No. 17737. LEIDSCH DAGBLAD Vrijdag 21 December Tweede Blad Anno pk. Gemeenteraad van Leiden. 7WEE0El<i» FEUILLETON. Een man's werk. (Vervolg van gisternsmiddag). i; ,y - He! perceel Broeslraal 94. 20. Voorstel: S. tot beschikbaarstelling van gelden voor den aanleg vro. etn electrisehe leiding in liet perceel Breestraat No. .94; b. in zake de verhuring van dat perceel aan do dames Bayer en Goddijn. (297) Het voorstel wordt goedgekeurd. Buitengewone school voor L. 0. 21. Voorstel tot wijziging der begroo ting. dienst 1917, in verband met de meer dere kosten van uitbreiding der Buitenge wone School voor Lager Onderwijs. (303) Alsvoren. Verordening op hel rijden. 22. Verordening tot wijziging der ver- Ordening van 23 Mei 1912 (Gem.blad No. IS) op het rijden. (290) Do heer FOKKER Vraagt, waarom het advies van de Gezondheidscommissie in in gewonnen. De VOORZITTER zsgt, dat de wet dit eischt, ook al komt er maar één bepaling in. in verband met den gezondheidsdienst. De verordening wordt goedgekeurd. Werkverschaffing bij werkloosheid. 23. Praeadvies op het verzoek van den Nederlandschen Bond voor Werkverschaffing om een commissie in het leven te roepen tot het instellen van een onderzoek aan gaande werkverschaffing bij werkloosheid, tijdens of na den oorlog. (304) De heer SIJTSMA oordeelt, dat in dezen de vereeniging van werkgevers, die hier is opgericht, in do eerste plaats moet wor den gehoord. Do VOORZITTER zegt, dat B. en W. dit gaarno zullen doen. De door hen gegeven opsomming was niet limitatief. Na beantwoording van een vraag van den heer PERA dcor den heer VAN DER LIP wordt het -prac-advies goedgekeurd. Afschaffing tramretours. 24. Vc-orstel om goed te keuren, dat, in afwijking van het bepaalde in art. 29 der Concessievoorwaarden, de tivee-ritten-kaar- ten op de stadstram tijdelijk tot wederop- zeggens worden afgeschaft. (298) Da heer FOKKER kan zich hiermee niet vereenigen, 't Is niet noodig, dat een kapi taalkrachtige ond neming alle exrta-kost n direct op de burgerij verhaalt. Allo macht wordt thans uit handen ge- feven, gevolg van de redactie van net estnit, dat nu wordt voorgesteld. De hoer SIJTSMA 'merkt op. dat de maat schappij nog geen 'dividend heeft- kunnen betaivn, ïraar het publiek lijdt zeer onder dezen oorlog en daarom is 't zijns inziens niet goed. daarop 'nog meerdere lasten te lc-ggen. Ook het belang d maatschappij acht sor. hiermee r.i'et gediend, want er zal he 1 wat 'minder worden gebruik ge maakt, van de tram. Den heer EEKDMANS is 't ook niet dui delijk, waarom r r een verhoog'ng van 50 pCt. moet komen. Het is een afwentel- systeem, dat ten slotte belandt bij lien, die nieis meer kunnen afwentelen. En waarom kan geen verhooging van 20 pCt. worden gevraagd. De VOORZITTER markt op. dal de enkele reis even duur blijft, maar alleen de retours worden af.g kaft. Tegenover de tram moet men billijk blijven. Spr. wijst er op, dat de tram zoo bezet is, omdat reizigers van Katwijk en Noordwijk or gratis gebruik van kunnen maken. Spr. acht een groote verhoogi noodig. De heer FOKKER antwoordt d n heer Sijtsma over de kwestie van het dividend. Ze kan ook veel gaan resarveeren. Ie heer EERDMANS blijft er bjj, dat in de praktijk Je verhooging op 50 pCt. neer komt, want enkele biljetten worden haast niet genomen. Waarom geen 12'J cent voor retours? Spr. heeft geen cijfers, die de nood- zakeiijkiv id bewijzen van de verhocging. Die maatschappijen zitten zoo in elkaar, dat kt niet na te gaan is. De VOORZITTER verklaart, dat deze tram geen winstgevende onderneming is en pleit voor' aanneming van het voorstel. De heer EERDMANS vil voorstellen de retours te brengen op 12'/. cent. De heer VAN DER LIP acht de tram voor Leiden een luxe en