DE oortos No. 17771. LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 2 Februari Derde Blad Onder onze Vroede Vaderen. HET KANTEN DOEKJE. TWEEDE KAMER, Atiiio 1918. x D© Wren hebben Donderdag, niet een korte onderbreking, ter versterking van Jen inwendigen jnensch, van 's namiddags twee ïiren tot klokke twaalf iQ den nacht verga derd en daarmede de veel besproken en, voornamelijk van de zgJe van belanghebben den zelf scherp becritiseerue ealariflrege- üng voor de werklieden en ambtenaren dezer gemeente in veilige haven gebracht. Deze ^ange zitting heeft de krüon gezet op hot uitvoerig en gedegen werk, door deze i •Raadscommissie ad hoe geleverd. Het is uit- gekomen, zooals door den srhqjver van de „Brieven van een Leidenaar' in dit blad is voorspeld, er is zoo goed als niets aa\i de regeling veranderd. Als wij het_ wèl hebben, is slechts va a een -enkelen ambtenaar de voorgestelde wedde met f 100 vermeerderd- Do Gommis ie, die van de zijde der orga- j nïsaties van werklieden en ambtenaren voor haar moeizaam werk nog al veel en soms ongure cridck heeft moeten hooren en lezen, had' nu heel wat lof in ontvangst te nemen. [Van den heer Fokker, die overigens in een lange rede nogal hee! wat principleele en détail-bezwaren ontwikkelde, tot den Voor zitter toe, hebben alle leden, die het woord voerden, haar hulde gebracht. De Voorzitter der Commissie, prof. Aalberse, heeft een deel dier hulde overgedragen op* haar knappen en gverigen secreLaris, mr. Dranger, die er j met zijn veelzijdige kennis van en groote 1 ervaring in de gemeentezaken veel toe bij- gedragen heeft, dat het rapport zulk een degelrjken indrnk maakte, en sprak den wensch uit, dat de Baad dezen ambtenaar, die daar' veel van zijn vrijen tijd aan heeft gegeven, daarvoor ook nog op andere wijze zon beioenen. Voor de discussie verwijzen wij naar het uitvoerig en zakelijk verslag in ons blad van gisteren. Wij mogen hier volstaan met I de ©meriting, dat het rapport op uifcne- j mende wijze dc-or den Voorzitter der Com- missie is toegelicht .en voor zoover noodig, I verdedigd. Veel te verdedigen had hij feitelijk met want behalve door den heer Fokker, en op enkeie punten door den heer Jaeger benevens door de Commissie van Financiën, is het rapport haast niet aangevochtun. Mr. Fokker kwam nog weer het vroeger gevolgd© en dikwjjls gewraakte systeem verdedigen, ©m den bedrijven en met name den Lichtfa- brieken, meer vrijheid van beweging in do loons- en weddebepa ing te verleenen, ter wijl de Commissie juist naar een meer uni- •F me regeling heeft gestreefd. De heer 'Aalberse heeft nog eens aangekend hoe weinig uniformiteit er in de loonsa oer werk lieden en ambtenaren bij de verschillende takken van dienst bestond en hoe daa.in elk systeem ontbrak. Die st.be io «hei l :s juist de grootste oorzaak geweest, dat het werk der Commissie zoo lang heeft geduurd. De Commissie van Financiën scheen van ge voelen, dat de tijd voor een nieuwe regeling thans allerminst gunstig was en dat men in ieder geval beter had gedaan voort te bou wen op het oude systeem. Het viel den heer Aalberse niet moeilijk de ook door haar inge brachte bezworen 'te weerleggen. De organisaties deden voorkomen te ver wachten dat de Raadsleden zouden pogen verhoogmgen voor te stellen nog boven die, welke door B. en W. werden voorgesteld. Daarvan