LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 9 Maart
Tweede Blad Aram© 1918.
PERSOVERZICHT.
Nederland en ds Oorlog
FEUILLETON
be ibkipï' i'ijpr,
?§o« 17801a
Politieke vertegenwoordiging.
De oud-minister H. Colijn, lid van da
Eerste Kamer, wijst er in het sociaal-oeco-
Itomisch maandblad „DE CHRISTEN-PA
TROON", op, dat het streven, om met de
Intrede van het nieuwe kiesstelsel bij de
samenstelling van de -Tweede Kamer met
allerlei maatschappelijke groepsbe anjen re
kening te houden," èn de ro.itieke beteeke-
nis onzer vertegenwoordigende lichamen èn
de waarde van do maatschappelijke organi
saties miskent.
Met name de Stelen-Generaal hebben de
roeping het geheele Kelcr'aulsche Volk
te vertegenwoordigen en, zoo noodig, voor
aller belangen op de brés te staan. Daar
mee verdraagt zich niet het denkbeeld van
vertegenwoordiging van speciale belangen,
hoe gov.'ichtig die op zichzelf ook mogen
zijn-
juist nu, nu de partijen weer meerdere
vrijheid van beweging verkregen, moet alles
gemeden worden, wat den kamp om-de be
ginselen zou kunnen verzwakken.
De maatschappelijke groepen deen het
best, meent schr., mot zich op deugdelijke
wijze te organiseeren; zóó te organiseeren,
dat zij in staat zijn op doe keffende wijze
voor haar belangen op te komen, óók bij
de volksvertegenwoordiging. De groepsbe
langen mce '.en zoo overzie'.te ijk werden uit
eengezet, dat K?mer eden, die het óók druk
hebben, aan do hand van de hun verstrekte
inlichtingen geharnast voor dea dag kun
nen komen. Een Kamerlid van eenige alge
meens begaafdheid, bereikt, ook zender eigen
vakkennis, op die wijze heel wat meer dan
.een z.g. specialiteit, alleen op zichzelf aan
gewezen.
Gaat men op die wijze te werk, ea dat
k a n, als men wil dan behoeft men zich
niet meer het hoofd warm te maken voor
eigen vertegenwoordigers in de Tweede Ka
mer. Wie sterk is in zijn maatschappelijke
organisatie, heeft, eerder bezorgd te zijn voor
bet oefenen van te veel Staatkundigen in
vloed, dan dat zjj bevreesd zou moeten zijn
voor een tekort in dat opzicht.
D e a n i m o v o o r h e t o n d e r w ij z e r s-
6c h a p. De animo voor het onderwijzers-
schap schijnt er wel wat uit te gaan. Dezer
dagen schreef „HET ONDERWIJS" naar
aanleiding van het plan de opleiding stop
te zetten: ,,Dio opleiding zet zichzelvè al
stop. Zie eens hoe wet.ig candidaten er ver
leden jaar waren voor onze Rijkskweekscho
len."
Thans vraagt het „CHRISTELIJK
SCHOOLBLAD":
„Is er overvloed of gebrek aan onder
wijskrachten?
Vermoede'ijk zal het antwoord luiden, dat
er aan vrouwelijke leerkrachten geen ge
brek is. Maar man'jjke leerkrachten zijn er
©ogenschijnlijk nauwelijks genoeg of zelfs
te weinig. Onze eigen ervaring geeft ons
dienaangaande geen genoegzame zeker bod.
Wii hebben reeds maanden lang een teleur
stellend a twoord moeien zo de 1 aaa onder
scheidene bistuiu'ders en sch o hoofden, die
-ons vroegen, of we niet een tijdelijken on
derwijzer, menigmaal met uitackt op brooe-
min~ voor vast, konden aanwijzen of aanbe
velen. En telkens kregen we ook da mede-
decling, dat bij oproeping van zol icitanten
zich slechts een enkele onderwijzer aange
meld had. Maar dat betreft een wel vrij
wijde omgeving, maar levert slechts grond
voor het vermoeden, dat die schaarsehte ooi;
over het geheelé land heerscht. We weten,
dat het aantal dergenen, die zich voor de
opleiding aanmelden, sedert een paar jaren
vrij sterk dalende is. Er heeft al ijd een zelü-
regulatao plaats. Is er reeds reden om te
•luchten, dat binnen afzlenbaren tijd er een
tekort aan leerkrachten, a t'.ahs aan raan-
Ipke, zal zijn?'
