No. 17726.
LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 8 December
Tweede Blad Anno 1917.
DE OORLOG,
RECHTZAKEN.
Brieven van een Leidenaar.
FEUILLETON.
"Een in;»is';-; werk.
to nemen, dat in de laagste groep het loon
door toekenning van vier verhoogingen. tot
f 15 kan stijgen. En nn wij het geval, dat do
meeste werklieden in deze groep al dadelijk
voor één of meer, soms voor alle verhuo-
gingen, in aanmerking komen.
Het aanvangsloon van f 12.60 geldt dan
ook alleen voor de pas aangestelde jonge
werklieden in deze groep.
Een andere grief is de verplichting tot
sparen voor ongohuwden beneden 30 jaar.
Dat is een zaak, waarover te twisten valt.
Men kan er in principe vóór of tegen zijn.
Doch er heerscht een misverstand over, dat
door niet, of verkeerd lezen van het rapport
is ontstaan. Men meent n.l., dat de spaar
penningen aan de gemeenle zullen vervallen,
als de ongehuwde ambtenaar vóór het 30ste
jaar den gemeentedienst verlaat Dat is na
tuurlijk niet waar. Hq behoudt zijn aanspra-
1 ken, doch kan het hem toekomend bedrag
eerst b\j huwelijk of na 'zijn 30ste jaar ont
vangen.
Eindelijk schijnt er oppositie te wachten
van de directie en commissarissen dor Stede
lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, die
blijkbaar den ouden toestand, om ze'.f de 1 io
nen en salarissen te regelen, zouden willen
bestendigen. Dat zou (fan lijnrecht ingaan
tegen het voornaamste beginsel in de rege
ling, het Streven naar uniformiteit. He ge
loof, dat de Commissie zich voor die oppo
sitie niet erg bang behoeft te maken. Hoe
B. en W. over de regeling denken, zullen wij
eerst vernemen, als hun praeadvies uitkomt,
dat waarschijnlijk niet meer zoo lang op
zich zal laten wachten.
Wanneer zij het in hoofdlijnen met de
Commissie eens zijn en dit zou ik haast
wel denkeu dan zal de regeling, zooals zij
is voorgesteld, vrij zeker ongeschondon uit
den smeltkroes der openbare behandeling te
voorschijn komen.
Huysmans over het bolsjewisme.
Men schrijft uit Christiania aan de „N. R.
Ct.": Camille Huysmans heeft zich tegenover
een correspondent van het Noorsche „Social-
Demokraten" over de revolutie der bolsjewiki
en over hun invloed op het vredesvraagstuk
als volgt uitgelaten:
De voorwaarde, waarop de grooto Russische
revolutie vruchten zou kunnen dragen, was een
algeraeene vrede op domociatischen grondslag.
Daarom werd het initiatief tot de Stockholm-
scho oonferontio na de Russische revolutie ge
nomen. Het doel van de politiek van het Ne-
derlandschScandinavische comité was, met
de Russische revolutie als zedelijk zwaarte
punt een algemecnen vrede te scheppen. Ke-
ronsky's hoop was dan ook, dat wij voor het
einde van liot jaar vrede zouden hobbon. Ook
het comité doelde deze hoop. Wij hadden tqeu
tegenover ons eon Rusland, dat vrede wenselile,
en dion ook volstrekt noodig had, tegenover
oen Duitschland, waar het volk naar vrede
verlangde, en oen Oostenrijk, dat nog geen
overwinning behaald had Do toestand stond
daarom heel gunstig. Maar. het was duidelijk,
dat, indien men wat wilde bereiken, de Rus
sische revolutie zoowel naar binnen als naar
buiten, sterk moest staan.
