In vroeger dagen.
Mo. 17798.
LElDSCH DAGBLAD Woensdag 8 Maart
Tweede Blad Anno 1918.
Pak me mee.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
TWEEOE KAMER,
x
Het- eerstvolgend nummer bevat o.a. als
voorplaatHet allernieuwst© Hoecïmod'el
<ier Wcenscho mode.
Vorder; Bezoek van 'L. K. H. Prin©
Hendrik aan Bredasche Oacao- en Choco
ladefabriek „Kwatta" en aan de Breda
sche Padvinders te Breda. De plechtige
opening van de Tweede Nederlandsche
Jaarbeurs door H. M. de Koningin, met 15
foto's. Internationale Jaarbeurs aan de
Voorstraat te Utrecht. Scène uit het
stuk jjPalestina" van den heer G. de Windt
met 2 foto's. De nieuw opgerichte Jood-
sche padvindersorganisatie. Een kijkje
op de groote markt te 's-Gravonhage.
Betoogingon te 's-Gravenbage, met 2 foto's.
Onder de Oorlogsfoto's trekken de aan
dacht: Verzorging van oorlogskinderen
achter het front. Keizer Karei van Oos
tenrijk in de Boekowina. Een oorlogs
hond, gereed om zich bij zijn „Gompie" te
voegen.
Een pagina Carricaturen door Ton
van Tart.
De nieuwe leerstoel in de p a e -
dagogiek te Le iden. Dr. M. C. van
Mourik Broekman schrylt in „DE HER-
yÓRMING" over dezen nieuwen leerstoel:
„Na plotseling' 3an een onzer universitei-
ten de beer Casimir hoogleeraar in een vak
wordt, dat voor predikanten ook van belang
is. kan men niet anders dan dankbaar zijn.
jVanneer theologen zijn colleges gaan vol
gen, zullen zn iemand hooren, die drie qua-
üteiten in zich vereênigt, welke men zelden
fn iemand te zaïuen zal aantreffen, en waar
om juist deze benoeming zoo verbiedend is.
Een man van breede wetenschappelijke scho
ling, die te Groningen als leerling van Hey-
mans wijsbegeerte en psychologie terdege
gestudeerd heeft, gelijk telkens uit zyn ge
schriften en - voeringen blykt; een man,
die door n n'eg en werkkring in het
practische even verkeert en merkwaardig
veel arbeid verricht; een, die met beide
voeten stevig op aarde staat, deze blonde
Germaan met zyn blik toch omhoog gericht;
een godsdienstige natuur, die gaarne over
religieuze vraagstukken zich uit en het be
lfries leverde, dat hy onder studenten met
godsdienstigen zoekens-di'ang een hunner
voorlichters kan zijn. Daarom zijn de Leid-
sclie theoo0ische studenten wel bevoorrecht
hem tot een hunner voorgangers op nieuwe
wegen te mogen kiezen.''
Leiden bij groep I. „DE
STANDAARD" dries tart:
Van aohte-en bezien wordt er door eon
konJoele captie gemaakt op do indeeUng
van den Kieskring Leiden bij Utrecht in
atcde van by Amsterdam.
Toen »p bt Convont de indeeling werd
voorgedragen, ging zij zoo goed1 als stil-
zwijgend door en werd aan een voegoa
van Leiden bij Amsterdam niet gedacht,
wijl de drie groote steden met Noord-
i Holland en een deeg stuk van Zuid-Hol
land toch reeds overgroot toescheen.
Toch is de mogelijkheid niet uitgesloten
dat de nieuwe Kiezerslijst juist de groo
te steden het hardst aantast, en dat uit
dien hoofde een kleine omzetting van
een stuk van Groep II naar Groep I ge
mofciveerd kon zyn.
We zouden er dan ook geen de minste
bedenking tegen koesteren, dat met name
Leiden naar Amsterdam verhuisde, ind:en xlL
hi Leiden zelf het zoo goed als eenparig ver
langen daartoe kenbaar werd gemaakt.
