DE oortos
No. 17771.
LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 2 Februari
Derde Blad
Onder onze Vroede Vaderen.
HET KANTEN DOEKJE.
TWEEDE KAMER,
Atiiio 1918.
x
D© Wren hebben Donderdag, niet een
korte onderbreking, ter versterking van Jen
inwendigen jnensch, van 's namiddags twee
ïiren tot klokke twaalf iQ den nacht verga
derd en daarmede de veel besproken en,
voornamelijk van de zgJe van belanghebben
den zelf scherp becritiseerue ealariflrege-
üng voor de werklieden en ambtenaren dezer
gemeente in veilige haven gebracht.
Deze ^ange zitting heeft de krüon gezet
op hot uitvoerig en gedegen werk, door deze i
•Raadscommissie ad hoe geleverd. Het is uit-
gekomen, zooals door den srhqjver van de
„Brieven van een Leidenaar' in dit blad is
voorspeld, er is zoo goed als niets aa\i de
regeling veranderd. Als wij het_ wèl hebben,
is slechts va a een -enkelen ambtenaar de
voorgestelde wedde met f 100 vermeerderd-
Do Gommis ie, die van de zijde der orga- j
nïsaties van werklieden en ambtenaren voor
haar moeizaam werk nog al veel en soms
ongure cridck heeft moeten hooren en lezen,
had' nu heel wat lof in ontvangst te nemen.
[Van den heer Fokker, die overigens in een
lange rede nogal hee! wat principleele en
détail-bezwaren ontwikkelde, tot den Voor
zitter toe, hebben alle leden, die het woord
voerden, haar hulde gebracht. De Voorzitter
der Commissie, prof. Aalberse, heeft een deel
dier hulde overgedragen op* haar knappen en
gverigen secreLaris, mr. Dranger, die er j
met zijn veelzijdige kennis van en groote 1
ervaring in de gemeentezaken veel toe bij-
gedragen heeft, dat het rapport zulk een
degelrjken indrnk maakte, en sprak den
wensch uit, dat de Baad dezen ambtenaar,
die daar' veel van zijn vrijen tijd aan heeft
gegeven, daarvoor ook nog op andere wijze
zon beioenen.
Voor de discussie verwijzen wij naar het
uitvoerig en zakelijk verslag in ons blad
van gisteren. Wij mogen hier volstaan met I
de ©meriting, dat het rapport op uifcne- j
mende wijze dc-or den Voorzitter der Com-
missie is toegelicht .en voor zoover noodig, I
verdedigd. Veel te verdedigen had hij feitelijk
met want behalve door den heer Fokker,
en op enkeie punten door den heer Jaeger
benevens door de Commissie van Financiën,
is het rapport haast niet aangevochtun. Mr.
Fokker kwam nog weer het vroeger gevolgd©
en dikwjjls gewraakte systeem verdedigen,
©m den bedrijven en met name den Lichtfa-
brieken, meer vrijheid van beweging in do
loons- en weddebepa ing te verleenen, ter
wijl de Commissie juist naar een meer uni-
•F me regeling heeft gestreefd. De heer
'Aalberse heeft nog eens aangekend hoe
weinig uniformiteit er in de loonsa oer werk
lieden en ambtenaren bij de verschillende
takken van dienst bestond en hoe daa.in elk
systeem ontbrak. Die st.be io «hei l :s juist
de grootste oorzaak geweest, dat het werk
der Commissie zoo lang heeft geduurd. De
Commissie van Financiën scheen van ge
voelen, dat de tijd voor een nieuwe regeling
thans allerminst gunstig was en dat men in
ieder geval beter had gedaan voort te bou
wen op het oude systeem. Het viel den heer
Aalberse niet moeilijk de ook door haar inge
brachte bezworen 'te weerleggen.
De organisaties deden voorkomen te ver
wachten dat de Raadsleden zouden pogen
verhoogmgen voor te stellen nog boven die,
welke door B. en W. werden voorgesteld.