Ten einde de opleiding te beperken is,
zona's,DE BODE" meedeelt, door het Hoofd
bestuur var. den Bond van Ned. Onderwij
zers aan alle afdeelingeu een hoogst bela.ig-
vijke circulaire verzonden, waarin om. wordt
-ngfegeven, wat er kan gedaan worden in
i opzie! t. S' nvnige af 'ee in b s n en zijn
reeds met de actie begonnen door de ouders
in de plaatselijke bladen to waarschuwen.
Het niad eindigt: „Eenige weken geleden
vestigden wij er reeds de aandacht op> van
hoeveel belang het is, als reeds dit jaar
het aantal aanmeldingen zeer veel daalt. Wij
moeten immers zorgen, dat dit lager cij'fer
aan minister Cort van den Linden bekend
is, als hij in deze maanden in zijn ontwerp
van een gewijzigde onderwijswet de nieuwe
salarissen neerschrijft. Dit moet voor onze
leden een aansporing te meer zijn, om deze
actie met kracht aan te pakken. De resul
taten moeten dit voorjaar reeds merkbaar
zijn!"
Vrijzinnige veldpredikers.
„HET VADERLAND" zegt:
„Bij het begin der mobilisatie werden er
acht veldpredikers benoemd, vaa wie er drie
vrijzinnig waren, Y. Buxuma, V. de Ven en
S. K. Bakker. Het lag eigenlijk in de bedoe
ling van het Ministerie van Oorlog vier
vrijzinnigen te benoemen, maar in de rich
ting van ds. Schutte, Lutheraan, had men
zich vergist, en zoo sloeg de schaal over naar
de orthodoxe zijde. Maar nu heelt sedert
veldprediker V. de Ven, tevens predikant te
Moordrecht, ontslag uit den dienst aange
vraagd, en omstreeks een jaar geleden ver
kregen. Het belang zijner gemeente drong
heïu hij zijn ontslagaanvrage. Zeer respec
tabel, maar het "belang der vrijzinnige
milita-iren werd er ernstig door geschaad,
want sedert werd geen nieuwe veldprediker
in deze vrijzinnige vacature benoemd. Wel
vernamen wij, dat één der reserve-veld
predikers van vrijzinnige richting aange
zocht is om een deel van den arbeid over te
nemen doch dit kan uit deu aard der zaak
niet meer zijn dan een deel; de reserve-veld
predikers kunnen niet al hun tijd beschik
baar stellen voor het werk onder de mili
tairen.
Maar nu is in het begin van .Januari de
vrijzinnige veldprediker S. K. Bakker ge
storven. Hiermede is de schaal bedenkelijk
naar orthodoxe zij Jé komen over te hellen:
nog slechts één vrijzinnige veldprediker
blijft er over. Wij hebben nog niet vernomen,
dat er reeds stappen gedaan zijn tot een
nieuwe benoeming. En toch zal het noodza
kelijk zijn weer twee vrijzinnigen te benoe
men, wil het geestelijk welzijn van een gróót
aantal militairen niet schromelijk worden
verwaarloosd. We willen hiermee niet to
kennen geven, dat de Veldprediker in alge-
meenen dienst te kort zou schieten in zjjn
plicht ter willo van zijn kerkelitke richting:
wij achten dr. De Visser te hoog dan dat hij
de onpartijdigheid zcu schenden. M_ar daar
om moge juist hij, als adviseur der Regeering
in deze, de eerste stappen doen om het te
kort aan vrijzinnige veldpredikers aan te
vuflen."
