No. 17744.
Tweede Biad
Anno 1918.
PERSOVERZICHT.
UIT DE GESTREKEN
FEUILLETON.
lëIDSÜH DAGBLAD Woensdag 2 Januari
Het Centraal Stembureau.
Hierever zegt „DE NIEUWE COURANT":
Het is een voornaam geselschap,^ dat de
Regeering bereid heeft gevonden zich een
benoeming te laten welgevallen tot het ver
richten van het allervervelendste tel- en
offerwerk, hetwelk de nieuwe Kieswet aan
de bij haar uitvoering betrokken colleges en
ambtenaren oplegt.
Aan niemand minder d3n aan de leden
der Staatscommissie, die indertijd de rege
ling van het evenredige kiesstelsel ontwierp,
(lat nagenoeg onveranderd in de Regeerings-
vooratellen werd overgenomen en in de
Additioneele Artikelen der Grondwet tot
wet verheven, i3 thans de taak van het op
maken van den einduitslag der Kamerver-
bezingen voor'het geheele land, met de
daarbij behoorende berekeningen en beslis
singen, opgedragen. "Daar het aantal leden
van het Centraal Stembureau tot vijf is be
perkt, treden van de acht (oorspronkelijk
negen) heeren, waaruit de Staatscommissie
bestond, drie als plaatsvervangende leden
op; het zijn do Kamerleden Rink, De Geer
en Kooien. Voorzitter is d9 Staatsraad Op-
penheim; gewone leden-zijn de heeren Van
Lynden van Sandenburg (Commissaris der
Koningin in Utrecht, tevens plaatsvervan
gend "voorzitter), de Haagsche rechter Van
Gelein Vitringa, het Eerste-Kamerlid Vlie
gen en Staat3T3ad Stroycken.
Men kan er van verzekerd zijn, dat, welke
moeilijkheden het nieuwe stelsel in de prak
tijk ook nog zal blijken op to leveren, de
toepassing en de oplossing thans zijn toever
trouwd juist aan die mannen, die als vaders
met de intiemste eigenschappen van het kind
bekend en als verwekkers voor zijn conceptie
ea strucfuur in hoogo mate verantwoordelijk
sijn. Reeds om die reden had, afgeschei
den van de hoedanigheden der personen, de
keuzo niet gelukkiger kunnen zijn.
Wij Willen hier nog eens in 't kort in her
innering brengen, wat, volgens de nieuwe
Kieswet, de taak en het werk van het Cen
traal Stembureau zal zrjn.
Wanneer in elk der achttien kieskringen
(te uitslag der stemming voor de Tweede
'Kamer door do hoofdstembureaux zal zijn
opgemaakt (ze moeten op den dag na de
stemming of op zijn laatst op den derden
dag nadien er mee gereed zijn en de bekend
making geschiedt in een openbare zitting
van dï bureaux), dan worden die uitslagen
terstond ter kennis van het Gentr&al-Stora-
bureau gebracht, dat onverwijld bijeenkomt
tot het vaststellen van de einduitkomst.
Het eerste werk, dat het C.-S. nu te ver
richten heeft, is tweeledig." Het telt de
steramen broen, die eenzelfde lijst, als zij in
meer dan een kieskring i3 ingediend, in die
verschillende kieskringen te zamen heeft ver
kregen. l eze lijsten zijn reeds door het
enkele feit, dat zij gelijkluidend zijn, krach
tens de wot tot één lijst verbonden, zoo-
dat al de daarop uitgebrachte stemmen
terstond bij elkaar wordon opgeteld. Het
a-S., tolt voorts do stemmen van do door
gemachtigden verbonden 'ijst n bij elkaar
en is aid us in het bori;: io. van het aan
tal «temmen, da\ ierier van do verbonden
groepen van lijsten hoeft verkregen, en 2o.
van bet aantal stemmender enïcele iijsten,
die niet verbonden zijn.
Het C.-S. deelt do som- der stemcijfera
van ale lijsten door het aantal te vervul
len zetels (door HX) dus) en verkrijgt aldus
het kïosquotiênt of den kiesdeeler,
d. w. z. het st -mmencijfer, dat een enkelvou
dige, niJ-verbonden lijst minstens ntoefc
hebben be-aald om zich een zetel toegewe
zen te non.
