LËIDSCH DAGBLAÖ7 Maandag 2 Juli. Wo. 17589. Öercfe Blatfi Anno 1917. FEUILLETON. Het vijfde wiel. De Mijnwerkersstaking. Het onderhoud met den Minister. Het Haagsch C o r r espo nd cnt-ie -B u r e au deelt het volgende mede Zooals bekend is, ontving de Minister \an Landbouw, Nijverheid en Handel Zaterdag ochtend een deputatie uit het hoofdbestuur van den Alg. NedeTl. Mijnwerkersbond, be staande uit de hceren Elfers, voorzitter, Smit en Garritsen en den heer Fimmen als vertegenwoordiger van het Nederlandsch [Vakverbond. De conferentie werd ook bijgewoond door den heer Smit, chef van de afdeeiing Nij verheid aan 's Ministers departement. De conferentie duurde 2Vè uur en had tot resultaat, dat de Minister den vertegen woordigers van het hoofdbestuur aanried, te bevorderen, dat do staking werd opge heven, in het vertrouwen, dat de Minister kou nakomen, hetgee<n door hem vóór de (staking was toegezegd.- ItancuneHmaatregelen zouden bij de Staatsmijnen beslist zijn "buitengesloten. Nader vernemen wij nog uit Heerlen, dat de directies aan de stakers mededeelden, dat ook zij bereid zijn de toezeggingen vóór de staking gedaan, alsnog na te komen, als Maandag hetywerk werd hervat- Door de deputatie uit het hoofdbestuur van den Ned. Mijnwerkersbond wordt om trent de conferentie met den Minister nog medegedeeld, dat het resultaat der confe rentie in de te Heerlen te houden vergade ring van bestuurders van den Mijnwerkers- bond onder de oogen zou worden gezien. Het bestuur van het Nederlandsch Vak- -v verbond berichtte aan het G'orr- Bureau Naar aanleiding van het communiqué van het Haagsch Coirespondent-iebureau,. als zou Minister Posthuma in de conferentie met do sociaal-democratische Kamerleden j en de bestuursleden van het N. V. V. met betrekking tot de minim um-loonkwestie niet de minste toezegging hebben gedaan en naar aanleiding van de uitlatingen van de vertegenwoordigers der mijndirecties tegen over den verslaggever van het Handels blad," stellen wij er prijs op, tot juist be grip van den stand vam zaken de volgende met den Minister gewisselde telegrammen bekend te maken In bedoelde conferentie bevestigde de Minister de reeds op Dinsdag 19 Juni j.l. tegenover de bestuursleden van het N. V. V de heeren Fimmen en Van den Tempel ge dane toezeggingen en verklaarde hij zich bereid dit uitdrukkelijk te bevestigen. Te dien einde zonden genoemde heeren aan den Minister nog dienzclfden dag het vol gende telegram Excellentie Wij veroorloven ons het volgende omler »w aandacht te brengen In het onderhoud, dat wij Dinsdag ]9 de zer met u en den heer Frowein hadden, mochten wij van u vernemen, dat een com missie, bestaande uit vertegenwoordigers der mijndirectie en van de vakorganisaties zou worden ingesteld, welke commissie tot taak zou hebben het loonvraagstuk in zijn geheel en omvang en dus mede zooals door u nadrukkelijk wérd betoogd, het vraagstuk van het minimumloon te bespreken e<n te trachten op bevredigende wijze op te los sen. Voort-s deelde Uw Excellentie ons me de, dat het ernstig streven der directie was, door afsluiting eener collectieve ar beidsovereenkomst met de organisaties de arbeidsvoorwaarden in de mijnstreek af doende te regelen- U-w Excellentie \erklaarde voorts, dat het bezwaarlijk aanging vóór of tijdens de behandeling van het vraagstuk in de com missie een proef met het minimumloon toe te zeggen, dat ge u echter uitdrukkelijk het recht voorbehield, om, mocht- de com missie niet tot een bevredigende regeling van het minimum looiwraagstuk geraken, zelfstandig oen proef te gelasten. Wij ver zoeken Uw Excellentie beleefd ons telegra fisch te bevestigen, dat vorenstaande lezing van ons onderhoud met Uw Excellentie juist is en uw bedoelingen weergeeft. Was geteekend Fimmen en Van den Tem pel- Hierop werd nog donzelfden