De Wereldkrijg.
Na. 17610.
LEIDSCH DAGBLAD Donderifag 26 Juli.
TWeede Bfaot.
Anno 1917.
Persoverzicht.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
Het vgfde wiel.
\j iDe b'randstoffenrantsoenee-
£ing. „HET CENTRUM" schrijft:
i „Hot eenige, wat we kunnen doen, is zor
gen voor een zoo billijk mogelijke verdeeling
van hetgeen we hebben en uit eigen bodem
en bosch vermogen te winnen.
Die verdeeling heeft nogal eens te wen-
jsdhen overgelaten.
Zoo is de berekening van het toegestaan
'gebruik naar verhouding van wat er in het
(Vorig jaar werd betrokken, in hooge mate
.onlogisch en onrechtvaardig.
Deze méthode komt daarop neer, dat wie
Vroeger verkwistend met licht en warmte
omging, nu geen moeite heeft om beneden
zijn maximum te blijven, en wie verleden
jaar zuinig was, wordt daarvoor streng ge
straft.
Ook houdt m..( geen rekening met de
grootte der gezinnen; er wordt blijkbaar uit
gegaan van de onderstelling, dat men voor
een gezin van tien of 12 personen maaltij
den kan bereiden met dezelfde hoeveelheid
gaf of brandstof als voor twee of drie men-
schen.
Daarentegen bestaat blijkbaar het voorne
men om wel rekening te houden mot liet aan
tal vertrekken, en dat is nu in 't algemeen
minder noodig.
Wanneer er bezuinigd moet worden, en
dat is noodzakelijk, kunnen lieden, die groote
kuizen bewonen, toch ook heel goed bij elkaar
gaan zitten en het zou zelfs zoo vreeselijk
niet wezen, als in dezen exceptioneolen tijd
het dienstpersoneel des avonds in de huiska
mer zat!
In elk geval moeten de groote en de arme
gezinnen eerst worden geholpen.
Vooral nu de meer bemiddelden in staat
blijken, zich hout aan te schaffen.
En kan er nu werkelijk niet meer, veel
'meer dan tot nu toe, profijt worden getrok
ken van onze venen?
Ilebben onze voorvaderen niet eeuwen lang
hun huizen verwarmd en hun eten gekookt
zonder steenkool en zonder petroleum.
Hoe zit dat?
Zitting van gisternamiddag-
DE EXPORT-CENTRALE.
Rede van Minister Posthuma.
De Minister van Landbouw zegt:
De georgamiseerdo landbouw zal door do
export-centrale niet in slechtere conditie
.geraken. Men is bang, dat den Minister
-het gezag uit handen wordt genomen.
.Wacht de praktijk af. Als de Minister zijn
invloed niet kan lute-n gelden, doet hij
beter met heen te gaan.
Het hoofddoel der centrale is, de waren
«Ci.vceJ flugtlljk te laten betalen uiol wa
ren Kever.'Joelen zij-a de baten voor do
eclivtkist en ie verhoeden, dat cio export
.onze kredietmiddelen te zeer vastlegt In
gevoerd moet voeding voor mensch en
oiei, voor de planten en voor de^indus-
trie la theorie is er voor te zcggoi, de
N- O T erder de Regeering te brengen,
maar in het buitenland zou er bezwaar
tegen zijn, de afspraken der N. O- T. naar
•de Regeering over te brengen.
Welke invoer kan tegenover den uitvoer
etaan. De uiterste partij in het binpen-
land zegt: niets uitvoeren," maar ver
geet, dat dan ook niets wordt ingevoerd.
[Mot goeden wil kan men zooveel mogelijk
iuifcvoeren, voor zoover wij d'e artikelen
iniefc beiroeven. De belangen der consu
menten gaan voor. De centrale vangt
eerst haar taai aan, als de distributie is
verzorgd. Ex* és een afobolute ©ohor.cÖmg
ituaaohen distributie en centrale.