Het b. paalt vervolgens hoeveel z teh elk
van do te.'ten krijgt, tiio mot andere tot
een groei' k verbonden. Is de son van de
uitkomsten, die zijn verkregen do r (lee-
ling van den Inos-deeler in het rstemciifer
van i v- dér lijsten kleiner dan het aan
tal der I r vervullen plaatsen, dan wordt
van do rog to vervullen plaatsen achtrr-
oenvo'vt toegekend aan die lijsten,
wier ComcijCr, bij de deeling door den
Ivzo laat3te> verving den heer Loeff,
dio onder-voorzitter was van de commissie,
waartoe voorts ook mr. J. A. van Gilso be
hoorde, inmiddels overleden.
kiesdeeler, de grootste overschotten hebben
felaten. Yan de Voorschriften, gegeven voor
et ingewikkelde werk, dat het C.-S. bij
deze restantenverdeeling te doen heeft, bren
gen wij alleen in herinnering de bepaling,
dat voor het toekennen van overblijvende
plaatsen niet in aanmerking komen lijsten,
wier stemerjfer lager is dan 50 pCt van
den kiesdeeler.
Vermelden wij terloops, dat het C.-S. het
college is, belast met de openbaarmaking
tijdig vóór den stemmingsdag, van de candi-
datenlijsten, die den bg de Kieswet voor
geschreven loop en het daarmee gepaard
gaande onderzoek hebben doorgemaakt, en
dat ook het C.-S; het adres is, waarbij,
binnen zsven dagen nadat het de lijsten
heeft openbaar gemaakt, de verklaringen
der gemachtigden, dat zij lijsten wenschen
te verbinden, moeten worden ingeleverd.
Na nu de zetels aan de afzonderlijke lijs
ten te hebben toegewezen, gaat het C.-S.
over tot het uitmaken, welke candidaten
van iedere lijst zijn gekozen. Heeft een can-
didaat meer stemmen behaald dan het cijfer
van den kiesdeeler, dan wordt hij onmid
dellijk verkozen verklaard; andera speelt,
gelijk men weet, de volgorde, waarin de can
didaten op de lijst voorkomen, een eblang-
rijke, in sommige gevallen aelfs uitsluitend
beslissende rol.
Aan het slot van de voor alle kiezers toe
gankelijke zitting van het C.-S. maakt de
voorzitter den volledigen uitslag bekend.
Hij zendt afschriften van het proces-verbaal
der zitting aan de voorzitters der hoofd-
stembureaux, in de verschillende kieskrin
gen, zorgt voor plaatsing daarvan in tie
„STAATSCOURANT,, en neemt de minuut
van het stuk mee naar huis.
Ziehier in hoofdzaak het werk, dat aan
het Oentraal-Stemburcau is opgedragen. Het
vereischt een grooto nauwkeurigheid; fou
ten, die het C.-S. maakt, zijn niet onher
stelbaar," maar brengen veel moeite en om
slag mee.
Ten slotte vestigen wjj er de aandacht
op, dat het Kon. besluit van 12 December
j.l. tot uitvoering van art. 32 der Kieswet
de taak van het a-S. nog eanigszins heeft
uitgebreid. „Het Genlraal-Stembureau
zoo leest men in art. 10 van dat brsiuit
dient desgevraagd Onzen Mi d ter van Bin-
nenlandsche Zaken van voorlichting on ad
vies over onderworpen, de uitvoering van
de Kieswet rakende."
Do stombus van 1918. „DE STAND
AARD" bespreekt do stembuskwestie van 1918.
Moeilijker dan voorheen zal zich de finan
cieels kwestie voordoen, want al mag
toegegeven, dat het Kabinet-Cort van dér
I Linden het financieel© vraagstuk hoogst
I ernstig opneemt, toch zal de financieel e
nalatenschap tot bijna onoplosbaro moei-
J lijkkeden leidon, cn zal een financier van
don eersten rang noodig zijn, om ons èn de
eerste drie jaren boven water te houden,
j èn, als ook die jammer doorworsteld is,
het saldo voor de dan normale positie op
to maken.
