Eerste JBlad. A°. 1917. (Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Onder onze Vroede Vaderen. H». 17547 "Vrijdag 11 IVTei. LEIDSCH PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 15 regels /1.05. Iedere regel meer f 0.20. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oente contant; elk tiental woorden meer 10 Oenta. Incasso vólgen.3 pootrecht. Bewijsnummer 6 Gents. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maanden ƒ1.60; per week. f 0.12. Bniten Leiden en waar agenten gevestigd sijn per week. 1 0.12. Franco per post2 (Hticieele Kennisgevingen. UITGIFTE BONS. De Burgemeester der gemeente Leiden fcrengt ter algemeene kennis, dat voor de week van Zaterdag 12 tot en met Vrijdag t!8 Mei geldig wordt verklaard BON No. B 32 voor 3 K.G. AARDAPPELEN. BON No. B 33 voor 1 ONS RIJST, BON No. B 31 voor 1. ONS GORT. BON No. B 35 voor 1 ONS GROENE ERWTEN. BON No. B 36 voor ONS BAK EN BRAADVET. DN No. B 37 voor 2 ONS BLIK SPINAZIE. BON No. B3S voor 1 ONS ZEEP. DE VORIGE BONS ZIJN HIERMEDE «jN GELDIG. De Burgemeester voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR. Leiden, 11 Mei 1917. BROODDISTRIBUTIE. De Burgemeester der gemeente Leiden brengt nogmaals onder de aandacht, dat ♦het UITDRUKKELIJK IS VERBODEN brood af te leveren of in ontvangst te ne- ,men op andere broodbons dan afkomstig van broodkaarten, geldig voor de loopemlc weck. Bi,i overtreding van dit voorschrift zullen ide betrokken bakkers worden voorgedra gen- voor UITSLUITING, overeenkomstig art. 20 der brooddistributieregeling, ter wijl aan personen, die brood betrekken op bons, die niet voor de ,,loopende week" geldig zijn, geen nieuwe broodkaarten ineer zullen worden verstrekt. De Burgemeester voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR. Leiden, 11 Mei 1917. DISTRIBUTIEREGELING VAN HUIDEN EN LEDER. De Burgemeêster van Leiden brengt ter kenms van belanghebbenden, dat de Minis ter van Landbouw, Nijverheid en Handel, gezien art. 8, le lid der Distributiewet 1916, bij beschikking van 3 April en 5 Mei 1917 heeft goedgevonden, ingaande 5 Mei j.l. vast te stellen, de volgende DISTRIBU TIEREGELING VOOR HUIDEN EN LE DER. Artikel 1. (1). Er wordt opgericht een Rijksdistributiekantoor voor huiden en le der (na te noemen R. D. II. L.) (2.) Voor de toepassing dezer regeling worden onder „huiden" tevens verstaan „vellen". Artikel 2. (1) Slachters inogen huiden, afl komstig van door hen geslachte paarden, runderen en kalveren niet afleveren, dan aan ingeschreven Huidenclubs of aan inge schreven handelaren. (2) Slachters van schapen mogen huiden, afkomstig van door hen geslachte schapen, niet afleveren dan aan ingeschreven sclia- penblooters. Deze aflevering kan, onder verantwoordelijkheid van den slachter en na verkregen goedkeuring van het R. D. H. L., geschieden door tusschenkomst van in geschreven huidenclubs of ingeschreven handelaren. Schapenblooters mogen scha penhuiden niet afleveren dan aan ingeschre ven huidenclubs, aan ingeschreven hande laren of aan ingeschreven looiers. (3) Slachters on schapcnblooters vorderen van iedere aflevering van huiden oen gespeci ficeerd ontvangstbewijs. Bijaldien de afleve ring van sehapenhuiden aan schapenblooters, onder goedkeuring van het R. D. EL L., plaats vindt door tusschenkomst van een ingeschre ven huïdonclub of ingeschreven handelaar, wordt het ontvangstbewijs desniettemin af gegeven door den scbapenblooter, onder uit drukkelijke vermelding nochtans van die tus schenkomst. Artikel 3. (1) Het verzoek tot inschrijving van een Jluidcnclub, van een handelaar en van een schapcnblootcr wordt door belang hebbende gericht tot liet R. D. H. L. (2) net verzoek behoort to zijn vergezeld van een opgavo betreffende: a. de