Waarschuwende cijfers. „BET
CENTRUM" driestart:
Het Centraal-Bureau voor de Statistiek
publiceert in de eerste aflevering dezes jaars
van zijn Maandschrift de voorloofige cijfers
omtrent werkstakingen en uitsluitingen ge
durende het afgeloopea jaar.
Daaruit blijkt, dat 1917 zag uitbreken
318 stakingen, terwijl het aantal uitsluitin
gen 17 bedroeg.
Van belang is het nu na te gaan,' welke
de resultaten wareu.
De Statistiek geeft ze als volgt wem
„Van de 318 stakingen duurden er ultima
December, voor zoover bekend, nog 11 voort.
Van 38 van de 306 geëindigde stakingen
bleef do uitslag nog onbekend; 62 (d. i.
20.26 pCt.) vielen ten gunste der werklie
den uit; 142 (d.i. 46.41 pCt.) werden ge
schikt; 63 (d.i. 20.59 pCt) eindigden ten
nadeele der werklieden, terwijl de uitslag-
van 1 staking onbeslist bleef."
Opvallend iu deze uitkomsten is, dat het
aantal stakingen, dat ten gunste der werk
lieden uitviel, bijna geen verschil toont met
dat, hetwelk in hun nadeel eindigde.
Een nieuwe aanduiding, dat een staking
altijd groote onzekerheid biedt, omtrent den
afloop, en dat het dus in het belang, van
beide partijen is ts trachten ze te voor
komen, terwpjl men er zeker nooitlucht
hartig toe mag overgaan.
Dat bijna de helft der stakingen door
schikking eindigde, wijst bovendien geheel
in de richting van overleg.
Want had hetgeen tijdens de staking
geschikt kon worden, ook niet te voren
Tangs minnelijken weg tot oplossing kun
nen worden gebracht?
Veel onaangenaamheden en veel verlies
zouden daardopr aan de strijdende partijen
zjjn bSspaard gebleven.
Ten aanzien der uitsluitingen .valt onge
veer hetzelfde te zeggen.
De Statistiek meldt:
„5 uitsluitingen eindigden ten gunste Van
de patroons, 3 'te hunnen nadeele, terwij!
6 geschillen geschikt werden, 3 uitsluitin
gen duurden ulto December 1917 nog
voort."
Ook deze cijfers doen dringend de wen-
sehelijkheid en het nut gevoelen van over
leg en het vermijden van conflicten.
Te meer, daar geschillen, welke ten gun
ste van een der partijen, heetea te zijn ge
ëindigd, toch ook voor de winnende partij in
directe en zelfs' directe nadeelen kunnen
opleveren, en doorgaans gepaard gaan, niet
slechts met een leemte in de productie, maar
ook met derving van winst Of loon.
Terwijl ten slot'.e staking en uitsluiting d i t
gemeen hebben met oorlogen, dat zij nuiar al
te dikwerf do kiem leggen voor nieuwe con
flicten.
De militairen en het kiesrecht,
„HET HUISGEZIN" wil 'do militairen
twee dagen voor de algemeene stemming
in afzonderlijke bussen laten stemmen.
Begrijpen wij het blad goed, schrijft het
„DAGBLAD VAN N.-BKABANTdan zou
den er in iederen kieskring twee dagen vóél
den algemeenen stemdag 18 bussen, moeten
geplaatst werd-n, en de militairen zouden
dan iu een dezer bussen hun biljet wer
pen, in de bus n.l. van den kieskring, waar
zij in vredestijd woneu. De 18 bussen zouden
-dan den volgenden dag naar de 18 kieskrin
gen kunnen verzonden wórden.
Nu zegt "echter art. 75 der kieswet:
„Een der leden van het stembureau houdt
op een afschrift van de kiezerslijst, aan-
teekening, dat de kiezer aan de stemming
heeft deelgenomen."
Er moet- dus op het stembureau een kie
zerslijst zjjn, en die dient bijgehouden.
Welke kiezerslijs vraagt he. „DAGBLAD
VAN N.-B." wil „HET HUISGEZIN nu leg
gen op de stembureaux tijdens den dag-, waar
op uit alle oorden des lands de militairen
zouden komen stemmen?
