Nederland en de Oorlog. No. 17698. LODSCH DAGBLAD Zaterdag 3 November. Tweede Blad. Anno 1917. Sri wen van een Leidenaar. FEUILLETON. FANNY'S TWEEDE HUWELIJK DCXIX. Heeds meermalen, liet laatst nog bij 'de Kekandeling van de begrooting, is de heer- Bchonde woningnood in den Gemeenteraad be sproken. Het was toen voornapneljjk de heer iBriët, die er bjj B. en W. op aandrong te gen dezen wassonden nood maatregelen te (jemen, liefst zoo spoedig mogetijk. Sprak hij niet van het bouwen wan noodwoningen en bet stichten van een asyl voor dakloozen? Ook mij ia het hekend, dat er zich geval len hebben voorgedaan, dat gezinnen nacht nan nacht onderdak moest worden verstrekt tip het politiebureau, welk verblijf z;j dan Jgpetea deelen met zwervers en landloopers. ïio vraag is evenwel of er voor de enkele gezinnen, Se geen woning hebben, en geen (woning kannen krijgen, ook redenen kunnen (worden aangevoerd, los van den eigenlijketa iwonin^iood. 1 Huiseigenaren laten, vooral indezen tijd, lie- jner een tijdlang een pand onbewoond, dan dat ggj er een gezin in opnemen, waarvan zij knot groots kans van zekerheid kunnen ver onderstellen, dat het de woning zal verwaar- loozen. Huiseigenaren drijven nu eenmaal jgeen philanthropie en kunnen dat ook moei- Ojjk doen. Verder ia er meermalen gesproken over het feit, dat woningen, voor één gezin be- tetemd, worden bewoond door twee gezinnen. (De heer Botermans heeft dit in den Gemeen- jteraad in de gegeven omstandigheden nog jpiet zoo erg genoemd. Men moest zich in (dezen oorlogstijd in zoo menig geval be- (helpen. Deze uitspraak is hem in arb'eidears- tkringen nogal kwalijk genomen. Men zal ech- tfcer moeten toegeven, dat het nog beter is, (dat een gezin onderdak vindt in een reeds Idoor anderen bewoond huis, dan dat het dit toioet zoeken ojj hot bureau van politie of |n een volkslogement. De Wethouder van Fabricage, wiens a/cti- (riteit en üver in dit opzicht zeker zeer te torjjzen valt, al kan ook hy geen ijzer met banden breken, deelde nog niet lang geleden laan den Raad. mede, dat een voorloopig on- |derzoek hem had geleerd, dat het dubbel tonen min of meer onrustbarende proporties Ifegon aan te nemen. Ook deze uitspraak (Werd eenigszins sceptisch ontvangen. Het is daarom toe te juichen, dat er nu van ge meentewege, door het bouw- en woningtoe zicht, een woningtelling begonnen is, die Ê.a. een overzicht zal moeten geven van do feplitsing van één-gezins-woningen in meer dere woningen (samenwonen) want daardoor kan alleen blijken of en hoeveel woningen, )en van welke huurprijzen, er nog bijgebouwd jmoeten worden, wil er een voldoende woning- ïeserve zijn. Mocht onverhoopt aanget oad worden, dat het z.g. samenwonen zoodan.gen omvang heeft aangenomen, dat er een gevaar in schuilt voor de volksgezondheid, en dat ook Üe moraliteit er door in gedrang zou kun nen komen, dan zal men hebben te over- iwegen of het aanbeveling verdient, met den bouw van noodwoningen, of, zooals de meer vriendelijke term luidt, woningen van lichte jconstruotie, te beginnen. Ik heb persoonlijk in een naburige ge meente eens een onderzoek naar dergelijke fwoningen ingesteld en dit heeft mij vrij wel bekeerd tot de meening, ook door den Wet houder van Fabricage gedeeld, dat daartoe leerst in de meest dringende noodzakelijk heid mag worden overgegaan. Of die noodzakelijkheid bestaat, zal de nu laangevangen telling ons kunnen leeren. Er is met bekwamen Spoed mee begonnen, zoo- flat het wel niet zoo heel lang meer zal fluren, of wij zijn in dit opzicht tot klaar heid gekomen. Het lijkt mij toe, dat wrj tot ïoolang moeten afwachten en ons oordeel, in welken zin ook, behooren op te schorten. Wij hebben in Leiden reeds eenige erva ring op het gebied der woningtelling en de resultaten er van zijn ook in