Daarnaast zal het schoodgeddng staan,
dat wettelijke orde zal hebben te scheppen
in don chaos, waarin we thans verkeeren.
En evenzoo zal do Kieswetregcling uit de
additioneel© artikelen in vasten, wettigen
vorm hebben over to gaan. Iets, waarbij
i ook het vraagstuk van het Vrouwen-
1 kiesrecht om finale beslissing zal roepen.
Do arbeiders zullen terecht eischen, dat
al wat in hun positio nog schommelend
j en onvast is, een vernieuwden, op den
I nieuwen toestand passenden vorm aan-
neme.
En dan zullen zich hierbij aanstonds
twee nóg kritieker problemen voegen, het
ééno voor ons Defonse-wezen en het tweede
voor ons koloniaal bezit.
Het schier wanhopende van de combina-
tio 'lezer problemen is, dat do ééno reeks
problemen zeer aanzienlijke vermeerdering
van uitgaven zal vorderen, en dat ander
zijds de schuldenlast^ waarvoor men blij
ken zal te staan, op bezuiniging in de uit-
gaven zal aandringen.
Voor heb Onderwijs, voor de Arbeiders,
j voor de Koloniën, en voor hot Leger zal,
I niet voor een enkelo maal, doch voor heel
onze toekomst, een verhooging van uitgaven
gevorderd worden, die een alleszins ver-
j ontrustend karakter zal vertoonenen an-
i dor zij da zullen de gevolgen van den oorlog
zoo spannend en benauwend op onze finan-
cieelo positie inwerken, dat elko nieuwe
verhoogde uitgavo een passen en meten
zal vorderen, die de partijen van Links
en Rechts scherp tegenover zal plaatsen,
en niet dan na parlementaire onderhan
delingen schier zonder oind tot het uit
vaardigen van de broodnoodigo wetten zal
kunnen leiden.
Met algemeen© formules komt men er
ditmaal niet. Zoo ooit, dan zal het ditmaal
op een zeer nauwkeurig ontwerpen van de
te realiseeren denkbeelden aankomen. Het
vooruit ontwerpen nu van_ dezo voorstel
len, het onderhandelen hierover met de
andere partijen van Rechts, en ten slotte
heb vinden van een stel mannen, dio, de
regcertaak onder onze Koningin op zich
nemend, de kracht in zich gevoelen, om*
wat saam bij verdrag werd aangegaan,
straks in wetsvorm.om te zetten, zal onge
meen© regeerkracht vorderen.
Zoo ooit, dan zal thans het over en weer
elkander te gemoet komen gebdedend
noodzakelijk zijn. En dat zal ook kunnen,
mits men over en weder wel onderscheidt,
dat het heel iets andera is, het pleit te
voeren voor do particuliere consequen
tial! van zijn eigen beginsel en het saam-
werken niet wie ten deelo ander uit
gangspunt koos, en dit eeniglijk te doen
omdat dc nood van het vaderland hot
eiScht.
ALKEMADE. -
Gemeenteraad.
Voorzitter: wethouder» Straathof (de bur
gemeester is ongesteld). Aanwezig alle le
den.
De Voorzitter vraagt vergunning ora de
ingekomen stukken niet to b: handelen, maar
dat uit te stellen tot een volgende vergade
ring. De heer Van Dooren is daartegen.
Hij zegt o.a., dat reeds in October ingepn-
den is^een adres van de Bouwvereeniging.
De heer Bonda is h|et met dr. Van Dooren
eens. De Voorzitter zegt, dat de stukken
niet aanwezig zijn ,en ook niet behandeld
zijn door B. en W. De heer Bonda acht dat
laatste ook niet noodig. De Raad is voltallig
en mans genoeg om die zaken te behandelen.
De heer Verwey geeft in overweging de
agenda behoorlijk af te werken. Do heer
Strijk vraagt van den Voorzitter de toezeg
ging om uiterlijk Maandag over acht dagen
opnieuw te vergaderen. Alleen in dat geval
is hrj voor uitstel van behandeling der in
gekomen stukken. Die toezegging wordt ge
geven.
