Nederland en de Oorlog.
I*. 17613
Maandag; SO Juli.
A°. 1917.
geze ^Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Officieels Kennisgevingen.
FEUILLETON.
Het vijfde wiel.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEK ADVERTENTIES:
V»n 1—5 regols 1.05. I.dere rogel meer 0.20. - Kleine advertentiën
Tui 30 woorden 40 Oente oontant; elk tiental woorden moer 10 Oenta.
Incasso volgens pootrecht. Bewijsnummer 5 Cents.
TclcfoonnumnrtrtAdministrntle 175, Redactie 1507.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 8 maanden f 1.60; per week. 1 J 0J.2.
Buiten Leiden en waar agenten gevestigd aijn per woek. J 0.12,
Franco per pest
f5' INKOMSTENBELASTING.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
krengen in herinnering, dat den 31en Juli e.k.
-de lo termijn vervalt van de Plaatselijke In
komstenbelasting, dienst 1917, en dat alzoo op
den lsten Augustus minstens 1/6 gedeelte van
don aanslag moet zijn voldaan.
Zij noodigen mitsdien belanghebbenden uit
om, ter voorkoming van vcrvolgingskostcn, tot
de betaling van het verschuldigde ten kantore
van den Gemeente-Ontvanger, over te gaan.
Burgemeester en Weth. voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden,' 28 Juli 1917.
GEDORSCHTE EN ONGEDORSCHTE
GRANEN.
Do Burgemeester der 'gemeente Leiden brengt
ter algomeeno kennis, dat, blijkens circulaire
van 27 Juli 1917, de Minister van Landbouw,
Nijverheid en \JLandel heeft goedgevonden te
bepalen:
Artikel 1.
Eigenaren en bezitters van ongedorschte gra
nen en peulvruchten zijn verplicht, telkenmale
onmiddellijk na het dorschcn opgave te doen
van de door hen gedorschte hoeveelheden, uit
gedrukt in kilogrammen, aan den Burgemees
ter hunner woonplaats.
Artikel 2.
Eigenaren en bezitters van gedorschte gra
nen en peulvruchten zijn verplicht al hun gra
nen en peulvruchten, mot uitzondering van de
hooveelhoden, waarover bun uitdrukkelijk de
beschikking is gelaten, te bezorgen of te doen
bezorgen uitsluitend op de plaats waar en op
den tijd, dat zulks door den Regeerings-Com-
missaris van de Rijksgraanverzameling wordt
gewenschf, overeenkomstig de daaromtrent be
staande plaatselijke gebruiken.
Artikel 3.
f Voldoen do eigenaren en bezitters niet aan do
in art. 1 en 2 genoemdo verplichtingen, dan zal,
onverminderd de strafrechtelijke vervolging, die
zal worden ingesteld, do beschikking over de
hoeveelheden, in art. 2 bedoeld, worden inge
trokken. f
Artikel 4.
Onder granen wordt in deze regeling ver
staan:
Wi'nter-tarwe, zomer-tarwc, spelt, winter
rogge, zomer-rogge, wlnter-gerst, zomer-gerst,
haver, evene, boekweit en kanariczaad.
Onder peulvruchten wordt in deze regeling
verstaan:
Veldboonen (wier-, paarden-, duiven-, scha
pen- en Waalsche).
ALLE soorten groene en gele erwten, ALLE
soorten grauwe erwten, ALLE soorten bruine,
«gele en witte booncn.
Do Burgemeester voornoemd,
N. G. DE GIJSELAAR.
rcldeh, 30 Juli 1917.
LEIDEN. 30 JULI.
1 i In Den Haag is voor het examen
Fransch M. O. akte A geslaagd mej. H.
jO. Noy, alhier.
,r Een onzer stadgenooten, de heer C. H.
