LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 2 Juni. Tweede Blad. Anno 1917. Brieven van een Leidenaar. Ingezonden. Binnenland. FEUILLETON. DK KLIMOP. NO. 17564. DCIII. Set is altijd oca gevaarlijk ding, om in tea neutraal blad, dat slechts het algomecn BB niet één of meer partijen dient, over, ja ïdfs naar aanleiding van de verkiezingen te schrijven. En toch waag ik er mij voor dezen keer aan, vast overfuigd, dat do lo sers, ook do lozers, die mot een critisch oog Hit stuk zullen booordcelen, aan het einde sullen zeggen: hij heeft er de politiek net- je3 buitengeliouden on naar zijn wijze van »ien het algomecn stadsbelang trachten te 'dienon. Er zullen in <le volgende maand over het iltehe&lo te11^ verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten Generaal moeten plaats hebben. Voor wie geen vreemdeling in onze politieke» zodon is, doch niet op de hoogte WB hetgeen dezo verkiezingen beheerscht, zal zich hebben verbaasd over de rust die »r in politieke kringen hcerscht. Benken wij ons even vier jaar terug. Toon frvwerdon om dezen tijd reeds avond aan avond do politieke redevoeringen door ge vulde zalen. Do nict-neutrale couranten ston den vol met aanbevelingen van diverse can didates De politieke kemphanen gingon el kaar met woord en pen te lijf en do kiezers, pok zij, die heeJcmaal niet politiek zijn aan gelegd, werden willens of onwillens mco in (den maalstroom opgenomen. En zie nu censl Hoewel 5 Juni reeds de 'trfficieele candidaatstelling zal plaats heb ben, is cr van strijd nog geen sprak Als dc ■teekenen niet bedriegen, zal cr ook weinig of geen strijd worden gevoerd. Dat komt niet, omdat de Godsvrede nog doorwerkt, die zou onder gewone omstandigheden wel niot ge handhaafd kunnen worden, maar dat vloeit .voort uit de beteekenis van deze verkiezing. De honderd hecrcn, ditmaal verkozen, zul len maar kort bijeenkomen. Ze zullen over de 'floor hen zelf goedgekeurde grondwetsher ziening hebben to stemmen en dan is hun taak weer afgeloopen. Dc Kamer, of liever dc*Kamers, want ook do Eerste Kamer deelt hetzelfde lot, zullen worden ontbonden en eir moeten dan nieuwe verkiezingen worden, gehouden, volgens het algemeen verplicht stemrecht en naar het stelsel van evenredige .vertegenwoordiging. Dan zal er beweging" genoeg komen, wees daar maar niet bang voor. Nu zijn eoJiter de partijen die in dc Kamer ■vertegenwoordigd zijn, overeengekomen, el kanders candidatcn niet te bestrijden, en zoo poodig, te steunen. Wij krijgen hier in Lei den. dus noch een candidaat van dc z. g. kerkelijke partijen, noch een van (Jen kant der S. D. A. P., togen de candidatuur van prof. mr. J. E. Heeros. Waren er nu ook r geen andere partijen in het land als in.u do Kamer vertegenwoordigd zijn, dan hadden we over ,dc goheelo linie met een enkel© candidaatstelling kunnen volstaan. Doch er zijn nog kleine groepen, zooals de S. D. P. cn do Christen-Socialisten, die niet Cioo in het z. g. accoord zijn opgenomen. En aan bestaat er nog ccn verceniging van per sonen, do algemeeno staatspartij, die haar vertakkingen vrijwel over het geheele land heeft en zich niet bij de grondwetsherzie ning, zooals doze is tot stand gekomen en tot wet zal worden verheven, kan neerleg- I gen. Dezo kleine greep cn cn partijen zijn .voornemens, bij wijzo van protest, hier en daar tegen-candidaton te stollen tegen de ÜBttdidaten der