No. 17737.
LEIDSCH DAGBLAD Vrijdag 21 December
Tweede Blad
Anno pk.
Gemeenteraad van Leiden.
7WEE0El<i»
FEUILLETON.
Een man's werk.
(Vervolg van gisternsmiddag). i;
,y - He! perceel Broeslraal 94.
20. Voorstel:
S. tot beschikbaarstelling van gelden voor
den aanleg vro. etn electrisehe leiding in
liet perceel Breestraat No. .94;
b. in zake de verhuring van dat perceel aan
do dames Bayer en Goddijn. (297)
Het voorstel wordt goedgekeurd.
Buitengewone school voor L. 0.
21. Voorstel tot wijziging der begroo
ting. dienst 1917, in verband met de meer
dere kosten van uitbreiding der Buitenge
wone School voor Lager Onderwijs. (303)
Alsvoren.
Verordening op hel rijden.
22. Verordening tot wijziging der ver-
Ordening van 23 Mei 1912 (Gem.blad No. IS)
op het rijden. (290)
Do heer FOKKER Vraagt, waarom het
advies van de Gezondheidscommissie in in
gewonnen.
De VOORZITTER zsgt, dat de wet dit
eischt, ook al komt er maar één bepaling
in. in verband met den gezondheidsdienst.
De verordening wordt goedgekeurd.
Werkverschaffing bij werkloosheid.
23. Praeadvies op het verzoek van den
Nederlandschen Bond voor Werkverschaffing
om een commissie in het leven te roepen
tot het instellen van een onderzoek aan
gaande werkverschaffing bij werkloosheid,
tijdens of na den oorlog. (304)
De heer SIJTSMA oordeelt, dat in dezen
de vereeniging van werkgevers, die hier is
opgericht, in do eerste plaats moet wor
den gehoord.
Do VOORZITTER zegt, dat B. en W. dit
gaarno zullen doen. De door hen gegeven
opsomming was niet limitatief.
Na beantwoording van een vraag van den
heer PERA dcor den heer VAN DER LIP
wordt het -prac-advies goedgekeurd.
Afschaffing tramretours.
24. Vc-orstel om goed te keuren, dat, in
afwijking van het bepaalde in art. 29 der
Concessievoorwaarden, de tivee-ritten-kaar-
ten op de stadstram tijdelijk tot wederop-
zeggens worden afgeschaft. (298)
Da heer FOKKER kan zich hiermee niet
vereenigen, 't Is niet noodig, dat een kapi
taalkrachtige ond neming alle exrta-kost n
direct op de burgerij verhaalt.
Allo macht wordt thans uit handen ge-
feven, gevolg van de redactie van net
estnit, dat nu wordt voorgesteld.
De hoer SIJTSMA 'merkt op. dat de maat
schappij nog geen 'dividend heeft- kunnen
betaivn, ïraar het publiek lijdt zeer onder
dezen oorlog en daarom is 't zijns inziens
niet goed. daarop 'nog meerdere lasten te
lc-ggen. Ook het belang d maatschappij
acht sor. hiermee r.i'et gediend, want er
zal he 1 wat 'minder worden gebruik ge
maakt, van de tram.
Den heer EEKDMANS is 't ook niet dui
delijk, waarom r r een verhoog'ng van 50
pCt. moet komen. Het is een afwentel-
systeem, dat ten slotte belandt bij lien, die
nieis meer kunnen afwentelen. En waarom
kan geen verhooging van 20 pCt. worden
gevraagd.
De VOORZITTER markt op. dal de enkele
reis even duur blijft, maar alleen de retours
worden af.g kaft. Tegenover de tram moet
men billijk blijven. Spr. wijst er op, dat de
tram zoo bezet is, omdat reizigers van
Katwijk en Noordwijk or gratis gebruik
van kunnen maken. Spr. acht een groote
verhoogi noodig.
De heer FOKKER antwoordt d n heer
Sijtsma over de kwestie van het dividend.
Ze kan ook veel gaan resarveeren.
