De Wereldkrijg. Na. 17610. LEIDSCH DAGBLAD Donderifag 26 Juli. TWeede Bfaot. Anno 1917. Persoverzicht. Tweede Kamer. FEUILLETON. Het vgfde wiel. \j iDe b'randstoffenrantsoenee- £ing. „HET CENTRUM" schrijft: i „Hot eenige, wat we kunnen doen, is zor gen voor een zoo billijk mogelijke verdeeling van hetgeen we hebben en uit eigen bodem en bosch vermogen te winnen. Die verdeeling heeft nogal eens te wen- jsdhen overgelaten. Zoo is de berekening van het toegestaan 'gebruik naar verhouding van wat er in het (Vorig jaar werd betrokken, in hooge mate .onlogisch en onrechtvaardig. Deze méthode komt daarop neer, dat wie Vroeger verkwistend met licht en warmte omging, nu geen moeite heeft om beneden zijn maximum te blijven, en wie verleden jaar zuinig was, wordt daarvoor streng ge straft. Ook houdt m..( geen rekening met de grootte der gezinnen; er wordt blijkbaar uit gegaan van de onderstelling, dat men voor een gezin van tien of 12 personen maaltij den kan bereiden met dezelfde hoeveelheid gaf of brandstof als voor twee of drie men- schen. Daarentegen bestaat blijkbaar het voorne men om wel rekening te houden mot liet aan tal vertrekken, en dat is nu in 't algemeen minder noodig. Wanneer er bezuinigd moet worden, en dat is noodzakelijk, kunnen lieden, die groote kuizen bewonen, toch ook heel goed bij elkaar gaan zitten en het zou zelfs zoo vreeselijk niet wezen, als in dezen exceptioneolen tijd het dienstpersoneel des avonds in de huiska mer zat! In elk geval moeten de groote en de arme gezinnen eerst worden geholpen. Vooral nu de meer bemiddelden in staat blijken, zich hout aan te schaffen. En kan er nu werkelijk niet meer, veel 'meer dan tot nu toe, profijt worden getrok ken van onze venen? Ilebben onze voorvaderen niet eeuwen lang hun huizen verwarmd en hun eten gekookt zonder steenkool en zonder petroleum. Hoe zit dat? Zitting van gisternamiddag- DE EXPORT-CENTRALE. Rede van Minister Posthuma. De Minister van Landbouw zegt: De georgamiseerdo landbouw zal door do export-centrale niet in slechtere conditie .geraken. Men is bang, dat den Minister -het gezag uit handen wordt genomen. .Wacht de praktijk af. Als de Minister zijn invloed niet kan lute-n gelden, doet hij beter met heen te gaan. Het hoofddoel der centrale is, de waren «Ci.vceJ flugtlljk te laten betalen uiol wa ren Kever.'Joelen zij-a de baten voor do eclivtkist en ie verhoeden, dat cio export .onze kredietmiddelen te zeer vastlegt In gevoerd moet voeding voor mensch en oiei, voor de planten en voor de^indus- trie la theorie is er voor te zcggoi, de N- O T erder de Regeering te brengen, maar in het buitenland zou er bezwaar tegen zijn, de afspraken der N. O- T. naar •de Regeering over te brengen. Welke invoer kan tegenover den uitvoer etaan. De uiterste partij in het binpen- land zegt: niets uitvoeren," maar ver geet, dat dan ook niets wordt ingevoerd. [Mot goeden wil kan men zooveel mogelijk iuifcvoeren, voor zoover wij d'e artikelen iniefc beiroeven. De belangen der consu menten gaan voor. De centrale vangt eerst haar taai aan, als de distributie is verzorgd. Ex* és een afobolute ©ohor.cÖmg ituaaohen distributie en centrale. Do Regeeringi wü de consumentenbe- boeften volledig leeren kennen. Zij zal een toommiasie van advies, als de heer Engels (wil, overwegen. Wie Regeeringscommissa- iris wonden, staat niet vast, maar ambte naren behoeven het niet te zijn- De industrie moet na do consmmptie ko men. De