de oprichting ivan bouwvereenigingen merkbaar. Bjj de eerste volkstelling in 1911 bleek, flat 'er voldoende woningreserve wa3 van [woningen met een weekhuur van f2.50 en {f 3 per week en h ooger dan f 4.50. Overi gens bestond er toen al woningnood. Daarna werden veel woningen aan de ho fwoning onttrokken of afgebroken, voorname lijk door uitbreiding van fabrieken en het inrichten tot werk- en bergplaatsen. Een gevolg er van was staging der huur prijzen en dit noopte het gemeentebestuur tot een nieuwe telling in 1915, waaruit on weersprekelijk bleek net sterk in aantal ver minderen der goedkoope woningen, waarin helaas de uitgevoerde bouwplannen der ver- eenigingen „Eendracht" (47 woningen), „De goede Woning" (73 woningen) en „Ons Be lang" (60 woningen) nog geen voldoende verandering hebben gebracht. Thans zijn in uitvoering „De Eensgezindheid" (118 wonin gen), waarvan de bouw bijzonder goed vor dert en de Kooiplannen (147 woningen), ter wijl meerdere plannen in wording zijn. *Wie met belangstelling de woningpolitiek in deze gemeente volgt, zal, al hapert er nogal een en' ander, moeten erkennen, dat ons gemeentebestuur in de laatste jaren niets te verwaten valt^ en wie weet hoe do tegen woordige Wethouder van Fabricage, de heer Fischer, zich er voor inspant om den wo ningnood op te heffen, gaat vrij gerust de toekomst in dit opzicht te gemoet. Misbruik der Nederlandsche vlag. De „Deutscher Nachriohteui Dienst" te VGrawonJhage .is gemachtigd het navol gende uit gezaghebbende Duitseho bron mede te deelen ,,Op grond van een door de autoriteiten ingesteld onderzoek is tlbans vastgesteld1, dat op 26 Augustus j.l. in de nabijheid van het liohtschip Noord-Hinder een ergerlijk misbruik der N'^oriandsche vlag heeft plaats gehad. Op genoemden datum be vond zioh te 5 uuj. voormiddag een Duit echo duikboot in de nabijheid van het lichtschip. Men merkte aldaar een kleine stoomboot op, die een groobe Nederland sche vlag in top had, en van de Neder landsche neutraliteitskenmerkein was voor zien. De weersgesteldheid liet echter niet toe oen tweede vlag,, die op den voormast wapperde, nauwkeurig waar te nemen. De duikboot naderde in verband (hiermede' het schip, dat echter daarop den stoven wendde, in vorbamd waarmede de duik boot zich onder water begaf. Aangezien deze haar waarnemingen wcnschte voort te zetten, verscheen zij na korton tijd we der eigenaardige manoeuvres, dis 't schip der eigenaardige manoevres, die 't schip maakte, waren verdere observaties onmo gelijk. De d uilkho o te om m andan t achtte.-het. wel iswaar zeer onwaarschijnlijk, dat de be treffende stoomboot één der verzorgings schepen van het Noord-IImder-liohtschip was, aangezien deze slechts dos Donder dags varen. Apdorscijda vertoonde het schip echter'de kenmerken, die ds Neder landsche regeering voor de betrokken ver- zongÜQigisschepen heeft vastgesteld en op de overweging, dat wellicht oen dezer schepen bij uitzondering op Zondag was uitgevaren, werd besloten liet vaartuig verder ongemoeid te laten. De duikbootkapitein oordeelde het voor val van voldoende beteekenis om er rap port over uit te brengen, en bij informa tie to gezaghebbender plaats is thans ge bleken, dat de beide Nederlandsche ver- zorgingsschepen zich op den bewusten dag in de haven van Vlissingcn bevonden. Het laat derhalve geen twijfel, dat de betreffende duikboot op dien datum in de nabijheid van het Noord-Hinder-lichtschip een duikbootval heeft waargenomen, die aldaar manoeuvreerde en misbruk maak te van de könteekenen der Nederlandsohe v e rz-o rg inge vaart u igei n Waar hieruit blijkt, dat Duitschlands tegenstanders de tor zake met de Neder landsche regeering overeengekomen keri- teekenen kennen en zelfs niet aarzelen i deze voor hun oorlogsdoeleinden te ge