Ie heer EERDMANS blijft er bjj, dat
in de praktijk Je verhooging op 50 pCt. neer
komt, want enkele biljetten worden haast
niet genomen. Waarom geen 12'J cent voor
retours? Spr. heeft geen cijfers, die de nood-
zakeiijkiv id bewijzen van de verhocging.
Die maatschappijen zitten zoo in elkaar,
dat kt niet na te gaan is.
De VOORZITTER verklaart, dat deze
tram geen winstgevende onderneming is en
pleit voor' aanneming van het voorstel.
De heer EERDMANS vil voorstellen de
retours te brengen op 12'/. cent.
De heer VAN DER LIP acht de tram
voor Leiden een luxe en ziet geen bezwaar
in aanneming van het voorstel.
De heer EERDMANS dient een motie
in, waarin B. en W. worden gevraagd de
Maatschappij te berichten, dat geen bezwaar
bestaat den prijs te'brengen op 12*/2 cent;
maar wel tegen afschaffing der retourbil
jetten.
Deze motie wordt aaugenomen met 15
tegen 9 stemmen. Vdór de beeren Pera,
J. P. Mulder, Sasse, Eerdmans. Botermans,
Boot, Fokker, Huurman. Van Romburgh,
Hoogenboom, Van der Ebt. Van Grutjng,
Van Tol, Srjtsma en De Boer.
Levering gemeenledrukwerk
25. Voorstel tot ondershandsche op
dracht van de levering van het drukwerk
voor de gemeente aan Ed. IJdo. (299)
Do heer J. P. MULDER verklaart zich
tegen het voorstel. Hjj ook acht publieke
aanbesteding niet noodig, want de drukkers
zjjn gehouden aan liet collectieve contract;
waardoor een betere loonregeling voor de
werknemers kon komen.
Maar daarom moet niet maar op den
ouden voet worden voortgegaan, want dat
is protectie van, één patroon. Laten B. en
W. de patroons oproepen, die het gemeen
tewerk ambieeren. en over hen het werk
verdeelen. Hierbij kan ook de oude leveran
cier zjjn, want 't gaat niet tegen een p:rsoon,
maar tegen een stelsel. Andere firma's zijn
even goed ingericht.
Voor een betere arbeidsverdeeling, noo
dig voor een-goede instandhouding van de
bedrijven in dezen moeilijken tijd, acht spr.
het ook gewenscht.
De heer FOKKER is 't hiermee niet eens.
De drukkers hebben zichzelf nitgestooten
door een contract te maken. Laat men bij
den ouden drukker blijven, die de gemeente
goed bediend heeft.
De heer PERA oordeelt, dat de reile-
neering van den lieer Fokker naar niets
lijkt. De burgers staan toch ten opzichte
van de voordeelen. die de gemeente oplevert,
gc-lijk. Spr. gelooft wel, dat 't goed is het
werk in één hand te houden, maar in dezen
tijd is het anders dan in normale tijden.
Nu is het goed de patroons te helpen door
hun eenig gemeentewerk te geven, zij 'tdau
ook met eenige bevoorrechting van den heer
IJdo, die zich groots opofferingen heeft
getroost.
De VOORZITTER verklaart, dat de ge
meente verplichtingen heeft tegenover den
heer IJdo. Die heeft nadoelen geleden. Dat
heeft hj zichzelf t? wijten, zeggen z'n col
lega's. Maar dit is niet juist. Hji heeft den
oorlog niet kunnen voorzien vóór vijf jaar.
En hij mag niet gepasseerd op grond van
de loonregeling voor het personeel. De loo-
nen zijn daar niet lager dan elders, eer het
tegendeel.
Spr. verdedigt het voorstel door te wjj-
zen op het feit, dat de heer IJdo er op in
gericht is en de gemeente zeer goed be
diende. Op billijkheidsgronden moet het
voorstel worden aangenomen, waar de heer
IJdo 3Vs jaar onder bezwarende omstan
digheden heeft gewerkt. Het voorstel is
billijk en in het belang der gemeente.
