vJZX.'SLÏLZ.'ZS SPSS Tweede Blad. Anno 1917, Eerste Kamer. Tweede Kamer. Ingezonden Vragen en Antwoorden. FEUILLETON. DB KLIMOP. MTo. f7552. vETDSCK DAGBLAD, Vrijdag T8 Mei. yergadering van Woensdag; GRONDWETSHERZIENXNQ. De lieer POLAK vervolgt zijn reeds voor deel vermelde rede. Spr. wijst den twijfel af, die ten opzichte van den schoolstrijd je gens de sociaal-democrat-ie ie geuit. De oooi a-al -democraten willen den Christelijke arbeiders alle geestelijke belangen vrij ge ven, opdat zij dan him materieele belan gen kunnen behartigen. Spr.'s partij stelt goed onderwijs boven alles. Dit is thans slechts door middel van de vrije school te verkrijgen. Het subsidiestelsel stelt de scholen der armen bij die der rijken. De overheid girijpe voortaan slechts maat schappelijk in, niet in den ethoschon en pihilosophisen kant van het onderwijs. In onzen maatschappelijken stinotuur is een ander kiesrecht dan algemeen kiesrecht móet mogelijk. Huismanskiesrecht is niet denkbaar en zou in de practijk weinig van bet individualistisch algemeen kiesrecht verschillen. Spr. vreest met, dat, als gevolg van het evenredig kiesrecht, de gemeenteraden uit gaven zullen voteeren in het belang vaa een deel der burgers. De eer van dit thans in te voeren kies recht, komt niet alleen toe aan de sociaal democratische party, maai* ook aan een deel der liberalen, vrijzinnig-democraten en aan oomité's, die voor dat doel hebben geijverd, 1 De heer VAK HOUTEN kan niet instem den met alles, wat de heer Fokker heeft gezegd. De Eerste Kamer heeft te waken tegen het nemen van overijlde besluiten. De vraag der opportuniteit is thans deels piet meer van belang. Het besluit om thans algemeen kiesrecht in te voeren, is zeker geen overijld besluii Spr. begeert het al gemeen kiesrecht, niet met het oog op voor deel van zjjn partij, maar als recht. De vrouwen hebon in den democratischen j#taaf evenzeer reoht van spreken, dus van kiezen, als de mannen. Evenredig kiesrecht vindt spr. aoo billijk, dat hij tegenstand daartegen niet mogelijk acht. De terugwerkende kracht van het pensioen voor 2de Kamerleden beschouwt spr. als twijfelachtig, maar spr. zal er verder niet over spreken. De financieel© gelijkstelling van. openbaar en bijzonder onderwijs, juicht spr. van harte toe. De heer OOLIJN wil uiteenzetten, op de vraag,van den heer Van der Feite, hoe hij en zijn partij over de onderfrijsspeoifioatie den ken. Zij zullen na deze grondweffeherziening blijven strijden voor gelijkstelling van open- baar en bijzonder onderwijs. Het nieuwe grondwetsartikel kan den vrede niet bren gen, maar alleen de nieuwe schoolwet. Art, 192 geeft hoogstens een wapenstilstand. Met !do aanneming van die wet, ook tegen de re dactie van art. 192 heeft spr. bezwaar, maar daarover kan spr. heenstappen. Die redactie staat evenwel niet in den weg aan de verwezenlijking van spr.'s Ideaal van volksonderwijs. De practijk k&n worden.: bijzondere schoolregel, openbar© «choolaanvuDing. Art. 192 staat daaraan niet in den weg. De redactie van art. 192 t. o. v. het middelbaar onderwijs is te zwak. Spr. kan geen vertrouwen koesteren, I gezien hetgeen hem tót nu toe is gebleken. 