vJZX.'SLÏLZ.'ZS SPSS
Tweede Blad. Anno 1917,
Eerste Kamer.
Tweede Kamer.
Ingezonden
Vragen en Antwoorden.
FEUILLETON.
DB KLIMOP.
MTo. f7552.
vETDSCK DAGBLAD, Vrijdag T8 Mei.
yergadering van Woensdag;
GRONDWETSHERZIENXNQ.
De lieer POLAK vervolgt zijn reeds voor
deel vermelde rede. Spr. wijst den twijfel
af, die ten opzichte van den schoolstrijd je
gens de sociaal-democrat-ie ie geuit. De
oooi a-al -democraten willen den Christelijke
arbeiders alle geestelijke belangen vrij ge
ven, opdat zij dan him materieele belan
gen kunnen behartigen. Spr.'s partij stelt
goed onderwijs boven alles. Dit is thans
slechts door middel van de vrije school te
verkrijgen. Het subsidiestelsel stelt de
scholen der armen bij die der rijken. De
overheid girijpe voortaan slechts maat
schappelijk in, niet in den ethoschon en
pihilosophisen kant van het onderwijs. In
onzen maatschappelijken stinotuur is een
ander kiesrecht dan algemeen kiesrecht
móet mogelijk. Huismanskiesrecht is niet
denkbaar en zou in de practijk weinig van
bet individualistisch algemeen kiesrecht
verschillen.
Spr. vreest met, dat, als gevolg van het
evenredig kiesrecht, de gemeenteraden uit
gaven zullen voteeren in het belang vaa
een deel der burgers.
De eer van dit thans in te voeren kies
recht, komt niet alleen toe aan de sociaal
democratische party, maai* ook aan een deel
der liberalen, vrijzinnig-democraten en aan
oomité's, die voor dat doel hebben geijverd,
1 De heer VAK HOUTEN kan niet instem
den met alles, wat de heer Fokker heeft
gezegd. De Eerste Kamer heeft te waken
tegen het nemen van overijlde besluiten.
De vraag der opportuniteit is thans deels
piet meer van belang. Het besluit om thans
algemeen kiesrecht in te voeren, is zeker
geen overijld besluii Spr. begeert het al
gemeen kiesrecht, niet met het oog op voor
deel van zjjn partij, maar als recht.
De vrouwen hebon in den democratischen
j#taaf evenzeer reoht van spreken, dus van
kiezen, als de mannen.
Evenredig kiesrecht vindt spr. aoo billijk,
dat hij tegenstand daartegen niet mogelijk
acht.
De terugwerkende kracht van het pensioen
voor 2de Kamerleden beschouwt spr. als
twijfelachtig, maar spr. zal er verder niet
over spreken.
De financieel© gelijkstelling van. openbaar
en bijzonder onderwijs, juicht spr. van harte
toe.
De heer OOLIJN wil uiteenzetten, op de
vraag,van den heer Van der Feite, hoe hij en
zijn partij over de onderfrijsspeoifioatie den
ken. Zij zullen na deze grondweffeherziening
blijven strijden voor gelijkstelling van open-
baar en bijzonder onderwijs. Het nieuwe
grondwetsartikel kan den vrede niet bren
gen, maar alleen de nieuwe schoolwet. Art,
192 geeft hoogstens een wapenstilstand. Met
!do aanneming van die wet, ook tegen de re
dactie van art. 192 heeft spr. bezwaar, maar
daarover kan spr. heenstappen.
Die redactie staat evenwel niet in den
weg aan de verwezenlijking van spr.'s
Ideaal van volksonderwijs. De practijk k&n
worden.: bijzondere schoolregel, openbar©
«choolaanvuDing. Art. 192 staat daaraan
niet in den weg. De redactie van art. 192
t. o. v. het middelbaar onderwijs is te
zwak. Spr. kan geen vertrouwen koesteren,
I gezien hetgeen hem tót nu toe is gebleken.
6pr. hoopt, dat ook te dien aanzien vrede
mogelijk zal zijn. maar spr. is niet gerust.