Daarvan fe niets gekomen. De heeren
Sgtsma en Wiimer deden nog wel een poging
om de vrg aanzienlijke verhoogingen, die
door B. en VV. op de door de Commissie voor
gestelde wedden van de hoofden van dienst
waren gelegd, er weer af te krggen. Toen
het eerste amendement echter mot bijna al-
gemeene stemmen viel, gaven de voorstellers
|T. C.
Naar het Duitsch
van
BEBNHARD OHRENBEHG.
Ritmeester vo-n Rhoden kijkt ongeduldig
door hetbesneeuwde venster van zijn
villa naar buiten. Eindelijk ontdekt hij
de bestelde auto en, haastig de gang
inloopend, roept hij luid
„Melitta-, klaar. De auto is er!"
„Ja, zeker, ben ik klaai*," klinkt het op
gewekt terug uit do kleedkamer zijner
vrouw.
„Dat is goed, dat doet me plezier; offi
ciers vrouwen behooren op tijd te zijn."
Even later zijn ze samen bij die huis
deur vol goede zorgen pakt hij haar nog
oven in die weeke bout dekens en vraagt
vol teerheid: „Heb je 't goed warm?"
„Heerlijk, beste Helmut!"
„Vergeet niet je beminnelijke tante
straks van me te groeten en te felicitec-
ren.
„Ik zat de boodschap overbrengen, mijn
heer gebieder. Amuseer jij je maai* goed
op hec gemaskerde bal
„Oen, kind, je weet toch evengoed als
ik, dut ik dit bal, zonder jou, enkel en
alleen bezoek, omdat ik als lid van het be
stuur daartoe verplicht benik zal heusch
maar al te heftig naar jou verlangen,"
voege hij met grappig gedrukt gezicht er
aan toe.
„Nu, pas op, niet overdrijven
schertst Melitta. haar vingertje schelmsch
dreigend opheffend „Zelfs do beste man
kijkt nog wel eens graag in verleidelijke
vrouwenóogen. Omdat ik toch niet vol
komen vertrouwen in je heb, zal ik maar
eerlijk zijn en verklappen, dat ik een
vrouwelijke detective opdracht heb gege
ven, op jou te letten! Dus houd' je muur
netjes! Adieu!"
Du auto komt opnieuw in beweging en
[Melitta wuift nog even hem met ha-ar kan
ten doekje na.
Een stroom van kleurige maskers golft
door de rijk versierde zaal van het Casino;
meeslepende dansmuziek vult de ruimten.
den moed op. Ook deze verhoogingen bleven
dus gehandhaafd.
Het geheele bedrag der verhoogingen zal
nu voor het eerste jaar ongeveer f120.000
kosten, dat echter nog geleidelik zal stijgen.
De regeling krijgt bovendien tot 1 October
1917 terugwerkende kracht, zoodat voor deze
verhooMngen de begroeting van 1917 nog
met f30.000 wordt bezwaard.
"Do Commissie heeft zich voorgesteld, dat
deze loonen en wedden voor normale tijden
moeten gelden. B. en W., die, zooals men
weet, de laagste loonen met f0.60 per week
verhoogden en de periodieke verlïoogingen
om de twee jaar willen toekennen, waarmede
de Raad accoord is gegaan, schijnen van
oordeel, dat in deze loonen reeds geheel of
gedeeltelijk een duurtetoeslag is verdiscon
teerd. Zij werden daarover nog al eens ge
polst, doch hielden zich gereserveerd. Dit
punt zal trouwens later onder oogen moeten
worden gezien. Zonder duur te toeslagen zal
het, dunkt ons, nog wel niet gaan. Wie ze
verdedigen, vinden in het rapport der Com
missie steun.
Als men zich stelt op het standpunt van
de Commissie, dat deze regeling op het leven
in normale tijden is gebaseerd, lijkt ons deze
regeling waarlgk niet zoo slecht; ook niet
als men haar vergelijkt met die in andere
gemeenten, ongeveer met Leiden overeen
komende.
Met twee nieuwigheden heeft de Oommis
sie of haar minderheid geea succes gehad.