(Kouw, van de Sterrenwacht, viert morgen
een fec9t, voor weinigen weggelegd. Met zijn
gade herdenkt hij dan zijn gouden huwelijks
feest. Hoewel hij het overeenkomstig zijn
aard slechts bescheiden in familiekring hor-
denkt, zal dit bericht zeker velen aanleiding
geven den gouden feestelingen met hun
naamkaartje van hun belangstelling te doen
getuigen.
De lieer W. P. Mutié, tandarts, hoopt 16
Augustus a.s. tachtig jaar te warden.
Bü den dienst der Posterijen on Tele
grafie is benoemd tot assistenb alhier4 de
brievenbesteller P. N. Paats, te 's-Graven-
Te 's-Gravenhage znn geslaagd voor.
het eindexamen "EL R. S. met 5-jarigen
cursus Ch. Teeuwen en Marie C. van der
Heiden, alhier.
Het begin van 'den groentijd voor
nieuwe leden van het Lcidsch Studenten
corps is bepaald op 19 Soptember a.s.
In het lokaal van het Heilsleger aan
de Lammermarkt alhier, wist een man door
insluiping een trombone to bemachtigen,
waarmede hij zich onopgemerkt uit de voe
ten maakte. Do dader is bij de politie ta
kend.
Gevaarlijke vangst.
Do stoomtrawler Maasdam" kwam te
IJmuiden binnen met een opgevischte mijn
aan boord. Het schip werd niet in do Vis-
schorshavon toogol&ten en moest in hot
Buitentoeleidingskanaal blijven liggen tot
de marino do gevaarlijke vangst had over
genomen.
Door den te IJrauidon binnengekomen
stoomtrawler ,,IJM. 131. Eendracht II",
werd gerapporteerd, dat op de visscherij
op 53 gr. 40 min. N. B. en 4 gr. 34 min. O.
L. een mijn in het net werd gehaald.
Bij het binnenhalen van het net bemerkt©
men nog bijtijds de aanwezigheid van hot
monster, zoodat onmiddellijk het vischtuig
gepakt kon worden teneinde ocno ontplof
fing tegen het vaartuig te voorkomen.
Gestrande landgeuooten.
Do correspondent van de ,,N. R. Ct" te
Stockholm meldt dat het aantal Nederlan
dera die in Scandinavië zijn en niot naar
ons land kunnen vertrekken, thans tot cfcr-
tig is gestegen.
Den Nederlanders, die niet uit Rusland
komen, is toegestaan door Duitschland te
roizon, de Nederlanders echter, die wel uit
Rusland komen, worden niet in Duitsch
land toegelaten.
Onze gezant te Stockholm, jhr. W. H. de
Beaufort vertrekt den 23sten Juli voor ee-
nigo dagen naar Gothonburg, om door por-
soonlijko bemoeiingen het trekken door
Duitschland mogelijk te maken.
Minderjarige smokkelaars.
Heb plan bestaat bij de Rijkstuchtscholen
te Groningen barakken to bouwen om 't
groot aantal gestrafte minderjarigo smok
kelaars spoediger te kunnen pnemen.
Distributie van koffie.
Naar men aan do „Avp." uit betrouwba
re bron mededeelt, is thans een plan in be
werking tot invoering van een bonnenstelsel
voor don verkoop van koffie in het klein,
dat waarschijnlijk tegen September in wer
king zal treden.
Een spion neeronde Nederlandscbe.
Mevrouw M. G. Zelle (van geboorte Ne-
derlandsche on als danseres bok end onder
den naam van ,,Mata Hari") is door den
krijgsraad te Parijs met algemeen© stem
men ter dood veroordeeld wegens epionna-
ge. Er is een verzoek tot revisie ingediend.
De interncering der Duitsche onderzeeërs.
Reuter meldt uit Londen:
De ,,Times" schrijft: Het kan zijn nut
hebben om een oogje te houden op de Ne-
derlandsche en Duitsche besprekingen,
welke gevoerd worden in de thans in Den
Haag bijeenkomende arbitrage-commissie, die
over het lot der Duitsche onderzeeërs ,,U
30" en. ,,U 6" zal hebben, te beslissen,
welke beide vaartuigen sinds het laatst
van Februari en Maart in Nederland geïn
terneerd zijn.
