LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 2 Juni.
Tweede Blad.
Anno 1917.
Brieven van een Leidenaar.
Ingezonden.
Binnenland.
FEUILLETON.
DK KLIMOP.
NO. 17564.
DCIII.
Set is altijd oca gevaarlijk ding, om in
tea neutraal blad, dat slechts het algomecn
BB niet één of meer partijen dient, over, ja
ïdfs naar aanleiding van de verkiezingen
te schrijven. En toch waag ik er mij voor
dezen keer aan, vast overfuigd, dat do lo
sers, ook do lozers, die mot een critisch oog
Hit stuk zullen booordcelen, aan het einde
sullen zeggen: hij heeft er de politiek net-
je3 buitengeliouden on naar zijn wijze van
»ien het algomecn stadsbelang trachten te
'dienon.
Er zullen in <le volgende maand over het
iltehe&lo te11^ verkiezingen voor de Tweede
Kamer der Staten Generaal moeten plaats
hebben. Voor wie geen vreemdeling in onze
politieke» zodon is, doch niet op de hoogte
WB hetgeen dezo verkiezingen beheerscht,
zal zich hebben verbaasd over de rust die
»r in politieke kringen hcerscht.
Benken wij ons even vier jaar terug. Toon
frvwerdon om dezen tijd reeds avond aan
avond do politieke redevoeringen door ge
vulde zalen. Do nict-neutrale couranten ston
den vol met aanbevelingen van diverse can
didates De politieke kemphanen gingon el
kaar met woord en pen te lijf en do kiezers,
pok zij, die heeJcmaal niet politiek zijn aan
gelegd, werden willens of onwillens mco in
(den maalstroom opgenomen.
En zie nu censl Hoewel 5 Juni reeds de
'trfficieele candidaatstelling zal plaats heb
ben, is cr van strijd nog geen sprak Als dc
■teekenen niet bedriegen, zal cr ook weinig
of geen strijd worden gevoerd. Dat komt niet,
omdat de Godsvrede nog doorwerkt, die zou
onder gewone omstandigheden wel niot ge
handhaafd kunnen worden, maar dat vloeit
.voort uit de beteekenis van deze verkiezing.
De honderd hecrcn, ditmaal verkozen, zul
len maar kort bijeenkomen. Ze zullen over de
'floor hen zelf goedgekeurde grondwetsher
ziening hebben to stemmen en dan is hun
taak weer afgeloopen. Dc Kamer, of liever
dc*Kamers, want ook do Eerste Kamer deelt
hetzelfde lot, zullen worden ontbonden en
eir moeten dan nieuwe verkiezingen worden,
gehouden, volgens het algemeen verplicht
stemrecht en naar het stelsel van evenredige
.vertegenwoordiging. Dan zal er beweging"
genoeg komen, wees daar maar niet bang
voor.
Nu zijn eoJiter de partijen die in dc Kamer
■vertegenwoordigd zijn, overeengekomen, el
kanders candidatcn niet te bestrijden, en zoo
poodig, te steunen. Wij krijgen hier in Lei
den. dus noch een candidaat van dc z. g.
kerkelijke partijen, noch een van (Jen kant
der S. D. A. P., togen de candidatuur van
prof. mr. J. E. Heeros. Waren er nu ook
r geen andere partijen in het land als
in.u do Kamer vertegenwoordigd zijn, dan
hadden we over ,dc goheelo linie met een
enkel© candidaatstelling kunnen volstaan.
Doch er zijn nog kleine groepen, zooals de
S. D. P. cn do Christen-Socialisten, die niet
Cioo in het z. g. accoord zijn opgenomen. En
aan bestaat er nog ccn verceniging van per
sonen, do algemeeno staatspartij, die haar
vertakkingen vrijwel over het geheele land
heeft en zich niet bij de grondwetsherzie
ning, zooals doze is tot stand gekomen en
tot wet zal worden verheven, kan neerleg-
I gen. Dezo kleine greep cn cn partijen zijn
.voornemens, bij wijzo van protest, hier en
daar tegen-candidaton te stollen tegen de
ÜBttdidaten der officieele partijen, zal ik nu
maar zeggen. Kans van slagen zullen ze
.waarschijnlijk niet hebben, in ons district
allerminst, doch ccn candidaatstelling van
iéêir of van bei do groepen, zal toch ten ge
volge hebben, dat dc stembusmaahine in
volle beweging zal móeten worden gezet.