nieuwste ©et-theorie is: Beter ^ten en geen werk, jlan werk en geen Wtem" Heb verschil tussohen den Minister van Financiën en mjj is niet een verschil tus- Bdhen personen, maar tussohen Ministers van Financiën en van Landbouw. Al naar gelang der functie, denkt men er anders over. Spreker verwacht van den waren in voer als gevolg der export-centrale niet zooveel als zijn ambtgenoot. Wij zijn het eens over: „waren tegen waren" en over de noodzakelijkheid van een behoorlijke winst voor den producent. Maar mijn wij ze van optreden is zachter dan de zijne. De heer Snoeck Henkemans vroeg, of de oprichting eener Bank noodzakelijk is. Het. is noodig, uit- en invoer te equiva- leeren. Maar moet Nederland den uit- voor staken, a's een mogendheid, om wel ke reden ook, niet meer aan ons Jand kan leveren? Er kunnen omstandigheden zijn, dat het in om eigen belang, is, door te gaan met levering aan het buitenland, ook als zij niet door invoer wordt geéquiva- leerd. De Ministers kunnen hun invloed doen oefenen door Regeeringscommissaric-sen, die de meerderheid hebben Vast staat, dat er concentratie van ex port nx»et komen. Men -verschilt alleen over den vorm. De Regeering koos de naamioozo vennootschap- Was dat zoo vreemd? De export-centrale zal haar be middeling vcrleenen door consenten voor export en zal zelfs uitvoer-transacties aangaan. Heb eerste wvjrdt regelhet tweede uitzondering- Van exportmonopo lie is geen sA rake. Den vorm van het Re- geeringsbureau kan de Minister niet ac- ceptecron. Het bestuur eener Maatschap pij onder Staatstoezicht kan beter onder handelingen voeren dan de Regeering. De mejvschen zullen wel willen werken bij een Maatschappij, maar niet als tijdelijk depart ements-arrrbte na ar. Do export-cen trale valt onder verschillende departe menten. Men, kan een" handeling eener vennootschap beter desavouëeren dan van een Regccringsbureau. Bij de oprichting eener Ned. centrale moeten we niet te eel naar buitenl-and- sche voorbeelden vragen. Als deze heffing een belasting was, zou het hetzelfde zijn, of ze zou worden ge lieven door Regccringsbureau of naamloo ze vennootschap. De bezwaren tegen een vennootschap worden ^e breed uitge meten. Voor uitvoer ontvangen de exporteurs buitenlandsch papier, maar omdat dit Voor kleine exporteurs bezwaarlijk zou gaan, kunnen dezen, in plaats van dat papier obligaties der exportbank ontvangen- De vorm der vennootschap is noodzakeijk. Do minister is er van overtuigd, dat bij ver werping hetzelfde zou moeten ge-beuren, als bij de wet wondt gevraagd. (Bewe ging)- De Rijkscommissies van Toozicht, betref fen distributie en export. Over export kunnen zij echter geen advies aan de cen traio geven. Dan zou de heele commissie er aan te pas komen. Beter is een Regee- ringsoommissaris. De Kamer vertrouwe de Regeering en geve haar de zaak tor regeling onder het motto „make the best of it." De Minister van Financiën is altijd ter verantwoording te roepen. Rede vau Minister Treub. Do MINISTER VAN FIN ANCIEN: Men zegt, dat het geheel© ontwerp valt binnen de bevoegdheid der Regeering. Maar twee dingen, de materie betreffende, doen dit in geen geval: het deelnemen van den Staat in de vennootschap en de Staatsgarantie bij d© Nederlandsche Bank. Hiervoor is een wet noodig. Bovendien nam de Eerste Kamer met algemeen© stemmen een motie aan ten gunste van regeling door d?n wetgever. Alle?, wat de v nnoot.c'ap ontvangt zal volstrekt niet