dag het vol gend antwoord van den Minister ontvangen ,,De lezing van uw onderhoud met mij is juist. Mijn bedoeling op 19 Juni wordt juist weergegeven. Ter voorkoming van misver stand moet achter de woorden ernstig st-re ve>n der directie" volgen„van de Staats mijnen," zooals ik hedenmorgen reeds me dedeelde. (Was geteekend: Posthuma., Het Correspondentiebureau teekcht hier bij axin Teel aanzien van het bovenstaande moge worden opgemerkt, dat deze wisseling van telegrammen ten doel had vast te. leggen, hetgeen door den Minister -va-s toegezegd vóór dat de staking was uitgebroken-, het geen blijkt uit den datum van ,19 Juni in de bovenstaande telegrammen. In do conferentie van 23 Juni is door'den Minister, gelijk reeds gemeld, geen enkele toezending gedaan. Een bemiddelingsvoorstel. Do Ned.-IIerv. predikant te HaCrlen, de heer I. Bieberichor, heelt, naar „De Ned." meldt, onderstaand bemiddelingsvoorstal aan de mijndireolies gezonden: i Met het oog op de moeilijkheden,- die: voor ons land en de mijn\verkeisbev.olking, voortvloeien uit d:j tegenwoordige droevige, staking, veroorloof ik mjj de vrijheid u in- ernstige overweging te geven om bij de regeering aan te dringen op de betooeming- van eenige looncontroleurs voor het onder- grondsch personeel. Aldus zóu, naai' mijn bescheiden meening, een luidden weg gevonden zijn tnssohen het door .de arbeiders verafschuwde accoord- loon en het door uwe directie geweigerde minimumloon. Van de arbeiders, die ik sprak, vernam ik zoon grooto instemming met zulk een insti tuut, dat zij bij een eventueele toezegging, naar hun beweren, onmiddellijk het Werk zouden hervatten. De arbeid is hervat. Op de gisternamiddag en -avond door de besturen van den Neü. Mijnwerkersbond go- houden conferentie, zoo meldt men uit Heer len, is besloten do staking op t-e heffen. De motie, waarbij dit besluit weed geno-» men, luidt als volgt: De besturen van don Ned. Mijnwerkers bond, op Zondag, 1 Juli 1917, te Heer len gehouden; cons !a'©arende, da:, het schiij-. ven van de directies der mijnen aan den Ned. Mijnwerkersbond niet weergeef 1, tot welke concessies de Minister van Landbouw: ten aanzien van de wëhschen der mijnwer kers bereid was, en dat bedoeld schrijven kon strekken om do bestaande' verbittering onder de mijnwerkers te vergrooten; oorste- teerende, dat de Minister van Landbouw blij kens de met de bestuurders van het N. V^ IV. gewisselde telegrammen heeft toege zegd: A. dat een commissie zal worden inge steld, bestaande uit vertegenwoordigers uer. mijndirecties en van de vakorganisaties; B. dat deze commissie tot taak zal heb ben het loonvraagstuk in zijn geheelen om vang en dus mede het vraagstuk van het mi nimumloon te bespreken en te trachten op bevredigende wijze op te lossen; C. dat de Minister, mocht de commissie niet tot een bevredigende regeling van het minimumloon-vraagstuk geraken, zich uit drukkelijk het recht voorbehoud zelfstandig een proef te gelasten, en dat hij voorts ver-, klaard h.ecft, dat het ernstige streven van do directie der Staatsmijnen is, door afstei- ting van eep eolleelieve arbeidsovereenkomst met de vakorganisaties de arbeidsvoorwaar den in de mijnstreek afdoende te regelen. 'De bsturen-coTiiereniie, overruigd, dat na opheffing der staking de directies der par ticuliere mijnen genoodzaakt zullen zijn dien overeenkomstig te handelen, overwegende, dat verder is toegezegd: De heer Elfers heeft nog'gevraagd: „Krijg ik van Uwe Excellentie de positieve toezegging, dat ik, onmiddellijk .wanneer de staking opgeheven is, kan kgmen praten over de praclijk van de voorstellen?" De Minister heeft een toestemmend antwoord, gegeven. Z. Exc. heeft yerder het zelfde toegezegd voor do particuliere mijuoD, er op vertrouwend, dat die directies zijn leiding ia dezo zoudon volgen. Ik vroeg