No. 17732. LE1DSCH DAGBLAD Zaterdag 15 December Tweede Blad Anno 1917. Brieven van een Leidenaar. DE OORLOG INGEZONDEN FEUILLETON, 1- en iiian'M werk. DGXXII. De ca :iisiooj.inden apitson zich in ons land nog meer en meer toe. Ook in onza gemeente. Waar hït tea slotte op uitloopea moet, wie zal het neggen? Het aantal menschen, dat van de oorlogs toestanden profiteert, en in den eersten tijd niet gering was, neemt gaandeweg af; het aantak dat do nadeeligo gevolgen er van ondervindi. groeit gestadig aan. Dit zfrjo in de eerste plaats do arbeiders, die gedeel telik of geheel werkloos zijn geworden of zullen worden. Iü het algemeen hebben wy in de oorlogsjaren niet over werkloosheid te klagen gehad. Bjr het tegendeel. De mobilisa tie heeft vele werkkrachten aan den maat- schappelijken arbeid onttrokken; nieuwe, voor de oorlogvoerende landen produceerende in dustrieën werden opgericht en eischten vele goedbetaalde krachten. Bij gebrek aan veler lei grondstoffen wordt in deze en andere fa brieken de werktijd voortdurend ingekrom pen; sommige zijn of zullen worden stopge zet, waardoor de gedwongen werkloosheid da gelijks toeneemt. Daarbij komt als een ieder jaar terugkeerend verschijnsel de seizoen- werkloosheid, waarover in de eerst.-- p'aats de bouwvakarbeiders te klagen hebben. Doze dreigt in den komenden winter al heel erg te worden, omdat de enorm hooge prijzen van de materialen het bouwen haast onmo gelijk maken. Werkloosheid be teekent voor velen onmid dellijk armoede. Zelfs in die gezinnen, waarin men uit. den goeden tijd iets heeft overgelegd, zal het gespaarde weldra zijn ingeteerd. Over den nering-doend en middenstand wordt ongelyk gesproken en gedacht. In een inid- denstandsverg3dering hoorde ik dezer dagen den voorzitter, zonder tegenspraak vaa do aanwezige leden, verklaren, dat do eerste twee oorlogsjaren goed waren geweest voor Je handel- en nerin^d rij vonden. Bn er /syn clouwens verschijnselen, die er op wijzen', dat deze uitspraak juist ia. Maar deze mid denstander voegde er bij, dat nu het vet van den ketel was. Wy mogen echter wel aan nemen, dat in deze kringen in den guostigen tyd wel iets is opgelegd voor de magere jaren, die zouden kunnen, komen. Er is echter nog een andore greep, voor wie de tijuen buitengemeen zwaar zijn. Dat zrjn de talrijke ambtenaren jnot een klein en middelmatig salaris;.benevens al de an dere burgers, die van een vast, maar niet te groot jaargeld moeten leven. Hun inkomen is niet vermeerderd; Integendeel, vooral by kleine renteniers, is dit achteruit gegaan. Hoogstens hebben sommige ambtenareneen toeslag genoten. Als deze mcnschen do tel kens verhoogde cyfer3 der maximumprijzen voor oogen krijgen en de belastingbiljet'.en 'nzien, die aldoor meer van hun inkomen vra gen, dan slaat hun de schrik wel eens om et hart Zuinigheid, tot versobering toe, is onch-r rilci thans een gebiedende eisck. Men u- u. vooral de laatstgenoemde greep, dc z.g. stillen in den lande, niet veel klagen; men kan zich echter overtuigd hon den. düt het daar tegenwoordig ook- spant. Men mag bij de noodzakelijke aanzetting van de belasLmgsehroef aan deze menschen wei eens denken. Zij zutien wel geen beroep doen op directen of indirecton steun van overheidswege, doch op deze talrijke grosp1 mogen de Comitó's, voor het lenigen van den algemeenen nood in het leven