Nu de indeeling eenmaal wettelijk tot
stand is gekomen, kan er natuurlijk niet
a&a worden gedacht, om, eeniglijk op het
ver-langen van enkele heeren te Amster
dam, tot zoo in het oog loopende ver
schuiving over te gaan. In Leiden nad
men gemeenlijk in opslorping door Am
sterdam niet te veel lust.
Blijkt derhalve opnieuw, dat men in
Leiden op aanhechting aan Arasterdam
Naar het Engelsch
van Mevr. ALFRED SIDGWICK.
21)
HOOFDSTUK X.
De drie schilderijen, die Daan eerst naar
'de tentoonstelling te Penryn en daarna
naar de Academie zou zenden, waren in zijn
atelier te zien, en op deze manier zag Roso-
linde voor het eerst iet© van zijn werk.
Daar zij hoegenaamd niets van schilderen
.wist, boezemden do onderwerpen haar meer
belang in dan de behandeling, vooral daar
op alle het onderwerp iets geleek op Vero
nica Teal. Op een groot doek was zij Me
middenfiguur van een groep, die in het
volle zonlicht op da rotsen te Menwinion
geschilderd was; op een ander stond zij in
een kamer Voor een grooten spiegel, verzonr
ken in do beschouwing van haar eigen
teeld^; op het derdie zat zij in haar oranje
blouse en bn.b. rok pra-chtig to midden
Van roodachtige» varens.
Zoodra Rosalinda het atelier binnentrad
«ip deze drie schilderijen zog, begreep zij
£>/onica'fi gedrag van gisteren en wat ver-
£röt*g besloot rij, dat Daan gehecht moest
ri.ir. rijn model. Heb hinderde niet. Min-
dgn drie maanden geleden weende Ro-
•h-B'hvj hs.ro: oogon uit, omdat Tony haar
C'X -"tvon had, en zij dacht nog aan die
-o M als aan iets kwotsenclb. Zij wilde
Juch race v. eer gekwetst gevoelen, omdat
niet zoo bijzonder gesteld ie, dan moot do
indeeling blijven gelijk zij tot stand
kwam. Mooht het daarentegen zijn, dat
men vrij algemeen de verhuizing naar
de hoofdstad verlangde, dan zou-len we
op zichzelf niet weten, welk overwegend
bezwaar er tegen deze kleine verschui
ving zou kunnen worden ingebracht.
Slechts op het ééne gestelde beding
moet nadruk gelegd. Men kan niet doen
alsof men met Leiden naar hartelust
spelen kon.
Veldhuizen kan, maar het moet ge
heel vrijwillig toegaan.
Do o n d e w ij z e r s s t r jj, d.v
Er zal, naar prof. Struycken in „VAN
ONZEN TIJD" vreest, nog me®ig con
flict rijzen, voordat de algeheeLe pacifi
catie van linker- en rechterzijde in zake
onderwijs een voldongen feit ia geworden.
Practische politiek is nu eenmaal geen
wiskunde: uit de beginselen leidt men
niet door logische deductie, maar door de
volle werking van zijn geest en gemoed
de consequentie af; daarom kunnen do
consequenties uit het grondwettelijk be
ginsel der financieele gelijkheid van bij
zonder en openbaar onderwijs van de
recMor- en linkerzijde onmogelijk de
zelfde zijn.
In twee opzichten wijst, volgens schrij
ver, art. 1D2 der Grondwet zelf reeds aan,
waar beide partijen tegenover elkander
zullen staanten aanzien van do oischen
van deugdelijkheid, die aan het bijzon
dere uit de openbare kas betaalde onder
wijs zulle® worden gesteld, en ten aan
zien - an de uitwerking van het Ibegin-
sel, dat in elko-gemeonte voldoend open
baar onderwijs moet worden gegeven.