in 's Rijks schatkist komen. Men denk© aan de mogelijkheid, dat het noodzakelijk is, uit te voerén en verlies te lijden. In de schatkist komt, wat er bij de vennootschap over is, nadat ze heeft uit gewerkt Er is aandrang een bepaald heffingsper centage vast te stellen, maar als dit eenigö- zins mogelijk was, zou de Regeering het wel hebben voorgesteld. In sommige indus trieën wordt enorme winst gemaakt, bijv. bij de margarine. Als er een percent in de wet werd genoemd, zou men van zulke onder nemingen niet meer mogen vragen. De Re geering zal de uiterste billijkheid betrach ten. Heffingen op de winst als nu worden gé- heven, zijn nooit als belasting beschouwd. Uit dien hoofde is de heffing niet ongrondwettig. De heer De Wyckerslooth vond de taak der vennootschap ongrondwettig, omdat de Grondwet de wets uitvoering opdraagt aan Kroon, provincie en gem ente. Maar de ven nootschap voert de wet niet uit. De regee ring. die voor haar hande in jen verantwoor delijk blijft. De beteekenis van het overleggen der statuten in de memorie van antwoord is, dat aan de Kamer wordt duidelijk gemaakt, in welken geest de centrale werken zal. Het zou echter niet goed zijn, die statuten -in de wet vast te leggen. De bepalingen der bevoegdheden van de centrale, in de wet opgesomd, zijn enun tiatief en niet limitatief. Veel zal van de omstandigheden afhangen. De centrale zal meestal consenten verl eener, nu en dan als commissionnair optreden en ook wel ee7is geheel zelfstandig handelen. De verschillende categorieën zullen in de vergadering van aandeelhouders zoo verte genwoordigd zijn, dat zij tegen elkaar op wegen. De keuze der bestuursleden geschiedt als bij elke andere vennootschap. Bestuurs leden worden die personen, die bij geen der aandeelhouders overwegende bezwaren ont moeten, mannen van zaken en die niet be langhebbend zijn. Op de redevoering van den heer Teen stra gaat de Minister niet in. Minister Treub blijft volhouden, dat het papier, dat niet naar alle zijden is gedekt, vooral bij Boerenleenbanken berust. Er is gevraagd: Is de Bank noodzakelijk? De minister acht het onmogelijk, de zaak zonder Bank te regeeren. De omstandigheden zullen er langzamer hand toe leiden, dat er tjjdeljjk zal komen een exportprijs-verlaging. A's men minder gemakkelijk wordt in het aannemen van buitenlandsche betalingsmiddelen, zal daar van het gevolg zijn, dat de imppriprijs niet verhoogd wordt en dit zal een gunsligen te rugslag geven op den prijs vo;r de binnen landse lie consumenten. De exportcenirale zul den export doen verminderen en daardoor den bouw van graanrin ons land doen toe nemen* wat gunstig is voor ons land, ook voor den tijd na den oorlog. De Minister heeft in de Eerste Kamer gezegd, dat de S'aat O. W.-or zou worden, maar dit w.rd uitge'okt door een interrup tie des hoeren Van Nierop, die da Minister herhaalde. De gedachte daaraan kwam niet uit zichzelf bg hem op en men moet ook niet te veel beteekenis aan die uitdrukking toe kennen. Het herinnert den minister aan het spreekwoord: „Geef me een regel van uw schrift en ik laat u hangen.'" De vergadering werd tot 's avonds ge schorst. AVONDVERGADERING. Aan de replieken nam deel de heer DE WIJCKERSLOOTH, die o.a. met nadruk op komt tegen de bewering van den Minister van Financiën, dat het minderwaardig bui tenlandsche credietpapier o.a. genomen is door de coöperatieve Boerenleenbanken. Spr. kan z\jn stem niet aan het ontwerp