De heef PERA pleit nogmaals voor ver
deeling van den arbeid in verband met de
tijden.
De heer SIJTSMA is voor het voorstel.
Hij verwondert zich over den heer Pera, die
altijd tegen aanbesteding is geweest en nn
het werk wil verdeelen. Spr. acht die ver-
deeling voor de gemeente niét goed, omdat
niet allen er op ingericht zijn zulk werk
te verrichten. Het billijkheidsargument werkt
bij spr. ook nog al zwaar.
De heer J. P. MULDER zou een bemid
delingsvoorstel verlangen in den geest als
door den heer Pera gewild. Spr. wil 40pCL
van het werk over de andere patroons ver
deelen.
Do VOORZITTER geeft den heer Mulder
in overweging tegen het voorstel van B. en
IV. te stemmen en dan met z'n motie te
komen.
De lieer J. P. MULDER blijft bjj zijn
zienswjjze.
De motie-Mulder wordt verworpen met
19- teggn 5 stemmqn en daarop het voorstel
van B. en W. aangenomen.
Rooien van hoornen.
26. Voorstel tot hot doen rooien en ver-
kcopen van boomen. (302)
De heer RE1MERINGEE dankt B. en -W.
voor hun prae-advies op het adres van het
„Lcidsch Dagblad"; het adres van prof. De
Élécourt zou spr. niet nn willen behandelen,
maar daarop prae-advies van B. en W. willen.
De heer SIJTSMA wenseht ook prae-advies
op dit laatste adres.
De VOORZITTER merkt op, dat alle
adressen maar niet om prae-advies kunnen
gaan. Er komt maar telkens een request.
Het vorig jaar is er ook een beslissing
genomen over den Witte-Singel. Toen heeft
men 't hier niet gewild. Dan moeten die
adressen maar eerder komen. Men stemt
het nu maar af en afgeloopen is 't. Het
vorig jaar waren er 40 adressanten van
den Witte-Singel en toen is er om den
ander een boom gerooid. Nu zijn er nog
maar 13 over. dus 27 gerustgesteld.
De heeren REIMERINGER en SIJTSMA
danken B. en W. over hun opinie over de
boomen aan genoemden singel.
De -heer EERDMANS gevoelt sympathie
voor het adres van prof. De Blécourt, geeft
eenige aesthetische beschouwingen en hoopt;
dat B. en W. daarmee het volgend jaar
rekening zullen houden.
De VOORZITTER oordeelt, dat later,
wanneer b.v. zoon laan ais de singel eens
moet worden verwijderd, hiermee rekening
kan worden gehouden. Op dezen singel zou
spr. één enkele rij, alleen aan den buiten
kant, leoljjk vinden.
De h-er EERDMANS verledigt nogmaals
zijn inzichten.
De heer BOTERMANS zegl, dat in de
Commissie van Fabricage voorgesteld is om
drie van de zeven boomen bjj het gebouw
van het „Leidsch Dagblad" te rooien. Hij
had gehoopt, dat B. en W. daarin zouden
meegaan.
De heer FOKKER is hier tegen. Het
,,Leidsch Dagblad" had bij den bouw er
maar rekening mee moeten houden, dat daar
boomen stonden.
Het voorstel wordt aangenomen.
Dc stroomlfivering aan Aalsmeer.
27. Voorstel tot het aangaan van een
compromis met de provincie Noord-Holland,
in zako de aan de gemeente Leiden uit te
keeren schadevergoeding hij onttinding van
het contract tot levering van electrischen
stroom aan de gemeente Aalsmeer. (300)
Het voorstel wordt aangenomen.
Dc prijs van het eten tier Centrale Keuken.
28. Praeadvies op het verzoek van de
Duurtecommis ia u't de L id.che Arb.ilers-
beweging om den prijs van het eten uit
de Centrale Keuken niet hooger te stellen
dan 10 cent per liter, en voorstel tot vast
stelling van den prijs van het dcor die
keuken te verstrekken eten èn tot berchik-
baarstelling van rabatkaarten en het daar
voor voorlcrpig ver i elite cre iiet. (305)
De heer VAN DER ELST huldigt B. en
W. en speciaal den wethouder van Fabri
cage voor de stichting aan de Pasteurstraat.