Deels op grincipieeie gronden, deels uit prac-
tische overwegingen, heeft de groote meer
derheid van den Raad d n spa ar plicht, zoowel
als den kindertoeslag afgewezen. Het zal mo-
gelgk niet de laatste maal zijn, dat de Raad
voor een' beslissing over deze punten zal
worden gesteld. Doclr in de eerste jaren zal
dat wel niet zijn, zoodat wij1 er nu niet
meer over zullen mapleiten.
Wg mogen zeker de personen in dienst der
gemeente wel felicitecren met deze regeling,
die voor allen een positieverbetering bete:-
kënt
Over de an Here punten moeten wrj, na
onze uitvoerige beschouwingen over de eer
ste zaak, kort- zjjn. Doch wij mogen niet ge
heel zwijgen over de z.g. fabrieksreverse,
waarvoor de gemeente 10 pCt. voor haar
rekening zal nemen. De oprichting hiervan,
waartoe met de gemeente, de fabrikanten en
het Kon. Nat. Steuncomité samenwerkten,
Igkt ons van het grootste belang. Het door
de oorlogsomsiandigheden eventuce. stopzet
ten van een of meer fabrieken, hoe onaan
genaam op zichzelf, behoeft nu niet meer als
een onoverkomelijke ramp te worden be
schouwd. Dat is een groote geruststelling
in deze onzekere en moeilijke tjjlen.
Eindelijk widen ook wij onze instemming
betuigen met de benoeming van den nieu
wen weihouder. De heer Van der Pot heeft
gedurende zgn lidmaatschap van den Raad
getoond een scherpzinnig man te zgn, groote
kennis en werkkracht te bezitten, is een
goed spreker en tevens een man van aange
name manieren. Hg b?hoort tot de meest de
mocratische frec:ie in den Raai, is nog jong,
zoodat door zgn intrede in het College van
van B. en W. wordt voldaan aan den wensob,
meermalen in en buiten de Raadzaal geuit,
dat in dit College eens wat frisch bloed
moest worden toegevoerd. Iaat ons hopen,
dat zijn optreden^als wethouder hem zelf
tot een genoegen en de gemeente tot heil
mag strekken.
Gemakkelgkzal zgn taak niet zijn. De
gemeentenaren, waaronder er nog al eens
klagen over de mindere voortvarendheid van
het College van het Dag'elijksch Bestuur, zul
len nu vooral het oog op dezen Benjamin
gericht houden en van hem heel wat ver
wachten.
Een zee van, eleotrisch licht verhoogt
den glans dier rijke, bonte kostumea en
de juweelsieraden der dames fonkelen.
Geen dier bezoekers van het feest kan de
verleidelijke betoovoring ongevoelig laten.
Pi©eds nadert het uur van middernacht.
Vele maskers, verhit door wijn en clans,
bevinden zich in overmoedige stemming
en laten hun humor vrijen loop onder de
beschutting c\er maskervrijheid.
Alleen een Malthezer ridder, wiens hoogo
krachtige- gestalte het bonte gewirwar do
mineert, neemt geen deel aan hot jolige
gedoe om hem 'lieenhij schijnt zelfs de
bevrondorend© blikken der dames niet op
te merken. Plotseling treft den eenzamen
ridder de korte tik met de houten sabel
van een harlekijntje, dat echter als een
volmaakt figuurtje vóór hem staat. Haar
slanke leden zijn omvat door een nauw-
passend, bont, veelkleurig kostuum, uit
zijden lappen aan elkander genaaid. Op
het weelderige, goudblonde haar staat een
spits-vilten kapje, waaraan zilveren belle
tjes rinkelen. Een dicht-aansluit end mas
ker verbergt het gezicht, met potsierlijk
rooden neus. Do vroolïjke figuur monstert-
don cavalier 'mot listig-flikkerende oogen
en stelt hem met diepe altstem de volgende
vraag
„Waarom, beste vriend, waad-om blikt
go zoo godrukt. naar het j.ubelend gevolg
van Prins Carnaval V'
„Allerliefste nar, dat is een geliaim,"
antwoordde do Mathozer, met onderdrukt
stemgeluid.
„Ei! Maar vanavond bestaan or geen ge
heimen! Vooruit, kom voor don dag er
mee!" lokte de figuur uitdagend.