Wanneer do regeering dor Russischo re
volutie van binnen steun had gekregen, dien zij
noodig had, om als vertegenwoordigster der
dcraocratio op te treden, dan had zij het vre
deswerk kunnen beginnen. Dan waren Riga eu
Oesel niet veroverd geworden en de Italiaan-
sche catastrophe ware uitgebleven
Het bolsjewisme stelt den afzonderlijken vre
de in plaats van den algemeenen vrede, zonder
dat Duitschland zijn oorlogsdoeleinden gefor
muleerd heeft. Het geeft don middenrijken gele
genheid om hun geheele legermacht naar het
westen te verplnatson. Het steunt daardoor het
Duitsche imperialisme en dringt de opkomende
democratie van Duitschland achteruit. Het
schept anarchie in Rusland en verspeelt de
winst der revolutie. Het dwingt de staten van
het westen, wier misgrepen ik volstrekt niet wil
verdedigen, tot het uiterste te vechten om de
hegemonie over Europa van een Pruisische
kliek te verhinderen. En daardoor hebben zij
don oorlog op zijn minst met een paar jaar ver
lengd. Het bolsjewisme heeft de mogelijkheden
vernietigd, om de resultaten van do revolutie
in dienst te stellen van den algemeenen en
duurzamen vrede en van de democratie.
Er konion nog meer documenten.
Mon schrijft uit Zurich aan de „N. R. Ct.":
Mag men den berichtgever van de „Neue
Ziirclior Ztg gelooven, dan begint in de vol
gende dagen do openbaarmaking- van een
nieuwe reeks geheime diplomatieke stukken,
waarbij de centrale regeeriugen het kind /an
de rekeningzouden zijn Vóór met do publi
catie van de nu reeds bekende stukken te be-
ginuon, schroef Trotzky een soort inleiding ln
de „Iswostia," volgens welke dc maximalisten
van plan zijn, hun voornemen zonder eonig
voorbehoud uit te voeren, niet éénzijdig te werk
zullen gann en alleen maar de stukken bekend
maken, die tusschen de geallieerden gewisseld
werden, doch ook alles wal hun van de regee
ringen der middellijken in handen komt
„Wanneer het Dultsche proletariaat," zoo
heet het daar woordelijk, „zich langs den weg
o'er revolutie in het bezit van het Duitsche
rijksarchief kan stellen, zal het daar be
scheiden vinden, die op het stuk va.n imperia
lisme niet minder opzien baren dan wat wij zul
len brengen."
Hoe Trotzky de geheime stukken kreeg.
De correspondent van de „Yoss. Ztg." te
Stockholm weet to vertellen, hoc Trotzky in het
bezit van de geheime documenten is gekomen.
Op 15 November ging Trotzky "haar het mi
nisterie van buitenlandsche zaken, waar hij
echter niemand aantrof Hij liet daarop allo
ambtenaren meedeelen, dat ze den volgenden
ochtend op hun bureau's werden verwacht. Op
het vastgestelde uur verscheen Trotzky in het
ministerie, vergezeld van oen professor van de
Petrogradschc universiteit, met name Poliwa-
nof, dio zich met het ordenen van de verschil
lende bescheiden zou belasten. Zij vonden al
daar dertig ambtenaren, onder wie ondermi
nister Petrajcf. Deze verklaarde schriftelijk,
dat geen der ambtenaren de overgave van de
documenten van het ministerie weigerde. Ge
heimraad Dohrowolsky stelde daarop aan
Trotzky de sleutels van do kasten met de ge
heime documenten ter hand en gaf evencen-j
een verklaring af, dat de sleutels niet wegens
dreigementen, doch geheel vrijwillig werden
overhandigd.
In tegenwoordigheid van onderminister Pc-
trajor, Dohrowolsky, professor Poliwanof eh
verscheiden andere ambtenaren werden daarop
de geheime vakken geopend en de documenten
tegen oen ontvangbewijs voor elk stuk aan
Trotzky gegeven. Verder kreeg Trotzky nog do
verschillende daarbij behoorende cijfer sleutel*,
zoomede de registers der ingekomen en uitge
gane stukken van het departement. In het
Smolnykloostor heeft een commissie ze onder
leiding van Trotzkv en professor Poliwanof ge
rangschikt
Gorki en Kropcikin contra Lonin
In de Stockholmsche pers komt een reeks
scherpe artikelen voor van de hand van
Maxim Gorki tegen Lenin.