daarop den lieer Elfers, welke be sprekingen waren gevoerd ten opzichte van Bel gen. Hij antwoordde, dat er toegezegd is, dat geen rancune-maatregelen genomen zouden worden. De Minister verzocht van die kwestie echter geen twistvraag te maken en de kwestie der ge deporteerde Belgeü aan zijn beleid over te la ten. „Dit kan ik u echter wel zeggen,"" zeide 'de heer Èlfers, „wanneer er één Belg terugkomt, komen ze allemaal terug Uit een onderhoud mot mgr. dr. Pocls, hoofd aalmoezenier, blijkt, dat dezo op de vraag: „Hoe denkt u over de voorwaarden, waarop do Ned. Mijnwerkersbond de staking zal ophef fen?" antwoordde: „Ik zeg, dat zij iets zoeken om hun terugtocht te dekken. Wat de Minister heeft toegezegd, is niets anders dan een herhaling van wat de di recties uitdrukkelijk hadden verklaard vóór de stakiug uitbrak en waarvan het voornaamste is het toezeggen coner permanente commissie, waarin zoowel de twee vakbonden als de mijn directies zouden vertegenwoordigd zijn. Gelieve ovenwel goed te bemerken, dat het de Chr. Mijn werkersbond was, die de instelling dezer per manente commissie, van den beginne af, be doelde in de mijnindustrie, voor zoover dit dan mogelijk is. liet sluiten van collectieve arbeids contracten zooveel mogelijk te bevorderen. De sooialisten hebben ook nu weer metterdaad niets verkregen en de vëer, welke zij thans op hun hood willen stoken, behoort op die van de Chris telijke organisatie, die gedurende deze oorlogs jaren herhaaldelijk gunstige resultaten door haar actie wist. te verwerven, o.a. de duurto- toeslagon. Het eenige, wat hier wordt gezegd en niet voor de slaking was verklaard, is, dat, wanneer de kwestie van het minimumloon door die permanente commissie besproken is en on derzocht, de Minister, in geval die commissie tol het besluit komt, (wat heel zeker is), dat het minimum-loonstelsel in het mijnbedrijf hier in Zuid-Limburg niet kan worden aanvaard, de minister zich het recht voorbehoud, om, indien hij het toch wenschelijk oordeelt, een prosf te gelarten op een der Staatsmijnen. Ik heb te veel vertrouwen in het doorzicht van sommige lei ders der socialisten, om te kunnen gelooven, dat zc zelf niet inzien, dat zij op deze wijze met een kluit jo in hot riet worden gestuurd. Zo moeten evenwol door een zuren appel heen- bijten en het beste, wat zij daarbij kunnen doeu, is althans te probeeren een vroolijk gezicht te zetten. Wanneer zij zoggen, dat de kwestie van hel minimum-loon in die permanente commissie nog besproken kan worden en daaruit de con clusie trekken, dat het minimumloon toch niet volstrekt is afgewezen, dan loopt men gevaar een te verkeerde voorstelling van de zaak te ge ven. Het mlnimumloonslelsel, welks invoering de socialisten kier eischten en waarvoor zij (Ict ze staking proclameerden, is geheel iets auders, dan wat men bijv. in Engeland het minimum loon in de mijnindustrie noemt Bovendien ben ik overtuigd, dat door toe te zeggen, datde minimum-locnkwestie kan be- sproken worden, men slechts uiting gaf aan do innige overtuiging, dat, wanneer de directies de bezwaren 'ogen de invoering van het minimum- loonstelsel in do permanente commissie ter sprake zullen brengen, de socialistische organi- "salie zelf do onhoudbaarheid van haar eisen zal inzien. Dit antwoord op de door u gestelde vraag moet echter niet zoo worden opgevat, dat men hierin een uiting zon kunnen zien van dc zucht 3 an den Chrislelijken Mijnwerkersbond om bot verloop van deze slaking uit te spelen tegenover de socialisten en er eenvoudig munt uit te slaan voor een zekere partij. De kwestie, waarom het gaat, is van te algemeenen aard en van te groo- te beteekenis. Bovendien, hot is beter ten halve gekeerd dau ten heele gedwaald. Dit geldt ook hier voor den sooialistischen bond en ik zou in geen geval den schijn, willen