geroepen, dit maal niet te veel rekenen. En toch zal er dit ben ik met mr. Briët eens vooral, als de koude begint te nypen, dozen winter veel gedaan moe.en worden, ook in Leiden. Het is goed, dat wij er ons nu reeds een voorstelling van maken, hoe deze hulp zal moeien worden verleend, en dat wij een or ganisatie vormen, die, als ingrijpen gebie dend wordt, gereed staat om in te grijpen. Inderdaad zijn er don vorigen winter, toen holder-de-bolder het z.g. vorsteomité in el kaar gezet moest worden, fouten gemaakt, die misschien hadden kunnen voorkomen. Het best komt het mij voor, dat er samen werking wordt verkregen tusschen de groote werkgevers, de gemecnle en het Steuncomité, zooals de burgemeester zich dit, als ik firet wèl heb, ook voorstelde. Het l\jkt mij toe, dat het initiatief daartoe van het gemeentebestuur moot u.tgnan. Er zal een fonds, liefst een groot fonds, moeten gevormd wordeu, terwijl de uitvoering straks het besc aan het Steuncomité, ver sterkt met een commissie uit de werkgevers, kan wordeu opgedragen, liefst ondor leiding van een der wethouders. Het Steuncomité heeft tot dusver zjjn taak op behoorlijke wijze vervuld; er is geen reden voor, bij «oen mo- gelijke algemeene werkloozenondersteuLing, hetzy in den vorm van directen steun of door raiddel van werkverschaffing, deze organisa tie uit te sluiten. De groote werkgevers zullen zoo noodig spoedig genoeg do geldmiddelen bijeen heb ben, de Gemeenteraad kan ook, zov noodig in één zitting, een bedrag toestaan, het Steun comité, moet daarvoor, voor zoover het Na tionaal Steuncomité geen bijstand verleent, steunen op de burgerij. Kort geleden heeft 't daarop reeds een beroep gedaan en versehil- lendo groote en kloine bydragon zijn roods binnengekomen. Doch in vergelijking met de groote bedrageu, die mogelijk noodig zyn, is het nog lang niet genoeg. Ik wil daarom besluiten met allen, die er iets voor kunnen missen, op te wekken nog een bijdrage aan het plaatselijk Steuncomité to zenden. Zij kunnen op deze wjjze er toe medewerken, dat de winter in deze gemeente zonder groote schokken voorbijgaat en wer kelijke armoede, ontstaan door gedwongen werkloosheid, wordt gelenigd. De verdeeling van den grond In Rusland. Do „Lavcstia'', hot orgaan \an do soviet, bovat het door Lenin uitgevaardigde decreet ovor de yerdceling van den grond in Rusland, j Het bepaalt, dat de landerijen van hot groot- grondbezit, do kroonlanden, klooster- on kork- gooderen mot don geheelen levenden en dooden inventaris, gebouwen, enz., voorlóopig ter bo- j schikking worden gesteld van de land-commis sies en do districts-bocrenraden, tot tijd en wijle do constituante in het agrarische vraag stuk een definitieve beslissing zal hebben ge nomen. ..Ofschoon bet decreet dus slechte een voor- ïoopigo regeling bevat, voegt Lenin er aan toe, wat z.i. do meest rechfvaardigo oplossing van het landvraagstuk is. In de eerste plaats wil hij-,het particulier grondbezit geheel en voor altijd afschaffen. Al het land moet zonder ver goeding worden onteigend en als gemeenschap pelijk bezit des volks worden beschouwd Zij. dio door do onteigening schade hebben geleden, krijgen recht op openbaren steun gedurende eon tijd, die noodig is om zich naar de nieuwe bestaansvoorwaarden te schikken. De in don grond verborgen mineralen, aard olie, steenkool, zout en de bosschen en do