ziet geen bezwaar in aanneming van het voorstel. De heer EERDMANS dient een motie in, waarin B. en W. worden gevraagd de Maatschappij te berichten, dat geen bezwaar bestaat den prijs te'brengen op 12*/2 cent; maar wel tegen afschaffing der retourbil jetten. Deze motie wordt aaugenomen met 15 tegen 9 stemmen. Vdór de beeren Pera, J. P. Mulder, Sasse, Eerdmans. Botermans, Boot, Fokker, Huurman. Van Romburgh, Hoogenboom, Van der Ebt. Van Grutjng, Van Tol, Srjtsma en De Boer. Levering gemeenledrukwerk 25. Voorstel tot ondershandsche op dracht van de levering van het drukwerk voor de gemeente aan Ed. IJdo. (299) Do heer J. P. MULDER verklaart zich tegen het voorstel. Hjj ook acht publieke aanbesteding niet noodig, want de drukkers zjjn gehouden aan liet collectieve contract; waardoor een betere loonregeling voor de werknemers kon komen. Maar daarom moet niet maar op den ouden voet worden voortgegaan, want dat is protectie van, één patroon. Laten B. en W. de patroons oproepen, die het gemeen tewerk ambieeren. en over hen het werk verdeelen. Hierbij kan ook de oude leveran cier zjjn, want 't gaat niet tegen een p:rsoon, maar tegen een stelsel. Andere firma's zijn even goed ingericht. Voor een betere arbeidsverdeeling, noo dig voor een-goede instandhouding van de bedrijven in dezen moeilijken tijd, acht spr. het ook gewenscht. De heer FOKKER is 't hiermee niet eens. De drukkers hebben zichzelf nitgestooten door een contract te maken. Laat men bij den ouden drukker blijven, die de gemeente goed bediend heeft. De heer PERA oordeelt, dat de reile- neering van den lieer Fokker naar niets lijkt. De burgers staan toch ten opzichte van de voordeelen. die de gemeente oplevert, gc-lijk. Spr. gelooft wel, dat 't goed is het werk in één hand te houden, maar in dezen tijd is het anders dan in normale tijden. Nu is het goed de patroons te helpen door hun eenig gemeentewerk te geven, zij 'tdau ook met eenige bevoorrechting van den heer IJdo, die zich groots opofferingen heeft getroost. De VOORZITTER verklaart, dat de ge meente verplichtingen heeft tegenover den heer IJdo. Die heeft nadoelen geleden. Dat heeft hj zichzelf t? wijten, zeggen z'n col lega's. Maar dit is niet juist. Hji heeft den oorlog niet kunnen voorzien vóór vijf jaar. En hij mag niet gepasseerd op grond van de loonregeling voor het personeel. De loo- nen zijn daar niet lager dan elders, eer het tegendeel. Spr. verdedigt het voorstel door te wjj- zen op het feit, dat de heer IJdo er op in gericht is en de gemeente zeer goed be diende. Op billijkheidsgronden moet het voorstel worden aangenomen, waar de heer IJdo 3Vs jaar onder bezwarende omstan digheden heeft gewerkt. Het voorstel is billijk en in het belang der gemeente. De heef PERA pleit nogmaals voor ver deeling van den arbeid in verband met de tijden. De heer SIJTSMA is voor het voorstel. Hij verwondert zich over den heer Pera, die altijd tegen aanbesteding is geweest en nn het werk wil verdeelen. Spr. acht die ver- deeling voor de gemeente niét goed, omdat niet allen er op ingericht zijn zulk werk te verrichten. Het billijkheidsargument werkt bij spr. ook nog al zwaar. De heer J. P. MULDER zou een bemid delingsvoorstel verlangen in den geest als door den heer Pera gewild. Spr. wil 40pCL van het werk over de andere patroons ver deelen. Do VOORZITTER geeft den heer Mulder in overweging tegen het voorstel van B. en IV. te stemmen en dan met z'n motie te komen. De lieer J. P. MULDER blijft bjj zijn zienswjjze. De motie-Mulder wordt verworpen met 19- teggn 5 stemmqn en daarop het voorstel van B. en W. aangenomen. Rooien van hoornen. 