verwekken, dat ik <en soort van leedvermaak had over dc mislul- I- hing van deze slaking. MgT. Poëls zei o.a. nog: Als ooit een stakingsevident een misclaad is geweest tegen het Nederiandsche volk, is het deze slaking, die uitgebroken is op een tijdstip, dat de geheel© industrie en daardoor tal van gezinnen. bedreigd werden. Het dagblad „Het .Volk!': voelt dat zelf en schrijft IpL een hoofdartikel „Misdadig spel'', dat deze staking een misdaad is, omdat het Neder landsch© volk zich heel goed T>ewust ia van de beteekenis er van. Het blad gooit echter de schuld op de directies en de Christelijke mijnwerkersorganisatie. De di recties hebben echter de mijnen niet stop fezet. De staking is een feit, gesteld door en socialistischen Mijnwerkersbond. De ver antwoordelijkheid ligt dus bij hen. Te meer, wijl de eisch van het minimum loon practisch ondoorvoerbaar was en in geen geval hun het recht kan geven zulk .een ramp pver het land te brengen. Het ia belachelijk, dat men de Christelijke organisatie de schuld in da schoenen schuilt. Die bond was toeschouwer en voorzag, dat •de eischen niet ingewilligd zouden worden* Hij kon dus niet meedoen, want hij zou zich daardoorv bewust hebben schuldig ge maakt aan hetgeen door hen beschouwd werd als een misdaad tegenover het Neder- landsche volk. 3ÜITENUNDSCHE BERICHTE2 Bij Borghorst, in Pruisen, staat het veen in brandop sommige plaatsen is het reeds meer dan een meter diep uitgebrand en niettegenstaande do bestrijding door burgers, en soldaten, neemt de brand voort durend grooter afmetingen aan- Men ver moedt, dat de brand door opgeschoten jon gens uit baldadigheid is gesticht. Naar bericht wórdt, woedde een groote brand jn do bosschen van het d strict Ortels- burg, waarbij verscheidene duizend morgen boscli vernield werden. LTit de debatten in den Deenscheu Rijksdag blijkt, dat men in Denemarken een zeer gerirtgen oogst verwacht en voorts dat de toestanden betreffende de varkena- produeüe angstwekkend zijn. Het is nog onzeker, of de helft der normale productie gehandhaafd zal kunnen blijven. De algemeen© vergadering van Fran- sche kamers van koophandel heeft don wensch te kennen gegeven, dat Engeland, Japan en Rusland het metrieke stelsel in voeren en zoodoende do economische toe nadering tot Frankrijk zal bevorderen Naar de Zwitserscho bladen meedee- len is er een staking uitgebroken in de ohe- niisohe fabriek te Chïppis (Zwitserland) en kwam het tot ernstige botsingen tnsschen, de werklieden en de ontboden militairen, waarbij van do bajonet gébruik werd r maakt. Schollaert. Sohollaert was herhaaldelijk doken van de nier en Minister van staat, i3 een wreedèn doodsstrijd ten gevolge van een nierziekte in den leeffcyd van 67 jaar te Havre over leden. Schillaert was herhaaldelijk deken vau dé orde der advocaten, en gemeenteraads-, sla-- ten- en Kamerlid, word in 1SS9 minister van binnenlandsche zaken, was van 1895 tot 1899 vooorzitter der Kamer, van 1901 tot 1908 eerste-ministor, van 1908 tot 1911 minister van wetenschappen, kunsten en landboouw. Hij deed de wet aannemen, die de loting af- sehaite en diende het ontwerp in nopens leerplicht met de zgn. sclioolbn. In 1912 werd hij opnieuw voorzitter der Kamer. In Augustus 1914 stichtte hij het steuncomité voor de uitgewekenen. Hij sohiop te Havre de eerste instelling voor oorlogs-invaliedcn. Het kiesrcclitvraagstuk in Hongarije. Tisza deed" in het Huis van Afgevaardig den een compromis-voorstel, er toe strek kende, voorloopig s echts het ki srecht aan ir^nrtriëarbeiders. toe te kennen. "7; ponyï, namens do rjgecrin? spr.k.nd, be i eed dit voorstel. Hij verklaarde, dat de regeering staat of valt mot de kiesrecht- kei zining. Ook h?t ki sr ci.