fe niets gekomen. De heeren Sgtsma en Wiimer deden nog wel een poging om de vrg aanzienlijke verhoogingen, die door B. en VV. op de door de Commissie voor gestelde wedden van de hoofden van dienst waren gelegd, er weer af te krggen. Toen het eerste amendement echter mot bijna al- gemeene stemmen viel, gaven de voorstellers |T. C. Naar het Duitsch van BEBNHARD OHRENBEHG. Ritmeester vo-n Rhoden kijkt ongeduldig door hetbesneeuwde venster van zijn villa naar buiten. Eindelijk ontdekt hij de bestelde auto en, haastig de gang inloopend, roept hij luid „Melitta-, klaar. De auto is er!" „Ja, zeker, ben ik klaai*," klinkt het op gewekt terug uit do kleedkamer zijner vrouw. „Dat is goed, dat doet me plezier; offi ciers vrouwen behooren op tijd te zijn." Even later zijn ze samen bij die huis deur vol goede zorgen pakt hij haar nog oven in die weeke bout dekens en vraagt vol teerheid: „Heb je 't goed warm?" „Heerlijk, beste Helmut!" „Vergeet niet je beminnelijke tante straks van me te groeten en te felicitec- ren. „Ik zat de boodschap overbrengen, mijn heer gebieder. Amuseer jij je maai* goed op hec gemaskerde bal „Oen, kind, je weet toch evengoed als ik, dut ik dit bal, zonder jou, enkel en alleen bezoek, omdat ik als lid van het be stuur daartoe verplicht benik zal heusch maar al te heftig naar jou verlangen," voege hij met grappig gedrukt gezicht er aan toe. „Nu, pas op, niet overdrijven schertst Melitta. haar vingertje schelmsch dreigend opheffend „Zelfs do beste man kijkt nog wel eens graag in verleidelijke vrouwenóogen. Omdat ik toch niet vol komen vertrouwen in je heb, zal ik maar eerlijk zijn en verklappen, dat ik een vrouwelijke detective opdracht heb gege ven, op jou te letten! Dus houd' je muur netjes! Adieu!" Du auto komt opnieuw in beweging en [Melitta wuift nog even hem met ha-ar kan ten doekje na. Een stroom van kleurige maskers golft door de rijk versierde zaal van het Casino; meeslepende dansmuziek vult de ruimten. den moed op. Ook deze verhoogingen bleven dus gehandhaafd. Het geheele bedrag der verhoogingen zal nu voor het eerste jaar ongeveer f120.000 kosten, dat echter nog geleidelik zal stijgen. De regeling krijgt bovendien tot 1 October 1917 terugwerkende kracht, zoodat voor deze verhooMngen de begroeting van 1917 nog met f30.000 wordt bezwaard. "Do Commissie heeft zich voorgesteld, dat deze loonen en wedden voor normale tijden moeten gelden. B. en W., die, zooals men weet, de laagste loonen met f0.60 per week verhoogden en de periodieke verlïoogingen om de twee jaar willen toekennen, waarmede de Raad accoord is gegaan, schijnen van oordeel, dat in deze loonen reeds geheel of gedeeltelijk een duurtetoeslag is verdiscon teerd. Zij werden daarover nog al eens ge polst, doch hielden zich gereserveerd. Dit punt zal trouwens later onder oogen moeten worden gezien. Zonder duur te toeslagen zal het, dunkt ons, nog wel niet gaan. Wie ze verdedigen, vinden in het rapport der Com missie steun. Als men zich stelt op het standpunt van de Commissie, dat deze regeling op het leven in normale tijden is gebaseerd, lijkt ons deze regeling waarlgk niet zoo slecht; ook niet als men haar vergelijkt met die in andere gemeenten, ongeveer met Leiden overeen komende. Met twee nieuwigheden heeft de Oommis sie of haar minderheid geea succes gehad. Deels op grincipieeie gronden, deels