geven. Verder repliceeren uitvoerig de heeren VAN BERESTEYN, PATIJN, DE JONG, die ook zijn stem niet zal geven, SCHAPER, VAN VUUREN, die tegen zal stemmen, DRESSELHUYS, TEENSTRA. RUTGERS en SANNES. Te haliéén was de Minister van Land bouw aan het wcordmaar de vergadering wordt geschorst tot Donderdagmorgen. FAILLISSEMENTEN. Gerard Simon Duyvesteyn, winkelier, te Loosduinen. Charles Smit, werkman, to 's-Gravenhage. Fernand Latinie de Lippelo, te 's-Graven hage. De algemeene toestand. De opmarsch der Centralen-troepen in hot Oosten gaat nog voort. Onze communiqué's in het vorig nummer, tijdig genoeg binnengeko men om ze onder de aandacht van alle lezers te kunnen brengen, hebben daaromtrent zooveel bijzonderheden verstrekt, dat wij er heden hier niet meer op terug behoevon te komen. Het ziet er voor de Russen nog hachelijk uit; zij zijn zoo eerlijk dit zelf te erkennen. In de Carpatlicn hielden do Russische troe pen nog stand bij het dal van de Susita vie len zij zelfs aan en drongen er in do loop graven der Centralen-troepen. Ook ten noorden van het gebied van hun terugtocht, tusschen Wilna en Dwinsk (Dunaburg), vielen zij met goed gevolg de Duitsche stellingen aan. Het succes was echter van korten duur,, omdat de soldaten er blijkbaar de voorkeur aan gaven te rug te koeren naar hun oude linies. De zegevierende troepen, voortrukkend op eeu front van 250 K M., zullen ongetwijfeld heel wat buit gemaakt hebben. Hoe groot het getal krijgsgevangenen zal wezen na do reeds ver melde zes duizend is nog een open vraag. Mis schien valt het tegen: de Russen liepen erg hard weg' Er wordt nu zeker geleld. Steeds dringender wordt in Rusland op de noodzakelijkheid gewezen, de sterk gedunde ge lederen vaii de troepen in Galicië aan Ic vul len. Hoe reusachtig de bloedige offers zijn, die Kerenski en Broussilof thans gebracht hebben, blijkt o.a. uit het bericht, dat alleen tot 14 Juli niet minder dan ca. 21.000 gewondon het sta tion Proskoenof passeerden, die allen lot hel 2de Russische leger behoorden (zooals bekend is, streden er twee Russischg legers aan het front). Van het 8ste leger (Kornilof) is bij bet hoofdkwartier reeds op 12 Juli bericht ontvan gen, dat voor aanvulling van de gelederen ter stond een aanvoer van reservemanschappen ten beloope van 2000 man per regiment nood zakelijk was. Gezien de sterkte van een Russisch regiment in oorlogstijd, blijkt daaruit, dat op 12 Juli bijna do helft van Kornilof's leger vernie tigd was. Wat den binncnlandschen toestand in Rus land betreft, wordt Yan Duitsche zijdo aan de „Corriere della Sera" ontleend, dat in Petro- grad, Moskou, Kroonstadt en Minsk het stand recht is afgekondigd. Tal van burgers en mi litairen, die aan het laatste oproer hebbon mee-, gedaan, werden in hechtenis genomen en zon der omslag voor de krijgsraden gebracht. Dc Regeering gaat met de meeste strengheid te werk. Zij legde de hand op documenten, waar uit, naar het heet, de omvangrijke voorbereid selen van den opstand blijken. Lenin is nog zoek, heet het in één bericht. In den laatslen lijd wisselde hij dagelijks van ver blijfplaats en overnachtte nooit tweemaal in hetzelfde huis. Men gelooft niet hard aan dc geruchten over zijn zoogenaamde vlucht naar Finland, daar de Regeering alle voorzorgen 'ge nomen had, om het vertrek van verdachte mea- schen uit Pet rograd te verhinderen. Naar Wolff echter uit Bern seint, meldt de „Petit Parisian" in een telegram uit