De rechterzijde, de vrijheid van haar
onderwijs hoog stellende, vertrouwen
hebbende in zajn toekomst, zal zekerde
noodige wettelijke waarborgen niet af
wijzen, maaj niet dulden, dat uit wan
trouwen baar vrijheid meer aan bandon
wordt gelegd dan strikt nooclig isde
linkerzijde ckiarentegen, sinds lang er aan
gewoon op het gebied van het onderwijs
den waarborg der deugdelijkheid t«e vin
den in het ambtelijke, alle wijsheid in
onderwijszaken te zoeken in het gemeen
tehuis, aal haar achterdochtige vrees
voor het particuliere onderwijs toonen in
haar streven, óók dat onderwijB zooveel
mogelijk onder den druk een er uniforme
ambtelijke regularisatie te brengen. De
rechterzijde zal verlangen, dat het be
ginsel de financieel© gelijkheid niet zal
leidien tot ee® verspilling van 's lands
gelden ten behoeve van het openbaar
onderwijs door de instandhoudinjg of op
richting! van openbare scholen in ge
meenten, waar slechte enkele kinderen de
ze zullen bezoeken; zij zal den ei sch stel
len, dat 'alleen dan een openbare school
recht van bestaan zal worden gegeven,
wanneer het aantal leerlingen hetzelfde
is als dat, hetwelk aan de bijzondere
sohool het recht op betaling harer kosten
uit de publieke kas verzekert; de linker
zijde daarentegen zal van een afwijking
van het beginsel, dat in elke gemeente
een genoegzaam aanbal openbare sch o1en
moet zijn, slechte in uiterste gevallen
willen weten, aan de® plicht der over
heid, om er voor te waken, dat ieder, die
zfulks begeert, openbaar onderwijs kan
ontvangen, een hoogere plaats willen
geven -dan aan het beginsel der gelijk
heid van beide soorten volksonderwijs.
En zoo zulle® er meer vraagstukken rij
zen, die in den grond der zaak de concur-
rentie-voorwaarden van het bijzondere en
het openbare onderwijs raken, en waarom
trent de voorkeur,welke iedere der beide
partijen heeft, van invloed zal zijn op de
door haar begeerde wettelijke regeling.
Ook van bet middelbaar, voorbereidend
hooger en hooger onderwijs verwacht de
schrijver nog denzelfden strijd, als nu ten
opzichte van het algemeen vormend lager
onderwijs ten deele nog voortduurt.
De 150 opcenten. In ,,DE
VADERLANDER" schrijft M. over het
voorstel van den Minister van Financiën,
om ter bestrijding van de kosten der be
schikbaarstelling van levensmiddelen over
dat dwaas zou zijn. Zij wist nu, dat haar
moeder gelijk had gehad en dat haar trots
meer dan haar hart geleden had, omdat rij
nooit voor een oogc-nblik gevoeld had, dat
hot leven zonder Tony stof en a$ch zou rijn.
Zij wilde dat ook niet om Daan gevoelen,
zelfs ofschoon zijn oogen helderder werden,
ala hij haar zag, en hij verward en teleur-
gostold was, als haar oogen niet antwoord
den.
Veronica Teal zat op de plaats van het
model met haar kopje thee in de hand en
sprak over Daan's schilderijen in zeer tech
nische termen. De andere schilders voegden
zich er bij en vormden met haar een kleine
groep voor de ezels. Zij spraken ook over
de tentoonstelling te Penryn en over elkan
der ontmoeten te Londen aan de Academie.
Wat afgezonderd van hen zaten mevrouw
Cloudesby en Rosalind© met mevrouw Or
chard over tuinieren te praten. Toen de
theepartij afgeloopen was en iedereen op
hetzelfde oogenblik vond, dat het tijd was,
om naar huis te gaan, bleef Veronica achter
om Daan te helpen met het afwasschen.
Maar toen de anderen heengingen, riep zij
hun achterna, dat zij Zaterdag allen op de
danspartij zouden komen.
,,Kom jo ook?" vroeg Lamorna aan Ro
salind©, terwijl zij samen liepen.
„Neon, ik ben niet gevraagd", zei Rosa
linds.
„Ga mot ons mee", zei Lamorna.
„Als .het een danspartij van juffrouw
Teal is
„Dat ia het niet. Drie jongelui geven ze
in-heb Trevider-atelier. We kunnen jo ge-
gemakkelijk meenemen".
„Dan zal ik.komen. Ik houd heel veel van
dansen", zed Rosalinde.