uit prac- tische overwegingen, heeft de groote meer derheid van den Raad d n spa ar plicht, zoowel als den kindertoeslag afgewezen. Het zal mo- gelgk niet de laatste maal zijn, dat de Raad voor een' beslissing over deze punten zal worden gesteld. Doclr in de eerste jaren zal dat wel niet zijn, zoodat wij1 er nu niet meer over zullen mapleiten. Wg mogen zeker de personen in dienst der gemeente wel felicitecren met deze regeling, die voor allen een positieverbetering bete:- kënt Over de an Here punten moeten wrj, na onze uitvoerige beschouwingen over de eer ste zaak, kort- zjjn. Doch wij mogen niet ge heel zwijgen over de z.g. fabrieksreverse, waarvoor de gemeente 10 pCt. voor haar rekening zal nemen. De oprichting hiervan, waartoe met de gemeente, de fabrikanten en het Kon. Nat. Steuncomité samenwerkten, Igkt ons van het grootste belang. Het door de oorlogsomsiandigheden eventuce. stopzet ten van een of meer fabrieken, hoe onaan genaam op zichzelf, behoeft nu niet meer als een onoverkomelijke ramp te worden be schouwd. Dat is een groote geruststelling in deze onzekere en moeilijke tjjlen. Eindelijk widen ook wij onze instemming betuigen met de benoeming van den nieu wen weihouder. De heer Van der Pot heeft gedurende zgn lidmaatschap van den Raad getoond een scherpzinnig man te zgn, groote kennis en werkkracht te bezitten, is een goed spreker en tevens een man van aange name manieren. Hg b?hoort tot de meest de mocratische frec:ie in den Raai, is nog jong, zoodat door zgn intrede in het College van van B. en W. wordt voldaan aan den wensob, meermalen in en buiten de Raadzaal geuit, dat in dit College eens wat frisch bloed moest worden toegevoerd. Iaat ons hopen, dat zijn optreden^als wethouder hem zelf tot een genoegen en de gemeente tot heil mag strekken. Gemakkelgkzal zgn taak niet zijn. De gemeentenaren, waaronder er nog al eens klagen over de mindere voortvarendheid van het College van het Dag'elijksch Bestuur, zul len nu vooral het oog op dezen Benjamin gericht houden en van hem heel wat ver wachten. Een zee van, eleotrisch licht verhoogt den glans dier rijke, bonte kostumea en de juweelsieraden der dames fonkelen. Geen dier bezoekers van het feest kan de verleidelijke betoovoring ongevoelig laten. Pi©eds nadert het uur van middernacht. Vele maskers, verhit door wijn en clans, bevinden zich in overmoedige stemming en laten hun humor vrijen loop onder de beschutting c\er maskervrijheid. Alleen een Malthezer ridder, wiens hoogo krachtige- gestalte het bonte gewirwar do mineert, neemt geen deel aan hot jolige gedoe om hem 'lieenhij schijnt zelfs de bevrondorend© blikken der dames niet op te merken. Plotseling treft den eenzamen ridder de korte tik met de houten sabel van een harlekijntje, dat echter als een volmaakt figuurtje vóór hem staat. Haar slanke leden zijn omvat door een nauw- passend, bont, veelkleurig kostuum, uit zijden lappen aan elkander genaaid. Op het weelderige, goudblonde haar staat een spits-vilten kapje, waaraan zilveren belle tjes rinkelen. Een dicht-aansluit end mas ker verbergt het gezicht, met potsierlijk rooden neus. Do vroolïjke figuur monstert- don cavalier 'mot listig-flikkerende oogen en stelt hem met diepe altstem de volgende vraag „Waarom, beste vriend, waad-om blikt go zoo godrukt. naar het j.ubelend gevolg van Prins Carnaval