Do Regeeringi wü de consumentenbe-
boeften volledig leeren kennen. Zij zal een
toommiasie van advies, als de heer Engels
(wil, overwegen. Wie Regeeringscommissa-
iris wonden, staat niet vast, maar ambte
naren behoeven het niet te zijn-
De industrie moet na do consmmptie ko
men. De nieuwste ©et-theorie is: Beter
^ten en geen werk, jlan werk en geen
Wtem"
Heb verschil tussohen den Minister van
Financiën en mjj is niet een verschil tus-
Bdhen personen, maar tussohen Ministers
van Financiën en van Landbouw. Al naar
gelang der functie, denkt men er anders
over. Spreker verwacht van den waren in
voer als gevolg der export-centrale niet
zooveel als zijn ambtgenoot. Wij zijn het
eens over: „waren tegen waren" en over
de noodzakelijkheid van een behoorlijke
winst voor den producent. Maar mijn wij
ze van optreden is zachter dan de
zijne.
De heer Snoeck Henkemans vroeg, of
de oprichting eener Bank noodzakelijk is.
Het. is noodig, uit- en invoer te equiva-
leeren. Maar moet Nederland den uit-
voor staken, a's een mogendheid, om wel
ke reden ook, niet meer aan ons Jand kan
leveren? Er kunnen omstandigheden zijn,
dat het in om eigen belang, is, door te
gaan met levering aan het buitenland, ook
als zij niet door invoer wordt geéquiva-
leerd.
De Ministers kunnen hun invloed doen
oefenen door Regeeringscommissaric-sen,
die de meerderheid hebben
Vast staat, dat er concentratie van ex
port nx»et komen. Men -verschilt alleen
over den vorm. De Regeering koos de
naamioozo vennootschap- Was dat zoo
vreemd? De export-centrale zal haar be
middeling vcrleenen door consenten voor
export en zal zelfs uitvoer-transacties
aangaan. Heb eerste wvjrdt regelhet
tweede uitzondering- Van exportmonopo
lie is geen sA rake. Den vorm van het Re-
geeringsbureau kan de Minister niet ac-
ceptecron. Het bestuur eener Maatschap
pij onder Staatstoezicht kan beter onder
handelingen voeren dan de Regeering. De
mejvschen zullen wel willen werken bij
een Maatschappij, maar niet als tijdelijk
depart ements-arrrbte na ar. Do export-cen
trale valt onder verschillende departe
menten. Men, kan een" handeling eener
vennootschap beter desavouëeren dan van
een Regccringsbureau.
Bij de oprichting eener Ned. centrale
moeten we niet te eel naar buitenl-and-
sche voorbeelden vragen.
Als deze heffing een belasting was, zou
het hetzelfde zijn, of ze zou worden ge
lieven door Regccringsbureau of naamloo
ze vennootschap. De bezwaren tegen een
vennootschap worden ^e breed uitge
meten.
Voor uitvoer ontvangen de exporteurs
buitenlandsch papier, maar omdat dit Voor
kleine exporteurs bezwaarlijk zou gaan,
kunnen dezen, in plaats van dat papier
obligaties der exportbank ontvangen- De
vorm der vennootschap is noodzakeijk. Do
minister is er van overtuigd, dat bij ver
werping hetzelfde zou moeten ge-beuren,
als bij de wet wondt gevraagd. (Bewe
ging)-
De Rijkscommissies van Toozicht, betref
fen distributie en export. Over export
kunnen zij echter geen advies aan de cen
traio geven. Dan zou de heele commissie
er aan te pas komen. Beter is een Regee-
ringsoommissaris.
De Kamer vertrouwe de Regeering en
geve haar de zaak tor regeling onder het
motto „make the best of it." De Minister
van Financiën is altijd ter verantwoording
te roepen.
Rede vau Minister Treub.
Do MINISTER VAN FIN ANCIEN: Men
zegt, dat het geheel© ontwerp valt binnen
de bevoegdheid der Regeering. Maar twee
dingen, de materie betreffende, doen dit in
geen geval: het deelnemen van den Staat in
de vennootschap en de Staatsgarantie bij
d© Nederlandsche Bank. Hiervoor is een
wet noodig. Bovendien nam de Eerste Kamer
met algemeen© stemmen een motie aan ten
gunste van regeling door d?n wetgever.
Alle?, wat de v nnoot.c'ap ontvangt zal
volstrekt niet in 's Rijks schatkist komen.