Algemeen wordt aangenomen, dat de ar
bitrage-commissie jils haar meening te ken
nen zal geven, dat de duikbooten vrijgelaten
moeten worden en dat zij dus de Duitsche
opvatting, als zou de interneering onwettig
zijn geschied, zal deelen.
Gezien de samenstelling der commissie,
wordt door velen aangenomen, dat zij een
hulpmiddel moet zijn om „het figuur der
Nederlandsche regeering ts redden", terwijl
tochterzelfdertijd Duitschland zijn zin krijgt
Men schijnt te veronderstellen, dat de Ne
derlandsche autoriteiten door aldus te han
delen geenerlei verantwoordelijkheid op zich
laden voor de daden van zeerooverij, die
de Duitsche onderzeeërs na hun vrijlating
zullen bedrijven.
Volgens onze meening echter zou een der
gelijke opvatting niet te verdedigen zijn.
Nederland kan aan zijn verantwoordelijk
heid van neutrale staat 'tegenover de bond-
genooten niet ontkomen, door met deri
vijand der geallieerden verstoppertje te
spelen.
De verdachte bereidwilligheid waarmede
Duit&chland het arbitragevoorstel aanvaard
de, nadat het de Haagsche conventie een
voudig had vertrapt en op de meest brutale
wijze iedere bepaling van de internationale
wet had geschonden, wordt verklaarbaar,
wanneer men het feit in aanmerking neemt,
dat Duitschland als eenige oorlogvoerende
mogendheid in de commissie vertegenwoor
digd is en dat het op den steun van ten
minste twee der overige vier leden kan
rekenen.
Wat echter ook het oordeel van de com
missie moge zgn, de verantwoordelijkheid,
waarmee volgens dit oordeel wordt gehan
deld, komt op de Nederlandsche regeering
neer. Zjj kan niet verwachten, dat de bond-
genootén gematigder zullen optreden dan
Duitschland zou doen, wanneer het vrijlaten
van in Nederland geïnterneerd liggende Brit-
sche onderzeeërs zou betreffen, nadat een
partijdige commissie ten gunste van de Brit-
sche eischenuitspraak zou hebben gedaan.
De bopdgenooten begrijpen ten volle de moei
lijke positie van de kleine neutrale landen,
die binnen bet onmiddellijk bereik van het
Duitsche zwaard liggen on de zichtbare be
wijzen hebben gehad van de afgrijselijkheid
der.Duitsche verschrikkingen. Zij erkennen
onmiddellijk, dat neutrale volkeren als de
Zwitsers en de Nederlanders alles hebben
gedaan en nog steeds bereid zijn te doen
wat het lijden van deze door Duitschland
veroorzaakten oorlog kan verzachten, maar
zij zjjn niet bereid en kunnen dat ook niet
doen, qm daden of nalatigheden van de
neutralen, waardoor de oorlog verlengd
wordt of die den vijand in verborgen steu
nen, door de vingers te zien of te vergeten.
Al3 de lange strijd tusschen vrijheid ea
macht eenmaal beslist is, zooals die beslist
zal worden ten gunste van de vrijheid, moe
ten zij, die de zaak van de macht gesteund
hebben, niet verwachten, dat dit maar dade
lijk vergeten zal zijn.
Hot wittebrood.
Naar de „Maasbode" verneemt, bestaan er
plannen, om de samenstelling van het witte
brood binnon zeer korten tijd te wijzigen. Hot
maïsmeel, waardooT hot brood een geelach
tige tint verkrijgt, zal vervangen worden
door gorstemeel. Dc samenstelling van het
wittebrood zal dan worden als volgt: 56 pet.
regeoringsbloem» 15 pet. patentmeel, 15 pot.
aardappelmeel en 14 pot. geratebloem.
Het torpedeeren der Scheveningsehe vlsschers-
schepen.