Ds kunstenaars van Menwinion wisten
de aanslagen in de Verdcdigingsbelastingen
in heb belastingjaar 1918—1919 150 opcen
ten te heffen.
Schr. betwist het door den Minister ge
maakte onderscheid tusschen uitgaven voor
dia levensmiddelenvoorrioning en uitgaven
voor do landsverdediging, in dezo buiten
gewone tijden. Hij acht het niet geraden
reecte tijdens den oorlog over te gaan tot
belastingen, die voor velen hot karakter
van een kapitaalheffing hebben.
Schr. komt dan tot hot clenkbeeld-Do
Geer, om in stede van de voorgestelde 150
opcenten do verdecügingsbelastingen voor
2 jaren, d.i. voor de dienstjaren 1019—1920
en 1920—1921. te verlengen, waarnaar de
Minister bfijkens de Memorie van Ant
woord wel oor en had.
Uit die geneigdheid van den Minister, om
mede te gaan, blijkt o. i. wederom, dat het
in de toelichting zoo naar voren gebrachte
verband tusschen zijn voorstel en de cre-
clietaanvraag, voor de lovensmiddelenvoor-
ziening, zwak is. Wio op heb standjiunt
staat-, dat de kosten van een dienst, waar
van het ednd nog niet met eenige nauw
keurigheid is te voorspellen, geheel uit be
lastingen moeten worden betaald, begint
niet ruet de koeten voor 1918, eerst© helft,
te dekken uit belastingen, in 1919, 1920 en
1921 te heffen. Wat liet donkbeeld zelf be
treft, het komt ons voor, dat voor het vin
den van de buitengewone inkomsten, die
de lange oorlogstoestand ons dwingt op te
zoeken, een verlenging der vordedigings-
belastingen en dan met 75 openten ver
hoogd voor twee jaar in de eerste plaats
in aanmerking komt. Van de kosten, die
spociaal de levensmiddelenvoorriening mee-
brengL moet o.i. ook deze verlenging wor
den losgemaakt; op zichzelve verdient zij
ten volle aanbeveling.
Met bevreemding hebben velen ongetwij
feld gezien, dat de Minister de mogelijk
heid in doze benarde tijcïen meer -inkomsten
te trekken uit de Oorlogswinstbelasting
zoo goed als zwijgend voorbijgaat-. Ziehier
een belasting, die bij uitnemendheid be
stemd ia ter bestrijding van do wassende
buitengewone 'uitgaven, door den oorlog
veroorzaakt-. Bij andere landen vergeleken
is het percentage, dat van de oorlogswinst
wordt opgecischt,, hier te lande bescheiden.
Schr. acht het niet uitgesloten, diat bij
het einde van den oorlog vredeswinsten
uit fiscaal oogpunt met oorlogswinsten op
één Lijn te stellen worden gemr^akt.
Hij geeft dus in overweginga. op de
verdcdrigingsbelast-ingen niet 150, maar 75
opcenten te heffenb. deze belastingen,-
met de opcenten, voor twee jaren te ver
lengen o. de oorlogswinstbelasting met een
maximum van 50 pet. te verhoogen en
verder in beginsel te besluiten, om na her
stel van de normale verhoudtngen over te
gaan tot een heffing-in-eens
Zitting van gisteren.
LEVENSMIPOELENVOORZIENING.
De heer SANNES zegt, dat er in ons land
een noodtoestand heerscht, waarvan de
Regeering niet vo-ldoende doordrongen ia.
Hetzelfdle geldt voor verschillende Kamer
leden, hetgeen bleek uit de rede van den
heer Ter Spill. Het tekort inzake de
levensmiddelen ia nijpend en daardoor ia
onder de arbeiders een spontaan verzet
ontstaan en hebben zij een krachtige waar
schuwing doen hooren, dat de huidige toe
stand niet langer mag gecontinueerd wor
den. Dit verzot heereoht ook onder do Ka
tholieke arbeiders, hetgeen duidelijk is ge
bleken uit d'e redevoering van den heer
Wesseling en het artikel van pater Fabin-
nus in „De Tijd".