Petrograd, d.d 23 dezer, dat Lenin zich, volgens Petro- gradsche bladen, vrijwillig govangen heeft ge geven. „Berlingske Tidende" verneemt, dat Ke renski, na overleg met vertegenwoordigers der verschillende te Petrograd in garnizoen liggende legergroepen, den opperbevelheb ber van het militaire dis'rict Petrograd, ge neraal Palowsin, zijn onts'ag heeft gegeven, omdat deze de jongste on'usten n'et krach tig genoeg wist te verhinderen of te onder drukken. Luitenant Kofminin.is tot zijn op volger benoemd. Het comité van arbeiders- en so'da'enaf- gevaard:gden heeft de volgen:© proclamatie gepubliceerd: „Kam raden, soldaten! Eeuige rejim.n en van onze legers hebben de vlucht genomen voor den vijand. E n gedeelte van ons front is doorbroken door de hórden van Wilhelm II, die tot ons grondgebied zijn doorgedron gen, dood en verderf zaaiend. Wie zijn voor deze vernedering aansprake lijk? Het zijn diergenen, die verdeeldheid onder ons leger hebben gebracht en de dis cipline ondermijnd;, diegenen, die op het gevaarlijke oogenblik geweigerd hebben de bevelen van de legerleiding ts gehoorzamen en hun tijd met nuttelooze debatten hebben verbeuzeld. Kameraden, soldaten! Indien deze les B niets geleerd heeft, zou men moeten wan trouwen aan het welzijn van Rusland. AIi leen de voorloopige regeering kan de revoh lutie redden. Gij moet haar gezag onvoor-i waardelrjk erkennen; haar bevelen onvoor waardelijk uitvoeren. Zij, die haar gehoorzaamheid weigeren* zullen worden beschouwd a's verraders vatf de natie en zonder genade a's zoodanig wor-, den behandeld. Kameraden, soldaten! Gij verlangt eetf duurzamen vrede; grj wenscht, dat er vrijheid zal zgnin uw land. Grj moet dus beseffen, dat slechts door verwoeden strijd de vrijheid zal worden veroverd voor Rusland en voor all* volken. Door te wijken voor de troepen van! 'den Duitschen keizer, zult gij uw vaderland! en uw vrijheid verliezen, daar dan de over winnaar u zal dwingen opnieuw in den strijd te gaan, om uw belangen en zelfs uw be^ staansrecht te verdedigen. Kameraden, soldaten aan het front! Duldt geen verrader In uw midden en niemand, dia; den geest onder u demoraliseert; s'aat niet toe, dat een enkele onder u een stap voor deaU vijand achteruitgaat. Spant uw krachten ia in den strijd voor een duurzamen vrede, voo'u uw land en voor de vrijheid zonder aarzel ling, zonder vrees en zonder ooodelooze dis* cussies. Gehoorzaamt in den strijd alle be- - velen van de legerleiding. Ongehoorzaamheid en weifelmoedigheid zijn erger dan verraad en zouden de onder*, gang van u_en van Rusland ten gevolg* hebben. Kameraden, soldaten! Zij, die werken voor. 'fc heil van Rusland waken over u. De onder gang van uw land zou de ondergang van allen beteekenen. Wijdt uw moed, uw volharding, uw geest kracht, uw tucht aan het heil van het va derland I" In hot Westen wordt ook hevig gevochten. De Franschen hebben het bij" Duitsche aanval len van ecnige dagen terug verloren lorrein bij de plateaux van Casemates en Californië weer terug. Veel bloed is ér gevloeid en nu ia dc gesteld heid bijna weer als te voren. Reuter's correspondent bij het Fransche le ger seint na de verdrijving van den vij'and van bijna het heelo Californië-plateau beschreven te hebben, over den Franschen voorspoed aan de Aisne: Op het Casematplateau behouden do Duit schers bijna niets van hun winsten, die hun te geenor tijd het begeerde uitkijkpunt over de Fransche stellingen