Men denk© aan de mogelijkheid, dat het
noodzakelijk is, uit te voerén en verlies te
lijden. In de schatkist komt, wat er bij
de vennootschap over is, nadat ze heeft uit
gewerkt
Er is aandrang een bepaald heffingsper
centage vast te stellen, maar als dit eenigö-
zins mogelijk was, zou de Regeering het
wel hebben voorgesteld. In sommige indus
trieën wordt enorme winst gemaakt, bijv. bij
de margarine. Als er een percent in de wet
werd genoemd, zou men van zulke onder
nemingen niet meer mogen vragen. De Re
geering zal de uiterste billijkheid betrach
ten.
Heffingen op de winst als nu worden gé-
heven, zijn nooit als belasting beschouwd. Uit
dien hoofde is de heffing niet ongrondwettig.
De heer De Wyckerslooth vond de taak
der vennootschap ongrondwettig, omdat de
Grondwet de wets uitvoering opdraagt aan
Kroon, provincie en gem ente. Maar de ven
nootschap voert de wet niet uit. De regee
ring. die voor haar hande in jen verantwoor
delijk blijft.
De beteekenis van het overleggen der
statuten in de memorie van antwoord is,
dat aan de Kamer wordt duidelijk gemaakt,
in welken geest de centrale werken zal.
Het zou echter niet goed zijn, die statuten
-in de wet vast te leggen.
De bepalingen der bevoegdheden van de
centrale, in de wet opgesomd, zijn enun
tiatief en niet limitatief. Veel zal van de
omstandigheden afhangen. De centrale zal
meestal consenten verl eener, nu en dan als
commissionnair optreden en ook wel ee7is
geheel zelfstandig handelen.
De verschillende categorieën zullen in de
vergadering van aandeelhouders zoo verte
genwoordigd zijn, dat zij tegen elkaar op
wegen. De keuze der bestuursleden geschiedt
als bij elke andere vennootschap. Bestuurs
leden worden die personen, die bij geen der
aandeelhouders overwegende bezwaren ont
moeten, mannen van zaken en die niet be
langhebbend zijn.
Op de redevoering van den heer Teen
stra gaat de Minister niet in.
Minister Treub blijft volhouden, dat het
papier, dat niet naar alle zijden is gedekt,
vooral bij Boerenleenbanken berust.
Er is gevraagd: Is de Bank noodzakelijk?
De minister acht het onmogelijk, de zaak
zonder Bank te regeeren.
De omstandigheden zullen er langzamer
hand toe leiden, dat er tjjdeljjk zal komen
een exportprijs-verlaging. A's men minder
gemakkelijk wordt in het aannemen van
buitenlandsche betalingsmiddelen, zal daar
van het gevolg zijn, dat de imppriprijs niet
verhoogd wordt en dit zal een gunsligen te
rugslag geven op den prijs vo;r de binnen
landse lie consumenten. De exportcenirale zul
den export doen verminderen en daardoor
den bouw van graanrin ons land doen toe
nemen* wat gunstig is voor ons land, ook
voor den tijd na den oorlog.
De Minister heeft in de Eerste Kamer
gezegd, dat de S'aat O. W.-or zou worden,
maar dit w.rd uitge'okt door een interrup
tie des hoeren Van Nierop, die da Minister
herhaalde. De gedachte daaraan kwam niet
uit zichzelf bg hem op en men moet ook niet
te veel beteekenis aan die uitdrukking toe
kennen. Het herinnert den minister aan het
spreekwoord: „Geef me een regel van uw
schrift en ik laat u hangen.'"
De vergadering werd tot 's avonds ge
schorst.
AVONDVERGADERING.
Aan de replieken nam deel de heer DE
WIJCKERSLOOTH, die o.a. met nadruk op
komt tegen de bewering van den Minister
van Financiën, dat het minderwaardig bui
tenlandsche credietpapier o.a. genomen is
door de coöperatieve Boerenleenbanken. Spr.
kan z\jn stem niet aan het ontwerp geven.
