In vroeger dagen. Mo. 17798. LElDSCH DAGBLAD Woensdag 8 Maart Tweede Blad Anno 1918. Pak me mee. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. TWEEOE KAMER, x Het- eerstvolgend nummer bevat o.a. als voorplaatHet allernieuwst© Hoecïmod'el <ier Wcenscho mode. Vorder; Bezoek van 'L. K. H. Prin© Hendrik aan Bredasche Oacao- en Choco ladefabriek „Kwatta" en aan de Breda sche Padvinders te Breda. De plechtige opening van de Tweede Nederlandsche Jaarbeurs door H. M. de Koningin, met 15 foto's. Internationale Jaarbeurs aan de Voorstraat te Utrecht. Scène uit het stuk jjPalestina" van den heer G. de Windt met 2 foto's. De nieuw opgerichte Jood- sche padvindersorganisatie. Een kijkje op de groote markt te 's-Gravonhage. Betoogingon te 's-Gravenbage, met 2 foto's. Onder de Oorlogsfoto's trekken de aan dacht: Verzorging van oorlogskinderen achter het front. Keizer Karei van Oos tenrijk in de Boekowina. Een oorlogs hond, gereed om zich bij zijn „Gompie" te voegen. Een pagina Carricaturen door Ton van Tart. De nieuwe leerstoel in de p a e - dagogiek te Le iden. Dr. M. C. van Mourik Broekman schrylt in „DE HER- yÓRMING" over dezen nieuwen leerstoel: „Na plotseling' 3an een onzer universitei- ten de beer Casimir hoogleeraar in een vak wordt, dat voor predikanten ook van belang is. kan men niet anders dan dankbaar zijn. jVanneer theologen zijn colleges gaan vol gen, zullen zn iemand hooren, die drie qua- üteiten in zich vereênigt, welke men zelden fn iemand te zaïuen zal aantreffen, en waar om juist deze benoeming zoo verbiedend is. Een man van breede wetenschappelijke scho ling, die te Groningen als leerling van Hey- mans wijsbegeerte en psychologie terdege gestudeerd heeft, gelijk telkens uit zyn ge schriften en - voeringen blykt; een man, die door n n'eg en werkkring in het practische even verkeert en merkwaardig veel arbeid verricht; een, die met beide voeten stevig op aarde staat, deze blonde Germaan met zyn blik toch omhoog gericht; een godsdienstige natuur, die gaarne over religieuze vraagstukken zich uit en het be lfries leverde, dat hy onder studenten met godsdienstigen zoekens-di'ang een hunner voorlichters kan zijn. Daarom zijn de Leid- sclie theoo0ische studenten wel bevoorrecht hem tot een hunner voorgangers op nieuwe wegen te mogen kiezen.'' Leiden bij groep I. „DE STANDAARD" dries tart: Van aohte-en bezien wordt er door eon konJoele captie gemaakt op do indeeUng van den Kieskring Leiden bij Utrecht in atcde van by Amsterdam. Toen »p bt Convont de indeeling werd voorgedragen, ging zij zoo goed1 als stil- zwijgend door en werd aan een voegoa van Leiden bij Amsterdam niet gedacht, wijl de drie groote steden met Noord- i Holland en een deeg stuk van Zuid-Hol land toch reeds overgroot toescheen. Toch is de mogelijkheid niet uitgesloten dat de nieuwe Kiezerslijst juist de groo te steden het hardst aantast, en dat uit dien hoofde een kleine omzetting van een stuk van Groep II naar Groep I ge mofciveerd kon zyn. We zouden er dan ook geen de minste bedenking tegen koesteren, dat met name Leiden naar Amsterdam verhuisde, ind:en xlL hi Leiden zelf het zoo goed als eenparig ver langen daartoe kenbaar werd gemaakt. Nu de indeeling eenmaal wettelijk tot stand is gekomen, kan er natuurlijk niet a&a worden gedacht, om, eeniglijk op het ver-langen van enkele heeren te Amster dam, tot zoo in het oog loopende ver schuiving over te gaan. In Leiden nad men gemeenlijk in opslorping door Am sterdam niet te veel lust. Blijkt derhalve opnieuw, dat men in Leiden op aanhechting aan Arasterdam Naar het Engelsch van Mevr. ALFRED SIDGWICK. 