6pr. hoopt, dat ook te dien aanzien vrede mogelijk zal zijn. maar spr. is niet gerust. Bij de linksche partijen zijn onder hen, die j pacificatie willen sommigen, die thans van het gezeur af willen, en anderen, die de gelijkstelling een rechtskwestie achten. Is men niet overtuigd, dat er onrecht1 te her jet ellen walt, dan zal de pacificatie nooit i komen. Onder 3lle linksche partijen zijn mensohen (die van harte de eerlijke gelijkstelling wen- Bchen, zij het ook, dat dit neiging daartoe bij de Vrijzinnig-Democraten het sterkst is. Ook na het compromis zullen spr.'s geest verwanten sturen In de richting van brjzon- der onder wijs hoofdzaak, openbaar onderwijs bijzaak, gelijkstelling van middelbaar en hooger onderwijs, mot inachtneming van de bijzondere positie daarvan t. o. v. het volks onderwijs. gpr.'s partij behoudt het recht hun beginselen ingang te doen vinden; of dit scherp sal gaan, hangt af van de nieuwe schoolwel Zijn er overwinnaars en overwonnenen bij de nieuwe schoolwel dan vreest spr., dat er geen .vrede zal zijn. Het is in hoofdzaak het gevoelen van de Anti-Revolu (ionnaire party. Zjj wenscht een einde te zien aan den politieken soli ooistri jd. Zij vreest den strijd niet. De heer STORK gaat accoord met het algemeen kiesrecht en met de fmancieele' felijkstelling" van openbaar en hijzonder on- erwrjs. Het nieuwe Grondwetsartikel moet loyaal worden uitgevoerd. Zeiven zullen de vrij-liberalen medewerken. Aan de voorstel len van de Bevredigingseommissie is men niet gebonden. Ook de rechterzijde is gan de pacificatie niet gebonden. Er is geen sprake van concessie, maar van recht of onrecht. Een al te groote afscheiding op het gebied van middelbaar en hooger onderwijs, acht spr. ongewenscht. Ten aanzien van het pensioen aan Tweede-Ka mer-loden vereenigt spr. zich grootendeels met de verdediging daarvan door den heer Polak. Het evenredig kiesrecht acht spr. alleen dan goed, wan neer het sterk gecentraliseerd ia Spr. keurt het stemmen op lijsten af. Het is van belang, dat het volk een man als zijn vertegenwoor diger voelt Er zal geen band meer met het district xftn. Spr. ontwikkelt nader dit be zwaar tegen het stelsel van evenredige ver tegenwoordiging. De heer HOFFMANS zal alleen, omdat de Regeering verband heeft gelegd fcus- schen de artikelen 80 en 192, jambon stem men vóór art. 80. Spr. ontkent voorts, dat het openbaar onderwijs norm zal zijn. Ek moet komen een onderlinge wedijver om het beste onderwijs te geven. De MINISTER LVAN BENNENLANDSCHB ZAKEN verklaart, dat het stellige voorne men der Regeering in de periode, die na de ontbinding der-Kamer volgt, is s;een poli tieke wetten in te dienen. Maar ae finan- cieele voorziening kan niet wachten. Spr. kan zich niet laten welgevallen, dat dit Ka binet een concentratie-kabinet Is. Hij ba- strijdt voorts de meening, dat ontbinding op termijn een „expediënt laag allooi" aou zijn. Een advies inzake den ontbindingstermijm als in de bladen vermeld, is niet uitgegaan. De Minister verdedigt verder nog de ont binding op termen als niet in strijd met den geest van de Grondwet noch met de letter van de artikelen 73 en 104 der Grondwet. Wat het pensioen betreft, hoofdzaak fa, daj dit is in het algemeen belang. Spr. meent, dat geen enkel lid zijn stem zou latéo bepalen door de gedachte van persoonlijk belang. Maar hij kan zeer goed begrijpen, dat anderen eenigszins pessimistischer daarover