-bov v rklaar de zich tegen het voorstel-Tism. door BEATRICE HERON MAXWELL en FLORENCE E. EASTWICK, Naar het Engelsct ,"J 1) Plotseling kwam de godaolit© in hom op: „Liz wachtte hom op. Zij is naar het kanaal geloopen en hij zal haar daarheen volgen. Als hij dat doet!" Hij ging plat op het gras liggen en trok zijn muts over z\jn oogen, met eenen arm zor geloos over zijn bundeltje geslagen. „Ik slaap," mompelde hij, volgens zijn ge woonte tot zichzelf sprekend, „ik ben moe na do wandeling en voel de zon een beetje. Ioder menseh kan slapen, als hij er lust in heeft. Er is geen verbod tegen, zoover ik weet." Onder zijn muts zagen zijn oogen de flinke figuur naderen en naar de brug afslaan. Toen stond hij op, schoof, zijn muts weer achter over en zwaaide zijn bundeltje over zijn •choudcr. „Zoo, is dat haar spelletje," zoi hij. „Mooi loo. dan spelcü we nu met ons drieën." En hij sloeg liet zigzagpaadjo in naar den oever van het kanaal< HOOFDSTUK I, 13', Wij beginnen allen eenheden te zijn, maar de vereeniging van eenheden is kracht. 'Horatio Pridham. zat een sigaar te rooken met een glas port naast zich en hij dacht na over vele dingen. Er was een tijd geweest, dat hij op zijn gemak ging zitten achter den gla zen wand van zijn kantoor, nadat de winkel voor den naoht gesloten was, en hij blij mocht wezen met een pijp en een kan bier, om hem door het nazien van de dagelijksche afrekeningen liccn te helpen. Maar- daar la gen vele jaren tussohen, jaren van hard wer ken cn moeilijkheden overwinnen; en zijn ronddwalende gedachten waren getint met een rooskleurigon gloed van voldoening, al3 hij de oogen sloeg op de-eikenhouten tafel, weelderig bezet met kristal en zilver, bloe men en vruchten, terwijl aan zijn rechterhand een massieve verguld-zilveren sigarenkoker Jag met een vleiende inscriptie in het deksel, als hulde van zijn grooto schare werklieden, toen hij het actieve loven vaarwel zei en stille vennoot werd van de groote firma, die hij zelf had gesticht. Hij vroeg zich af, nu hij het Basingstokc- kanaal in zijn geheel gekocht had, voor een bagatel, een kwestie van duizend pond of hij het eerst zou bevrijden van onkruid en in hammen aan den oever, er meer sluizen in laten brengen, en er zoo oen verkeersweg van maken, die van groot nut en voordcel kon we zen voor het vervoer van goederen en raen- schcn, en het daarna aan 't Rijk cadeau doen. De woorden „Sir Horatio Pridham, Baro net" dansten voor zijn verbeelding en hij glimlachte, terwijl hij zijn sigaar uit den mond nam en zijn port dronk, met d^ tevre denheid van een man, die zich heeft opge werkt van de groote massa tot de Upper Ten,- Door het open raam, over het terras en den 'tuin, kon'hijj op dien helderen zomeravond, de rij hoornen langs het kanaal onderschei den en hij wist, dat de weg naar zijn harte- wensch even gemakkelijk te volgen was ofschoon onzichtbaar als hét kanaal, dat near Londen kronkelde en zoo zijn doel be- A. dat de verhooging van het doorsnee- loon op 5 gulden op den lsten Juli zal ingaan, B. dat ook de overige in uitzicht gesteld© verbeteringen zullen worden ingevoerd, 1 O. dat. geen rancune-maatregelen zullen worden genomen^ van oordel, dat thans dient te worden af gewacht het resultaat der besprekingen, vïel ke krachtens de toezegging van den Mi nister met de vakorganisaties zullen worden gevoerd, i besluit tot opheffing der sta king op Maandag 2 Juli 1917, en roept de mynwerkers op zich krachtig te organiseeren in den Ned. Mijnwerkersbond, om te komen tot een afdoende verbetering, der arbeidsvoorwaarden in het mijnbedrijf.. Aan de directies der verschillende mij nen ïs door het hoofdbestuur van. den Ned'w Mijnwerkersbond hedennacht een telegram verzonden, waarin mtededeeling gedaan wordt van de opheffing van de staking, mjst ingang Van Maandagochtend, en waarin gezegd wordt, dat bet hoofdbestuur rekent op hand having van. de vóór "de steking gedane ."toe^ zéggen en op het achterwege bi ij ven van rancune-maatregelen. Een manifest aan dew er k- liéden. Door den Ncd. Mijnwerkersbond werd het volgende manifest verspreid: Kameraden. Zaterdag heeft een deputatie uit ons hoofdbestuur een "conferentie gohad mot den Minister van Landbouw te 's Gravcn- hage. In een heden, Zondag. 