In een van deze artikelen worden Lenin'
en Trotsky gequalificeerd als „blind fanatici
en gewetenlooze avonturiers."
Gorki vraagt: „In welk 'opzicht verschilt
Lonin van Plehve? Waaróm zijn de cadetten-
ministers in de Peter en .Paulvesting gevan
gen gezet? Lenin en Trotzky zijn aangetast
dooi' het gif van ijdale luiheid. 'Hun houding
tegenover de pers is een herhaling van
het schandaal van het oude regime!"
Kropotkin, de vermaarde anarchistische
theoreticus, komt in vurige bewoordingen in
liet blad „Rouskoje Wjedomosti" tegen de
maximalistische voorstellen tot het sluiten van
een wapenstilstand op. Hij schrijft o.a.:
„Het is niet alleen de ruïne, die het Rus
sische volk wacht, indien wij gedwongen
worden een Duitschen vrede te sluiten, Indien
zulk een vrede wordt gesloten, waarheen
ons thans de Zimmerwalders en de interna
tionalisten drijven, zullen wij gedurende tien
tallen jaren aan een ramp ten prooi zyn, want
het volk zal een enorme oorlogsschatting
moeten betalen of minstens zullen Rusland
enorme schattingen opgelegd worden door
handelsverdragen, die ten voordeele van
DuiUchland gesloten zullen worden.
Wjj worden bedreigd door een nog vreese-
iïjker lot, dan Frankrijk in 1870 ten deel
viel."
De moeniug van ex-pre9tdent Taft.
Ex-president Taft is opgenomen in de
redactie van do „Philadelphia Ledger" en
schrijft daarin met zijn'naam onderteekende
hoofdartikelen.
In zyn eersten leader zegt Taft, dat Lans-
downe do ongelukkige gewoonte heeft de
dingen op 't verkeerde oogenblik te zoggen.
„Daar wij ons niet goed kunnen voorstel
len," aldus Taft, „'hoe ontzaglijk veel er
van de Engelsche vaderlandsliefde^ inspan
ning, moed en offervaardigheid, om den
oorlog voort te zetten, gevergd wordt, kun
nen wft ook niet de mate bepalen van het
nadeel, hetwelk deze brief van een ouden,
zieken staatsman van reactioniiaire begin
selen, die geen voeling heeft met de huidige
Engelsche regeering, kan uitwerken. Maar
wat ook deze brief moge beteekenen, hefc
oordeel der Amerikanen moet duidelijk en
onwankelbaar zijn: wij kunnen geen vrede
aanvaarden, waarbij da keizer, Hindenburg
en Lüdendorff qua leiders der Duitsche
politieke partij staan. Een bond van naties,
om'den wereldvrede af te dwingen met den
keizer als mede-onderteekenaar, zou een ver
drag zijn, waarbjj Duitschland zijn hand-
teekening in het zand zou schrijven."
Deze uitlating van Taft verkrijgt des te
meer gewicht, daar ztf afkomstig is van den
president van den Amerikaanschen „Bond
tot oplegging van den Vrede".
Keizer Karsl en zijn socialisten.
Do medewerker van het „Hbld." tc Lausanne
schrijft: „Het to Krakau in Galicië verschijnend
hoofdorgaan dor Pooïsfehe socialisten, de
„Naprzod", komt met ecu opzienbarende ver
klaring der partij ten gunste van keizer Karei
van Oostenrijks bestijging van den Poolschen
troon. De socialisten van G<i 1 Lcië en geheel Po
len achten do Austro-Poolscho oplossing der
Poolscho quaestie do meest -gunstige onder de
huidige omstandigheden. Het grondbeginsel der
Poolscbe onafhankelijkheid in het oog houdend,
verwelkomen deze socialisten niettemin keizer
Karei als koning van Polen. De handhaving
der Groot-Poolsche éischen zoude volgens den
„Naprzod" schadelijk zijn, "terwijl cr op hulp
van de Entente niet rneer gerekend moot wor
den. Het zoogenaamde Poolscbe leger, dal Pa-
dcrewski in Amerika 1)eet te organiseeren, acht
het- blad een voor-den-gek-houderij. De Pool
scbe socialisten moeten dus van heeler harte <lo
politiek ondersteunen van graaf Czerniu. Dat
zijn je nog eens socialisten!"
