Nederland en de Oorlog.
No. 17678.
LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 13 October.
Brieven uit Parijs.
gemengd Nieuws,
IFr
FEUILLETON.
FANNY'S TWEEDE HUWELIJK
jffan onzen Parijschon briefschrijver).
(Nadruk verboden).
-M vórité est en marche..."
In een van mijn vorig© brieven heb ik
verteld, dat de administrateur van het
róoh-links-noemendd blaadje „Le Bonnet
[Rouge" was gearresteerd aan de girons,
terugkomende uit Zwitserland met een
dhèque van 150.000 franc in zijn zak, waar-
Van de herkomst, op z\n zaéhtst gezegd,
verdacht was. Gezegde administrateur,
luisterende naar den inaam van Duval
Hiet te verwarren met z'n naamgenoot van
de. ee^lijdB-goedkoopo leetgelegeflihe-
den beweerde dit bedrag te hebben ont
vangen van den Duitsehen bankier Marx
nit Mannheim. Waaruit blijkt, dat Duval
niet alleen in zijn journalistiek Marxis
tisch was. En wel voor afgesloten „zaken"
meer speciaal als zijn aandeel uit de liqui
datie van een. maatschappij, waarin Marx
en hij de hooge oomes waren geweest.
Alleen al na deze bekentenis zou Duval
strafbaar zijn wegens heb bij-de-wet-ver-
boden delict van „handel met. den vijaind".
Wat erger is voor hem, is, dat de rechter
van instructie alle redenen meende te heb
ben om hom strafbaar te verklaren we
gens „intelligence avec l'enuomi", d. w. z.
verstandhouding met den vijand, een
graadje erger dan „handel". In verzacht©
temmen wil dit zooveel zeggen als het meer
duidelijke „hoogverraad". En zich der
halve ik spreek van den rechter in
competent heeft verklaard, om zijn dossier
over te doen aan de militaire rechters,
■Na Duval is ook de hoofdredacteur van
„Le Bonnet Rouge", geheeten Almereyda
subsidiair onder den naam bekend, maar
eigenlijk heetende Vigo achter slot en
grendel gezet. En de lezer weet ongetwij
feld al, want de nieuwtjes worden oud-
baikken als ze 2 of 3 weken onderweg zijn
dat op een goeden morgen deze Alme
reyda dood iu zijn cel werd gevonden.
Hier begint, de geschiedenis ingewik
keld to worden. Z66 ingewikkeld, dat ze
den heer Malvy, minister van buitenland-
sche zaken, zijn ministerieel leven heeft
gekost, evenals daarna aan het heele mi
nisterie Ribot. Ook dit is den lezer al be
kend zie boven.
Heb geva-l wilde nl., dat de heer Lcyma-
rie, directeur van de recherche zijn ont
slag nam alles in verband met 't voor
gaande. Want deze heer Leymarje was
„chef de cabinet" vain minister Malvy,
toen Duval aan de Zwitsersche grens was
„verlost" van zijn 150.000 franc. En de
heer Leymaric wist niets handigers te doen
dan Duval zijn dhèque te clocn terug
geven. Een maatregel, waardoor hij, door
zijn ontslag, de volle verantwoordelijkheid
op zich nam trouwens er bij voegende,
dat. de heer Malvy er absoluut niets "van
geweten had. Een. bewering, die, onder ons
gezegd, door geen sterveling geloofd werd.
En de heer Malvy, heftig aangevallen in
de pers en meer in liet bijzonder door Cle-
mcnceau in ,.L'Homme Encha/tine", -ont
ruimde zijn ministerieelen zetel.
De gokstc dingen zijn gebeurd na het
ontdekken van den dood van Almereyda,
in zijn cel. Twee genecslïeeren van de ge
vangenis zijn komen.... „constateeren",
idat Almereycla zijn natuurlijken, zij het
dan wat plotsclingen, dood gestorven was.