Men had dan op elk stembureau de kie
zerslijsten van al e gemeentel n.-.dig.-
Hetze fde bezwaar meet gcófp.ri, meent
het blad, tegen een plan van „DE VOOR
HOEDE" om de militairen in hun kwartieren
te laten stemmen. Eerstens zou dit onaange
name verrassingen kunnen baren, d.ch ver
der blijft ook in dit geval de moeilijkheid
om de kiezerslijsten van alle gemeenten in
Nederland bijeen te krijgen en te hanteeren.
Uitvoer van da restecrende circa tien
millioen kalfc-klpeieren.
Een eicrcnhandclaar schrijft aan het
„Hbld."
Zullen do pogingen, die worden aange
wend, om KXOOO.OOO kalkkipeieren uit te
voeren, gelukken, dan ziet het er voor dc
Nederlandsche verbruikers van liet artikel
eieren slecht uit.
Niet alleen, dat dan <Ic oude voorraad
zoo goed als op zal zijn, maar de aanvul
ling voor den nieuwen voorspelt voor do
kalkers, en alzoo ook voor lren, die zich
gedurende de wintermaanden met dit pro
duct weten tc behelpen, niet veel goeds.
Het kwantum eieren, dat dit seizoen voor
de conservecring beschikbaar zal zijn of
van do consumptie daan-oor zal worden
overgehouden, kan wel eens niet te groot
zijn, gezien do algeheele inkrimping van
den plnimveestape 1waardoor groote ver
mindering van do oierenproductie, en bo
vendien een* veel grooter gebruik van eie
ren door de groote behoefte aan verschil
lende andere consumptie-artikelen.
Overweging zou liet verdienen, do zaak
eens goed onder dc oogen te zien en de
'oude schoenen niet eer weg te werpen,
voor men zeker is, dat de nieuwe aanwezig
zijn. Indien men er wcrkolijk too over zou
gaan, de kalkkipeieren uit te voeren, zal
dit van zeer grooten invloed zijn op do
hedon geldende prijzen en voorraden der
verscho eieron, daar dezo dan voor een
groot gedeelte de kalkkipeioren zullen moe
ten vervangen voor bakkerijen en andore
inrichtingen, waar dezo thans nog worden
gebruikt. Versöhe eieren zullen dan niet
zoo gemakkelijk to bekomen zijn als heden
hot geval is, waardoor groot gevaar ont
staat, dat voor nieuwe aanvullingen ton
behoeve der conserveering geen voorraad
zal zijn. Bovendien zullen de inkoopsprij
zen voor do nieuwe bijna eens zoo hoog
zijn als de prijs der heden nog in voorraad
zijnde 10.000.000 kalkeieren.
Met een minnelijke schikking met de
kalkers dezer Idpeieren zal veel te bcrci-
keip zijn. Do lust tot exportcereu zal, ge
zien do groote moeilijkheden dio de export
van clib artikel ons liet vorig seizoen heeft
gebracht, niet groot zijn.
Van do 50.000.0C>0 kalkeieren zou, .wan
neer ook de laatste 10.000.000'werden ge
ëxporteerd, meer dan do helft onze gren
zen zijn overgegaan. Betreurenswaardig
behoeven w:j dit niet te vindon, daar die,
welke tot heden werden afgeleverd, geluk
kig Diet de beste zijn geweest. En daar
het restant der kalkkipeieren wél tot do
beste bchooren, vragen wij ons of, welke
bezwaren el' bestaan deze voor ons zelf to-
belioiyjen.
Rooskleurig is dat orde bedrijf voor dc
kalkers niet geweest. Veel is er in dit bij
na af gel o oprii seizoen als overbodige en
zeer nadeelige arbeid bevonden. Het op
onthoud tijdens dc toewijzing der eieren
tob inkaIking, door deze te doen voorzien
van een merk of stempel, dat in het kalk-
wator in eenige dagen weder verdween,
böbben dc eieren vóór do inkalking veel
doen lijdon en daardoor ziju geen gering©
kwantum* verloren gegaan.