denken. Spr. kan* niet ontkennen, dat de sociale politiek in de gemeentebesturen wel een3 ai te eenzijdig op den voorgrond kan treden. Eerlang zal dus moeten worden overwogen of door wetswijziging daartegen moet worden gewaakt en of door deze Grond wetsherziening de urgentie van de finan- rieele verhouding tusschen Rijk en gemeen, ten nog niet grooter wordt. Een herveraeeling van de zetels naar dei provinciën zou tot allerlei politieke bereke ningen aanleiding kunnen geven. wat de hoofdzaak betreft, het is nooit' 's Ministers standpunt geweest, dat tegen over de inwilliging van den wensch van links, inzonderheid van de sociaal-democra ten, staat een vrijgevigheid jegens rechts. Het algemeen kiesrecht en de daarmede samenhangende evenredige vertegenwoordi ging zijn zaken van eminent algemeen belang. Op verzoek van den heer KAPPEYNB YAN DE COPPELLO werd ten slotte ge stemd. De voorstellen tot Grondwetsherziening zijn daarop met algemeene, 3?, stommen aangenomen. Veel leden wenschten den Minister van Binnenlandsche Zaken geluk. De vergadering werd verdaagd tot Vrij dagnamiddag. Zitting van Woensdag. Voortgegaan wordt met behandeling van het wetsontwerp tot ontginning van steen- zout bij Buur&se. De heer VAN GROENENDAAL had ge meend, dat ook do betrokken gemeenten zouden genieten van de zoutexploitatie. Waarom de bevoordoeling van enkele ex ploitanten 1 Ook vraagt spr. nader inlich tingen over het gevaar van verzakking. Spr. acht uitstel van behandeling van het wetsontwerp gewenscht. De heer VAjN DOORiN meent, Sat het niet aangaat, dat de Regeering bij het oon- tract haar eigen rechterlijke macht uitsluit bij geschillen en daarvoor abitrage heeft gekozen. Ook deze spreker critiseert'de on voldoende toelichting. De MINISTER VAN L., N. en H. meen de, dat het ontwerp voldoende was toege licht. Wat betreft al of niet afvoering van dit ontwerp van de agenda, wijet spr. er op, dat de onvoldoende aanvoer van zout de zaak urgent maakt, zoodat spoedige afdoe ning gewenscht is. Het advies van den mijnraad is spr. intusschen niet geneigd over te leggen. Tegenover rapporten van deskundigen, tot Kamerleden gericht, stelt spr. de rapporten van zijn adviseur, die het graven van schachten (mijnbouw) onge wenscht acht. De gelegenheid, om zout te winnen, moet worden aangegrepen. Laat men niet gaan uitstellen. Wil men cht ont werp niet, dan verwerp© men het, dan weet spr. waar hij aan toe is; wil men het wel, laat de Kamer hot dan nu ook in be handeling nemen. Het is bovendien geen vraagstuk van belang alleen voor den cri sistijd, maar ook daarna. De heer VAN BERESTEYN stelt voor tot «horsing der beraadslaging over te gaan. De heer NOLENS meent, dat de Minister in dit geval misschien beter gedaan had tot exploitatie krachtens de Mijnwet te doen overgaan. Spr. wijst op een spoedige be slissing in verband met de tijdsomstandig heden. Spr. raadt den Minister zelfs het ontwerp in te trekken en gebruik te maken van zijn bevoegdheid om concessie te ver- leenen krachtens de Mijnwet. De heer DU YS wijst'op het belang van Staatsexploitatie zooals zijn motie bedoelt en bij uitstel der behandeling kan worden overwogen, doch anders wordt belet. Do MINISTER VAN L., N. en H. merkt op, dat Staatsexploitatie in deze omstandig heden minder gewenscht