LËIDSCH DAGBLAÖ7 Maandag 2 Juli.
Wo. 17589.
Öercfe Blatfi
Anno 1917.
FEUILLETON.
Het vijfde wiel.
De Mijnwerkersstaking.
Het onderhoud met den
Minister.
Het Haagsch C o r r espo nd cnt-ie -B u r e au
deelt het volgende mede
Zooals bekend is, ontving de Minister \an
Landbouw, Nijverheid en Handel Zaterdag
ochtend een deputatie uit het hoofdbestuur
van den Alg. NedeTl. Mijnwerkersbond, be
staande uit de hceren Elfers, voorzitter,
Smit en Garritsen en den heer Fimmen als
vertegenwoordiger van het Nederlandsch
[Vakverbond.
De conferentie werd ook bijgewoond door
den heer Smit, chef van de afdeeiing Nij
verheid aan 's Ministers departement.
De conferentie duurde 2Vè uur en had tot
resultaat, dat de Minister den vertegen
woordigers van het hoofdbestuur aanried,
te bevorderen, dat do staking werd opge
heven, in het vertrouwen, dat de Minister
kou nakomen, hetgee<n door hem vóór de
(staking was toegezegd.-
ItancuneHmaatregelen zouden bij de
Staatsmijnen beslist zijn "buitengesloten.
Nader vernemen wij nog uit Heerlen, dat
de directies aan de stakers mededeelden,
dat ook zij bereid zijn de toezeggingen vóór
de staking gedaan, alsnog na te komen,
als Maandag hetywerk werd hervat-
Door de deputatie uit het hoofdbestuur
van den Ned. Mijnwerkersbond wordt om
trent de conferentie met den Minister nog
medegedeeld, dat het resultaat der confe
rentie in de te Heerlen te houden vergade
ring van bestuurders van den Mijnwerkers-
bond onder de oogen zou worden gezien.
Het bestuur van het Nederlandsch Vak-
-v verbond berichtte aan het G'orr- Bureau
Naar aanleiding van het communiqué van
het Haagsch Coirespondent-iebureau,. als
zou Minister Posthuma in de conferentie
met do sociaal-democratische Kamerleden
j en de bestuursleden van het N. V. V. met
betrekking tot de minim um-loonkwestie
niet de minste toezegging hebben gedaan en
naar aanleiding van de uitlatingen van de
vertegenwoordigers der mijndirecties tegen
over den verslaggever van het Handels
blad," stellen wij er prijs op, tot juist be
grip van den stand vam zaken de volgende
met den Minister gewisselde telegrammen
bekend te maken
In bedoelde conferentie bevestigde de
Minister de reeds op Dinsdag 19 Juni j.l.
tegenover de bestuursleden van het N. V. V
de heeren Fimmen en Van den Tempel ge
dane toezeggingen en verklaarde hij zich
bereid dit uitdrukkelijk te bevestigen. Te
dien einde zonden genoemde heeren aan
den Minister nog dienzclfden dag het vol
gende telegram
Excellentie
Wij veroorloven ons het volgende omler
»w aandacht te brengen
In het onderhoud, dat wij Dinsdag ]9 de
zer met u en den heer Frowein hadden,
mochten wij van u vernemen, dat een com
missie, bestaande uit vertegenwoordigers
der mijndirectie en van de vakorganisaties
zou worden ingesteld, welke commissie tot
taak zou hebben het loonvraagstuk in zijn
geheel en omvang en dus mede zooals door
u nadrukkelijk wérd betoogd, het vraagstuk
van het minimumloon te bespreken e<n te
trachten op bevredigende wijze op te los
sen. Voort-s deelde Uw Excellentie ons me
de, dat het ernstig streven der directie
was, door afsluiting eener collectieve ar
beidsovereenkomst met de organisaties de
arbeidsvoorwaarden in de mijnstreek af
doende te regelen-
U-w Excellentie \erklaarde voorts, dat
het bezwaarlijk aanging vóór of tijdens de
behandeling van het vraagstuk in de com
missie een proef met het minimumloon toe
te zeggen, dat ge u echter uitdrukkelijk
het recht voorbehield, om, mocht- de com
missie niet tot een bevredigende regeling
van het minimum looiwraagstuk geraken,
zelfstandig oen proef te gelasten. Wij ver
zoeken Uw Excellentie beleefd ons telegra
fisch te bevestigen, dat vorenstaande lezing
van ons onderhoud met Uw Excellentie
juist is en uw bedoelingen weergeeft.