In een ooiderhoud gaf schipper Wouter
Rog van <Le ,,Dirk van Duijnen", Sch.
254, van de roede rij Jac. den Duik on
Zonen, oen dor zea Vrijdag door een Duit
sche n onderzeeër tot) zinken gebrachte
Scheveningedh© vis9ohersschepen, nog ver
schillende bijzotoderheden over het ge
beurde.
De bemanning was vissdhende na-ar ge
gist bestek op 52 gr. 27 min. N. B. en 40
gr. 5 min. O.L- e<n had juist de netten in
gehaald, toen te kwart over drie een on
gemerkte Duitsche duikbooot in zicht
kwam, die te 3 uur een waarschuwings
schot l'aste, dat 20 M. van den logger af
in zee terecht kwam- Onmiddellijk werden
do zeilen gestreken en werd do Neder
landsche vlag gcdieschen. Een kwartier la
ter was de duikboot m de nabijheid van
de ,,Dirk van Duijnem" gekomen, waar
op sciïTpper Rog zich met de scheepspa
pieren aan boord van het oorlogsvaartuig
begaf. De scheepspapieren werden niet te
ruggegeven en de duikbootcommandant
slCeg geen acht op de opmerking van den
schipper, dat men met een neutraal vaar
tuig te doen had. Voor verdere opmerkin-
ken (de schipper had er op willen wijzen,
dat hij zich in de veilige vaargeul bevond)-
werd |Teon gelegenheid gelaten. (Si echte
werd 5 a 10 minuten tijd gegeven om de
bemanning van boord te halen.
Na 6 a 7 minuten, was de uit 8 man,
allen Scheveningers, bestaande bemanning
in de sloep en nauwelijks had deze zich
2 minuten roeions verwijderd, of van de
duikboot werden 12 kanonschoten, waar
van 7 treffers, op den logger golost, die
na 3 minuten zonk.
Do bemanning had 2 uur in de sloep rond
gevaren, toen zij door de Soh. 454 werd
opgenomerr. Aan boord van dit vaartuig
hoorde zij nog te aëht uur schieten uit de
richting, waar haar schip ten gronde wa-s
gegaan.
Voordat de ,,Dirk van Duijnen" tcfc
zinken was gebracht, was haar bemanning
getuige van de vernietiging der Soh. 170,
terwijl zij daarna, de Soh. 136 tot zinken
zag brengen- Schipper Rog vermoedde,
dat deze beide vaartuigen drijvende zijn
gebleven.
Eenigszins anders was, naar een der Ie*
den van de bemanning ons mededeelde^
de loop der gebeurtenissen met de „Ster-
na III" (Soh. 136) van de N. V. Zeevis-
öcherijmaaechappij „Sterna", directeur D«.
de Mos.
De bemanning van dit vaartuig werdf
nadat het waarschuwingsschot van de duik
boot was gedost, toegeroepen, dat zij zich
in de sloep moest begeven» Aan dit bevel
werd onmiddellijk gehoorzaamd. De sloep'
werd naar de onderzeeboot geroeid, waar'
zich allen op één man na aan boond be
gaven. Hierop moesten de in de sloep ge
bleven O. de Jong twee Duitsche matro
zen, onder oommando van een officier, aan
boord van de „Sterna" brengen, waarin
drie bommen werden neergelegd één te
gen de donkey, de twee anderen midscheepa
terwijl de barometer, een zakje vlaggen,
een klok en een zuidwester van een der
matrozen werden meegenomen en behouden
evenals do scheepspapieren. Het kompaJ
en een kijker werden ter hand gesteld aa&
den man in de sloep, die naar. de onder
zeeër moest 'terugroeien om de Duitsche
manschappen terug te brengen en do ove
rige leden dor bemanning van den logger
op te nemen*
Onmiddellijk nadat dit was geschied, ont
plofte de bommen aan boord van de „Ster-*
na," die evenwel na 2 uur, toen de na
een half uur door de Vlaardingen 49 op
genomen bemanning haar uit het oog ver
loor, nog drijvende was.