Daarmede Tokening houdend, zijn Donder
dag in den Gemeenteraad de stemburcaux
"irf reeds samengesteld. Er zijn 10 stemdis-
trrcten cn in ieder moeten zes personen on
geveer don gcheelen dag zitting houden,
zoodat men voor zoo'n dag dertig man uit
hcÊ- bedrijf haalt. Verder zijn cr nog twee
drie personen buiten hot eigenlijke stem
bureau voor noodig. Eindelijk mogen wij
.voor onkosten zoker wel f 50 rokencn voor
ieder bureau. Men jaagt bovendien kiezers
iiiaar de stembus, die ook daarvoor voor het
i? Bmecrendeel tijd moeten verzuimen, zoo-
dat op zijn minst genomen, zoo'n enkele
m
verkiezing een maatsoliappelijko schade voor
onze gemeente alleen van f 1000 beteckcnt.
Als do oppositiepartij daarbij van haar
standpunt gezien iets zou kunnen bereiken,
zou ik haar niot graag daarvan willen af
houden; maar ik durfde, indien men wedden
wilde, f1000 tegen 1 cent zetten, dat prof,
Heeres toch wordt gekozen. Is nu een pro
test alleen al dat geld en al die soeza waard?
Ik zou den oppositiepartij of -partijen, waar
in toch immers ook verstandige menschen
zitten, dezo vraag in ernstige overweging
willen geven. Zegt men, maar het is ons
om do propaganda to doen, dan zou ik wil
len "hntwoordon, dat men toch even goed
vergaderingen kan houden en zijn meening
in het openbaar uitspreken.
In 1918 is het eerst de tijd ook voor do
kleinere partijen om alle zeilen bij te zet
ten en den strijd tegen do machtiger groe
pen aan te hinden. Zij zullen dus beter doen
hun kruit daarvoor droog te houden. Kun
nen zo niet zoolang wachten, welnu, een
week of drio na de Kamerverkiezing komen
do Gemeenteraadsverkiezingen aan de beurt
Ook daarbij kunnen zij van hun krachtsont
wikkeling blijk geven.
Dan blijft ons toch één keer de yerkiezings-
drukte bespaard.
Ik hoop, dat, met name dc hoofdmannen
van de Leidscho S. D. P., dit eens ernstig
willen overdenken en als verstandige man
nen zullen inzien, dat zc ook in het belang
van hun oigen zaak beter doen op 5 Juni
de candidatcnlijst van den man hunner keu
zo in den zak te houden, dan dat zij haar
bij den burgemeester ten stadhuize indienen.
Oplossing Raadsel van Leiden.
Mag ik den Amsterdammer het Raadsel
van Leiden oplossen, Mijnheer dc Redacteur,
en tevens dien heer verzoeken, toch wel in
Leiden terug te komen, daar die heer een
bezoeker van theaters is en wij allemaal in
Leiden (do exploitanten) wachten op zulke
menschen?
Nu het Raadsel, Amsterdammer!
Leed doet het ons, temoeten ervaren,
ieder jaar weer, dat wy iederen Eersten
Pinkster-, Eersten Paasch- en Eersten Kerst
dag bij een ander kunnen gaan zien hoe de
zaken uitverkocht zijn. Stol u zulk een ver
schrikking eens voor: een vol huis, wat wij
in Leiden nooit kennen, want juist op zulk
een eersten dag, als de menschen nog geld
hebben, wandelen wij, zonder luiheid; want
ik geloof, dat er niet één luie exploitant in
Leiden te vinden is. Daarom kunt u zich in
denken mot welke gevoelens wij dan rond-
loopcn.
