No. 17744. Tweede Biad Anno 1918. PERSOVERZICHT. UIT DE GESTREKEN FEUILLETON. lëIDSÜH DAGBLAD Woensdag 2 Januari Het Centraal Stembureau. Hierever zegt „DE NIEUWE COURANT": Het is een voornaam geselschap,^ dat de Regeering bereid heeft gevonden zich een benoeming te laten welgevallen tot het ver richten van het allervervelendste tel- en offerwerk, hetwelk de nieuwe Kieswet aan de bij haar uitvoering betrokken colleges en ambtenaren oplegt. Aan niemand minder d3n aan de leden der Staatscommissie, die indertijd de rege ling van het evenredige kiesstelsel ontwierp, (lat nagenoeg onveranderd in de Regeerings- vooratellen werd overgenomen en in de Additioneele Artikelen der Grondwet tot wet verheven, i3 thans de taak van het op maken van den einduitslag der Kamerver- bezingen voor'het geheele land, met de daarbij behoorende berekeningen en beslis singen, opgedragen. "Daar het aantal leden van het Centraal Stembureau tot vijf is be perkt, treden van de acht (oorspronkelijk negen) heeren, waaruit de Staatscommissie bestond, drie als plaatsvervangende leden op; het zijn do Kamerleden Rink, De Geer en Kooien. Voorzitter is d9 Staatsraad Op- penheim; gewone leden-zijn de heeren Van Lynden van Sandenburg (Commissaris der Koningin in Utrecht, tevens plaatsvervan gend "voorzitter), de Haagsche rechter Van Gelein Vitringa, het Eerste-Kamerlid Vlie gen en Staat3T3ad Stroycken. Men kan er van verzekerd zijn, dat, welke moeilijkheden het nieuwe stelsel in de prak tijk ook nog zal blijken op to leveren, de toepassing en de oplossing thans zijn toever trouwd juist aan die mannen, die als vaders met de intiemste eigenschappen van het kind bekend en als verwekkers voor zijn conceptie ea strucfuur in hoogo mate verantwoordelijk sijn. Reeds om die reden had, afgeschei den van de hoedanigheden der personen, de keuzo niet gelukkiger kunnen zijn. Wij Willen hier nog eens in 't kort in her innering brengen, wat, volgens de nieuwe Kieswet, de taak en het werk van het Cen traal Stembureau zal zrjn. Wanneer in elk der achttien kieskringen (te uitslag der stemming voor de Tweede 'Kamer door do hoofdstembureaux zal zijn opgemaakt (ze moeten op den dag na de stemming of op zijn laatst op den derden dag nadien er mee gereed zijn en de bekend making geschiedt in een openbare zitting van dï bureaux), dan worden die uitslagen terstond ter kennis van het Gentr&al-Stora- bureau gebracht, dat onverwijld bijeenkomt tot het vaststellen van de einduitkomst. Het eerste werk, dat het C.-S. nu te ver richten heeft, is tweeledig." Het telt de steramen broen, die eenzelfde lijst, als zij in meer dan een kieskring i3 ingediend, in die verschillende kieskringen te zamen heeft ver kregen. l eze lijsten zijn reeds door het enkele feit, dat zij gelijkluidend zijn, krach tens de wot tot één lijst verbonden, zoo- dat al de daarop uitgebrachte stemmen terstond bij elkaar wordon opgeteld. Het a-S., tolt voorts do stemmen van do door gemachtigden verbonden 'ijst n bij elkaar en is aid us in het bori;: io. van het aan tal «temmen, da\ ierier van do verbonden groepen van lijsten hoeft verkregen, en 2o. van bet aantal stemmender enïcele iijsten, die niet verbonden zijn. Het C.