Onvakkundig en gedurende te langen
«tijd zijn dc oiercu, bij wijlen dagen, aan de
inrichtingen tot afstempelen achtergehou
den, en de gevolgen daarvan zal elke ge
bruiker van rogccrings-kalkkipeieien wel
licbbcn ondervonden. Eerste eisch is en
blijft om dit -bedrijf goed" uit to oefenen,
de eieron vroegtijdig en zoo vcrsch moge
lijk in te kalken on tijdens de aflevering
in de wintermaanden do gieren niet. to lang
in- voorraad te hebben. Wenschclijk zou 't
ons voorkomen te houden wat wij hebben,
mot name do 10.000.000. Dezo blijven dan
in voorraad voor den komenden winter,
terwijl verder zoo spoedig mogelijk do ge
legenheid dient te worden gegeven tot
verdero inkalking van dc zoo bcnoodigde
aanvulling van 15.000.000 over te gaan.
Wanneer hiermede direct wordt begonnen
kunnen de zaken nog gébd tot hun recht
komen. Moet men echter ie lang wachten,
dan zullen dc voorraden der eieren sterk
.verminderen of het zal weder te laat in
het spkrini worden cn de kwaliteit zal
weder dermate verminderen, dat de eieren
voor conscr voering niet meer geschikt zijn.
Daar r- bij het toenemend gebrek aan
levensmiddelen eieren meer en meer in/ do
plaats zullen moeten treden van vlceseh,
enz achten wij een reserve voor komende
tijden-zeker nicü overbodig.
Smeerolie.
Do minister van Landbouw noodigt. allo
verbruikers, producenten, importeurs en
handelaren van smeeroliën (onverschillig
van welko scort) in hun eigen belang uit
uiterlijk 10 Maart opgave van hun nauw
keurig adres en van do qualiteit (verbrui
ker, producent. importour of handelaar) in
welko zij zich met dit artikel bezig houden,
to doen toekomen aan het bureau Nijver
heid der afd. Crisiszaken, Kneuterdijk 8,
'-s-Gravenliage. Dit bureau zal in het be
lang van dc regeling voor den handel, in
smeeroliën, vragenlijsten verat rekken,
welker nauwkeurige invulling ten zeerste
wordt aanbevolen. Met do belangen van
lien, die verzuimen dezo opgavo aan het
bureau Nijverheid te doen toekomen, zal
uit den aard der zaak geen rekening kun
nen worden gehouden.
in beslagneming.
To Franekcr werden door cto politie bij
een winkelier en een rentenier resp. 180.000
en 20.000 sigaren van verschillende merken
in beslag genomen.
Vordering van rundvee voor hel leger.
Door den Opperbevelhebber van land
en zeemacht is bepaald, dat geen vordering
mag plaats hebben van melk-, fok- o!
ctrachtig rundvee, doch uitsluitend van
slachtvee. Ook mogen geen runderen gevor
derd worden, welke in het Nederlandsen
Rundvee-Stamboek zijn ingeschreven. De
autoriteit, met do vordering belast, moet
zich bij do vordering door een deskundige
doen voorlichten.
Ook bij vordering van vee krachtens ar
tikel 33 der ïnkwarttcringswet moet zoo
veel mogelijk vooraf overleg mot do burge
meesters worden gepleegd.
Vergoeding Voor de lading van de „Rijndijk".
Het ministerie van Buitenlandseho Zaken
deelt mede, dat van do Duiteche regeering
vergoeding is ontvangen voor de schade ge
lede u door do Rclief-commissie (Conunzsrion
for Relief in Belgium) ten gevolge van cWn
aanval op het- Nedcrlandseh ss. ..Rijndijk",
door een Doritsclio duikboot op 7 April 191ft.
E enigen tijd geledien was do Duitscho re-
geering reeds overgegaan tot uitbetaling
van do vergoeding voor do sohado, door den
aanval aan gcnocmcl vaartuig zelf toege
bracht.
Beide bedragen waren vastgesteld door
twee commissarissen, van wio do Ncder-
landsche en do Duitscho Rcgecring er ieder
één hadden aangewezen Voor do Neder-
landsche Regeeriug is opgetreden dr. A.