„Welnu, hoor! Elk mijner schreden
wordt door een sluwe detectivo streng na
gegaan!"
„Maar dan rijt ge stellig een erge don
Juan?"
„Misgeraden, nieuwsgierig snoesje. Ik
ben do soliedsto aller echtgenooten, docli
desondanks is mijn vrouw jalosrsch en wil
mij op do proef stellen. Alles noodeloos!
Want ik wil je wel verraden, jou kleine
schalksche Colomhine, dat ik meer dan ooit
naar mijn jong vrouwtje verlang."
De guit grinnikt achter haar .kanten
doekje, balanceert zich coquet op haar
heupen en geeft den Malthezcr een twee
den tik met do woorden s
Zitting van gisteren.
OORLOG SBEGllOOTING.
De heer VAN HAMEL bespreekt de tafel
rede van den Minister, te Leeuwarden ge
houden, welke hij meer beschouwt als een
waarschuwing aan het Ncderlandsche volk.
Mot het volk voor te spiegelen, dat ont
wapening aanstaande is, zijn wij op een ge
vaarlijken weg, want wij mogen daar niet
eer aan beginnen, voordat do ontwapening
definitief geregeld is.
Uitvoerig becritisecrt spr. de houding ea
werkzaamheid van „Het Roocle Kr us" te
Rotterdam. Wel heeft het zich gerehabili
teerd, maar de aanvankelijk verwekte on-
gunstige indruk is te- niet gedaan.
Wat den aanslag op het kruithuis te
Amsterdam betreft, een ontploffing acht. hij
niet zoo gemakkelijkmaar wat in Ame-
rika herhaaldelijk gebeurt, is hier ook mo
gelijk. Bewaking ia dringend, noodig; het
beste waro het te doen door een soort
nachtvciligkeichdienst. De kwestie van hot
verplichte ealuut zag hij gaarne opgelost
door het geheele instituut af to schaffen,
maar hieraan zijn ook ernstige bezwaren
verbonden. Het beste ware, dat de Minis
ter voorloopig het prikkelende van het
ealuutsysteem wegnam, bijv. door to ver
bieden, dat daarvoor speciale patrouilles
in de stad rondloop en.
De order van eten Minister ten opzichte
van die dienstweigeraars acht hij van groot
nut en van zeer veel practisch belang.
Do heer K. TER LAAN meent, dat in
geen opzicht verbetering is gekomen aan
heb Departom-ent door het optreden van
dozen burger-minister van Oorlog. Het
eerste woord, dat deze Minister sprak, was,
dat het volk er zich op voor moest berei-
.den, dat de oorlogslasten verdubbeld zou
den worden. Spr. kan zich met deze poli
tiek niet vereeuiren en stelt daarom cle
volgen'cle motie voor
„Do Kamer, van oordeel dat de nieuwe
voorstellen betreffende de motorvaar
tuigen en den luchtvaartdienst vooruit
loepen op geheel onbekende toestanden na
eten wereldoorlog, noodigt dte Regeering
uit bedoelden post voorloopig terug te
nemen."
De VOORZITTER, stelt voor deze motie
to behandelen bij do al gemeene- beschouwin
gen, waartoe wordt besloten.
De -heer K. TER LAAN meent, dat <io
huidige anti-militairistischo politiek der
R.-K. alleen (Sent om het volk zand En de
oogen te strooien. Elke uitbreiding van liet
oorlogsbudgct in do laatste tientallen
jaren werd krachtig door de R.-IC. ge
steund en verdedigd.
Verder dringt hij krachtig aan op gedeel
telijke demobilisatie, want het leger is een
oohool van luiheid. Dit kan niemand ont
kennen Alle geest, wordt gedood en do lost
tot maatschappelijk werk verdwijnt. De
best© onzer mannen worden de dupe van
dit systeem, want niemand kan bevrediging
vinden in de werkzaamheden van een ge
mobiliseerd leger. Het voortdurend op-
waclit-staan versuft do meest ïntellecty-
eelen onzer soldaten. Bovendien een leger
op die been houden zooals wij thans hebben
kost eiken dag een half millioen ©n hier
kan aanzienlijk bezuinigd worden ten goede
van de lev ©rtsmi dde 1 onp ol :trek
Spr. wijst er op. dat het eonf'ict-Bohoom
totaal voor niets is geweest, wa b acHiraf
is gebleken, dat het geheel niet no©lig is
geweest, dat lichting 1908 werd oog roepen.