Was geteekend Fimmen en Van den Tem
pel-
Hierop werd nog donzelfden dag het vol
gend antwoord van den Minister ontvangen
,,De lezing van uw onderhoud met mij is
juist. Mijn bedoeling op 19 Juni wordt juist
weergegeven. Ter voorkoming van misver
stand moet achter de woorden ernstig st-re
ve>n der directie" volgen„van de Staats
mijnen," zooals ik hedenmorgen reeds me
dedeelde.
(Was geteekend: Posthuma.,
Het Correspondentiebureau teekcht hier
bij axin
Teel aanzien van het bovenstaande moge
worden opgemerkt, dat deze wisseling van
telegrammen ten doel had vast te. leggen,
hetgeen door den Minister -va-s toegezegd
vóór dat de staking was uitgebroken-, het
geen blijkt uit den datum van ,19 Juni in
de bovenstaande telegrammen.
In do conferentie van 23 Juni is door'den
Minister, gelijk reeds gemeld, geen enkele
toezending gedaan.
Een bemiddelingsvoorstel.
Do Ned.-IIerv. predikant te HaCrlen, de
heer I. Bieberichor, heelt, naar „De Ned."
meldt, onderstaand bemiddelingsvoorstal aan
de mijndireolies gezonden: i
Met het oog op de moeilijkheden,- die:
voor ons land en de mijn\verkeisbev.olking,
voortvloeien uit d:j tegenwoordige droevige,
staking, veroorloof ik mjj de vrijheid u in-
ernstige overweging te geven om bij de
regeering aan te dringen op de betooeming-
van eenige looncontroleurs voor het onder-
grondsch personeel.
Aldus zóu, naai' mijn bescheiden meening,
een luidden weg gevonden zijn tnssohen het
door .de arbeiders verafschuwde accoord-
loon en het door uwe directie geweigerde
minimumloon.
Van de arbeiders, die ik sprak, vernam ik
zoon grooto instemming met zulk een insti
tuut, dat zij bij een eventueele toezegging,
naar hun beweren, onmiddellijk het Werk
zouden hervatten.
De arbeid is hervat.
Op de gisternamiddag en -avond door de
besturen van den Neü. Mijnwerkersbond go-
houden conferentie, zoo meldt men uit Heer
len, is besloten do staking op t-e
heffen.
De motie, waarbij dit besluit weed geno-»
men, luidt als volgt:
De besturen van don Ned. Mijnwerkers
bond, op Zondag, 1 Juli 1917, te Heer
len gehouden; cons !a'©arende, da:, het schiij-.
ven van de directies der mijnen aan den
Ned. Mijnwerkersbond niet weergeef 1, tot
welke concessies de Minister van Landbouw:
ten aanzien van de wëhschen der mijnwer
kers bereid was, en dat bedoeld schrijven
kon strekken om do bestaande' verbittering
onder de mijnwerkers te vergrooten; oorste-
teerende, dat de Minister van Landbouw blij
kens de met de bestuurders van het N. V^
IV. gewisselde telegrammen heeft toege
zegd:
A. dat een commissie zal worden inge
steld, bestaande uit vertegenwoordigers uer.
mijndirecties en van de vakorganisaties;
B. dat deze commissie tot taak zal heb
ben het loonvraagstuk in zijn geheelen om
vang en dus mede het vraagstuk van het mi
nimumloon te bespreken en te trachten op
bevredigende wijze op te lossen;
C. dat de Minister, mocht de commissie
niet tot een bevredigende regeling van het
minimumloon-vraagstuk geraken, zich uit
drukkelijk het recht voorbehoud zelfstandig
een proef te gelasten, en dat hij voorts ver-,
klaard h.ecft, dat het ernstige streven van
do directie der Staatsmijnen is, door afstei-
ting van eep eolleelieve arbeidsovereenkomst
met de vakorganisaties de arbeidsvoorwaar
den in de mijnstreek afdoende te regelen.