1 Juli. gehouden bestuursconferentie van onzen Bond heeft, deze deputatie verslag uitgebracht. Uit dit' verslag bleek, dat de besprekingen met den Minister een zoodanig bevredigend resultaat hebben opgeleverd, dat de be- stuursconferentic besloot, de staking oop te heffen. In verband met dit besluit, verzoeken wij allen mijnwerkers Maaandagoehtend het werk tc hervatten. Kameraden, wij~-Zullcn u zoo spoedrg-mo gelijk nadere mededeelingen doen. Het einde der staking is aaldus, dat wij vol moed en hoop de toekomst tegemoet kunnen gaan. Leve dc NcderlandsChe Mijnwerkers bond? y jj Namens het bestuur, J. H. ELFERS, Voorzitter. Na opheffing der staking. Zondagavond, na beëindiging van do bertu- ron-conferentie, waarin tpt de opheffing van de staking besloten was„ hadden dc. vertegenwoor digers der bladen, die te Heerlen tijdens de sta king aanwezig waren, een cnderhoucl. mot dc heeren Van den Tempol. en Edo Fimmen, be stuursleden van het Ned. Vbrbond van Vakvor- eenigingen. Ia die bijeenkomst werd vóorloo- pig mededeeling gedaan van cep officieele pu blicatie, door het Vakverbond een der volgende dagen te doen Naar de heer Van den Tempel mededeelde, kon deze publicatie niet tijdens het conflict ge schieden, omdat tot gisteren toe al het mogelijke gedaan is de staking tol een goed einde te bren gen. Dc publicatie der bescheiden werd op dit oogenblik evenmin toegostaan. Een verslaggever van „De Tel." had nog eon onderhoud met den voorzitter van den Mijnwer kersbond, den beer Elfers. Dc-ze verklaarde o.m 'De conferentie bij den Minister liep over de vraag, of de staking beëindigd ken worden op den grondslag van de feiten, zooals die in hef communiqué van het Vakverbond zijn neerge legd. Do Mini-ter heeft gezegd: „Ja"! De directies hebben gezegd" „Gij krijgt het mi nimumloon niet, noch nu, noch "in de toekomst". En nu is aan de mijnwerkers toegezegd ecu commissie, die dc beide groote eischen aan een onderzoek onderwerpt. De conclusie daarvan zal tot grondslag dienen voor een colleoticvc over eenkomst. De Minister heeft het vertrouwen gevraag 1 van de mijnwerkers. Hij wilde echter eerst hel politieke element uit den strijd hebben al voren- ra et vrucht te kunnen werken. Daarom moest de staking worden opgeheven. Het resultaat i3 d is. zoide de heer Elfers. dat de arbeiders de knik kers krijgen en het spel onbeslist blijft. roikte. Ja, liij zou do waardigheid van "baronet aannemen, zoo zij hom word aangeboden, en dat zou zeker gebeuren, en daarna die van peer. Maar zulke dingen gingen zoo maar niet in een oogenblik; er was geld cn in vloed voor noodig. Geld bezat hij, invloed'bezaten anderen, en ni^het verzamelen van geld gedaan was, zou het zijn taaie zijn, invloed tc verkrijgen. Een schaduw, omvangrijk in breedte, ver duisterde den maneschijn een oogenblik en werd gevolgd door de persoon, die dc schaduw veroorzaakte, mevrouw Pridham, breed van persoon, zwaar van gang, gewichtig in woor den eiï mapicren. Niemand in haar onmiddellijke omgeving vroeg of mevrouw Pridham mooi was of het tegenovergestelde, zoo min als men de juiste hoedanigheid van Britannia's uiterlijk of an dere abstracte vrouwelijke personeu beoor deelt. Het feit, dat zij mevrouw Pridham was, dat het er niet op aan kwam hoe zij er uit zag en of men haar knap vond, dat zij niet over het hoofd gezien kon worden, was het eenige waarvan iedereen in haar omge ving overtuigd was. „Horafio," zei ze op gebiedenden toon, „ik moet met je spreken over Theo." Het