Oproer in een gevangenkamp.
Te Pietermaritzburg, de hoofdstad van Na-
tal, is een groot interneeringskamp, waarin
2500 krijgsgevangenen, grootendeels Duitscbers
of afstammelingen van Duilschers verblijf
moeten houden; in dit kamp heerschte, volgens
officieels mededeelingen aan een vertegenwoor
diging1 van Renter's Bureau, voortdurende on
rust. Deze onrust verscherpte zich op 17 en
18 Augustus j tot een oproer Er werden zelfs
georganiseerde pogingen tol ontsnapping ge
daan, waarbij een tunnel werd gegraven, welke
evenwel door de bewakers werd ontdekt. Gedu
rende bet oproer wc-rdeu 250 yards .omhei-
ningsdraad vernield, doch niet één van de ge
vangenen. kon er in slagen, in vrijheid le
komen Twee groote gehouwen van ijzer en
hout worden clor»r brand vernield. Een poging
om de cantine in brand te steken, werd, zegt
„Ons Land", verijdeld. Bij het dempen van het
oproer worden zeven gevangenen en drie politie
agenten en soldaten gewond De wacht van het
kamp was, zoodra dc moeilijkheden waren be
gonnen, door soldaten van het garnizoen ver
sterkt. Deze versterking is later gebleven.
HOOG MILITAIR GERECHTSHOF.
Hot vreemde geval.
Eenigo weken geleden deed in die pers
het. bericht de ronde, dat in Mei van het
vorigo ja-ar zekere Hellingh, een oud-
huzaar, te Amsterdam voor den militairen
dienst werd opgeroepen en als landstormer
werd ingedeeld bij de infanterie-brigade in
een der Friesche plaatsen hij werd echter
steeds in don militairen dienst ten onrechte
Hellingha genoemd en dus blijkbaar mot
een ander verward.
Hit heeft tot- verscliillende moeilijkheden
geleid. Toen zijn vader, voor wien Hellingh
kostwinner waa, zich aanmeldde voor onder
steuning, werd hem bijv. geantwoord
dat hij geen zoon had, dde in dienst was,
ondanks het feit, dat Hellingh's vader her-
DCXX1I.
Als de Leidsche salariscominissie een
^ogenblik heeft gedacht dank te oogsten voor
ingediende voorstellen, dan zal do na het
fersohqnen van haar rapport lpsgokomen
prltiek haar zeer teleurgesteld hebben. Men
behoeft echter de Commissie voor zoo naïef
niet aan te zien. Zq heeft stuk voor 6tuk
monschenkennis genoeg, om te beseffen, dat
belanghebbenden al zeer moeilijk to bevredi-
rzjjn, wanneer het geldzaken betreft,
behalve de werklieden, beambten en amb
tenaren zelf, is er nog een groote groep, wie
deze regeling belang inboezemt. Uit is de
Deidscho burgerij. Ö0 kosten zullen reels
bet eerste jaar rond f 100.000 bedragen,
welke som natuurlijk uit de gemeentekas zal
moeten komen. Later zal het bedrag nog
wel iets grooter worden. Dat moet door de
gemeentenaren in den vorm van meer belas
ting worden opgebracht En wie waarborgt
ons, dat wij meer inkomen zullen hebben?
zoo redeneeren zjj. Eer het tegendeel!
Deze mensehen, hoo groot ook in aantal,
houden echter geen openbare vergaderingen,
schrijven slechts bjj uitzondering ingezonden
stukken in de krant en sturen er geen adres
sen over aan het gemeentebestuur. Het ia
een onder-onaje-criüek, al zorgt men wel,
flat de Commissieleden haar te weten komt.
Er valt tegen deze critiek, hoe verklaar
baar overigens, toch wel iets aan te voeren.