vaar wateren komen in staatseigendom. Elk burger, zonder onderscheid van geslacht, krijgt het recht, zich met don landbouw bezig to houden, hetzij met medewerking van ver wanten of met anderen in gemeenschap, doch slechts zoolang als hij (of zij) in staat is. het land te bewerken. ZoodTa dat.niet meer het go- val is, veryall het recht, maar krijgt (lo ,be- trokkor.e in den vorm van een staatspensioen— recht -op levensonderhoud. De vórm van bewerking van bet land moet naar plaatselijke omstandigheden worden ge regeld. Daarvan zal afbangen of men het wil bewerken op afzonderlijke boerenhoeven, io coraplexeu daarvan, of in gemeon9ehappolijken arbeid. Do gemeenten, zullen over don arboids- vorai zelfstandig kunnen beslissen. Voor het gebruik van het land moet den staat eon bij de wet te bepalen vergoeding wor- don betaald Het gt'hecle grondbezit van den staat wordt in een lands-fonds vereenigd. De vordecling onder do bewerkers van den grond geschiedt door de centraio en plaatselijke autonome over heid. Deze verdeeling moet periodiek worden herzien, naarmate de bevolking toeneemt en de bebouwing intensiever wordt De landerijen van boeren en kozakken, dio thans reeds in gemeen bezit worden bebouwd, zullen niet worden onteigend. Nog geen vrede door overleg. Eenigo Berlijnscho dominé'ö ds. Max Braun, ds. dr von der Hcydt, ds. Mann en ds. dr. Phi- lipps hebben eon getuigenis van den volgenden inhoud hot licht doen zien in antwoord op een manifest van eenige vredelievende predikanten. Hot cerstbodoeldo stuk luidt; „Iu de godachtenismaand der Hervorming hebben vijf Reriijnsche predikanten een open- I bare verklaring hunner bereidwilligheid tot een „vrede van overleg en verzoening" aan de Borlijnsche collega's gezonden, met het verzoek om bewijzen van instemming. Zij soms ook door protestanten der vijandelijke landen der gelijke verklaringen gepubliceerd? Do publica ties. die tot dusver van Waldenzeo, Engelschen en Franschon (ds. Charles Wagner in Parljsl) ons hebben bereikt, zijn zoo grenzeloos achim- pend van toon, dat wij, als Duitsche mannen, die de eer van hun vaderland hoog houden, niet in slaat zijn, ais antwoord daarop om verzoe ning te vragen c-u den schaamteloozen laste raar „van harte do broederhand te reiken". „Het getuigenis houdt een vrede door oorlog en verzociu«ig voor begeeron?woard. Dus wordt van de Bortijnscbo gn-stelijken verwacht bot oeaineu van net Itijksdagbeshiit van 19 Juli In koe boogo mate dit besluit er toe heeft bijgedrageu, uij onze vijanden don wil tot over winnen te versterken en daardoor den krijg langer te doen duren, is ieder dagbladlezer be- kend(?). De politieke partijen maakten van den oorlogsnood van het Duitsche volk ge bruik, om hun partijpolitieke doeleinden te be reiken Nu wordt van ons protcstanteche geestelijken verwacht in den binnenlandschen politieken strijd deze partijen te hulp te komen Hiertegen rnoet met allo beslistheid worden ge- prol e>teerd. „Er bestaat voor het Duitsche volk slechts tweeërlei overwinning of ondergang! Eerst als wij overwonnen hebben, zal het tijd zijn, den Engelschen on Franschen onze bereidwil ligheid tot verzoening te doen kennen, hoe moeilijk het ons ook moge vallen, al het ver schrikkelijke te vergeten, dat zij ons in baat en leugen hebben aangedaan. Dan kunnen wij opnieuw overwegen, op welke wijze do zonde van