Bij de linksche partijen zijn onder hen, die
j pacificatie willen sommigen, die thans van
het gezeur af willen, en anderen, die de
gelijkstelling een rechtskwestie achten. Is
men niet overtuigd, dat er onrecht1 te her
jet ellen walt, dan zal de pacificatie nooit
i komen.
Onder 3lle linksche partijen zijn mensohen
(die van harte de eerlijke gelijkstelling wen-
Bchen, zij het ook, dat dit neiging daartoe
bij de Vrijzinnig-Democraten het sterkst is.
Ook na het compromis zullen spr.'s geest
verwanten sturen In de richting van brjzon-
der onder wijs hoofdzaak, openbaar onderwijs
bijzaak, gelijkstelling van middelbaar en
hooger onderwijs, mot inachtneming van de
bijzondere positie daarvan t. o. v. het volks
onderwijs. gpr.'s partij behoudt het recht
hun beginselen ingang te doen vinden; of dit
scherp sal gaan, hangt af van de nieuwe
schoolwel
Zijn er overwinnaars en overwonnenen bij
de nieuwe schoolwel dan vreest spr., dat er
geen .vrede zal zijn. Het is in hoofdzaak
het gevoelen van de Anti-Revolu (ionnaire
party. Zjj wenscht een einde te zien aan den
politieken soli ooistri jd. Zij vreest den strijd
niet.
De heer STORK gaat accoord met het
algemeen kiesrecht en met de fmancieele'
felijkstelling" van openbaar en hijzonder on-
erwrjs. Het nieuwe Grondwetsartikel moet
loyaal worden uitgevoerd. Zeiven zullen de
vrij-liberalen medewerken. Aan de voorstel
len van de Bevredigingseommissie is men
niet gebonden. Ook de rechterzijde is gan
de pacificatie niet gebonden. Er is geen
sprake van concessie, maar van recht of
onrecht. Een al te groote afscheiding op het
gebied van middelbaar en hooger onderwijs,
acht spr. ongewenscht. Ten aanzien van het
pensioen aan Tweede-Ka mer-loden vereenigt
spr. zich grootendeels met de verdediging
daarvan door den heer Polak. Het evenredig
kiesrecht acht spr. alleen dan goed, wan
neer het sterk gecentraliseerd ia Spr. keurt
het stemmen op lijsten af. Het is van belang,
dat het volk een man als zijn vertegenwoor
diger voelt Er zal geen band meer met het
district xftn. Spr. ontwikkelt nader dit be
zwaar tegen het stelsel van evenredige ver
tegenwoordiging.
De heer HOFFMANS zal alleen, omdat
de Regeering verband heeft gelegd fcus-
schen de artikelen 80 en 192, jambon stem
men vóór art. 80. Spr. ontkent voorts, dat
het openbaar onderwijs norm zal zijn. Ek
moet komen een onderlinge wedijver om
het beste onderwijs te geven.
De MINISTER LVAN BENNENLANDSCHB
ZAKEN verklaart, dat het stellige voorne
men der Regeering in de periode, die na
de ontbinding der-Kamer volgt, is s;een poli
tieke wetten in te dienen. Maar ae finan-
cieele voorziening kan niet wachten. Spr.
kan zich niet laten welgevallen, dat dit Ka
binet een concentratie-kabinet Is. Hij ba-
strijdt voorts de meening, dat ontbinding op
termijn een „expediënt laag allooi" aou zijn.
Een advies inzake den ontbindingstermijm
als in de bladen vermeld, is niet uitgegaan.
De Minister verdedigt verder nog de ont
binding op termen als niet in strijd met den
geest van de Grondwet noch met de letter
van de artikelen 73 en 104 der Grondwet.
Wat het pensioen betreft, hoofdzaak fa,
daj dit is in het algemeen belang. Spr.
meent, dat geen enkel lid zijn stem zou latéo
bepalen door de gedachte van persoonlijk
belang. Maar hij kan zeer goed begrijpen, dat
anderen eenigszins pessimistischer daarover
denken. Spr. kan* niet ontkennen, dat de
sociale politiek in de gemeentebesturen wel
een3 ai te eenzijdig op den voorgrond kan
treden. Eerlang zal dus moeten worden
overwogen of door wetswijziging daartegen
moet worden gewaakt en of door deze Grond
wetsherziening de urgentie van de finan-
rieele verhouding tusschen Rijk en gemeen,
ten nog niet grooter wordt.