21) HOOFDSTUK X. De drie schilderijen, die Daan eerst naar 'de tentoonstelling te Penryn en daarna naar de Academie zou zenden, waren in zijn atelier te zien, en op deze manier zag Roso- linde voor het eerst iet© van zijn werk. Daar zij hoegenaamd niets van schilderen .wist, boezemden do onderwerpen haar meer belang in dan de behandeling, vooral daar op alle het onderwerp iets geleek op Vero nica Teal. Op een groot doek was zij Me middenfiguur van een groep, die in het volle zonlicht op da rotsen te Menwinion geschilderd was; op een ander stond zij in een kamer Voor een grooten spiegel, verzonr ken in do beschouwing van haar eigen teeld^; op het derdie zat zij in haar oranje blouse en bn.b. rok pra-chtig to midden Van roodachtige» varens. Zoodra Rosalinda het atelier binnentrad «ip deze drie schilderijen zog, begreep zij £>/onica'fi gedrag van gisteren en wat ver- £röt*g besloot rij, dat Daan gehecht moest ri.ir. rijn model. Heb hinderde niet. Min- dgn drie maanden geleden weende Ro- •h-B'hvj hs.ro: oogon uit, omdat Tony haar C'X -"tvon had, en zij dacht nog aan die -o M als aan iets kwotsenclb. Zij wilde Juch race v. eer gekwetst gevoelen, omdat niet zoo bijzonder gesteld ie, dan moot do indeeling blijven gelijk zij tot stand kwam. Mooht het daarentegen zijn, dat men vrij algemeen de verhuizing naar de hoofdstad verlangde, dan zou-len we op zichzelf niet weten, welk overwegend bezwaar er tegen deze kleine verschui ving zou kunnen worden ingebracht. Slechts op het ééne gestelde beding moet nadruk gelegd. Men kan niet doen alsof men met Leiden naar hartelust spelen kon. Veldhuizen kan, maar het moet ge heel vrijwillig toegaan. Do o n d e w ij z e r s s t r jj, d.v Er zal, naar prof. Struycken in „VAN ONZEN TIJD" vreest, nog me®ig con flict rijzen, voordat de algeheeLe pacifi catie van linker- en rechterzijde in zake onderwijs een voldongen feit ia geworden. Practische politiek is nu eenmaal geen wiskunde: uit de beginselen leidt men niet door logische deductie, maar door de volle werking van zijn geest en gemoed de consequentie af; daarom kunnen do consequenties uit het grondwettelijk be ginsel der financieele gelijkheid van bij zonder en openbaar onderwijs van de recMor- en linkerzijde onmogelijk de zelfde zijn. In twee opzichten wijst, volgens schrij ver, art. 1D2 der Grondwet zelf reeds aan, waar beide partijen tegenover elkander zullen staanten aanzien van do oischen van deugdelijkheid, die aan het bijzon dere uit de openbare kas betaalde onder wijs zulle® worden gesteld, en ten aan zien - an de uitwerking van het Ibegin- sel, dat in elko-gemeonte voldoend open baar onderwijs moet worden gegeven. De rechterzijde, de vrijheid van haar onderwijs hoog stellende, vertrouwen hebbende in zajn toekomst, zal zekerde noodige wettelijke waarborgen niet af wijzen, maaj niet dulden, dat uit wan trouwen baar vrijheid meer aan bandon wordt gelegd dan strikt nooclig isde linkerzijde ckiarentegen, sinds lang er aan gewoon op het gebied van het onderwijs den waarborg der deugdelijkheid t«e vin den in het ambtelijke, alle wijsheid in onderwijszaken te zoeken in het gemeen tehuis, aal