Aan de orde is nu de begrooling voor
1918. De flnm iee'e c-ommissie heefe enkele
bemerkingen over die begrooling. Volgens
haar is er strijd tusschen de cijfers van de
begrooting en die van de memorie van
toelichting; wat betreft het salaris van den
burgemees .er-secrelaris. De tgdeljjke Voor
zitter weet dab ook niet toe te lichten en
daarom zal men voorloopig dien post maar
goedkeuren.
J3ij den post: „politie", wordt voorgesteld
een chef-veldwachter op f800, een tweeden
veldwachter, op f 650 en een dorden op f 610
met vrije bovenkleeding en woning.
De heer Strijk vindt deze loonen te laag.
Ja, zegt de heer Straathof, maar je moet niet
vergeten, dat ze er met allerlei nevenbetrek
kingen nog al wat bij kunnen verdienen.
Daartegen komt de heer Do Jong op. In
meer dan een vergadering is een besluit
genomen, dat de veldwachters geen bij
baantjes mochten bekleeden en nu verkon
digt een wethouder, dat zij eon' aardige bij
verdienste opleveren. Dat is niet in den haak.
De post wordt onveranderd vastgesteld.
Het aanstellen van een keurmeester voor
vee en vleesch, lokt eenige discussie uit
De heer Strijk ziet er geen heil in. De daar-
voor uitgetrokken post ad f400 wordt aan
genomen.
De heer Bonda brengt bij den post, Tele
foonkantoren de belooning vau de hulptele
foniste ter sprake." Die is tot nu toe nihil.
Daarin moet verandering komen, anders sul
len wrj spoedig voorhet geval staan, dat de
telefoon niet geregeld bediend wordt.
De heer Bonda wenscht voor de gemeen
te-eigendommen te Huigsloot een commissie
tie* (benoemen om de landerijen na te dien..
Er bestaan zoo'n commissie, wordt hem
toegevoegd en de heer Straathof is daar zeil
lid van. Deze herinnerde zich dat niet meen.
Hij zit in zooveel commissies, dat hij ze niet
allemaal kan bijhouden.
De heer Bonda betoogt verder, 'dat het
noodig** s, dat er een vaste weg komt- door
de landerijen, met een brug. De gemeente
Haarlemmermeer heeft indertijd aan Alke
made een desbetreffend voorstel gedaan. Hrj
wilde nu aan Haarlemmermeer vragen daar
op nog eens terug te komen. Elke verkeers-
verbetering, zegt hij, verhoogt de waarde
van den grond. Onze polder gaat er mee
vooruit De heer Strijk steunt den vorigen
spreker. De heer Broekhuizen zegt, dat het
hem spijt, dat zijn raedecommissieiid niet
precies gezegd heeft, waar het om gaat. Er
schuilt meer achter. Er is in dit jaar heel
wat land van de gemeente bedorven, door
dat de huurders het uitgegraven hebben om
er bonken turf uit te delven.
De lieele begrooting wordt ten slotte goed
gekeurd met een bedrag aan inkomsten en
uitgaven van f 198.768.07
Punt 2 van de agenda: Schoolgeldkohier
IHde kwartaal wordt zonder discussie goed
gekeurd, even zoo punt 3: Wijziging Hoof-
delgken omslag.
Nu komt aan de orde punt 4: Intrekking
van het Raadsbesluit- van Mei 1917 inzake
het aankoopen van grond van den heer J.
P. Straathof. Voorgesteld wordt nu van hem
te koopen ongeveer 1000 vlerk. M. tegen
fl den vlerk. M.
Over dit voorstel vraagt de heer Strijk
het woord. Hrj zegt o.m.: Alweer een nieuw
voorstel. Er kunnen er nog meer bij, want
bgna nooit wordt er een uitgevoerd. Hij zou
alleen met dit nieuwe voorstel accoord gun
nen gaan, indien de gemeente anders eea
kostbaar proces zou moeten voeren. De heer
Straathof (wethouder) zou geen goed geld
naar kwaad geld willen gooien. Het contract,
verleden jaar gesloten," was maar een voor
loopig contract
„Ja," antwoordt de heer Strijk, „maar
we hebben toch niet met een schooljongen
te doen!" „Daar gaat het niet om", aldus de
heer van Dooren. „In een vorige vergade
ring is een besluit genomen om het heele
stuk te koopen. Nu is er weer wat nieuws
uitgevonden. Er wordt nu beweerd, dat de
woningbouwvereeniging niet geneigd is, om
den grond over te nemen- Ik heb echter
geconfereerd met den Voorzitter dier Ver-
eeniging en deze verzekerde mij, dat daarvan
niets aan is.