Dat de nood onder het volk groot is,
weet ieder, die onder het volk verkeert Te
Rotterdam st-aat tegenwoordig 's nachts
een groote file voor de slagerswinkels, om
do eersten te zijn, als des morgens de zaken
open gaan. 's Avonds om tien uren staan zij
er reeds en als zij dan den volgenden mor
gen te tien uren aan de beurt riin worden
rij dikwijls nog teleurgesteld, omdat alles
ós uitverkocht. En waarom slaan die merv-
schen daar? Om wat kopvleesch, longen en
hart te koopen, hetwelk vóór den oorlog
ala afval waardeloos werd weggeworpen.
niet veel van de moeder en de dochter, die
rich opeens nergens vandaan in hun midden
gevestigd hadden, en zij vroegen niet om
meer te weten dan rij zagen.
Toen Rosalinde haar herfst bezoek aa n de
Knoxen bracht, was er even gevraagd naar
haar verwantschap met den beroemden
schildermaar daar zij zelfs niet van hem
gehoord had, werd er niet meer' over ge-
sproken. Zij namen de twee dames op. om
dat- het vrienden van do Knoxen waren, ge
makkelijk in do gewoonten van de kleine
kolonie kwamen" en hielden van de gemak
kelijke gastvrijheid en verschillende manie
ren om het leven te genieten Mevrouw
Cloudesby werd zelfs nog meer bewonderd
dian haar dochter en voor een weduwe ge
houden. Rosaliiide had de dauwigc frisch-
heid, den gelukkigen lach en den zin voor
vermaak van haar jeugd. Zij was bekoor
lijk. Maar zij geleek niet veel op haar
moeder en zooals de schilders met één blik
zagen, zij waa niet zoo mooi. Maar het leed
had zulk een zware schaduw op mevrouw
Cloudesby achtergelaten, dat haar levens
lust verdwenen en haar kleur verbleekt
was. Jaren geleden had zij haar oogen uit
geweend, zij ha-d haar hart gebroken en zij
had zich nooit hersteld. De zuivere lijnen
van haar gelaat, waren er maar het licht
was er uit verdwenen. Zij scheen meer toe
te kijken dan zelf een rol te spelen, en een
afkeer te hebben van cle pretjes, waaraan
zij ter wille van Rosalinde deelnam.
Het leven op Menwinion was vol pretjes,
omdat de menschen, die daar woonden, ge
lijk waren aan d'e drie hulppredikers in
Sirley altijd binnen en buiten elkanders
huis.
De mannen én sommige van de vrouwen
werkten den geheelen dag hard_in hun ate-
De duur van de broodkaarten kan niet
meer verlengd wordendat is absoluut on
mogelijk. Het idee van den heer Ter Spill
ia dan ook onzinnig. Het zou alleen uitvoer
baar zijn, wanneer het gemis aan brood
werd goedgemaakt met een paar plakken
worst of een aanvulling van pap. Maar
claar denkt de heer Ter Spill niet aanhij
wil den arbeider zelfs de melk en de suiker
nog ontnemen.
De sterftecijfers worden steeds grooter.
Hebben deze dan den heer Ter Spill nog
niets geleerd? Hoe kan hij dan nog zeggen,
dat van ondervoeding geen sprake is.
Dat er wel degelijk ondervoeding bestaat
vooral bij kinderen, toonde spr. aan, met
citaten van den bekenden kinderdokter
Ootmar, te Haarlem. En een Rotter-
cfamsche lrinderdokter kwam tot hetzelfde
resultaat.
Een groote grief is het-, dat rij, die geld
hebben, zich niets behoeven te ontzeggen.
Men doet herhaaldelijk een beroep op den
arbeider, maar nooit een beroep op de rij
keren doze zijn het toch, die onzen voed
selvoorraad aanzienlijk doen inkrimpen,
door braspartijen .en buitensporige weelde.