-S. deelt do som- der stemcijfera van ale lijsten door het aantal te vervul len zetels (door HX) dus) en verkrijgt aldus het kïosquotiênt of den kiesdeeler, d. w. z. het st -mmencijfer, dat een enkelvou dige, niJ-verbonden lijst minstens ntoefc hebben be-aald om zich een zetel toegewe zen te non. Het b. paalt vervolgens hoeveel z teh elk van do te.'ten krijgt, tiio mot andere tot een groei' k verbonden. Is de son van de uitkomsten, die zijn verkregen do r (lee- ling van den Inos-deeler in het rstemciifer van i v- dér lijsten kleiner dan het aan tal der I r vervullen plaatsen, dan wordt van do rog to vervullen plaatsen achtrr- oenvo'vt toegekend aan die lijsten, wier ComcijCr, bij de deeling door den Ivzo laat3te> verving den heer Loeff, dio onder-voorzitter was van de commissie, waartoe voorts ook mr. J. A. van Gilso be hoorde, inmiddels overleden. kiesdeeler, de grootste overschotten hebben felaten. Yan de Voorschriften, gegeven voor et ingewikkelde werk, dat het C.-S. bij deze restantenverdeeling te doen heeft, bren gen wij alleen in herinnering de bepaling, dat voor het toekennen van overblijvende plaatsen niet in aanmerking komen lijsten, wier stemerjfer lager is dan 50 pCt van den kiesdeeler. Vermelden wij terloops, dat het C.-S. het college is, belast met de openbaarmaking tijdig vóór den stemmingsdag, van de candi- datenlijsten, die den bg de Kieswet voor geschreven loop en het daarmee gepaard gaande onderzoek hebben doorgemaakt, en dat ook het C.-S; het adres is, waarbij, binnen zsven dagen nadat het de lijsten heeft openbaar gemaakt, de verklaringen der gemachtigden, dat zij lijsten wenschen te verbinden, moeten worden ingeleverd. Na nu de zetels aan de afzonderlijke lijs ten te hebben toegewezen, gaat het C.-S. over tot het uitmaken, welke candidaten van iedere lijst zijn gekozen. Heeft een can- didaat meer stemmen behaald dan het cijfer van den kiesdeeler, dan wordt hij onmid dellijk verkozen verklaard; andera speelt, gelijk men weet, de volgorde, waarin de can didaten op de lijst voorkomen, een eblang- rijke, in sommige gevallen aelfs uitsluitend beslissende rol. Aan het slot van de voor alle kiezers toe gankelijke zitting van het C.-S. maakt de voorzitter den volledigen uitslag bekend. Hij zendt afschriften van het proces-verbaal der zitting aan de voorzitters der hoofd- stembureaux, in de verschillende kieskrin gen, zorgt voor plaatsing daarvan in tie „STAATSCOURANT,, en neemt de minuut van het stuk mee naar huis. Ziehier in hoofdzaak het werk, dat aan het Oentraal-Stemburcau is opgedragen. Het vereischt een grooto nauwkeurigheid; fou ten, die het C.-S. maakt, zijn niet onher stelbaar," maar brengen veel moeite en om slag mee. Ten slotte vestigen wjj er de aandacht op, dat het Kon. besluit van 12 December j.l. tot uitvoering van art. 32 der Kieswet de taak van het a-S. nog eanigszins heeft uitgebreid. „Het Genlraal-Stembureau zoo leest men in art. 10 van dat brsiuit dient desgevraagd Onzen Mi d ter van Bin- nenlandsche Zaken van voorlichting on ad vies over onderworpen, de uitvoering van de Kieswet rakende." Do stombus van 1918. „DE STAND AARD" bespreekt do stembuskwestie van 1918. Moeilijker dan voorheen zal zich de finan cieels kwestie voordoen, want al mag toegegeven, dat het Kabinet-Cort van dér I Linden het financieel© vraagstuk hoogst I ernstig opneemt, toch zal de financieel e nalatenschap tot bijna onoplosbaro moei- J lijkkeden leidon, cn zal een financier van don eersten rang noodig zijn, om ons èn de eerste drie jaren boven water te houden, j èn, als ook die jammer