zelfzucht en haat uit de wereld geholpen en oen eeuwige vrede ingeleid worden kan „Iutusschen hebben wij nog oen recht tot heiligen toorn Dit recht hebben ons de vijan den voor God en den menschen gegeven. Wij willen het handhaven en met verzooningsnan- biedingon wachten, tot wij door strijd en nood den vijand ovorwonnen en ons en onzen kin deren do vrijheid en don vrede gewaarborgd hebben KORTE BERICHTEN. Do „Voss. Ztg." meldt uit Brussel, dat aan do Belgische provincies opnieuw een oorlogs schatting van Cü mïllioen franc per maand is opgelegd. De finaneieering geschiedt door een consortium van Belgische banken, die 5 procents seliaikistprome&sen voor don duur van twee jaar uitgeven. België wordt dus ge heel leeggehaald: machines, producten, geld en menschen. Het Arncrikuunsche legoi teil op het oogon- blik 1,815,820 man, de marine 271,571 man, totaal 2,087,301 nian, waaronder 1,400,000 vrij willigers. Voor 1 Januari zullen nog 500,000 man onder de wapenen korhen. Het Fransche blad ..Pays" meldt, dat Cle- menceau binnenkort de Kamer zal voorstel len, een zitting met gesloten deuren te hou den, om een .vertrouwelijke verklaring over den algemeenen j>oli rieken toestand te kun nen geven. e Huiszoeking is gedaan in de redactie-bu- reaux der socialistische „Avanti" te Rome, De redacteur Storchi en do socialistische partij secretaris Fortichiari zijn in hechtenis ge- nomen. Op de vergadering Yan Duitscho staalfabri kanten, waarop do motie-Reichert werd aan genomen, welke het bezit van Briey en Long- wy als vredesvoorwaarde stelde, betoogde de zelfde Herr Reichert, dat verhooging der loo- nen en het instellen van Kamers van Arbeid bedenkelijke maatregelen waren. t> Naar gemeld wordt, ia een dakpannenfa- briek to Augsburg. die als munitiefabriek werd gebruikt, geheel afgebrand. e Een bocr^ uit hef "Wcstorwoud vorvocgde zich te Siegburg in een schoenwinkel om een paar schoenen to koopen, maar er waren cr geen meer te krijgen. Toen de landman ech ter verklaardo dat bij 10 pond versche boter bjj zich had en die in rui! voor schoenen wil de verkoopen, had raon plotseling schoenen in overvloed. De man zocht een paar werk- laarzen uit, waarvoor men 90 mark vroeg. Op zijn verlangen echter zou men hom 10 mark per pond voor zijn boter betalen. Hierop onipopio hot boertje zich als rechercheur, nam hij dca schoonenvoorraad in beslag en verbaliseerde hij den winkelier wegens het overschrijden der maxi mum-prijzen. Particuliere telefoongesprekken zijn thans toegelaten van do Duitsche fronteD (uitgezon derd dio In Oostenrijk-Hongarije, Italië. Roe menië cn op den Balkan), naar Duitschlanrt. In do richting van Duitschland naar het veldleger zijn particuliere gesprekken echter niet geoorloofd. Militair Tehuis aan den Morschweg. Geachte Radactie Verzoeke het onderstaande te plaatsen. Van de zyie van het Militair Tehuis, aan den Morschweg 34, wordt een po ting aan gewend om de financieele mo i ijkheden, waarin het verkeert, te verlichten, waartoe i3 samengesteld eon Militair Comité, dat inteekemyston aanbiedt by de ingezetenen. Dat dit Comité uit hoofd 3 van zyn betrekking des avonds d.ze lij .ten aanbiedt, wekt by velen wantrouwen op. Wij ktmneoi echter medeJeeDn. dat deze lysten in betrouwbare handen zrjn gesteld en tevens, dat zy voorzien zyn van het stempel der Gemeente. Wij hopen, dat deze