Verder repliceeren uitvoerig de heeren
VAN BERESTEYN, PATIJN, DE JONG,
die ook zijn stem niet zal geven, SCHAPER,
VAN VUUREN, die tegen zal stemmen,
DRESSELHUYS, TEENSTRA. RUTGERS en
SANNES.
Te haliéén was de Minister van Land
bouw aan het wcordmaar de vergadering
wordt geschorst tot Donderdagmorgen.
FAILLISSEMENTEN.
Gerard Simon Duyvesteyn, winkelier, te
Loosduinen.
Charles Smit, werkman, to 's-Gravenhage.
Fernand Latinie de Lippelo, te 's-Graven
hage.
De algemeene toestand.
De opmarsch der Centralen-troepen in hot
Oosten gaat nog voort. Onze communiqué's in
het vorig nummer, tijdig genoeg binnengeko
men om ze onder de aandacht van alle lezers
te kunnen brengen, hebben daaromtrent zooveel
bijzonderheden verstrekt, dat wij er heden hier
niet meer op terug behoevon te komen. Het ziet
er voor de Russen nog hachelijk uit; zij zijn zoo
eerlijk dit zelf te erkennen.
In de Carpatlicn hielden do Russische troe
pen nog stand bij het dal van de Susita vie
len zij zelfs aan en drongen er in do loop
graven der Centralen-troepen. Ook ten noorden
van het gebied van hun terugtocht, tusschen
Wilna en Dwinsk (Dunaburg), vielen zij met
goed gevolg de Duitsche stellingen aan. Het
succes was echter van korten duur,, omdat de
soldaten er blijkbaar de voorkeur aan gaven te
rug te koeren naar hun oude linies.
De zegevierende troepen, voortrukkend op eeu
front van 250 K M., zullen ongetwijfeld heel
wat buit gemaakt hebben. Hoe groot het getal
krijgsgevangenen zal wezen na do reeds ver
melde zes duizend is nog een open vraag. Mis
schien valt het tegen: de Russen liepen erg
hard weg' Er wordt nu zeker geleld.
Steeds dringender wordt in Rusland op de
noodzakelijkheid gewezen, de sterk gedunde ge
lederen vaii de troepen in Galicië aan Ic vul
len.
Hoe reusachtig de bloedige offers zijn, die
Kerenski en Broussilof thans gebracht hebben,
blijkt o.a. uit het bericht, dat alleen tot 14 Juli
niet minder dan ca. 21.000 gewondon het sta
tion Proskoenof passeerden, die allen lot hel
2de Russische leger behoorden (zooals bekend
is, streden er twee Russischg legers aan het
front). Van het 8ste leger (Kornilof) is bij bet
hoofdkwartier reeds op 12 Juli bericht ontvan
gen, dat voor aanvulling van de gelederen ter
stond een aanvoer van reservemanschappen
ten beloope van 2000 man per regiment nood
zakelijk was. Gezien de sterkte van een Russisch
regiment in oorlogstijd, blijkt daaruit, dat op 12
Juli bijna do helft van Kornilof's leger vernie
tigd was.
Wat den binncnlandschen toestand in Rus
land betreft, wordt Yan Duitsche zijdo aan de
„Corriere della Sera" ontleend, dat in Petro-
grad, Moskou, Kroonstadt en Minsk het stand
recht is afgekondigd. Tal van burgers en mi
litairen, die aan het laatste oproer hebbon mee-,
gedaan, werden in hechtenis genomen en zon
der omslag voor de krijgsraden gebracht. Dc
Regeering gaat met de meeste strengheid te
werk. Zij legde de hand op documenten, waar
uit, naar het heet, de omvangrijke voorbereid
selen van den opstand blijken.
Lenin is nog zoek, heet het in één bericht. In
den laatslen lijd wisselde hij dagelijks van ver
blijfplaats en overnachtte nooit tweemaal in
hetzelfde huis. Men gelooft niet hard aan dc
geruchten over zijn zoogenaamde vlucht naar
Finland, daar de Regeering alle voorzorgen 'ge
nomen had, om het vertrek van verdachte mea-
schen uit Pet rograd te verhinderen.