De gemeentelijke overheid behoort al3 werk
geefster haar ambtenaren en werklieden be-
fioorlqk te bezoldigen, zocdat zq er naar
hun stand fatsoenlijk mee kunnen rondkomen.
Het kan gebeuren, zooals het in het rapport
wordt uitgedrukt, dat het geldloon gelijk blijft
en toch Eet werkelijke loon daalt door stij
ging van de prijzen der levensbenodigd
heden. In zoo'n geval is salaris- en loonsver-
hooging gerechtvaardigd. En daaronder zijn
thans reeds allen begrepen, die niet in da
termen vallen voor een duurtetoeslag.
Een herziening der salarissen kon ook
noodig zijn om goedo ambtenaren te krijgen
en te houden. In zoo'n geval is een alge-
tneene verhooging een direct gemeentebelang.
De ervaring, in de verschillende takken van
dienst opgedaan, heeft geleerd, dat langer
uitstel niet gerechtvaardigd was.
Men zou van dezen kant echter de vraag
kunnen .stellen, of het totaal bedrag niet
belangrijk lager had kunnen zijn. Nu is
f 100.000 per jaar een groote som, doch als
men bedenkt, dat zij over ongeveer 900 per
Bonen móet wordeï verdeeld, komt men tot
een gemiddeld bedrag van f110 per jaar of
even f2 in de week. Toch nog niet zoo erg
veel.
Van de zijde V3n het personeel en wie voor
zijn belangen plegen op tp komen, is dan
ook de voornaamste grief, dat de verhoo-
fing niet voldoende is. Het minimum van
12.60, heeft het vooral moeten ontgelden.
Een onbekend schrijver in het voor het
grootste deel van critiek levende weekblad
,,De Controleur" (welk stukje in het Pers
overzicht van ons blad is vermeld) heeft
daarover de Commissie, bjj het beleedigende
af, hard gevallen. Daarvan kan in dezen
tijd althans, oen gezin niet rondkomen, zegt
hij. Men vergeet bij deze redeneering oven-
wel, dat do Commissie verklaart, dat zjj deze
regeling heeft ontwórpen voor normalen tqd,
d.w.z. den tijd, ongeveer gelijk aan dien vóór
den oorlogstoestand. Zoolang deze tijden niet
weder terugkomen, waaromtrent niemand
thans nog voorspellingen kan doen, zal men
het met een duurtetoeslag moeten vindon.
Blijven de omstandigheden geruimea tijd na
den vrede zooals zq nu zqn, dan zal de loon
regeling, ten minste voor de minst bezol
digden, weder moeten worden herzien.
De Commissie heeft dan ook voorgesteld,
dat de salarissen en loonen minstens na elke
vijf jaar aan e^n herziening moeten wor
den onderworpen en zet daarbij voorop, dat
dit voor den eersten keer zeker vroeger
zal moeten geschieden.
Men iuag dus aannemen, dat men, wat de
minima betreft, vrijwel met een overgangs
maatregel te doen heeft Er bestonden, toen
d6 Commissiemet haar werk aanving, nog
loonen van nog geen 10 per week. Juist
in de laagste groepen gaan de loonen in
het algemeen naar evenredigheid dan ook het
lueest omhoog.
Men dient hierbij tevens in aanmerking
Roman van SILAS K HOCKING.
Uit het Engelach vertaald.
21)
Winifred ging naar boven, naar haar
kamer, on Jane liet haar work in haar
schoot vallen en staarde naar heb vloer
kleed. Haar gezicht had op dat oogenblik
geen aangensme uitdrukking. Haar voor
hoofd waa in rimpels getrokken cn haar
lippen waren vast. opeen geklemd, terwijl
haar oogen toornig fonkelden.
,,Er moet een eind aan komen," mom
pelde zij in zichzelf, ,,on wel hoo eer hoe
beter. God zij dank, ik weet hoe ik haar
kanonnen kan vernagelen en ik zal het
dioen ook."
En haar werk nu weer opnemend ging zij
met naaien voort.
HOOFDSTUK IX.
Jane komt tussehenbeide.
