LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 9 Maart Tweede Blad Aram© 1918. PERSOVERZICHT. Nederland en ds Oorlog FEUILLETON be ibkipï' i'ijpr, ?§o« 17801a Politieke vertegenwoordiging. De oud-minister H. Colijn, lid van da Eerste Kamer, wijst er in het sociaal-oeco- Itomisch maandblad „DE CHRISTEN-PA TROON", op, dat het streven, om met de Intrede van het nieuwe kiesstelsel bij de samenstelling van de -Tweede Kamer met allerlei maatschappelijke groepsbe anjen re kening te houden," èn de ro.itieke beteeke- nis onzer vertegenwoordigende lichamen èn de waarde van do maatschappelijke organi saties miskent. Met name de Stelen-Generaal hebben de roeping het geheele Kelcr'aulsche Volk te vertegenwoordigen en, zoo noodig, voor aller belangen op de brés te staan. Daar mee verdraagt zich niet het denkbeeld van vertegenwoordiging van speciale belangen, hoe gov.'ichtig die op zichzelf ook mogen zijn- juist nu, nu de partijen weer meerdere vrijheid van beweging verkregen, moet alles gemeden worden, wat den kamp om-de be ginselen zou kunnen verzwakken. De maatschappelijke groepen deen het best, meent schr., mot zich op deugdelijke wijze te organiseeren; zóó te organiseeren, dat zij in staat zijn op doe keffende wijze voor haar belangen op te komen, óók bij de volksvertegenwoordiging. De groepsbe langen mce '.en zoo overzie'.te ijk werden uit eengezet, dat K?mer eden, die het óók druk hebben, aan do hand van de hun verstrekte inlichtingen geharnast voor dea dag kun nen komen. Een Kamerlid van eenige alge meens begaafdheid, bereikt, ook zender eigen vakkennis, op die wijze heel wat meer dan .een z.g. specialiteit, alleen op zichzelf aan gewezen. Gaat men op die wijze te werk, ea dat k a n, als men wil dan behoeft men zich niet meer het hoofd warm te maken voor eigen vertegenwoordigers in de Tweede Ka mer. Wie sterk is in zijn maatschappelijke organisatie, heeft, eerder bezorgd te zijn voor bet oefenen van te veel Staatkundigen in vloed, dan dat zjj bevreesd zou moeten zijn voor een tekort in dat opzicht. D e a n i m o v o o r h e t o n d e r w ij z e r s- 6c h a p. De animo voor het onderwijzers- schap schijnt er wel wat uit te gaan. Dezer dagen schreef „HET ONDERWIJS" naar aanleiding van het plan de opleiding stop te zetten: ,,Dio opleiding zet zichzelvè al stop. Zie eens hoe wet.ig candidaten er ver leden jaar waren voor onze Rijkskweekscho len." Thans vraagt het „CHRISTELIJK SCHOOLBLAD": „Is er overvloed of gebrek aan onder wijskrachten? Vermoede'ijk zal het antwoord luiden, dat er aan vrouwelijke leerkrachten geen ge brek is. Maar man'jjke leerkrachten zijn er ©ogenschijnlijk nauwelijks genoeg of zelfs te weinig. Onze eigen ervaring geeft ons dienaangaande geen genoegzame zeker bod. Wii hebben reeds maanden lang een teleur stellend a twoord moeien zo de 1 aaa onder scheidene bistuiu'ders en sch o hoofden, die -ons vroegen, of we niet een tijdelijken on derwijzer, menigmaal met uitackt op brooe- min~ voor vast, konden aanwijzen of aanbe velen. En telkens kregen we ook da mede- decling, dat bij oproeping van zol icitanten zich slechts een enkele onderwijzer aange meld had. Maar dat betreft een wel vrij wijde omgeving, maar levert slechts grond voor het vermoeden, dat die schaarsehte ooi; over het geheelé land heerscht. We weten, dat het aantal dergenen, die zich voor de opleiding aanmelden, sedert een paar jaren vrij sterk dalende is. Er heeft al ijd een zelü- regulatao plaats. Is er reeds reden om te •luchten, dat binnen afzlenbaren tijd er een tekort aan leerkrachten, a t'.ahs aan raan- Ipke, zal zijn?' Ten einde de opleiding te beperken is, zona's,DE BODE" meedeelt, door het Hoofd bestuur var. den Bond van Ned. Onderwij zers aan alle afdeelingeu een hoogst