Een herveraeeling van de zetels naar dei
provinciën zou tot allerlei politieke bereke
ningen aanleiding kunnen geven.
wat de hoofdzaak betreft, het is nooit'
's Ministers standpunt geweest, dat tegen
over de inwilliging van den wensch van
links, inzonderheid van de sociaal-democra
ten, staat een vrijgevigheid jegens rechts.
Het algemeen kiesrecht en de daarmede
samenhangende evenredige vertegenwoordi
ging zijn zaken van eminent algemeen belang.
Op verzoek van den heer KAPPEYNB
YAN DE COPPELLO werd ten slotte ge
stemd.
De voorstellen tot Grondwetsherziening
zijn daarop met algemeene, 3?, stommen
aangenomen.
Veel leden wenschten den Minister van
Binnenlandsche Zaken geluk.
De vergadering werd verdaagd tot Vrij
dagnamiddag.
Zitting van Woensdag.
Voortgegaan wordt met behandeling van
het wetsontwerp tot ontginning van steen-
zout bij Buur&se.
De heer VAN GROENENDAAL had ge
meend, dat ook do betrokken gemeenten
zouden genieten van de zoutexploitatie.
Waarom de bevoordoeling van enkele ex
ploitanten 1 Ook vraagt spr. nader inlich
tingen over het gevaar van verzakking.
Spr. acht uitstel van behandeling van het
wetsontwerp gewenscht.
De heer VAjN DOORiN meent, Sat het
niet aangaat, dat de Regeering bij het oon-
tract haar eigen rechterlijke macht uitsluit
bij geschillen en daarvoor abitrage heeft
gekozen. Ook deze spreker critiseert'de on
voldoende toelichting.
De MINISTER VAN L., N. en H. meen
de, dat het ontwerp voldoende was toege
licht. Wat betreft al of niet afvoering van
dit ontwerp van de agenda, wijet spr. er op,
dat de onvoldoende aanvoer van zout de
zaak urgent maakt, zoodat spoedige afdoe
ning gewenscht is. Het advies van den
mijnraad is spr. intusschen niet geneigd
over te leggen. Tegenover rapporten van
deskundigen, tot Kamerleden gericht, stelt
spr. de rapporten van zijn adviseur, die het
graven van schachten (mijnbouw) onge
wenscht acht. De gelegenheid, om zout te
winnen, moet worden aangegrepen. Laat
men niet gaan uitstellen. Wil men cht ont
werp niet, dan verwerp© men het, dan
weet spr. waar hij aan toe is; wil men het
wel, laat de Kamer hot dan nu ook in be
handeling nemen. Het is bovendien geen
vraagstuk van belang alleen voor den cri
sistijd, maar ook daarna.
De heer VAN BERESTEYN stelt voor
tot «horsing der beraadslaging over te
gaan.
De heer NOLENS meent, dat de Minister
in dit geval misschien beter gedaan had tot
exploitatie krachtens de Mijnwet te doen
overgaan. Spr. wijst op een spoedige be
slissing in verband met de tijdsomstandig
heden. Spr. raadt den Minister zelfs het
ontwerp in te trekken en gebruik te maken
van zijn bevoegdheid om concessie te ver-
leenen krachtens de Mijnwet.
De heer DU YS wijst'op het belang van
Staatsexploitatie zooals zijn motie bedoelt
en bij uitstel der behandeling kan worden
overwogen, doch anders wordt belet.
Do MINISTER VAN L., N. en H. merkt
op, dat Staatsexploitatie in deze omstandig
heden minder gewenscht is. Bij het contract
bestaat gelegenheid na 16 jaren het ge-
heele bedrijf aan den Staat te trekken.
Gestemd wordt over het voorstel-Bere-
steyn tot schorsing der beraadslaging het
welk met 38 tegen 27 9temmen wordt vér-
worpen.