doorworsteld is, het saldo voor de dan normale positie op to maken. Daarnaast zal het schoodgeddng staan, dat wettelijke orde zal hebben te scheppen in don chaos, waarin we thans verkeeren. En evenzoo zal do Kieswetregcling uit de additioneel© artikelen in vasten, wettigen vorm hebben over to gaan. Iets, waarbij i ook het vraagstuk van het Vrouwen- 1 kiesrecht om finale beslissing zal roepen. Do arbeiders zullen terecht eischen, dat al wat in hun positio nog schommelend j en onvast is, een vernieuwden, op den I nieuwen toestand passenden vorm aan- neme. En dan zullen zich hierbij aanstonds twee nóg kritieker problemen voegen, het ééno voor ons Defonse-wezen en het tweede voor ons koloniaal bezit. Het schier wanhopende van de combina- tio 'lezer problemen is, dat do ééno reeks problemen zeer aanzienlijke vermeerdering van uitgaven zal vorderen, en dat ander zijds de schuldenlast^ waarvoor men blij ken zal te staan, op bezuiniging in de uit- gaven zal aandringen. Voor heb Onderwijs, voor de Arbeiders, j voor de Koloniën, en voor hot Leger zal, I niet voor een enkelo maal, doch voor heel onze toekomst, een verhooging van uitgaven gevorderd worden, die een alleszins ver- j ontrustend karakter zal vertoonenen an- i dor zij da zullen de gevolgen van den oorlog zoo spannend en benauwend op onze finan- cieelo positie inwerken, dat elko nieuwe verhoogde uitgavo een passen en meten zal vorderen, die de partijen van Links en Rechts scherp tegenover zal plaatsen, en niet dan na parlementaire onderhan delingen schier zonder oind tot het uit vaardigen van de broodnoodigo wetten zal kunnen leiden. Met algemeen© formules komt men er ditmaal niet. Zoo ooit, dan zal het ditmaal op een zeer nauwkeurig ontwerpen van de te realiseeren denkbeelden aankomen. Het vooruit ontwerpen nu van_ dezo voorstel len, het onderhandelen hierover met de andere partijen van Rechts, en ten slotte heb vinden van een stel mannen, dio, de regcertaak onder onze Koningin op zich nemend, de kracht in zich gevoelen, om* wat saam bij verdrag werd aangegaan, straks in wetsvorm.om te zetten, zal onge meen© regeerkracht vorderen. Zoo ooit, dan zal thans het over en weer elkander te gemoet komen gebdedend noodzakelijk zijn. En dat zal ook kunnen, mits men over en weder wel onderscheidt, dat het heel iets andera is, het pleit te voeren voor do particuliere consequen tial! van zijn eigen beginsel en het saam- werken niet wie ten deelo ander uit gangspunt koos, en dit eeniglijk te doen omdat dc nood van het vaderland hot eiScht. ALKEMADE. - Gemeenteraad. Voorzitter: wethouder» Straathof (de bur gemeester is ongesteld). Aanwezig alle le den. De Voorzitter vraagt vergunning ora de ingekomen stukken niet to b: handelen, maar dat uit te stellen tot een volgende vergade ring. De heer Van Dooren is daartegen. Hij zegt o.a., dat reeds in October ingepn- den is^een adres van de Bouwvereeniging. De heer Bonda is h|et met dr. Van Dooren eens. De Voorzitter zegt, dat de stukken niet aanwezig zijn ,en ook niet behandeld zijn door B. en W. De heer Bonda acht dat laatste ook niet noodig. De Raad is voltallig en mans genoeg om die zaken te behandelen. De heer Verwey geeft in overweging de agenda behoorlijk af te werken. Do heer Strijk vraagt van den Voorzitter de toezeg ging om uiterlijk Maandag over acht dagen opnieuw te vergaderen. Alleen in dat geval is hrj voor uitstel