officieele partijen, zal ik nu maar zeggen. Kans van slagen zullen ze .waarschijnlijk niet hebben, in ons district allerminst, doch ccn candidaatstelling van iéêir of van bei do groepen, zal toch ten ge volge hebben, dat dc stembusmaahine in volle beweging zal móeten worden gezet. Daarmede Tokening houdend, zijn Donder dag in den Gemeenteraad de stemburcaux "irf reeds samengesteld. Er zijn 10 stemdis- trrcten cn in ieder moeten zes personen on geveer don gcheelen dag zitting houden, zoodat men voor zoo'n dag dertig man uit hcÊ- bedrijf haalt. Verder zijn cr nog twee drie personen buiten hot eigenlijke stem bureau voor noodig. Eindelijk mogen wij .voor onkosten zoker wel f 50 rokencn voor ieder bureau. Men jaagt bovendien kiezers iiiaar de stembus, die ook daarvoor voor het i? Bmecrendeel tijd moeten verzuimen, zoo- dat op zijn minst genomen, zoo'n enkele m verkiezing een maatsoliappelijko schade voor onze gemeente alleen van f 1000 beteckcnt. Als do oppositiepartij daarbij van haar standpunt gezien iets zou kunnen bereiken, zou ik haar niot graag daarvan willen af houden; maar ik durfde, indien men wedden wilde, f1000 tegen 1 cent zetten, dat prof, Heeres toch wordt gekozen. Is nu een pro test alleen al dat geld en al die soeza waard? Ik zou den oppositiepartij of -partijen, waar in toch immers ook verstandige menschen zitten, dezo vraag in ernstige overweging willen geven. Zegt men, maar het is ons om do propaganda to doen, dan zou ik wil len "hntwoordon, dat men toch even goed vergaderingen kan houden en zijn meening in het openbaar uitspreken. In 1918 is het eerst de tijd ook voor do kleinere partijen om alle zeilen bij te zet ten en den strijd tegen do machtiger groe pen aan te hinden. Zij zullen dus beter doen hun kruit daarvoor droog te houden. Kun nen zo niet zoolang wachten, welnu, een week of drio na de Kamerverkiezing komen do Gemeenteraadsverkiezingen aan de beurt Ook daarbij kunnen zij van hun krachtsont wikkeling blijk geven. Dan blijft ons toch één keer de yerkiezings- drukte bespaard. Ik hoop, dat, met name dc hoofdmannen van de Leidscho S. D. P., dit eens ernstig willen overdenken en als verstandige man nen zullen inzien, dat zc ook in het belang van hun oigen zaak beter doen op 5 Juni de candidatcnlijst van den man hunner keu zo in den zak te houden, dan dat zij haar bij den burgemeester ten stadhuize indienen. Oplossing Raadsel van Leiden. Mag ik den Amsterdammer het Raadsel van Leiden oplossen, Mijnheer dc Redacteur, en tevens dien heer verzoeken, toch wel in Leiden terug te komen, daar die heer een bezoeker van theaters is en wij allemaal in Leiden (do exploitanten) wachten op zulke menschen? Nu het Raadsel, Amsterdammer! Leed doet het ons, temoeten ervaren, ieder jaar weer, dat wy iederen Eersten Pinkster-, Eersten Paasch- en Eersten Kerst dag bij een ander kunnen gaan zien hoe de zaken uitverkocht zijn. Stol u zulk een ver schrikking eens voor: een vol huis, wat wij in Leiden nooit kennen, want juist op zulk een eersten dag, als de menschen nog geld hebben, wandelen wij, zonder luiheid; want ik geloof, dat er niet één luie exploitant in Leiden te vinden is. Daarom kunt u zich in denken mot welke gevoelens wij dan rond- loopcn. Ik, persoonlijk, waarde Amsterdammer, hob reeds meer dan tien maal den burge meester of Burgemeester en "Wethouders of den Raad van Leiden verzocht, ook op die dégen te mogen spelen.