was haar gewoonte recht op het onder werp af te gaan, zonder omwegen of inleiding. ,Ga lit ten lieve," antwoordde Pridham* „Neem ook een glaasje port," Zij nam plaats niet, omdat hij het haar vroeg, maar omdat zij dit reeds van plan was en bedankte met een ha fid gob a ar voor den port. „Theo is geen kind meer en toch nog niet vol wassen/' zei ze, „en ae is heel lastig emi mee om té gaan, Dat flirten yap met <lien jongen Mauleverer t-f'- .Wat is dat?" viel haar man in de rede. „Is hij gecharmeerd van li-aar?" ,Ze schijnen altijd bij elkaar t-o wezen," stemde mevrouw Pridham toe op misnoegden toon; „maar ik ben nog zoo zoker niet of dat wel good is. Zij is nog te jong en hij zal de gewoonte krijgen met haar om te gaan en haar te behandelen als kind en dan komt er niets van." „Het zou een uitstekend huwelijk zijn," merkte Pridham nadenkend op. „Hij heeft geen geld cn is niet veel meer dan een jonge ezel, maar de baronio van Brismain i3 van ouden datum en Brismain is zeer gezien, niet tegenstaande zijn armoede." „Ja, maar als hij haar to jong vindt cm haar ten huwelijk te vragen en tooh altijd om haar heen draait, zal or niets van komen, vreos ik," zei mevrouw Pridham. „Agncs, zooals je weet, ie zoo goed als geen gezel schap voor Tlioo. Zij loopt naar dc kerk en Iaat Theo tennissen met Mauleverer.' „Nu, wat wou je dan, lieve?" „Ik wou Theo in het eind van September voor een half jaar naar Brussel zenden, naar een kostschool, oin haar opvoeding to vol tooien, en haar tot zoo lang een gouvernante tot gezelschap govern Ik houd niet van dat coquetteeron van jonge meisjes. Do jongelui vindon het een heel aardLg tijdverdrijf, maar zij trouwen er niet mee." Mr. Pridham glimlacht. „Je was zelf ook maar zeventien, Selima, toen wij het eens wa. ren. Hoe oud is Theo?" „Zestien ©n een half on heel ontwikkeld voor haar leeftijd, zooals alle jonge meisjes tegenwoordig. Als je haar soms" hoort spre ken, zou je donken, dat het een getrouwde vrouw is van vijf twintig, met veel onder vinding. Zij kont de wereld beter dan Agglc/'- ^Aggte is een heilige," zoi Pridham, „en heiligen van den tegenwoordigen tijd kennen deze wereld zelden. Z\j beziet altijd maar de eene zijde.'^ „Mij dunkt, die schoolvriendin van Theo Felicia Leach zou wel geschikt zijn," zoi mevrouw Pridham, die zioh altijd bepaal de tot het punt in kwestie. „Zü is ongeveer van denzelfden leeftijd als Agnos, en ik hoor, dat zij een betrekking zoekt." „Wat daolit je, dat zij doen moet?" „Zij kan lezen en piano studeeien met Theo en haar Franseh en Duitsch onderhouden. Ik geloof zeker, dat zij ook zonder salaris, wat cte* betreft, zou willen komen, alleen voor veranda ring van lucht en voor haar vacantie." „Vacantie!" herhaalde Pridham. „Daar liecf hel niet veel van, vrouw! Zij "moet salaris heb ben; zoo'n au-païr-systecm begceren wij nirt Wat wij begceren, kunnen wa betalen. Als men botaalt, kan men den loon aangeven en ik geef niemand anders gelegenheid den toon 11 mijn huis aan te geven." „Ik kan vanavond wel aan miss Leacb schrij ven," zei mevrouw Pridham. „Zij kan het 't bos te vinden met de beide meisjes, en 't is een be daard, verstandig soort meisje^met geen onzin in haar hoofd." „Hoe komt -het, dat zij in betrekking wil gaan? Ik dacht, dat Tlieo's school alleen voor rijke meisjes bestemd was? Het is werkelijk duur genoeg geweest." „Ik denk, dat de vader van miss Leach haar geen geld kon nalaten, en hij haar daarom een goede op\oeding gegeven heeft, zoodat zij in staat zou zijn haar eigen brood te verdienen. Theo heeft mij verteld, dat dit meisje het laat ste jaar taal- en vyiskundo-lessen gaf, omdat haar vader liet niet betalen kon haar op school te laten en zij liever niet weg wou voordat zij ©en examen gedaan had." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5