namen en woonplaatsen van liet hoofd of de hoofden der onderneming, of, is do ondernoming een naamloozc vennoot schap of coöperatieve vereeniging, van don directeur of persoon met de leiding belast; b. de perceclen, waar de inrichting, waarin de onderneming wordt uitgeoefend, geves tigd ie, alsteede haar opslagplaatsen, maga- sijnen, e.d.; c. de huidenvoorraad gespecifieerd naar de soorten en onder opgave van het gewicht en de plaatsen, waar deze zijn opgeslagen. (3) Bijaldien tegen toelating g9cn 'bezwa ren bestaan, wordt daarvan aan den verzoe ker mededeeling gedaan onder opgave van het bedrag der bankgarantie, die do'ór hem zal moeten worden gesteld. De ingeschrevene is verplicht een verkla ring te onderteekenen, waarin hij, onver minderd dè toepassing der strafbepalingen van de D. W. 1916 zoo daartoe termen zijn, bij overtreding der op hem rustende verplich tingen, het R. D. H. L. bevoegd verklaart: lo. de gestelde zekerheid geheel of gedeel telijk verbeurd te verklaren en tot aanvulling van de zekerheid tot het beloop van de sclia- do aan de distributie door die overtreding veroorzaakt, voor zoover dezo het bedrag der gestelde zekerheid te boven gaat; 2o. zijn inschrijving te schorsen of te schrappen; een en ander onverminderd het recht van beroep op den Minister van Landbouw, Nij verheid en Handel. (4) Van een inschrijving, als in het vorige lid bedoeld, geeft het R. D. H. L. kennis door een mededeeling in de Ncderlandsehe Staats courant. (5) De inschrijving geschiedt onder voor. waarde, dat voor elke huid, welke door de Huidenclub of den handelaar wordt verant woord overeenkomstig art. 5, 2e lid, een door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel te bepalen bedrag aan het R. D. H. L. wordt afgedragen. Dit bedrag is be paald op; f 0.10 voor ieder, overeenkomstig art. -5, 2de lid te verantwoorden schapenvel; f 0.25 voor iedere, overeenkomstig art. 5, 2de lid te verantwoorden paarden-, run der- of kalverhuid. (G) Een eventueel batig saldo van het R. D. H. L. wordt in 's Rijks schatkist ge stort. Artikel 4. (1) Iedere slachter doet wekelijks aan het bestuur der gemeente, waar zijn slachterijis gevestigd, gespecificeerde opgave van het aantal stuks vee, dat door hem werd geslacht en van de aflevering der door zijn toedoen gevallen huiden onder bijvoeging der ontvangstbewijzen, in art. 2, 3e lid, bedoeld. (2) Iedere schapenblooter doet wekelijks aan het bestuur der gemeente zijner inwo ning opgave van het aantal der door hem af geleverde huiden onder bijvoeging der ont- vangstbewyzep in art. 2, 3e lid, bedoeld. Artikel 5. (1) Ieder gemeentebestuur doet wekelijks opgave aan het R. D. H. L-., van» het aantal in zijn gemeentegevallen huiden, onder opgave van de namen der "in geschreven Huidenclubs en ingeschreven han delaren, resp. schapenblooters, aan wie, en tot welk aantal.aan ieder, die huiden werden afgeleverd. (2) Iedere ingeschreven Huidenclub, iedere ingeschreven handelaar en iedere in geschreven schapenblooter doet wekelijks op gave aan het R. D. H. L. uit welke gemeen ten, en tot welk aantal uit iedere gemeente, hem huiden worden afgeleverd. Artikel 6. (1) Ingeschreven huiden clubs en ingeschreven handelaren leveren huiden niet af dan gezouten, overeenkom stig de eischen van het werk en aan inge schreven looiers. Het R. D. EL L. is be voegd, onder daarbij te stellen voorwaarden, een handelaar toe te staan, zijn huiden in stede van gezouten aan looiers hetzij gezou ten, hetzij gedroogd aan ingeschreven hui denclubs* of ingeschreven handelaren af te leveren. (2) De prijzen, waartegen deze aflevering ten hoogste zal mogen geschieden, worden door den Minister van Landbouw, Nijverheid, en Handel vastgesteld. Deze prijzen zijn vastgesteld