Er moet nog veel misver tand en vooroordeel
worden overwonnen. Spr. kon ii; de vorige
vergadering niet tegenweer lig zijn. maar
las uit het stenografisch verslag wat de
heer Sijtema meedeelde over wo rden, ge
sproken in een openbare vergadering, waar
de Centrale Keuken een gemeente-.rog is
genoemd. Hij vindt 't schurkachtig en schan
delijk, dat op vergaderingen, waar meh-
schen met hun ellende komen om te wor
den ingelicht, deze op zoo'n wijze worden
opgezet.
De heer J. P. MULDER brengt dank aan
de Commissie voor de Volksvoeding voor
wat zij deed. Met het prae-3dvie3 van B. en
W. op het hiervoor genoemde voorstel, kan
spr. volkomen msegaan.
De heer WBLMER sluit zich aan bij de
hulde over de stis-hang van de Keuken.
In dit voorstel heeft spr. toch een leemte
opgemerkt. Elke grens, d e g .-nomen wordt,
is willekeurig, maar spr. hoopt, dat er bin
nenkort een voorstel zal komen, waarbij
rekening zal werden gehouden met het kin
dertal. Het behoeft niet meer te kosten,
wanneer het bedrag voor kinderlcoze ge
zinnen lager wordt genomen, dan hier ge
noemd.
De VOORZITTER antwoordt den lieer Wil-
mer, dat dit voorstel niet te verwachten is.
Daarvoor zou weer een onderzoek nood
zakelijk zijn. Het thans voorgestelde plan
achten B. en W. het beste.
Het voorstel wordt aangenomen.
Bestendiging duurieloeslag.
29. Voorstel tot bestendiging van den
bij Raadsbesluiten van 18 Mei, 27 Juni en
21 December 1916 toegekenden duurtoetoe-
slag aan verschillende categorieën van amb
tenaren, beambten en werklieden, in dienst
der .gemeente Leiden. (306)
De VOORZITTER zegt; dat dit voorstel
alleen verband houdt met de thans van kracht
j zijnde loonregeling. Wanneer de voorstellen
I van de commissie ad hoc, die zoo spoedig
mogelijk aan de orde zullen worden gesteld,
van kracht zullen zjjn, kan op de nieuwe
basis nieuwe plannen worden beraamd. Spr.
zou willen opmerken aan adressanten over
loonsverhocgingen en duurtetoeslagen, dat
ze zich eens moeten matigen in hun adressen.
Het voorstel wordt hie rep aangenomen.
Hoofdelijke, cmslag.
30. Verzoeken om afschrijving van plaat
selijke directe belasting, dienst 1917. (307)
-De voorstellen dienaangaande worden
aangenomen.
31. Bezvraarsc-hriltan tegen aanslagen in
de plaatselijke directe belasting, dienst 1917.
(308)
Alsvoren.
De heer VAN DER ELST geeft nog
eenige inlichtingen naar aanleiding van op
merkingen over het ter lezing liggen van de
adviezen op de reclames.
Brar.dsfoflenprijzen.
De VOORZITTER deelt mee, dat reeds is
gezegd, dat B. en W. zouden overwegen
of er voorlcopig door de gemeente iets
kan worden gedaan voor vermindering van
brandstofprijzen, in afwachting 'van aau-
neming van het wetsvoorstel.
Spr. heelt hierover nog met Amsterdam
geconfereerd, maar ook daar zag men geen
gat in een regeling. Er is na eenige ver
lichting door verminderden eokesprijs en
door de verwachting, dat er goedkoopere
parelcokes komt.
Misschien is er tegen de der.le distributie
iets te doen, omdat men dan weet wat liet
Rijk zal doen en dus ook hoe groot voor de
gemeente de kosten zullen zijn. In de vol
gende raadsvergadering is waarschijnlijk een
voorstel te verwachten inzake de- beecl ik-
baarstelling van goedkoop r_- brandstoffen.