V' „Allerliefste nar, dat is een geliaim," antwoordde do Mathozer, met onderdrukt stemgeluid. „Ei! Maar vanavond bestaan or geen ge heimen! Vooruit, kom voor don dag er mee!" lokte de figuur uitdagend. „Welnu, hoor! Elk mijner schreden wordt door een sluwe detectivo streng na gegaan!" „Maar dan rijt ge stellig een erge don Juan?" „Misgeraden, nieuwsgierig snoesje. Ik ben do soliedsto aller echtgenooten, docli desondanks is mijn vrouw jalosrsch en wil mij op do proef stellen. Alles noodeloos! Want ik wil je wel verraden, jou kleine schalksche Colomhine, dat ik meer dan ooit naar mijn jong vrouwtje verlang." De guit grinnikt achter haar .kanten doekje, balanceert zich coquet op haar heupen en geeft den Malthezcr een twee den tik met do woorden s Zitting van gisteren. OORLOG SBEGllOOTING. De heer VAN HAMEL bespreekt de tafel rede van den Minister, te Leeuwarden ge houden, welke hij meer beschouwt als een waarschuwing aan het Ncderlandsche volk. Mot het volk voor te spiegelen, dat ont wapening aanstaande is, zijn wij op een ge vaarlijken weg, want wij mogen daar niet eer aan beginnen, voordat do ontwapening definitief geregeld is. Uitvoerig becritisecrt spr. de houding ea werkzaamheid van „Het Roocle Kr us" te Rotterdam. Wel heeft het zich gerehabili teerd, maar de aanvankelijk verwekte on- gunstige indruk is te- niet gedaan. Wat den aanslag op het kruithuis te Amsterdam betreft, een ontploffing acht. hij niet zoo gemakkelijkmaar wat in Ame- rika herhaaldelijk gebeurt, is hier ook mo gelijk. Bewaking ia dringend, noodig; het beste waro het te doen door een soort nachtvciligkeichdienst. De kwestie van hot verplichte ealuut zag hij gaarne opgelost door het geheele instituut af to schaffen, maar hieraan zijn ook ernstige bezwaren verbonden. Het beste ware, dat de Minis ter voorloopig het prikkelende van het ealuutsysteem wegnam, bijv. door to ver bieden, dat daarvoor speciale patrouilles in de stad rondloop en. De order van eten Minister ten opzichte van die dienstweigeraars acht hij van groot nut en van zeer veel practisch belang. Do heer K. TER LAAN meent, dat in geen opzicht verbetering is gekomen aan heb Departom-ent door het optreden van dozen burger-minister van Oorlog. Het eerste woord, dat deze Minister sprak, was, dat het volk er zich op voor moest berei- .den, dat de oorlogslasten verdubbeld zou den worden. Spr. kan zich met deze poli tiek niet vereeuiren en stelt daarom cle volgen'cle motie voor „Do Kamer, van oordeel dat de nieuwe voorstellen betreffende de motorvaar tuigen en den luchtvaartdienst vooruit loepen op geheel onbekende toestanden na eten wereldoorlog, noodigt dte Regeering uit bedoelden post voorloopig terug te nemen." De VOORZITTER, stelt voor deze motie to behandelen bij do al gemeene- beschouwin gen, waartoe wordt besloten. De -heer K. TER LAAN meent, dat <io huidige anti-militairistischo politiek der R.-K. alleen (Sent om het volk zand En de oogen te strooien. Elke uitbreiding van liet oorlogsbudgct in do laatste tientallen jaren werd krachtig door de R.