Dr. van Dooren meent, dat de Gemeente
raad rich niet voor den gek moet laten hou
den. Moet er dan een proces gevoerd worden,
dan moet'hij dat voor zgn eigen waardigheid
doen, tegenover wien ook. 't Is waar, de
bouwvereeniging was in den b^jinne terug
gekrabbeld, maar toen vond de heer Van
Wichen dat niet erg. De grond was best en
wij moesten dan zelf maar bouwen. Zooab»
het nu voorgesteld wordt, vindt hg, dat
wg in de luren gelegd worden." De heer
Strijk vindt het treurig, dat Piet Straathof
de boeman wordt van den Raad. Als die
man niet zooveel centen had, zou hij niet
zooveel praatjes hebben. Dr. Van Dooren
zegt nog, dat de burgemeester heeft beweerd
dat Straathof aan het contract vastzat.
De heer De Jong merkt op, dat we aan dat
stuk grond, dat nu voorgesteld wordt, te
koopen, niets hebben.
De heer Broekhuizen stelt voor geen wg-
ziging te brengen in het Raadsbesluit, doch
indien P. J. Straathof groot verzet mocht
toonen, dan maar op het stuk gemeentegrond
een woning te bouwen voor zijn deur, liefst
hoog,desnoods met een verdieping er op.
De heer Verwey acht het een moeilijke kwes
tie. Indien B. en W. den noodigen spoed ge
mankt hadden, dan had deze zaak reeds lang
Hg stelt voor een commissie te benoemen
om rechtskundig advies in te winnen.
Het voorstel-Verwey wordt aangenomen
met 9 tegen 2 stemmen, die der wethouders.
De commissie zal bestaan uit de heeren Ver
wey en Strijk.
Herziening der onderwijzersjacrwedclen.
Dr. van Dooren zegt, dat vernoog'ng- billijk
en noodzakelijk is. De heer Verwey wil
den openbaren onderwijzer een salaris geven,
waarvan hij zonder zorgen kan leven, maar
hij vergeet niet, dat daarmee een nieuwe
druk zal gelegd worden op de voorstanders
van Chr. onderwijs.
De heer Van Dooren zegt, dat de ge
vraagde traktementen niet overdreven zijn.
Het voorstel-Van Dooren, orn te geven
wat de onderwijzers vragen, verkreeg slechts
drie stemmen, die van lemzelf en de heeren
Bonda en De Jong. Het voorstel van B. en
W. werd met algemeene stemmen aangeno
men. Het aanvangssalaris wordt met 1 Ja
nuari e.k. f700 en het eindsalaris, na 13
jaren te bereiken, f 1300. Voor de hoofdakte
wordt f200 cn voor de. verplichte hoofd
akte f300 betaald.
Het handwerkonderwjjs, buiten de school
uren, zal worden beloond met 1100. De ge
huwde onderwijzer ontvangt f150 tegemoet
koming in de huishuur. De hoofden van
scholen klimmen op tot f1800, doch berei
ken pas hun maximum na 20-jarigen dienst
Bij de rondvraag had de heer Van Dooren
een heel lijstje klachten tegen B. en W.
Hij besprak de melkvoorztening, de locale te
lefoon, de verouderde politieverordening, de
ophooging van den weg, de aanstelling van
een derden veldwachter, den keuringsdienst.
De heer Bonda vraagt, waarom de behande
ling der reclames H. O. zoolang op zich liet
wachten. De Raadsleden hadden daar den
grootsten last van.