haar achterdochtige vrees voor het particuliere onderwijs toonen in haar streven, óók dat onderwijB zooveel mogelijk onder den druk een er uniforme ambtelijke regularisatie te brengen. De rechterzijde zal verlangen, dat het be ginsel de financieel© gelijkheid niet zal leidien tot ee® verspilling van 's lands gelden ten behoeve van het openbaar onderwijs door de instandhoudinjg of op richting! van openbare scholen in ge meenten, waar slechte enkele kinderen de ze zullen bezoeken; zij zal den ei sch stel len, dat 'alleen dan een openbare school recht van bestaan zal worden gegeven, wanneer het aantal leerlingen hetzelfde is als dat, hetwelk aan de bijzondere sohool het recht op betaling harer kosten uit de publieke kas verzekert; de linker zijde daarentegen zal van een afwijking van het beginsel, dat in elke gemeente een genoegzaam aanbal openbare sch o1en moet zijn, slechte in uiterste gevallen willen weten, aan de® plicht der over heid, om er voor te waken, dat ieder, die zfulks begeert, openbaar onderwijs kan ontvangen, een hoogere plaats willen geven -dan aan het beginsel der gelijk heid van beide soorten volksonderwijs. En zoo zulle® er meer vraagstukken rij zen, die in den grond der zaak de concur- rentie-voorwaarden van het bijzondere en het openbare onderwijs raken, en waarom trent de voorkeur,welke iedere der beide partijen heeft, van invloed zal zijn op de door haar begeerde wettelijke regeling. Ook van bet middelbaar, voorbereidend hooger en hooger onderwijs verwacht de schrijver nog denzelfden strijd, als nu ten opzichte van het algemeen vormend lager onderwijs ten deele nog voortduurt. De 150 opcenten. In ,,DE VADERLANDER" schrijft M. over het voorstel van den Minister van Financiën, om ter bestrijding van de kosten der be schikbaarstelling van levensmiddelen over dat dwaas zou zijn. Zij wist nu, dat haar moeder gelijk had gehad en dat haar trots meer dan haar hart geleden had, omdat rij nooit voor een oogc-nblik gevoeld had, dat hot leven zonder Tony stof en a$ch zou rijn. Zij wilde dat ook niet om Daan gevoelen, zelfs ofschoon zijn oogen helderder werden, ala hij haar zag, en hij verward en teleur- gostold was, als haar oogen niet antwoord den. Veronica Teal zat op de plaats van het model met haar kopje thee in de hand en sprak over Daan's schilderijen in zeer tech nische termen. De andere schilders voegden zich er bij en vormden met haar een kleine groep voor de ezels. Zij spraken ook over de tentoonstelling te Penryn en over elkan der ontmoeten te Londen aan de Academie. Wat afgezonderd van hen zaten mevrouw Cloudesby en Rosalind© met mevrouw Or chard over tuinieren te praten. Toen de theepartij afgeloopen was en iedereen op hetzelfde oogenblik vond, dat het tijd was, om naar huis te gaan, bleef Veronica achter om Daan te helpen met het afwasschen. Maar toen de anderen heengingen, riep zij hun achterna, dat zij Zaterdag allen op de danspartij zouden komen. ,,Kom jo ook?" vroeg Lamorna aan Ro salind©, terwijl zij samen liepen. „Neon, ik ben niet gevraagd", zei Rosa linds. „Ga mot ons mee", zei Lamorna. „Als .het een danspartij van juffrouw Teal is „Dat ia het niet. Drie jongelui geven ze in-heb Trevider-atelier. We kunnen jo ge- gemakkelijk meenemen". „Dan zal ik.komen. Ik houd heel veel van dansen", zed Rosalinde. Ds kunstenaars van Menwinion wisten de aanslagen in de