'De bsturen-coTiiereniie, overruigd, dat na
opheffing der staking de directies der par
ticuliere mijnen genoodzaakt zullen zijn dien
overeenkomstig te handelen, overwegende,
dat verder is toegezegd:
De heer Elfers heeft nog'gevraagd: „Krijg ik
van Uwe Excellentie de positieve toezegging, dat
ik, onmiddellijk .wanneer de staking opgeheven
is, kan kgmen praten over de praclijk van de
voorstellen?" De Minister heeft een toestemmend
antwoord, gegeven. Z. Exc. heeft yerder het
zelfde toegezegd voor do particuliere mijuoD, er
op vertrouwend, dat die directies zijn leiding ia
dezo zoudon volgen.
Ik vroeg daarop den lieer Elfers, welke be
sprekingen waren gevoerd ten opzichte van Bel
gen.
Hij antwoordde, dat er toegezegd is, dat geen
rancune-maatregelen genomen zouden worden.
De Minister verzocht van die kwestie echter
geen twistvraag te maken en de kwestie der ge
deporteerde Belgeü aan zijn beleid over te la
ten.
„Dit kan ik u echter wel zeggen,"" zeide 'de
heer Èlfers, „wanneer er één Belg terugkomt,
komen ze allemaal terug
Uit een onderhoud mot mgr. dr. Pocls, hoofd
aalmoezenier, blijkt, dat dezo op de vraag:
„Hoe denkt u over de voorwaarden, waarop
do Ned. Mijnwerkersbond de staking zal ophef
fen?" antwoordde:
„Ik zeg, dat zij iets zoeken om hun terugtocht
te dekken. Wat de Minister heeft toegezegd, is
niets anders dan een herhaling van wat de di
recties uitdrukkelijk hadden verklaard vóór de
stakiug uitbrak en waarvan het voornaamste is
het toezeggen coner permanente commissie,
waarin zoowel de twee vakbonden als de mijn
directies zouden vertegenwoordigd zijn. Gelieve
ovenwel goed te bemerken, dat het de Chr. Mijn
werkersbond was, die de instelling dezer per
manente commissie, van den beginne af, be
doelde in de mijnindustrie, voor zoover dit dan
mogelijk is. liet sluiten van collectieve arbeids
contracten zooveel mogelijk te bevorderen. De
sooialisten hebben ook nu weer metterdaad niets
verkregen en de vëer, welke zij thans op hun
hood willen stoken, behoort op die van de Chris
telijke organisatie, die gedurende deze oorlogs
jaren herhaaldelijk gunstige resultaten door
haar actie wist. te verwerven, o.a. de duurto-
toeslagon. Het eenige, wat hier wordt gezegd
en niet voor de slaking was verklaard, is, dat,
wanneer de kwestie van het minimumloon door
die permanente commissie besproken is en on
derzocht, de Minister, in geval die commissie tol
het besluit komt, (wat heel zeker is), dat het
minimum-loonstelsel in het mijnbedrijf hier in
Zuid-Limburg niet kan worden aanvaard, de
minister zich het recht voorbehoud, om, indien
hij het toch wenschelijk oordeelt, een prosf te
gelarten op een der Staatsmijnen. Ik heb te veel
vertrouwen in het doorzicht van sommige lei
ders der socialisten, om te kunnen gelooven, dat
zc zelf niet inzien, dat zij op deze wijze met
een kluit jo in hot riet worden gestuurd.