Adela wandelde van ha-ar bed naar een
rustbank bij heb open raam. Zij was nog
wel een schaduw van haar voormalige ik,
maar toch keerden langzaam de klachten
terug en wat het beste \^as, rij begon be-^
langstelling in het loven te toonen. Het
ötemdo haa-r prettig, weer naar buiten te
kijken op het groene grasveld, en naar de
groene hoornende musschen en meerlen,
die over het gras huppelden, gade te slaan,
don koelen adem van den zachten zomer
wind op haar gezicht te voelen en te luis
teren naar rijn «acht gefluister, als hij da
bladoren in beweging bracht. Ook deed hefc
haar goed den geur der bedauwde bloemen
te ruiken als die van uit den tuin beneden
omhoog steeg goed, den zonneschijn haar
bleeke wangen te voelen kussen en de witte
wolken aan den diep blauwen hemel te zien
drijven.
Het was alsof zij een nieuw boekdeel be
gon van 'e levens korte geschiedenis. Het
eerste deel was geslotenzij had daarmede
afgedaan en verlangde niet het weer te
openen. Zij begon opnieuw, met kennis en
ondervinding om haar te leiden en was iet
wat benieuwd te weten, hoe de weg zou
zijn, waarlangs zij zou moeten reizen. Zij
was niet langer verstijfd en onverschillig,
haar starheid was gewekendab alles kwam
haar nu als een benauwde droom voor
zij dacht daaraan met eenigo verwondering
als aan iets onbegrijpelijks een verstij
vende nachtmerrie, die haar hart dicht
kneep, haar ledematen verlamde en het
bloed in haar aderen deed stollen.
Zij sprak niet veel. Haar poging, om haar
aandoeningen en herinneringen te rang
schikken, hield haar te zeer bozig. Zij
wonschte zo in zekere volgorde te brengen.
Het ovenwicht in haar leven was verbroken
geweest Sinds den droovc-n dag, waarop zij
heb bericht van LIector Drysdale's dood had
gelezen, had zij als in.een droom verkeerd;
was als iemand geweest, die in den slaap
wandelde. Zij had gezien, maar niet ge
voeld gehoord, maai>niet begrepen; ge
leefd maar niet beseft. Bijna acht maanden
waren volgens den kalender verstreken.
Had men haar verteld, dat-acht jaren
waren voorbijgevlogen, dan zou zij niet ver
wonderd zijn geweest. Zij keek terug op een
volkomen vlak landschap, een landschap
zonder boom of pad of stroompje. Een
landschap, waarin geen gras groeide of
bloem bloeide. Alle dagen waren gelijk ge
weest. Do menschen kwamen en gingen als
schaduwen en onder dio schaduwen was
Jasper Fenlove. Hij had tegen haar gespro
ken, haar gekust., in zekeren zin bezit van
haar genomen. Het. had haar koud gelaten
zij had om niets gegeven, zich om niets
be-kommerd.
Zij was volgzaam en onverschillig ge
weest. Do anderen hadden alles voor haar
beredderd haar vader, Jano en Fenlove—
en zij had er zich bij neergelegd. Zij was
met ongelukkig geweest, zij was niets ge
weest-. Zij had slechts bestaan. Leed en
geluk bestaan niet zonder gevoel en zij had
niets gevoeld.
Dat alles kwam haar" nu heel vreemd
voor, zóó vreemd, dat zij zich somtijds
afvroeg of zij niet alles had gedroomd.
Maar met het terugkeer en bar or krachten
werd haar herinnering levendiger. Het
vlakke landschap nam scherpere omtrekken
aan. Feiten scheidden zich van inbeeldingen
af. De werkelijkheid) kwam helder naar
voren, dte droomen verdwenen. Eiken dag
werd zij meer klaar wakker, rich meer be
wust, dat zij leefde. Zij kon haar weg stap
voor stap nagaan van af hefc oogenblik, dat
zij het bericht van Hector's dood had ver
nomen, tot aan het tijdstip> dat zij bij do
kerkdeur uit. do auto stapte.