Ik, persoonlijk, waarde Amsterdammer,
hob reeds meer dan tien maal den burge
meester of Burgemeester en "Wethouders of
den Raad van Leiden verzocht, ook op die
dégen te mogen spelen.-Steeds échter werd
ei* afwijzend op beschikt. Het -gaat niet: de
Zondagswet van 1813 verbiedt zulks. Ik bén
het volkomen met u eens, dat diezelfde wet
in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag ook
bestaat, zelfs in geheel Nederland; maar al
leen te Leiden wordt die gehandhaafd. Een
schrap op de d-crpcnlijst zult u-niet spoedig
zien; alleen als „Vreemdelingenverkeer" mij
niet meer gebruikt als proefkonijntje, -maar
er eens degelijk werk van maakt. Niet mij
den bal aan het rollen" laten maken en zij
hard wegloopen. Dat zou in Amsterdam niet
gebeuren.
Laat nu „Vreemdelingenverkeer," met,
zoo noodig, steun van zusterverenigingen,
eens aan den arbeid gaan, gewapend met
lijsten vol namen van hun leden, die sym~
pathiseeren met het denkbeeld, dat er te Lei
den des Zondagsmiddags Volksconcerten in
onze mooie.parken zijn; dat er theaters spe
len met speciaal daarvoor goedgekeurde
programma's! Laat loven een stad van
60.000 zielen, opdat de menschen van elders
niet meer sclicmpen op mijn „dorp." Want.»
laat zc niet aan Leiden komen!
Daarmede naar den Burgemeester en
onze Burgemeester zal dan moeten tooge-
von, dat do Leidscho burgers het zclven
willen.
Wakker worden!
Braaf, Amsterdammer, dat u den moed be
zit, dat zoo maar in hot „Leidsch Dagblad"
to durven zetten. Ik woon 10 jaar hier en
heb het nog nooit zoo gelegen, dat het een
Leidenaar is opgevallen, dat er in Leiden
niets te doen is. Zoo zit de sleur: Naar Den
Haag, het Haagje, er in.
En wij, wij willen vooruit en worden te
gengehouden.
Amsterdammer, ik hoop, dat ik u een dui
delijke oplossing heb gegeven. Blijf Leiden
bezoeken met een groote familie. Kom naar
"do Bioscopen! Naar allemaal! En u kent Lei
den niet meer terug.
Ik groef u van harte en dank u voor uw
opmerking omtrent Leiden.
.Ook u mijn dank, mijnheer de Redacteur.
TJw. dienaar,
B. C. HARTMAN,
Imperlal-Thoatcr, Stationsweg 19.
j>') Een mooi Liefdewerk.
Mijnheer de Redacteur!
't Is nu een achttal maanden geleden, dat ik
het plan opvatte onze Vlaamsche soldaten van
den User, dio, do Fransche taaL- niet machtig
zijnde, verstoken bleven van de opbeuringen,
welke onze Franschsprekende landverdedigers
in zoo ruime mato van de Fransche vrouwen
ontvangen, van uit Nederland to helpen.
De groote Nedcrlandsche blo den stelden hun
kolommen voor mijn oproep open en eens te
meer heb ik mogen ervaren hoeveel duizenden
gouden harten er in Holland woneft, want be
nevens do Vlaamsche uitgeweken dames vond
ik ook do Hollandsche bereid mij te helpen. Ve
len zullen nu reeds de groote voldoening hebben
.gesmaakt, een IJserstrijder gelukkig te hebben
gemaakt en de vele brieven, welke ik van dc
meiers mocht ontvangen, hebben mij ten over
vloede bewezen, dal de Vlaamsche jongens ver
vuld zijn van dc innigste dankbaarheid.
Ik vraag mij-af, of er voor een vrouw schoo
ner cn edeler taak bestaat, dan voor den duur
van den oorlog beschermster Ie zijn van één on
zer dappere soldaten, de plaats van moeder of
zuster in le nemen bij één van die nederige hel
den, die sinds bijna drie jaar zonder het minste
nieuws zijn van ouders, vrouw of kinderen.
Een opbeurend briefje, zelfs al zijnet van een
totaal onbekenden persoon, doet wonderen in dc
vuurlinie. Een pakje tabak is natuurlijk uiterst
welkom, doch oen opbeurend woordje is wel het
„hoogste", zooals dio kerels het mij zoo vaak
schrijven. En als men bedenkt, dat men met
een eenvoudig briefje iemand kan gelukkig ma
ken, hoe kan hot anders dan dat velen zich ge
drongen voelen om ook mede te helpen?