De heer Broekhuizen vraagt, boe het komt,
dat er in de rekening der distributie een
melktoeslag verantwoord is, van 29 en 30
April 1917, die nooit is uitgekeerd. De waar
nemende voorzitter kan op al die ^ragea
geen antwoord geven. Daarop moet gewacht
worden tot de volgende vergadering.
KATWIJK.
De fTfewlvisschcry.
Zooals wij reeds, meiddon, is de travl-
vissoherij geëindigd.
Een terugblik op dezo vissoherij is, in
tegenstelling met andere jaren, wel do
moeite waard. Aanvankelijk werd door een
40-tal vaartuigen aan dez-t vissoherij deel
genomen. Aangezien echter in den loop
van het jaar 1917 de kans hoe langer hoe
geringer werd om de haringvissoherij to
kunnen uitoefenen, ermeerderde het aan
tal vaartuigen weldra beduidend, zoodat
reeds ia het najaar een 80-tal vaartuigen
uitzeilden.
Er is met deze vissoherij veel visck gevan
gen. Dank zij den ondernemingsgeest van
de visschers, werden c-r sioeds nieuwe
visohgronden opgezocht en met uitnemende
uitkomsten. Op plaatsen, waar men vroe
ger nooit kwam, werden grooto hoeveel
heden viseh gevangen. Do buitengewoon
hooge prijzen zijn mede oorzaak geweest,
dat zulke gunstige resultaten zijn verkre
gen. Do besommingen loopen, een ver
schijnsel, dat zich bi] deze vissoherij bijzon
der voordoet, nogal belangrijk uileen. Tn
doorsnee genomen, werd ongeveer f 25,000
per vaartuig besomd. De hoogste besom
ming bedraagt ongeveer f 37,000 en de
laagste ongeveer f 12,000.
Deze vissoherij is vooral voor de visschers
loonoqd geweest. Het verlies van vischtuig
is in 1917 belangrijk grooter geweest dan
vorige jaren. Dit moet in hoofdzaak wor
den toegeschreven aan de vele wrakken,
welke in zee werden aangetroffen. Ook h et.
mijnengevaar waa meermalen reden, dat
het vischtuig moest wordon gekapt voor
behoud van eigen leven en van het vaar
tuig.
Als bijzonderheid kan worden gemeld,
dat. bij do uitoefening dezer vissoherij als
zoodanig niemand is omgekomen. Wel
lieten een tweetal matrozen hot leven,
doch hierbij moet van één aan een ongeluk
en van don ander aan buitengewone zelf
opoffering gedacht worden. Een tweetal
loggers zijn nog afwezig. Deze worden nog
steecfe vastgehouden in het buitenland do
,,K.W. 137" in Duitschland en do „K W.
16" in Engeland Twee vro-rtuigen gingen
verloren. Eén or van weid door eoD Duit-
schen torpedojager tot zinken gebracht en
het andere ging d-oor den stomm verloren.
ONZE TELEFOONNUMMERS
Voor de Redactie, voor het Nieuws,
is het Nr.
LEI I) SCR DKBLAII 1507
Voor Administratie-aangelegenbeden,
dus -voor Advertentie-orders, voor
Abonnementen, Adresveranderingen,
enz.
LEIPSCn DAGIt .AD 175
luesi man's werk.
HornaT8u SILAS K. HOCKING,
üfi)
Over de rots heen had con gezicht ge
gluurd, dat hot bloed in zijn aderen deed
stollen en hem in. een. too verban liield. Hij
trachtte te schreeuwen, maar cr kwam geen
goluid ovei zijn lippen. Verloor hij zijn
verstand of was dót het begin van het ster
ven 1 IJij hief een zwakke hand op om het
visioen te verdrijven en zonk daarop ker
mend in de sfeer van het onbewu6tzijn.
HOOFDSTUK XVI.
De waarheid wil aau 't licht komen.
Nog geen uur later snelde een jonge man
in een knickerbocker kostuum en met
zware mot spijkers beslagen schoenen do j
Btocp van het hotel op en zei opgewonden i
tot den portier
,,Ecn heer, dio hier in het hotel logeert,
heeft een ongeluk gekregen. Telefoneer den j
dichtebbijzijndbu dokter hier zoo spoedig
mogelijk te komen en bezorg mij een half j
dozijn mannen cn een draagbaar of iets j
dergelijks. Er is geen tijd te verliezen." i
De portier was in een oogenblik één on
al aandacht en overstelpte hem met
vragen.