De heer VAN DOORN critiseert scherp
de houding van den Minister, die eenvoudig
degelijke inlichtingen weigert. Welke re
den bestaat er het technisch advies van
den mijnraad niet aan de Kamer mee te
deelent De zaak is reeds zoolang in voor
bereiding. Waarom dan nu blijkbaar ineens
die haast 1
De heer NOLENS ontraadt Staatsexploi
tatie om de risico aan het bedrijf verbon
den.
Do heer DUTS repliceert verdedigt
Staatsexploitatie. Moet dit afstuiten op
den bureaucratischen rompslomp 1 Waarom
de exploitatie aan enkele particulierent
En dan de onvoldoende toelichting, het
doordrijven tot spoedige afhandeling.
De heer VISSER VAN IJZENDOORN
zal tegen de motie-Duys zoowel als tegen
het ontwerp stemmen.
De heer BERESTEYN zal voor do motie-
Duys en tegen het ontwerp stemmen.
De MINISTER merkt op, dat bet ver 1 oe
nen van meerdere concessies toch niet tot
concurrentie zal leiden. Hij herhaalt dat
Staatsexploitatie te riskant is.
Do motie-Duys komt in stemming en
wordt met 36 tegen 30 stemmen verwor
pen.
De heer DE 3AVORNIN LOHMAN zegt,
dat bij verwerping de Minister bevoegd
blijft op eigen verantwoordelijkheid con
cessies te verleenen.
Do heer SCHAPER komt daartegen op,
de Minister kan dan met een ander plan
voor den dag komen.
Gestemd wordt vervolgens over het ont
werp, dat met 21 tegen 43 steramen wordt
verworpen.
Hierop is aan de orde heb wetsontwerp
tot aankoop van terrein voor het gebouw
Bureau voor den inchistrieelen eigendom.
De hcor VAN BERESTEYN pleit voor
een stelselmatige uitbreiding van do ge
bouwen der Rijksdiensten, welke in elk:\ar3
nabijheid behooren te blijven. Spr. verde
digt zijn motie, uitsprekende, dat bij het
stichten of inrichten van gebouwen der de
partementen van algemeen bestuur, een
algemeen werkplan gevolgd zal worden.
De motie zal op nader te bepalen dag
worden behandeld.
De heer KETELAAR acht het gekozen
terrein wel geschikt, doch laat men niet al
die gebouwen bij elkaar doen plaatsen, ock
niet voor het aanzien van de stad. Spr. ver-
de (Kgt het ontwerp.
De MINISTER verdedigt eveneens met
een enkel woord het ingediende ontwerp.
De stemming zal Dinsdag a.s. plaats heb
ben.
De vergadering wordt thans tob Dinsdag
halftwaalf verdaagd.
Da Steenhouwersstaking.
Mjjnbear de Redaoteur.
Alhoewel vaat besloten niet meer ie ant
woorden op allen mogelgken onzin, dien
de Centr. Bond nog tal uitkraaien gedu
rende de staking, eisoht het berioht van
gisteren eenige opheldering.
Bij ons is geen steenhouwerspatroon P.
J. de Graaf bekend. Wel een De Graaf,
die alléén zelfstandig mag werken, en wien
zelfs het in-dienst-nemen van een loopjon
gen bij de wet verboden 13, zoolang hij
zioh niet onderwerpt aaa- de eischen, door
die wet aan den werkgever gesteld, en die
in hoofdzaak door den Ceotr. Bond zijn tot
stand gebracht.
.Waar dus geen staking kan ontstaan, is
het onnoodig d'eze bij monde van Uw blad
op te heffen.
Wel begrijpen wij de kopstukken van
den Centr. Bond niet, -die altijd zoo gaarne
op den voorgrond treedt, als het gaat om
tot-stand-brengen van arbeidsvoorwaarden,
een 'overeenkomst afsluit met iemand, 'Hie
werkt in strijd met hun organisatie. Wat
moet men nu denken van dien Bond, die in
één dag afbreekt, waaraan hij jaren heeft
moeten werken, om het tol ataod to krijgen
De handelwijze van den heer De Graaf
wordt er niet beter op, om zich te Ieenen
zulke dwaasheden te teekenen.