Maar toen zonderlinge geruchten de rond
te deden, werden er drie oxperts-genees-
lïeeren aangewezen, om het. lijk te schou
wen. Zij vonden den do ode, gekleed in
oen gevangenishemd met staanden kraag,
en gaven den bewaker last, dat hemd te
verwijderen. De bewaker bepaalde zich cr
toe, het los te knoopen, hetgeen de dok
tors onvoldoende vonden. Het 6Cliijnt, dat
-ze zich"bepaald kwaad hebben moeten ma
ken om gedaan te krijgen, dat het lijk ge
heel werd ontkleed. En toen ward onmid
dellijk zichtbaar een duidelijk spoor om
den hals, een spoor van worging.
De twee gevangenisdokters hebben ver
klaard, dat Almereyda, een morfinomaan,
klaaijblijkelijk was overleden tengevolge
van het plotseling volkomen beroofd zijn
van het gebruik van morfine. Van heb dui
delijke spoor van het worgendo koord had
den ze niets gezien. Maar bij stukjes en
beetjes kwam. er iets van de „waarheid
los. Van de voorloopige waarheid.
'Almereyda heette nu zelfmoord to hebben
gepleegd, door zich op allerzonderlingste
manier op te hangen, in liggende houding,
aan den knop van zijn bed en. wel aan
oen schoenveter. Hij zou daarna het hoofd
over den rand van zijn bed hebben ge
gooid en zich aldus verworgd. Si non
vero
Maar do publieke opinie dacht er heel
anders over. Booze tongen beweren rond
uit, dat Almereyda, die te vóél wist,
door zijn bewakers, natuurlijk op bevel,
van het leven is beroofd.
Een van die bewakers was zijn mede-ge
vangene Bernard, een naar het schijnt
hoogst ongunstig individu, volkomen in
staat heb vieze werk te hebben gedaan, dat
hem werd gevraagd. Ik zal mij wel wach
ten, gezegden Bernard to beschuldigen,
en herhaal alleen wat rar. Morel, de ad
vocaat. au mevrouw Almereyda de ci
viele partij heeft geschreven in eeai me
morie aan den rechter van instructie,
waarin hij zegt dat Bernard, dien hij noemt
een „bandiet met een beestengozicht", dc
moordenaar is van Almereyda, om daarna
.te eindigen„Ik kon de hand die gedood
heeft; ik hoop te weten te komen, welk
hoofd deze hand bestuurde".
Het gekste is. dat de rechter van instruc
tie, te midden van allo leugens en halve
waarheden, die de getuigen dokters, ge
vangenbewaarders, enz. hom klaarblij
kelijk vertellen, nog niet heeft kunnen
vaststellen, wie eigenlijk Almereyda in
zijn laatste ©ogenblikken heeft bijgestaan,
noch wie hem heeft losgeknoopt. Alleen
heeft hij kunnen vaststellen, dat het bed
met den doode, dat door liet luikje van do
celdeur niet van buiten af to zien was, na
de misdaad in het midden van de cel was
geschoven. Wat mr. Morel aanleiding
heeft gegeven te sohrijven„Mevrouw Al
mereyda vraagt zich af, of de veroordeelde
Bernard, na zijn tragische taak, het bed
niet in het gezichtsveld van het luikje
heeft geplaatst, om heb mogelijk te inaken
zioh van buiten de eel te overtuigen, dat
het werk volbracht was."
Behalve Duval zijn nog een paar andere
„helpers," goheeten Marion en Joucla, in
de doos gedouwd. Een ander individu, Bo-
lo, -ook genoemd „Bolo padja" omdat,
inaar het schijnt, de Kkedivi van Egypte
hem dezen laatsten titel heeft verleend
as nog op vrije voeten, ondanks de hevige
protcotkreten van de bladen, 'die beweren,
-dat Bolo of Duval lood om oud ijzer
is. Z.Ex. Bolo padja heoft in elk geval
ontegenzeggelijk geprobeerd, één of meer
groofco Pavijschc bladen in handen te krij
gen. Hij heeft o.a. 5VS mïÜïoen frame
jawelvijf en een half millioeii franc t
gestoken in „Lo Journal", dat echter, on
danks deze „kleine bijdrage", en clank zij
zijn ienergieken directeur, den senateur
Charles Humbert, zich cr nooit foe heeft
laten verleiden, vogelaarsgcfluib op Duit-
schc wijs met »Slockholmiaansoh refrein te
doen hooren. Het e.nkelo feit bewijst in-
tusschen (hoe liet, om dit doel te bereiken,
op ongelooflijk-gemakkelijke manier mil-
lteenen regent.