De vergadering wordt hierop g sloten.
Vergadering van gisteren.
Om halfvijf heropent de voorzatter do
openbare vergadering.
STAATSBEGRGGT1NG 1913.
Buiienlandsche Zaken.
De heer SIBINGA MULDER brengt
hulde aan de Regeering voor haar ernstig
streven om ha-ar strikte neutraliteit ie
handhaven en bespreekt- de talrijk© moei
lijkheden, welke zijn ontstaan bij het aan
voeren van de noodig© grondstoffen voor
landbouw en nijverheid.'Spr. vraagt of do
Amerikaansehc regcering zich nog steeds
verzet tegen den uitvoer van levensmid
delen in ons land en welke houding de
Regeering aanneemt ten opzichte van de in
Amerika gercquirecrcle schepen.
Do lieer KNOBEL doel eeii beroep op de
oorlogvoerende volkeren, om den oorlog te
staken. Hier in den lande snakt- men naar
den vrede, evenzeer als in de oorlogvoe
rend© landen zelf. Dezo oorlog heeft ons
verarmd, zoowel den boerenstand als de
arbeiders en do middenstanders, terwijl
ook dc moreele zijde van ons karakter
achteruit gaat, getniigo do nog steeds toe
nemende smokkelhandel.
Hierna behandelt spr. het- buitenlandse!)
beleid van de Regeering en geeft toe, ilat
het recht ons krachtigst wapen is. Wat- de
zand- en grintkwestie betreft, is het- hem
opgevallen, dat in dc correspondentie een
brief ontbreekt, waar minister Loudon in
zijn schrijven am den Duitschen gezant-
naar verwijst als een ,,lettre d'hier."
Aan do houding der Regeering ten op-
zichto van do gewapende koopvaardijsche
pen brengt- spr. hulde en vraagt of het
juist is, dat in Engelscho havens aan Nedcr-
landsche schepen geen kolen meer worden
verstrekt en op welke gronden deze houding
berust.
De houding der Amcrikaansche rcgeeiing
heeft spr. teleur gesteld.
Met belangstelling heeft hij kennis geno
men van het interview met den minister
president. Het commentaar in do Ameri-
kaansche pers is hem echter niet duidelijk.
Verder vraagt spr. inlichtingen omtrent
de int er neer ing van vreemde krijgsgevan
genen.
Ten slotte brengt hij huldo aan alle amb
tenaren van het Departement zoowel in het
binnen- als in het buitenland.
Dc heer NOLENS bespreekt do zand- en
grintkwestie en zal zich tot het meest prac-
tischo beperken. Hij zou willen weten of er
nog een middel ia om do zaak tot een oplos
sing to brengen en zoo een eind© te maken
aar. de moeilijkheden, welke wij ten gevolge
van het conflict ondervinden, bijv. door
arbitrage over de uitlegging van liet art. 2
der Rijnvaartacte.
Do heer DR-ESSELH U Y.S heeft clen in*
druk gekregen, dat wellicht meer door do
Regeering zou leunncn zijn gedaan voor do
vredesactie, met- nam© in verband met do
vredespogingen van den Paus. Daarom acht
hij het gewenscht, dat in het parlement een
stem wordt gehoord, die de Regeering aan
spoort tot vredesarbeid en tot voorberei
ding van den toekomstigen duurzamer
vrede door het steunen en subsidieeren van
de particuliere vredesbeweging, ten aan
zien waarvan de Regecrir.g altijd een zekero
schrielheid heeft getoond cn door directe
stappen ter bevordering van het hoogei
werk den uitbouw van liet volkenrecht.
Nederland heeft de taak alles te doen wat
mogelijk ia in het belang van liet totstand
komen Aan een spoecligcn vrede. Daarom
vraagt liij, dat- de Regeering rnct alle kracht
all ca zal bevorderen, wat den vrede
kan bevorderen, cn vooral na te gaan
wat do totstandkoming van den vrede in
ckn weg staat. Ons land kan belangrijke
diensten bewijzen bij het overbrengen var
opvattingen Rer ceno oorlogvoerende partij
na-ar de andere, bij het uit den weg ruimen
van misverstandenzooals cr bijvoorbeeld
bij de oorlogvoerenden bestaan ten aanzien
van België cn Elzas-Lotharjhgen.