Zij had nog aan niemand verteld wat
haar had doen ontstellen. Iets binnen in
haar waa plotseling gebroken. Het wae
alsof zij toen waa gestorven.
Later had zij gemerkt, dat zij nog leefde,
maar toen was zij te zwak geweest om te
denken. En toch was zij zich bewust, dat het
leven anders was geworden. Het ijs was
gesmolten, het b1 oed vloedde warm door
haar aderen. Golven van aandoening kwa
men over haar Zij voelde zoowel als dat
zij zag. Ondanks haar lichamelijko zwakte,
waa zij weer ten volle in loven. Nu keek zij
weer naar buiten, in den ouden, geliefden
tuin, naar do grasperken daarachter, naar
de miniatuur-dalen en heuvelen en naar een
kunstmatige rotspartij, waarvan water
afdruppelde, naar de slanko beukeboomen,
wilde vijgeboomen, accaaia's, larixe-n en een
paar oeders met uitgespreide takken.
Achter een breedon gordel van boomen was
een open veld, dat rij niet zien kon.
Haar oogon werden vochtig en haar lip-
I pen begonnen te beven. Winifred zat naast
haar aandachtig in een boek te lezen die
verstandige, sympathieke Winifred zij
sprak nooit als zwijgen beter was. Zij zou
Winifred spoedig eens vertellen, wat de
oorzaak was, dab er iets in haar waa ge
broken.
De zachte zomerwind bracht de gordijnen
in beweging en streek als een koele lief-
kooring over haar wangen. En nu klonken
voetstappen op het kiezelzand en zij hief
het hoofd een weinig op. Een man naderde
het huis een vreemdeling.
„Winifred," zei ze zacht
„Ja, lieve?"
„Weet je wie die heer is?"
„Welke heer?"
„Die daar in do oprijlaan aankomt."
Winifred legde haar boek neer en kwam
dichterbij. Als Adela haar had aangekeken,
clian zou zij gezien hebben, dat een blosje
haar wangen kleurde.
„Dat is lord Impey."
Adela richtte zich nog wat meer op en
sloeg zijn nadering met groote belangstel
ling gade.
haaldelijk hefc tegendeel beweerde. Einde
lijk in October j.l. werd de vergissing ont
dekt en werd Hellingh, na dus gedurende
16 maanden ten onrechte in dienst te zijn
geweest, naar huis gezonden.
Naar men vernam, hebben Hellingh ea
zijn vader een verzoekschrift aa-n den Minis
ter van Oorlog gezonden, waarin verzocht
wordt hefc toekennen van een schadevergoe
ding van minstens f 1500 aan Hellingh in
verband met den door hem ten onrechte vol
brachten diensttijd als landsfcormer, alsmede
het toekennen van eon bedrag van ongeveer
f 500 aan Hellingh's vader, ter vergoeding
van de financieelo schade, ten gevolge der
in-ddenst-houding van zijn zoon geleden.
Tot zoover het couranten-bericht.
Edoch, nu komt er iets anders. Toen Hel
lingh ond'or den naam van Hellingha onder
do wapenen was, naar zijn meening dus ten
onrechte, beleedigdb cn dreigde hij op f>
April 1917 te Niewo Schans een sergeant.
Yoor clit feit was Hellingh onder den naam
van Hellingha door den Krijgsraad te Arn
hem veroordeeld bot drie wclcen militaire
detentie, met drie maanden tucktklasse.
welk vonnis, nadat veroordeelde daarvan
bij het Hoog Militair Gerechtshof in appèl
was gekomen, door het Hof in hooger be
roep is bevestigd.
Nu echter tot tcn-uitvoër-legging dezer
straf zal worden overgegaan, komt aan het
licht, dat Hellingha moet zijn Hellingh
Holliugh kan echter onder naam van Hel-
ligha niet worden ingesloten.