En terwijl we over dit alles niet.
eens erg verwonderd zijm, komt heb gevat
van het Kamerlid Tuimel de climax van
ergernis brengen.
Gedurende de ICamervacanbie vonden
de „boden" van de Kamer in de vestiaire
van den député Turmel eem som van 25.000
franc in Zwitsersch bankpapier. Niet
alleen geeft do heer Turmcl omtrent de
herkomst van het geld de zonderlingste
verklaringen dio niemand gelooft
maar hij heeft ton overvloede den trein ge
nomen naar do Zwitsersche grens, bewe
rende in Zwitserland bij zoogenaamde
cliënten do stukken te gaan halon, die
hem moeten rechtvaardigen. Maar aan het
Fransche grensstation Bellegarde werd
hem, beleefd, maar beslist, duidelijk ge
maakt, dat hij <Je grens niet overkwam, on
het verstandigste deed, maar terug tc kee-
ren naar Parijs.
Yoorloopig diekt hem. de parlementaire
onschendbaarheid. Hoe lang nog? Want
de bladen herinneren er aan, dat de Rijks
kanselier Michaelis heele citaten heeft
aangehaald uit een geheime zitting van de
Fransche Kamer, welke citaten hem ver
strekt waren door een „oog-en-oor-getui
ge". En die 25 Zwitsersche bankbiljetten
van 1000 franc in de kleerenkast van den
heer Turmel doen de zonderlingste ver-
pioedèns ontstaan. Maar bovendien vragen
we ons hier af, waarom de_ censuur van 9
Juli (datum van de vondst van het. geld)
tot 13 September* de bladen verhinderd
heefc, iets re zeggen van dit buitengewone
geval. CABOCHON.
De diefstal bij Bogeor.
In yerband met den diefstal bij de firma
Begeer te Amsterdam is het volgende feit
vermeldenswaard
Eenigen tijd geleden vervoegde zich bij
den broeder van ©en wegens die inbraak
in hechtenis zijnde vrouw, een dame, oogen-
schijnlijk zeer fatsoenlijk en ontwikkeld (zij
was ook de Engolscho taal meester), die
zich voorstelde aan hem als mejuffrouw
mr. Zoklenrust, advocate voor zijn zuster.
Op de opmerking van den broer van de
.verdachte, dat hem alleen con mr. Zelden-
rust bekend was, antw. zij, dat zij „familie
van dien bekenden Amstordamschen advo
caat. was" en dat zij door de rechtbank als
verdedigster in dezen was toegevoegd.
Zij vertelde, dat zij, in kwaliteit van ver
dedigster toegang tot het Huis van Bewa
ring boel en hem, als hij wilde, wol toe
gang tot. zijn zuster daar kon vor.schaffen.
Zij zou dan een toegangsbewijs vragen
aan d6n rechter-commissaris en sprak met
hem af om elkaar dan bij bet. Huis van Be
waring te ontmoeten.
Deze ontmoeting had echt-er niét plaats,
daar de „dame" niet op de afgesproken
plaats verscheen.
Inmiddels had zich do man, door een be
zoek aan het paleis van justitie vergewist
of men daar ook een vrouwelijko advocate
Zei den rust kende.
Natuurlijk was dat niet bet geval, daar
er maar één advocaat van dien naam be
staat, n.l. mr. A. Zeldenrust.
Deze, telefonisch van dit vreemdo geval
op do hoogte gebracht, liet den man op zijn
kantoor komen on verzocht hem bij de po
litie van het voorgevallene in zijn bijzijn,
proces-verbaal to doen opmaken, hetgeen
•geschiedde.