Verder wijs hij op den corruptie-geest in
ons land en die zich t-hana ook in ons parle
ment scijnt te vertoonen. Waarom heeft de
Minister hier niet onmiddellijk met krach
tige hand ingegrepen en de zaak zooveel
mogelijk in heb openbaar besproken? Hij
zal daaromtrent gaarne inlichtingen ont
vangen. Ook in do pluimvee-lcnoeierijen
heeft de Minister een zwak beleid vertoond.
Het eervol ontslag aan den heer Smit kan
niet door den beugelde verslapping der
moraliteit wordt hierdoor in de hand ge
werkt. Die man had onmiddellijk oneervol
ontslagen moeten worden.
Spr. vraagt-, of het juist is, dat de direc
teur van het Rijkszeepbureaueen schoon
zoon is van een groot zeepfabrikant? Een
dergelijke benoeming is al heel ongelukkig.
De heer Posthumus Meijes heeft medege
deeld, dat do stijging der bouwmaterialen
veroorzaakt is door do Rijkscommissie van
t-oezicht op de bouwmaterialen zelf. De
heer Posthumus is zélf lid van die com. van
toezicht en kan heb dus weten en nu vraagt
spr. of cBe Minister onmiddellijk een onder
zoek heeft ingesteld naar deze opzienbare
be-=chuldiging.
"Wat de prijspolitiek van dezen Minister
betreft; mc-n moet in het oog houden, dat
dit slechts een crisismaatregel iff? De heer
Ter Spill wil alleen loon-sverhooging maar
laat hij het systeem gaan prooageeren bij
de groote fabrikanten, vooral dio in Til
burg ,w?ll-e groote winsten maken, maar
de loonen der arbeiders laag houden.
Dit stelsel van particulier initiatief heeft
al jaren gGfaald en in cfezen tijd moest men
daar zeker niet- mede terug komen. Het
eenige systeem, dat thans afdoende geldt-,
is de verdere uitbreiding van het huidig©
distributie-systeem. Dit is geen bedoeling,
maar 'een zuivere algomeene maatschappe
lijke plicht Bedoeling is de toelage van
f 700,000 aan de reedersmaatschappijen, om
dat hun schepen niet kunnen varen. Dit is
slechts een particulier belangmaar het
voorkomen van een ondermijning onzer
volkskracht is een zuivere nationale wel-
vaart-spolitiek.
Tegen het scheppen van een welstands-
grens heeft hij geen bezwaar, maar acht het
practisch onuitvoerbaar.
De derde grondslag van 's Ministers po
litiek is de beschikbaarstelling uit eten ex
port. Een fout was het, dat niet beschik
baar werd gesteld, indien er geen uitvoer
was, waardoor tot export geprikkeld werd.
Door de N. U. M is intusschcn deze grond
slag weggevallen, maar de export-winst
wordt nog te veel vrijgelaten. Er is een een-
hcid van handelen noodfg tusschen de orga
nen, belast met do hinnenlancfcche co-n-
.uimntie. Ook mag de vraag gesteld worden
of de Regeering wel alles heeft gedaan om
over de noodige voedingsmiddelen te be
schikken, en hij onderschrijft het bezwaar
van den heer Koster dat allerlei bestaande
industrieën worden voorbijgegaanom de
z.g. vliegende fabrikanten aan een behoor
lijke O. W. te helpen-
De tegenwerking der coöperaties, vooral
do oprichting van nieuwe, becritiseert hij
ten zeerste. Bestonden deze coöperaties
niet, dan waren do consumenten geheel en
a-1 overgeleverd aan de levensmiddelen-
wookeraars.
liers, maar tegen etenstijd kwamen zij bij
elkander, sommigen hier, anderen daar,
aten soep, vleesch en taart met elkander en
haddon daarna een van die zielverheffende
gesprekken, waarvoor mijnheer Orchard,
die zestig jaar was, zei, dat hij niemand ge
vonden had na zijn studententijd. Ala
iemand een boek had, clat hij mooi vond,
ging het rond. Soms was het gesprek tech
nisch en alleen voor schilders begrijpelijk,
maar gewoonlijk betrof het die vraagstuk
ken welke cms allen raken, maar die zelden
op den voorgrond treden. Waarschijnlijk
veranderdo niemand van meening, mis
schien ging niemand iets wijzer weg, maar
daarvoor kwamen zij ook niet samen en
praat-ten met elkander. Zij waren vrienden
aan het einde van een dag van hard wer
ken en zij vonden het prettig rond een
turivuur te zitten in gemakkelijke stoelen,
met- een beetje, niet te veel licht, en een
beetje, niet te veel, zedelijke inspanning;
lieten zich van een oppervlakkig tob een
dieper gesprek drijven, al9 het zoo viel,
maar nooit opzettelijk, en bij instinct voe
lend. dat clo uit-slag van zulk verkeer rust
en eensgezindheid moest zijn.