Ten einde den sluier der geheimzinnig
heid over deze zaak op te lichten, werd door
het Hrx>g Militair Gerechtshof in deze straf
zaak weder een verhoor gehouden, waarbij
Hellingh en cliens vader, beiden thans
wonende te Amsterdam, als getuigen wer
den gehoord,
Op de desbetreffende vraag van den pre
sident, bekende de zoon onlangs in de be
doelde strafzaak als beklaagde voor het
Hof te zijn verschenen dat liij in werkelijk
heid Hellingh is genaamd, doch in dienst
altijd Hellingha werd genoemd, dat hij
geboren is to Amsterdam.
I>o president vraagt, aan Hellingh hoe het
dan komt, dat hij destijds voor het Hof bet
proces-verbaal van zijn verhoor als Hel
lingha heeft ondertcekcnd en heeft opge
geven te Leeuwarden te zijn geboren.
BeklaagdeOmdat mijn compagnies
commandant na rnijn in-dienst-komen heeft
gezegd, zoolang jo bij de compagnie dient,
ben je Hellingha.
Vervolgens blijkt., dat Hellingli zijn ver
hoor voor den officier-commissaris eerst met-
zijn juisten naam heeft onderteekend, doch
dien toen heeft doorgehaald en met den
vorkeerden naam heeft geteekendde op
roepingen, die hij vanwege den burgemees
ter van Amsterdam heeft, ontvangen, bevat
ten rijn goeden naam.
De vader verklaarde hierop dat hij er
achter is gekomen, toen hij op het ge
meentehuis to Amsterdam om vergoeding
kwam vragen, omdat zijn zoon in dienst-
was. Men vertelde hem toen, dat hij geen
zoon in dienst had daarop is hij aan hot
oorrespondeeren gegaan, met het gevolg,
dat. zijn zoon ontslagen is. Zijn zoon heeft
nooit geweten, dat hij op naam van een
ander in dienst was.
De presidentWaarom heeft hij dan ecu
verkeerde geboorteplaats opgegeven
De vaderAch, do jongen is zwak in zijn
hoofcl.
De president is van meening, dat Hel
lingh opzettelijk voor Hellingha heeft wil
len doorgaan. Het zou niet de minste moeite
gekost hebben het geval op te helderoa,
maar hij heeft, niet gewild. Hij wilde graag
in dienst blijven en wat .de gevraagde
schadevergoeding betreft, het is Hellingh's
eigen schuld. Expresselijk heeft hij van dc
gemaakte fouten en van de verwarring ge
bruik gemaakt.
Hellingh Het komt alléén door het ge
zegde van den compagnies-commandant.
Hierop moet Hellingh heb proces-verbaal
van dit verhoor teekenen.
Do vader: Eerst zien wat je teekent,
jong pas op Weet je wat je doet? Hellingh
teekent.
De vader: „Ik protesteer, omdat mijn
zoon zwak in zijn hoofd is."
Beiden af!
Het Hof zal in deze zaak later een be
slissing nomen.
„Hij heeft een knap gezicht," zei ze
eindelijk.
„Ja."
,,Ik zou hem bopaald mooi noemen."
„Dat is een kwestie van meening,
dunkt me."
Impey verdween in de schaduw van hot
huis cn rij hoorden de voordeurbel over
gaan.
„Waarom komt hij hier, Winifred?"
„Om naar jou to informeeren, geloof ile."
„Maar hij kent mij niethij heeft mij
nooit ge-zien."
„Ik donk, dat hij cr belang in stelt."
„Maar hij had dat toch per telefoon kun
nen doen."
„Zeker."
„Is hij hier dikwijls geweest
„Ja."
„En weet hi.i, dat vader tot 'e avonds in do
city is?"
„Da'r houd ik er wel voor."
„Zie je hem altijd als hij komt?"
„Neen, ik heb hem maar zelden gezien."
Adela dacht eenigo oogenblikken na. en
een vragende uitdrukking kwam in haar
oogen
„Denk je, dat hij komt om Jane?"
„Dat is best mogelijk."
Adela- verzonk weer in gedachten cn een
eigenaarefcgen glimlach speelde om de hoe
kon vau haar mond.
„Ik hoop hefc," zei ze eindelijk,
„Waarom?"
„Omdat zij mij dan niet langer zal
plagen.
(Wordt vervolgd.)