van behandeling der in gekomen stukken. Die toezegging wordt ge geven. Aan de orde is nu de begrooling voor 1918. De flnm iee'e c-ommissie heefe enkele bemerkingen over die begrooling. Volgens haar is er strijd tusschen de cijfers van de begrooting en die van de memorie van toelichting; wat betreft het salaris van den burgemees .er-secrelaris. De tgdeljjke Voor zitter weet dab ook niet toe te lichten en daarom zal men voorloopig dien post maar goedkeuren. J3ij den post: „politie", wordt voorgesteld een chef-veldwachter op f800, een tweeden veldwachter, op f 650 en een dorden op f 610 met vrije bovenkleeding en woning. De heer Strijk vindt deze loonen te laag. Ja, zegt de heer Straathof, maar je moet niet vergeten, dat ze er met allerlei nevenbetrek kingen nog al wat bij kunnen verdienen. Daartegen komt de heer Do Jong op. In meer dan een vergadering is een besluit genomen, dat de veldwachters geen bij baantjes mochten bekleeden en nu verkon digt een wethouder, dat zij eon' aardige bij verdienste opleveren. Dat is niet in den haak. De post wordt onveranderd vastgesteld. Het aanstellen van een keurmeester voor vee en vleesch, lokt eenige discussie uit De heer Strijk ziet er geen heil in. De daar- voor uitgetrokken post ad f400 wordt aan genomen. De heer Bonda brengt bij den post, Tele foonkantoren de belooning vau de hulptele foniste ter sprake." Die is tot nu toe nihil. Daarin moet verandering komen, anders sul len wrj spoedig voorhet geval staan, dat de telefoon niet geregeld bediend wordt. De heer Bonda wenscht voor de gemeen te-eigendommen te Huigsloot een commissie tie* (benoemen om de landerijen na te dien.. Er bestaan zoo'n commissie, wordt hem toegevoegd en de heer Straathof is daar zeil lid van. Deze herinnerde zich dat niet meen. Hij zit in zooveel commissies, dat hij ze niet allemaal kan bijhouden. De heer Bonda betoogt verder, 'dat het noodig** s, dat er een vaste weg komt- door de landerijen, met een brug. De gemeente Haarlemmermeer heeft indertijd aan Alke made een desbetreffend voorstel gedaan. Hrj wilde nu aan Haarlemmermeer vragen daar op nog eens terug te komen. Elke verkeers- verbetering, zegt hij, verhoogt de waarde van den grond. Onze polder gaat er mee vooruit De heer Strijk steunt den vorigen spreker. De heer Broekhuizen zegt, dat het hem spijt, dat zijn raedecommissieiid niet precies gezegd heeft, waar het om gaat. Er schuilt meer achter. Er is in dit jaar heel wat land van de gemeente bedorven, door dat de huurders het uitgegraven hebben om er bonken turf uit te delven. De lieele begrooting wordt ten slotte goed gekeurd met een bedrag aan inkomsten en uitgaven van f 198.768.07 Punt 2 van de agenda: Schoolgeldkohier IHde kwartaal wordt zonder discussie goed gekeurd, even zoo punt 3: Wijziging Hoof- delgken omslag. Nu komt aan de orde punt 4: Intrekking van het Raadsbesluit- van Mei 1917 inzake het aankoopen van grond van den heer J. P. Straathof. Voorgesteld wordt nu van hem te koopen ongeveer 1000 vlerk. M. tegen fl den vlerk. M. Over dit voorstel vraagt de heer Strijk het woord. Hrj zegt o.m.: Alweer een nieuw voorstel. Er kunnen er nog meer bij, want bgna nooit wordt er een uitgevoerd. Hij zou alleen met dit nieuwe voorstel accoord gun nen gaan, indien de gemeente anders eea kostbaar proces zou moeten voeren. De heer Straathof (wethouder) zou geen goed geld naar kwaad geld