Algemeen Is het bekend, dat door onze
werklieden, na den wettelijken werktijd, of
door een werklooze eenige dagen hulp werd
Verleend in dienst van De Graaf.
Dat daarbij de gezellen hun eigen be
langen in den weg staan, hebben wij nooit
kunnen begrijpen; enfin, als de leiders niet
ontwikkelder zijn, kan men van de volge
lingen niet beter verwaohten.
Nog eens, voor den heer De Graaf wordt
zijn toestand niet beter door samen te wer
ken met den Bond. Wij lijn nu benieuwd
welk Offer hij nu weer op het oog heeft,
om zjjn aotio door te voeren.
U nogmaals dankend .voor de plaatsing,
De Deidsohe
Steen houwerspatroons.
Leiden, 15 Mei 1917.
Opgave van Personen, die zich te
Lelden hebben gevestigd.
J. Koolwijk, arbeider 8. 8., Heynsius-
straat 4 M. A. A. van Ejjk, dienstbode,
Joubertetraat 1* Mej. A. M. Speohen-
brinck, Haarlemmerstraat 100 A. L.
Teunissen, dienstbode, Bneestraat 1&8
Mej. L. J. N. Kloet, Aloëlaan 43 a Mej.
E. H. M. Varen-brink, StorHiouderslaan 34
M. L. J. van Es, onderwijzeres, Hooge-
woend 37 W. 0. van der Ylist, leerl.
nat. lob,, Jan van Houtkade 16 B 3. M.
Alt, dienstbode, Rijnsburger sin gel 17
Mej. A. B. P. van Wijk, Begijnhof la
A. Kuyer en gezin, arts officier van ge
zondheid, Botermarkt 28 H. Klaver en
vrouw, kok, Nieuwe Rijn 29 Mej. G. M.
P. Matsen, Zoete rw. Singel 16 M. H. A.
van Scbie, dienstbode, Plantage 8 M. A.
Driesen, huishoudster, Aloëlaan 11 F.
van Vliet, dienstbode, Oude 8ingel 118
0. van Arkel, amid, Ütr. Jaagpad 53 J.
j A. Vijzelenberg, bakker, Kaarsenmakor-
straat 18 J. J. Heijne, kapper, Alcxao-
derstraat 44 L. M. Günther, dienstbode,
Nieuwe Rijn 80 J. Arbouw, Paradijs-
steeg 68 H. J. A. van Gieeen, incasseer
der, Garenmarkt 2 a J. F. van Es, gla
zen wasseher, Oude Singel 240 Mej. L. M.
H. in den Bosch, Sophiastraat 36 Mcvt.
J. LobigsGoofens en gezin. Lange Mare
39 Mej. E. M. M. van Oosten, Hooi
gracht 22 Mej. W. A. Buts, Hooge Rijn
dijk 2 a M. J. van Pariden, dienstbode,
Heerenstraat 43 Mej. H. van den Burg,
Plantsoen 85 D. Haas, dienstbode, Rijn
straat 22 Mevr. de Wed. 0. L. van
LanterenMostertma-n, Hoogewoerd 150
M. P. A. Lek en gezin, groentenhandelaar,
Korenbrugsteeg 1. Moj. L. van Koon,
Stille Rijn 13 0. Kellenbach, zwemon
derwijzer©®, Hooge Rijndijk 138 a Mej.
J. Ndemeyer, Stadhouderslaan 33 E. Molt
en gezin, hoofdonderwijzer, Hooge Rijndijk
64 A. J. Levinson en vrouw, bootsman,
Mare8ingei 27 W. Zandbergen, dienst
bode. Breestraat 140 R. Mosselman,
landbouwer, Willem straat 8 Mevr. G.
van der Kloot—Van Konijnenburg, Dief-
steeg 10 E. A. de Goede, Jan van Goyen-
kade 21 0. Paardekooper, schippers
knecht, Oranjegracht 41 A. Kam, Nieuw-
steeg 39 J. H. Zalmann, Nieuwabeeg 27 a
Vraag: Men leest tegenwoordig zooveel
over evenredige vertegenwoordiging. Kunt TJ.
nrtf misschien ook zeggen of dit stelsel reeds
door de 2e Kamer is aangenomen en zoo ja,
wanneer het dan in werking zal treden? Zal
men daardoor ook een andere partij groepee
ring verkrijgen en hoe kan men de juisto ge
gevens verkrijgen om. naar evenredigheid de
partijen in te deelen?