Naar Wolff echter uit Bern seint, meldt de
„Petit Parisian" in een telegram uit Petrograd,
d.d 23 dezer, dat Lenin zich, volgens Petro-
gradsche bladen, vrijwillig govangen heeft ge
geven.
„Berlingske Tidende" verneemt, dat Ke
renski, na overleg met vertegenwoordigers
der verschillende te Petrograd in garnizoen
liggende legergroepen, den opperbevelheb
ber van het militaire dis'rict Petrograd, ge
neraal Palowsin, zijn onts'ag heeft gegeven,
omdat deze de jongste on'usten n'et krach
tig genoeg wist te verhinderen of te onder
drukken. Luitenant Kofminin.is tot zijn op
volger benoemd.
Het comité van arbeiders- en so'da'enaf-
gevaard:gden heeft de volgen:© proclamatie
gepubliceerd:
„Kam raden, soldaten! Eeuige rejim.n en
van onze legers hebben de vlucht genomen
voor den vijand. E n gedeelte van ons front
is doorbroken door de hórden van Wilhelm
II, die tot ons grondgebied zijn doorgedron
gen, dood en verderf zaaiend.
Wie zijn voor deze vernedering aansprake
lijk? Het zijn diergenen, die verdeeldheid
onder ons leger hebben gebracht en de dis
cipline ondermijnd;, diegenen, die op het
gevaarlijke oogenblik geweigerd hebben de
bevelen van de legerleiding ts gehoorzamen
en hun tijd met nuttelooze debatten hebben
verbeuzeld.
Kameraden, soldaten! Indien deze les B
niets geleerd heeft, zou men moeten wan
trouwen aan het welzijn van Rusland. AIi
leen de voorloopige regeering kan de revoh
lutie redden. Gij moet haar gezag onvoor-i
waardelrjk erkennen; haar bevelen onvoor
waardelijk uitvoeren.
Zij, die haar gehoorzaamheid weigeren*
zullen worden beschouwd a's verraders vatf
de natie en zonder genade a's zoodanig wor-,
den behandeld.
Kameraden, soldaten! Gij verlangt eetf
duurzamen vrede; grj wenscht, dat er vrijheid
zal zgnin uw land. Grj moet dus beseffen, dat
slechts door verwoeden strijd de vrijheid zal
worden veroverd voor Rusland en voor all*
volken. Door te wijken voor de troepen van!
'den Duitschen keizer, zult gij uw vaderland!
en uw vrijheid verliezen, daar dan de over
winnaar u zal dwingen opnieuw in den strijd
te gaan, om uw belangen en zelfs uw be^
staansrecht te verdedigen.
Kameraden, soldaten aan het front! Duldt
geen verrader In uw midden en niemand, dia;
den geest onder u demoraliseert; s'aat niet
toe, dat een enkele onder u een stap voor deaU
vijand achteruitgaat. Spant uw krachten ia
in den strijd voor een duurzamen vrede, voo'u
uw land en voor de vrijheid zonder aarzel
ling, zonder vrees en zonder ooodelooze dis*
cussies. Gehoorzaamt in den strijd alle be- -
velen van de legerleiding.
Ongehoorzaamheid en weifelmoedigheid
zijn erger dan verraad en zouden de onder*,
gang van u_en van Rusland ten gevolg*
hebben.
Kameraden, soldaten! Zij, die werken voor.
'fc heil van Rusland waken over u. De onder
gang van uw land zou de ondergang van
allen beteekenen.
Wijdt uw moed, uw volharding, uw geest
kracht, uw tucht aan het heil van het va
derland I"
In hot Westen wordt ook hevig gevochten.
De Franschen hebben het bij" Duitsche aanval
len van ecnige dagen terug verloren lorrein bij
de plateaux van Casemates en Californië weer
terug.
Veel bloed is ér gevloeid en nu ia dc gesteld
heid bijna weer als te voren.