kennisgeving moei lijkheden wegnemen en het wantrouwen op heffen zal. Op de lysten staat in hoofdzaak vermeld, I dat meer dan drie jaren militairen hert. ge noegen hadden hier te verkeeren; dat hun dit niet gemakkelyk valt bij gemis van huis en haard; dat gelukkig het vriende!yke Mi litaire Tehuis aan den Morschweg hun te gemoet komt; maar dat, zal dit onmisbaar Tehuis voor hen blyven bestaan, steun noodig is, ook geldelijke steun. Het offer, voor hen gebracht, wordt te zwaar voor het bestuur; de militairen willen medewer ken om een ontspanningsavond te geven ten bate van het Tehuis; daar echter met het oog op het traktement de toegangs prijs laag zal zyn gesteld, zal het zonder den steun van de burgery niet moge.yk zyn de ko3ten te dekken of een batig saldo af te dragen. De commissie van uitvoering vertrouwt j op dien steun. Onzen dank voor de plaatsing. Hoogachtend, Mil.-Serg. P. G. DEN HOLLA (Adres: Mil. Tehuis, Morschweg 34.) Tarief verhooging N. Z. H. T. Mij. Mynhear de Redacteur! Mag ik U beleefd verzoeken my een plaatsje ta willen atetoan, ter bespreking van een groote en gewichtige aangelegen heid? Wat is het geval? Naar men ons van be voegde zyde mededeelt, schijnt de Directie der N. Z. H. T. Mij. het voornemen te hebben opgevat het tarief, geldende voor do trajecten LeidenNoord wijk en Leiden Katwijk op belangrijke wijze te herzien. Een herziening in dier voege, dat voortaan door de militairen ongeveer 50 procent ver hooging (oorlogstoeölag?) zal moeten wor den betaald. In cyfer3 omgezet, komt de op handen zynde maatregel dus hierop neer, dat van een militair, reizende, van Katwijk naar Leiden en tsrug, voor het afleggen van dit traject, een bedrag van 46 cents zal worden geëischtl Het tot dusverre gel dende tarief was 32 cents. Ik geloof, dat wy hier weer eens te doen hebben met een dwingenien maatregel, die alle perken te buiten gaat! Waarop steunt 'het zedelyk recht van deze verhooging? Is zij gebiedend noodzakelijk? Het bedrag, hierboven genoemd, vertegenwoordigt voor den landsverdediger de waarde van 1/3 van zyn (toch al niet vorstelijk) traktement. En waai voor hem overigens zijn gebrekkige oeconomisohe toestand ongewijzigd blyft, daar komt het in te voeren tarief practisch hier op neor, dat hy nog minder na3r huis kan gaan, zijn noodige bezoeken aan achterge laten familiebetrekking nog zeldzamor wor den 1 Wij' staan ouder de wapenen in het wel- 1 begrepen landsbelang. En dankbaar begroe ten wy dan ook iedere poging, door staat of particulier gedaan, om onze financieels positie te verbeteren. Hoezeer valt het du* j te bejammeren, dat hier door de particu- j liere exploitatie der Tramv.eg-Mnatschappy de militairen, die door d.?z? buitengewone omstandigheden gedwongen worden van haar vervoermiddel gebruik te maken, wor- den uitgebuit to haren voordeele. Het is in den grond der zaak „anti-nationaal". i Er dat tegenover onze jongens, d e, door hun voortdur .-nd heen on weer re z:n, onge twijfeld een krachtigrn stoot hebben gege ven tot grooteren bloei' der Maatschappij I nkzeggc-nd voof de pias',-ruimte, Uw dw. P. SCHEFJI, Milicien -1-II-15 R. I., Katwyk-aan-Ü Panier. De „Rhein. Weetf. Ztg." vertelt, wat et in Duitschland al ni.