bela.ig- vijke circulaire verzonden, waarin om. wordt -ngfegeven, wat er kan gedaan worden in i opzie! t. S' nvnige af 'ee in b s n en zijn reeds met de actie begonnen door de ouders in de plaatselijke bladen to waarschuwen. Het niad eindigt: „Eenige weken geleden vestigden wij er reeds de aandacht op> van hoeveel belang het is, als reeds dit jaar het aantal aanmeldingen zeer veel daalt. Wij moeten immers zorgen, dat dit lager cij'fer aan minister Cort van den Linden bekend is, als hij in deze maanden in zijn ontwerp van een gewijzigde onderwijswet de nieuwe salarissen neerschrijft. Dit moet voor onze leden een aansporing te meer zijn, om deze actie met kracht aan te pakken. De resul taten moeten dit voorjaar reeds merkbaar zijn!" Vrijzinnige veldpredikers. „HET VADERLAND" zegt: „Bij het begin der mobilisatie werden er acht veldpredikers benoemd, vaa wie er drie vrijzinnig waren, Y. Buxuma, V. de Ven en S. K. Bakker. Het lag eigenlijk in de bedoe ling van het Ministerie van Oorlog vier vrijzinnigen te benoemen, maar in de rich ting van ds. Schutte, Lutheraan, had men zich vergist, en zoo sloeg de schaal over naar de orthodoxe zijde. Maar nu heelt sedert veldprediker V. de Ven, tevens predikant te Moordrecht, ontslag uit den dienst aange vraagd, en omstreeks een jaar geleden ver kregen. Het belang zijner gemeente drong heïu hij zijn ontslagaanvrage. Zeer respec tabel, maar het "belang der vrijzinnige milita-iren werd er ernstig door geschaad, want sedert werd geen nieuwe veldprediker in deze vrijzinnige vacature benoemd. Wel vernamen wij, dat één der reserve-veld predikers van vrijzinnige richting aange zocht is om een deel van den arbeid over te nemen doch dit kan uit deu aard der zaak niet meer zijn dan een deel; de reserve-veld predikers kunnen niet al hun tijd beschik baar stellen voor het werk onder de mili tairen. Maar nu is in het begin van .Januari de vrijzinnige veldprediker S. K. Bakker ge storven. Hiermede is de schaal bedenkelijk naar orthodoxe zij Jé komen over te hellen: nog slechts één vrijzinnige veldprediker blijft er over. Wij hebben nog niet vernomen, dat er reeds stappen gedaan zijn tot een nieuwe benoeming. En toch zal het noodza kelijk zijn weer twee vrijzinnigen te benoe men, wil het geestelijk welzijn van een gróót aantal militairen niet schromelijk worden verwaarloosd. We willen hiermee niet to kennen geven, dat de Veldprediker in alge- meenen dienst te kort zou schieten in zjjn plicht ter willo van zijn kerkelitke richting: wij achten dr. De Visser te hoog dan dat hij de onpartijdigheid zcu schenden. M_ar daar om moge juist hij, als adviseur der Regeering in deze, de eerste stappen doen om het te kort aan vrijzinnige veldpredikers aan te vuflen." Waarschuwende cijfers. „BET CENTRUM" driestart: Het Centraal-Bureau voor de Statistiek publiceert in de eerste aflevering dezes jaars van zijn Maandschrift de voorloofige cijfers omtrent werkstakingen en uitsluitingen ge durende het afgeloopea jaar. Daaruit blijkt, dat 1917 zag uitbreken 318 stakingen, terwijl het aantal uitsluitin gen 17 bedroeg. Van belang is het nu na te gaan,' welke de resultaten wareu. De Statistiek geeft ze als volgt wem „Van de 318 stakingen duurden er ultima December, voor zoover bekend, nog 11 voort. Van 38 van de 306 geëindigde stakingen bleef do uitslag nog onbekend; 62 (d. i. 20.26 pCt.) vielen ten gunste der werklie den uit; 142 (d.i. 46.41 pCt.) werden ge schikt; 63 (d.i. 20.59 pCt) eindigden ten nadeele der werklieden, terwijl de uitslag- van 1 staking onbeslist bleef." Opvallend iu deze uitkomsten is, dat het aantal stakingen, dat ten gunste der werk lieden uitviel, bijna geen verschil toont met dat, hetwelk in hun nadeel eindigde. Een nieuwe aanduiding, dat