willen gooien. Het contract, verleden jaar gesloten," was maar een voor loopig contract „Ja," antwoordt de heer Strijk, „maar we hebben toch niet met een schooljongen te doen!" „Daar gaat het niet om", aldus de heer van Dooren. „In een vorige vergade ring is een besluit genomen om het heele stuk te koopen. Nu is er weer wat nieuws uitgevonden. Er wordt nu beweerd, dat de woningbouwvereeniging niet geneigd is, om den grond over te nemen- Ik heb echter geconfereerd met den Voorzitter dier Ver- eeniging en deze verzekerde mij, dat daarvan niets aan is. Dr. van Dooren meent, dat de Gemeente raad rich niet voor den gek moet laten hou den. Moet er dan een proces gevoerd worden, dan moet'hij dat voor zgn eigen waardigheid doen, tegenover wien ook. 't Is waar, de bouwvereeniging was in den b^jinne terug gekrabbeld, maar toen vond de heer Van Wichen dat niet erg. De grond was best en wij moesten dan zelf maar bouwen. Zooab» het nu voorgesteld wordt, vindt hg, dat wg in de luren gelegd worden." De heer Strijk vindt het treurig, dat Piet Straathof de boeman wordt van den Raad. Als die man niet zooveel centen had, zou hij niet zooveel praatjes hebben. Dr. Van Dooren zegt nog, dat de burgemeester heeft beweerd dat Straathof aan het contract vastzat. De heer De Jong merkt op, dat we aan dat stuk grond, dat nu voorgesteld wordt, te koopen, niets hebben. De heer Broekhuizen stelt voor geen wg- ziging te brengen in het Raadsbesluit, doch indien P. J. Straathof groot verzet mocht toonen, dan maar op het stuk gemeentegrond een woning te bouwen voor zijn deur, liefst hoog,desnoods met een verdieping er op. De heer Verwey acht het een moeilijke kwes tie. Indien B. en W. den noodigen spoed ge mankt hadden, dan had deze zaak reeds lang Hg stelt voor een commissie te benoemen om rechtskundig advies in te winnen. Het voorstel-Verwey wordt aangenomen met 9 tegen 2 stemmen, die der wethouders. De commissie zal bestaan uit de heeren Ver wey en Strijk. Herziening der onderwijzersjacrwedclen. Dr. van Dooren zegt, dat vernoog'ng- billijk en noodzakelijk is. De heer Verwey wil den openbaren onderwijzer een salaris geven, waarvan hij zonder zorgen kan leven, maar hij vergeet niet, dat daarmee een nieuwe druk zal gelegd worden op de voorstanders van Chr. onderwijs. De heer Van Dooren zegt, dat de ge vraagde traktementen niet overdreven zijn. Het voorstel-Van Dooren, orn te geven wat de onderwijzers vragen, verkreeg slechts drie stemmen, die van lemzelf en de heeren Bonda en De Jong. Het voorstel van B. en W. werd met algemeene stemmen aangeno men. Het aanvangssalaris wordt met 1 Ja nuari e.k. f700 en het eindsalaris, na 13 jaren te bereiken, f 1300. Voor de hoofdakte wordt f200 cn voor de. verplichte hoofd akte f300 betaald. Het handwerkonderwjjs, buiten de school uren, zal worden beloond met 1100. De ge huwde onderwijzer ontvangt f150 tegemoet koming in de huishuur. De hoofden van scholen klimmen op tot f1800, doch berei ken pas hun maximum na 20-jarigen dienst Bij de rondvraag had de heer Van Dooren een heel lijstje klachten tegen B. en W. Hij besprak de melkvoorztening, de locale te lefoon, de verouderde politieverordening, de ophooging van den weg, de aanstelling van een derden veldwachter, den keuringsdienst. De heer Bonda vraagt, waarom de behande ling der reclames H. O. zoolang op zich liet wachten. De Raadsleden hadden daar den