-t van papier wurdt ge maakt De vensterom rj t ngen in de spoor- wegcoupé's worcL-n sinds lang van papier vervaardigd en zijn zoo sterk, dat zij zelfs aan de vernielzucht van baldadig reizigers weerstand bieden. Len groot warenhuis ho:*ft laatet een ont vang- en theekamer ingericht met loopors i en tapyten van papier; over de sofa lag een. i pluche kleed, dat van papier was; op de theetafels la^en overal zijden kleedjes van papier; de stoelen, de voetenkussens en de crapaox war m bekleed mei papier. Óp papieren bordjes lagen taartjes, dio met papieren lepeltjes gegeten konden worden Of ook de taartjes van papier waren, meldt het blad niet. Een kerkhof van 3000 jaar ontdekt. In Galicië is naby Krakau een vóór historisch kerkhof opgegraven. Bij het makén van loopgraven waren soldaten dikwijls op urnen en andere steenes voorwerpen ge stuit. Een van hen, de archeoloog prof. An- toniewicz, oohcludoerde, dat deze voorwer pen uit het z.g. steenen tijdperk afkomstig moesten zyn en vroeg vergunning tot verdere opgravingen, die 44 urnen aan het licht brachten. Uit den vorm der urnen heeft men opgemaakt, 'dat ze ongeveer uit den i 9den eeuw Vóór Christus afkomstig zyn. Gieren bovou Hamburg. Onlangs heeft de stad Hamburg bezoek gehad van- 'eenige gieren. Ze schenen den weg to "kennen, want ze lieten zich heel kalm in Hagenbeck's dierentuin mer. Nader bleek, datehet twee groot? gieren waren, die na een paar weken door twee andere gevolgd werden. Het Verschijnen van deze gieren Is zeer belangrijk. Na 1839 war%n in Noord- West-Duït'schland geen gieren meer gezien waaruit men opmaakt, dat d.z^ vogels door deh oorlog uit hun vaderland verdreven zyn en nu doelloos rondzwerven. De Hamburg* scko burgcry scheen niet by ster met het bezoek ingenomen, en omdat het. nu eenmaal oorlogstijd j$, kregen zo met-een den kogel. Scheurbuik in den oorlog. I Scheurbuik, een in Europa weinig voor- j komende ziekte heer3clit op het oogenblik j epidemisch onder de Russische krijgs gevangenen in Duitschland. Deze niet alleen pijnlijke, ïuaar levensgevaarlijke ziekte begint met- verzwering van het tand- vleesch. Door energiek inondspoelen tracht men do ziekte te keer en, maar in do meeste j govallen gelukt uit niet en cïuurt het niet lang oi ook de oneïerh-ud en de zenuwen worden aangetast. De tanden vallen uit en worden spoedig daarop door cte kiezen ge volgd. Houdt men de wonden nu ma-ar zon zuiver mogelijk, dan heeft de lijder na een week het grootste leed geleden en treedt snel verbetering in. Daar schijnt het echter in de kampen wel eens aan te ontbreken, zoodat in vele gevallen bloedvergiftiging ontstaat. Onder hovig lijden bezwijkt het slachtoffer dan. Dat de ziekte uiterst be smettelijk is. blijkt hieruit, dat zoowel gevangenen als oppassers aaugetest wor den. Hoe de besmetting overgebracht wordb weet. men nog niet, maar door Dintseha bacteroologen wordt een levendig onder zoek ingestelde (tomao van SILAS K IIOfKINO. tl) ,,En jo vindt clat hot cr niet op aan komt of een vrouw liefheeft of niet?'' vroeg zij met een zweem van verachting in haar Btern ,,Ik zeg je, dnfc het or alles toe doet voor de vrouw." ,,Maar liefde zei komen," bracht hij io het midden. ,,Er wordt beweerd, dat vrou wen erigenlijk nooit liefhebben voordat zij getrouwd zijn." Een uitdrukking san ergernis gleed \oor een oogenblik over haar gezichte Toen glindachto zij weer droevig en aandoenlijk. ,,Ik weot wat liefde is, Jasper," zei zij na eon lango pauze. „Ik heb vn-n een man