„Gekwetst? Wie, sir? Waar? Hoe is het
gebeurd?"
„Het komt er niet op aan wie of waar.
Roep den eigenaar."
Do eigenaar was in een paar seconden bij
de hand, vergezeld van een dozijn kellner»;
on terwijl een draagbaar van een rommel
kamer naar beneden werd gesleept en ver
dere benoodigdheden bijeen werden ge
bracht, deed de jonge man zijn verhaal.
,,Ik zag e enigen tijd voordat ik den man
boreikte, hem over en tusschen do rotsen
klauteren," zei hij. ,,Ik bevond mij op weg
naar Vaarstegg. Toen verdween hij, maar
ik dac'afc niets daaarbij de plaats is in
heb geheel niet gevaarlijk. Toen ik echter
bij de plek kwam, hoorde ik een flauwen
kreet om hulp cn over de rots bij den rand
van hot ravijn heenkijkend, zag ik hem op
een breecï, vooruitstekend sbuk rots ver
scheidene voeten boneden mij liggen hij
was blijkbaar uitgegleden en voorover ge
vallen. Op het oogenblik, dat ik bij hem
kwam, was hij bewusteloos geworden. Ik
had niet veel tijd noodig om te ontdekken,
dat zijn rechterbeen was gebroken welke
andfbre blessuren hij nog moge hebben,
weet ik niet. Daar ik iets van heelkunde
afweet, nam ik wat ruwe splinters van
onder een hooischuurtjo weg, ook draaide
ik een touw van droog hooi en keerde daar
mee zoo spoedig mogelijk naar hem terug.
Hij was nog altijd bewusteloos, maar hij
kwam bij, terwijl ik bezig was zijn been te
zetten ik denk, dat do pijn hem tot be
wustzijn bracht. Ik maakte hot hem zoo
gemakkelijk mogelijk, gaf hem wat sterken
clrank, dien ik in mijn knapzak had, en
snelde toen naar hier om hulp te halen."
Er hadden zich nu een aantal gasten, die
juisfc aan do lunch waren, om hom heen ver
zameld; en eenige minuten later begaven
zich minstens twintig mannen op weg, met
den vreemdeling als geleider, om den ge
wonden man te halen.
In minder dan een halfuur bereikten zij
do plaats, waar Bardell lag. Hij was geheel
bij bewustzijn en toen hij hot geluid van
stommen hoordej keek hij met een flaüwen
glimlach op.
Het was niet gemakkelijk hem op te til
len on boven naar den rand van het ravijn
te brengen. Do vreemdeling leidde de werk
zaamheden met groote bekwaamheid, ter
wijl hij bijna al den tijd een vinger op Bar-
déll's pols hield.
Toen eindelijk cle taak was volbracht on
de kleine cavalcade in de richting van het
hotel wegmarcheerde, keerde de vreemde
ling terug naar zijn knapzak, dien hij aan
den voet van een rots had lat-on liggen.
Nadat hij dien zorgvuldig met een riem
had vastgemaakt-, wachtte hij eenige oogen-
blildcen en wandelde toen in de tegenover
gestelde richting weg.
Toen Adela terugkwam, de zon ging
bijna reeds onder lag Bardell behaaglijk
in bed, terwijl een verpleegster bij hem zat.
Adela was zeer bedroefd, wat niet meer clan
natuurlijk was, en spoedde zich doodelijk
•ongerust naar haar vader. Hij ontving haar
echtor zeer opgewekt on behandelde de
zaak zoo luchtig mogelijk.
,,Het liad erger kunnen zijn, moisjeiief,"
zei hij glimlachend. ,,Ik had mijn nek kun
nen breken, begrijp je."
,,0, foldertje," en zich over hem heen
buigend, kuste zij hem, terwijl haar tranen
op zijn gezicht vielen.
„Tob er niet over, kindlief," ging hij
teedor voort, „iedere wolk heeft, zooals je
weet, een helderen kant."