Onze zegsman was vol lof over de hulp*
vaardigheid der bemanning van het Vlaar-
dmgsche vaartuig. Ook over de vriende
lijkheid dor Duitsche matrozen mocht hij
allerminst klagen. De commandant van de
duikboot was evenwel het te gen ge stel df
van vriendelijk. Aan schipper Arie Verboom
werd een weigerend antwoord gegeven op
zijn verzoek om wat water voor het 1©B-
schen van zijn dorst.
Ook de bemanning van de Sterna"
hoorde nog tot laat in don avond schieten
in de omgeving van de plek des onheils.
Met ieder der beide schepen ging voor
ongeveer f 200 haring verloren, terwijl de
bemanning niets van hun eigendom heb
ben kunnen redden.
Door De Jong werd ons mog met de
meeste beslistheid verzekerd, dat de log
ger, waarop hij zich bevond, zich binnen
do vrije vaargeul bevond*
Vermeld dient nog, dat, naar schipper
Rog ons mededeede, van do eveneens tot
zinken gebrachte Sch. 170 door den onder
zeeër werden meegenomen de voorraden
erwten, boonen en rijst, benevens de kope
ren okta-ng.
De ondergang van de „Batavier IIW.
Do Engelsche admiraliteit maakt be
kend
Een onzer duikbooten, die in de Noordzee
patrouilleerde, heeft den 97en dezer het
Duitsche stoomschip „Batavier II" na een
korte vervolging in beslaggenomen. Dc be
manning verliet hot schip, terwijl een prijs*
bemanning aan boord werd geplaatst. Ten
gevolge van do beschadiging door kanon
vuur was het echter, onmogelijk de „Bata
vier II" naar de haven te brengen, waar
om het tot zinken werd gebracht.
door
BEATRICE HERON MAXWELL en
FLORENCE E. EASTWIOK.'
Naar het Engelsch.
25)
Daardoor kon men begrijpen, dat de praatjes
en hatelijke toespelingen, dio in dion tijd go^
paard gingen met het noemen van zijn naam,
uitsluitend werden rondgestrooid door mon-
schen, die nooit in aanraking gekomon warm
mot Laurie of hem in 't geheel niet kenden.
Voor zijn kennissen was alles even geheimzinnig
en ontmoedigend, iedereen vroeg zich af:
„Wat kan dat beteekenen?" En mon antwoord-
do in denzelfden, adem: „Laurio moet hot
slachtoffer zijn van een afschuwelijke vergis
sing of misverstand."
Voor zij.a vader was- het een ontzettende
ramp, dio al zijn plannen en vorwachtingon cu
govestigdc overtuigingen in duigen deed vallen,
i Horatio Pridham'a hart bloedde en was versla
gen; dat was inwendig. Uitwendig biold hij
zich goed en droog zijn lot met kalmte en
waardigheid. Hij had den moed van een koel
bloedig volhardend man: zonder dien moed zou
bij nooit de positie hebben bereikt, die bij nu
bekleedde. Ztjn vaste wil steunde hem tegen-
ovor oen cynische wereld, welke hem zijn succes
;had benijd en hem een parvenu noemde. Hij zat
Jin zijn bibliotheek met de courant open voor
«ich maar bij las geen woord. In den geest
i.Wiis hij elder3. Zijn gee^t vertoefde in de ka
mer boven, waar Laurie lag, en hij uitte een
WMiUge«i?pt4e« gebed voor mya jongen, mija
Jongen;" Dio voorden herbaalden zich voortdu
rend in zijn brein: „mijn jongen, mijn jongen!"
en zij behelsden een bede tot God, in wion deze
flegmatische, ongevoelige Engolschman vast ge
loofde als een onveranderlijke instelling in hel
heelal, wier speciale roeping het was to luiste
ren naar de leden van de Kerk van Engeland,
die in nood verkeerden. Deze stilzwijgendo bede
om hulp werd verbroken door het binnentreden
van Hoskins, die fluisterde: „Inspecteur Law-
son vraagt u te spreken, mijnheer."