is. Bij het contract bestaat gelegenheid na 16 jaren het ge- heele bedrijf aan den Staat te trekken. Gestemd wordt over het voorstel-Bere- steyn tot schorsing der beraadslaging het welk met 38 tegen 27 9temmen wordt vér- worpen. De heer VAN DOORN critiseert scherp de houding van den Minister, die eenvoudig degelijke inlichtingen weigert. Welke re den bestaat er het technisch advies van den mijnraad niet aan de Kamer mee te deelent De zaak is reeds zoolang in voor bereiding. Waarom dan nu blijkbaar ineens die haast 1 De heer NOLENS ontraadt Staatsexploi tatie om de risico aan het bedrijf verbon den. Do heer DUTS repliceert verdedigt Staatsexploitatie. Moet dit afstuiten op den bureaucratischen rompslomp 1 Waarom de exploitatie aan enkele particulierent En dan de onvoldoende toelichting, het doordrijven tot spoedige afhandeling. De heer VISSER VAN IJZENDOORN zal tegen de motie-Duys zoowel als tegen het ontwerp stemmen. De heer BERESTEYN zal voor do motie- Duys en tegen het ontwerp stemmen. De MINISTER merkt op, dat bet ver 1 oe nen van meerdere concessies toch niet tot concurrentie zal leiden. Hij herhaalt dat Staatsexploitatie te riskant is. Do motie-Duys komt in stemming en wordt met 36 tegen 30 stemmen verwor pen. De heer DE 3AVORNIN LOHMAN zegt, dat bij verwerping de Minister bevoegd blijft op eigen verantwoordelijkheid con cessies te verleenen. Do heer SCHAPER komt daartegen op, de Minister kan dan met een ander plan voor den dag komen. Gestemd wordt vervolgens over het ont werp, dat met 21 tegen 43 steramen wordt verworpen. Hierop is aan de orde heb wetsontwerp tot aankoop van terrein voor het gebouw Bureau voor den inchistrieelen eigendom. De hcor VAN BERESTEYN pleit voor een stelselmatige uitbreiding van do ge bouwen der Rijksdiensten, welke in elk:\ar3 nabijheid behooren te blijven. Spr. verde digt zijn motie, uitsprekende, dat bij het stichten of inrichten van gebouwen der de partementen van algemeen bestuur, een algemeen werkplan gevolgd zal worden. De motie zal op nader te bepalen dag worden behandeld. De heer KETELAAR acht het gekozen terrein wel geschikt, doch laat men niet al die gebouwen bij elkaar doen plaatsen, ock niet voor het aanzien van de stad. Spr. ver- de (Kgt het ontwerp. De MINISTER verdedigt eveneens met een enkel woord het ingediende ontwerp. De stemming zal Dinsdag a.s. plaats heb ben. De vergadering wordt thans tob Dinsdag halftwaalf verdaagd. Da Steenhouwersstaking. Mjjnbear de Redaoteur. Alhoewel vaat besloten niet meer ie ant woorden op allen mogelgken onzin, dien de Centr. Bond nog tal uitkraaien gedu rende de staking, eisoht het berioht van gisteren eenige opheldering. Bij ons is geen steenhouwerspatroon P. J. de Graaf bekend. Wel een De Graaf, die alléén zelfstandig mag werken, en wien zelfs het in-dienst-nemen van een loopjon gen bij de wet verboden 13, zoolang hij zioh niet onderwerpt aaa- de eischen, door die wet aan den werkgever gesteld, en die in hoofdzaak door den Ceotr. Bond zijn tot stand gebracht. .Waar dus geen staking kan ontstaan, is het onnoodig d'eze bij monde van Uw blad op te heffen. Wel begrijpen wij de kopstukken van den Centr. Bond niet, -die altijd zoo gaarne op den voorgrond treedt, als het gaat om tot-stand-brengen van arbeidsvoorwaarden, een 'overeenkomst