Restaurant Royal in Den
Haag. Er is plotseling een stukje modern
verdwenen.
Gistermiddag zaten or nog tal van fla-
ncerende, winkelende en t-ea'cnde dames cn
hceren in de genoegelijke zitjes; vandaag
is „Restaurant Royal" leeg cn werden de
meubelen en de rieten stoelen met de ritjes
van gebloemd sits np wagens geladen. De
habitue's, (Lie van deze plotseling} verhui
zing nog onbowust mochten zijn, zullen van
middag bij hun gevone bezoek vivomd op
gekeken hebben.
't Is wel spijtig, zoo'n stukje Haagsok pu
bliek leven opeens verdwenen te zien Ver
moedelijk zal het zich wel naar elders ver
plaatsen, maar zulk een aantrekkelijke
plok in het centrum van het wandelende
Den Haag zal het allicht niet terugvinden.
Het gezellige zitjo op don hoek van Kneu
terdijk en Vijverberg herinnerde aan het
naburige Halstraatje, d'at in een vorige
eeuw hot centrum was van de fraaiste win
kels van Den Haag en van do flaneerende
en elkaar rendez-vous gevende be au-monde
uit dien tijd.
Hot proza komt er voor in de plaats. In
afwachting, clat het nieuwe pa-leis van de
Ned. Handelmaatschappij er zal verrijzon,
zullen de lokalen van den „Restaurant
Royal" ci-devant Abercrombie, nóg vroe
ger het deftige hoerenhuis vau den heer
Hofman, ingenomen worden door een
orisis-bureait, d)e Export-Oentrale.
(„N. Crfc.")
Plaatselijke feestelijkheden en besparing van
brandstof.
Volgens een schrijven van den minister
van Binnenland*che Zaken heeft het dc aan
dacht getrokken, dat, terwijl door de
spoorwegmaatschappijen alles in het werk
wordt gesteld om het reizigersverkeer in
het belang van steenkolenbesparing zoo
veel mogelijk te beperken, herhaaldelijk op
verschillende plaatsen feestelijkheden en
plechtigheden worden georganiseerd, welke
aanleiding geven tot een belangrijke toe
neming van het aantal op bepaalde tijd
stippen te vervoeren reizigers.
Hoewol alle aanvragen om voor der
gelijke gelegenheden extra-treinen beschik
baar te stellen, worden afgewezen en in
onkelo gevallen het publiek er door adver
teering in couranten op gewezen wordt,
dat het niet op extra reisgel©genheden
heeft to rekenen, is men toch, ter vermij
ding vai ongeregeldheden, genoodzaakt tot
belangrijke versterking van dc treinen dor
gewone dienstregeling.
Een verhooging van het kolengebruik is
ook hiervan het gevolg.
Op verzoek van den minister is deze aan
gelegenheid onder de aandacht van de ge
meentebesturen gebracht.
Oe Ecmskwesiie.
De Kamor van Koophandel en Fabrieken
te Delfzijl heeft het volgende schrijven aan
den minister van Buitenlandschc Zaken
gericht
Ten gevolge van de onvoldoende grens
regeling tusschen Nederland en Duitsch-
land op de Eom.9 de Düitsche regeering'ge
durende den t-egenwoordigen oorlog de
genoemde rivier beschouwt als behoorende
geheel tot het Düitsche territoit, zood'at de
schepen, welko de haven van Delfzijl ver
laten, reeds onmiddellijk buiten die haven
aan het toezicht on de controle van Düit
sche autoriteiten zijn onderworpen
dezo omstandigheid heeft ge-durende den
oorlog aan de Nederlandische scheepvaart
al heel wat hinder en moeite veroorzaakt
die onvoldoende grensregeling zal ook na
den oorlog voor den handol en de scheep
vaart van Delfzijl in het bijzonder cn voor
die van Nederland in het algemeen haar
nadoelen wellicht doen gevoelen, waar toch
het verkeer op de haven Delfzijl, inolusicf
dc NederlandScho loodsdienst op en voor
de Eems, aan do meerder of minder goede
gezindheid der Düitsche regeering cn haar
ambtenaren zal zijn overgeleverd
om de genoemde redenen zal de door de
Nedorlandsche regeering voorgenomen uit
breiding en verbetering dor haven te Delf
zijl voor onzen handel en onze scheepvaart
niet. dio waarde hebben, welke zij daarvoor
bij een geheel vrije vaart op dc Eems zoude
kunnen hebben
de Kamer van Koophandel en Fabrieken
voornoemd is van oordeel, dat wellicht het
geschikte oogenblik zal aanbreken, om tot
opheffing van de bovengenoemde onvol
doende grensregeling te geraken, wannéér
dfo Staten, welko thans met elkander in
oorlog zijn, mot do vredesonderhandelingen
zullen zijn aangevangen.