26. Voorstel tot hot doen rooien en ver- kcopen van boomen. (302) De heer RE1MERINGEE dankt B. en -W. voor hun prae-advies op het adres van het „Lcidsch Dagblad"; het adres van prof. De Élécourt zou spr. niet nn willen behandelen, maar daarop prae-advies van B. en W. willen. De heer SIJTSMA wenseht ook prae-advies op dit laatste adres. De VOORZITTER merkt op, dat alle adressen maar niet om prae-advies kunnen gaan. Er komt maar telkens een request. Het vorig jaar is er ook een beslissing genomen over den Witte-Singel. Toen heeft men 't hier niet gewild. Dan moeten die adressen maar eerder komen. Men stemt het nu maar af en afgeloopen is 't. Het vorig jaar waren er 40 adressanten van den Witte-Singel en toen is er om den ander een boom gerooid. Nu zijn er nog maar 13 over. dus 27 gerustgesteld. De heeren REIMERINGER en SIJTSMA danken B. en W. over hun opinie over de boomen aan genoemden singel. De -heer EERDMANS gevoelt sympathie voor het adres van prof. De Blécourt, geeft eenige aesthetische beschouwingen en hoopt; dat B. en W. daarmee het volgend jaar rekening zullen houden. De VOORZITTER oordeelt, dat later, wanneer b.v. zoon laan ais de singel eens moet worden verwijderd, hiermee rekening kan worden gehouden. Op dezen singel zou spr. één enkele rij, alleen aan den buiten kant, leoljjk vinden. De h-er EERDMANS verledigt nogmaals zijn inzichten. De heer BOTERMANS zegl, dat in de Commissie van Fabricage voorgesteld is om drie van de zeven boomen bjj het gebouw van het „Leidsch Dagblad" te rooien. Hij had gehoopt, dat B. en W. daarin zouden meegaan. De heer FOKKER is hier tegen. Het ,,Leidsch Dagblad" had bij den bouw er maar rekening mee moeten houden, dat daar boomen stonden. Het voorstel wordt aangenomen. Dc stroomlfivering aan Aalsmeer. 27. Voorstel tot het aangaan van een compromis met de provincie Noord-Holland, in zako de aan de gemeente Leiden uit te keeren schadevergoeding hij onttinding van het contract tot levering van electrischen stroom aan de gemeente Aalsmeer. (300) Het voorstel wordt aangenomen. Dc prijs van het eten tier Centrale Keuken. 28. Praeadvies op het verzoek van de Duurtecommis ia u't de L id.che Arb.ilers- beweging om den prijs van het eten uit de Centrale Keuken niet hooger te stellen dan 10 cent per liter, en voorstel tot vast stelling van den prijs van het dcor die keuken te verstrekken eten èn tot berchik- baarstelling van rabatkaarten en het daar voor voorlcrpig ver i elite cre iiet. (305) De heer VAN DER ELST huldigt B. en W. en speciaal den wethouder van Fabri cage voor de stichting aan de Pasteurstraat. Er moet nog veel misver tand en vooroordeel worden overwonnen. Spr. kon ii; de vorige vergadering niet tegenweer lig zijn. maar las uit het stenografisch verslag wat de heer Sijtema meedeelde over wo rden, ge sproken in een openbare vergadering, waar de Centrale Keuken een gemeente-.rog is genoemd. Hij vindt 't schurkachtig en schan delijk, dat op vergaderingen, waar meh- schen met hun ellende komen om te wor den ingelicht, deze op zoo'n wijze worden opgezet. De heer J. P. MULDER brengt dank aan de Commissie voor de Volksvoeding voor wat zij deed. Met het prae-3dvie3 van B. en W. op het hiervoor genoemde voorstel, kan spr. volkomen msegaan. De heer WBLMER sluit zich aan bij de hulde over de stis-hang van de Keuken. In dit voorstel heeft spr. toch een leemte opgemerkt. Elke grens, d e g .-nomen wordt, is willekeurig, maar spr. hoopt, dat er bin nenkort een voorstel zal komen, waarbij rekening zal werden gehouden met het kin dertal. Het behoeft niet meer te kosten, wanneer het bedrag voor kinderlcoze ge zinnen lager wordt genomen, dan hier ge noemd. De VOORZITTER antwoordt den lieer Wil- mer, dat dit voorstel niet te verwachten is. Daarvoor zou weer een onderzoek nood zakelijk zijn. Het thans voorgestelde plan achten B. en W. het beste. Het voorstel wordt aangenomen. Bestendiging duurieloeslag. 