-Steeds échter werd ei* afwijzend op beschikt. Het -gaat niet: de Zondagswet van 1813 verbiedt zulks. Ik bén het volkomen met u eens, dat diezelfde wet in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag ook bestaat, zelfs in geheel Nederland; maar al leen te Leiden wordt die gehandhaafd. Een schrap op de d-crpcnlijst zult u-niet spoedig zien; alleen als „Vreemdelingenverkeer" mij niet meer gebruikt als proefkonijntje, -maar er eens degelijk werk van maakt. Niet mij den bal aan het rollen" laten maken en zij hard wegloopen. Dat zou in Amsterdam niet gebeuren. Laat nu „Vreemdelingenverkeer," met, zoo noodig, steun van zusterverenigingen, eens aan den arbeid gaan, gewapend met lijsten vol namen van hun leden, die sym~ pathiseeren met het denkbeeld, dat er te Lei den des Zondagsmiddags Volksconcerten in onze mooie.parken zijn; dat er theaters spe len met speciaal daarvoor goedgekeurde programma's! Laat loven een stad van 60.000 zielen, opdat de menschen van elders niet meer sclicmpen op mijn „dorp." Want.» laat zc niet aan Leiden komen! Daarmede naar den Burgemeester en onze Burgemeester zal dan moeten tooge- von, dat do Leidscho burgers het zclven willen. Wakker worden! Braaf, Amsterdammer, dat u den moed be zit, dat zoo maar in hot „Leidsch Dagblad" to durven zetten. Ik woon 10 jaar hier en heb het nog nooit zoo gelegen, dat het een Leidenaar is opgevallen, dat er in Leiden niets te doen is. Zoo zit de sleur: Naar Den Haag, het Haagje, er in. En wij, wij willen vooruit en worden te gengehouden. Amsterdammer, ik hoop, dat ik u een dui delijke oplossing heb gegeven. Blijf Leiden bezoeken met een groote familie. Kom naar "do Bioscopen! Naar allemaal! En u kent Lei den niet meer terug. Ik groef u van harte en dank u voor uw opmerking omtrent Leiden. .Ook u mijn dank, mijnheer de Redacteur. TJw. dienaar, B. C. HARTMAN, Imperlal-Thoatcr, Stationsweg 19. j>') Een mooi Liefdewerk. Mijnheer de Redacteur! 't Is nu een achttal maanden geleden, dat ik het plan opvatte onze Vlaamsche soldaten van den User, dio, do Fransche taaL- niet machtig zijnde, verstoken bleven van de opbeuringen, welke onze Franschsprekende landverdedigers in zoo ruime mato van de Fransche vrouwen ontvangen, van uit Nederland to helpen. De groote Nedcrlandsche blo den stelden hun kolommen voor mijn oproep open en eens te meer heb ik mogen ervaren hoeveel duizenden gouden harten er in Holland woneft, want be nevens do Vlaamsche uitgeweken dames vond ik ook do Hollandsche bereid mij te helpen. Ve len zullen nu reeds de groote voldoening hebben .gesmaakt, een IJserstrijder gelukkig te hebben gemaakt en de vele brieven, welke ik van dc meiers mocht ontvangen, hebben mij ten over vloede bewezen, dal de Vlaamsche jongens ver vuld zijn van dc innigste dankbaarheid. Ik vraag mij-af, of er voor een vrouw schoo ner cn edeler taak bestaat, dan voor den duur van den oorlog beschermster Ie zijn van één on zer dappere soldaten, de plaats van moeder of zuster in le nemen bij één van die nederige hel den, die sinds bijna drie jaar zonder het minste nieuws zijn van ouders, vrouw of kinderen. Een opbeurend briefje, zelfs al zijnet van een totaal onbekenden persoon, doet wonderen in dc vuurlinie. Een pakje tabak is natuurlijk uiterst welkom, doch oen opbeurend woordje is wel het „hoogste", zooals dio kerels het mij zoo