Redenen waarom do Kamer met ver-
schuldigdén eerbied de vrijheid neemt.
Uwer Excellentie beleefd to verzoeken, al
het mogelijke in het werk te stellen, opdat
de grensregeling tusschen Nederland en
Duitechland op. de Eems zoodanig worde
geregeld, dat van uit de haven te Delfzijl
te allen tijde vrijelijk over de Eems als
vaarwater kunne worden beschikt.
Smokkelarij.
To Mauder, onder do gomoenle Tubbcrgon,
traohtto oon troep smokkelaars eenige koeion
over do grons to brengen, -toen ze daarbij door
kommiezen betrapt werden. Op het halt-geroep
namon allen dc vlucht, waarop do rijksambtena
ren van hun vuurwapenen gebruik maakten en
oon der smokkelaars. J. H, aldaar, op de
plaats werd doodgeschoten. Dc koeien worden
in beslag gonomen.
Te Glanerbrug zijn door do kommiezen drie
smokkelaars, vlak bij do grens, aangehouden,
toon zij trachtten elk een groolo zak smokkel
waar uit to voeren naar Duilscliland. Niet min
der dan ongeveer 100 pond spek. on vet, circa
30 liter raapolio en een grootc partij manufac
turen werdon in beslag genomen. Ook do leve
rancier dezer artikelen, die in den regel onbe
kend is, word door" de ambtenaren opgespoord
en in verhoor genomon.
Een troepje smokkelaars, dio zich in het be
lang hunner smokkelaffairo geassocieerd had
don, brachten dezer dagen een partijtje ka
toenen, spek, enz. bij Gttersum Ylak bij dc grens
op een veiligo plaats, met do bedoeling dit den
volgenden avond de grens over lo brengen.
Een clubje andere smokkelaars, dat van een
en ander lont had geroken, was hen echter voor
geweest, want toen men den volgenden avond
ter plaatso kwam om de waren verder le ver
voeren, was alles verdwenen.
Verlo? buitengewone kommiezen.
De opperbevelhebber heoft bepaald, dat do
militaire buitengewone kommiezen en hulpbo-
waai'dcrs niet vallen onder de nieuwe rege
ling omtront de periodieke verloven. Aan deze
militairen zal conmaal per maand 2 dagen ver
lof wordon verleend met daaraan verbonden
reisdagen.
Do bruinkolen en het vervoer.
Dezer dagen werd uit de mijnstreek aan
„De Standaard" gemeld, -dait de conces
sionarissen der bruinkolcnvcl den zoo zij al
niet woiclcn tegengewerkt, dan toch door
het ophouden van machines, nooclig voor
de exploitatie, worden belemmerd, om de
zaak vlug aan tc pakken. Als voorbeeld
hiaalde men aan, dat machines, een week
nadat men ze te IJmuiden op den trom
had geladen, nog niet op de plaats van
'Beotemming warfem aangekomenon diafr
een excavateur vier dagen nadat men hem
te Amsterdam lvad ingeladen, nog steeds
kalm op het emplacement stond te wach
ten.