Dit typeert wel de houding van het Depar
tement va* 0>rlor' en de partï. 'ite hem heeft
ges'eund. Gedetegke d m bilis te mo t er
komen en geeft de Min. gean bsvredrgesid
„Dat is je straf, omdat jo mij wat op de
raouw wilt speldenwant een echtgenoot,
die na-ar zijn gebiedster in gloeiend verlan
gen zich verteert, klinkt mij als een
sprookje uit den goeden ouden tijd
Neen, met dsrgelijko uitvluchten raak je
mij niet kwijt-Laten wij, voorname heer,
gij en ik te zamen, den kelk 'der earnsvaJLs-
vreugde ledigen; morgen is het Asch-
Woensdag."
„Gij lokt tevergeefs, schoon masker!"
„Ho© kunt gij weten, dat ik mooi ben?"
„Omclat do natuur een .te volmaakte
kunstenares i9, om haar werken te ver;
knoeien. Iemand, dio een zoo lief, bevallig
figuurtje keetft, kan onmogelijk ontsierd
zijn door een onedel of onaantrekkelijk ge
zicht."
„Gij kent maar al t.e good do kunst
van vleien, heer ridder! Doch uw lieve
wóórden hebben voor mij geen beteelcenis,
zij laten mij even koud als gij zelf zijt
schaamt gij u niet'zoo ongalant te zijn?"
Quasi pruilend klinken de woordjes van
do kleine aanaringst-ormet een veelzeg
gend gebaar nadert zij nu den ridder en
fluistert hem zacht in het. oor
„Do tuinman wordt niot dronken van
één enkele roos, en do blonde, durvende
vlinders snoepen van vele bloemen. Kom, -
leid mij naar do rustbank achter het
klimopdaar kunnen- wij, onbespied,
schertsen"
Do Malthczer ridder buigt zich beleefd
voor de bonte, veelkleurige Sirene on zegt
„Uw wensch is mijn bevel, want dat
is do plicht des riddersdoch maar al t-e
spoedig zult gij den vervelenden metgezel
zoncler genade van u zenden."
De bloeiende oranjeboomen bij de ge-
eapionneerdo banl: verspreiden een zoeten,
bijna, bedwelmenden geur. Snaakschlachend
fluistert, het masker, terwijl zij haar cava
lier bij liet oorlapje trekt
„Verbeeld je eens, dat je je jaloersch
vrouwtje, naar wio jo ze-o sterk verlangt,
hier naast mij zoudt Hen hoe vormakelijk
kan dat worden; doch, waarom ben je
alléén hier op dit- feest Zeg mij dit oogen
blikkelijk..."
De Maltliezer zwijgt e:i laat zelfs den
zachten, tecren druk der hand onbeant
woord
De dame, eindelijk nu heusch veront
waardigd, staat van haar plaats op, op
antwoord, dan zal hij namens zijn fractie
^en voorstel indienen om drie lichtingen naar
huis te sturen. Een beslissing moet bij deze
begrooling genomen worden.
Verder wijst spr. op ©enige kazernetoe
standen, welke eenvoudig schandelijk zijn;
speciaal noemt spr. het kamp van Waalwijk,
waar 4000 mannen liggen en nog geen gele
genheid is om een briefkaart te schrijven.
En dan is men nog verwonderd, dat de geest
in .het leger niet deugt! Ais een ergerlijk
.straf! oka ai noemt hij liet militaire arre.blo-
kaal G ra veste ij'n, te Leiden.
De toestand thans is cikler dezen "Minister
veel erger geworden pa hot is zoo dom,
dat menvzoo optreedt, want men werkt daar
door "hei anti-milifcairisme in de hand. Ten
slotte drong hij ^an op meer politieke vrij
heid voor de militairen; waaraan nog voel
hapert.