Duizenden van die moedige jongens zijn reeds
gelukkig gemaakt, heb -ik reeds een „oorlogsmo-
tortjo" kunnen geven, doch duizenden wachten
nog op datgene, dat zoovelen. hunner kamera
den roods hebben bekomen. En-daarom durf ik
nog eens een beroep doen op de Nederland-
sche dames. Hoe meer er,willen medewerken,
hoe beter, want, ik herhaal het, duizenden wach
ten nog steeds op een boet je moreelen troost.
Vcrschillonde koeren is het mij tot groote
voldoening gebeurd, dat-hoeren zich opgaven als
peter. Dat zij ook uiterst welkom zijn, lijdt geen
twijfel.
Weer vertrouw ik, dat velen zich zullen op
geven. Ik vraag hun niets anders dan van tijd
tot tijd een woordje aan him pleegzoon te schrij
ven, 'Andere verplichtingon zijn er niet. Willen
zij echter de goedhartigheid verder drijven en
hun beschermeling al eens een pakje tabak of
een bock sturen, dan kunnen zij cr van verzc-
kerd zijn, dat zij nooit van een liefdewerk nioer
voldoening zullen gesmaakt hebben. Do bedan-
kingsbrieven, dikwijls onbeholpen opgesteld,
spreken soms boekdoelen
Ik ben bereid per keerendc post een brief of
een adres van een Vlaamseh soldaat over te
maken met alle mogelijke inlichtingen betref
fende porto's en verzendingen en zeg op voor
hand hartelijk dank aan alle medewerkenden.
Mevrouw EMIEL HULLEBROECK.
Hotel „Witte Brug",
Den Haag,
Men meldt, dat de Koningin morgen-
raiddag de sportf eesten voor militairen te
Haarlem zal hij wonen.
Dq Yrqzinnig-Democratische Kiesver-
oeniging „Burgerplicht', te Groningen, be
sloot met 58 stemmen en 8 onthoudingen
mr. I. Limburg weder candidaat te stellen
voor de Tweede Kamer.
De Liberale Kiesvereeniging stelde can
didaat mr. S. van Houten met 14 stemmen.
De candidaat van het bestuur, mr. J. Lim
burg, verkreeg 8 stemmen. Het besluui; trad
daarop en bloc af.
Centrale Landbouw-Onderlinge.
To Amsterdam is, onder leiding van den
heer K.Czn. do Boer, uit Assendelft, de
algemeeno ledenvergadering der Central©
Landbouw-Onclerling© gehouden.
Do tien provinciale Landbouw-Onderlin-
gen on do Nederlandscho Heide-Maat-
schappij, dio te zamen do Centraio Lancl-
bouw-Onderlingo uitmakén, waren alle in
dezo vergadering vertegenwoordigd.
Aan het jaarverslag is het volgende ont
leend
Het aantal aangesloten landbouwers
nam ook nu weer belangrijk toe, al bleven
de buitengewone tijdsomstandigheden ook
op do toeneming van het ledental niot zon
der invloed.
Op 31 December 1916 telde dc. organi
satie 14,118 leden. Het over het verslag
jaar uitbetaalde loon met inbegrip van het
bedrag, waarvoor patroons zichzelven ver
zekerden, bedroeg 24,797,740.
Op het oogenblik tejt de organisatie
14,275 leden, uitbetalende een jaarloon
van 25,633,981. uok. in dit bedrag is be
grepen het bedrag, waarvoor de patroous
zich verzekerden.
Van do gelegenheid, hun persoon tegen
ongevallen to verzekeren, wordt door
1225l landbouwers gebruik gemaakt ver
tegenwoordigende een verzekerd bedrag
van 934,000.
Do uitvoering van de ongevallen-verze
kering in do 215 afdeelingen is opgedra
gen aan de ter plaatse gevestigde commis
sies, bestaande uit 1341 leden.
De Landbouw-Onderlinge acht het zich
een voorrecht te kunnen constateeren, dat
dio leden geheel belangloos hun werk
zaamheden met grooto opgewektheid en
toewijding verrichten. Zij dankt daaraan
voor ccn groot deel den goeden gang van
zaken.