Plate, to Rotterdam
Engeland en dc heer Kröller.
Reuter sqint uit Londen, $.d. 5 Maart:
Tu hel Lagerhuis stelde de afgevaardigde
Crofl do volgoude vragen:
„lo. Ts Kröller de voornaamste adviseur van
het Nederlajidsclio ministerie van landbouw,
ijverheid cn handel in zake dc distributie der
levensmiddelen in Nederland?
•2o. Is hij voor 'n groot deel verantwoorde
lijk voor den uitvoer ^an Nederlandsehc land
bouwproducten naar Builscliland?
3o. Heeft hij oen groote oorlogswinst gemaakt?
4o. Is in do verschillende Nederiandscho bla
den herhaaldelijk verklaard, dat hij openlijk den
Eugelschen vijandelijk gezind, is?"
Tn verband hiermede vroeg Cvoft ook, of Kröl
ler had bepaald, dat Nederland kolen moest ont
vangen en of aan de Nederlandsche rcgeciii»
verzocht was Kruller uit zijn tegenwoordige
functie to verwijderen.
Coc-il antwoordde,,Ik verneem, dat
Kröller do genoemde functie bekleedt on in
verband daarmee vermoed ik, dat hij ge
raadpleegd wordt in alle aangelegenheden
betreffende den uitvoer der Nederlandsche
voortbrengselen
„Omtrent den export van aardappelen
verneem ik, dat do hoeveelheid, welke Ne
derland in het afgoloopen jaar naar Enge
land heeft gozondk-o, grooter was, dan 'lie,
welke naar Duitschland is vervoerd.
„Ten opzichte van do andere ter sprake
gebrachte pinten moet ik Croft or op wij-
zen, dat het over het algemeen niet wen
schclijk is, in zulko aangelegenheden ver-
toogen te richten tot een vreemde mogend
heid."
Nog stelt Croft in het Lagerhuis do
vraag, of aan Kröllers stoomschepen van
d'e Batavier-lijn reeds sedert geruimen tijd
belet word naar Engeland to varen en of
er in dezo aangelegenheid ook stappen wor
den gedaan. Cecil antwoordde, ckt enk cl o
schepen der genoemde lijn voorloopig zijn
opgelegd uit vrees voor oorlogsrisico.
Do gelicelo quaestio der Nederlandseh*
scheepvaart is thans in behandeling.
Eu gelach o krijgsgevangenen.
Gistermiddag te 12J/i uur zqu eert 30-ml
Engelsche burgergevjugenen, onder welke
een 12-tal Britsch-Indiërs uit Bombay en
Calcutta, aan het station der Z.-H. Elec-
trische Spoorweg-Maatschappij to Scheve-
ningen aangekomen uit Duitschland. Zij
stonden onder geleide van een sergeant van
de landweer en een dame van het Engelsche
Hulpcomité, miss Ness.
Naar het Engelsch
van Movr. ALFRED SIDGWÏCK.
„Daarom word ik zoo boos als Veronica
Tep.l zulk een onzin praatover vrije
liefdeen dcor hartstocht bchecrscht
to worden cn een huwelijk to ontbin
den, zoodra men denkt-, dat men wel een
verandering zou willen Moedor en ik
weten wat het beteckonfc Ik vind, dat
een 'man of vrouw, dio niet trouw kunnen
zijn^ doodgeschoten moesten worden."
„Men kan niet allen ovor één kam sche
ren," zei Lamorna.
„Moeder heeft vijftien jaar lang een
ongelukkig, gobiokon loven geleid. Al do
ellendo, do vernedering on do armoedo
kwamen op lioar neer. Hij blijft, buiten
schot."
„Hot spijt mo, clat 'ik jo gevraagd lieb,"
mompelde Lamorna. „Ik had er geen iifoe
van."
„Hot bohoöfb jo niet to spijten. Ik wil,
dat do mensehen weten, wio wij zijn, maar
moeder spreekt nooit over hem. Ik heb het
pas gehoord."