verschaften. De eervolle taak, om het centrum der Duitsche linie op d( hoogvlakte te breken, viel aan het beroemdö 152ste regiment ten deel, dat meer eervolle ver meldingen verwierf voor in het veld betoom den moed dan eenig ander. Het is nu duide lijk, dat de Duitschers zich nooit in staat acht ten meer dan de waarnam ingslinic op de hoog vlakte te vermeesteren. Orders, op gevangen genomen Duitsche officieren gevonden, behel zen, dat de aanvalstroepen in hun schik kun nen zijn als zij de hoogvlakten bezet houden. Ia den laatsten slag op do hoogvlakten werden de beste Duitsche troepen/ingezet tegen de Fran* scho divisie, die dat terrein verdedigt. Dit was dezelfde divisie, die de Dutschers verloden Doa- derdag terugsloeg. De Duitschers vielen met de vijfdo gardedi visie aan, waaraan stormtroepen voorafgingen. Zij hadden hei voordeel van aan te vallen op een terrein, waar het Fransche geschut, wogcn9 de steile hellingen, niet met goed gevolg aan het werk kon worden gezet, terwijl hun eigen ar tillerie do eerste linie der Franschen op het naakte hoogtepunt van do Californië- en Caze- matplateaux van de steunloopgrayen kon afsnij den. De Duitschers hebben, ondanks hun in spanning, niets aan te wijzen dan eenige dui zenden dooden en gewonden. Het eigenlijke Duitsche leger is onbetwistbaar verslagen. Do artilleriestrijd in Vlaanderen leidde nog niet tot infanterie-aanvallen van beteekenis. lie heftigheid van dien- strijd doot vermoeden, da\ het hier spoedig in het groot los zal barsten. De Balkan-conferentie der geallieerden zou gisteren te Parijs geopend worden in het ge bouw van bet Departement van Buitenlandsche. Zaken onder voorzitterschap van den Franschen minister-president Ribot. Engeland weidt vertegenwoordigd door zijn premier Lioyd George; Italië door Sonnino, don Minister van Buitenlandscho Zaken; Servië door minister-president Pasitsj; Roemenië en Griekenland resp. door hun ministera Lahovarj: en Athos Romanos. Ti door t BEATRICE HERON MAXWELL en FLORENCE E. EASTWICK. Naar het Engolsch. 22) „Mijn zuster is gaan informeeren," ging Tub- 'bj voort op een koelen toon, of het hom niet aanging. „Zij zei, dat Pridliam nog altijd be wusteloos was. Eon vreemde geschiedenis, niel- ,-waar?" Zijn oogen schenen Felicia's gezicht te willen doorgronden, om haar gedachten te weten le komen. Zij had een 'kleur gekregen en haar verlegonhoid was zoo groot, dat zij niet kon spreken. Janet stond er stilzwijgend bij, zij keek van dén een naar don ander, en maakte haar eigen gevolgtrekkingen. In de dagen, wel ke zij samen hadden doorgebracht, had zij veel gehoord van de omgeving van „Doornenjaclit" cn de naam Mauleverer kwam haar niet meer onbekend voor. Zij haastte zich om Felicia te hulp te komen. „Ik zou je raden, Fee, om aan mijnheer Maule- .verer te vragen, of hij lust hoeft bij ons te ko men theedrinken op onze vlieringkamcr dat is te zeggen, als bij niet legen enkele trappen opziet. Ik weet niet hoe het met u beiden ge steld is; maar ik heb dorst!" Felicia was wel verplicht de uitnoodiging te herhalen; maar zij deed het niet van harte en hoopte^ dat Tubby weigeren zou. Want zou hij haar schuilplaats niet verraden, als hij naar huis ging? Tü besloot dadelijk, als lui het aan nam, hem te vragen niet van hun ontmoeting te spreken, behalve met Theo Pridham. Op datzelfde oogenblik dwaalden Tubby's ge dachten af naar Theo, zijn aardig vriendinne tje. Hij wou haar een