Op deze mooie, kille lente-a-vondcn gin
gen Daan en Rosalinde dikwijls samen naar
buiten, soms om naar slakken in den tuin
to zien, soms, als zij dicht bij de zee gezeten
hadden, om een eindje, langs de klip te
gaan en te kijken naar de sterren in de
lucht en de lichten, die op sterren op zee
geleken. Er was geen ander meisjo van Ro-
solindo's leeftijd in Menwinion, maar Daan
was één van verscheidene jonge, onge
trouwde mannen, cüe daar werkten. Zij zag
echter niet veel van do anderen, en het ha-d
haar niet veel kunnen schelen, als Veronica
Teal op hen allen beslag gelegd had. Het
Ook hot systeem van den Minister oiri
ieder in zijn bedrijf te laten, zooals vóór
den oorlog het geval was, acht spreker
verkeerd.
Indien de a'gemeene fnaatschappe'.ijke ont
wikkeling jiet eischt, dat eenige particu
liere bedrijven onnoodig zijn geworden, dan
.moeten deze niet kunstmatig in het Ieveni
worden gehouden.
Verder becritiseert hij de po'itiek van deti
Minister, die met alles te laat komt en een
gebrek getoond heeft aan eigen initiafeL
Vooral is dit gebleken bij de vlcesch-diefcri-
butie en die der manufacturen. Deze frag
mentarische politiek wordt bovendien op een
wijze gevoerd, welke leidt tot allerlei ver-
verbrokkelingen, waardoor een vlotte behan
deling wordt voorkomen. M-^n moet, om iets
te bereiken, naar verschil lende commissies
en allerlei bureaux, waardoor bij spoedgeval
len een noodlottige stag-v.tic ontstaat. Der-
gelyke 2aken worden eenvou lig een paar
j maanden traineer, nd ge ioude"1, waardoor
een chaos ontstaat, welke ten slotte niet ia
te overzien.
Hierby komt nog eeu tornal gebrek aan
wettelijke regelingen. Spr. waarschuwt den
Minister, want- als vandaag of morgen een
der belanghebbenden hel Rijk in rechten
gaat aanspreken, dan valt hei geheele sy
steem van den Minister als oen kaartenhuis
uiteen.
Wil de Minister zijn utiésel handhaven,
aan een algeheele reorganisatie valt echter
niet te ontkomen.
Wij moeten komen tot een stelsel van-pro
ductie naar behoeften en een d'siributie op
de basis van een strenge rantsoeneerlag.
Gaat de Minister hiertoe ni t over, dan zul
len wij niet langer met dezen Minister kun
nen medegaan. Met het huidige stelsel va.i
den Minister zjjn wrj hopeloos vastgeloopen,
op allerlei gebied. In plaats van. meer te
kragen, wanneer de Minister gaat distri-
bueeren. krijgt het volk onmiddellijk minder.
En dit komt, omdat 's Ministers maatrege
len eenvoudig genegeerd worden, en dit is
niet meer te coatroleeren. Bovendien, da
rechtbanken werken deze sabotage in de
hand. Een landbouwer iu Goes, welke eenige
H.A. 'had onttrokken voor de volksvoeding
en in strijd rnet de bepalingen van de-n Minis
ter vlas had geteeld, kreeg van den kanton-
recliter te Goes f 15 boete.
(Geroep: Schande!)