afsluit met iemand, 'Hie werkt in strijd met hun organisatie. Wat moet men nu denken van dien Bond, die in één dag afbreekt, waaraan hij jaren heeft moeten werken, om het tol ataod to krijgen De handelwijze van den heer De Graaf wordt er niet beter op, om zich te Ieenen zulke dwaasheden te teekenen. Algemeen Is het bekend, dat door onze werklieden, na den wettelijken werktijd, of door een werklooze eenige dagen hulp werd Verleend in dienst van De Graaf. Dat daarbij de gezellen hun eigen be langen in den weg staan, hebben wij nooit kunnen begrijpen; enfin, als de leiders niet ontwikkelder zijn, kan men van de volge lingen niet beter verwaohten. Nog eens, voor den heer De Graaf wordt zijn toestand niet beter door samen te wer ken met den Bond. Wij lijn nu benieuwd welk Offer hij nu weer op het oog heeft, om zjjn aotio door te voeren. U nogmaals dankend .voor de plaatsing, De Deidsohe Steen houwerspatroons. Leiden, 15 Mei 1917. Opgave van Personen, die zich te Lelden hebben gevestigd. J. Koolwijk, arbeider 8. 8., Heynsius- straat 4 M. A. A. van Ejjk, dienstbode, Joubertetraat 1* Mej. A. M. Speohen- brinck, Haarlemmerstraat 100 A. L. Teunissen, dienstbode, Bneestraat 1&8 Mej. L. J. N. Kloet, Aloëlaan 43 a Mej. E. H. M. Varen-brink, StorHiouderslaan 34 M. L. J. van Es, onderwijzeres, Hooge- woend 37 W. 0. van der Ylist, leerl. nat. lob,, Jan van Houtkade 16 B 3. M. Alt, dienstbode, Rijnsburger sin gel 17 Mej. A. B. P. van Wijk, Begijnhof la A. Kuyer en gezin, arts officier van ge zondheid, Botermarkt 28 H. Klaver en vrouw, kok, Nieuwe Rijn 29 Mej. G. M. P. Matsen, Zoete rw. Singel 16 M. H. A. van Scbie, dienstbode, Plantage 8 M. A. Driesen, huishoudster, Aloëlaan 11 F. van Vliet, dienstbode, Oude 8ingel 118 0. van Arkel, amid, Ütr. Jaagpad 53 J. j A. Vijzelenberg, bakker, Kaarsenmakor- straat 18 J. J. Heijne, kapper, Alcxao- derstraat 44 L. M. Günther, dienstbode, Nieuwe Rijn 80 J. Arbouw, Paradijs- steeg 68 H. J. A. van Gieeen, incasseer der, Garenmarkt 2 a J. F. van Es, gla zen wasseher, Oude Singel 240 Mej. L. M. H. in den Bosch, Sophiastraat 36 Mcvt. J. LobigsGoofens en gezin. Lange Mare 39 Mej. E. M. M. van Oosten, Hooi gracht 22 Mej. W. A. Buts, Hooge Rijn dijk 2 a M. J. van Pariden, dienstbode, Heerenstraat 43 Mej. H. van den Burg, Plantsoen 85 D. Haas, dienstbode, Rijn straat 22 Mevr. de Wed. 0. L. van LanterenMostertma-n, Hoogewoerd 150 M. P. A. Lek en gezin, groentenhandelaar, Korenbrugsteeg 1. Moj. L. van Koon, Stille Rijn 13 0. Kellenbach, zwemon derwijzer©®, Hooge Rijndijk 138 a Mej. J. Ndemeyer, Stadhouderslaan 33 E. Molt en gezin, hoofdonderwijzer, Hooge Rijndijk 64 A. J. Levinson en vrouw, bootsman, Mare8ingei 27 W. Zandbergen, dienst bode. Breestraat 140 R. Mosselman, landbouwer, Willem straat 8 Mevr. G. van der Kloot—Van Konijnenburg, Dief- steeg 10 E. A. de Goede, Jan van Goyen- kade 21 0. Paardekooper, schippers knecht, Oranjegracht 41 A. Kam, Nieuw- steeg 39 J. H. Zalmann, Nieuwabeeg 27 a Vraag: Men leest tegenwoordig zooveel over evenredige vertegenwoordiging. Kunt TJ. nrtf misschien ook zeggen of dit stelsel reeds door de 2e Kamer is aangenomen en zoo ja, wanneer het dan in werking zal treden? Zal men daardoor ook een andere partij groepee ring verkrijgen en hoe kan men de juisto ge gevens verkrijgen