bruiken, wvardt het voor de Duitsche auto riteiten 'uitermate moeilijk, cle veiligheid der betrokken verzorgingssoliepen nog verder to waarborgen, aangezien de ver onderstelling voor de hand ligt, dat men er niat voor zal terugdeinzen deze schan delijke praktijken ook in de toekomst voort, te zetten." Bet „Hbld." teekenit bij dit bericht aan: „Wij weten niet of deze beschuldiging juist is. Maar wol weten wij, dat, ook wan neer zij juist is, dit nog in het geheel geen raden, mag zijn voor de Duitseho vloot, onze schepen niet to eerbiedigen. Zij kan natuurlijk do schepen, d'ie zij niet ver trouwt, aanhouden en onderzoeken, maar moer ook niet. Dat de vijanden der Duit- schers meer of minder geoorloofde krijgs listen aanwenden, geeft hun allerminst het recht daarom onzè schepen zonder waar schuwing in den grond te boren. Wij we ten, dat zij zich aan dit onrecht meer dan eens hebben schuldig gemaakt, maar dat ontheft ons niet van den plicht togen een dergelijk optreden telkens weer en met al le kracht to protesteeren." Militaire verordening. Bij besluit van den luitenant-generaal, com mandant van het veldleger, zijn dc bestaande bepalingen omtrent vervoer en in- en uitslag in en uit panden in bot in staat van beleg ver- klaardo gebied met ingang van 1 November uit gebreid tot katoenen gaTens on linnen en allo uit of met deze stoffen vervaardigde artikelen. Het Rundvlceschverbruik. Het Burc-au voor Mededeelingen inzake de voedselvoorziening meldt: Voor de beoordeeling van het verbruik van rundvleesch geeft de opbrengst van den slachtaccijns een maatstaf. Wanneer men de cijfers van de opbrengst daarvan over de eerste drie kwartalen van 191? vergelijkt met die van de overeenkomstige periode van het vorig jaar, dan blijkt, dat, behalve in de maanden Februari en Juni, die een vermindering in opbrengst vertoonden, van respectievelijk 0,5 en 4,9 pot, de opbrengst geregeld toenam. De toeneming bedroeg in Januari 3.6 pet., in Maart J0,1 pet., in April 20,2 pet., in Mei 6,4 pet., in Juli 31,0 pet., in Augustus 21,6 pot., in September 33,6 pet. Uit de opgaven van de aantallen ge slachte runderen, schapen en varkens in de openbare slachthuizen te Amsterdam, Rot terdam, Den Haag, Utrecht, Arnhem, Lei den, Dordrecht, Groningen, Alkmaar en Sittard blijkt, dat in het tijdvak van 30 Juli tot 29 September 1917 in totaal zijn geslacht 24.577 runderen, 32.870 schapen en 4=2.535 varkens, terwijl die cijfers in 1916 waren19.570 runderen, 19.538 scha pen en 54.017 varkens. Hieruit blijkt, dat in de groote centra van bevolking hot gebruik van 6chapen~ en rundvleesch in de laatst verloopen maanden zeer sterk is toegenomen. Etn entrale keuken. Door de voornaamste fabrikanten te Oldenzaal zal een Centrale He uk en voor circa 1300 personen worden opgericht. De kosten worden geraamd op 8 a 10 dfuizend gulden. Tn beslag genomen. Bij een tweetal slagers te Apeldoorn zijn aanzienlijke hoeveelheden gezouten spek in beslag genomen en uit een maga zijn handelsartikelen van den- meest uit eenloopenden aard, voor 'n groot bedrag. Door do gemeente-poli tie te Lange Rui- geweidc zijn in beslag genomen 4 bisten zeep, 1 baal rijst, 1 baal bloem, 50 kisten melk en verder tarwe en tarwemeel. Door den burgemeester van Oudewater is beslag gelegd op 13.S72 bussen carbid, 285,100 doosjes lucifers," 137.700 6bukjes Kwat-ta, 1150 pakjes zeeppoeder, 492 stuk ken Sunl'ight-zeep, 279 K.G. stijfsel, 130 K.G. vermicelli, enz., samen ter waarde van ongeveer f 45.000. Door den burgemeester van Weesper- carspcl is in eon pakhuis aldaar beslag gelegd op 22 zabken maÏ9, partijen luci fers, draadnagels en enkele andere arti kelen. Bij den kaashandelaar W. E. te Zwolle, werden 3500 lcazen door dc politie in be slag genomen, daar verzuimd was dezen voorraad volgens