boodschap zonden, maar wist bepaald niet hoe hij die zou inkleeden, op dat oogenblik. terwijl bij daar voor de twee jonge meisjes stond. Janet's uitnoodiging bood hem een gemakkelijke gelegenheid aan om in vertrouwen iets aan Felicia te zeggen, die hij als de grootste vriendin van Theo beschouwde. „Ik wil heel graag komen, als ik mag," zei hij met een ijver, die Felicia uit hot veld sloeg. Janet's oogen begonnen ondeugend te schit teren. „Er is niets legen wij zijn dicht bij Volg mij maar!" Met een scherpe wending naar rechts ging zij vooruit, een smal straatje in, onder een poort door. Een man, die daar doelloos scheen rond te loopen, zag hen het huis Ingaan en volgde hen bedaard tot onder aan de trap. Hij hoorde hen hijgend de wenteltrap oploopen, Janet met haar luide stem riep do twee anderen nu en dan een vroolijk, aanmoedigend woordjo toe. Een glimlach van voldoening verbreedde het gezicht van den man. Hij knikte alsof hij bij zichzelf een opinie bevestigde, toon liep hij haas tig het smalle straatje terug naar het naastbij- zijnd telefoonbureau. Hij had een tijding van groot belang mede -to deelen, en het nummer, dat hij opriep, was dat van Frank Merry agent, van het Detective-bureau. In dien tusschentijd waren Janet en haar beide vrienden op het atolier aangekomen. „Wat is hot warm!" riep Tubby, terwijl hij zijn vochtig voorhoofd afveegde; toen liep hij naar het wijd openstaande raam cn voegde er bij: „Wat een prachtig uitzicht op de rivier heeft u hier!" Een heel ander gezicht dan toen hij de rivier vanaf de Embankment beschouw de. Reeds begon zjjn veranderlik, ziel^je-ton- der-zorg-temperament voor den dag té komen. „Ja, dat zal waar zijn. Ik kan mijn huur be talen van vogelvlucht-schetsjes." Janet was be drijvig in dc weer; zij stak het gaskomfoor op en zette er een keteltje op. „Fee, jij weet Waar het theegoed staat, wil je de tafel dokken, ter wijl Mr. Mauleverer het brood snijdt!" „Uitstekend!" -zei Tubbv. terwijl hij van het venster vandaan kwam „Niet te dun, alsjeblieft en wees niet zui nig met de boter. Wij verwachten een paar gas ten, die gezegend zijn met een niet geringen eetlust," verklaarde Janct, terwijl zij het brood voor Tubby neerlegde en handig een vörsch half pond boter uit een papier haalde en op een bord noerlci. Dapper zette Tubby zich aan het werk, on der de instructies en voorlichting van Janet, die steeds heen en weer liep, borden haalde uit hetgeen zij de provisiekamer noemde een groote tulband, zooals volgens de beschrijving men zo gewoonlijk op schoolfeestjes krijgt krentenbroodjes, en een pot jam. „Ik kan niet zeggen, dat u hard opschiet met het boterhammen smeren. Zou het niet beter zijn, als ik hot werk overnam en u de toast- vork", zei ze weldra. Maar het gloeiende gezicht van Tubby aanziende, voegde zij or bij: „Wilt u soms uw jas uitdoen als u u zelf moet staan roosteren bij het vuur?" „U is wel vriendelijk, juffrouw en en. Ik geloof niet, dat miss Loach ons aan elkaar voorgesteld heeft, want ik heb u naam in 't ge heel niet gehoord."