vaak schrijven. En als men bedenkt, dat men met een eenvoudig briefje iemand kan gelukkig ma ken, hoe kan hot anders dan dat velen zich ge drongen voelen om ook mede te helpen? Duizenden van die moedige jongens zijn reeds gelukkig gemaakt, heb -ik reeds een „oorlogsmo- tortjo" kunnen geven, doch duizenden wachten nog op datgene, dat zoovelen. hunner kamera den roods hebben bekomen. En-daarom durf ik nog eens een beroep doen op de Nederland- sche dames. Hoe meer er,willen medewerken, hoe beter, want, ik herhaal het, duizenden wach ten nog steeds op een boet je moreelen troost. Vcrschillonde koeren is het mij tot groote voldoening gebeurd, dat-hoeren zich opgaven als peter. Dat zij ook uiterst welkom zijn, lijdt geen twijfel. Weer vertrouw ik, dat velen zich zullen op geven. Ik vraag hun niets anders dan van tijd tot tijd een woordje aan him pleegzoon te schrij ven, 'Andere verplichtingon zijn er niet. Willen zij echter de goedhartigheid verder drijven en hun beschermeling al eens een pakje tabak of een bock sturen, dan kunnen zij cr van verzc- kerd zijn, dat zij nooit van een liefdewerk nioer voldoening zullen gesmaakt hebben. Do bedan- kingsbrieven, dikwijls onbeholpen opgesteld, spreken soms boekdoelen Ik ben bereid per keerendc post een brief of een adres van een Vlaamseh soldaat over te maken met alle mogelijke inlichtingen betref fende porto's en verzendingen en zeg op voor hand hartelijk dank aan alle medewerkenden. Mevrouw EMIEL HULLEBROECK. Hotel „Witte Brug", Den Haag, Men meldt, dat de Koningin morgen- raiddag de sportf eesten voor militairen te Haarlem zal hij wonen. Dq Yrqzinnig-Democratische Kiesver- oeniging „Burgerplicht', te Groningen, be sloot met 58 stemmen en 8 onthoudingen mr. I. Limburg weder candidaat te stellen voor de Tweede Kamer. De Liberale Kiesvereeniging stelde can didaat mr. S. van Houten met 14 stemmen. De candidaat van het bestuur, mr. J. Lim burg, verkreeg 8 stemmen. Het besluui; trad daarop en bloc af. Centrale Landbouw-Onderlinge. To Amsterdam is, onder leiding van den heer K.Czn. do Boer, uit Assendelft, de algemeeno ledenvergadering der Central© Landbouw-Onclerling© gehouden. Do tien provinciale Landbouw-Onderlin- gen on do Nederlandscho Heide-Maat- schappij, dio te zamen do Centraio Lancl- bouw-Onderlingo uitmakén, waren alle in dezo vergadering vertegenwoordigd. Aan het jaarverslag is het volgende ont leend Het aantal aangesloten landbouwers nam ook nu weer belangrijk toe, al bleven de buitengewone tijdsomstandigheden ook op do toeneming van het ledental niot zon der invloed. Op 31 December 1916 telde dc. organi satie 14,118 leden. Het over het verslag jaar uitbetaalde loon met inbegrip van het bedrag, waarvoor patroons zichzelven ver zekerden, bedroeg 24,797,740. Op het oogenblik tejt de organisatie 14,275 leden, uitbetalende een jaarloon van 25,633,981. uok. in dit bedrag is be grepen het bedrag, waarvoor de patroous zich verzekerden. Van do gelegenheid, hun persoon tegen ongevallen to verzekeren, wordt door 1225l landbouwers gebruik gemaakt ver tegenwoordigende een verzekerd bedrag van 934,000. Do uitvoering van de ongevallen-verze kering in do 215 afdeelingen is opgedra gen aan de ter plaatse gevestigde commis sies, bestaande uit 1341 leden. De Landbouw-Onderlinge acht het zich een voorrecht te kunnen constateeren, dat dio leden geheel belangloos hun werk