„Ja, vaderlief,"- snikte zij, .-^ma-ar
o
„O, ik zal spoedig weer geheel beter
zijn," mompelde hij. „Het zal ons verblijf
hier alleen nog wat verlengen en heel waar
schijnlijk zul jij op jouw beurt moeten
verplegen
„O, daar heb ik niefe tegen," zei zij en
glimlachte door haar tranen heen. „Ik wil
•u gaarn-ö verplegen."
„Je zult mijn humeur vreesclijk vinden,"
beweerde hij; „maar je zult mij moeten
nemen zooals ik bon."
„Ik zal gaarne alles doen, vader, als u
maar beter wordt," fluisterde zij, terwijl
zij hem weer kuste.
„De dokter beweert, dat er niets anders
is geblesseerd dan mijn been; overigons
mankeert mij niote."
Den volgenden morgen, toon de dokter
een bezoek bracht, wachtte Adela hem bij
zijn vertrek op.
„Denkt u, dat hij beter wordt?" vroeg
rij bezorgd.
„O ja, het zal heelemaal terecht komen,"
zei hij vriendelijk, „'t Is gelukkig, dat rijn
been werd gezet voordat het begon te zwel
len. En het is handig gedaan ook
„U bedoelt
„Dat de-jonge man, die_ hem vond, de
kunst verstaat ik had het zelf niet beter
kunnen doen, ook zoo goed niet-."
„Hij is niet in het hotel teruggekomen."
„Dat was ook niet noodig. Hij had allee
gedaan wat hij kon. En misschien verlangde
hij do plaats zijner bestemming te bereiken
voordat cle aVond viel."
„Ik wou, dat hij gebleven was, ik zou
hem zoo gaarne bedankt hebben."
„Mannen wenschen niet bedankt te wor
den voor een daad van na-astenliefde."
Middelerwijl lag Richard Bardell dood
stil naar het plafond to kijken en dacht
diep na. Hij had clien nacht bij korto poos
jes geslapen on zijn brein scheen helderder
dan d'cn voorgaanden avond, ofschoon hij
er somtijds nog aan twijfelde of hij wel
geheel goed bij het hoofd was. De gebeur
tenissen van den vorigen dag schenen in
vele opzichten een fanta-sbiachen droooi.
Vreemde en treffende ieevalFgheden ko
men veel voor in werken der verbeelding,
inaar in het werkelijke leven rijn ze zeld
zamer, en het s:lieen hem een millioenste
kans, dafc zou gebeuren wat oogenscliijnlijk
was gebeurd.
Het was reeds vreemd genoeg, da.t hij
gevonden was o>p dio afgelegen plek en
zoo spoedig na zijn ongeluk, maar dat hij
gevonden was door Hector Drysdalo den
man, dien hij meende, dat dood was
kwam hein ongeloo.- .jk, bijna ondenkbaar
voor. En dit maakte, dat Richard Bardell
aan zijn verstand twijfelde. Het was aan
nemelijker te gelooven, dat hij nier goed
bij het hoofd was, dan dat gebeurd -was,
wat scheen gebeurd to zijn.
Hij schoen volkomen wakker, maar
was hij het wel Hij na-m hiervan de proef
op elke manier, dio hij maar kon breu
ken. Zijn brein scheen naar betooien te
werken. Er waren geen gapingen iD zijn
herinnering. Hij kon de gebeurtenissen
van den vorigen dag en de daaraan voor
afgaande dagen één voor cén nagaan. Er
was natuurlijk geen aanleiding voor twij
fel, dat- rijn been was gebroken. De rijn
was werkelijk genoog.
Maar Hector DrysdaloDe man, dien hij
bij zijn laatste ontmoeting had beleedigd.
Do man, clion hij onrecht aangedaan en ge
tracht had te dood en 1 Was hij het werke
lijk qf slechts do creatie van een verward
brein'?
Hij was nog zoozeer in twijfel omtrent
zijn volkomen helderheid van hoofd, dat hij
besloot aan Adela niets van clo zaak te zeg
gen ten minste voor het oogenblik niete
Hij wilde wachten totdat hij zekerder van
zichzelf was.
(Wordt vervolgd),