Verdcdigingsbelastingen in heb belastingjaar 1918—1919 150 opcen ten te heffen. Schr. betwist het door den Minister ge maakte onderscheid tusschen uitgaven voor dia levensmiddelenvoorrioning en uitgaven voor do landsverdediging, in dezo buiten gewone tijden. Hij acht het niet geraden reecte tijdens den oorlog over te gaan tot belastingen, die voor velen hot karakter van een kapitaalheffing hebben. Schr. komt dan tot hot clenkbeeld-Do Geer, om in stede van de voorgestelde 150 opcenten do verdecügingsbelastingen voor 2 jaren, d.i. voor de dienstjaren 1019—1920 en 1920—1921. te verlengen, waarnaar de Minister bfijkens de Memorie van Ant woord wel oor en had. Uit die geneigdheid van den Minister, om mede te gaan, blijkt o. i. wederom, dat het in de toelichting zoo naar voren gebrachte verband tusschen zijn voorstel en de cre- clietaanvraag, voor de lovensmiddelenvoor- ziening, zwak is. Wio op heb standjiunt staat-, dat de kosten van een dienst, waar van het ednd nog niet met eenige nauw keurigheid is te voorspellen, geheel uit be lastingen moeten worden betaald, begint niet ruet de koeten voor 1918, eerst© helft, te dekken uit belastingen, in 1919, 1920 en 1921 te heffen. Wat liet donkbeeld zelf be treft, het komt ons voor, dat voor het vin den van de buitengewone inkomsten, die de lange oorlogstoestand ons dwingt op te zoeken, een verlenging der vordedigings- belastingen en dan met 75 openten ver hoogd voor twee jaar in de eerste plaats in aanmerking komt. Van de kosten, die spociaal de levensmiddelenvoorriening mee- brengL moet o.i. ook deze verlenging wor den losgemaakt; op zichzelve verdient zij ten volle aanbeveling. Met bevreemding hebben velen ongetwij feld gezien, dat de Minister de mogelijk heid in doze benarde tijcïen meer -inkomsten te trekken uit de Oorlogswinstbelasting zoo goed als zwijgend voorbijgaat-. Ziehier een belasting, die bij uitnemendheid be stemd ia ter bestrijding van do wassende buitengewone 'uitgaven, door den oorlog veroorzaakt-. Bij andere landen vergeleken is het percentage, dat van de oorlogswinst wordt opgecischt,, hier te lande bescheiden. Schr. acht het niet uitgesloten, diat bij het einde van den oorlog vredeswinsten uit fiscaal oogpunt met oorlogswinsten op één Lijn te stellen worden gemr^akt. Hij geeft dus in overweginga. op de verdcdrigingsbelast-ingen niet 150, maar 75 opcenten te heffenb. deze belastingen,- met de opcenten, voor twee jaren te ver lengen o. de oorlogswinstbelasting met een maximum van 50 pet. te verhoogen en verder in beginsel te besluiten, om na her stel van de normale verhoudtngen over te gaan tot een heffing-in-eens Zitting van gisteren. LEVENSMIPOELENVOORZIENING. De heer SANNES zegt, dat er in ons land een noodtoestand heerscht, waarvan de Regeering niet vo-ldoende doordrongen ia. Hetzelfdle geldt voor verschillende Kamer leden, hetgeen bleek uit de rede van den heer Ter Spill. Het tekort inzake de levensmiddelen ia nijpend en daardoor ia onder de arbeiders een spontaan verzet ontstaan en hebben zij een krachtige waar schuwing doen hooren, dat de huidige toe stand niet langer mag gecontinueerd wor den. Dit verzot heereoht ook onder do Ka tholieke arbeiders, hetgeen duidelijk is ge bleken uit d'e redevoering van den heer Wesseling en het artikel van pater Fabin- nus in „De Tijd". Dat de nood onder het volk groot is, weet ieder, die onder het volk verkeert Te Rotterdam st-aat tegenwoordig 's nachts een groote file voor de slagerswinkels, om do eersten te zijn, als des morgens de zaken open gaan. 