zaamheden met grooto opgewektheid en toewijding verrichten. Zij dankt daaraan voor ccn groot deel den goeden gang van zaken. Do ziekte-regeling voor inwonende ar beiders blijft zich gestadig uitbreiden. Zij telt „thans 119 afdeelingen mest een geza menlijk aantal leden van 5423. Van de 2467 in het jaar 1916 aangegeven ongevallen liepen 2312 af binnen 2 maan den en hadden 13 een doodelijken afloop. Do overige 142 getroffenen waren na 2 maanden niet hersteld. Bovendien behan delde het hoofdkantoor 78 ongevallen voor gekomen bij de Nederlandscho Heide- Maatschappij en 12 voorgekomen bij leden die niet tob het ressort eener plaatselijke commissie behooron. Vfvn. do 142 ongevallen, clie na 2 maan den niot waren afgeloopen, gaven erieeds 12 tot toekenning van oen blijvende rente aanleidingen bij 't schrijven van dit ver-r slag waren cr nog 37 in behandeling. In hoeverre het noodig zal zijn aan dezo ge troffenen en blijjveiidè iiitkeering toe te kennen, valt op het oogenblik niet te zég gen. Van de hiebbóvèn genoemde 13 onge vallen mot doodelijken afloop, hebben er 9 tot toekenning van een blijvende uitkcc- ring aan nagelaten betrekkingen aanlei ding gegeven. De bevoordeelden zijn 1 moeder, 7 weduwen en 14 kinderen. Op 1 Maart 1916 waren nog in behande ling 43 ongevallen van hot jaar 1915, 8 van het jaar 1911 en 2 van 't jaar 1913. Om trent het verdere verloop van deze gevel- Ion kunnen wij mededeelen, dat er van de 2 ongevallen van het jaar 1913 een- tot- blijvende invaliditeit van den patiënt aan leiding gaf, terwijl de andere hersteld ver klaard kon worden. Van de 8 patiënten van het jaar 1914 werden er twee blijvend invalide verklaard, drie als hersteld afge voerd, terwijl voor de overige drie patiën ten nog geen blijvende toestand kon wor den aangenomen. Van do 43 bovenbedoelde ongevallen van het jaar 1915 hebben er 17 tot blijvende invaliditeit van den getrof fene aanleiding gegeven en zijn 19 getrof fenen inmiddels geheel hersteld. Zeven patiënten van het jaar 1915, alsmede een, dio aanvankelijk als hersteld was afge voerd, zijn nog in het genot van een tijdo- lijk© uitkeering. In den loop van het jaar 1916 werd 210 malen de hulp van een specialist ingeroe pen om eon contróle-ondorzoek in to stel len naar een getroffene, die langer dan 2 maanden invalide was en 49maal al voor een bij de plaatselijke commissie in bchaa» deling zijnd ongeval. Voor Tokening van dc organisatio worden binnen den termijn van 2 maanden 32 ge troffenen in een ziekeninrichting opgeno men, van wio 1 in een gesticht voor oog lijders. De ongevalion, waarvan de gevol gen langer 1 dan 2 'maanden duurden, hebben 15 malen aanleiding gegeven tob opneming van den patiënt in een zieken huis. Röntgen opnamen werden 30 malen gemaakt. Do bovenbedoeldo ongevallen werden veroorzaakt doorgebruik van voertuigen 316, waarvan 9 met doodelijken afloop paarden 228, waarvan 1 met doodelijken afloop hoornvee 129varkens 5honden 3landbouwmachines 128val van het slachtoffer 431, waarvan 2 met doodelijken' afloop val van het voorwerp 59beknel ling 1Ó7krachtsinspanning 262gebruik van snijdende werktuigen 315infectie 266 oogkwetsingen 74brandwonden 31ver drinken 1 breken van gereedschap 14; beclrijfsziektcn 52allerlei oorzaken 46. Yoor dc commissie van scheidslieden werd 12 maal een beroepszaak aanhangig gemaakt. Het totaal der ongevallen- cn admini