29. Voorstel tot bestendiging van den bij Raadsbesluiten van 18 Mei, 27 Juni en 21 December 1916 toegekenden duurtoetoe- slag aan verschillende categorieën van amb tenaren, beambten en werklieden, in dienst der .gemeente Leiden. (306) De VOORZITTER zegt; dat dit voorstel alleen verband houdt met de thans van kracht j zijnde loonregeling. Wanneer de voorstellen I van de commissie ad hoc, die zoo spoedig mogelijk aan de orde zullen worden gesteld, van kracht zullen zjjn, kan op de nieuwe basis nieuwe plannen worden beraamd. Spr. zou willen opmerken aan adressanten over loonsverhocgingen en duurtetoeslagen, dat ze zich eens moeten matigen in hun adressen. Het voorstel wordt hie rep aangenomen. Hoofdelijke, cmslag. 30. Verzoeken om afschrijving van plaat selijke directe belasting, dienst 1917. (307) -De voorstellen dienaangaande worden aangenomen. 31. Bezvraarsc-hriltan tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1917. (308) Alsvoren. De heer VAN DER ELST geeft nog eenige inlichtingen naar aanleiding van op merkingen over het ter lezing liggen van de adviezen op de reclames. Brar.dsfoflenprijzen. De VOORZITTER deelt mee, dat reeds is gezegd, dat B. en W. zouden overwegen of er voorlcopig door de gemeente iets kan worden gedaan voor vermindering van brandstofprijzen, in afwachting 'van aau- neming van het wetsvoorstel. Spr. heelt hierover nog met Amsterdam geconfereerd, maar ook daar zag men geen gat in een regeling. Er is na eenige ver lichting door verminderden eokesprijs en door de verwachting, dat er goedkoopere parelcokes komt. Misschien is er tegen de der.le distributie iets te doen, omdat men dan weet wat liet Rijk zal doen en dus ook hoe groot voor de gemeente de kosten zullen zijn. In de vol gende raadsvergadering is waarschijnlijk een voorstel te verwachten inzake de- beecl ik- baarstelling van goedkoop r_- brandstoffen. De vergadering wordt hierop g sloten. Vergadering van gisteren. Om halfvijf heropent de voorzatter do openbare vergadering. STAATSBEGRGGT1NG 1913. Buiienlandsche Zaken. De heer SIBINGA MULDER brengt hulde aan de Regeering voor haar ernstig streven om ha-ar strikte neutraliteit ie handhaven en bespreekt- de talrijk© moei lijkheden, welke zijn ontstaan bij het aan voeren van de noodig© grondstoffen voor landbouw en nijverheid.'Spr. vraagt of do Amerikaansehc regcering zich nog steeds verzet tegen den uitvoer van levensmid delen in ons land en welke houding de Regeering aanneemt ten opzichte van de in Amerika gercquirecrcle schepen. Do lieer KNOBEL doel eeii beroep op de oorlogvoerende volkeren, om den oorlog te staken. Hier in den lande snakt- men naar den vrede, evenzeer als in de oorlogvoe rend© landen zelf. Dezo oorlog heeft ons verarmd, zoowel den boerenstand als de arbeiders en do middenstanders, terwijl ook dc moreele zijde van ons karakter achteruit gaat, getniigo do nog steeds toe nemende smokkelhandel. Hierna behandelt spr. het- buitenlandse!) beleid van de Regeering en geeft toe, ilat het recht ons krachtigst wapen is. Wat- de zand- en grintkwestie betreft, is het- hem opgevallen, dat in dc correspondentie een brief ontbreekt, waar minister Loudon in zijn schrijven am den Duitschen gezant- naar verwijst als een ,,lettre d'hier." Aan do houding der Regeering ten op- zichto van do gewapende koopvaardijsche pen brengt- spr. hulde en vraagt of het juist is, dat in Engelscho havens aan Nedcr- landsche schepen geen kolen meer worden verstrekt en op welke gronden deze houding berust. De houding der Amcrikaansche rcgeeiing heeft spr. teleur gesteld. Met belangstelling heeft hij kennis geno men van het interview met den