-IC. ge steund en verdedigd. Verder dringt hij krachtig aan op gedeel telijke demobilisatie, want het leger is een oohool van luiheid. Dit kan niemand ont kennen Alle geest, wordt gedood en do lost tot maatschappelijk werk verdwijnt. De best© onzer mannen worden de dupe van dit systeem, want niemand kan bevrediging vinden in de werkzaamheden van een ge mobiliseerd leger. Het voortdurend op- waclit-staan versuft do meest ïntellecty- eelen onzer soldaten. Bovendien een leger op die been houden zooals wij thans hebben kost eiken dag een half millioen ©n hier kan aanzienlijk bezuinigd worden ten goede van de lev ©rtsmi dde 1 onp ol :trek Spr. wijst er op. dat het eonf'ict-Bohoom totaal voor niets is geweest, wa b acHiraf is gebleken, dat het geheel niet no©lig is geweest, dat lichting 1908 werd oog roepen. Dit typeert wel de houding van het Depar tement va* 0>rlor' en de partï. 'ite hem heeft ges'eund. Gedetegke d m bilis te mo t er komen en geeft de Min. gean bsvredrgesid „Dat is je straf, omdat jo mij wat op de raouw wilt speldenwant een echtgenoot, die na-ar zijn gebiedster in gloeiend verlan gen zich verteert, klinkt mij als een sprookje uit den goeden ouden tijd Neen, met dsrgelijko uitvluchten raak je mij niet kwijt-Laten wij, voorname heer, gij en ik te zamen, den kelk 'der earnsvaJLs- vreugde ledigen; morgen is het Asch- Woensdag." „Gij lokt tevergeefs, schoon masker!" „Ho© kunt gij weten, dat ik mooi ben?" „Omclat do natuur een .te volmaakte kunstenares i9, om haar werken te ver; knoeien. Iemand, dio een zoo lief, bevallig figuurtje keetft, kan onmogelijk ontsierd zijn door een onedel of onaantrekkelijk ge zicht." „Gij kent maar al t.e good do kunst van vleien, heer ridder! Doch uw lieve wóórden hebben voor mij geen beteelcenis, zij laten mij even koud als gij zelf zijt schaamt gij u niet'zoo ongalant te zijn?" Quasi pruilend klinken de woordjes van do kleine aanaringst-ormet een veelzeg gend gebaar nadert zij nu den ridder en fluistert hem zacht in het. oor „Do tuinman wordt niot dronken van één enkele roos, en do blonde, durvende vlinders snoepen van vele bloemen. Kom, - leid mij naar do rustbank achter het klimopdaar kunnen- wij, onbespied, schertsen" Do Malthczer ridder buigt zich beleefd voor de bonte, veelkleurige Sirene on zegt „Uw wensch is mijn bevel, want dat is do plicht des riddersdoch maar al t-e spoedig zult gij den vervelenden metgezel zoncler genade van u zenden." De bloeiende oranjeboomen bij de ge- eapionneerdo banl: verspreiden een zoeten, bijna, bedwelmenden geur. Snaakschlachend fluistert, het masker, terwijl zij haar cava lier bij liet oorlapje trekt „Verbeeld je eens, dat je je jaloersch vrouwtje, naar wio jo ze-o sterk verlangt, hier naast mij zoudt Hen hoe vormakelijk kan dat worden; doch, waarom ben je alléén hier op dit- feest Zeg mij dit oogen blikkelijk..." De Maltliezer zwijgt e:i laat zelfs den zachten, tecren druk der hand onbeant woord De dame, eindelijk nu heusch veront waardigd, staat van haar plaats op, op antwoord, dan zal hij namens zijn fractie ^en voorstel indienen om drie lichtingen naar huis te sturen. Een beslissing moet bij deze begrooling genomen worden. Verder wijst spr. op ©enige kazernetoe standen, welke eenvoudig schandelijk zijn; speciaal noemt spr. het kamp van Waalwijk, waar 4000 mannen liggen en nog geen gele genheid is om een briefkaart te schrijven. En dan is men nog verwonderd, dat de geest in .het leger niet deugt! Ais een ergerlijk .straf! oka ai noemt hij liet militaire arre.blo- kaal G ra veste ij'n, te Leiden. De toestand thans is cikler dezen "Minister veel erger geworden pa hot is zoo dom, dat menvzoo optreedt, want men werkt daar door "hei anti-milifcairisme in de hand. Ten slotte drong hij ^an op meer politieke vrij heid voor de militairen; waaraan nog voel hapert. De heer VAN GR0ENENDAAL dringt ook aan op gedeeltelijke demobilicaüe en meent, dat de internat:anale toestand n.et meer v..ti dien aaid is, dat ons land een groot gevaar 1 loopt in den oorlog te wórden betaokken. Gedeeltelijk© demobilisatie is noo-dz.