Zo moeten evenwol door een zuren appel heen-
bijten en het beste, wat zij daarbij kunnen doeu,
is althans te probeeren een vroolijk gezicht te
zetten. Wanneer zij zoggen, dat de kwestie van
hel minimum-loon in die permanente commissie
nog besproken kan worden en daaruit de con
clusie trekken, dat het minimumloon toch niet
volstrekt is afgewezen, dan loopt men gevaar
een te verkeerde voorstelling van de zaak te ge
ven. Het mlnimumloonslelsel, welks invoering
de socialisten kier eischten en waarvoor zij (Ict
ze staking proclameerden, is geheel iets auders,
dan wat men bijv. in Engeland het minimum
loon in de mijnindustrie noemt
Bovendien ben ik overtuigd, dat door toe te
zeggen, datde minimum-locnkwestie kan be-
sproken worden, men slechts uiting gaf aan do
innige overtuiging, dat, wanneer de directies de
bezwaren 'ogen de invoering van het minimum-
loonstelsel in do permanente commissie ter
sprake zullen brengen, de socialistische organi-
"salie zelf do onhoudbaarheid van haar eisen
zal inzien.
Dit antwoord op de door u gestelde vraag
moet echter niet zoo worden opgevat, dat men
hierin een uiting zon kunnen zien van dc zucht
3 an den Chrislelijken Mijnwerkersbond om bot
verloop van deze slaking uit te spelen tegenover
de socialisten en er eenvoudig munt uit te slaan
voor een zekere partij. De kwestie, waarom het
gaat, is van te algemeenen aard en van te groo-
te beteekenis. Bovendien, hot is beter ten halve
gekeerd dau ten heele gedwaald. Dit geldt ook
hier voor den sooialistischen bond en ik zou in
geen geval den schijn, willen verwekken, dat ik
<en soort van leedvermaak had over dc mislul- I-
hing van deze slaking.
MgT. Poëls zei o.a. nog: Als ooit een
stakingsevident een misclaad is geweest
tegen het Nederiandsche volk, is het deze
slaking, die uitgebroken is op een tijdstip,
dat de geheel© industrie en daardoor tal
van gezinnen. bedreigd werden. Het dagblad
„Het .Volk!': voelt dat zelf en schrijft IpL
een hoofdartikel „Misdadig spel'', dat deze
staking een misdaad is, omdat het Neder
landsch© volk zich heel goed T>ewust ia
van de beteekenis er van. Het blad gooit
echter de schuld op de directies en de
Christelijke mijnwerkersorganisatie. De di
recties hebben echter de mijnen niet stop
fezet. De staking is een feit, gesteld door
en socialistischen Mijnwerkersbond. De ver
antwoordelijkheid ligt dus bij hen.
Te meer, wijl de eisch van het minimum
loon practisch ondoorvoerbaar was en in
geen geval hun het recht kan geven
zulk .een ramp pver het land te brengen.
Het ia belachelijk, dat men de Christelijke
organisatie de schuld in da schoenen schuilt.
Die bond was toeschouwer en voorzag, dat
•de eischen niet ingewilligd zouden worden*
Hij kon dus niet meedoen, want hij zou
zich daardoorv bewust hebben schuldig ge
maakt aan hetgeen door hen beschouwd werd
als een misdaad tegenover het Neder-
landsche volk.
3ÜITENUNDSCHE BERICHTE2
Bij Borghorst, in Pruisen, staat het
veen in brandop sommige plaatsen is het
reeds meer dan een meter diep uitgebrand
en niettegenstaande do bestrijding door
burgers, en soldaten, neemt de brand voort
durend grooter afmetingen aan- Men ver
moedt, dat de brand door opgeschoten jon
gens uit baldadigheid is gesticht.
Naar bericht wórdt, woedde een groote
brand jn do bosschen van het d strict Ortels-
burg, waarbij verscheidene duizend morgen
boscli vernield werden.
LTit de debatten in den Deenscheu
Rijksdag blijkt, dat men in Denemarken
een zeer gerirtgen oogst verwacht en voorts
dat de toestanden betreffende de varkena-
produeüe angstwekkend zijn. Het is nog
onzeker, of de helft der normale productie
gehandhaafd zal kunnen blijven.