Bij informatie te bevoegder plaatse doel
de men ons mede, schrijft het „Hbld.", dat
inderdaad 't vervoer van voor de exploi
tatie noodige machines belemmering on
dervindt, doordat men zich bij de spoor
wegen onvoorwaardelijk aan eenmaal vast
gestelde bepalingen houdt. Gezien de wen-
schelijkheid om de bruinkooh-elden zoo
spoedig en zoo intens mogelijk in exploi
tatie te brengen, zou men het ten zeerste
op prijs stellen indien door de spoorweg
maatschappijen in dit speciale geval bij
woorkomende gelegenheden van den bu
reaucratiseren weg werd afgeweken.
Van tegenwerking is echter geen sprak©
integendeel, do rogeering en het rijks-
kolendistributie-bureau doen alles wat in
hun macht staat om een spoedige exploi
tatie der velden te bevorderen^
A. v. d. W., te L. Indien ge reeds bij
de iste compagnie wielrijders dient, dan
moet ge een verzoek om plaatsing bij de
motor-afdeeling indienen aan den chef van
d'en general en staf, door tusschenkomsb van
uw militaire oliefs.
Abonné. Tot officier bij de vesting
artillerie wordt men alleen opgeleid bij de
Koninklijke Militaire Academie. Voor toe
lating bij dc Instructie-compagnie te
Schoonhovon moet men tus?.c.hen l-SVé en
19 jaar oud zijn.
Abonné, J. van te Leiden. Indien
gij tob de militie behoort, dan kunt gij, als
gij niet geschikt, zijt voor vaandrig, in do
positie van mliilicien-sergeant worden terug
gebracht. Anders bestaat er geen gelegen
heid om bij do militie torug t-e keeren.
Bij de door ai bedoelde verplaatsing wordt
in de eerste plaats rekening gehouden met
de belangen van den dienst, daarna met
andere belangen. Hot spreekt van zolf, dat
door zoo'n maatregel hot niet ieder naar
den zin kan gemaakt worden.
Abonné W., te IV. Daar weten wij
niets van voor zoover bekend is daarvan
nog niet© bepaald.
Abonné J. v. d. Zw., te V. In uw
goval, staat u gelijk met een burgor, die
zijn woning moet ontruimen. Bovendien
wordon militiicpliolitigen, die gehuwd zijn,
in dit opzicht beschouwd als niet gehuwd.
Ge moet maar eens met uw bezwaren
bij den kantonrechter aankloppen.
21)
Onmerkbaar kwam er allengs een wol dar
<lige rust over allen. Wa3 dat de moeder
lijke kracht, die iu onze samenleving en
binnenlandsciiê politiek nog- niet gebruikt
werd zooals zij moest? Zeker is. dat alles,
wat gedaan moest worden, gedaan wertl,
en dat er iomand was, tot wie zij konden
gaan met hun moeilijkheden en die altijd
bereid was tot luisteren. De eenige, die me
vrouw Hein niet waardeerde, was do nieuwe
huishoudster. Maar een Teit was het, dat
het huishouden veel minder kostte dan in
<le weken, toen mevrouw Hein er nog niet
was.
III.
De villa aan zee.
Do familie Hein vertoefde gaarne in de
villa aan zee, voor do .tiende maal vierde do
ioudo heer daar zjjn verjaardag. Hij had
zooals hij beweerde dat öude plaatsje
„ontdekt" en eerder dan iemand het ge-
schikt bevonden t^j zomerverblijf. Als liy
top zrjn wandeling langs het strand of in
liet bosch de rij -van- villa's zag toenemen,
voelde hg een zekeren trots, dat ktf de zyne
daar het eerst had gebouwd.
taande voor liet open raam in zijn slaap
kamer, bezag dc.laatste hand te leggen aan
zijn toilet, verheugde hij zich over den
feestdag in het midden der zijnen, alsof het
zyn negende verjaardag was. in plaats van
zrjn 69ste. Do laatste maal was het zoo
vreemd geweest en zoo half. Fanny had niet
kunnen komen, en Mathilde was juist den
verjaardag over thuis gebleven, om den vol
genden morgen naar Fanny te gaan.