als volgt: Vaarzen- en ossenhuiden 47 cent per K.G. versch gewicht; Koehuiden 45 cents per K.G., versch gewicht. Stierhuiden 42 oenfc per Va K.G., versch gewicht; voor licht beschadigde huiden wordt ieder dezer prjjzen met 1 cent, voor beschadig de huiden met 2 cent en voor .wormhuiden met 3 cent per V2 K.G. verminderd, een en ander overeenkomstig de bestaande han delsgebruiken. (3) Het verzoek tot inschrijving van looiers wordt door belanghebbenden gericht tot het R. D. H. L. Het verzoek behoort te zijn vergezeld van een opgavo betreffende: a. do namen en woonplaatsen van "het hoofd of de hoofden der onderneming, of, is de onderneming een naanüooze vennoot schap of coöperatieve vereeniging, van den directeur of persoon met de leiding belast; b. do jperceelen,\vaar dc inrichting, waar in de onderneming wordt uitgeoefend, geves tigd is, alsmede haar opslagplaatsen, ma gazijnen e. d.; c. de huidenvoorraad, gespecificeerd naar de soorten -den onder opgave van gewicht, zoomede of zy ongelooid, in bewerking d? gelooid zijn in do plaats,^ $vaar zij zich bevinden; d. de voorraad looistoffen, gespecificeerd naar de soorten. Aan de inschrjjving van een 'looier^ worden door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel voorwaarden verbon den, waaronder het stellen eener bankga rantie. De ingeschrevene is verplicht, een ver klaring te onderteekenen, waarin hij, onver minderd de toepassing der strafbepalingen van de D. W. 1916, zoo daartoe termen zijn, bij overtreding der op hem rustende ver plichtingen, het R. D. H. -L. bevoegd ver klaart: lo. de gestelde zekerheid geheel of ge deeltelijk verbeurd te verklaren en tot aan vulling van de zekerheid tot het beloop van de schade aan de distributie door die over treding veroorzaakt, voor zoover deze het bedrag der gestelde zekerheid te boven gaat; 2o. zijn inschrijving te schorsen of te schrappen; een en antter onverminderd het recht van beroep op den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. (5) Voor zoover onder de in het voor gaande lid bedoelde voorwaarden zal worden, opgenomen de verplichting tot aflevering van crouponleder, zal deze aflevering heb ben te geschieden tegen een door den Mi nister van Landbouw, Nijverheid en Handel te bepalen prijs per K.G. (6) Bij de vaststelling van den prijs, in het voorgaande lid bedoeld, zal rekening worden gehouden met de maximumprijzen, bedoeld in het 2e lid van dit artikel. Artikel 7. (1) Ingeschreven Huiden- clubs en ingeschreven handelaren doen van hun afleveringen als bedoeld in het 1ste lid van art. 6, gespecificeerde opgave aan het R. D. H. L. (2) Ingeschreven looiers doen van de hun geleverde huiden gespecificeerde opgavo aan het R. D. II. L. Artikel 8. Ingeschreven Huidenclubs, ingeschreven handc'aren en ingeschreven looiers zijn verplicht: lo. nauwkeurig boek te houden van de door hen ontvangen en afgeleverde huiden. 2o. inzage hunner boekhouding te ge ven aan hem, die zich als tot dat doel door het R. II. L. gezonden, aanmeldt en zoodanigen persoon ieder ander gewenscht onderzoek in hun zaken toe te staa-i en hem alle gevraagde hulp te verleonen. Artikel 8a. Inschrijving in meer dan één qualiteit is geoorloofd, mits de inge schrevene voldoet aan de voorwaarden, w .1- ko.het R. D. iï. L. in dii verband daarbij stelt of later zal stellen. Artikel 9. (1). Het R. D. H. L. is bevoegd, do inschrijving van een Huidenclub, hande laar, schapenblooter of looier te schorsen of te schrappen. (2) Van een schorsing of schrapping, als in het voorgaande lid bedoeld, staat binneu een week beroep open op den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. (3) Zoodra oen schorsing of schrapping on herroepelijk is wordt, daarvan onverwijld door liet