art. 9 der wet, op te geien. Door de distributie-aïdeeling der Rot- terdamsche recherche zijn in bezit geno men 19,000 K.G. draadnagels, 112.000 K.G. chocolade en 1300 K.G, caustic soda, allee verborgen in verschillende pakhuizen en veemen in die stad. De ohocolade was voor rekenine van Duitsche, Brabantsche en Limibugsche kooplieden opgeslagen, sommige partijen reeds sedert begin van 1915. Op last van den burgemeester van Em- men zijn 108.000 stuks hoefnagels en 754 K.G. draadnagels bij een particulier te Nie/uw-Weerdinge in beslag genomen. fiienslncident. Men schrijft aan de „Tel.": Het volgende voorval heeft zich dezer dagen afgespeeld op de grens tusschen 't Belgische dorp Kessanioh en de Neder landsche gemeente Neeritter. Een zekere vrouw Plus, uit Kessenich, trachtte naar Nederland te vluchten. Met behulp van een trapladder kwam zij over den electrisehen draad. Juist was zij er over, toen eep Duitsche soldaat den draad bereikte en haar achterna riep: ,,Wo wol len Sie hm?" De vrouw liep echter door. Een Dujtsche feldwebel was inmiddels ook ito ©gesneld. Deze schreeuwde„Komm zurück, oder icli sohiesse Sie kaput!" Vrouw Pius kon op dat moment zoo on geveer op ©en afstand van honderd meter van de grens geweest zijn, waar zij zich verborg achter een boom. De herhaalde bedreiging van den feldwebel schijnt haar zoo verschrikt to hebben, dat zij het ver mogen tot boredeneering van den toestand vertloor en vergat, dat zij zich op Neder landse-hen bodean bevond. Of wel, zij ge loofde niet, dat de Duitscher zich daar door zou laten weerhouden in de^_ uitvoe ring van zijn bedreiging. In ieder geval, zij gehoorzaamde aan den roep in zooverre dat zij omkeerds en weer in de richting van den versperringsdraad liep. Toen zij dezen genaderd was, greep de feldwebel, die onder do hand ook over den draad ge komen was, haar vast en trok haar op Belgischen bodem. Vrouw Pius en haar man zouden sedért gevangen gehouden worden. Tot goed begrip van do situatie diene de toelichting, dat ter plaatse de grens ge vormd wordt door een beekje, en dat de versperringsdraad geplaatst is aan de overzijde van dat beekje, op Belgischen bodem. Vrouw Pius moest dus twee keer dat beekje over. De vraag dringt zich hierbij naar voren Is de Duitsche militair op Nederlandsohen bodem geweest? Zoo dat het geval is, dan is het feit nog zooveel te erger. Een gron dig onderzoek zou dat moeten uitmaken. Alios ging natuurlijk zeer snel in zijn werk. Naar men verzekert, zouden trwec j Nederlandsche aol'daat-kommiezen, d'ie ook kwamen aanloopen, wel iets gezien (hebben. Wat, dat- ware eveneens te onder zoeken. Goedkoop rundvleesch! Verscheidene particulieren te Wormer- veer ,die nooit een Roe geslacht hebben, gaan dat nu doen en verkoopen tegen 40 cent het pond. De boeren moeten wel opruimen negens gebrek aan voldoend veevoeder. KUNST, LETTEREN ENZ. Kalenders. Bij Nijgh Van Ditmar's U'itg. Mij. zijn een tweetal kalenders verschenen, voor do kinderkamer bestemd. De een is een kwartaal-kalender, keurig van uitvoering, mot teekoningon van Rio Cramor. Da sprookjesachtig© plaatjes, in harmonische tinten uitgevoerd, doen haar alle eer aan. Do andere is eeai blok-kalander. Op het schild ook een uitnemend geslaagde teeke- ning van Rie Cramor. De samenstelling van deze kalender is van de hand van N. van Hichtum. Voor eiken dag is er een aardig versje, ver haaltje, raadsoltje of wat ook. De kinde ren zullen er stellig behagen in scheppen. BUITEIL1SDSCHE BERIGHTEB. In het mausoleum bij Boedapest, waar grootvorstin Alexandra Paulowna, de eer ste gemalin van aartshertog Jozef Polatin van Hongarije begraven ligt, is de graf kapel opengebroken. Van het lijk, dat in een drie-votidige kist lag, zijn de juweelen geroofd. Door de daders werden de in de