De algemeen© vergadering van Fran-
sche kamers van koophandel heeft don
wensch te kennen gegeven, dat Engeland,
Japan en Rusland het metrieke stelsel in
voeren en zoodoende do economische toe
nadering tot Frankrijk zal bevorderen
Naar de Zwitserscho bladen meedee-
len is er een staking uitgebroken in de ohe-
niisohe fabriek te Chïppis (Zwitserland) en
kwam het tot ernstige botsingen tnsschen,
de werklieden en de ontboden militairen,
waarbij van do bajonet gébruik werd r
maakt.
Schollaert.
Sohollaert was herhaaldelijk doken van de
nier en Minister van staat, i3 een wreedèn
doodsstrijd ten gevolge van een nierziekte
in den leeffcyd van 67 jaar te Havre over
leden.
Schillaert was herhaaldelijk deken vau dé
orde der advocaten, en gemeenteraads-, sla--
ten- en Kamerlid, word in 1SS9 minister
van binnenlandsche zaken, was van 1895 tot
1899 vooorzitter der Kamer, van 1901 tot 1908
eerste-ministor, van 1908 tot 1911 minister
van wetenschappen, kunsten en landboouw.
Hij deed de wet aannemen, die de loting af-
sehaite en diende het ontwerp in nopens
leerplicht met de zgn. sclioolbn. In 1912
werd hij opnieuw voorzitter der Kamer. In
Augustus 1914 stichtte hij het steuncomité
voor de uitgewekenen. Hij sohiop te Havre
de eerste instelling voor oorlogs-invaliedcn.
Het kiesrcclitvraagstuk in Hongarije.
Tisza deed" in het Huis van Afgevaardig
den een compromis-voorstel, er toe strek
kende, voorloopig s echts het ki srecht aan
ir^nrtriëarbeiders. toe te kennen.
"7; ponyï, namens do rjgecrin? spr.k.nd,
be i eed dit voorstel. Hij verklaarde, dat
de regeering staat of valt mot de kiesrecht-
kei zining. Ook h?t ki sr ci.-bov v rklaar
de zich tegen het voorstel-Tism.
door
BEATRICE HERON MAXWELL en
FLORENCE E. EASTWICK,
Naar het Engelsct ,"J
1)
Plotseling kwam de godaolit© in hom op:
„Liz wachtte hom op. Zij is naar het kanaal
geloopen en hij zal haar daarheen volgen.
Als hij dat doet!"
Hij ging plat op het gras liggen en trok
zijn muts over z\jn oogen, met eenen arm zor
geloos over zijn bundeltje geslagen.
„Ik slaap," mompelde hij, volgens zijn ge
woonte tot zichzelf sprekend, „ik ben moe na
do wandeling en voel de zon een beetje. Ioder
menseh kan slapen, als hij er lust in heeft.
Er is geen verbod tegen, zoover ik weet."
Onder zijn muts zagen zijn oogen de flinke
figuur naderen en naar de brug afslaan. Toen
stond hij op, schoof, zijn muts weer achter
over en zwaaide zijn bundeltje over zijn
•choudcr.
„Zoo, is dat haar spelletje," zoi hij. „Mooi
loo. dan spelcü we nu met ons drieën."
En hij sloeg liet zigzagpaadjo in naar den
oever van het kanaal<
HOOFDSTUK I, 13',
Wij beginnen allen eenheden te zijn, maar de
vereeniging van eenheden is kracht.
'Horatio Pridham. zat een sigaar te rooken
met een glas port naast zich en hij dacht na
over vele dingen. Er was een tijd geweest, dat
hij op zijn gemak ging zitten achter den gla
zen wand van zijn kantoor, nadat de winkel
voor den naoht gesloten was, en hij blij
mocht wezen met een pijp en een kan bier,
om hem door het nazien van de dagelijksche
afrekeningen liccn te helpen. Maar- daar la
gen vele jaren tussohen, jaren van hard wer
ken cn moeilijkheden overwinnen; en zijn
ronddwalende gedachten waren getint met
een rooskleurigon gloed van voldoening, al3
hij de oogen sloeg op de-eikenhouten tafel,
weelderig bezet met kristal en zilver, bloe
men en vruchten, terwijl aan zijn rechterhand
een massieve verguld-zilveren sigarenkoker
Jag met een vleiende inscriptie in het deksel,
als hulde van zijn grooto schare werklieden,
toen hij het actieve loven vaarwel zei en stille
vennoot werd van de groote firma, die hij zelf
had gesticht.