om. naar evenredigheid de partijen in te deelen? Antwoord: De grondwetsherziening, waarin ook het algemeen kiesrecht met stem plicht en een stelsel van evenredige verte genwoordiging is vastgelegd, is voor de eer ste maal door de Tweede Kamer aangenomen en zal zioh met vrij groote zekerheid laten aannemen door de Eerste Kamer en herhaal de malen bekrachtigd worden door de inmid dels ontbonden en nieuw verkozen Staten- Generaarl. Er kunnen bij de tweede behande ling geen wijzigingen meer in aangebracht' worden. Het nu door de Tweede Kamer aan genomen stelsel zal dus in de eerste helft van 1918 voor het eerst in werking worden ge bracht. wij vermoeden, dat wij' dan nog geon andere partijgroepeering zullen krijgen. Voor het naast is aan te nemen, dat elke partij met' eigen candidatenlijsten zal uitkomen. Deze eerste verkiezing zal ons dan laten zien, hoe sterk iedere partij in het land ongeveer is, omdat ook de stemmen der minderheden, die bij" het tegenwoordig stelsel niet: meetellen in rekening worden gebracht. Met het resultaat der stemmen, van vorige jaTen kan men wel eenige gegevens verkrij gen, doch die zullen al zeer onvolledig zijn, omdat men weet hoe de nieuwe kiezers zul len stemmen. En dat zullen er. nu ieder tot stemmen verplicht is, heel wat zijn. Vraag: Ia de postverzending en het pas- sagiersverkeer naar Amerika nog open en om de hoeveel tijd vertrekken de booten onge veer? Antwoord: Ja, maar niet zoo geregeld als anders. Zie voor het vertrek van de boo ten geregeld het Leidsch Dagblad. Vraag: Heeft een burgemeester het recht de bons die afgegeven worden voor zeep, rijst, bruine boonen, bak- en braadvet enz., te la ten betalen? Is dat volgens de Distributie- wet 1916? Antw.: Neen, voor het verstrekken di bons door of vanwege het dïstributieburcau wordt niets in rekening gebracht. Eerst bij ontvangst van do artikelen, waarop do bon recht geeft, wordt het daarvoor vastgesteld bedrag betaald. Vraag: Hoe verwijdert men een zwarto teervlek uit een donkerrooden, wollen man tel? Antwoord: Met. een raengstel van ter pentijn en eiergeel. Daarmede de vlok insme ren en laten drogen. Vervolgens uitwasscken met water, waarin oen klein weinigje zout zuur. Jl' Roman naar het Italiaanscb van f> GRAZIA DELEDDA. ÏO) pij komt vandaag bij one thuis; wees niet ruw tegen hem, bid ik je. En als 't met oom Zua niet li kken wil, ga ik eerstdaags naar het dorp van B'.ilore Spanu. Hij hoeft mij beloofd om mij aan jeen dame voor te stellen, een familielid, de zus ter van den rector van zijn dorp, een oude, rijke yrouw, dlo mij misschien een paar duizend lire Iconen zal. Wil je een likeurtje, Annesa?" „0, laten we dus hopen," zei ze zuchtend. hWaar is je vriend nu?" .,Ik weet het niet, hij heelt me beloofd hier- heen; te komen," antwoordde Paulu, rondkij kend. Intussclien waren zij het kraampje van de a mandei koeken genaderd. - Nadat zij naar de kerk waren geweest, hoop ten zich de mannen alweer om de drankverkoo- pers heen; en zij waren niet met eon enkel glaas je tevreden, zo kochten heele flesschen likeur, 'dio zij in gezelschap van vrienden en gasten dronken tot den laatslen druppel toe. Die man nen. in huiden gekleed, met lang, vettig haar, fang en ruw als oermenschen, pas uit wouden #n bergen gekomen, waren begeerig naar