kapel aanwezige voorwerpen van waarde gestolen. De politie is de daders op het spoor. Hot Russische hof, dat voor de bewaking en voor de uitoefening van de godsdienst plechtigheden door Russische priesters zorg droeg, heeft het bewakingspersoneel bij het begin van don oorlog, teruggeroepen, waar door het begaan van de misdaad begun stigd werd. Aan boord van een aan de werf te Kiel liggende duikboot is een torpedo ont ploft, waardoor van de bemanning zes en van de werfarbeiders twee man zijn ge dood, terwijl vele andere zijn gewond. Het Noorsche Storting heeft met 77 tegen 30 stemmen een wetsontwerp aange nomen, dat bepaalt dat leger en vloot van Noorwegen nimmer voor den aanval ge bruikt mogen worden. Daardbor :i> den koning het recht ontnomen om den oorlog te verklaren. De machinisten van de kolenmijnen in Zuid-Wales hebben op een vergadering te Cardiff besloten het werk neer te leg gen, zoodra zij kennis hadden gekregen van het verslag der deputatie, die een on derhoud hadden gehad met de controleur voor het mijnwezen, die hun eischen had verworpen, Door dit besluit van de machi nisten zullen waarschijnlijk alle mijnen in Zuid-Wales worden stopgezet, daar de mijnwerkers weigeren aan het werk te gaan, zoolang er geen inspectie van do mijnen door de machinisten plaats heeft. Naar de „Times" uit Toronto ver neemt heeft de hertog van Devonshire te Brantford, in Ontario, een monument ont hulde-voor dr. Alexander Bell, den uitvin der van de telefoondr Bell heeft zijn eerste met goeden uitslag bekroonde proef neming gedaan te Brantford in 1874, en Bell's landgoed, 13 acre groot, aan de oevers van de Grand River, is aangekocht door do Bell-herdenkingsvereeniging. Dr. Bell en zijn vrouw waren bij de plechtigheid tegenwoordig. Een vreeselijk drama heeft zich dezer dagen in een plaatsje van het boven-Sile- aascho district Lublisitz afgespeeld. Drie vermomde mannen, met revolvers gewa pend, drongen het lruis van den grond bezitter Noosollik binnen en eischten geld. -Nossollik verklaarde zich hiertoe bereed, en bracht de drie roovers naar zijn kamer. Twee dezer gingen mede, de derde bleef bij de overige familie-leden in de keuken. Hier gaf de woesteling de vrouw van Nos sollik een slag met zijn revolver op het hoofd en doodde haar vervolgens. De vijf-, tienjarige dochter, welke haar moeder te" hulp kwam, werd door den roover- onder tafel geslingerd en bleef daar zwaar ge wond liggen. Een zoontje van 10 jaar werd door revolverschoten gewond, terwijl hij uit een venster poogde te vluchten. Intussehen hadden in de aangrenzende kamer de roovers van Nossollik geld ont vangen. Voor aleer zich echter te verwij deren schoten zij den man een kogel door het hoofd, zoodat hij dood ineen zonk. De roovers namen daarop de vlucht, 's Anderen daags keerden ze terug, doch werden door d>e bewoners verj'aagd. Nieuwe progroms. Aan het Joodscho persbureau te Stock holm is, volgens een telegram van daar aan do „Köln. Zeit.", bericht dat onder bescherming van do toenemende anarchie, die thans in R-usland heerscht, van reac tionaire zijde j"oden vervolgingen op groote schaal op touw worden gezet? Do gevol machtigden van den Joodschen militairen bond hebben nu van don Raad van arbeiders en soldaten en van de Yoorloopige Regee ring de verzekering ontvangen, dat hun geloofsgenooten op krachtigen steun kun nen rekenen. SC) Hij antwoorddo met een beweging van vermoeidheid. „Waartoe zou het dienen nu daarover te praten Juffrouw Andersen verliet haar betrek king schreiend en met een hart als lood. Arnold zei haar ernstig, vormelijk, maar niet onvriendelijk, vaarwel en verzocht haar, het zelfverwijt niet te overdrijven. 