R. D. II. L. kennis gegeven door een mededeeling in de Nederlandsche Staatscourant. Voorwaarden om als looier te worden ingeschreven, (art. 6, 4e lid.) A. Indien de looierij er op ingericht is vache-zoolléder af tc leveren 1. De aflevering van 15 K.G. crouponle der in platen tegen den door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel vast- gestelden prijs, wekelijks in verhouding tot iedere 100 K.G. huiden versch gewicht hem geleverd, overeenkomstig Jiet bepaalde in art. 6, 1ste lid, der huidondistribuüierege- ling dit crouponleder zal moeten zijn goed doorlooid, onverzwaard cn uit den kern van inlandsche huiden van goede qualiteit gesneden. 2. Dc platen mogen geen grootcrc lengte hebben, dan 1.50 meter en er moet worden zorg gedragen, dat geen liezen of nekken aan de plaat gelaten worden. Het R. D. II. L. is bevoegd een grootcre. lengte van een croupon toe tc staan, wan neer dit in verband met de zwaarto van een huid noodzakelijk blijkt. 3. De aflevering van de 15 K.G. croupon leder per 100 K.G. huid versch-gewicht, moet aanvangen bij de eerste ontvangst van hui den, volgende op de inschrijving van den looier bij het R. D. H. L. en regelmatig wor den voortgezet bij iedere volgende ontvangst van huiden. 4. De aflevering van het leder geschiedt frtfnco station van bestemming, spoor, boot of laatste veer, overeenkomstig de aanwijzin gen van het R. D. H. L. 5. Do aflevering moet geschieden volgens de eischen van goed koopmanschap. Bij ge schillen omtrent levering beslist hot R.D.H.L. B. Voor looierijen, welke er niet op zijn ingericht vache-zoolleer af te leveren, als looierijen voor overleder, tuigleder, meu- belloder on technische ledersoorten; hetzij de verplichting als hiervoor omschreven sub' A; hetzij de verplichting om voor iedere 100 K.G. versche huid, welke ingevolge art. 6, 1ste lid, der huidendistributieregeling door haar wordt ontvangen, een bedrag van f 50 af te staan aan het R. D. EL L. C. Voor looierijen, welke zijn Ingericht voor kuiplooiing; hetzij de verplichtiug, subi A omschreven, met dien verstande, dat voor iedere 100 K.G. versohe huid ontvangen in gevolge art. 6, 1ste lid, der huidendistri butieregeling moeten worden afgeleverd; of 12 K.G. crouponleder van inlandsche huiden; of 10 K.G. orouponleder van saladeros huiden; of 11 K.G. crouponleder van Rio Ja neiro huiden; of 11 K.G. crouponleder van Columbia huiden; hetzij de verplichting, om voor iedere vorenbedoelde 100 K.G. ontvangen versche huid een bedrag van f40 af te staan aan het R. D. H. L. D. Voor zoover een looier geen inland sche huiden, overeenkomstig het bepaalde in art. 6, lste lid, "der huidendistributiere geling ontvangt, ontstaan door zijn inschrij ving voor hem de aan den looier sub A, B en C opgelegde verplichtingen door de ontvangst van iedere hoeveelheid looistoffen, voldoende tot het looien van 100 K.G. huid versch gewicht. E. Crouponleder afgeleverd overeenkom stig het bepaalde sub A, B, C en D, mag gedurende het vervoer niet meer aan ge wicht verliezen dan 2 pCt. in zomer- en 1 pCt. in wintermaanden. Een groot gewichts verlies komt voor rekening van den af zender. E. Het bedrag der te stollen zekerheid wordt door liet R. D. H. L., behoudens beroep op den Minister van Landbouw, Nijverheid cn Handel, vastgesteld in verhouding tot den omvang van het bedrijf van den looier. G. De gelegenheid zich als. looier te doen inschrijven wordt op 1 Juni 1917gesloten. IV. Dc prijs van het crouponleder af te leveren overeenkomstig het bepaalde in art. 6, 5de lid der huidendistributieregeling te bepalen op: f 3.G0 per K.G. franco station van bestemming, spoor, boot of laatste veer. I11 Verbami met bovenstaande distributie- regeling, worden slachters en schapenbloo