alco holische en zoete dranken en zij likten zich' de jippen af met kinderlijken wellust. Annesa nam van Paulu een glaasje mint aan, $oen zij bemerkte, dat eenige vrienden van ffantine haar gadesloegen, deed zij zich treurig ♦o *tijf voor, wat trouwens all# vrouwen sche- die ap dat oogenblik de kerktójaate door- Ifapeo. Plotseling voelde zij een mannenarm om het middel en zij zag naast zich staan kleine oom Castigu, met een nieuw pak aan, netjes, vroo- lijk als een kind. „Wat," zei hij, Annesa nog steeds vasthou dend, meteen zich tot Paulu wendend, „je loopt zoo maar rond zonder de feestcommis9arissen een bezoek te brengen! Vindt je dat netjes, mijn kleine don Paulu? Neen, neen, je zult San Basilio niet willen bcleedigen, door weg te gaan zonder de heeren te bezoeken. Ik ben er ook een van, en ik stel belang in uw bezoek. Kom, Roza, mijn klein Roosje, wil oom Caetigu je op don arm dragen? Of op den schouder, al# een klein lammetje?" „Ik moet naar huis," zei Annesa; „donna Rachelo wacht op me." „Jij gaat mee, pili brunda; ik" zal jou ook op mijn schouder dragen, als je wilt! Kom, Gantine is vanochtend bij me geweest, hij heeft het paard medegenomen, om het te laten gra zen. Is het nog niet terug?" „Neen, die jongen wordt hoe langer fa* luier," zei Paulu; „hij doet alles op zijn gemak.- „Sss!" fluisterde oom Castigu, naar Annesa wenkend. Maar zij scheen niet veel op de woorden van Paulu to letten: zij hield weer het handje vaa Roza in do hare on zij ging naar de kerk" terug, vóór de twee mannen uit loopend. „Over een paar dagen wil ik Gantine "M* da schorsbewerking in het wond van Lui a se«- den," hernam de weduwnaar; ij hebben' voorgesteld hom daarginds werk te geven tot den zaaitijd toe: boo sal hij t«n minste wat verdienen.'1 „Ja. bet fa een vrootijke jongen^ ad ootm Castigu. „Maar we sgn aüemasi vrooAfp? geweest, toen we jong waren. rallen, ja£ herfcasW# Paula. „U ook, ja, mijn beste don Paultjel U wae zeer opgewekt, nu niet meerl" „De vogels zijn weggevlogen!" zei Paula met zijn hand als tot afscheid wuivend. „Ge vlogen, gevlogen!" „Komaan! Er zal ar wel eentje overblijven!^ zei de herder met zijn karakteristiek, half dom, half spottend lachje. .Laten we hier in de groote keuken binnen gaan." «N Zij gingen naar binnen in de groote keuken, waar de feestcommieearisaen een homerisch feestmaal bereidden. „Ohi, Miale Corbu, hier zijn wet" schreeuw de met trots oom Castigu, vooruitkomend met Paula aan zijn zqde- De president van het feestcomité kwam te voorschijn, uit een dikken en vetten rok, die als een sluier den achtergrond van de keuken be dekte. Die man leek inderdaad waardig om door wolken omgeven te zjjn als een wilde god: oen reus met een soort rood kenratijf en een broek van grove zijde, heel breed, meer een gebor duurd rokje, dat op de wollen rfobkousen hing. Onder de lange, dubbelgevouwen muta, op zijn kruin, tassohen twee slieren, fang, met vei ge smeerd zwart haaf, stak zijn gezicht uit. Het was roodachtig, mei gebogen arendsneus, brul lenden baard en scheen in krijt uitgehouwen te zijn. Ziende^ dat Panha Becherdrf da samenkomst van eenvoudige «el arme herdeo met zijn besook vereerde, gömlachte de president bijna aange daan «a leidde den fangemart rond door de kan- kops aa de kamen en tiet- Sem alles