minister president. Het commentaar in do Ameri- kaansche pers is hem echter niet duidelijk. Verder vraagt spr. inlichtingen omtrent de int er neer ing van vreemde krijgsgevan genen. Ten slotte brengt hij huldo aan alle amb tenaren van het Departement zoowel in het binnen- als in het buitenland. Dc heer NOLENS bespreekt do zand- en grintkwestie en zal zich tot het meest prac- tischo beperken. Hij zou willen weten of er nog een middel ia om do zaak tot een oplos sing to brengen en zoo een eind© te maken aar. de moeilijkheden, welke wij ten gevolge van het conflict ondervinden, bijv. door arbitrage over de uitlegging van liet art. 2 der Rijnvaartacte. Do heer DR-ESSELH U Y.S heeft clen in* druk gekregen, dat wellicht meer door do Regeering zou leunncn zijn gedaan voor do vredesactie, met- nam© in verband met do vredespogingen van den Paus. Daarom acht hij het gewenscht, dat in het parlement een stem wordt gehoord, die de Regeering aan spoort tot vredesarbeid en tot voorberei ding van den toekomstigen duurzamer vrede door het steunen en subsidieeren van de particuliere vredesbeweging, ten aan zien waarvan de Regecrir.g altijd een zekero schrielheid heeft getoond cn door directe stappen ter bevordering van het hoogei werk den uitbouw van liet volkenrecht. Nederland heeft de taak alles te doen wat mogelijk ia in het belang van liet totstand komen Aan een spoecligcn vrede. Daarom vraagt liij, dat- de Regeering rnct alle kracht all ca zal bevorderen, wat den vrede kan bevorderen, cn vooral na te gaan wat do totstandkoming van den vrede in ckn weg staat. Ons land kan belangrijke diensten bewijzen bij het overbrengen var opvattingen Rer ceno oorlogvoerende partij na-ar de andere, bij het uit den weg ruimen van misverstandenzooals cr bijvoorbeeld bij de oorlogvoerenden bestaan ten aanzien van België cn Elzas-Lotharjhgen. Onder de volken bestaat een vredtSSver- laiigch en spr. verwacht van de Regeering, dat zij alles zal doen om dat verlangen tegemoet te komen. Te 6 uren- wordt de vergadering ver daagd tot 8 uren. Avondvergadering. Posterijen-negrcoiing. De MINISTER VAN WATERSTAAT ver- klaart- geen salarisherziening, te kunnen toezeggen, vóór do verschijning van het Rapport der desbetreffende Staatscommis sies. V/el verklaart hij. (hit- de toestand niet kan blijven, zooals liij is. De gelijk stelling der telefonisten cn telegrafisten kan eerst 1 April ingaan. Uitbreiding van den telefoondienst is met het oog op de Zondagsrust, niet v enseheljjk. Do heer BEUMER wenseht de door don Minister ingevoerde wijziging in do perio dieke verhoogingen, ook toegepast te- zien voor de ambtenaren van het hoofdbestuur. De MINISTER acht dit ongewenseht. Dc begroeting wordt z. h. s. aangenomen. Waterweg van Dordrecht naar zee. Daarna wordt voortgegaan met de behan deling van het wetsontwerp tot- het maken van een waterweg van Dordrecht naar Zee. De MINISTER VAN WATERSTAAT, de heer LELY, betoogt uitvoerig, dat- de heer Van der Molen ten onrechte den indruk heeft gewekt, dat hier sprake was van eenige geheimzinnigheid. De Minister ontkent, dat 9/10 van lie-6 water der Merwedo langs de Noord zou worden afgevoerd, zooals de heer Ter Laan meende. Ook bij liet gemeentebestuur van Rotterdam heerscht dezelfde begripsverwar ring. De onteigeningen voor de oeverterreinen zullen zoo snel mogelijk moeten gcschieden- Spr. brengt hulde aan den Rottcrdamschen handel cn scheepvaart, die een krachtig be- wijs van vertrouwen gaven. De. heer BONG-AERTS stelt een motio voor, waarin uitstel van behandeling wordt gevraagd, totdat zekerheid is verkregen, dat de belanghebbenden bij do verbetering van den Waterweg naar Rotterdam (rnet 2 Jan. 1917) hun aandeel zullen betalen. Daarop wordt de behandeling verdaagd tot na het reces. öomac var. SILAS K HOCKING. 