„Laat hem binnen," beval mijnheer Pridliam.
De inspecteur kwam dc kamer in met hel
zelfvoldane gezicht van een man, dio een taak,
wclko hij zichzelf heeft opgelegd, heeft tea uit
voer gebracht.
Mijnheer Pridliam gordde zich aan lot het
ondorhoud en grootte hem vriendelijk.
„Gooden morgen, inspecteur. Heeft u eenig
nieuws van belang? Eonig nieuw licht voor dc
zaak?"
„Ja, mijnheer, en wel helder, scherp licht,
tot mijn grooto vreugde. Ik was bang, dat wij
vast zaten, maar er is een geheel onverwachte
uitkomst, waar wij rekening mee moeten hou
den. Het schijnt, dat mijnheer Maulcverer het
vermoorde meisje gekend heeft en haar brieven
heeft geschreven."
„U zegt toch niot, dc jongo Maulcverer
ik denk, dat dit een vergissing moet. wezcp; hij
lijkt volstrekt niet het soort jongmensch
Daarenboven, het meisje had een goeden naam;
hot was een fatsoenlijk meisje, nietwaar?"
„O, ja, mijnbeer, daar hooft u gelijk in. Lis-
beth Baintan was een goed, fatsoenlijk meisje
maar brave meisjes worden ook verliefd, en
een jongmensch als mijnheer Theodor Maulcve
rer kan een dwaasheid doen en er later berouw
van bobben. In allo geval, wij hebben een stel
lig bewijs, dat bij aan Jdsbeth schreef een
couvert, &aq haar geadresseerd, werd in do hut
gevonden en hot was zijn handschrift. Ik hob
het bij zijn Lordschap zelf gebracht en gevraagd
of hij het herkende. Hij zei, dat, als hij zich niet
vergiste, hot door zijn zoon geschreven was. Het
postmerk is Fleet jen de datum 7 Juli de
datura van den moord"
Mr. Pridliam zat den inspecteur aan to kij
ken, maar hij was zoo verstandig niets te zeg
gen. Dit was een nieuw gezichtspunt. Lawson
stond met do handen op den rug op zijn hielen
te draaien, zich langzaam heen en weer bewe
gende, terwijl hij zonder uitdrukking staarde
naar de toppen der boomen in dc verlc.
Eindelijk kon .mijnheer Pridliam woorden vin
den: „En welke meening heeft u zich gevormd
aangaande dien brief?" vroeg hij op een ontoo-
schiotelijken toon, die den indruk moest geven,
dat do zaak geen persoonlijk belang voor hem
had.
„Mijn meoning is, dat mijnheer Maulcverer
het gemakkelijk gevonden heeft naar Londen tc
gaan.cn daar to blijven. Hij wil liever niet on
dervraagd worden omtrent de zaak, indien zich
soms cenigc moeilijkheid mocht voordoen."
„Zoor vreemd, zeer vreemd," mompelde mijn
heer Pridliam; „maar heeft men mijnheer Mau-
leverer ooit met dat meisje gezien?"
„Hot was bekend, dat zij een bewonderaar
had, oen heer. Een jongen uit het dorp, die ge
woonlijk in liet kanaal zat te visscheii, zag hen
's avonds aan den oever van het kanaal bij el
kaar komen. Hij heeft het gezicht van dien heer
nooit duidelijk gezien, maar hij beschrijft hem
als lang en flink van gestalte, met een eigen
aardige, temerige slem, die hij overal zóu her
kennen. U kent mijnheer Maulovercr zelf, mijn
heer, u kunt dus oordeelen of die beschrijving
bij hem past. Men heeft mij gezogd, dat hij een
vadzige, langzame manier van spreken heeft,
alsof het hem bijna te veel moeite was om een
woord to z§gg(M>m-
„Hm!" was de cenigo opmerking van den toe
hoorder.