zfad afa poed feest dt» Jear»- nqep Paeate, ea rieb hem kijkend feest, door ieder een schaap en een maat tarwe mee te brengen." In de groote stookplaatsen brandden heele eikestammen en in de groote koperen pannen braadden heele schapen. Eenige mannen, op den grond gezeten, de gezichten door het vuur ge schroeid, met door den rook betraande oogen. deden langzaam heele schapebouten op de gloeiende kolen aan het spit draaien. Een groo te hoeveelheid schapevleesch lag als eem roode massa op de langs de wanden gerangschikte banken; en in de houten en kurken bakken wa semden nog de ingewanden uit; hier en daar in hoopea lagen de zwarte en gele vellen van de honderd en meer schapen, afgemaakt om San Basilio, den beschermer van Barunei, waardig te mogen vieren. Terwijl Miale Corbu Paulu naar een soort overdekte galerij bracht, waar een vrouw koffie en likeuren aan de bezoekers van den president schonk, ging oom Castigu met Roza en An nesa naar de kamers naast de keuken. In een van die kamers zouden de mannen, in een andere de vrouwen en de kinderen hun mid dagmaal gebruiken; in een derde, de kamer, waar de zoetigheden waren, stonden al de taar tjes, in een andere het brood. „Wat een broodi Het is genoeg voor honderd jaor,^ tel Roza, met haar oude-vrouwenstem- metje, voor de breede mannen stilstaande, vol witte, glimmende ronde brood en. „Misschien wal, klein Roosje," zei oom Casti gu, die naar «Ot woord van het kind met aan dacht luisterde. „Wie eet ai dat brood? De boeman?" vroeg Rosé, Kaar waterhoofd over een der manden heen buigend. r j Oom Castigu lachte en legde de kleine meid uj^ dot de meeste broeden gedurende het feeet- mtti eouden verat*rd woeden; de restanten worden aan de bedelaars en trouwe bezoekora, van den president, uitgedeeld. „Als je over twee uren terugkomt, Roosje, zal je zien, dat de menschen meer dan de boeman eten. Zie, daar komt er een aan, die het vau den boeman winnen zou Eén man kwam toon juist binnen: kori en dik, met vollen, rossigen baard. Hij hield in zijn hand een rookend stuk gekookt vleesch en.eou dichtslaand mes; nu en dan nam hij eeif^hap met de handen en als een spier to hard was sneed hij hem door met zijn mes, zonder het vleesch uit zijn mond te halen en hij kauwde gulzig, terwijl uit zijn donkerblauw o, schitte rende, koude oogen, een dierlijke wellust sprak'. „Ja, ik weet het nog," zei Annesa, „verleden jaar, toen ik hier voorbij ging, terwijl jelui aan bet eten waart, je leekt allemaal op wolven Ieder van jelui had een groote schaaL vol vleesch' op zijn schoot en terwijl hij een snee at. keek' hij al naar de andere Het was alsof je nooit een beetje overvloed hadf genoten." „Het is nu eenmaal feest; men moet eten!" zei oom Castigu, zonder het kwalijk te nemen. „Wij eten zelf en we geven anderen te eten. Daar!" Een andere herder, joDg, knap, het loshan gende, roode keurslijf met blauwe linten ver werd, kwam lachend binnen en bood Annes» een schaal vol rookend vleesch aan. „Mooi meisje," zei galant het jonge mensch, „dit is voor jou.- „Sanlu Baeile miaf' riep Annesa, de handen opheffend en zich verschrikt terugtrekkend. „Alles, wat je daar hebt? Wat doe ik met dat vlees eb „Je eet bei epJ" Bei de jongeman met ero- (Wrafa vOToiftd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5