31) „Neen vader. Ik wensch in heb geheel niet te trouwen." „Het zal veel moeilijkheden geven," zei hij. „Ja, dat weet ik; maar wij zullen er spoedig overheen komen," fluisterde zij. „Maar hij zal er niet overheen komen. Hij houdt innig veel van je." „Dat zal hij, naar ik geloof, wel doen, vader, op zijn wijze. Weet u, ik houd niet van hem." „Maar liefde is iets, dat aangroeit." „Neen, lieve, ik zou nooit van hem kun nen ho-uden. Ik acht hem zelfs nict.V „Acht je hem niet?" „Neen. eigenlijk niet. Hoe kan dat ook? Hij beteekent zo© weinig. Hij is een niets doener. Zijn leven is zoo doelloos, zoo onbe duidend. „Hij behoeft- niet te werken." „Iedereen behoorde to werken. moest iets doen voor het algemeen welzijn. wo eet- zijn penninksko bijdragen voor den &1 gemeent>n voorraad. Hij doet nietsheeft nooit- iets gedaan. Hij verbeuzelt zijn leven. O, vader, liet- is onmogelijk!" „Te hebt vreemde opvattingen, kindlief." „Ik kan. niet laten, na te denken, vadertje," hernam rij, met haar gelaat- nog aliijd dicht bij hot zijne. „Ik had tijd om te denken. Er ia zooveel te doen in de wereld sr kan zooveel goeds gedaan worden. Waar om exploiteert men zijn mcdc-menschen, in plaats van ze te helpen?" Bardell kromp ineen en sloot zijn oogen stijf dicht. Het stond hem plotseling helder voor oogen, wat- hij gedaan had. Hij was geon nietsdoener geweest, maar had ande ren geëxploiteerd wat even erg was. Hij had zijn medemenschel) als pionnen in het spel des levens gebruikt. De gedachte was nooit bij hem opgekomen hoe hij ze kon helpenmaar wel hoo hij ze voor zijn eigen voordeel kon gebruiken. „Ik ben heel dicht aan den rand geweest, vadertje," ging zij na een lange pauze voort „en al is mijn leven misschien ook waarde loos, zoo kan ik, wat er van overgebleven is, toch niet aan een man als Jasper Fen- lovo toevertrouwen. Een man moet- een man's werk doen en zijn vrouw moet hem daarbij helpen." „Wat is een man's werk?" vroeg hij, alsof hij tot zichzelf sprak. „O. dat zijn duizend dingen, vadertje," fluisterde zij. „Ik bedoel nuttige dingen. U gelooft toch, dat wij verantwoordelijk zijn, nietwaar, en dat wij rekenschap moeten gov en van onze daden?" Hij kromp weer ineen en drukte liaar dichter tegen zich aan. Hij wist op zulk een vraag niet direct een antwoord te geven. Do toekomst joeg hem schrik aan. „Fenlovo heeft- zijn goede hoedanig heden," zei hij, niet op zijn gemak en ont wijkend. „O zeker," zei zij glimlachend. „Er is in iedereen iets goeds." En nu ontstond er tusschcn hen een lang durige stilte. Bardell dacht ernstig na. Hij begon zich op Adela's standpunt te plaat sen en haar bezwaren tegen Fenlovo te begrijpen. Zij had volkomen gelijk; zij had j altijd gelijk gehad. Hij, cn Jano hadden ver- I keerd gehandeld. Dat was hem in do laatste maanden steeds duidelijker geworden. Hoe treurig had hij den rechten weg gemist Hij was benieuwd hoe zij het had weten klaar t© spelen duidelijk te blijven zien, terwijl hij zijn best- had gedaan haar blik te be- j nevelen. Hij was dankbaar, dat zij geen i blik in zijn leven kon werpen, dat zij van niets afwist Wat- zou zij van hem denken, j als zij zag hoe hij werkelijk was Hij maakte eindelijk een beweging en zij stond van zijn knie op cn ging tegen den schoorsteenmantel staan. Zij zag er zeer bleek en teer uit, scheen slechts een schaduw van haar oude ikmaar tocli stonden haar oogen helder cn had haar gezicht een vast beraden uitdrukking, die hem troostte. „Is u niet- boes op me, vadertje?" vroeg zij ten slotte. „Neen, niet boos," zei hij klagend, „maar ig ben er zeer mee verlegen cn er door uit het veld geslagen. Het zal zooveel moeilijk heden