Hij vroeg zich af, nu hij het Basingstokc-
kanaal in zijn geheel gekocht had, voor een
bagatel, een kwestie van duizend pond of
hij het eerst zou bevrijden van onkruid en in
hammen aan den oever, er meer sluizen in
laten brengen, en er zoo oen verkeersweg van
maken, die van groot nut en voordcel kon we
zen voor het vervoer van goederen en raen-
schcn, en het daarna aan 't Rijk cadeau doen.
De woorden „Sir Horatio Pridham, Baro
net" dansten voor zijn verbeelding en hij
glimlachte, terwijl hij zijn sigaar uit den
mond nam en zijn port dronk, met d^ tevre
denheid van een man, die zich heeft opge
werkt van de groote massa tot de Upper Ten,-
Door het open raam, over het terras en den
'tuin, kon'hijj op dien helderen zomeravond,
de rij hoornen langs het kanaal onderschei
den en hij wist, dat de weg naar zijn harte-
wensch even gemakkelijk te volgen was
ofschoon onzichtbaar als hét kanaal, dat
near Londen kronkelde en zoo zijn doel be-
A. dat de verhooging van het doorsnee-
loon op 5 gulden op den lsten Juli zal
ingaan,
B. dat ook de overige in uitzicht gesteld©
verbeteringen zullen worden ingevoerd, 1
O. dat. geen rancune-maatregelen zullen
worden genomen^
van oordel, dat thans dient te worden af
gewacht het resultaat der besprekingen, vïel
ke krachtens de toezegging van den Mi
nister met de vakorganisaties zullen worden
gevoerd, i
besluit tot opheffing der sta
king op Maandag 2 Juli 1917, en
roept de mynwerkers op zich krachtig te
organiseeren in den Ned. Mijnwerkersbond,
om te komen tot een afdoende verbetering,
der arbeidsvoorwaarden in het mijnbedrijf..
Aan de directies der verschillende mij
nen ïs door het hoofdbestuur van. den Ned'w
Mijnwerkersbond hedennacht een telegram
verzonden, waarin mtededeeling gedaan wordt
van de opheffing van de staking, mjst ingang
Van Maandagochtend, en waarin gezegd
wordt, dat bet hoofdbestuur rekent op hand
having van. de vóór "de steking gedane ."toe^
zéggen en op het achterwege bi ij ven van
rancune-maatregelen.
Een manifest aan dew er k-
liéden.
Door den Ncd. Mijnwerkersbond werd het
volgende manifest verspreid:
Kameraden.
Zaterdag heeft een deputatie uit ons
hoofdbestuur een "conferentie gohad mot
den Minister van Landbouw te 's Gravcn-
hage.
In een heden, Zondag. 1 Juli. gehouden
bestuursconferentie van onzen Bond heeft,
deze deputatie verslag uitgebracht. Uit dit'
verslag bleek, dat de besprekingen met
den Minister een zoodanig bevredigend
resultaat hebben opgeleverd, dat de be-
stuursconferentic besloot, de staking oop te
heffen.
In verband met dit besluit, verzoeken
wij allen mijnwerkers Maaandagoehtend het
werk tc hervatten.
Kameraden, wij~-Zullcn u zoo spoedrg-mo
gelijk nadere mededeelingen doen.
Het einde der staking is aaldus, dat wij
vol moed en hoop de toekomst tegemoet
kunnen gaan.
Leve dc NcderlandsChe Mijnwerkers
bond?
y jj Namens het bestuur,
J. H. ELFERS,
Voorzitter.
Na opheffing der staking.