De heer VAN GR0ENENDAAL dringt ook
aan op gedeeltelijke demobilicaüe en meent,
dat de internat:anale toestand n.et meer v..ti
dien aaid is, dat ons land een groot gevaar
1 loopt in den oorlog te wórden betaokken.
Gedeeltelijk© demobilisatie is noo-dz.-.kdijk
niet alleen voor onzen iior.neieelen, maar
ook voor onzen oeeenomischen toestand, en
hg dringt in verb: n 1 hiermede aan op Let in
ruime mate toestaan' van verloven, vooral
voor onderwijzers, sludeatèn en'zakenrnen.-
schen. Ook dringt hij aan op vermin lering
van het getal eservc-.fiicieren van gezond
heid en deze door borger genessheeron te
doen vervangen.
Uitbreiding var. clen munitieaaarnaak acht hij
VGGr de weerbaarheid van ons lanli gewenfchi
en dringt in verbond hiermede aan op het
scheppen van betere -°rb:-i j.-.toe:tond.n aan de
Rijkswerkinrichtingen. Spr. had p.rs,onlijk
een onderzoek da'.maar 'ingesleki en was
tot de overtuiging gekomen, dat de toestond
allesbehalve rooskleurig was. Hij zou gaarne
van den Minis Lei' vernemen, welke mao.tre-.
gelen tot verbetering hg reeds gen uien hak
De heer DR'ON bestrijdt het brt.-og van
clen heer Troelslra, wiens ileaiisme bij ni:t
deed en k?*>. B;,j de kwestie der ontwapening
mogen wij alleen rekening houden mot de
belangen vsn an .igen land sn wij kunnen
ons moeilijk wz-erlwos maken, z olang de
groote mogendheden ons niet het voorbeeld
geven. De vraag geldt niet of ontwapening
wenschelgk is, daarover bsslaaf .geea twij
fel, maar of on-wapening mogeli;'.: is? En
lüt de brieven - uit Stockholm van den heer
Trcelstra was dui lelijk; te lezen, dat hij ge
schrokken was van de ver vreemdheid <ler
i socialisten in alle landen en dat er van
onderling vertrouwen tusschsn hen geen
sprake is.
van een naderenden dood van het impe
rialisme i3 geen enkel symtooin aanwezig,
zelfs niet bij de socialisten, waarvan spr.
als voorbeeld noemt do rede ran .Seheide-
mann. De heer I'roolstra noemde het ver
langen naar ootovapeikuig een nieuw geduid
in ons land. maar epr. zou het oen oud
licdjo willen noemen, t-cn minste de S D.
A. P. heeft bot altijd gezongen.
Maar in IJ)A was de heer Hugenhoiz een
I' der eerkoen de na-ar zijn kiezers ging om
hun medö te doelen, dat hij zich altijd had
vergist omtrent de betekenis van onze
wcamiméht. Spr. zon zich giarno verheu
gen, indien th> onivritponing een feit werd,
laaar ink. wijf oh. heb ten sterkste, of het
ooit gebauroü. k.
De vergadering wordt- hioqpa verdaagd
tot a.s. Dinsdag halfi waalf
Generaal Grosse'ti.
Omtrent generaal Grosse fcti, den F ran
selen generaal, die zoo heldhaftig aan den
Yzer gestreden heeft en wiens dc-sd onlangs
zegt, terwijl zij boos haar kanten doekje
verfrommelt
„Nu dia-n, blijf hier alléén, stijf en stom,
gij vrome, trouwe ridder
De muziek zet een verrukkelijke wals in
het harlekijntje ontglipt snel uit het
groene schuilhoekje naar de zaal en een
minuut later deint zij in de armen van een
Spaanschen Hidalgo voorbij.
Toon trompetten in een schetterende fan
fare don tijd der ontmaskering aankondi
gen, bemerkt de Malthezer ridder, dat cje
door hem versmade schoon© haastig uit de
zaal weghuppelt.
Grijs en nevelachtig vertoont Heli Asch-
Woonsdag door de vensters van een be
haaglijk-verwarmde kamer in villa Rhoden.
Het jonge echtpaar zit zwijgend aan hot
ontbijt.