„U zou mij veol genoegen doen, mijnheer, mij
to zeggen of het waar is, dat mijnheer Maule-
verer hier 7 Juli gedineerd heeft."
„Ja, zeker, dat is zoo, hij is vroeg weggegaan,
om tien uur ongeveer omdat mijn zoon dien
avond terugkeerdo naar de stad en hij zijn
avondkostuum nog moest verwisselen voor an
dere kleedercn."
„Om tien uur ongeveer niet later?"
„Neen. Wij presenteerden hem met de autc
to laten wegbrengen, als mijn zoon naat hot
station ging, maar liij wou liever loopen. Ghe-
vening Rise is hier geen mijl vandaan, hij moet
dus al lang thuis geweest zijn voordat dit droe
vige treurspel werd afgespeeld."
Mr. Pridliam trommelde met do punten van
zijn nagels- op de tafel, die voor hom stond, op
een meesstorachtigo manier, omdat hij die'zaak
nu eens goed uitgemaakt had. Maar do inspec
teur kuchlo alleen licel bescheiden en zacht
voordat hij sprak: „Hij had thuis kunnen zijn
maar het blijkt duidelijk, dat dit niet zoo
was. Ik heb gisteren bij den knecht op Glieve-
ning geïnformeerd en hij zei, dait de jonge mijn
heer niet lang na elf uren was thuis gekomen
een kwestie van een uux dus van hier naar
Chevoning Rise!"
Mr. Pridham zag den inspecteur met ernstige
afkeuring aan. Dat ging te ver, een knecht te
ondervragen hoe laat do erfgenaam van Lord
Brismain uitging of thuis kwam.
„Dan is mijnheer Maulcverer waarschijnlijk
een wandeling gaan doen. Het was een mooio
avond en jongo menschen houden van bewe
ging"
„TT heeft volko/non gelijk, mijnheer, volkomen
golijk. Hij is zeker een wandeling gaan doen
J&Dgd hei kanaal en diofct bjt den hoek, vaat
zijn laarzen waren nat en vol slijk en modder
ton minste, volgens don knecht."
Op dat oogenblik werden dc hoeren gestooid
door Hoskins, die op diplomatiek fluisterenden
toon, vlak bij zijn meestor, aankondigde: „Mr.
Frank Merry vraagt u te spreken, mijnheer,
voor een gewichtige zaak."
HOOFDSTUK "XVII.
Zeventien.... Een rozeknop met kleine scherpe
dorens en zoo lief als de Engelsche lucht
haar kan maken.
Mijnheer Pridham'e gezicht bleef onverstoor
baar. Hij was verschrikt door do mededeclmg
van den huisknecht, maar gaf geen teeken vod
verrassing. Hij gaf cor den indruk aan do tweo
personen, dio tegenwoordig waren, dat de heer
Frank Mcrry op zijn verzoek was gekomen
„Vraag mijnheer Merry binnen to komen," zei
hij. En zich tot den inspecteur wendende: „U
heoft zekor wol gehoord van den agent van he'
Detectivc-Buroau, den heer Merry? Misschien
kent u hem wel!"
Een zeldzaam glimlachje straalde op Law-
son's gelaat. „Ik ken hom zeer goed; hij heeft
dikwijls samengewerkt met de politie in dc
Yard. In hot begin van zijn carrière is hij bij dc
politio geweest. Hot is een genot een man van
zooveel bekwaamheid to ontmoeten."
Met Lichten, vluggen tred kwam de lieer
Frank Merry binnon. Men had hem kunnen
aanzien voor een landedelman, die veol aan
sport doet Zijn rood, gladgeschoren gezicht had
niots eigenaardigs om do aandacht te trekken,
behalve dat de grijzooogen, klein on bescha
duwd door zwaro wenkbrauwen, een weinig
moeilijk te begrijpen wafon. Zij zagen alle®.
Manier aichzölf te openbaren.
iWordt vervolgd).