Reuter's correspondent bij het Fransche le
ger seint na de verdrijving van den vij'and van
bijna het heelo Californië-plateau beschreven te
hebben, over den Franschen voorspoed aan de
Aisne:
Op het Casematplateau behouden do Duit
schers bijna niets van hun winsten, die hun te
geenor tijd het begeerde uitkijkpunt over de
Fransche stellingen verschaften. De eervolle
taak, om het centrum der Duitsche linie op d(
hoogvlakte te breken, viel aan het beroemdö
152ste regiment ten deel, dat meer eervolle ver
meldingen verwierf voor in het veld betoom
den moed dan eenig ander. Het is nu duide
lijk, dat de Duitschers zich nooit in staat acht
ten meer dan de waarnam ingslinic op de hoog
vlakte te vermeesteren. Orders, op gevangen
genomen Duitsche officieren gevonden, behel
zen, dat de aanvalstroepen in hun schik kun
nen zijn als zij de hoogvlakten bezet houden. Ia
den laatsten slag op do hoogvlakten werden de
beste Duitsche troepen/ingezet tegen de Fran*
scho divisie, die dat terrein verdedigt. Dit was
dezelfde divisie, die de Dutschers verloden Doa-
derdag terugsloeg.
De Duitschers vielen met de vijfdo gardedi
visie aan, waaraan stormtroepen voorafgingen.
Zij hadden hei voordeel van aan te vallen op
een terrein, waar het Fransche geschut, wogcn9
de steile hellingen, niet met goed gevolg aan het
werk kon worden gezet, terwijl hun eigen ar
tillerie do eerste linie der Franschen op het
naakte hoogtepunt van do Californië- en Caze-
matplateaux van de steunloopgrayen kon afsnij
den. De Duitschers hebben, ondanks hun in
spanning, niets aan te wijzen dan eenige dui
zenden dooden en gewonden. Het eigenlijke
Duitsche leger is onbetwistbaar verslagen.
Do artilleriestrijd in Vlaanderen leidde nog
niet tot infanterie-aanvallen van beteekenis. lie
heftigheid van dien- strijd doot vermoeden, da\
het hier spoedig in het groot los zal barsten.
De Balkan-conferentie der geallieerden zou
gisteren te Parijs geopend worden in het ge
bouw van bet Departement van Buitenlandsche.
Zaken onder voorzitterschap van den Franschen
minister-president Ribot.
Engeland weidt vertegenwoordigd door zijn
premier Lioyd George; Italië door Sonnino, don
Minister van Buitenlandscho Zaken; Servië
door minister-president Pasitsj; Roemenië en
Griekenland resp. door hun ministera Lahovarj:
en Athos Romanos.
Ti door
t BEATRICE HERON MAXWELL en
FLORENCE E. EASTWICK.
Naar het Engolsch.
22)
„Mijn zuster is gaan informeeren," ging Tub-
'bj voort op een koelen toon, of het hom niet
aanging. „Zij zei, dat Pridliam nog altijd be
wusteloos was. Eon vreemde geschiedenis, niel-
,-waar?"
Zijn oogen schenen Felicia's gezicht te willen
doorgronden, om haar gedachten te weten le
komen. Zij had een 'kleur gekregen en haar
verlegonhoid was zoo groot, dat zij niet kon
spreken. Janet stond er stilzwijgend bij, zij
keek van dén een naar don ander, en maakte
haar eigen gevolgtrekkingen. In de dagen, wel
ke zij samen hadden doorgebracht, had zij veel
gehoord van de omgeving van „Doornenjaclit"
cn de naam Mauleverer kwam haar niet meer
onbekend voor.
Zij haastte zich om Felicia te hulp te komen.
„Ik zou je raden, Fee, om aan mijnheer Maule-
.verer te vragen, of hij lust hoeft bij ons te ko
men theedrinken op onze vlieringkamcr dat
is te zeggen, als bij niet legen enkele trappen
opziet. Ik weet niet hoe het met u beiden ge
steld is; maar ik heb dorst!"
Felicia was wel verplicht de uitnoodiging te
herhalen; maar zij deed het niet van harte en
hoopte^ dat Tubby weigeren zou. Want zou hij
haar schuilplaats niet verraden, als hij naar
huis ging? Tü besloot dadelijk, als lui het aan
nam, hem te vragen niet van hun ontmoeting
te spreken, behalve met Theo Pridham.