- „Speer en tot nu toe heeft nooit iemand mij gevraagd van naam te veranderen," klonk het koele antwoord van Janet Tubby keek Felicia aan; zij glimlachte. Ja net's onverantwoordelijke dwaasheden wekten haar 9maak voor humor op. Janet bezat de ge lukkige favo wat zii noemde „migraine'te vor- drijven en haar twee metgezellen bezweken voor haar invloed van luchthartigheid. Tubby, zonder jas en met een gloeiend rood gezicht, wijdde uit over zijn eigen bijzonderon aanleg voor het volmaakt goed roosteren van brood, toen een stortvloed van bonzen en sla- gon op de deur gevolgd werd door een inval van een zestal personen vier jonge meisjes met een zeer opvallend toilet en kapsel, hetgeen haar artistieke neiging aanduidde, en twee heeron met gladgeschoren gezicht en lange haren, blijkbaar leden van het v ak Janot stelde Tubby aan allen voor. Hij raak te een weinig verward in de Lotties en Tot ties, maar het scheen er in de verste verte niets toe to doon wie allen waren. Toen volgde een ver ward geluid van stemmen. Schaterlachen, het werpen van groote hoedon in de hoeken van de kamer, aanbiedingen om te helpen met de thee. „Ga allemaal zitten en hou jullie je stil," be val Janet, maar zonder eenig effect het ge weld nam eer toe. De twee wankele armstoelen werden gegrepen door de jongst en van de meis jes, wien het bezit krachtdadig werd betwist door de anderen, De jonge mannen sleepten kis ten aan met kleeden er over heen, die divans moesten voorstellen. Toen een tweede bende van vier jonge maanncn zich bij het gezelschap kwam voegen, werd hun verzocht op den grond te gaan zitten en dankbaar tc zijn. Zoo ging de theepartij onder groote vroolijklieid voort en onder de algemeene verwarring van stemmen was Felicia in de gelegenheid aan Tubby te vragen vooral niet te spreken van hun ontmoe ting. „Ik wou u juist datzelfde verzoek doen, dus dan zijn we quitte, U moet weten, miss Lcach, ik bevind mij in vreeselijke moeilijkheden ik bob den hcelen boel leelijk verknoeid. Het is uit met mij en niemand kan het helpen, behalve ik- gelf. Ik wou zoo,graag dat \x_ een boodschap voor mij deodt aan Theo. Het was mijn schuld niet, dat ik geen afscheid van haar genomen heb voordat ik wegging. Ik bon onverwachts van huis gegaan en nu weet ik niet wanneer ik kan terugkceren. Zij en ik zijn wat meer dan goe de konnissen, weet u.^ Misschien heeft zij er u wel wat van verteld." Felicia erkende, dat Theo haar in het vertrou wen genomen had, on Tubby ging haastig voort: „Ik hoop, dat ik haar later weer onder de oogei? kan komen met een schoone lei. Nu op 't oogen blik is het beter te zwijgen en tó verdwijnen." „Verdwijnen!" herhaalde Felicia met toene mende verbazing. „Waarom zou u moeten ver dwijnen, mijnheer Mauleverer?" „Hot is noodzakelijk; dat verzeker ik u. Wilt u aan Theo vragen mij niet te vergeten,niet op te houden in mij .te gcloovon wat er ook van cn tegen mij vertéld mag worden. In ieder geval in mijn liefde voor haar te gelooven, daarvooi ben ik oprecht genoeg!" Nu werden zij gestoord door een bevel mn Janet: „De kamer opruimen en goreed maken voor de voorstelling!" Binnen twee minuten werden tafels, stoe len, kisten cn alle hindernissen in de hoeken geschoven en door een gangetje naar do slaap kamer gesleept, welke nu door de beide jongo meisjes werd gedeeld. Eén van de jonge mannen riep: „Eerste bo< drijf; eerste tooneol de blociriendans. Zijn de meisjes gereed?" En Tubby fluisterde Felicia toe: „Wat beteekent dat allemaal?" „Het beteekent, dat wij allen behooren tot Mr. Harry Suitor's Blue Company of ..The Princep and the Tai"; het gezelschap zal spoedig uit Londen naar New-York vortrekken en dat wol overmorgen. Er is een soort van algemeene re* petitie speciaal voor mij, omdal ik er pas bi| gekomen ben.* (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5