ters uitgenoodigd, de in art. 4 bedoelde op gaven na afloop van elke weck, uiterlijk op Maandag d.a.v., schriftelijk iu te dienen ten kantore Van den Directeur van het Openbaar Slachthuis, alwaar formulieren verkrijgbaar 2iju. Voor het eerst worden de opgaven inge wacht op Maandag, 14 Mei c.Ic. Burgemeester en Weth. voornoemd, N. C. DE GIJSRLAAR, Leiden, 11 Mei 1917. DRANKWET. Burgemeester en We'houders van L?iden; Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter algemecn.e kennis dat door ADRIAN A DU BURC-H 'wed. Samuel Fuchs, wonende te Leiden,- een verzoek schrift is ingediend, om verlof voor den verkoop van alcoholho udenden, anderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, in de voorlocaliteit van het perceel Van der Werffstraat 60. Burgemeester en Weth. voornoemd, N. C DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN. Secretaris. Leiden, 11 Mei 1917. I11 tegenstelling met de vorige vergade ring, was ditmaal de lijst der ingekomen stukken al bijzonder mager en dezo stuk ken zelf gaven geen aanleiding t-ot op- of aanmerkingen. Men kon dus onmiddellijk met de gedrukte agenda beginnen en ook deze zag er niet naar uit, dat er. behalve dan over de motie betreffende afschaffing van het ambulantisme, veel over zou wor den gespreken Dc heer Reimcringer heeft het even op genomen voor de herdooping van do Rijn en Schrekade in Stud entenpad", zooals de Senaat der Rijksuniversiteit alhier waar zoo'n geleerd college zieh al niet mee onledig houdt! het had verzocht. Do heer Van der Pot- stond hem daarin zwak jes bij. Er was toch ook niet zooveel tegen om de Senatoren ter wille te zijn, meen de hij, wat mr. Van der Lip omkeeren van den bewijslast noemde. Men moest vóór de inwilliging juist gronden aanvoeren. En deze waren er, volgens mr. Fokker, die dit weinig beduid-end onderwerp nogal forsch behandelde, -in heb geheel niet. Wethouder Fischer deelde ten slotte mede, dat „Stu dentenpad" nooit een officieel en naam van dezen weg is geweest. De oude naam is ge weest: Trekpad. Studentenpaden hadden wij er eertijds meer. Niemand vroeg stemming en zoo blijft de simpele naam Rijn en Schiekade ge handhaafd. Het voorstel tot aanstelling van een nieuwen ambtenaar op het kantoor van den ontvanger ging er ook zonder hapering door. Zoo groeit ook het corps ambtenaren ten gemeentehuize gestadig. We zouden echter niet- gaarne zeggen, dat men op de ze afdceling don nieuwen klerk niet noodig heeft. Op het kantoor van den ontvanger zijn er, gezien den omvang der werkzaam heden, zeker niet veel ambtenaren. Over de te sluiten overeenkomst met prof. De Jong, inzake het onderzoeken va-a kinderen, bij wie d-iphtherit-isbacil'Ien wor den verondersteld, is ook niet gesproken.. Dezemaatregel is uit het oogpunt van volksgezondheid ook zeer toe te juichen. Diphthcritis komt in Leiden nogal dik wijls voor. Middelen, om deze in het bij zonder. voor kinderen gevaarlijke ziekte te bestrijden door het nemenvan voor< zorgsmaatregelen, verdienen toejuiching en dit te meer, wanneer de onderzoekingen onder zoo uitnemende leiding zullen ge schieden en de kosten betrekkelijk ge-ring zijn. En er wordt toch slechts een bedrag van 100 voor uitgetrokken. Had in dc vorige zitting de heer Sijtsma herinnerd aan een adres van het Kader der Brandweer, thans kwam dit adres met het -praeadvies van B. en W. op de proppen. Eigenlijk hebben- de brandmeesters bij dit' verzoek een weg gekozen, die hun, krachten* dc betrokken verordening, niet is geoorloofd- Dezo wel, dat zij hun verzoeken via den com mandant tot B. en "W. zullen richten en nog niet eens tot den Raad. Blijkbaar hebben zij dit meermalen ge daan, doch zij vernamen er dan nooit iets van en nu probeerden zij het op deze-wijze. Zij