Lamorna wachtte zwijgend, wat Rosa
linda haar wilde vertellen. Zij zag, dat het
gezicht van. het meisje hard en bittor was
geworden.
j,Jo vroeg me in den herfst of we familie
waren van Oloudeelyr, den «childer. Ik zei
je, dat ik nooit van hem gehoord had en je
waart verbaasd."
„Ja."
„Hij is mijn vader."
Lamorna's verbazing en sympathie kon
den eerst geen woorden vinden. Zij zaten,
een oogonblik zwijgend naar do zee te
kijken. Toon zei Lamorna:
„Hij komt dikwijls hier. Ik geloof, dat hij
in do lento weer hier komt."
„Dan zullen wij weg moeten gaan," zei
het meisje. „Wij zouden hom niet kunnen
ontmoeten."
„Ik denk, dat dat onmogelijk zijn zou,"
zei Lamorna
„Totaal onmogelijk. Ik zou niet ui6t hem
willen spreken, als ik het laten kon, en ik
zou vóór niets in do wereld willen, dat
moedor hom zag. Ik had kunnen weten, dat
iets ons uit Menwinion verdrijven zou, om-#
dat wo zoo gelukkig hier zijn. Zoover ik mo
herinner zijn we nooit gelukkig geweest.
We hadden beiden het land op Sceton."
„Ik zou niet zoo gauw weggaan, als ik
jelui was," zei Lamorna. „Hij komt mis
schien niet, en als hij komt, logeert hij in
Penrj n bij mijnheer Stanniforth, Je ont
moet hem misschien nooit."
„Heb jo hem nooit gezien?"
„Dikwijls."
„Is hij akelig?"
Lamorna glimlachte.
„Neen, zei zij. „Wij aanbidden hem allon
Hij is, wat de Franschen noemen, „bon
enfant.''"
„Ik wist, dat hij verachtelijk was," zei
Rosalinde.
„Behalve Sargent ia hij de grootste schil
der in leven," zei Lamorna streng, waz£t
in haar oogen waa Rosalinde oneerbiedig
geweest.
„Dat verontschuldigt hem niet."
„Ik zou vereerd -zijn door do minste op
lottendheid, dio hij mij schonk. Ik ben
meer vereerd geweest door 'zijn critiek dan
door den lof van een ander. Wo zijn allen
in onrust als hij komt en hopen, dat liij
belang zal stellen in ons werk. Als hij dat
doet, weten we, dat. wo iets waard zijn. Jo
zult een persoon van gewicht zijn, zoodra
het bekend is, dat jo ecu dochter van Clou-
dcsby bent."
„Zeg het clan aan niemand. Ik wil geen
waarde hebben, die aan zijn naam ontleend
is. Ik wilde, dat wij zijn naam niet behou
den hadden. Ik schaam er mij over."
„Ik zou er troteeh op zijn."
„Ik ben geen schilderes. Ik ban je be
wondering niet doelen. Dc kan hem niet
met jouw oogen zien. Hij heeft zijn vrouw-
laag behandeld. Ik ben zijn lrind, en hij
heeft er nooit om gegoven mij te kennen.
Zeg het niemand. Lamorna. Tk dacht, dat
het gemakkelijker zou zijn, als ik het ver
teld had, maar ik zie, dat het niet zoo is.
Ik zou niet kunnen verdragen, dat ik jouw
standpunt overal weerkaatst on herhaald
zag. Ik vermoed, dlat jo vindt, dat wo moes-
ton vergeven en vergeten."
„Daarover kan ik -niet oordeelen," zei
Lamorna
„Wij zullen heb nooit doen," zei Rosa
linde.