'Fanny, meb al de onrechtvaardigheid van haar sekse, weigerde de juffrouw to zien. Do herinnering aan do kleine Etty wierp nog jaren daarna een schaduw over Hil- dur's jeugd. Toon Fanny weer op was, bleek on teer Sn haar rouwklceren, stroomde het visites en liet huis was vol bloemengeur. Wie het innigst dteelnamen, waren mevrouw Holm ion tante Augusta. Zij kwam en was weer do oude vriend'n en niets anders, alsof er nooit tusschen-Fanny en haar iets geweest ,wos. Alles was voorbij. Het gewone leven ging weer zijn gang en alles was als vroeger, alleen met een waas or over. Fanny kwam langzamerhand weer in haar belangen en bezigheden in zij hield het niet uit to loo- pen tobben, zij moest iets hebben om haar gedachten te dooven. Het deed haar zeer <>o zien, hoe Arnold veranderd was. Dit war zijn eerste leed, zijn eerste kennisma- king met den dood, want hij had zijn 'familie vorloron, toen hij er nog- geen weet van had, en hij onderging dde eerste smart als alle jonge menschen, absoluut zonder te bedenken, dlat wat bij nu voeldo minder zou werden en ton deel© geheeld door don tijd. Waar was zijn frissche oorspronkelijkheid gebleven, zijn vroolijkheid, zijn levendige verbeelding, die aan het samenzijn met hora zulk een eigenaardigen glans hadden ver leend? Hij was ernstig, stil en sloot zich hoe langer hoe meer op in zijn eigen we reld, zijn werk. Hij sprak er nooit ovor Fanny wist' op zijn best, waar hij mee bezig was. Er was een tijd geweest, dat zij dat alles uit zijn godachtenworeld met. bcm had kun nen deelen, maar het was niet gebeurd. Zij wist, dat dit liaar schuld was, dat hij gemis aan sympathie voelde en d'a-arom langza merhand haar het vertrouwen niet meer 6chonk, dat hij zoo boreid geweest 3?as haar te geven. Maar kon zij dat helpen? Zij had haar eigen- dingen om over todenkon, be langen waar zij zieh wilde indenken, haar oigon onrust en hoop zij kon niet tegelijk die van een ander deelen. Het is to veel verlangd van wie zelf een levenstaak heeft, zich het gebied, waarop een ander de zijn,© heeft gevonden, geheel toe te eigenenhot is al veel als men er voorbijgaande belang stelling voor kan hebben. En had hij wel belangstelling getoond ^voor wat ha&r in teresseerde Integendeol. Maar juist in dezen winter voelde zij dat als een leegte. Zij had bij hem willen zitten in zijn studeerkamer op het lage stoeltje, waar Koert tusschenbcido zat rtict zijn les sen zij had hem al die Oostersche.gedach ten stroomingen willen hooren verklaren, die zij nooit zoo goed begreep en waarin hij zoo thuis scheen te zijn als hij met vreemden or over sprak zij had hem wil len h^pen met zijn teekeningen, enz. Zij was eigenlijk vreeselijk alleen. Maar een verhouding te veranderen, die in het leven- van allen dag tot gewoonte is geworden, is .moeilijk, zoo niet onmogelijk. Zij kwam nooit op het lage stoeltje te zitten,, omdat zij dat vroeger nooit deed en omdat hij verbaasd zou -zijn geweest, en dan had zij zich geschaamden a 1 s zij gekomen was, zou hij toch niet met haar hebben kunnen praten, omdat bij het niet gewoon was. Hun huwelijk was een mislukking, een, toleurstelling voor hen beiden. Het veilige, warme gevoel van een gelukkig huiselijk leven, dat hij begeerde, de verzekerdheid waaraan een man behoefte heeft-, dat iemand loeft voor hèm, kon zij hem niet geven. En stemmingsvertoon, zooals zij hot wenscTite als een bedwelmend middel in do rust-poozen van haar druk bestaan, lag in het geheel niet in zijn natuur. Neen haar levenstaak buitenshuis had zij gekozen, en die was rru het ecnr.ge, wat haar overbleef. Arnold werkte. Zijn tijd was zeer bezet. Hij had het laat ste jaar een leeraarsbetrekking vervuld aan de hoogeschoolhij had zijn boek uit gegeven of zooals hij liet nu beschouwde de voorstudio voor zijn levenswerk in wor ding en veel roem ingeoogst. Voordat El-ty ziek werd, had hij zich eens afge vraagd, of zijn