-.kdijk niet alleen voor onzen iior.neieelen, maar ook voor onzen oeeenomischen toestand, en hg dringt in verb: n 1 hiermede aan op Let in ruime mate toestaan' van verloven, vooral voor onderwijzers, sludeatèn en'zakenrnen.- schen. Ook dringt hij aan op vermin lering van het getal eservc-.fiicieren van gezond heid en deze door borger genessheeron te doen vervangen. Uitbreiding var. clen munitieaaarnaak acht hij VGGr de weerbaarheid van ons lanli gewenfchi en dringt in verbond hiermede aan op het scheppen van betere -°rb:-i j.-.toe:tond.n aan de Rijkswerkinrichtingen. Spr. had p.rs,onlijk een onderzoek da'.maar 'ingesleki en was tot de overtuiging gekomen, dat de toestond allesbehalve rooskleurig was. Hij zou gaarne van den Minis Lei' vernemen, welke mao.tre-. gelen tot verbetering hg reeds gen uien hak De heer DR'ON bestrijdt het brt.-og van clen heer Troelslra, wiens ileaiisme bij ni:t deed en k?*>. B;,j de kwestie der ontwapening mogen wij alleen rekening houden mot de belangen vsn an .igen land sn wij kunnen ons moeilijk wz-erlwos maken, z olang de groote mogendheden ons niet het voorbeeld geven. De vraag geldt niet of ontwapening wenschelgk is, daarover bsslaaf .geea twij fel, maar of on-wapening mogeli;'.: is? En lüt de brieven - uit Stockholm van den heer Trcelstra was dui lelijk; te lezen, dat hij ge schrokken was van de ver vreemdheid <ler i socialisten in alle landen en dat er van onderling vertrouwen tusschsn hen geen sprake is. van een naderenden dood van het impe rialisme i3 geen enkel symtooin aanwezig, zelfs niet bij de socialisten, waarvan spr. als voorbeeld noemt do rede ran .Seheide- mann. De heer I'roolstra noemde het ver langen naar ootovapeikuig een nieuw geduid in ons land. maar epr. zou het oen oud licdjo willen noemen, t-cn minste de S D. A. P. heeft bot altijd gezongen. Maar in IJ)A was de heer Hugenhoiz een I' der eerkoen de na-ar zijn kiezers ging om hun medö te doelen, dat hij zich altijd had vergist omtrent de betekenis van onze wcamiméht. Spr. zon zich giarno verheu gen, indien th> onivritponing een feit werd, laaar ink. wijf oh. heb ten sterkste, of het ooit gebauroü. k. De vergadering wordt- hioqpa verdaagd tot a.s. Dinsdag halfi waalf Generaal Grosse'ti. Omtrent generaal Grosse fcti, den F ran selen generaal, die zoo heldhaftig aan den Yzer gestreden heeft en wiens dc-sd onlangs zegt, terwijl zij boos haar kanten doekje verfrommelt „Nu dia-n, blijf hier alléén, stijf en stom, gij vrome, trouwe ridder De muziek zet een verrukkelijke wals in het harlekijntje ontglipt snel uit het groene schuilhoekje naar de zaal en een minuut later deint zij in de armen van een Spaanschen Hidalgo voorbij. Toon trompetten in een schetterende fan fare don tijd der ontmaskering aankondi gen, bemerkt de Malthezer ridder, dat cje door hem versmade schoon© haastig uit de zaal weghuppelt. Grijs en nevelachtig vertoont Heli Asch- Woonsdag