's Avonds had er een afseheidss temming ge-
heerscht, niets gezellig. Dit jaar waren zij
allen hier. Fanny ook met man en Koert
en do kleine meid.
Het \7d£ een teleurstelling, die hij echter
diep in zijn liefhebbend vaderhart verborgen
hield, dat Fanny van haar schoonheid veel
had verloren. Als hij er aan terugdacht,
hoo onbegrijpelijk jong zij. er had uitge
zien, dien zomer, toen zij hertrouwde, vond
hij in haar uiterlijk meer verschil dan twee
jaren anders teweeg brachten. Haar mooi
figuur had zij wel behouden, elegant en ge
distingeerd was ey, maar de echte frisch-
heid ontbrak. Arme Fanny! Zij leed er zelf
ónder, dat kon hjj wel zien. Hij was Vree-
seljjk hang, dat zy ontdekken zou, dat hij
het opmerkte; tegen Mathildo had hjj or wel
over gesproken, maar tegen niemand an
ders. Dat zij berouw had of ook maar reden
had spijt te hebben over haar ontegenzeglijk
gewaagd huwelijk met eon Zooveel jongeren
man, daarvan had hjj niet het minste ge-
ü*èrkt. Arnold was zich gelijk gebleven in
zyn manier van doen tegenover liaar; harts
tochtelijk was hjj eigenlyk nooit. Maar dat
hij dol was op het kleine kind, dat was heel
duidelijk.
Nu was de oude hoer klaar; hjj had zich
vandaag met zijn 'toilet niet gehaast. Hjj
wist immers, dat hij zich op zijn verjaar
dag in den kring der familie niet al te
vroeg moest vertoonen. Hij keek over de
zonnige blauwe zee, werd ernstig m dacht
met eon zucht aan zijn zoon Emiel. Dat
deed hjj altijd op zijn verjaardag. Toen keek
hij op zijn groot gouden horloge en ging
naar beneden. De trap kraakte onder zyn
welbekenden tred, en Mathilde haastte zioh
de laatste rozen te Schikken rondom zijn
koffiekop. Zij waren allen buiten op de
waranda, waar het ontbijt gereed stond, en
de jarige werd gekust en omhelsd door rijn
.vrouw, zyn dochters en zjjn kleinzoon,
waarna zyn schoonzoons hem de hand druk
ten. Hij genoot van dat alles, bekeeje de ge
schenken, was verrast en verbaasd en be
dankte, gaf zijn goedkeuring te kennen over
de smaakvol gedekte ontbijttafel, nam plaats
en presideerde achter een waren wal ran
bloemen. Hij was in zijn schik met alles
en met allen; dat Bengt Adlerfeldfs geluk-
wensch meer stijf was dan hartelijk, daar
aan was hij gewoon en hy vond bijna,
dat het zoo zijn moest; in stilte echter jm^on-
de hij, dat de Verrekijker, dien Arnold hem
had gegeven, nogal duur was voor diens
middelen. Hot was een present, dat Arnold
b"eter van hem had kunnen krijgen. iETy
droeg zrjn hoofd drommels hoog, dio' jonge
man.
„Daar, grootvader, daar" is er nog een,
die komt felicit-eeren." Arnold kwam met
zyn dochtertje op zijn arm en nu kon liy
zijn hoofd wel buigen. Hij reikte haar aan
zyn schoonvader over met een gezioht, waar
op duidelijk stond, dat hy hom een groote
gunsjï bewees, en de Bankdirecteur nam rijn
kleindochter in ontvangst en maakte al de
grapjes met haar, die een grootvader voor
zijn kleinkinderen klaar dient te hebben.
Het kind lachte eerst, maar begon toen te
huilen. Boy, de patrijshond, die jaloersoh
was, was er by gekomen en had zijn poot-
op do andere knie van den baas gelegd.
Arnold nam gauw zijn schat terug.