De ritmeester, wiens hoog© gestalte voor
treffelijk uitkomt in de keurige garde-
unnform is reeds gelaarsd en gespoord voor
den dienst. Hii onderbreekt- het zwijgen en
zegt op.meéwa-rigen toon:
„Je ziet er wat vermoeid uit, lieve, Me
litta- ik vrees, dat het verjaarfeest bij
tante niet. direet .amusant- is geweert."
De jonge vrouw, wier gezichtje, onder
het volle zwart© haar, nog-bleeker schijnt,
antwoordt met vermoeide stem
„Tante werd door hoofdpijn heftig ge
plaagd, zooclat do algelieele stemming daal
de en verschillende gas ben vroegtijdig zijn
heengegaan.
Om den mond van de>r ritmeester speelt
een ironisch lachje, torwiil liij zijn vrouwtje
uitvorschend aankijkt Hij zegt
„Toch schijnt het mij, dat- het niet alléén
do verveling is van den vorigen avond, die
haar sporen heeft achtergelaten - wil jo
mij met vertellen, wat je ter nee.r drukt?"
„Welnu,sik bon mijn kostbaar, mooi kan
ten doekje kwijt. Ik ben er extra bedrukt
door, omdat liet fichuutje een aandenken is j
aan mijn overleden zurter."
„Kun je jo niet herinneren, waar en i
wanneer je het verlies bemerkte
Een om hulp zoekende blik glijdt- langs
den ondervrager.clan heer. gemaal, terwijl
zij bènpuwd vraagt: „Och, houd or nu
maar over op.... mijn hoofd doet nu zoo'n
pijn...."
;,Daii zal ik toch direct den oppasser zen-
gonrld is, lie-pen allerlei anecdotes. Zoo
vertelt clo Gaulois de volgende, die tijdens
den slag aan don Yzer speelt
In het heetst va» het gevecht, onder hofc
verschrikkelijke vuur van den vijancü, sche
nen onze troepen het niet langer te kunnen
houden en in d© gelederen word al over
terugtrekken gesproken.
Wat, riep de generaal, jullie wlito
terugtrokken,Ik ben te dik om jelui te
volgen(de generaal had inderdaad een
opmerkelijk embonpoint.) Bovendien ben
ik bek-afik moet noodzakelijk wat zit-tcn,
laat mij dus eens even een stoel brengen.
Er werd hem een vouwstoeltje, een stevig
vouwstoeltje gebracht, en terwij! de Duit-
sche granaten bloven neerregenen, ging de
generaal rustig midden op straat zitten,
terwijl hij genoeglijk doorpraatte
Hou naar om zoo dik te zijn! Jullie
ziet wel, ik ben nergens meer. goed voor,
dan om op mijn plaats t© blijven.
Een detachement in wanorde ging er van
door, larfgs d© huizen loopend, het dorp
■uit.
Waar gaan jullie heen kinderen?
vroeg generaal Grossetti, zonder van zijn
vouwstoeltje te lcomen; ik hoop toch, dat
jelui niet terugtrekt, julUe wilt toch hier
j© generaal niet in den steek laten?
De mannen keken stom van verbazing
naar dl*n generaal, die dood-nuchter op zijn
vouwstoeltje zat, terwijl rond hem de gra
naten sprongen en d© huizen ontredderden.
Plotseling rukken zij, door een hevig© ont
roering aangegrepen, hun kepi van het
hoofd, roependeleve de generaal1
Zij keerden terug op hun post.
Intusschen kwam men géneraal Grossetti
waarschuwen, dat er een officier van den
staf van generaal Ereneh was gekomen om
van hem te vernemen wat-zijn plannen
waren, daar het terugtrekken van dc
cKvisie-Grossefctï het wijicon van de Engel-
sch© troepen noodig zou maken. Og bevel
van den generaal werd cï© Engelsche offi
cier bij hem gebracht en een.. stoel.
Y.'ilt u mij het genoegen du-en bij mij
to komen zitten Wij kunnen hier uitste
kend praten.