een staking altijd groote onzekerheid biedt, omtrent den afloop, en dat het dus in het belang, van beide partijen is ts trachten ze te voor komen, terwpjl men er zeker nooitlucht hartig toe mag overgaan. Dat bijna de helft der stakingen door schikking eindigde, wijst bovendien geheel in de richting van overleg. Want had hetgeen tijdens de staking geschikt kon worden, ook niet te voren Tangs minnelijken weg tot oplossing kun nen worden gebracht? Veel onaangenaamheden en veel verlies zouden daardopr aan de strijdende partijen zjjn bSspaard gebleven. Ten aanzien der uitsluitingen .valt onge veer hetzelfde te zeggen. De Statistiek meldt: „5 uitsluitingen eindigden ten gunste Van de patroons, 3 'te hunnen nadeele, terwij! 6 geschillen geschikt werden, 3 uitsluitin gen duurden ulto December 1917 nog voort." Ook deze cijfers doen dringend de wen- sehelijkheid en het nut gevoelen van over leg en het vermijden van conflicten. Te meer, daar geschillen, welke ten gun ste van een der partijen, heetea te zijn ge ëindigd, toch ook voor de winnende partij in directe en zelfs' directe nadeelen kunnen opleveren, en doorgaans gepaard gaan, niet slechts met een leemte in de productie, maar ook met derving van winst Of loon. Terwijl ten slot'.e staking en uitsluiting d i t gemeen hebben met oorlogen, dat zij nuiar al te dikwerf do kiem leggen voor nieuwe con flicten. De militairen en het kiesrecht, „HET HUISGEZIN" wil 'do militairen twee dagen voor de algemeene stemming in afzonderlijke bussen laten stemmen. Begrijpen wij het blad goed, schrijft het „DAGBLAD VAN N.-BKABANTdan zou den er in iederen kieskring twee dagen vóél den algemeenen stemdag 18 bussen, moeten geplaatst werd-n, en de militairen zouden dan iu een dezer bussen hun biljet wer pen, in de bus n.l. van den kieskring, waar zij in vredestijd woneu. De 18 bussen zouden -dan den volgenden dag naar de 18 kieskrin gen kunnen verzonden wórden. Nu zegt "echter art. 75 der kieswet: „Een der leden van het stembureau houdt op een afschrift van de kiezerslijst, aan- teekening, dat de kiezer aan de stemming heeft deelgenomen." Er moet- dus op het stembureau een kie zerslijst zjjn, en die dient bijgehouden. Welke kiezerslijs vraagt he. „DAGBLAD VAN N.-B." wil „HET HUISGEZIN nu leg gen op de stembureaux tijdens den dag-, waar op uit alle oorden des lands de militairen zouden komen stemmen? Men had dan op elk stembureau de kie zerslijsten van al e gemeentel n.-.dig.- Hetze fde bezwaar meet gcófp.ri, meent het blad, tegen een plan van „DE VOOR HOEDE" om de militairen in hun kwartieren te laten stemmen. Eerstens zou dit onaange name verrassingen kunnen baren, d.ch ver der blijft ook in dit geval de moeilijkheid om de kiezerslijsten van alle gemeenten in Nederland bijeen te krijgen en te hanteeren. Uitvoer van da restecrende circa tien millioen kalfc-klpeieren. Een eicrcnhandclaar schrijft aan het „Hbld." Zullen do pogingen, die worden aange wend, om KXOOO.OOO kalkkipeieren uit te voeren, gelukken, dan ziet het er voor dc Nederlandsche verbruikers van liet artikel eieren slecht uit. Niet alleen, dat dan <Ic oude voorraad zoo goed als op zal zijn, maar de aanvul ling voor den nieuwen voorspelt voor do kalkers, en alzoo ook voor lren, die zich gedurende de wintermaanden met dit pro duct weten tc behelpen, niet veel goeds. Het kwantum eieren, dat dit seizoen voor de conservecring beschikbaar zal zijn of van do consumptie daan-oor zal worden overgehouden, kan wel eens niet te groot zijn, gezien do algeheele inkrimping van den plnimveestape 1waardoor groote ver mindering van do oierenproductie, en bo vendien een* veel grooter gebruik van eie ren door de groote behoefte aan verschil lende andere consumptie-artikelen. Overweging