Op datzelfde oogenblik dwaalden Tubby's ge
dachten af naar Theo, zijn aardig vriendinne
tje. Hij wou haar een boodschap zonden, maar
wist bepaald niet hoe hij die zou inkleeden, op
dat oogenblik. terwijl bij daar voor de twee
jonge meisjes stond. Janet's uitnoodiging bood
hem een gemakkelijke gelegenheid aan om in
vertrouwen iets aan Felicia te zeggen, die hij
als de grootste vriendin van Theo beschouwde.
„Ik wil heel graag komen, als ik mag," zei
hij met een ijver, die Felicia uit hot veld sloeg.
Janet's oogen begonnen ondeugend te schit
teren. „Er is niets legen wij zijn dicht bij
Volg mij maar!"
Met een scherpe wending naar rechts ging
zij vooruit, een smal straatje in, onder een poort
door. Een man, die daar doelloos scheen rond
te loopen, zag hen het huis Ingaan en volgde
hen bedaard tot onder aan de trap. Hij hoorde
hen hijgend de wenteltrap oploopen, Janet met
haar luide stem riep do twee anderen nu en
dan een vroolijk, aanmoedigend woordjo toe.
Een glimlach van voldoening verbreedde het
gezicht van den man. Hij knikte alsof hij bij
zichzelf een opinie bevestigde, toon liep hij haas
tig het smalle straatje terug naar het naastbij-
zijnd telefoonbureau. Hij had een tijding van
groot belang mede -to deelen, en het nummer,
dat hij opriep, was dat van Frank Merry
agent, van het Detective-bureau.
In dien tusschentijd waren Janet en haar
beide vrienden op het atolier aangekomen.
„Wat is hot warm!" riep Tubby, terwijl hij
zijn vochtig voorhoofd afveegde; toen liep hij
naar het wijd openstaande raam cn voegde er
bij: „Wat een prachtig uitzicht op de rivier
heeft u hier!" Een heel ander gezicht dan toen
hij de rivier vanaf de Embankment beschouw
de. Reeds begon zjjn veranderlik, ziel^je-ton-
der-zorg-temperament voor den dag té komen.
„Ja, dat zal waar zijn. Ik kan mijn huur be
talen van vogelvlucht-schetsjes." Janet was be
drijvig in dc weer; zij stak het gaskomfoor op
en zette er een keteltje op. „Fee, jij weet Waar
het theegoed staat, wil je de tafel dokken, ter
wijl Mr. Mauleverer het brood snijdt!"
„Uitstekend!" -zei Tubbv. terwijl hij van het
venster vandaan kwam
„Niet te dun, alsjeblieft en wees niet zui
nig met de boter. Wij verwachten een paar gas
ten, die gezegend zijn met een niet geringen
eetlust," verklaarde Janct, terwijl zij het brood
voor Tubby neerlegde en handig een vörsch half
pond boter uit een papier haalde en op een bord
noerlci.
Dapper zette Tubby zich aan het werk, on
der de instructies en voorlichting van Janet,
die steeds heen en weer liep, borden haalde uit
hetgeen zij de provisiekamer noemde een
groote tulband, zooals volgens de beschrijving
men zo gewoonlijk op schoolfeestjes krijgt
krentenbroodjes, en een pot jam.
„Ik kan niet zeggen, dat u hard opschiet met
het boterhammen smeren. Zou het niet beter
zijn, als ik hot werk overnam en u de toast-
vork", zei ze weldra. Maar het gloeiende gezicht
van Tubby aanziende, voegde zij or bij: „Wilt
u soms uw jas uitdoen als u u zelf moet staan
roosteren bij het vuur?"
„U is wel vriendelijk, juffrouw en en. Ik
geloof niet, dat miss Loach ons aan elkaar
voorgesteld heeft, want ik heb u naam in 't ge
heel niet gehoord."-
„Speer en tot nu toe heeft nooit iemand
mij gevraagd van naam te veranderen," klonk
het koele antwoord van Janet
Tubby keek Felicia aan; zij glimlachte. Ja
net's onverantwoordelijke dwaasheden wekten
haar 9maak voor humor op. Janet bezat de ge
lukkige favo wat zii noemde „migraine'te vor-
drijven en haar twee metgezellen bezweken voor
haar invloed van luchthartigheid.