's Avonds om tien uren staan zij er reeds en als zij dan den volgenden mor gen te tien uren aan de beurt riin worden rij dikwijls nog teleurgesteld, omdat alles ós uitverkocht. En waarom slaan die merv- schen daar? Om wat kopvleesch, longen en hart te koopen, hetwelk vóór den oorlog ala afval waardeloos werd weggeworpen. niet veel van de moeder en de dochter, die rich opeens nergens vandaan in hun midden gevestigd hadden, en zij vroegen niet om meer te weten dan rij zagen. Toen Rosalinde haar herfst bezoek aa n de Knoxen bracht, was er even gevraagd naar haar verwantschap met den beroemden schildermaar daar zij zelfs niet van hem gehoord had, werd er niet meer' over ge- sproken. Zij namen de twee dames op. om dat- het vrienden van do Knoxen waren, ge makkelijk in do gewoonten van de kleine kolonie kwamen" en hielden van de gemak kelijke gastvrijheid en verschillende manie ren om het leven te genieten Mevrouw Cloudesby werd zelfs nog meer bewonderd dian haar dochter en voor een weduwe ge houden. Rosaliiide had de dauwigc frisch- heid, den gelukkigen lach en den zin voor vermaak van haar jeugd. Zij was bekoor lijk. Maar zij geleek niet veel op haar moeder en zooals de schilders met één blik zagen, zij waa niet zoo mooi. Maar het leed had zulk een zware schaduw op mevrouw Cloudesby achtergelaten, dat haar levens lust verdwenen en haar kleur verbleekt was. Jaren geleden had zij haar oogen uit geweend, zij ha-d haar hart gebroken en zij had zich nooit hersteld. De zuivere lijnen van haar gelaat, waren er maar het licht was er uit verdwenen. Zij scheen meer toe te kijken dan zelf een rol te spelen, en een afkeer te hebben van cle pretjes, waaraan zij ter wille van Rosalinde deelnam. Het leven op Menwinion was vol pretjes, omdat de menschen, die daar woonden, ge lijk waren aan d'e drie hulppredikers in Sirley altijd binnen en buiten elkanders huis. De mannen én sommige van de vrouwen werkten den geheelen dag hard_in hun ate- De duur van de broodkaarten kan niet meer verlengd wordendat is absoluut on mogelijk. Het idee van den heer Ter Spill ia dan ook onzinnig. Het zou alleen uitvoer baar zijn, wanneer het gemis aan brood werd goedgemaakt met een paar plakken worst of een aanvulling van pap. Maar claar denkt de heer Ter Spill niet aanhij wil den arbeider zelfs de melk en de suiker nog ontnemen. De sterftecijfers worden steeds grooter. Hebben deze dan den heer Ter Spill nog niets geleerd? Hoe kan hij dan nog zeggen, dat van ondervoeding geen sprake is. Dat er wel degelijk ondervoeding bestaat vooral bij kinderen, toonde spr. aan, met citaten van den bekenden kinderdokter Ootmar, te Haarlem. En een Rotter- cfamsche lrinderdokter kwam tot hetzelfde resultaat. Een groote grief is het-, dat rij, die geld hebben, zich niets behoeven te ontzeggen. Men doet herhaaldelijk een beroep op den arbeider, maar nooit een beroep op de rij keren doze zijn het toch, die onzen voed selvoorraad aanzienlijk doen inkrimpen, door braspartijen .en buitensporige weelde. Verder wijs hij op den corruptie-geest in ons land en die zich t-hana ook in ons parle ment scijnt te vertoonen. Waarom heeft de Minister hier niet onmiddellijk met krach tige hand ingegrepen en de zaak zooveel