Antwoord: De grondwetsherziening,
waarin ook het algemeen kiesrecht met stem
plicht en een stelsel van evenredige verte
genwoordiging is vastgelegd, is voor de eer
ste maal door de Tweede Kamer aangenomen
en zal zioh met vrij groote zekerheid laten
aannemen door de Eerste Kamer en herhaal
de malen bekrachtigd worden door de inmid
dels ontbonden en nieuw verkozen Staten-
Generaarl. Er kunnen bij de tweede behande
ling geen wijzigingen meer in aangebracht'
worden. Het nu door de Tweede Kamer aan
genomen stelsel zal dus in de eerste helft van
1918 voor het eerst in werking worden ge
bracht. wij vermoeden, dat wij' dan nog geon
andere partijgroepeering zullen krijgen. Voor
het naast is aan te nemen, dat elke partij met'
eigen candidatenlijsten zal uitkomen. Deze
eerste verkiezing zal ons dan laten zien, hoe
sterk iedere partij in het land ongeveer is,
omdat ook de stemmen der minderheden, die
bij" het tegenwoordig stelsel niet: meetellen
in rekening worden gebracht.
Met het resultaat der stemmen, van vorige
jaTen kan men wel eenige gegevens verkrij
gen, doch die zullen al zeer onvolledig zijn,
omdat men weet hoe de nieuwe kiezers zul
len stemmen. En dat zullen er. nu ieder tot
stemmen verplicht is, heel wat zijn.
Vraag: Ia de postverzending en het pas-
sagiersverkeer naar Amerika nog open en om
de hoeveel tijd vertrekken de booten onge
veer?
Antwoord: Ja, maar niet zoo geregeld
als anders. Zie voor het vertrek van de boo
ten geregeld het Leidsch Dagblad.
Vraag: Heeft een burgemeester het recht
de bons die afgegeven worden voor zeep, rijst,
bruine boonen, bak- en braadvet enz., te la
ten betalen? Is dat volgens de Distributie-
wet 1916?
Antw.: Neen, voor het verstrekken di
bons door of vanwege het dïstributieburcau
wordt niets in rekening gebracht. Eerst bij
ontvangst van do artikelen, waarop do bon
recht geeft, wordt het daarvoor vastgesteld
bedrag betaald.
Vraag: Hoe verwijdert men een zwarto
teervlek uit een donkerrooden, wollen man
tel?
Antwoord: Met. een raengstel van ter
pentijn en eiergeel. Daarmede de vlok insme
ren en laten drogen. Vervolgens uitwasscken
met water, waarin oen klein weinigje zout
zuur.
Jl' Roman naar het Italiaanscb van
f> GRAZIA DELEDDA.
ÏO)
pij komt vandaag bij one thuis; wees niet ruw
tegen hem, bid ik je. En als 't met oom Zua niet
li kken wil, ga ik eerstdaags naar het dorp van
B'.ilore Spanu. Hij hoeft mij beloofd om mij aan
jeen dame voor te stellen, een familielid, de zus
ter van den rector van zijn dorp, een oude, rijke
yrouw, dlo mij misschien een paar duizend lire
Iconen zal. Wil je een likeurtje, Annesa?"
„0, laten we dus hopen," zei ze zuchtend.
hWaar is je vriend nu?"
.,Ik weet het niet, hij heelt me beloofd hier-
heen; te komen," antwoordde Paulu, rondkij
kend.
Intussclien waren zij het kraampje van de
a mandei koeken genaderd.