grootsten last van. De heer Broekhuizen vraagt, boe het komt, dat er in de rekening der distributie een melktoeslag verantwoord is, van 29 en 30 April 1917, die nooit is uitgekeerd. De waar nemende voorzitter kan op al die ^ragea geen antwoord geven. Daarop moet gewacht worden tot de volgende vergadering. KATWIJK. De fTfewlvisschcry. Zooals wij reeds, meiddon, is de travl- vissoherij geëindigd. Een terugblik op dezo vissoherij is, in tegenstelling met andere jaren, wel do moeite waard. Aanvankelijk werd door een 40-tal vaartuigen aan dez-t vissoherij deel genomen. Aangezien echter in den loop van het jaar 1917 de kans hoe langer hoe geringer werd om de haringvissoherij to kunnen uitoefenen, ermeerderde het aan tal vaartuigen weldra beduidend, zoodat reeds ia het najaar een 80-tal vaartuigen uitzeilden. Er is met deze vissoherij veel visck gevan gen. Dank zij den ondernemingsgeest van de visschers, werden c-r sioeds nieuwe visohgronden opgezocht en met uitnemende uitkomsten. Op plaatsen, waar men vroe ger nooit kwam, werden grooto hoeveel heden viseh gevangen. Do buitengewoon hooge prijzen zijn mede oorzaak geweest, dat zulke gunstige resultaten zijn verkre gen. Do besommingen loopen, een ver schijnsel, dat zich bi] deze vissoherij bijzon der voordoet, nogal belangrijk uileen. Tn doorsnee genomen, werd ongeveer f 25,000 per vaartuig besomd. De hoogste besom ming bedraagt ongeveer f 37,000 en de laagste ongeveer f 12,000. Deze vissoherij is vooral voor de visschers loonoqd geweest. Het verlies van vischtuig is in 1917 belangrijk grooter geweest dan vorige jaren. Dit moet in hoofdzaak wor den toegeschreven aan de vele wrakken, welke in zee werden aangetroffen. Ook h et. mijnengevaar waa meermalen reden, dat het vischtuig moest wordon gekapt voor behoud van eigen leven en van het vaar tuig. Als bijzonderheid kan worden gemeld, dat. bij do uitoefening dezer vissoherij als zoodanig niemand is omgekomen. Wel lieten een tweetal matrozen hot leven, doch hierbij moet van één aan een ongeluk en van don ander aan buitengewone zelf opoffering gedacht worden. Een tweetal loggers zijn nog afwezig. Deze worden nog steecfe vastgehouden in het buitenland do ,,K.W. 137" in Duitschland en do „K W. 16" in Engeland Twee vro-rtuigen gingen verloren. Eén or van weid door eoD Duit- schen torpedojager tot zinken gebracht en het andere ging d-oor den stomm verloren. ONZE TELEFOONNUMMERS Voor de Redactie, voor het Nieuws, is het Nr. LEI I) SCR DKBLAII 1507 Voor Administratie-aangelegenbeden, dus -voor Advertentie-orders, voor Abonnementen, Adresveranderingen, enz. LEIPSCn DAGIt .AD 175 luesi man's werk. HornaT8u SILAS K. HOCKING, üfi) Over de rots heen had con gezicht ge gluurd, dat hot bloed in zijn aderen deed stollen en hem in. een. too verban liield. Hij trachtte te schreeuwen, maar cr kwam geen goluid ovei zijn lippen. Verloor hij zijn verstand of was dót het begin van het ster ven 1 IJij hief een zwakke hand op om het visioen te verdrijven en zonk daarop ker mend in de sfeer van het onbewu6tzijn. HOOFDSTUK XVI. De waarheid wil aau 't licht komen. Nog geen uur later snelde een jonge man in een knickerbocker kostuum en met zware mot spijkers beslagen schoenen do j Btocp van het hotel op en zei opgewonden i tot den portier ,,Ecn heer, dio hier in het hotel logeert, heeft een ongeluk gekregen. Telefoneer den j dichtebbijzijndbu