mogelijk in heb openbaar besproken? Hij zal daaromtrent gaarne inlichtingen ont vangen. Ook in do pluimvee-lcnoeierijen heeft de Minister een zwak beleid vertoond. Het eervol ontslag aan den heer Smit kan niet door den beugelde verslapping der moraliteit wordt hierdoor in de hand ge werkt. Die man had onmiddellijk oneervol ontslagen moeten worden. Spr. vraagt-, of het juist is, dat de direc teur van het Rijkszeepbureaueen schoon zoon is van een groot zeepfabrikant? Een dergelijke benoeming is al heel ongelukkig. De heer Posthumus Meijes heeft medege deeld, dat do stijging der bouwmaterialen veroorzaakt is door do Rijkscommissie van t-oezicht op de bouwmaterialen zelf. De heer Posthumus is zélf lid van die com. van toezicht en kan heb dus weten en nu vraagt spr. of cBe Minister onmiddellijk een onder zoek heeft ingesteld naar deze opzienbare be-=chuldiging. "Wat de prijspolitiek van dezen Minister betreft; mc-n moet in het oog houden, dat dit slechts een crisismaatregel iff? De heer Ter Spill wil alleen loon-sverhooging maar laat hij het systeem gaan prooageeren bij de groote fabrikanten, vooral dio in Til burg ,w?ll-e groote winsten maken, maar de loonen der arbeiders laag houden. Dit stelsel van particulier initiatief heeft al jaren gGfaald en in cfezen tijd moest men daar zeker niet- mede terug komen. Het eenige systeem, dat thans afdoende geldt-, is de verdere uitbreiding van het huidig© distributie-systeem. Dit is geen bedoeling, maar 'een zuivere algomeene maatschappe lijke plicht Bedoeling is de toelage van f 700,000 aan de reedersmaatschappijen, om dat hun schepen niet kunnen varen. Dit is slechts een particulier belangmaar het voorkomen van een ondermijning onzer volkskracht is een zuivere nationale wel- vaart-spolitiek. Tegen het scheppen van een welstands- grens heeft hij geen bezwaar, maar acht het practisch onuitvoerbaar. De derde grondslag van 's Ministers po litiek is de beschikbaarstelling uit eten ex port. Een fout was het, dat niet beschik baar werd gesteld, indien er geen uitvoer was, waardoor tot export geprikkeld werd. Door de N. U. M is intusschcn deze grond slag weggevallen, maar de export-winst wordt nog te veel vrijgelaten. Er is een een- hcid van handelen noodfg tusschen de orga nen, belast met do hinnenlancfcche co-n- .uimntie. Ook mag de vraag gesteld worden of de Regeering wel alles heeft gedaan om over de noodige voedingsmiddelen te be schikken, en hij onderschrijft het bezwaar van den heer Koster dat allerlei bestaande industrieën worden voorbijgegaanom de z.g. vliegende fabrikanten aan een behoor lijke O. W. te helpen- De tegenwerking der coöperaties, vooral do oprichting van nieuwe, becritiseert hij ten zeerste. Bestonden deze coöperaties niet, dan waren do consumenten geheel en a-1 overgeleverd aan de levensmiddelen- wookeraars. liers, maar tegen etenstijd kwamen zij bij elkander, sommigen hier, anderen daar, aten soep, vleesch en taart met elkander en haddon daarna een van die zielverheffende gesprekken, waarvoor mijnheer Orchard, die zestig jaar was, zei, dat hij niemand ge vonden had na zijn studententijd. Ala iemand een boek had, clat hij mooi vond, ging het rond. Soms was het gesprek tech nisch en alleen voor schilders begrijpelijk, maar gewoonlijk betrof het die vraagstuk ken welke cms allen raken, maar die zelden op den voorgrond treden. Waarschijnlijk