De heer PGSTLIUMA. Minister van Land
bouw: Doordat u dergelijke dingen vertelt,
werkt u dien boeren in de ha;.d. Zij merkeu
daaruit op, dat zij byna straffeloos de dis
tributiebepalingen kunnen over red n.
De heer SANNES: Die opmerking snijdt
geen hout; het ligt meer voor de hand, dal
bij het bekend worden dezer feiten, de Mi
nister van Justitie een dergelijk amltenaar
eens een aanschrijving zal sturen.
pe Minister had ook meer aandacht moeten
besteden aan de aanbiedingen, welke hem
door uitvinders op het gebied der voeding
zijn gedaan.
Den Minister is een r'.a.i aangeboden om
stikstof te verzamelen u.t de lucht; iets,
wat van belang is voor de veevoeding. Die
man is weggestuurd en heeft daarna zijn pa
tent a'wi Engeland verkocht, waar men er ee«
dankbaar gebruik van heeft gemaakt.
Ook zal men moeten komen lor verplichte
scheuring van grasland. Deskimdgen zeg
gen, dat dit zeer gemakkelijk kan, terwijl
een bouwgebod dan noodzakelijk is. Verder
dringt spr. aan op de instelling van een
pachtcommissiewet in den zin van de huur-
commis3iev et. Er gaan duizenden H.A. tarwe»
nog weg als veevoeder. Men schaamt zich
niet dit. publiek in de courant te melden.
Een veehouder in Leeuwarden kondigde aan,
dat hij aan de markt zou komen met vee,
hetwelk gevoederd was met ziSvere tarwe.
Brutaler kan het al niet Bovendien, op ver
schillende plaatsen bestaat een georgani
seerde sabotage.
Zelfs het Kamerlid Colijn. burgemeester
te Nieuwer-Amstel, spoorde do boeren in
een vergadering aan tot sabotage ten op
zichte van de Regeeringsmaalregelen. En dit
gebeurt, terwijl het volk sma ht naar de
producten van ouzsn eigen boiem.
Ten slotte bespreekt hij nog de distributie
van vleesch en vet. Dat deze mis zou loo-
pen^ hebb. n d?skundigen het vorig jaar al
betoogd; deze gaven toen eveneens den weg
aan, n.l. dat de Regeering de zaak der
slachterijen zelf zou ter hand m uien. Maar
zo-u gemakkelijker geweest zijn, ook niet
om Daan te geven, als rij hem minder ge
zien had maar hij wilde het spel niet spe
len, zooals rij trachtte het hem te laten
doen. Hij nam ieclero gelegenheid waar, ora
ha-ar te ontmoeten liij nam alle uitnoodi-
gingen aan, dio zij deed, en had do meest
doorzichtige redenen, om in hub en tuin te
k<xnen en zoolang te blijven als hij kon.
Toch sprak hij niet van liefde tot haarhij
zei dikwijls, dat hij een arm man was, en
bij een gedenkwaardige gelegenheid zei hij,
dat arme mannen niet konden troijwen.
„Maar toch doen zij liet," zei Veronica
Teal, die er bij was. ..Zij trouwen iedcren
dag."
,M5ij mooesten het niet doen," zei Daan.
„Waarom niet?"
„Zij kunnen hun vrouwen niet geven,
wat rij noodig hebben."
Laten hun vrouwen da® zelf verdienen,
wat zij noodig hebben," zei Lamorna; „je
praat als een huisvader van een zeventig
jaar geleden, Daan."
„Hij is erg ouderwefech," zei Veronica,
dio een sigaret rookte on met haar beenen,
cho in vuuroodo kousen staken, op een
anderen stoel lag.
Sommige van zijn beginselen waren niis-
scliien oudcrwetsch, maar zijn werk waa
het niet, en Rosalinde wist thans, dat
iedereen verwachtte, clat zijn schilderijen
dit jaar een succes zouden zijn. Daarbij
vond zij zijn denkbeelden gevoelig, evenals
zijn manlijko, flinke trokken en rijn grijze
oogen.
„Heel weinig vrouwen kunnen verdienen,
wat rij zelf nooclig hebben," zei zij. „Jij
bont een uitzondering, Lamorna."
(Wordt vervolgd).