zou liet verdienen, do zaak eens goed onder dc oogen te zien en de 'oude schoenen niet eer weg te werpen, voor men zeker is, dat de nieuwe aanwezig zijn. Indien men er wcrkolijk too over zou gaan, de kalkkipeieren uit te voeren, zal dit van zeer grooten invloed zijn op do hedon geldende prijzen en voorraden der verscho eieron, daar dezo dan voor een groot gedeelte de kalkkipeioren zullen moe ten vervangen voor bakkerijen en andore inrichtingen, waar dezo thans nog worden gebruikt. Versöhe eieren zullen dan niet zoo gemakkelijk to bekomen zijn als heden hot geval is, waardoor groot gevaar ont staat, dat voor nieuwe aanvullingen ton behoeve der conserveering geen voorraad zal zijn. Bovendien zullen de inkoopsprij zen voor do nieuwe bijna eens zoo hoog zijn als de prijs der heden nog in voorraad zijnde 10.000.000 kalkeieren. Met een minnelijke schikking met de kalkers dezer Idpeieren zal veel te bcrci- keip zijn. Do lust tot exportcereu zal, ge zien do groote moeilijkheden dio de export van clib artikel ons liet vorig seizoen heeft gebracht, niet groot zijn. Van do 50.000.0C>0 kalkeieren zou, .wan neer ook de laatste 10.000.000'werden ge ëxporteerd, meer dan do helft onze gren zen zijn overgegaan. Betreurenswaardig behoeven w:j dit niet te vindon, daar die, welke tot heden werden afgeleverd, geluk kig Diet de beste zijn geweest. En daar het restant der kalkkipeieren wél tot do beste bchooren, vragen wij ons of, welke bezwaren el' bestaan deze voor ons zelf to- belioiyjen. Rooskleurig is dat orde bedrijf voor dc kalkers niet geweest. Veel is er in dit bij na af gel o oprii seizoen als overbodige en zeer nadeelige arbeid bevonden. Het op onthoud tijdens dc toewijzing der eieren tob inkaIking, door deze te doen voorzien van een merk of stempel, dat in het kalk- wator in eenige dagen weder verdween, böbben dc eieren vóór do inkalking veel doen lijdon en daardoor ziju geen gering© kwantum* verloren gegaan. Onvakkundig en gedurende te langen «tijd zijn dc oiercu, bij wijlen dagen, aan de inrichtingen tot afstempelen achtergehou den, en de gevolgen daarvan zal elke ge bruiker van rogccrings-kalkkipeieien wel licbbcn ondervonden. Eerste eisch is en blijft om dit -bedrijf goed" uit to oefenen, de eieron vroegtijdig en zoo vcrsch moge lijk in te kalken on tijdens de aflevering in de wintermaanden do gieren niet. to lang in- voorraad te hebben. Wenschclijk zou 't ons voorkomen te houden wat wij hebben, mot name do 10.000.000. Dezo blijven dan in voorraad voor den komenden winter, terwijl verder zoo spoedig mogelijk do ge legenheid dient te worden gegeven tot verdero inkalking van dc zoo bcnoodigde aanvulling van 15.000.000 over te gaan. Wanneer hiermede direct wordt begonnen kunnen de zaken nog gébd tot hun recht komen. Moet men echter ie lang wachten, dan zullen dc voorraden der eieren sterk .verminderen of het zal weder te laat in het spkrini worden cn de kwaliteit zal weder dermate verminderen, dat de eieren voor conscr voering niet meer geschikt zijn. Daar r- bij het toenemend gebrek aan levensmiddelen eieren meer en meer in/ do plaats zullen moeten treden van vlceseh, enz achten wij een reserve voor komende tijden-zeker nicü overbodig. Smeerolie. Do minister van Landbouw noodigt. allo verbruikers, producenten, importeurs en handelaren van smeeroliën (onverschillig van welko scort) in hun eigen belang uit uiterlijk 10 Maart opgave van hun nauw keurig adres en van do qualiteit (verbrui ker, producent. importour of handelaar) in welko zij zich met dit artikel bezig houden, to doen toekomen aan het bureau Nijver heid der afd. Crisiszaken, Kneuterdijk 8, '-s-Gravenliage. Dit bureau zal in het be lang van dc regeling voor den handel, in smeeroliën, vragenlijsten verat