dokter hier zoo spoedig mogelijk te komen en bezorg mij een half j dozijn mannen cn een draagbaar of iets j dergelijks. Er is geen tijd te verliezen." i De portier was in een oogenblik één on al aandacht en overstelpte hem met vragen. „Gekwetst? Wie, sir? Waar? Hoe is het gebeurd?" „Het komt er niet op aan wie of waar. Roep den eigenaar." Do eigenaar was in een paar seconden bij de hand, vergezeld van een dozijn kellner»; on terwijl een draagbaar van een rommel kamer naar beneden werd gesleept en ver dere benoodigdheden bijeen werden ge bracht, deed de jonge man zijn verhaal. ,,Ik zag e enigen tijd voordat ik den man boreikte, hem over en tusschen do rotsen klauteren," zei hij. ,,Ik bevond mij op weg naar Vaarstegg. Toen verdween hij, maar ik dac'afc niets daaarbij de plaats is in heb geheel niet gevaarlijk. Toen ik echter bij de plek kwam, hoorde ik een flauwen kreet om hulp cn over de rots bij den rand van hot ravijn heenkijkend, zag ik hem op een breecï, vooruitstekend sbuk rots ver scheidene voeten boneden mij liggen hij was blijkbaar uitgegleden en voorover ge vallen. Op het oogenblik, dat ik bij hem kwam, was hij bewusteloos geworden. Ik had niet veel tijd noodig om te ontdekken, dat zijn rechterbeen was gebroken welke andfbre blessuren hij nog moge hebben, weet ik niet. Daar ik iets van heelkunde afweet, nam ik wat ruwe splinters van onder een hooischuurtjo weg, ook draaide ik een touw van droog hooi en keerde daar mee zoo spoedig mogelijk naar hem terug. Hij was nog altijd bewusteloos, maar hij kwam bij, terwijl ik bezig was zijn been te zetten ik denk, dat do pijn hem tot be wustzijn bracht. Ik maakte hot hem zoo gemakkelijk mogelijk, gaf hem wat sterken clrank, dien ik in mijn knapzak had, en snelde toen naar hier om hulp te halen." Er hadden zich nu een aantal gasten, die juisfc aan do lunch waren, om hom heen ver zameld; en eenige minuten later begaven zich minstens twintig mannen op weg, met den vreemdeling als geleider, om den ge wonden man te halen. In minder dan een halfuur bereikten zij do plaats, waar Bardell lag. Hij was geheel bij bewustzijn en toen hij hot geluid van stommen hoordej keek hij met een flaüwen glimlach op. Het was niet gemakkelijk hem op te til len on boven naar den rand van het ravijn te brengen. Do vreemdeling leidde de werk zaamheden met groote bekwaamheid, ter wijl hij bijna al den tijd een vinger op Bar- déll's pols hield. Toen eindelijk cle taak was volbracht on de kleine cavalcade in de richting van het hotel wegmarcheerde, keerde de vreemde ling terug naar zijn knapzak, dien hij aan den voet van een rots had lat-on liggen. Nadat hij dien zorgvuldig met een riem had vastgemaakt-, wachtte hij eenige oogen- blildcen en wandelde toen in de tegenover gestelde richting weg. Toen Adela terugkwam, de zon ging bijna reeds onder lag Bardell behaaglijk in bed, terwijl een verpleegster bij hem zat. Adela was zeer bedroefd, wat niet meer clan natuurlijk was, en spoedde zich doodelijk •ongerust naar haar vader. Hij ontving haar echtor zeer opgewekt on behandelde de zaak zoo luchtig mogelijk. ,,Het liad erger kunnen zijn, moisjeiief," zei hij glimlachend. ,,Ik had mijn nek kun nen breken, begrijp je." ,,0, foldertje," en zich over hem heen buigend, kuste zij hem, terwijl haar tranen op zijn gezicht vielen. „Tob er niet over, kindlief," ging hij teedor voort, „iedere wolk heeft, zooals je weet, een helderen kant." „Ja, vaderlief,"- snikte zij, .