stratiekosten vrn do Centrale Landbouw- Onderlinge hebben Indragen in 1916 148,361.24'/». De onkosten d«.v Ccr.irale Landbouw- Onderlinge bedragen in 191.6 per 100 loon 0.59 (A. Hierbij nog voor iedere pro vinei© de kosten der ongevallen, die korten duur den dan 2 maanden. Yoegt men deze kosten dio voor de onderscheidene provincies verschillen, bij de 0.59V&, dan beloopen de kosten per 100 jaarloon voor: do Groninger Landbouw Onderlinge 0.85, do Friesche 0.96, de Drentsche ƒ0.97, do Overijsselsche f 1.03, de Geldèrsche 1.05, de Utrechtsche 1.01, do Noordhollandsche ƒ1, de Zuidhollandscho 1.17, de Zeeuw- scho 0.95 en de Noordhollandsche 1.06. In verband met de gunstige resultaten over het afgeloopen boekjaar heeft d© algemeen© ledenvergadering besloten 6 cent per 100 loon in de reservekas te storten. Do op te brengen kosten zullen in verband daarmede dus net 5 cent per 100 loon worden verhoogd. Op do vergadering werd een uitvoerig© uiteenzetting gegeven van do zuster-orga- nisatie der Landbouw-Onderlinge, de Ver ceniging Molest-Risico. Gewezen werd op het groote belang, dat er voor do land bouwers en veehouders geieg6n is in aan sluiting bij laatstgenoemde organisatie. Mededeeling werd gedaan, dat thans aan gebouwen, Jandhuizen, inboedels, boerde rijen, levende havo, gewassen te velde, enz., bij die organisatie verzekerd is een waarde van meer dan vierhonderd milliocn gulen. GEMEENTELIJKE ARBEIDSPEUR8. 8TAD81THMEBWEB» TELBEOO* iff, t*opend vi^n 'a morr®ns 4—11 uur en dat mtddari Tan 1 umi AANVRAAG VAN WERKZOEKENDEN. 2 kantoorbedienden, 1 winkelbediende, 3 timmerlieden, 1 timmermansleerling. I mofcselaar, 6 opperlieden, 1 betonwerker, 1 stoker, 1 metaalschaver, 1 metaalbewer ker, 3 kebtingsmeden, 2 klinkers, 2 grof- bankwerkers, 2 plaatsnijders, 1 hulpmon teur, 2 loodgieters, 1 typograaf. 2 bakkers, 1 sigarenmaker, 1 kellner, 2 grondwerkers, 1 bloemist, 5 loopknechten, 14 losse werk lieden. FAILLISSEMENTEN. J. van Well, koopman in leder en schooo- fournituren, te 's-Hertogenbesch. J. Sinige, Rotterdam. H. do Wilt, Rotterdam. L. L. Keijzor, kermisreiziger, Gouda. C. Alblas, houthandelaar, to Wadding»- Roman naar liet Italiaansch van GRAZIA DELEDDA. f2) Zij is gekleed gaan liggen, niet om gauw Haar to zijn en den zieken man te helpen; maar om den dood to helpen als dc bui weer opkomt. Een kleine krachtsinspanning, een hand op den mond van den zieke, het kalmeerond drankje op het nachttafeltje gemorst, en alles is uit, en niemand -zal weten, dat dc dood een moedige hulp tot zijn dienst heeft gohad. Zij voelde haar hart onstuimig kloppen, zij trachtte nog do duivelsche verzoeking te weer staan, en toch wachtte zij.... cn haar wachten »as gelijk aan dnt van den moordenaar achter 'de struiken; do onzekerheid, dc vrees, de hoop, allo menschclijko valschlicid vibreerden in liet smartelijk slaan van haar hart Zij zag het gelaat van den ouden man, zooals het haar den laatsten nacht verschenen was, gedurende do bui; hij leek zieltogend to zijn, 'draaide de oogon en opende den mond, naar lucht snakkend. ..Het ia misschien voldoende, als ik hem maar *iiet help overeind te komen; hij zal dood gaan," dacht zij met wreed verlangen. „Het is voldoen de. als ik hem het kalmeerend drankje niet in geef. Hij moet vannacht sterven; anders gaal dc andere dood. Paulu moet morgen woten, dat de Üudo dood is. Het is tijd, hoog