Do ziekte-regeling voor inwonende ar
beiders blijft zich gestadig uitbreiden. Zij
telt „thans 119 afdeelingen mest een geza
menlijk aantal leden van 5423.
Van de 2467 in het jaar 1916 aangegeven
ongevallen liepen 2312 af binnen 2 maan
den en hadden 13 een doodelijken afloop.
Do overige 142 getroffenen waren na 2
maanden niet hersteld. Bovendien behan
delde het hoofdkantoor 78 ongevallen voor
gekomen bij de Nederlandscho Heide-
Maatschappij en 12 voorgekomen bij leden
die niet tob het ressort eener plaatselijke
commissie behooron.
Vfvn. do 142 ongevallen, clie na 2 maan
den niot waren afgeloopen, gaven erieeds
12 tot toekenning van oen blijvende rente
aanleidingen bij 't schrijven van dit ver-r
slag waren cr nog 37 in behandeling. In
hoeverre het noodig zal zijn aan dezo ge
troffenen en blijjveiidè iiitkeering toe te
kennen, valt op het oogenblik niet te zég
gen. Van de hiebbóvèn genoemde 13 onge
vallen mot doodelijken afloop, hebben er
9 tot toekenning van een blijvende uitkcc-
ring aan nagelaten betrekkingen aanlei
ding gegeven. De bevoordeelden zijn 1
moeder, 7 weduwen en 14 kinderen.
Op 1 Maart 1916 waren nog in behande
ling 43 ongevallen van hot jaar 1915, 8 van
het jaar 1911 en 2 van 't jaar 1913. Om
trent het verdere verloop van deze gevel-
Ion kunnen wij mededeelen, dat er van de
2 ongevallen van het jaar 1913 een- tot-
blijvende invaliditeit van den patiënt aan
leiding gaf, terwijl de andere hersteld ver
klaard kon worden. Van de 8 patiënten
van het jaar 1914 werden er twee blijvend
invalide verklaard, drie als hersteld afge
voerd, terwijl voor de overige drie patiën
ten nog geen blijvende toestand kon wor
den aangenomen. Van do 43 bovenbedoelde
ongevallen van het jaar 1915 hebben er 17
tot blijvende invaliditeit van den getrof
fene aanleiding gegeven en zijn 19 getrof
fenen inmiddels geheel hersteld. Zeven
patiënten van het jaar 1915, alsmede een,
dio aanvankelijk als hersteld was afge
voerd, zijn nog in het genot van een tijdo-
lijk© uitkeering.
In den loop van het jaar 1916 werd 210
malen de hulp van een specialist ingeroe
pen om eon contróle-ondorzoek in to stel
len naar een getroffene, die langer dan 2
maanden invalide was en 49maal al voor
een bij de plaatselijke commissie in bchaa»
deling zijnd ongeval.
Voor Tokening van dc organisatio worden
binnen den termijn van 2 maanden 32 ge
troffenen in een ziekeninrichting opgeno
men, van wio 1 in een gesticht voor oog
lijders. De ongevalion, waarvan de gevol
gen langer 1 dan 2 'maanden duurden,
hebben 15 malen aanleiding gegeven tob
opneming van den patiënt in een zieken
huis. Röntgen opnamen werden 30 malen
gemaakt.
Do bovenbedoeldo ongevallen werden
veroorzaakt doorgebruik van voertuigen
316, waarvan 9 met doodelijken afloop
paarden 228, waarvan 1 met doodelijken
afloop hoornvee 129varkens 5honden
3landbouwmachines 128val van het
slachtoffer 431, waarvan 2 met doodelijken'
afloop val van het voorwerp 59beknel
ling 1Ó7krachtsinspanning 262gebruik
van snijdende werktuigen 315infectie 266
oogkwetsingen 74brandwonden 31ver
drinken 1 breken van gereedschap 14;
beclrijfsziektcn 52allerlei oorzaken 46.
Yoor dc commissie van scheidslieden
werd 12 maal een beroepszaak aanhangig
gemaakt.
Het totaal der ongevallen- cn admini
stratiekosten vrn do Centrale Landbouw-
Onderlinge hebben Indragen in 1916
148,361.24'/».