„Dot,7 zei hg, en ging zjtten met het kind
op zijn arm. Hij lokta Boy naderbij: „Neen,
we zijn niet zoo klein; kijk maar, we zjjn
niet bang voor ouden Boy. Kijk eens, vrat
'een bravo hond. Trek maar gerust aan zijn
ooren, kijk, zóó! Niet? 7t Is ook veel pret
tiger Pap 3an zijn snor te trekken."
Vader en kind en hond vormden een aar
dige groep, en allen keken met pleizior,
or naar, Fanny kon niet laten beidon t©
kussen, en Eva zuchtte in stilte.
In den loop van den morgen kwamen er
al meer bloemen, telegrammen en felicita
ties. Het weer was zoo mooi. als men maar
wonschen kon; een zachte bries woei van
den zeekant,, zoodat de nieuwe vTag op liet
dak wapperde en klapte. Tegen het mid
dagmaal kwamen met den troin vele familie
leden en oolc eenige vrienden van de rondom
liggend© villa's. Het diner was prachtig,
zooals alt\jd m het huis van den Bank
directeur, of het in de stad was of buiten,
cn hier, waar men over 't algemeen te
vreden z\jn moest met wat er ie krijgen
was eu zijn protensies moest matigen, vas
zulk een feestmaaltijd dubbel welkom. De
wijn was van de beste soort, de tafel
versiering keurig, de stemming opgewekt;
er ward gelaoheu, gepraat, gespeecht. Ar
nold las de telegrammen voor. Door do
hooge open ramen stroomde de frissche
zeelucht binnen on hoordo men het brui
sen van do zee.»
Do niyniddag werd voor het grootste
deel aan het strand doorgebracht. Paaii
lag men op reisdekens op het zand, en
versnaperingen werden rondgediend door
dienstmeisjes in lichte katoenen japonnetjes
met witte schorten. Zij liepen af en aan
met presenteerbladen, onderwijl met elkaar
kibbelend; de kinderen trokken schoenen
en kousen uit en de jongelui speelden cro
quet op de strandweide.
In de familie van den Bankdirecteur was
het vrouwelijk element overwegend; dus
waren er onder het gezelschap veel jonge
meisjes cn geen andere ongetrouwde hoe
ren dan enkel een nieuw aangekomen stu
dent en een paar zosde-klai-scrs van het
gymnasium. Natuurlijk was Arnold bij de
jonge dames in trek; hij deed mee aan
croquet- en andere spelen en maakte met
animo gekheid, vooral met oen zestienjarig
meisje, dat nog een lange blonde vlecht
op haar rug droeg, de dochter van een
nicht van Fanny, zelf ook Fanny genoemd.
Arnold wilde, dat zij oom tegen hem zou
zeggen, maar zij deed liet niet. Telkens
als Arnold, liaar plagend: „Fanny, Fanny"
riep, kwam zijn vrouw aanloopen en zette
een wel wat strak gezicht, als zij dan
merkte, dat de jonge Fanny was bedoeld.
Later, toen zij allen voor de terugreis
aan de theetafel in. de villa bijeen waren,
werd kleine Ettv beneden gebracht, om
goeden nacht te zoggen, en teen vergat
Arnold iedereen voor het kind. Zijn verruk
king over Etty was frisch en ongekunsteld,
zooais zijn blijdschap altijd was. en hij
"wilde, dat een ieder dio doelde. En weer
keken onwillekeurig allen naar hem met ge
not; hij was mooi en mannelijk, zooals hij
daar stond, zoo recht en slank, niet het
kind op zijn arm. Hij speelde mee haar met
denzelfden ijver als hij eerst croquet en
krijgertje had gespeeld, maar 3ls zij een
gezicht trok of zij wou gaan huilen, deed
hij niet sentimenteel met haar. Hij fronste
dan zijn wenkbrauwen on wist ppvallend
genoeg haar dadelijk zoet te krijgen
met het bevel: „Niet zoo dom doen!" H\j
was de eenige, wien zij gehoorzaamde, be
weerde hy trotaoh.
(W-ordt *er*oigdk