HOOFDSTUK XI,
Toon Daan Morivalc zei, dat hij niet
trouwen kon, meende hij wat hij zei. Hij
had een 100 pond van zichzelf en het was
al mooi als hij genoeg vordSendio om zijn
schildersuitgavon to betalen. Hij behoorde
niet tot dio schitterende schilders, die de
eene^ week honger lijden en do volgende een
fabelachtig inkomen hebben. Zij zijn zeld
zaam on geen van hen woonde in Ponryn
of Menwinion. Daarenboven wilde hij nog
niet trouwen, omdat, hij zich in do eerst
volgende jaren geheel aan zijn werk wilde
geven, en hij dacht, dat een thuis en een
vrouw dit zouden verhinderen Hij zag, dat
Jasper Knox on John Larek beter werk
dan ooit loverden en meer geholpen dan
gehinderd werden door hun vrouwenmaar
hij redeneerde, dat tfat hun paste, hem
misschien niet paste. Het zou vreeselijk zijn
bijv. om precies op tijd te mooten zijn voor
dc koffie.
„Lamorna is hot nooit," zei Jasper. „Ik
ben het wel cn ik moet op haar wachten."
Maar Daan bleef er bij, da hij niet van
plan was vooreerst te trouwen. Zijn» tegen
woordig leven was juist naar zijn zin;
waarom zou hij het dus veranderen? Hij
mristo geen thuis of huiselijke liefde of het
aanzetten van knoopon of eenig ander van
de kleine en groote oordeelen, cHe Lamor
na opnoemde, terwijl zij met elkander naar
hel atelier-bal reden.
,..To redeneert to veel," zei Jasper hem.
Dit sch rikt o Daan op on hij vroeg ach
af, of Jasper dep spijker op den kop gesla
gen had. Do wandeling en do rit terug dien
middag van Tol Pedu naar Hendra waren
tooverachtig geweestte tooveraehtig voor
zijn gemoedsrust. Zij schenen de kroon to
zetten op ieder gelukkig uur, dut hij to
voren met Rosalinde had doorgebracht, on
hem verder langs clat rozonpad te brongen,
hetwelk hij niet wilde betreden. Zoo hij tl
niet van liefd'o gesproken had, had hij dio
gevoeld en zich waarschijnlijk verraden. Zij
was bekoorlijk, zij was aanbiddelijk, maar
dlaor hij niet kon trouwen, was zij niet voor
hom. Het paste hem daarom weg te blijvcm
van haar en clat zou hij voortaan doen. In
ieder geval moest hij met kieschheid optre
den. Een plofcselingo verandering zou haar
niet verontrusten, omdat zij zelfs nog niet»
begonnen was, iets om hem te geven.
Daarvan had hij dien middag do zekerheid
gekregen, toen hij haar gevraagd had, of
zij haar geheelo loven in Menwinion zou
willen woneu. Zij had geantwoord, dat zij
op geen enkele plaats haar geheelo loven
zou willen wonen. Zij wildo reizen cn ver-
schillende soorten van menschcn zien. Daan
voelde dat volstrekt niet meer, sedert hij
haar kende. Een huisje bij een beek met
haar or in zou hem volmaakt gelukkig ge
maakt hebben, en hij zou nooit verlangd
hebben om het huisje te verlaten. Hieruit
besloot hij, dat hij verliefd was, en zij niet.
IeoAero kleiuo liefdes-idylle liccft haar
tussclienspel, als cle muziek plotseling
valsch schijnt on de spelers zich verbeelden,
dat do sombero mislukking voor hen ligt.
Daan voelde zich gedrukt cn clom, toen hij
in het Trevider:atelier kwam, en hij bleef
"mot een paar mannen aan 'fc ceno oind, ter
wijl Rosalinde bij haar moeder aan het. an
dere oind zat en niet begreep, waarom hij
niet naar haar too kwam. Zij had genoten
van den dag en zag een langen, heerlijken
avond in hot verschietmaar hij zou niet
heerlijk zijn, als Daan koel cn op een af-
etaud bleef.
Het atelier to Trcrider, een zitkamer, dio
cr op uitkwam, cn eenigo slaapkamers op
do eerste vordieping woron op do oudo»
boerderij gevoegd door mijnheer Stanni
forth, een bekend schilder on hoofd van de
Kunstschool to Ponryn; en hij had er
eenigo jaren met zijn vrouw en zoon ge
woond, maar woonde nu in zijn eigen huis
aan den andoren kant van Ponryn Hill. Er