veranderdo niemand van meening, mis schien ging niemand iets wijzer weg, maar daarvoor kwamen zij ook niet samen en praat-ten met elkander. Zij waren vrienden aan het einde van een dag van hard wer ken en zij vonden het prettig rond een turivuur te zitten in gemakkelijke stoelen, met- een beetje, niet te veel licht, en een beetje, niet te veel, zedelijke inspanning; lieten zich van een oppervlakkig tob een dieper gesprek drijven, al9 het zoo viel, maar nooit opzettelijk, en bij instinct voe lend. dat clo uit-slag van zulk verkeer rust en eensgezindheid moest zijn. Op deze mooie, kille lente-a-vondcn gin gen Daan en Rosalinde dikwijls samen naar buiten, soms om naar slakken in den tuin to zien, soms, als zij dicht bij de zee gezeten hadden, om een eindje, langs de klip te gaan en te kijken naar de sterren in de lucht en de lichten, die op sterren op zee geleken. Er was geen ander meisjo van Ro- solindo's leeftijd in Menwinion, maar Daan was één van verscheidene jonge, onge trouwde mannen, cüe daar werkten. Zij zag echter niet veel van do anderen, en het ha-d haar niet veel kunnen schelen, als Veronica Teal op hen allen beslag gelegd had. Het Ook hot systeem van den Minister oiri ieder in zijn bedrijf te laten, zooals vóór den oorlog het geval was, acht spreker verkeerd. Indien de a'gemeene fnaatschappe'.ijke ont wikkeling jiet eischt, dat eenige particu liere bedrijven onnoodig zijn geworden, dan .moeten deze niet kunstmatig in het Ieveni worden gehouden. Verder becritiseert hij de po'itiek van deti Minister, die met alles te laat komt en een gebrek getoond heeft aan eigen initiafeL Vooral is dit gebleken bij de vlcesch-diefcri- butie en die der manufacturen. Deze frag mentarische politiek wordt bovendien op een wijze gevoerd, welke leidt tot allerlei ver- verbrokkelingen, waardoor een vlotte behan deling wordt voorkomen. M-^n moet, om iets te bereiken, naar verschil lende commissies en allerlei bureaux, waardoor bij spoedgeval len een noodlottige stag-v.tic ontstaat. Der- gelyke 2aken worden eenvou lig een paar j maanden traineer, nd ge ioude"1, waardoor een chaos ontstaat, welke ten slotte niet ia te overzien. Hierby komt nog eeu tornal gebrek aan wettelijke regelingen. Spr. waarschuwt den Minister, want- als vandaag of morgen een der belanghebbenden hel Rijk in rechten gaat aanspreken, dan valt hei geheele sy steem van den Minister als oen kaartenhuis uiteen. Wil de Minister zijn utiésel handhaven, aan een algeheele reorganisatie valt echter niet te ontkomen. Wij moeten komen tot een stelsel van-pro ductie naar behoeften en een d'siributie op de basis van een strenge rantsoeneerlag. Gaat de Minister hiertoe ni t over, dan zul len wij niet langer met dezen Minister kun nen medegaan. Met het huidige stelsel va.i den Minister zjjn wrj hopeloos vastgeloopen, op allerlei gebied. In plaats van. meer te kragen, wanneer de Minister gaat distri- bueeren. krijgt het volk onmiddellijk minder. En dit komt, omdat 's Ministers maatrege len eenvoudig genegeerd worden, en dit is niet meer te coatroleeren. Bovendien, da rechtbanken werken deze sabotage in de hand. Een landbouwer iu Goes, welke eenige H.A. 