- Nadat zij naar de kerk waren geweest, hoop
ten zich de mannen alweer om de drankverkoo-
pers heen; en zij waren niet met eon enkel glaas
je tevreden, zo kochten heele flesschen likeur,
'dio zij in gezelschap van vrienden en gasten
dronken tot den laatslen druppel toe. Die man
nen. in huiden gekleed, met lang, vettig haar,
fang en ruw als oermenschen, pas uit wouden
#n bergen gekomen, waren begeerig naar alco
holische en zoete dranken en zij likten zich' de
jippen af met kinderlijken wellust.
Annesa nam van Paulu een glaasje mint aan,
$oen zij bemerkte, dat eenige vrienden van
ffantine haar gadesloegen, deed zij zich treurig
♦o *tijf voor, wat trouwens all# vrouwen sche-
die ap dat oogenblik de kerktójaate door-
Ifapeo.
Plotseling voelde zij een mannenarm om het
middel en zij zag naast zich staan kleine oom
Castigu, met een nieuw pak aan, netjes, vroo-
lijk als een kind.
„Wat," zei hij, Annesa nog steeds vasthou
dend, meteen zich tot Paulu wendend, „je loopt
zoo maar rond zonder de feestcommis9arissen
een bezoek te brengen! Vindt je dat netjes, mijn
kleine don Paulu? Neen, neen, je zult San
Basilio niet willen bcleedigen, door weg te gaan
zonder de heeren te bezoeken. Ik ben er ook
een van, en ik stel belang in uw bezoek. Kom,
Roza, mijn klein Roosje, wil oom Caetigu je
op don arm dragen? Of op den schouder, al#
een klein lammetje?"
„Ik moet naar huis," zei Annesa; „donna
Rachelo wacht op me."
„Jij gaat mee, pili brunda; ik" zal jou
ook op mijn schouder dragen, als je wilt! Kom,
Gantine is vanochtend bij me geweest, hij heeft
het paard medegenomen, om het te laten gra
zen. Is het nog niet terug?"
„Neen, die jongen wordt hoe langer fa*
luier," zei Paulu; „hij doet alles op zijn gemak.-
„Sss!" fluisterde oom Castigu, naar Annesa
wenkend.
Maar zij scheen niet veel op de woorden van
Paulu to letten: zij hield weer het handje vaa
Roza in do hare on zij ging naar de kerk" terug,
vóór de twee mannen uit loopend.
„Over een paar dagen wil ik Gantine "M* da
schorsbewerking in het wond van Lui a se«-
den," hernam de weduwnaar; ij hebben'
voorgesteld hom daarginds werk te geven tot
den zaaitijd toe: boo sal hij t«n minste wat
verdienen.'1
„Ja. bet fa een vrootijke jongen^ ad ootm
Castigu. „Maar we sgn aüemasi vrooAfp?
geweest, toen we jong waren.
rallen, ja£ herfcasW# Paula.
„U ook, ja, mijn beste don Paultjel U wae
zeer opgewekt, nu niet meerl"
„De vogels zijn weggevlogen!" zei Paula
met zijn hand als tot afscheid wuivend. „Ge
vlogen, gevlogen!"
„Komaan! Er zal ar wel eentje overblijven!^
zei de herder met zijn karakteristiek, half dom,
half spottend lachje.
.Laten we hier in de groote keuken binnen
gaan." «N
Zij gingen naar binnen in de groote keuken,
waar de feestcommieearisaen een homerisch
feestmaal bereidden.
„Ohi, Miale Corbu, hier zijn wet" schreeuw
de met trots oom Castigu, vooruitkomend met
Paula aan zijn zqde-
De president van het feestcomité kwam te
voorschijn, uit een dikken en vetten rok, die als
een sluier den achtergrond van de keuken be
dekte. Die man leek inderdaad waardig om door
wolken omgeven te zjjn als een wilde god: oen
reus met een soort rood kenratijf en een broek
van grove zijde, heel breed, meer een gebor
duurd rokje, dat op de wollen rfobkousen hing.
Onder de lange, dubbelgevouwen muta, op zijn
kruin, tassohen twee slieren, fang, met vei ge
smeerd zwart haaf, stak zijn gezicht uit. Het
was roodachtig, mei gebogen arendsneus, brul
lenden baard en scheen in krijt uitgehouwen
te zijn.