Onder de volken bestaat een vredtSSver-
laiigch en spr. verwacht van de Regeering,
dat zij alles zal doen om dat verlangen
tegemoet te komen.
Te 6 uren- wordt de vergadering ver
daagd tot 8 uren.
Avondvergadering.
Posterijen-negrcoiing.
De MINISTER VAN WATERSTAAT ver-
klaart- geen salarisherziening, te kunnen
toezeggen, vóór do verschijning van het
Rapport der desbetreffende Staatscommis
sies. V/el verklaart hij. (hit- de toestand
niet kan blijven, zooals liij is. De gelijk
stelling der telefonisten cn telegrafisten
kan eerst 1 April ingaan. Uitbreiding van
den telefoondienst is met het oog op de
Zondagsrust, niet v enseheljjk.
Do heer BEUMER wenseht de door don
Minister ingevoerde wijziging in do perio
dieke verhoogingen, ook toegepast te- zien
voor de ambtenaren van het hoofdbestuur.
De MINISTER acht dit ongewenseht.
Dc begroeting wordt z. h. s. aangenomen.
Waterweg van Dordrecht naar zee.
Daarna wordt voortgegaan met de behan
deling van het wetsontwerp tot- het maken
van een waterweg van Dordrecht naar Zee.
De MINISTER VAN WATERSTAAT, de
heer LELY, betoogt uitvoerig, dat- de heer
Van der Molen ten onrechte den indruk
heeft gewekt, dat hier sprake was van
eenige geheimzinnigheid.
De Minister ontkent, dat 9/10 van lie-6
water der Merwedo langs de Noord zou
worden afgevoerd, zooals de heer Ter Laan
meende. Ook bij liet gemeentebestuur van
Rotterdam heerscht dezelfde begripsverwar
ring.
De onteigeningen voor de oeverterreinen
zullen zoo snel mogelijk moeten gcschieden-
Spr. brengt hulde aan den Rottcrdamschen
handel cn scheepvaart, die een krachtig be-
wijs van vertrouwen gaven.
De. heer BONG-AERTS stelt een motio
voor, waarin uitstel van behandeling wordt
gevraagd, totdat zekerheid is verkregen,
dat de belanghebbenden bij do verbetering
van den Waterweg naar Rotterdam (rnet
2 Jan. 1917) hun aandeel zullen betalen.
Daarop wordt de behandeling verdaagd tot
na het reces.
öomac var. SILAS K HOCKING.
31)
„Neen vader. Ik wensch in heb geheel
niet te trouwen."
„Het zal veel moeilijkheden geven,"
zei hij.
„Ja, dat weet ik; maar wij zullen er
spoedig overheen komen," fluisterde zij.
„Maar hij zal er niet overheen komen.
Hij houdt innig veel van je."
„Dat zal hij, naar ik geloof, wel doen,
vader, op zijn wijze. Weet u, ik houd niet
van hem."
„Maar liefde is iets, dat aangroeit."
„Neen, lieve, ik zou nooit van hem kun
nen ho-uden. Ik acht hem zelfs nict.V
„Acht je hem niet?"
„Neen. eigenlijk niet. Hoe kan dat ook?
Hij beteekent zo© weinig. Hij is een niets
doener. Zijn leven is zoo doelloos, zoo onbe
duidend.
„Hij behoeft- niet te werken."
„Iedereen behoorde to werken. moest
iets doen voor het algemeen welzijn.
wo eet- zijn penninksko bijdragen voor den
&1 gemeent>n voorraad. Hij doet nietsheeft
nooit- iets gedaan. Hij verbeuzelt zijn
leven. O, vader, liet- is onmogelijk!"
„Te hebt vreemde opvattingen, kindlief."