Zondagavond, na beëindiging van do bertu-
ron-conferentie, waarin tpt de opheffing van de
staking besloten was„ hadden dc. vertegenwoor
digers der bladen, die te Heerlen tijdens de sta
king aanwezig waren, een cnderhoucl. mot dc
heeren Van den Tempol. en Edo Fimmen, be
stuursleden van het Ned. Vbrbond van Vakvor-
eenigingen. Ia die bijeenkomst werd vóorloo-
pig mededeeling gedaan van cep officieele pu
blicatie, door het Vakverbond een der volgende
dagen te doen
Naar de heer Van den Tempel mededeelde,
kon deze publicatie niet tijdens het conflict ge
schieden, omdat tot gisteren toe al het mogelijke
gedaan is de staking tol een goed einde te bren
gen. Dc publicatie der bescheiden werd op dit
oogenblik evenmin toegostaan.
Een verslaggever van „De Tel." had nog eon
onderhoud met den voorzitter van den Mijnwer
kersbond, den beer Elfers. Dc-ze verklaarde o.m
'De conferentie bij den Minister liep over de
vraag, of de staking beëindigd ken worden op
den grondslag van de feiten, zooals die in hef
communiqué van het Vakverbond zijn neerge
legd.
Do Mini-ter heeft gezegd: „Ja"!
De directies hebben gezegd" „Gij krijgt het mi
nimumloon niet, noch nu, noch "in de toekomst".
En nu is aan de mijnwerkers toegezegd ecu
commissie, die dc beide groote eischen aan een
onderzoek onderwerpt. De conclusie daarvan zal
tot grondslag dienen voor een colleoticvc over
eenkomst.
De Minister heeft het vertrouwen gevraag 1
van de mijnwerkers. Hij wilde echter eerst hel
politieke element uit den strijd hebben al voren-
ra et vrucht te kunnen werken. Daarom moest de
staking worden opgeheven. Het resultaat i3 d is.
zoide de heer Elfers. dat de arbeiders de knik
kers krijgen en het spel onbeslist blijft.
roikte.
Ja, liij zou do waardigheid van "baronet
aannemen, zoo zij hom word aangeboden, en
dat zou zeker gebeuren, en daarna die van
peer. Maar zulke dingen gingen zoo maar
niet in een oogenblik; er was geld cn in
vloed voor noodig.
Geld bezat hij, invloed'bezaten anderen, en
ni^het verzamelen van geld gedaan was, zou
het zijn taaie zijn, invloed tc verkrijgen.
Een schaduw, omvangrijk in breedte, ver
duisterde den maneschijn een oogenblik en
werd gevolgd door de persoon, die dc schaduw
veroorzaakte, mevrouw Pridham, breed van
persoon, zwaar van gang, gewichtig in woor
den eiï mapicren.
Niemand in haar onmiddellijke omgeving
vroeg of mevrouw Pridham mooi was of het
tegenovergestelde, zoo min als men de juiste
hoedanigheid van Britannia's uiterlijk of an
dere abstracte vrouwelijke personeu beoor
deelt. Het feit, dat zij mevrouw Pridham
was, dat het er niet op aan kwam hoe zij
er uit zag en of men haar knap vond, dat zij
niet over het hoofd gezien kon worden, was
het eenige waarvan iedereen in haar omge
ving overtuigd was.
„Horafio," zei ze op gebiedenden toon, „ik
moet met je spreken over Theo."
Het was haar gewoonte recht op het onder
werp af te gaan, zonder omwegen of inleiding.
,Ga lit ten lieve," antwoordde Pridham*
„Neem ook een glaasje port,"
Zij nam plaats niet, omdat hij het haar
vroeg, maar omdat zij dit reeds van plan
was en bedankte met een ha fid gob a ar voor
den port.
„Theo is geen kind meer en toch nog niet
vol wassen/' zei ze, „en ae is heel lastig emi
mee om té gaan, Dat flirten yap met
<lien jongen Mauleverer t-f'-
.Wat is dat?" viel haar man in de rede.
„Is hij gecharmeerd van li-aar?"