rekken, welker nauwkeurige invulling ten zeerste wordt aanbevolen. Met do belangen van lien, die verzuimen dezo opgavo aan het bureau Nijverheid te doen toekomen, zal uit den aard der zaak geen rekening kun nen worden gehouden. in beslagneming. To Franekcr werden door cto politie bij een winkelier en een rentenier resp. 180.000 en 20.000 sigaren van verschillende merken in beslag genomen. Vordering van rundvee voor hel leger. Door den Opperbevelhebber van land en zeemacht is bepaald, dat geen vordering mag plaats hebben van melk-, fok- o! ctrachtig rundvee, doch uitsluitend van slachtvee. Ook mogen geen runderen gevor derd worden, welke in het Nederlandsen Rundvee-Stamboek zijn ingeschreven. De autoriteit, met do vordering belast, moet zich bij do vordering door een deskundige doen voorlichten. Ook bij vordering van vee krachtens ar tikel 33 der ïnkwarttcringswet moet zoo veel mogelijk vooraf overleg mot do burge meesters worden gepleegd. Vergoeding Voor de lading van de „Rijndijk". Het ministerie van Buitenlandseho Zaken deelt mede, dat van do Duiteche regeering vergoeding is ontvangen voor de schade ge lede u door do Rclief-commissie (Conunzsrion for Relief in Belgium) ten gevolge van cWn aanval op het- Nedcrlandseh ss. ..Rijndijk", door een Doritsclio duikboot op 7 April 191ft. E enigen tijd geledien was do Duitscho re- geering reeds overgegaan tot uitbetaling van do vergoeding voor do sohado, door den aanval aan gcnocmcl vaartuig zelf toege bracht. Beide bedragen waren vastgesteld door twee commissarissen, van wio do Ncder- landsche en do Duitscho Rcgecring er ieder één hadden aangewezen Voor do Neder- landsche Regeeriug is opgetreden dr. A. Plate, to Rotterdam Engeland en dc heer Kröller. Reuter sqint uit Londen, $.d. 5 Maart: Tu hel Lagerhuis stelde de afgevaardigde Crofl do volgoude vragen: „lo. Ts Kröller de voornaamste adviseur van het Nederlajidsclio ministerie van landbouw, ijverheid cn handel in zake dc distributie der levensmiddelen in Nederland? •2o. Is hij voor 'n groot deel verantwoorde lijk voor den uitvoer ^an Nederlandsehc land bouwproducten naar Builscliland? 3o. Heeft hij oen groote oorlogswinst gemaakt? 4o. Is in do verschillende Nederiandscho bla den herhaaldelijk verklaard, dat hij openlijk den Eugelschen vijandelijk gezind, is?" Tn verband hiermede vroeg Cvoft ook, of Kröl ler had bepaald, dat Nederland kolen moest ont vangen en of aan de Nederlandsche rcgeciii» verzocht was Kruller uit zijn tegenwoordige functie to verwijderen. Coc-il antwoordde,,Ik verneem, dat Kröller do genoemde functie bekleedt on in verband daarmee vermoed ik, dat hij ge raadpleegd wordt in alle aangelegenheden betreffende den uitvoer der Nederlandsche voortbrengselen „Omtrent den export van aardappelen verneem ik, dat do hoeveelheid, welke Ne derland in het afgoloopen jaar naar Enge land heeft gozondk-o, grooter was, dan 'lie, welke naar Duitschland is vervoerd. „Ten opzichte van do andere ter sprake gebrachte pinten moet ik Croft or op wij- zen, dat het over het algemeen niet wen schclijk is, in zulko aangelegenheden ver- toogen te richten tot een vreemde mogend heid." Nog stelt Croft in het Lagerhuis do vraag, of aan Kröllers stoomschepen van d'e Batavier-lijn reeds sedert geruimen tijd belet word naar Engeland to varen en of er in dezo aangelegenheid ook stappen wor den gedaan. Cecil antwoordde, ckt enk cl o schepen der genoemde lijn voorloopig zijn opgelegd uit vrees voor oorlogsrisico. Do gelicelo quaestio der Nederlandseh* scheepvaart is thans in behandeling. Eu gelach o krijgsgevangenen. Gistermiddag te 12J/i uur zqu eert 30-ml Engelsche burgergevjugenen, onder welke een 12-tal Britsch-Indiërs uit Bombay en Calcutta, aan het station der Z.