„Ik kan. niet laten, na te denken,
vadertje," hernam rij, met haar gelaat- nog
aliijd dicht bij hot zijne. „Ik had tijd om te
denken. Er ia zooveel te doen in de wereld
sr kan zooveel goeds gedaan worden. Waar
om exploiteert men zijn mcdc-menschen, in
plaats van ze te helpen?"
Bardell kromp ineen en sloot zijn oogen
stijf dicht. Het stond hem plotseling helder
voor oogen, wat- hij gedaan had. Hij was
geon nietsdoener geweest, maar had ande
ren geëxploiteerd wat even erg was.
Hij had zijn medemenschel) als pionnen in
het spel des levens gebruikt. De gedachte
was nooit bij hem opgekomen hoe hij ze
kon helpenmaar wel hoo hij ze voor zijn
eigen voordeel kon gebruiken.
„Ik ben heel dicht aan den rand geweest,
vadertje," ging zij na een lange pauze voort
„en al is mijn leven misschien ook waarde
loos, zoo kan ik, wat er van overgebleven
is, toch niet aan een man als Jasper Fen-
lovo toevertrouwen. Een man moet- een
man's werk doen en zijn vrouw moet hem
daarbij helpen."
„Wat is een man's werk?" vroeg hij, alsof
hij tot zichzelf sprak.
„O. dat zijn duizend dingen, vadertje,"
fluisterde zij. „Ik bedoel nuttige dingen. U
gelooft toch, dat wij verantwoordelijk zijn,
nietwaar, en dat wij rekenschap moeten
gov en van onze daden?"
Hij kromp weer ineen en drukte liaar
dichter tegen zich aan. Hij wist op zulk een
vraag niet direct een antwoord te geven.
Do toekomst joeg hem schrik aan.
„Fenlovo heeft- zijn goede hoedanig
heden," zei hij, niet op zijn gemak en ont
wijkend.
„O zeker," zei zij glimlachend. „Er is in
iedereen iets goeds."
En nu ontstond er tusschcn hen een lang
durige stilte. Bardell dacht ernstig na. Hij
begon zich op Adela's standpunt te plaat
sen en haar bezwaren tegen Fenlovo te
begrijpen. Zij had volkomen gelijk; zij had
j altijd gelijk gehad. Hij, cn Jano hadden ver-
I keerd gehandeld. Dat was hem in do laatste
maanden steeds duidelijker geworden. Hoe
treurig had hij den rechten weg gemist Hij
was benieuwd hoe zij het had weten klaar
t© spelen duidelijk te blijven zien, terwijl
hij zijn best- had gedaan haar blik te be-
j nevelen. Hij was dankbaar, dat zij geen
i blik in zijn leven kon werpen, dat zij van
niets afwist Wat- zou zij van hem denken, j
als zij zag hoe hij werkelijk was
Hij maakte eindelijk een beweging en zij
stond van zijn knie op cn ging tegen den
schoorsteenmantel staan. Zij zag er zeer
bleek en teer uit, scheen slechts een schaduw
van haar oude ikmaar tocli stonden haar
oogen helder cn had haar gezicht een vast
beraden uitdrukking, die hem troostte.
„Is u niet- boes op me, vadertje?" vroeg
zij ten slotte.
„Neen, niet boos," zei hij klagend, „maar
ig ben er zeer mee verlegen cn er door uit
het veld geslagen. Het zal zooveel moeilijk
heden geven."
„O, of het al moeilijkheden geeft, daar
komt het niet- op aan," zei zij glimlachend.
„Op do verkeerde dingen komt bet aan."
„Goed en verkeerd raken soms zoo ver
ward begon hij.
„O neen," viel zij hem in de rede. „Ik
weet zeker, dat ik het goede lieb gedaan,
cn de gevolgen van wat goeds kunnen onmo
gelijk verkeerd wezen."
„Dat klinkt verstandig," zei hij glim
lachend.
„Natuurlijk is het verstandig, want het is
waar," zei ze vroolijk. „O, ik ben zoo dank
baar, vadertje, dat- u niet. boos op mij is.