De onkosten d«.v Ccr.irale Landbouw-
Onderlinge bedragen in 191.6 per 100 loon
0.59 (A. Hierbij nog voor iedere pro vinei©
de kosten der ongevallen, die korten duur
den dan 2 maanden. Yoegt men deze kosten
dio voor de onderscheidene provincies
verschillen, bij de 0.59V&, dan beloopen
de kosten per 100 jaarloon voor: do
Groninger Landbouw Onderlinge 0.85,
do Friesche 0.96, de Drentsche ƒ0.97, do
Overijsselsche f 1.03, de Geldèrsche 1.05,
de Utrechtsche 1.01, do Noordhollandsche
ƒ1, de Zuidhollandscho 1.17, de Zeeuw-
scho 0.95 en de Noordhollandsche 1.06.
In verband met de gunstige resultaten
over het afgeloopen boekjaar heeft d©
algemeen© ledenvergadering besloten 6
cent per 100 loon in de reservekas te
storten. Do op te brengen kosten zullen in
verband daarmede dus net 5 cent per
100 loon worden verhoogd.
Op do vergadering werd een uitvoerig©
uiteenzetting gegeven van do zuster-orga-
nisatie der Landbouw-Onderlinge, de Ver
ceniging Molest-Risico. Gewezen werd op
het groote belang, dat er voor do land
bouwers en veehouders geieg6n is in aan
sluiting bij laatstgenoemde organisatie.
Mededeeling werd gedaan, dat thans aan
gebouwen, Jandhuizen, inboedels, boerde
rijen, levende havo, gewassen te velde,
enz., bij die organisatie verzekerd is een
waarde van meer dan vierhonderd milliocn
gulen.
GEMEENTELIJKE ARBEIDSPEUR8.
8TAD81THMEBWEB» TELBEOO* iff,
t*opend vi^n 'a morr®ns 4—11 uur
en dat mtddari Tan 1 umi
AANVRAAG VAN WERKZOEKENDEN.
2 kantoorbedienden, 1 winkelbediende,
3 timmerlieden, 1 timmermansleerling. I
mofcselaar, 6 opperlieden, 1 betonwerker,
1 stoker, 1 metaalschaver, 1 metaalbewer
ker, 3 kebtingsmeden, 2 klinkers, 2 grof-
bankwerkers, 2 plaatsnijders, 1 hulpmon
teur, 2 loodgieters, 1 typograaf. 2 bakkers,
1 sigarenmaker, 1 kellner, 2 grondwerkers,
1 bloemist, 5 loopknechten, 14 losse werk
lieden.
FAILLISSEMENTEN.
J. van Well, koopman in leder en schooo-
fournituren, te 's-Hertogenbesch.
J. Sinige, Rotterdam.
H. do Wilt, Rotterdam.
L. L. Keijzor, kermisreiziger, Gouda.
C. Alblas, houthandelaar, to Wadding»-
Roman naar liet Italiaansch van
GRAZIA DELEDDA.
f2)
Zij is gekleed gaan liggen, niet om gauw
Haar to zijn en den zieken man te helpen; maar
om den dood to helpen als dc bui weer opkomt.
Een kleine krachtsinspanning, een hand op den
mond van den zieke, het kalmeerond drankje op
het nachttafeltje gemorst, en alles is uit, en
niemand -zal weten, dat dc dood een moedige
hulp tot zijn dienst heeft gohad.
Zij voelde haar hart onstuimig kloppen, zij
trachtte nog do duivelsche verzoeking te weer
staan, en toch wachtte zij.... cn haar wachten
»as gelijk aan dnt van den moordenaar achter
'de struiken; do onzekerheid, dc vrees, de hoop,
allo menschclijko valschlicid vibreerden in liet
smartelijk slaan van haar hart
Zij zag het gelaat van den ouden man, zooals
het haar den laatsten nacht verschenen was,
gedurende do bui; hij leek zieltogend to zijn,
'draaide de oogon en opende den mond, naar
lucht snakkend.