hebben nu in ieder geval dc voldoening, dak er over gesproken is. Wij zullen het vijftal? wensclien en grieven door de hoeren in hun' adres aangevoerd, hier niet behandelen; het doet ons echter genoegen, te hebben verno men, dat een grondige verbetering der alar- mcering bij brand zal onder d<Joogen ge zien worden. Deze laaUook o.i. thans veel t« wcnschen oyci*. Uit het debat cn vooral uit hetgeen door een oud-brandweerman als d& heer Huurman, wérd gezegd, blijkt, dat nog altijd de verhouding tusselicn commandant en brandweer niet is, zooals zij voor een goe de samenwerking wenschelijk mag geacht', worden. Wij weten niet aan wie dc schuld ligt. Mogelijk heerscht ook hier misverstand, j dat door onderlinge samenspreking uit den weg kon worden geruimd. En daarvoor nu. lijkt ons af cn toe een vergadering van op-» "perbrandmecstcrs met den commandant zo® uitnemend. Waar dit juist wordt begeerd, begrijpen wij waarlijk niet waarom van de andere zijde daarop niet wordt ingegaan. Het voorstel, om eenige perceelen bouw terrein cn weiland aan te koopen onder de gemeente Leiderdorp van de Naarnl. Venn. ..Nationaal Grondbezit" voor een totaal be drag van rond f 55.500, werd, al was het laat op de agenda aangebracht, ook aangenomen* Er tegen verklaarden zich dc hoeren Van - Hamel en Van Romburgh, beiden uit hoofde van den lioogen prijs. De wethouder van Fabricage stond in zijn verdediging sterk, als hij aantoonde, dat et, om in den dringenden woningnood te voor zien. arbeiderswoningen moeten worden ge bouwd en dat daarvoor terreinen noodig zijn, Barticulicrcn bouwen niet meer, omdat der exploitatie niet loonend is. Slechts vereeni* gingen, die met Rijks- cn gemeentesteun, kunnen bouwen, zijn daarop aangewezen, doch deze komen voor bouwterrein bij dof gemeente aanklöppcn. Men is dus gedwon gen van den'nood een deugd te maken. „Wie zoo van te duur, te duurroepen, mogen ons goedkooper terrein aanwijzen", riep de wethouder, die gisteren goed op dreef was, uit„dan zullen wij dezen koop laten varen." Nu gclooven wij ook, dat de grond vrij prijzig is, maar wij zijn eveneens met den wethouder overtuigd, dat er in do onmid dellijke nabijheid der stad ge-cn goedkooper. terrein is te verkrijgen. Sn zoo komen wij eindelijk fian de motie* tot afschaffing van het ambulantisme. Zil werd door de drie voorstellers, vooral dooc den eersten voorsteller, uitvoerig verde digd. Zij "werden daarin op uitnemende wij< ze bijgestaan door mr. Van der Pot, dia daarbij o. i. blijk gaf ook een goeden b'ilc te hebben geslagen in het interne school leven. De hecren Pera en de wethouders vat! Onderwijs traden in de middagvergadering alleen als bestrijders op, hoewel het i-iets kwam tot principieele weerlegging van het» geen de voorstellers tegen het ambulantis me hadden aangevoerd. In do avondzïttingj zouden verdere replieken volgen en z.uu dei beslissing vallen, dacht men. De belang stelling was toen echter zóó gering er^ kwamen na eenig wachten slechts 18 leden op appèl en zelfs, een der voorstellers, da heer Vergouwen was afwezig dat d<s twee andere voorstellers daardoor blijkbaar; te rade kwamen deze motie in Ie trekken en een andere aanhangig te mak™, waar mee wordt- beoogd de kleinere scholen, n.!. die der eerste klasse en die der tweedtf klasse, aan de Hcerenstraat de hoofden ge regeld klasse-onderwijs te doen verrichem- Deze motio werd den heeren voornamelijk geïnspireerd door den heer Zwiers. Daarover zal opnieuw door B. en W. praeadvies worden uitgebracht en vervol gens een beslissing vallen,- wat nu niet lang op zich behoeft te laten wachten. Voor de principieele tegenstanders van het ambulante hoofdschap is nu vrijwel d$

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 1