tijd!" Haar verlangen was zoo sterk, dat het haar onmogelijk leek, dat het niet voldaan zou wor- n| Daar de oude man sterven moest, moest oo- maar dadelijk gebeuren. Over twintig, over tien, over twee dagen was het te laat; het hericht van zijn dood moest Paulu zoo gauw mogelijk bereiken. Of de een, öf de ander! Het leek haar of het lot van de ongelukkigo familie in haar handen was; in haar opwinding beweerde zij tegen haar zelf, dat het een nog grooter misdaad zou zijn den dood van Paulu en den algeheelen ondergang van haar weldoe ners niet te verhinderen. De een of do ander; de een of de ander! Nu en dan klonk in liet kleine straatje het getrappel van een moe paard; en dan heerschtc do stilte nog dieper. De uren gingen voorbij; dc vermoeienis, do koorts, de ontroering deden Annesa weer ijlen; de figuren van de zes ar men namen hun plaats om de tafel weer in, de witto, ernstigo oogen van den blinde staarden naar het bed van den zieke, het groote hoofd van Roza begon to schommelen op den hals van het kleino meisje alsof het er af wildo vallen; donna Rachelc liep met een schaal jn do hand en lachte zooals- de koortsige Annesa haar in jaren niet had zien lachen; en deze ongewone vroolijkheid van do plotseling gek geworden oude vrouw ergerde Annesa. In haar koortsigen droom keek zij naar den- zieke en dacht: „Met al die menschen, al komt dc bui terug, hoe kan ik het doen? Allen kijken naar me; ook Nicu- linu ziet het. Gaan zij dan niet weg? Zij gingen niet weg, omdat hot nog onweerde; het lichten vulde de kamer met een rooden gloed; do don derslagen schudden het hecle huis en een straal- tjo regenwater viol van het plafond op don rug van Annesa en vervulde haar met een bange rilling; en zij wachtte maar steeds en in baar ijlenden droom word haar wachten iels geheim zinnigs, vol angst on schrik. Wie moest komen? vVat moest er gebeuren? Zij herinnerdo zich heel goed; zij wist, dat de dood moest komon cn dat zij hem helpen moest als de trouwe die nares haar meester helpt, maar zij wachtte bo vendien nog andere akelige verschijningen, nog veel vrccslijker dingen, die zouden moeten ge beuren En een leed, dat al de smarten, door haar geleden, nog overtrof, nog grooter dan de verne dering van haar stand, nog ernstiger dan het veinzen, waarmee zij zich als met den mantel van een gemaskerde bedekt had, veel intenser dan haar medelijden voor de familie, die haar opgenomen had, veel scherper dan de vrees, dat Paulu een akeligen dood zou ondergaan, ver scheurde haar ziel, in de duisternis van hot kwade gedompeld. Het was ren onuitsprekelijk leed; dc angst van den drenkeling, die in den weeken en bitteren- afgrond van de zeo afdaalt en zich do smarten van het leven herinnert, mooi on aangenaam in vergelijking mot do mon sterachtige smart van den dood. Alweer paardengetrappel ia het straatje! Zij ontwaakte van haar gesoes, trok dc deken van haar hoofd af en luisterde. Was het mogelijk? Het getrappel klonk hard en kalm; het nader de, het leek dat van hot paard van Paulu. Zij 6prong van de canapé, de deken achter zich meeslepend, en zij viel op do deur aan als een waanziunige: maar het paard reed door. Dc oude man schrok wakker; hij zag de deken op den grond, midden in do kamer, hij zag An nesa gekleed en werd bang. „Annesa!" riep hij zachtjes; vervolgens schreeuwde hij: „Anna, Annesa-, wat is er?" Dat geschreeuw