-H. Elec- trische Spoorweg-Maatschappij to Scheve- ningen aangekomen uit Duitschland. Zij stonden onder geleide van een sergeant van de landweer en een dame van het Engelsche Hulpcomité, miss Ness. Naar het Engelsch van Movr. ALFRED SIDGWÏCK. „Daarom word ik zoo boos als Veronica Tep.l zulk een onzin praatover vrije liefdeen dcor hartstocht bchecrscht to worden cn een huwelijk to ontbin den, zoodra men denkt-, dat men wel een verandering zou willen Moedor en ik weten wat het beteckonfc Ik vind, dat een 'man of vrouw, dio niet trouw kunnen zijn^ doodgeschoten moesten worden." „Men kan niet allen ovor één kam sche ren," zei Lamorna. „Moeder heeft vijftien jaar lang een ongelukkig, gobiokon loven geleid. Al do ellendo, do vernedering on do armoedo kwamen op lioar neer. Hij blijft, buiten schot." „Hot spijt mo, clat 'ik jo gevraagd lieb," mompelde Lamorna. „Ik had er geen iifoe van." „Hot bohoöfb jo niet to spijten. Ik wil, dat do mensehen weten, wio wij zijn, maar moeder spreekt nooit over hem. Ik heb het pas gehoord." Lamorna wachtte zwijgend, wat Rosa linda haar wilde vertellen. Zij zag, dat het gezicht van. het meisje hard en bittor was geworden. j,Jo vroeg me in den herfst of we familie waren van Oloudeelyr, den «childer. Ik zei je, dat ik nooit van hem gehoord had en je waart verbaasd." „Ja." „Hij is mijn vader." Lamorna's verbazing en sympathie kon den eerst geen woorden vinden. Zij zaten, een oogonblik zwijgend naar do zee te kijken. Toon zei Lamorna: „Hij komt dikwijls hier. Ik geloof, dat hij in do lento weer hier komt." „Dan zullen wij weg moeten gaan," zei het meisje. „Wij zouden hom niet kunnen ontmoeten." „Ik denk, dat dat onmogelijk zijn zou," zei Lamorna „Totaal onmogelijk. Ik zou niet ui6t hem willen spreken, als ik het laten kon, en ik zou vóór niets in do wereld willen, dat moedor hom zag. Ik had kunnen weten, dat iets ons uit Menwinion verdrijven zou, om-# dat wo zoo gelukkig hier zijn. Zoover ik mo herinner zijn we nooit gelukkig geweest. We hadden beiden het land op Sceton." „Ik zou niet zoo gauw weggaan, als ik jelui was," zei Lamorna. „Hij komt mis schien niet, en als hij komt, logeert hij in Penrj n bij mijnheer Stanniforth, Je ont moet hem misschien nooit." „Heb jo hem nooit gezien?" „Dikwijls." „Is hij akelig?" Lamorna glimlachte. „Neen, zei zij. „Wij aanbidden hem allon Hij is, wat de Franschen noemen, „bon enfant.''" „Ik wist, dat hij verachtelijk was," zei Rosalinde. „Behalve Sargent ia hij de grootste schil der in leven," zei Lamorna streng, waz£t in haar oogen waa Rosalinde oneerbiedig geweest. „Dat verontschuldigt hem niet." „Ik zou vereerd -zijn door do minste op lottendheid, dio hij mij schonk. Ik ben meer vereerd geweest door 'zijn critiek dan door den lof van een ander. Wo zijn allen in onrust als hij komt en hopen, dat liij belang zal stellen in ons werk. Als hij dat doet, weten we, dat. wo iets waard zijn. Jo zult een persoon van gewicht zijn, zoodra het bekend is, dat jo ecu dochter van Clou- dcsby bent." „Zeg het clan aan niemand. Ik wil geen waarde hebben, die aan zijn naam ontleend is. Ik wilde, dat wij zijn naam niet behou den hadden. Ik schaam er mij over." „Ik zou er troteeh op zijn." „Ik ben geen schilderes. Ik ban je be wondering niet doelen. Dc kan hem niet met jouw oogen zien. Hij heeft zijn vrouw- laag behandeld. Ik ben zijn lrind, en hij heeft er nooit om gegoven mij te kennen. Zeg het niemand. Lamorna. Tk dacht, dat het gemakkelijker zou zijn, als ik het ver teld had, maar ik zie, dat het niet zoo is. Ik zou niet kunnen verdragen, dat ik jouw standpunt overal weerkaatst on herhaald zag. Ik vermoed, dlat jo vindt, dat wo moes- ton vergeven en vergeten." „Daarover kan ik -niet oordeelen," zei Lamorna „Wij zullen heb nooit