..Het ia misschien voldoende, als ik hem maar
*iiet help overeind te komen; hij zal dood gaan,"
dacht zij met wreed verlangen. „Het is voldoen
de. als ik hem het kalmeerend drankje niet in
geef. Hij moet vannacht sterven; anders gaal dc
andere dood. Paulu moet morgen woten, dat de
Üudo dood is. Het is tijd, hoog tijd!"
Haar verlangen was zoo sterk, dat het haar
onmogelijk leek, dat het niet voldaan zou wor-
n| Daar de oude man sterven moest, moest
oo- maar dadelijk gebeuren. Over twintig,
over tien, over twee dagen was het te laat; het
hericht van zijn dood moest Paulu zoo gauw
mogelijk bereiken. Of de een, öf de ander!
Het leek haar of het lot van de ongelukkigo
familie in haar handen was; in haar opwinding
beweerde zij tegen haar zelf, dat het een nog
grooter misdaad zou zijn den dood van Paulu
en den algeheelen ondergang van haar weldoe
ners niet te verhinderen. De een of do ander;
de een of de ander!
Nu en dan klonk in liet kleine straatje het
getrappel van een moe paard; en dan heerschtc
do stilte nog dieper. De uren gingen voorbij;
dc vermoeienis, do koorts, de ontroering deden
Annesa weer ijlen; de figuren van de zes ar
men namen hun plaats om de tafel weer in, de
witto, ernstigo oogen van den blinde staarden
naar het bed van den zieke, het groote hoofd
van Roza begon to schommelen op den hals van
het kleino meisje alsof het er af wildo vallen;
donna Rachelc liep met een schaal jn do hand
en lachte zooals- de koortsige Annesa haar in
jaren niet had zien lachen; en deze ongewone
vroolijkheid van do plotseling gek geworden
oude vrouw ergerde Annesa. In haar koortsigen
droom keek zij naar den- zieke en dacht: „Met
al die menschen, al komt dc bui terug, hoe kan
ik het doen? Allen kijken naar me; ook Nicu-
linu ziet het. Gaan zij dan niet weg? Zij gingen
niet weg, omdat hot nog onweerde; het lichten
vulde de kamer met een rooden gloed; do don
derslagen schudden het hecle huis en een straal-
tjo regenwater viol van het plafond op don rug
van Annesa en vervulde haar met een bange
rilling; en zij wachtte maar steeds en in baar
ijlenden droom word haar wachten iels geheim
zinnigs, vol angst on schrik. Wie moest komen?
vVat moest er gebeuren? Zij herinnerdo zich
heel goed; zij wist, dat de dood moest komon
cn dat zij hem helpen moest als de trouwe die
nares haar meester helpt, maar zij wachtte bo
vendien nog andere akelige verschijningen, nog
veel vrccslijker dingen, die zouden moeten ge
beuren
En een leed, dat al de smarten, door haar
geleden, nog overtrof, nog grooter dan de verne
dering van haar stand, nog ernstiger dan het
veinzen, waarmee zij zich als met den mantel
van een gemaskerde bedekt had, veel intenser
dan haar medelijden voor de familie, die haar
opgenomen had, veel scherper dan de vrees, dat
Paulu een akeligen dood zou ondergaan, ver
scheurde haar ziel, in de duisternis van hot
kwade gedompeld. Het was ren onuitsprekelijk
leed; dc angst van den drenkeling, die in den
weeken en bitteren- afgrond van de zeo afdaalt
en zich do smarten van het leven herinnert,
mooi on aangenaam in vergelijking mot do mon
sterachtige smart van den dood.
Alweer paardengetrappel ia het straatje! Zij
ontwaakte van haar gesoes, trok dc deken van
haar hoofd af en luisterde. Was het mogelijk?
Het getrappel klonk hard en kalm; het nader
de, het leek dat van hot paard van Paulu.
Zij 6prong van de canapé, de deken achter
zich meeslepend, en zij viel op do deur aan als
een waanziunige: maar het paard reed door.
Dc oude man schrok wakker; hij zag de deken
op den grond, midden in do kamer, hij zag An
nesa gekleed en werd bang.
„Annesa!" riep hij zachtjes; vervolgens
schreeuwde hij: „Anna, Annesa-, wat is er?"