geven." „O, of het al moeilijkheden geeft, daar komt het niet- op aan," zei zij glimlachend. „Op do verkeerde dingen komt bet aan." „Goed en verkeerd raken soms zoo ver ward begon hij. „O neen," viel zij hem in de rede. „Ik weet zeker, dat ik het goede lieb gedaan, cn de gevolgen van wat goeds kunnen onmo gelijk verkeerd wezen." „Dat klinkt verstandig," zei hij glim lachend. „Natuurlijk is het verstandig, want het is waar," zei ze vroolijk. „O, ik ben zoo dank baar, vadertje, dat- u niet. boos op mij is. Dat is een heel pak van mijn hart. Ik zal nu ■poedig beter worden." „Dat hoop ik." „Ik licb Jasper gezegd, dat liet een ver gissing is geweest. Hij mag dat nu niet in- zin, maar later toch zeker wel. Als ik weer sterk ben, wil ik Winifred helpen." „Zij houdt cr stokpaardjes op na hè?' „Neen, dat niet bepaald, vader. Winifred is groot en edel de verstandigst© en meest onbaatzuchtige lieveling,, die ik ooit heb ontmoet. U kan zich niet voorstellen hoe veel goeds zij doet. Dat is het juist, wat haar zoo gelukkig maakt." „Geluk is een kwestie van temperament, geloof je niet „O, niet geheel. vadcr^De vlijtige, de behulpzame, do ïruttigo mcifschcn zijn bijna altijd dc gelukkige menschen." „Sommigo menschen doen wat- al te veel." bromde hij. „Niet als zij goed doen," hernam zij „Ik zou heb afschuwelijk vinden een be moeial to wezenmaar ik zou gaarne wat goeds doen in do werelc! en, ik weet zeker, mijn lief. oud vadertje ook." Weer kromp hij ineen en opnieuw keersclito cr stilzwijgen. Een poosje later, toen Jano binnentrad, werd zij sprakeloos van verbazing bij het zien van Adela, zit tende op haars vaders knieën, met haar armen om zijn hals en haar gezicht dicht bij het zijne." „Wel, heb ik oodt," zei ze, waarop zij zich met walging omdraaide en weer de kamer \erlict-. Een paar dagen later keerde Winifred naar haar bovenwoning cn naar haar werk terug, naar haar wcczcn en oude menschen, haar zieken en lijdenden, haar kerkelijk werk cn haar vergaderingen. Zij wist, dat- zij veel achterstallig werk had in te halen. Zij was voel langer te Stoneluurst geble ven, dan zij gedacht had of haar plan wa« geweestmaar telkens, als zij van vertrek ken had gesproken, had Adela haar zóó dringend gesmeekt te blijven, dat zij daar aan geen weerstand had kunnen bieden. Doch nu ging Adela mot zulko rasecho schreden haar volkomen herstel te gemoet, dat zij haar, naar haar oordeel, met een gerust geweten kon verlaten. Binnenkort zoyden Adela en haar vader naar het bui tenland gaan. Haar plaats was dus niet langer to Stoneliurst, maar in haar eigen woning. Zij was blij, dat zij weer in dc stad was. Wel beschouwd was er toch geen plaat* gelijk aan liet cigcu tehuis, zelfs al was dat ook maar do bovenwoning van een onge huwd jong meisje. Het- duurde niet lang of zij was weer in de volle drukte van haar oud© werkzaamheden en overal werd zij met vreugde en geestdrift verwelkomd. Hot was zoo iets heerlijks te voelen, dat men haar had gemist-, cn dat deed haar volkomen begrijpen hoezeer haar werk werd op prijs gestold. Het leven kon nooit duf of ledig zijn, als cr zooveel was, dat op afdoen wachtte, cn zij bezat daarvoor de kracht en energie. Zij vcrvccldo zich nooit, voelde zich nooit landerig; do tijd viel haar nooit lang. 's Avonds was zij wel ver moeid, maar toch volkomen gelukkig en eiken morgen werd zij fris oh als een leeuwe rik v. akker, om de nieuwe plichten, die op haar wachtten, t# aanvaarden. Nu en dan zag zii. zonder dal- zij het zelf wist, naar lord Impcy uit. Hij was een van haar naaste buren, ebt wil zeggen, als hij in de stad was en zij was er zeker van. dat zij hem vroeg of laat zou tegenkomen, (Wordt- vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5