doen," zei Rosa linde. HOOFDSTUK XI, Toon Daan Morivalc zei, dat hij niet trouwen kon, meende hij wat hij zei. Hij had een 100 pond van zichzelf en het was al mooi als hij genoeg vordSendio om zijn schildersuitgavon to betalen. Hij behoorde niet tot dio schitterende schilders, die de eene^ week honger lijden en do volgende een fabelachtig inkomen hebben. Zij zijn zeld zaam on geen van hen woonde in Ponryn of Menwinion. Daarenboven wilde hij nog niet trouwen, omdat, hij zich in do eerst volgende jaren geheel aan zijn werk wilde geven, en hij dacht, dat een thuis en een vrouw dit zouden verhinderen Hij zag, dat Jasper Knox on John Larek beter werk dan ooit loverden en meer geholpen dan gehinderd werden door hun vrouwenmaar hij redeneerde, dat tfat hun paste, hem misschien niet paste. Het zou vreeselijk zijn bijv. om precies op tijd te mooten zijn voor dc koffie. „Lamorna is hot nooit," zei Jasper. „Ik ben het wel cn ik moet op haar wachten." Maar Daan bleef er bij, da hij niet van plan was vooreerst te trouwen. Zijn» tegen woordig leven was juist naar zijn zin; waarom zou hij het dus veranderen? Hij mristo geen thuis of huiselijke liefde of het aanzetten van knoopon of eenig ander van de kleine en groote oordeelen, cHe Lamor na opnoemde, terwijl zij met elkander naar hel atelier-bal reden. ,..To redeneert to veel," zei Jasper hem. Dit sch rikt o Daan op on hij vroeg ach af, of Jasper dep spijker op den kop gesla gen had. Do wandeling en do rit terug dien middag van Tol Pedu naar Hendra waren tooverachtig geweestte tooveraehtig voor zijn gemoedsrust. Zij schenen de kroon to zetten op ieder gelukkig uur, dut hij to voren met Rosalinde had doorgebracht, on hem verder langs clat rozonpad te brongen, hetwelk hij niet wilde betreden. Zoo hij tl niet van liefd'o gesproken had, had hij dio gevoeld en zich waarschijnlijk verraden. Zij was bekoorlijk, zij was aanbiddelijk, maar dlaor hij niet kon trouwen, was zij niet voor hom. Het paste hem daarom weg te blijvcm van haar en clat zou hij voortaan doen. In ieder geval moest hij met kieschheid optre den. Een plofcselingo verandering zou haar niet verontrusten, omdat zij zelfs nog niet» begonnen was, iets om hem te geven. Daarvan had hij dien middag do zekerheid gekregen, toen hij haar gevraagd had, of zij haar geheelo loven in Menwinion zou willen woneu. Zij had geantwoord, dat zij op geen enkele plaats haar geheelo loven zou willen wonen. Zij wildo reizen cn ver- schillende soorten van menschcn zien. Daan voelde dat volstrekt niet meer, sedert hij haar kende. Een huisje bij een beek met haar or in zou hem volmaakt gelukkig ge maakt hebben, en hij zou nooit verlangd hebben om het huisje te verlaten. Hieruit besloot hij, dat hij verliefd was, en zij niet. IeoAero kleiuo liefdes-idylle liccft haar tussclienspel, als cle muziek plotseling valsch schijnt on de spelers zich verbeelden, dat do sombero mislukking voor hen ligt. Daan voelde zich gedrukt cn clom, toen hij in het Trevider:atelier kwam, en hij bleef "mot een paar mannen aan 'fc ceno oind, ter wijl Rosalinde bij haar moeder aan het. an dere oind zat en niet begreep, waarom hij niet naar haar too kwam. Zij had genoten van den dag en zag een langen, heerlijken avond in hot verschietmaar hij zou niet heerlijk zijn, als Daan koel cn op een af- etaud bleef. Het atelier to Trcrider, een zitkamer, dio cr op uitkwam, cn eenigo slaapkamers op do eerste vordieping woron op do oudo» boerderij gevoegd door mijnheer Stanni forth, een bekend schilder on hoofd van de Kunstschool to Ponryn; en hij had er eenigo jaren met zijn vrouw en zoon ge woond, maar woonde nu in zijn eigen huis aan den andoren kant van Ponryn Hill. Er

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 5