Opdenk? zijn flegma en zijn moed aar
zelde de Ennelsch© officier een pa-ar secon-
den voor hii do uitnoouiging ernstig op
nam. Een bom was juist, op cnkole schre
den afstand, in de kerk van het dorp ge-
slaven. De generaal was echter wel in
ernst on zoo moest er gehoorzaamd wor-
"n. De Engëlsche officier ging dus bij hem
zitten.
U kunt aan maarschalk French zeg
gen
Heb schrikwekkende springen van eea
Dnjtecbe granaat, vlak bij, viel hem in de
rede.
U kunt. aan maarschalk French zeg
gen, herhaalde de generaal onverstoorbaar,
terwijl hij met zijn kepi waaide om de rtof-
en-rc*okwolk, die de beide mannen omhul
de. t-e verdrijven, dat ik Grossetti heet en
dat ik, mijn nnara geeft het al aan, te dik
ben om te wijken.
Toen de Engolsche officier na enke-le mi
nuten keu vete n* met den poneraal onder
do gr."1 neten in zijn kwartier terug was go-
!:°crd. bekende hij aan zijn kameraden:
Ik- cki-?ht. dat ik dapper was, ik weet
7ulf?s Tv-k-w. dat. :k het ben. Maar ik kreeg
te-, rillingen zoo heet als het toeging
op den Ëvu o'clock van den Franschen
generaal
Weer een aanslag op Lenin.
De .Daily News" meldt alt Pelro.grad,
dat weder een aanslag is gedaan op Lenin.
Een jonge man, als student gekleed, kwam
liet Smolny-insjituut binnen en schoot zijn
revolver af, zonder eohlcr schade aan te
richtqp. De jonge man werd gearresteerd.
den naar het bureau, voor opneming van
eon advertentie hierover."
„O neon, neen. laat dat liever, Helmut,
toe..."
„Nu, precies zocu-ls je wilt, zegt Rhoden
lachende, en gaat naar zijn. schrijftafel. Hij
opent de lade, grijpt er in en ^cckt zijn
verbaasde vrouw het. verloren kanton
doekje toe.
Met. een vuurrood gezichtje springt- Me
litta uit haar stoel op en roept„Ma-ar
waa jij dan de spitsboef?"
„Neen, alleen maar de eerlijke vinder
Ik herkende je (Kreet, ondanks j© goud
blonde pruik, tussahen twee haakjes eon
meesterstuk van den kapper.... en ondanks
je altstem...."
„Ma-ar zeg mij, manneke, wkt heeft mij
kuunon verraden?"
„Do geur van je kanten uoekje, want jij
gebruikt, steeds een fijn, maar zeer bijzon
der parfum."
„O, hoe ollejicfig," pruilt de ontmaskerde
ech' gc-noote. „Men kan toch eigenlijk niet
voorzichtig genoeg zijn!"
„Als men iïitrogeert...." voltooit Rho-
clon, sjjott-end lachend. Melitta buigt, vol
schaamte haar kopje en zegt verlegen:
„De rollen hebben zich gisteravond dus wol
verwisseld J
„Ja, kirdüof. dat vind ik ook."
„En jij bent er met. boor ©«ra, dat ikzelve
do detective was?"
„Neen, neen, schat, want alle dochters
van moeder Eva erven immers een beetje
argliefc.'
„Zul je mij ook kunnen vergeven, als ik
beken, ctet ik je een beetje verdacht heb te
zullen flirten met andere vrouwen
De ritmeester strijkt, liefkozend over
het hoofdje zijner aangebeden vrouw, dat
©meukend naar hora opziet, en zegt op \io©
lijken toon: ..Laten wij dit klcme vasten
avond-avontuur op do rekening zetten van
den dollen prins Carnaval, wiens jolige
regeer ing nu een cindo nccft genomen ik
hob jo niets t© vergeven."
Melitta slaat haar zachte, rondo armen
om den hals van haar man en beloont zijn
grootmoedigheid met een innigen kus.
Toen zei zo vol ernst: „Ik beloof jo uu.
ook plechtig, nooit meer jaloersch to zijn K
j wamt ik heb ingczten^clnt ik in jou clct>
liefsten, best-en van alle echtgenoot ei»
bezit."