'had onttrokken voor de volksvoeding en in strijd rnet de bepalingen van de-n Minis ter vlas had geteeld, kreeg van den kanton- recliter te Goes f 15 boete. (Geroep: Schande!) De heer PGSTLIUMA. Minister van Land bouw: Doordat u dergelijke dingen vertelt, werkt u dien boeren in de ha;.d. Zij merkeu daaruit op, dat zij byna straffeloos de dis tributiebepalingen kunnen over red n. De heer SANNES: Die opmerking snijdt geen hout; het ligt meer voor de hand, dal bij het bekend worden dezer feiten, de Mi nister van Justitie een dergelijk amltenaar eens een aanschrijving zal sturen. pe Minister had ook meer aandacht moeten besteden aan de aanbiedingen, welke hem door uitvinders op het gebied der voeding zijn gedaan. Den Minister is een r'.a.i aangeboden om stikstof te verzamelen u.t de lucht; iets, wat van belang is voor de veevoeding. Die man is weggestuurd en heeft daarna zijn pa tent a'wi Engeland verkocht, waar men er ee« dankbaar gebruik van heeft gemaakt. Ook zal men moeten komen lor verplichte scheuring van grasland. Deskimdgen zeg gen, dat dit zeer gemakkelijk kan, terwijl een bouwgebod dan noodzakelijk is. Verder dringt spr. aan op de instelling van een pachtcommissiewet in den zin van de huur- commis3iev et. Er gaan duizenden H.A. tarwe» nog weg als veevoeder. Men schaamt zich niet dit. publiek in de courant te melden. Een veehouder in Leeuwarden kondigde aan, dat hij aan de markt zou komen met vee, hetwelk gevoederd was met ziSvere tarwe. Brutaler kan het al niet Bovendien, op ver schillende plaatsen bestaat een georgani seerde sabotage. Zelfs het Kamerlid Colijn. burgemeester te Nieuwer-Amstel, spoorde do boeren in een vergadering aan tot sabotage ten op zichte van de Regeeringsmaalregelen. En dit gebeurt, terwijl het volk sma ht naar de producten van ouzsn eigen boiem. Ten slotte bespreekt hij nog de distributie van vleesch en vet. Dat deze mis zou loo- pen^ hebb. n d?skundigen het vorig jaar al betoogd; deze gaven toen eveneens den weg aan, n.l. dat de Regeering de zaak der slachterijen zelf zou ter hand m uien. Maar zo-u gemakkelijker geweest zijn, ook niet om Daan te geven, als rij hem minder ge zien had maar hij wilde het spel niet spe len, zooals rij trachtte het hem te laten doen. Hij nam ieclero gelegenheid waar, ora ha-ar te ontmoeten liij nam alle uitnoodi- gingen aan, dio zij deed, en had do meest doorzichtige redenen, om in hub en tuin te k<xnen en zoolang te blijven als hij kon. Toch sprak hij niet van liefde tot haarhij zei dikwijls, dat hij een arm man was, en bij een gedenkwaardige gelegenheid zei hij, dat arme mannen niet konden troijwen. „Maar toch doen zij liet," zei Veronica Teal, die er bij was. ..Zij trouwen iedcren dag." ,M5ij mooesten het niet doen," zei Daan. „Waarom niet?" „Zij kunnen hun vrouwen niet geven, wat rij noodig hebben." Laten hun vrouwen da® zelf verdienen, wat zij noodig hebben," zei Lamorna; „je praat als een huisvader van een zeventig jaar geleden, Daan." „Hij is erg ouderwefech," zei Veronica, dio een sigaret rookte on met haar beenen, cho in vuuroodo kousen staken, op een anderen stoel lag. Sommige van zijn beginselen waren niis- scliien oudcrwetsch, maar zijn werk waa het niet, en Rosalinde wist thans, dat iedereen verwachtte, clat zijn schilderijen dit jaar een succes zouden zijn. Daarbij vond zij zijn denkbeelden gevoelig, evenals zijn manlijko, flinke trokken en rijn grijze oogen. „Heel weinig vrouwen kunnen verdienen, wat rij zelf nooclig hebben," zei zij. „Jij bont een uitzondering, Lamorna." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 5