Dat is een heel pak van mijn hart. Ik zal nu
■poedig beter worden."
„Dat hoop ik."
„Ik licb Jasper gezegd, dat liet een ver
gissing is geweest. Hij mag dat nu niet in-
zin, maar later toch zeker wel. Als ik
weer sterk ben, wil ik Winifred helpen."
„Zij houdt cr stokpaardjes op na hè?'
„Neen, dat niet bepaald, vader. Winifred
is groot en edel de verstandigst© en meest
onbaatzuchtige lieveling,, die ik ooit heb
ontmoet. U kan zich niet voorstellen hoe
veel goeds zij doet. Dat is het juist, wat
haar zoo gelukkig maakt."
„Geluk is een kwestie van temperament,
geloof je niet
„O, niet geheel. vadcr^De vlijtige, de
behulpzame, do ïruttigo mcifschcn zijn bijna
altijd dc gelukkige menschen."
„Sommigo menschen doen wat- al te
veel." bromde hij.
„Niet als zij goed doen," hernam zij
„Ik zou heb afschuwelijk vinden een be
moeial to wezenmaar ik zou gaarne wat
goeds doen in do werelc! en, ik weet zeker,
mijn lief. oud vadertje ook."
Weer kromp hij ineen en opnieuw
keersclito cr stilzwijgen. Een poosje later,
toen Jano binnentrad, werd zij sprakeloos
van verbazing bij het zien van Adela, zit
tende op haars vaders knieën, met haar
armen om zijn hals en haar gezicht dicht bij
het zijne."
„Wel, heb ik oodt," zei ze, waarop zij
zich met walging omdraaide en weer de
kamer \erlict-.
Een paar dagen later keerde Winifred
naar haar bovenwoning cn naar haar werk
terug, naar haar wcczcn en oude menschen,
haar zieken en lijdenden, haar kerkelijk
werk cn haar vergaderingen. Zij wist, dat-
zij veel achterstallig werk had in te halen.
Zij was voel langer te Stoneluurst geble
ven, dan zij gedacht had of haar plan wa«
geweestmaar telkens, als zij van vertrek
ken had gesproken, had Adela haar zóó
dringend gesmeekt te blijven, dat zij daar
aan geen weerstand had kunnen bieden.
Doch nu ging Adela mot zulko rasecho
schreden haar volkomen herstel te gemoet,
dat zij haar, naar haar oordeel, met een
gerust geweten kon verlaten. Binnenkort
zoyden Adela en haar vader naar het bui
tenland gaan. Haar plaats was dus niet
langer to Stoneliurst, maar in haar eigen
woning.
Zij was blij, dat zij weer in dc stad was.
Wel beschouwd was er toch geen plaat*
gelijk aan liet cigcu tehuis, zelfs al was
dat ook maar do bovenwoning van een onge
huwd jong meisje. Het- duurde niet lang
of zij was weer in de volle drukte van haar
oud© werkzaamheden en overal werd zij
met vreugde en geestdrift verwelkomd.
Hot was zoo iets heerlijks te voelen, dat
men haar had gemist-, cn dat deed haar
volkomen begrijpen hoezeer haar werk
werd op prijs gestold. Het leven kon nooit
duf of ledig zijn, als cr zooveel was, dat op
afdoen wachtte, cn zij bezat daarvoor de
kracht en energie. Zij vcrvccldo zich nooit,
voelde zich nooit landerig; do tijd viel
haar nooit lang. 's Avonds was zij wel ver
moeid, maar toch volkomen gelukkig en
eiken morgen werd zij fris oh als een leeuwe
rik v. akker, om de nieuwe plichten, die op
haar wachtten, t# aanvaarden.
Nu en dan zag zii. zonder dal- zij het zelf
wist, naar lord Impcy uit. Hij was een van
haar naaste buren, ebt wil zeggen, als hij
in de stad was en zij was er zeker van.
dat zij hem vroeg of laat zou tegenkomen,
(Wordt- vervolgd).