alle kapiteins hebben geprotesteerd tegen
het afnemen van hun schip.
De equipages zijn. nadat hun schip was
afgenomen, voor rekening van Let Ameri-
kaansche gouvernement in hotels aan den
wal ondergebracht, terwijl ook de Ameri
ka aiischc regeering hun overtocht betaald
heoft.
Al de bemanningen der Hollan'Lcke ge-
requirecrce schepen rijn doortrokken van een
sterken aiit:-Amerikaan9cken geest.
Niet weinig droegen daartoe hij de draco
nische bepalingen ten opzichte oer beman
ning van de „Nieuw-Amsterdam" b.v., jjlie
telkenmale, als ze aan wal gingen en weer
aan boord kwamen, tot op het hemd toe ge
visiteerd werden.
•De schepen zijn nu overgenomen en wor
den bemand o.a. met marine-roserve-offieic-
ren die een studio van drie maanden achter
den rug haddon. Veel zal er van de schepen,
als ze al niet getorpedeerd worden, niet te
recht komen. En de gezagvoerder van de
„Rjjndam:' die gezien heeft, dat de Arneri-
I kaanscii© stokers gehuisvest werden in de
eerste klas hutton van zijn keurig-onderhou
den schip, zou er niet eens op gesteld zijn
het aldus behandelde vaartuig onder züa
bevelen f.c krijgen
Als daad van piëteit wilde kapitein Van
den Heuvel niet onvermeld laten, dat van da
Hollandsche schepen nrii de „Stars and stri
pes'* werden ge hese hen, voordat de ,Nieuw-
Amsterdam" de Hudson afging en Jen ste
ven naar Let va «Ierland wendde.
Neg riet alle bemanningen zijn met de
„Niéuw-Amsterdamv Daar huis gekomen.
Er zouden r-og wol 800 mar. in Amerika zijn
achtergebleven. Zoo moeten b.v. de „Beukels-
dijk'', „Soestdyk" en ,.A nis tel dijk" op een
reis naar Zuid-Arcerika die ze in particulier
charter maakten, ein graan te halen voor de
Vereenig de Staten, op den dag der vordering
bevel hebben gekregen in de naastbbzünde
haven binnen te loopen. De „Beukelsdijk'' en
..Amsteldijk" zouden nu te Portorico liggen,
de „Soestdijk" in Norfolk, terwijl het volk
niet tijdig vóór de afvaart van de „Nieuw
Amsterdam'" New-York heeft kunnen berei
ken.
Verschillende passagiers geven hun mee
ning over dé stemming in.Amerika, speciaal
ten opzic.h e van Holland. In het al genteen ia
men Holland vriendelijk gezind. Kr is een
vastgeroeste overtuiging bij het Amerikasn-
sche volk, dat ten gevolge van de smokkela
rij Duitsebland gevoed wordt. Van den tegen-
woordigen nood, die bij ons heerscht, het
broodgebrek, de volksuitbarstingen e.a.. is in
Amerika bij het publiek niets beleend. Men
weet, dat er geen overvloed bij ons heerscht,
doch meent, dat we ons best helpen kunnen.
In Amerika staa; de oorlogsspanning-op bet
kookpunt.
In Amerika heerscht, behalve aan suiker,
op alle gebied overvloed. Men heeft z.g. meel-
looze dagen, waarop geen graan maar een
mengsel gebakken wordt. Verder vleesch en
varkenslooze dagen, maar overigens bemerkt
men geen invloed van den oorlog.
Sommige passagiers zeiden, dat men er nic.9
van weet, dat Amerika in den oorlog is ge
gaan. Anderen was het groeiend enthousias
me om dienst te nemen opgevallen. Er is iri
Amerika nog steeds behoefte aan goede zee
lieden. Thans zijn mannen, die vóór eenige
maanden nog in zaken waren, bij de marine-
reserve gegaan cn namen zij dienst om bij d©
handelsmarine te dienen.
De gouverneur generaal.
Onder ae betrekkingen, welke in dé tijds
omstandigheden, dii we thans brieven, van
het hoogste gewicht moeten geacht worden
door ons Nea.rkndsche volk, behoort zeker
wel die van Gouve.-neur-Generaa! van Ned.-"
Indië. Van dit feit geeft men zich in Ne
derland zelf te weinig rekenschap. Indië
ligt ver van Europa en het belang, dat
ons land heeft bij die rijke gewest-n. wordt
helaas te weinig begrepen. De aa i. taande
verkiezingen, die wel uileriei ware en val-
sche leuzen doen hooren, maar waarbij over
onze koloniën nagenoeg niets wordtge
zegd, illustreeren deae bewering op een
treurige cu voor ons volk beschamend© wijze.
Men moet maar al to zeer vreezsn, dat,.,
zoo hierin geen verbetering komt, een
treurige toekomst ons Nederland pas zal
dnidehjk maken, hoezeer het te kort schoot
in zijn plicht en in de behartiging van
dure belangen. In dit opzicht ri.-n we rlie
verkiezingen niet een zekere sombere ver
bazing te gemoet We vreezen ;ar al t©
zeer, dat partygeechil en partij1'.•isten van
meer jnvioed zullen zijn, "dan l et welbe
grepen volk-belang.
Doch dit ter zijde gelaten. We wen sekten
slechts, een oogenblik onze g?ricrieu