Ziende^ dat Panha Becherdrf da samenkomst
van eenvoudige «el arme herdeo met zijn besook
vereerde, gömlachte de president bijna aange
daan «a leidde den fangemart rond door de kan-
kops aa de kamen en tiet- Sem alles zfad afa
poed feest dt» Jear»- nqep Paeate, ea
rieb hem kijkend
feest, door ieder een schaap en een maat tarwe
mee te brengen."
In de groote stookplaatsen brandden heele
eikestammen en in de groote koperen pannen
braadden heele schapen. Eenige mannen, op den
grond gezeten, de gezichten door het vuur ge
schroeid, met door den rook betraande oogen.
deden langzaam heele schapebouten op de
gloeiende kolen aan het spit draaien. Een groo
te hoeveelheid schapevleesch lag als eem roode
massa op de langs de wanden gerangschikte
banken; en in de houten en kurken bakken wa
semden nog de ingewanden uit; hier en daar in
hoopea lagen de zwarte en gele vellen van de
honderd en meer schapen, afgemaakt om San
Basilio, den beschermer van Barunei, waardig
te mogen vieren.
Terwijl Miale Corbu Paulu naar een soort
overdekte galerij bracht, waar een vrouw koffie
en likeuren aan de bezoekers van den president
schonk, ging oom Castigu met Roza en An
nesa naar de kamers naast de keuken.
In een van die kamers zouden de mannen, in
een andere de vrouwen en de kinderen hun mid
dagmaal gebruiken; in een derde, de kamer,
waar de zoetigheden waren, stonden al de taar
tjes, in een andere het brood.
„Wat een broodi Het is genoeg voor honderd
jaor,^ tel Roza, met haar oude-vrouwenstem-
metje, voor de breede mannen stilstaande, vol
witte, glimmende ronde brood en.
„Misschien wal, klein Roosje," zei oom Casti
gu, die naar «Ot woord van het kind met aan
dacht luisterde.
„Wie eet ai dat brood? De boeman?" vroeg
Rosé, Kaar waterhoofd over een der manden
heen buigend. r j
Oom Castigu lachte en legde de kleine meid
uj^ dot de meeste broeden gedurende het feeet-
mtti eouden verat*rd woeden; de restanten
worden aan de bedelaars en trouwe bezoekora,
van den president, uitgedeeld.
„Als je over twee uren terugkomt, Roosje, zal
je zien, dat de menschen meer dan de boeman
eten. Zie, daar komt er een aan, die het vau
den boeman winnen zou
Eén man kwam toon juist binnen: kori en
dik, met vollen, rossigen baard. Hij hield in zijn
hand een rookend stuk gekookt vleesch en.eou
dichtslaand mes; nu en dan nam hij eeif^hap
met de handen en als een spier to hard was
sneed hij hem door met zijn mes, zonder het
vleesch uit zijn mond te halen en hij kauwde
gulzig, terwijl uit zijn donkerblauw o, schitte
rende, koude oogen, een dierlijke wellust sprak'.
„Ja, ik weet het nog," zei Annesa, „verleden
jaar, toen ik hier voorbij ging, terwijl jelui aan
bet eten waart, je leekt allemaal op wolven
Ieder van jelui had een groote schaaL vol vleesch'
op zijn schoot en terwijl hij een snee at. keek'
hij al naar de andere Het was alsof je nooit
een beetje overvloed hadf genoten."
„Het is nu eenmaal feest; men moet eten!"
zei oom Castigu, zonder het kwalijk te nemen.
„Wij eten zelf en we geven anderen te eten.
Daar!"
Een andere herder, joDg, knap, het loshan
gende, roode keurslijf met blauwe linten ver
werd, kwam lachend binnen en bood Annes»
een schaal vol rookend vleesch aan.
„Mooi meisje," zei galant het jonge mensch,
„dit is voor jou.-
„Sanlu Baeile miaf' riep Annesa, de handen
opheffend en zich verschrikt terugtrekkend.
„Alles, wat je daar hebt? Wat doe ik met dat
vlees eb
„Je eet bei epJ" Bei de jongeman met ero-
(Wrafa vOToiftd).