gehouden, die goed en groot was? wiens leven vol wijding was, van een man, dio iotö deed voor rie verbetering van dc wrereld. Hoe zou ik dus bij mogelijkheid jou kunnen liefhebben Waarom niet?" vroeg hij, vuurrood wordend. „Jouw loven is zoo zoo onheteeke- oend." „Groote goedheid!" zoi hij verontwaar digd. ,,Ik ben een heer in elk geval, geen beenzager, geen jager op microben Stil," zei zo mei» vlammende oogen, ,,be!eedig den doode niet." „En beleedig jij den levende niet/'' gal hij woedend torug. ,,Wij behoeven niet te twisten," zoi zij aa een pauze, terwijl het bloed weer uit kaar wangen week „Je verlangde de reden te welen en ik heb je dio gezegd. Dit ge sprek is, zooals je kunt denken, zeer pijnlijk voor mij Ik kan niet veel meer verdra gen." „En jo wilt. me vertellen, dat alles tus schen ons uit is. Wat?" ...Xa, dat wcnsch ik jo te doen begrijpen." „Maar ik begrijp het niet!" riep hij ge- bolgd. ,,Eo ik wil het niet begrijpen. Je móet met mij trouwen, Ad el aje moet je belofte houden." ,,Jo weet, Jasper, dat ik nooit iets heb beloofd," zei zo moe. ,,IIet was toch ev engoed «als eea belofte," protesteerde hij. ,,Do wereld zal het als een bolofte beschouwen. Kom, Adela, bedenk je. „Bedenk welk een gek figuur ik zal niaken en hij trachtte haar door vleien to bepraten. Zij luisterde heel geduldig en was innig met hem Injgoan. En toch, hoe langer zij luisterde, des te meer kwamen de klein zieligheid en de ijdelheid van den man aan het liclit. Met veel overredingskracht stelde hij haar de zaak van zijn. standpunt be schouwd voor en zij kon zich niet verhelen, dat hij reden had zich te beklagen. Maar aan den anderen kant voelde zij, tint zij niet. vera ntwoordelijk was geweest. Men had op weinig faire wijze partij VMt Tm;ar too- str.nd getrokken. „Je hadt cr niet bii mij op moeten aan dringen. Jasper, toen ik de kracht en den wil niet had mij or tcgeu te verzetten." „Hoo kon ilr weten, dat je niet je zelf was, zooajs jo hot noemt," hield hij vol. „Je leek geheel in orde wat vriendelijker en meegaander dan gowooolijk - dat- wa* alles." O, Jasper, maar je moet het toch hebben geweten. Ik was als iemand, die slaap wandelt." „Je was niets van dat alles," beweerde I hij „Jo was heel redelijk cn nu ben jo dat in het geheel niet." „Ik ben weer levend," antwoordde zij langzaam. ,,Ik kan voelen lijden.' Ik hen weer geworden wat ik placht, te wezen." „Enkel een luim, Adela." „Neen, het is meer dan een luim Ik beu miju ware ik -- geen automaat, die door anderen in beweging gebracht on in ge- regolden gang gehwiden wordt-." „Wil jo de zaak nog niet eens aanhou den Ik kan nog wel wat langer wachten ofschoon, ik genoeg van het wachten heh Zeg, dat jo er nog eens over denkon wilt." „Neen Jasper. Do zaak moet vandaag voorgoed afgehandeld worden. Ik zal uooifc met jo trouwen nooit." Hij werd.boos, tierde en .raasde, noemde haar. een flirt en gebruikte eenigo bijvoeg lijke naamwoorden, die niet bepaald be leefd waren, sprong ten slotte uit zijn stoel on reilde do kamer uit. Adela wachtte eenige minuten., waarna zij langzaam (te trap opklom en naar haar kamer ging, waar zij om haar kamenier belde. Een halfuur later, teen Winifred j haar kwam zoeken, vond zij haar iu bed j haai- wangen waren nat van trauen. „Maar. lieve kind, wat zie er moe uit," j zei Winifred vorsclu'ikto. „Dat ben ik ook," gaf