door de vensters van een be haaglijk-verwarmde kamer in villa Rhoden. Het jonge echtpaar zit zwijgend aan hot ontbijt. De ritmeester, wiens hoog© gestalte voor treffelijk uitkomt in de keurige garde- unnform is reeds gelaarsd en gespoord voor den dienst. Hii onderbreekt- het zwijgen en zegt op.meéwa-rigen toon: „Je ziet er wat vermoeid uit, lieve, Me litta- ik vrees, dat het verjaarfeest bij tante niet. direet .amusant- is geweert." De jonge vrouw, wier gezichtje, onder het volle zwart© haar, nog-bleeker schijnt, antwoordt met vermoeide stem „Tante werd door hoofdpijn heftig ge plaagd, zooclat do algelieele stemming daal de en verschillende gas ben vroegtijdig zijn heengegaan. Om den mond van de>r ritmeester speelt een ironisch lachje, torwiil liij zijn vrouwtje uitvorschend aankijkt Hij zegt „Toch schijnt het mij, dat- het niet alléén do verveling is van den vorigen avond, die haar sporen heeft achtergelaten - wil jo mij met vertellen, wat je ter nee.r drukt?" „Welnu,sik bon mijn kostbaar, mooi kan ten doekje kwijt. Ik ben er extra bedrukt door, omdat liet fichuutje een aandenken is j aan mijn overleden zurter." „Kun je jo niet herinneren, waar en i wanneer je het verlies bemerkte Een om hulp zoekende blik glijdt- langs den ondervrager.clan heer. gemaal, terwijl zij bènpuwd vraagt: „Och, houd or nu maar over op.... mijn hoofd doet nu zoo'n pijn...." ;,Daii zal ik toch direct den oppasser zen- gonrld is, lie-pen allerlei anecdotes. Zoo vertelt clo Gaulois de volgende, die tijdens den slag aan don Yzer speelt In het heetst va» het gevecht, onder hofc verschrikkelijke vuur van den vijancü, sche nen onze troepen het niet langer te kunnen houden en in d© gelederen word al over terugtrekken gesproken. Wat, riep de generaal, jullie wlito terugtrokken,Ik ben te dik om jelui te volgen(de generaal had inderdaad een opmerkelijk embonpoint.) Bovendien ben ik bek-afik moet noodzakelijk wat zit-tcn, laat mij dus eens even een stoel brengen. Er werd hem een vouwstoeltje, een stevig vouwstoeltje gebracht, en terwij! de Duit- sche granaten bloven neerregenen, ging de generaal rustig midden op straat zitten, terwijl hij genoeglijk doorpraatte Hou naar om zoo dik te zijn! Jullie ziet wel, ik ben nergens meer. goed voor, dan om op mijn plaats t© blijven. Een detachement in wanorde ging er van door, larfgs d© huizen loopend, het dorp ■uit. Waar gaan jullie heen kinderen? vroeg generaal Grossetti, zonder van zijn vouwstoeltje te lcomen; ik hoop toch, dat jelui niet terugtrekt, julUe wilt toch hier j© generaal niet in den steek laten? De mannen keken stom van verbazing naar dl*n generaal, die dood-nuchter op zijn vouwstoeltje zat, terwijl rond hem de gra naten sprongen en d© huizen ontredderden. Plotseling rukken zij, door een hevig© ont roering aangegrepen, hun kepi van het hoofd, roependeleve de generaal1 Zij keerden terug op hun post. Intusschen kwam men géneraal Grossetti waarschuwen, dat er een officier van den staf van generaal Ereneh was gekomen om van hem te vernemen wat-zijn plannen waren, daar het terugtrekken van dc cKvisie-Grossefctï het wijicon van de Engel- sch© troepen noodig zou maken. Og bevel van den generaal werd cï© Engelsche offi cier bij hem gebracht en een.. stoel. Y.'ilt u mij het genoegen du-en bij mij to komen zitten Wij kunnen hier uitste kend