-^ma-ar o „O, ik zal spoedig weer geheel beter zijn," mompelde hij. „Het zal ons verblijf hier alleen nog wat verlengen en heel waar schijnlijk zul jij op jouw beurt moeten verplegen „O, daar heb ik niefe tegen," zei zij en glimlachte door haar tranen heen. „Ik wil •u gaarn-ö verplegen." „Je zult mijn humeur vreesclijk vinden," beweerde hij; „maar je zult mij moeten nemen zooals ik bon." „Ik zal gaarne alles doen, vader, als u maar beter wordt," fluisterde zij, terwijl zij hem weer kuste. „De dokter beweert, dat er niets anders is geblesseerd dan mijn been; overigons mankeert mij niote." Den volgenden morgen, toon de dokter een bezoek bracht, wachtte Adela hem bij zijn vertrek op. „Denkt u, dat hij beter wordt?" vroeg rij bezorgd. „O ja, het zal heelemaal terecht komen," zei hij vriendelijk, „'t Is gelukkig, dat rijn been werd gezet voordat het begon te zwel len. En het is handig gedaan ook „U bedoelt „Dat de-jonge man, die_ hem vond, de kunst verstaat ik had het zelf niet beter kunnen doen, ook zoo goed niet-." „Hij is niet in het hotel teruggekomen." „Dat was ook niet noodig. Hij had allee gedaan wat hij kon. En misschien verlangde hij do plaats zijner bestemming te bereiken voordat cle aVond viel." „Ik wou, dat hij gebleven was, ik zou hem zoo gaarne bedankt hebben." „Mannen wenschen niet bedankt te wor den voor een daad van na-astenliefde." Middelerwijl lag Richard Bardell dood stil naar het plafond to kijken en dacht diep na. Hij had clien nacht bij korto poos jes geslapen on zijn brein scheen helderder dan d'cn voorgaanden avond, ofschoon hij er somtijds nog aan twijfelde of hij wel geheel goed bij het hoofd was. De gebeur tenissen van den vorigen dag schenen in vele opzichten een fanta-sbiachen droooi. Vreemde en treffende ieevalFgheden ko men veel voor in werken der verbeelding, inaar in het werkelijke leven rijn ze zeld zamer, en het s:lieen hem een millioenste kans, dafc zou gebeuren wat oogenscliijnlijk was gebeurd. Het was reeds vreemd genoeg, da.t hij gevonden was o>p dio afgelegen plek en zoo spoedig na zijn ongeluk, maar dat hij gevonden was door Hector Drysdalo den man, dien hij meende, dat dood was kwam hein ongeloo.- .jk, bijna ondenkbaar voor. En dit maakte, dat Richard Bardell aan zijn verstand twijfelde. Het was aan nemelijker te gelooven, dat hij nier goed bij het hoofd was, dan dat gebeurd -was, wat scheen gebeurd to zijn. Hij schoen volkomen wakker, maar was hij het wel Hij na-m hiervan de proef op elke manier, dio hij maar kon breu ken. Zijn brein scheen naar betooien te werken. Er waren geen gapingen iD zijn herinnering. Hij kon de gebeurtenissen van den vorigen dag en de daaraan voor afgaande dagen één voor cén nagaan. Er was natuurlijk geen aanleiding voor twij fel, dat- rijn been was gebroken. De rijn was werkelijk genoog. Maar Hector DrysdaloDe man, dien hij bij zijn laatste ontmoeting had beleedigd. Do man, clion hij onrecht aangedaan en ge tracht had te dood en 1 Was hij het werke lijk qf slechts do creatie van een verward brein'? Hij was nog zoozeer in twijfel omtrent zijn volkomen helderheid van hoofd, dat hij besloot aan Adela niets van clo zaak te zeg gen ten minste voor het oogenblik niete Hij wilde wachten totdat hij zekerder van zichzelf was. (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 5