Dat geschreeuw bracht haar tot de werkelijk
heid terug; dadelijk herinnerde zij zich alles en
voelde de behoefte, om zich bij den ouden man
te verontschuldigen.
„Ik dacht, dat het don Paulu was," zei zij mot
hëesclie, slaporigo stem. „Denkende, dat hij zou
terugkeeren, had ik me niet uitgekleed. Hca&ku
iels noodig?,-
Zij naderdo hot bedje en werd opnieuw door
do verzoeking, derf angst en den schrik gegre
pen; maar het leek haar alsof de oude man
haar gedachte kou radon en dat hij" verschrikt
waakte.
„Geef me een slokje water."
Zij nam het glas, dat op oen stool stond, en
gaf hot hem met bovendo hand.
„Ik droomde.... dat zij me do medaille weg-
gonomen hadden; hier is ze," zei ooni Zua met
zijn bevende en angstige stem, de medaille op
zijn borst zoekend en "cr af halend.
„Heusch, nu zullen ze u nog dat leclijke ding
weghalen!" antwoordde Annesa boos. „Warem
pel, de inbrekers komen aanstonds om ze u af
tc nemen."
De oude man richtte het hoofd op.
Ohó daar, let op wat jo zegt, meid! Als zij
mijn medaille niet meenemen, zullen zo de lom
pon van je meesters weghalenl"
„Ik heb geen meestors! Slaap maar, slaap
maar, dat ie goed voor u. Zelfs 's nachts niet
Iaat u do menschen met rust
„Je hebt geen meesters? A, da's waar, mor
gen ben jelui allen dienstknechten," hernam de
oude man, hoe langer hoe wreveliger. „Knech
ten, ja, knechtent
Ook jo mooie pierewaaier, als hij leven wil,
zal ie met do schop en het houweel op den schou
der moeten loopón...."
Het was niet do eerste keer, dat Lij haar, aan
gehitst zooals hij nu was, de armoe van „haar
meesters" verweet. Allebei kenden het zwakke
plekje, waar zij elkaar kwetsen konden, cn zij
aarzelden niet om hot te doen.
Instinctmatig ging zij van het bed weg, op
nieuw door een stuipachtige rilling bevangen;
zij raapte de doken op, ging op do canapé zit
ten en gaapte. Do oude man ,$ieg voort met
moppererf.
„Zoo, ik laat jo 's nachts ook j.iot met vrede?
Moge je ccri ongeluk overkomen! Dat ook ver
wijt jc me? Wie zocht jou, slang? Je hebt me
wakker gemaakt, en het zou beter zijn, als jü
je uitkleedde en naar bed ging. Jo pierewaaier
zal niet terugkomen, daar kan jo zeker van zijn,
bij komt niet terug. Wacht maar niet op hem,
hoor, schoone meid! Op dit oogenblik denkt hy
niet aan jou."
Zij hield op met gapen en beven.
„Wal? Wat? Wat zegt u?"
„Niets. Ik zei.... dat de medaille..,, ze
kunnen die wel stelen, ook de medaille, ja....
maar de oogen niet.... raaar de ooren niet."
„Ga verder!" zei ze dreigend.
„Niets, ik ben uitgepraat. Ga naar bed, zeg
ik je, cn maak jo niet kwaad tegen me, als de
pierewaaier niet terugkomt.
Ik heb 'jc al gezegd, dat hij, vannacht, niet
aan jou denkt
Dat was te veel. Een sluier bedekte de oogen
van Annesa; als in een droom stond, zij op, de
deken achter zich slepend, die zij weer midden
in dc "kamer liet vallen; zij vloog naar den ouden
man. Zij wierp zich op hom en vatte zijn hais
met beide handen. Een so'.rt gegorgel kwam uit
haar geopemlcn mond; alles was duister en ru
moerig om haar heen, maar dc oude mau wa#
nog sterk genoeg om de handen, die hem wur
gen vilden, van zijn bals af le rukken en begon
„help! help!" te schreeuwen.
Zij probeerde niet hem verder kwaad tc dowi*
maar ze zei hardop tegen hem:
„Als je niet zwijgt, wurg ik je inderdaad!.
Probeer eens ora nog te echreeuwen! Probw»
eens!"
(Wordt, vervolgd)