,Ze schijnen altijd bij elkaar t-o wezen,"
stemde mevrouw Pridham toe op misnoegden
toon; „maar ik ben nog zoo zoker niet of dat
wel good is. Zij is nog te jong en hij zal de
gewoonte krijgen met haar om te gaan en
haar te behandelen als kind en dan komt er
niets van."
„Het zou een uitstekend huwelijk zijn,"
merkte Pridham nadenkend op. „Hij heeft
geen geld cn is niet veel meer dan een jonge
ezel, maar de baronio van Brismain i3 van
ouden datum en Brismain is zeer gezien, niet
tegenstaande zijn armoede."
„Ja, maar als hij haar to jong vindt cm
haar ten huwelijk te vragen en tooh altijd
om haar heen draait, zal or niets van komen,
vreos ik," zei mevrouw Pridham. „Agncs,
zooals je weet, ie zoo goed als geen gezel
schap voor Tlioo. Zij loopt naar dc kerk en
Iaat Theo tennissen met Mauleverer.'
„Nu, wat wou je dan, lieve?"
„Ik wou Theo in het eind van September
voor een half jaar naar Brussel zenden, naar
een kostschool, oin haar opvoeding to vol
tooien, en haar tot zoo lang een gouvernante
tot gezelschap govern Ik houd niet van dat
coquetteeron van jonge meisjes. Do jongelui
vindon het een heel aardLg tijdverdrijf, maar
zij trouwen er niet mee."
Mr. Pridham glimlacht. „Je was zelf ook
maar zeventien, Selima, toen wij het eens wa.
ren. Hoe oud is Theo?"
„Zestien ©n een half on heel ontwikkeld
voor haar leeftijd, zooals alle jonge meisjes
tegenwoordig. Als je haar soms" hoort spre
ken, zou je donken, dat het een getrouwde
vrouw is van vijf twintig, met veel onder
vinding. Zij kont de wereld beter dan Agglc/'-
^Aggte is een heilige," zoi Pridham, „en
heiligen van den tegenwoordigen tijd kennen
deze wereld zelden. Z\j beziet altijd maar de
eene zijde.'^
„Mij dunkt, die schoolvriendin van Theo
Felicia Leach zou wel geschikt zijn,"
zoi mevrouw Pridham, die zioh altijd bepaal
de tot het punt in kwestie. „Zü is ongeveer
van denzelfden leeftijd als Agnos, en ik hoor,
dat zij een betrekking zoekt."
„Wat daolit je, dat zij doen moet?"
„Zij kan lezen en piano studeeien met Theo
en haar Franseh en Duitsch onderhouden. Ik
geloof zeker, dat zij ook zonder salaris, wat cte*
betreft, zou willen komen, alleen voor veranda
ring van lucht en voor haar vacantie."
„Vacantie!" herhaalde Pridham. „Daar liecf
hel niet veel van, vrouw! Zij "moet salaris heb
ben; zoo'n au-païr-systecm begceren wij nirt
Wat wij begceren, kunnen wa betalen. Als men
botaalt, kan men den loon aangeven en ik
geef niemand anders gelegenheid den toon 11
mijn huis aan te geven."
„Ik kan vanavond wel aan miss Leacb schrij
ven," zei mevrouw Pridham. „Zij kan het 't bos
te vinden met de beide meisjes, en 't is een be
daard, verstandig soort meisje^met geen onzin
in haar hoofd."
„Hoe komt -het, dat zij in betrekking wil
gaan? Ik dacht, dat Tlieo's school alleen voor
rijke meisjes bestemd was? Het is werkelijk
duur genoeg geweest."
„Ik denk, dat de vader van miss Leach haar
geen geld kon nalaten, en hij haar daarom een
goede op\oeding gegeven heeft, zoodat zij in
staat zou zijn haar eigen brood te verdienen.
Theo heeft mij verteld, dat dit meisje het laat
ste jaar taal- en vyiskundo-lessen gaf, omdat
haar vader liet niet betalen kon haar op school
te laten en zij liever niet weg wou voordat zij
©en examen gedaan had."
(Wordt vervolgd).