bracht haar tot de werkelijk heid terug; dadelijk herinnerde zij zich alles en voelde de behoefte, om zich bij den ouden man te verontschuldigen. „Ik dacht, dat het don Paulu was," zei zij mot hëesclie, slaporigo stem. „Denkende, dat hij zou terugkeeren, had ik me niet uitgekleed. Hca&ku iels noodig?,- Zij naderdo hot bedje en werd opnieuw door do verzoeking, derf angst en den schrik gegre pen; maar het leek haar alsof de oude man haar gedachte kou radon en dat hij" verschrikt waakte. „Geef me een slokje water." Zij nam het glas, dat op oen stool stond, en gaf hot hem met bovendo hand. „Ik droomde.... dat zij me do medaille weg- gonomen hadden; hier is ze," zei ooni Zua met zijn bevende en angstige stem, de medaille op zijn borst zoekend en "cr af halend. „Heusch, nu zullen ze u nog dat leclijke ding weghalen!" antwoordde Annesa boos. „Warem pel, de inbrekers komen aanstonds om ze u af tc nemen." De oude man richtte het hoofd op. Ohó daar, let op wat jo zegt, meid! Als zij mijn medaille niet meenemen, zullen zo de lom pon van je meesters weghalenl" „Ik heb geen meestors! Slaap maar, slaap maar, dat ie goed voor u. Zelfs 's nachts niet Iaat u do menschen met rust „Je hebt geen meesters? A, da's waar, mor gen ben jelui allen dienstknechten," hernam de oude man, hoe langer hoe wreveliger. „Knech ten, ja, knechtent Ook jo mooie pierewaaier, als hij leven wil, zal ie met do schop en het houweel op den schou der moeten loopón...." Het was niet do eerste keer, dat Lij haar, aan gehitst zooals hij nu was, de armoe van „haar meesters" verweet. Allebei kenden het zwakke plekje, waar zij elkaar kwetsen konden, cn zij aarzelden niet om hot te doen. Instinctmatig ging zij van het bed weg, op nieuw door een stuipachtige rilling bevangen; zij raapte de doken op, ging op do canapé zit ten en gaapte. Do oude man ,$ieg voort met moppererf. „Zoo, ik laat jo 's nachts ook j.iot met vrede? Moge je ccri ongeluk overkomen! Dat ook ver wijt jc me? Wie zocht jou, slang? Je hebt me wakker gemaakt, en het zou beter zijn, als jü je uitkleedde en naar bed ging. Jo pierewaaier zal niet terugkomen, daar kan jo zeker van zijn, bij komt niet terug. Wacht maar niet op hem, hoor, schoone meid! Op dit oogenblik denkt hy niet aan jou." Zij hield op met gapen en beven. „Wal? Wat? Wat zegt u?" „Niets. Ik zei.... dat de medaille..,, ze kunnen die wel stelen, ook de medaille, ja.... maar de oogen niet.... raaar de ooren niet." „Ga verder!" zei ze dreigend. „Niets, ik ben uitgepraat. Ga naar bed, zeg ik je, cn maak jo niet kwaad tegen me, als de pierewaaier niet terugkomt. Ik heb 'jc al gezegd, dat hij, vannacht, niet aan jou denkt Dat was te veel. Een sluier bedekte de oogen van Annesa; als in een droom stond, zij op, de deken achter zich slepend, die zij weer midden in dc "kamer liet vallen; zij vloog naar den ouden man. Zij wierp zich op hom en vatte zijn hais met beide handen. Een so'.rt gegorgel kwam uit haar geopemlcn mond; alles was duister en ru moerig om haar heen, maar dc oude mau wa# nog sterk genoeg om de handen, die hem wur gen vilden, van zijn bals af le rukken en begon „help! help!" te schreeuwen. Zij probeerde niet hem verder kwaad tc dowi* maar ze zei hardop tegen hem: „Als je niet zwijgt, wurg ik je inderdaad!. Probeer eens ora nog te echreeuwen! Probw» eens!" (Wordt, vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5