praten. Opdenk? zijn flegma en zijn moed aar zelde de Ennelsch© officier een pa-ar secon- den voor hii do uitnoouiging ernstig op nam. Een bom was juist, op cnkole schre den afstand, in de kerk van het dorp ge- slaven. De generaal was echter wel in ernst on zoo moest er gehoorzaamd wor- "n. De Engëlsche officier ging dus bij hem zitten. U kunt aan maarschalk French zeg gen Heb schrikwekkende springen van eea Dnjtecbe granaat, vlak bij, viel hem in de rede. U kunt. aan maarschalk French zeg gen, herhaalde de generaal onverstoorbaar, terwijl hij met zijn kepi waaide om de rtof- en-rc*okwolk, die de beide mannen omhul de. t-e verdrijven, dat ik Grossetti heet en dat ik, mijn nnara geeft het al aan, te dik ben om te wijken. Toen de Engolsche officier na enke-le mi nuten keu vete n* met den poneraal onder do gr."1 neten in zijn kwartier terug was go- !:°crd. bekende hij aan zijn kameraden: Ik- cki-?ht. dat ik dapper was, ik weet 7ulf?s Tv-k-w. dat. :k het ben. Maar ik kreeg te-, rillingen zoo heet als het toeging op den Ëvu o'clock van den Franschen generaal Weer een aanslag op Lenin. De .Daily News" meldt alt Pelro.grad, dat weder een aanslag is gedaan op Lenin. Een jonge man, als student gekleed, kwam liet Smolny-insjituut binnen en schoot zijn revolver af, zonder eohlcr schade aan te richtqp. De jonge man werd gearresteerd. den naar het bureau, voor opneming van eon advertentie hierover." „O neon, neen. laat dat liever, Helmut, toe..." „Nu, precies zocu-ls je wilt, zegt Rhoden lachende, en gaat naar zijn. schrijftafel. Hij opent de lade, grijpt er in en ^cckt zijn verbaasde vrouw het. verloren kanton doekje toe. Met. een vuurrood gezichtje springt- Me litta uit haar stoel op en roept„Ma-ar waa jij dan de spitsboef?" „Neen, alleen maar de eerlijke vinder Ik herkende je (Kreet, ondanks j© goud blonde pruik, tussahen twee haakjes eon meesterstuk van den kapper.... en ondanks je altstem...." „Ma-ar zeg mij, manneke, wkt heeft mij kuunon verraden?" „Do geur van je kanten uoekje, want jij gebruikt, steeds een fijn, maar zeer bijzon der parfum." „O, hoe ollejicfig," pruilt de ontmaskerde ech' gc-noote. „Men kan toch eigenlijk niet voorzichtig genoeg zijn!" „Als men iïitrogeert...." voltooit Rho- clon, sjjott-end lachend. Melitta buigt, vol schaamte haar kopje en zegt verlegen: „De rollen hebben zich gisteravond dus wol verwisseld J „Ja, kirdüof. dat vind ik ook." „En jij bent er met. boor ©«ra, dat ikzelve do detective was?" „Neen, neen, schat, want alle dochters van moeder Eva erven immers een beetje argliefc.' „Zul je mij ook kunnen vergeven, als ik beken, ctet ik je een beetje verdacht heb te zullen flirten met andere vrouwen De ritmeester strijkt, liefkozend over het hoofdje zijner aangebeden vrouw, dat ©meukend naar hora opziet, en zegt op \io© lijken toon: ..Laten wij dit klcme vasten avond-avontuur op do rekening zetten van den dollen prins Carnaval, wiens jolige regeer ing nu een cindo nccft genomen ik hob jo niets t© vergeven." Melitta slaat haar zachte, rondo armen om den hals van haar man en beloont zijn grootmoedigheid met een innigen kus. Toen zei zo vol ernst: „Ik beloof jo uu. ook plechtig, nooit meer jaloersch to zijn K j wamt ik heb ingczten^clnt ik in jou clct> liefsten, best-en van alle echtgenoot ei» bezit."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 9