zij ten antwoord,. „maar ik zal mij, dc-nk ik, wol beter voelen i als ik wat. geslapen bob." .Wil je duci liever alleen we/cn?" „Voor het oogenblik wel, lieve," Winifred tloop zacht de kame? uit. Zij wist tamelijk goed te raden van welken aard het onderhoud geweest. wa« Ondertiusschen was Fenlove n.aar do stad teruggesneld, zoo spoedig als zijn auto hem daar kon brengen. Hij was bijna blind van boosheid en teleurstel ling. Nog nooit was hij zoo hevig verwoed geweest. Juist, toen hij bij zijn eigen deur uit stapte, bevond hij "rich van aangezicht tot aangezicht tegenover Impcy. „Jij bent juist de persoon, dien ik héb ben moet," stotterde hij. „Ga een paar oogenblikken mee naai' mijn kamers. Zij hebben er mij beestachtig laten inloopcn cn ik heb jo raad noodig Irupey keek op zijn horloge en aarzelde. Hij wenschte niet. in een van Fenlove's affairea betrokken te worden. „Zeg niet, dat je een afspraak hebt," ging Fenlovo haastig voort. „En als je die hebt, dan kan die wel wachten. Ik moet je dringend spreken. Kom mee." En hij ging hem voor de trap op. Irupey volgdo hem dicht op de hielon, terwijl hij zich afvroeg wat zijn neef zoo van streek kon hebben gebracht. Hij hoopte niet, dat. hij tot de spelers had behoord, bij wie do politie don af geloop on nacht een inval had gedaan, en toch zou hem dat niet in het minst verwonderd hebben. Op Fenlove's kamer gekomen, liet hij zich in een gomakkdijken stoel vallen en wachtte af Fenlove liep driftig in de kamer op en neer als een woedende, kloine Bantamsche haan. Zijn oogen schitterden, zijn tanden glinsterden, zijn knevel ging overeind staan. Hij schopte een tabouret onder de tafel, greep een -kvel, <tic hom in den weg.stond, en slingerde dien naar het andere eind der kante r. - „Zij hebben met mij gecoquettcerd en mij een blauwtje laten loopen barstte hij ein- j dolijk uit, „vervloekt beetgenomen," en hii zwaaide rond en ging zitten, waar de stool had gestaan. Impey had gewoonlijk de spieren van zijn gezicht goed in bedwang, maar toen hij Fonlove op zijn rug zag liggen spartelen, was dat te veel voor hem. Hij stikte bijna en wilde heb uitproesten, maar hij zette zijn handen in dc zij on kneep zijn kaken bijna stuk ora niet in lachen uit te barsten. Fenlove schopte verscheiden malen hevig mot do beenentoen begon hij vloeken uit te sfcooten als proppen uit een klapbus Vloeken, clto bijzonder krachtig waren, maar volstrekt, niet sierlijk. „Jo moest, liever opstaan, Jasper," zei Impey ten laatste, t-oen hij zich voldoende kon behcerschen om te spreken. Fenlove ging overeind zitten en keek gramstorig om zich heen. Hij zag er bekla genswaardig uit, geheel verwaait* ont redderd. „Verduiveld," zei hij en streek niet zijn rechterhand zijn haar glad, waarop hij zich omgooide en met Qpn sprong overeind stond. „Daar gaat eer knoop van cte bretel," gromde hij, waarbij hij Impey uitdagend aankeek.v „Heb schijnt vandaag een ongeluksdag voor je te zijn," zei Impe? vriendelijk. Jasper's antwoord op dio onschuldige op merking behoeft- niet vernield te worden „Zou liet niet. beter zijn, dat je ging rit ten," deed Impey einde-lijk aan do hand. j Jasper zette een zuur gezicht en wreef het lichaamsdeel, dat het eerst met don vloer in contact was gekomen. Toen nam hij behoed zaam in een leuningstoel pltutte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5