vroegere tegenstanders iru nog zouden twijfelen aan den ernst van zijn wetenschappelijk onderzoeknu vroeg hij niet meer, het was hem onverscliillig wat cenig menscli, wie ook, van hem dacht. Maar de arbeid zelf die was ook voor hem de vriend, die nooit begeeft. Het werk, dat ArnoM in gedachten had en dat ver uitgroeide boven zijn oorspron kelijk plan, was een historische beschou wing over heel hot gedachten! even van het Aziatisch-Arische ras, met de geschiedenis der Indische wijsbegeerte tot middelpunt. Misschien zou levenslange inspanning niet voldoende zijn ter voltooiing van dat werk nu, wat hij gedaan had, kon dan dienen tot grondslag voor het werk van anderen, kon hun lust wekken verder te gaan. Hij meende, dat het tot zijn taak be hoorde aan de Oostersch-Arische gedachte haar plaats in te ruimen naast de Wester- sche, haar te behandelen met goed ver stand en inzicht, met de achtenswaardig nauwkeurige en waarheidslievende critiek, die aan een gelijkberechtigde toekomt, en met de waardeering, die tpekomt aan liet hoogoro, waar dat ook gevonden wordt. Zelfs in den toon van het werk moest uit komen, dat hij het recht van voorrang niet erkende, door den Westerling gedachte loos toegekend aan zijn eigen cultuur, zijn eigen levensbeschouwing, enkel en alleon, omdat die zijn eigene is. Maar achter die taak schemerde een nog meer belangrijke, diep ore, waarvan do jonge philosoof zich nog slechts half be- w»ust was. Het gejaagde Westen, waar de machine dreunde, de telegraaf tikte, waar de zenuwen gespannen werden en over werkte hersens dag aan dag verloren gingen behoefde rust. En wie had rust, indien niet de Oostersche wijsheid Arnold had do gemakkelijkheid van een levendig© intelligentie, om zich in een hem vreemde wereldbeschouwing in to denken, en hij zou het voor ongepast hebben gehou den daarover te schrijven, indien hij niet getracht had die te leeren kennen van bin nen uit. Soms liet hij do pen lang rusten cn verdiepte zieh in den gedachtèrigang der Indiërs en vond, dat dat uren waren van verhoogd© ïf.st, waarin hij zij a smart niet zoo scherp voelde tegelijk schter was hij zich bewust van zijn onvermogen als Westerling, zicli die gedachtengang ge heel eigen te maken. Hij stond er alleen minder vreemd t-ege-nover dan de meest-cn misschien had hij Oost-ersch bloed in zijn aderen. Hij gaf zich half ernstig, half spe- lend over aan zijn droomen omtrent zijn geboorte in Levant. Aan welke van al de vele naties, die in do havensteden van het Oosten elkaar ontmoetten, behoorde het donkero kind, dat- in Smyrna op straat ge vonden word en nog niet geleerd had zijn moedertaal te spreken? Riep het Oosten nu zijn afstammeling terug? Was het zijn taak enkele weinige gedachten van het moede Westen daarheen te leiden? Dat alles, maar -in de eerste plaats de drang tot weten, die voor ieder, die stu deert, het doel' bepaalt, maakte, dat zijn werk hom voor den geest stond met al don ernst van een roeping. In Zweden had hij intussehen niet het studiemateriaal, dat- hij noodig had. Hij moest ter voorberei ding een reis maken naar Engeland en lat-er het nam al vaster vorm voor hem aan wie het- Oosten wil leeren kennen, kan wel niet anders doen dan reizen naar het Oosten. Hij moest zelf een tijd zitten aail de voeten van hen, op v ier gedachten hij de aandacht wilde vestigen. Zijn ver mogen zou er voor een groot deel mee heen gaan. Nu, goed, hij was dc eerste niet, die een offer bracht voor do wetenschap. Later moest hij leven van zijn werk hij had geen Icind meer om voor te moeten sparen. De toekomst lag in ieder geval veelbelo vend vóór hem hij meende goede kans te hebben, dlat. hom binnen eeUige jaren een professoraat zo» worden aangeboden te Upsala. (Wordt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5