Tubby, zonder jas en met een gloeiend rood
gezicht, wijdde uit over zijn eigen bijzonderon
aanleg voor het volmaakt goed roosteren van
brood, toen een stortvloed van bonzen en sla-
gon op de deur gevolgd werd door een inval van
een zestal personen vier jonge meisjes met
een zeer opvallend toilet en kapsel, hetgeen haar
artistieke neiging aanduidde, en twee heeron
met gladgeschoren gezicht en lange haren,
blijkbaar leden van het v ak
Janot stelde Tubby aan allen voor. Hij raak
te een weinig verward in de Lotties en Tot ties,
maar het scheen er in de verste verte niets toe
to doon wie allen waren. Toen volgde een ver
ward geluid van stemmen. Schaterlachen, het
werpen van groote hoedon in de hoeken van de
kamer, aanbiedingen om te helpen met de thee.
„Ga allemaal zitten en hou jullie je stil," be
val Janet, maar zonder eenig effect het ge
weld nam eer toe. De twee wankele armstoelen
werden gegrepen door de jongst en van de meis
jes, wien het bezit krachtdadig werd betwist
door de anderen, De jonge mannen sleepten kis
ten aan met kleeden er over heen, die divans
moesten voorstellen. Toen een tweede bende van
vier jonge maanncn zich bij het gezelschap
kwam voegen, werd hun verzocht op den grond
te gaan zitten en dankbaar tc zijn. Zoo ging
de theepartij onder groote vroolijklieid voort en
onder de algemeene verwarring van stemmen
was Felicia in de gelegenheid aan Tubby te
vragen vooral niet te spreken van hun ontmoe
ting.
„Ik wou u juist datzelfde verzoek doen, dus
dan zijn we quitte, U moet weten, miss Lcach, ik
bevind mij in vreeselijke moeilijkheden ik bob
den hcelen boel leelijk verknoeid. Het is uit met
mij en niemand kan het helpen, behalve ik-
gelf. Ik wou zoo,graag dat \x_ een boodschap
voor mij deodt aan Theo. Het was mijn schuld
niet, dat ik geen afscheid van haar genomen
heb voordat ik wegging. Ik bon onverwachts van
huis gegaan en nu weet ik niet wanneer ik kan
terugkceren. Zij en ik zijn wat meer dan goe
de konnissen, weet u.^ Misschien heeft zij er u
wel wat van verteld."
Felicia erkende, dat Theo haar in het vertrou
wen genomen had, on Tubby ging haastig voort:
„Ik hoop, dat ik haar later weer onder de oogei?
kan komen met een schoone lei. Nu op 't oogen
blik is het beter te zwijgen en tó verdwijnen."
„Verdwijnen!" herhaalde Felicia met toene
mende verbazing. „Waarom zou u moeten ver
dwijnen, mijnheer Mauleverer?"
„Hot is noodzakelijk; dat verzeker ik u. Wilt
u aan Theo vragen mij niet te vergeten,niet op
te houden in mij .te gcloovon wat er ook van
cn tegen mij vertéld mag worden. In ieder geval
in mijn liefde voor haar te gelooven, daarvooi
ben ik oprecht genoeg!"
Nu werden zij gestoord door een bevel mn
Janet: „De kamer opruimen en goreed maken
voor de voorstelling!"
Binnen twee minuten werden tafels, stoe
len, kisten cn alle hindernissen in de hoeken
geschoven en door een gangetje naar do slaap
kamer gesleept, welke nu door de beide jongo
meisjes werd gedeeld.
Eén van de jonge mannen riep: „Eerste bo<
drijf; eerste tooneol de blociriendans. Zijn de
meisjes gereed?" En Tubby fluisterde Felicia
toe: „Wat beteekent dat allemaal?"
„Het beteekent, dat wij allen behooren tot Mr.
Harry Suitor's Blue Company of ..The Princep
and the Tai"; het gezelschap zal spoedig uit
Londen naar New-York vortrekken en dat wol
overmorgen. Er is een soort van algemeene re*
petitie speciaal voor mij, omdal ik er pas bi|
gekomen ben.*
(Wordt vervolgd).