De Wereldkrljg.
Wo. 175S0.
LEÏDSCH DAGBLAD, Zaterdag 21 AprfL
Derde Blad. Anno 1917.
Persoverzicht.
ingezonden
Vragen en Antwoorden.
Het aftreden van minister Van
■Gijn. Do vorige minister vaiPfinanciën,
jjde beer Van Gijn, ziet zich door de officieele
verklaringen omtrent zijn aftreden, afge-
jlegd door zijn ambtsopvoïger en uitgelokt
4oor de Eerste Kamer, genoopt, in een inge
bonden stuk in „DE NIEUWE COURANT"
'de juistheid te betwisten van do mcdedeeling
.van minister Treub, dat de post van f 80 mil-
lioen in het wetsontwerp tot beschikbaar
stelling van levensmiddelen naar de meening
,van mr. Van Gijn een stelpost was en naar
•de meening van de Regeering een gelimi-
,'teerd crediet; „was" dus óók al tijdens
ft geschil met mr. Van Gijn. Deze schrijft nu:
De voorstelling wordt dus gegeven, alsof
het geschil daarover geloopen had en niet
.over de punten, in het interview genoemd.
Ik moet doen opmerken, dat mijn ambtsop-
Volgor niet juist schijnt ingelicht.
Het f 80-millioen-ontwerp werd bij de in
diening bedoeld als eenstelpost; de toelich
ting laat daaromtrent geen twijfel. In de
Memorie van Antwoord ia niet te kennen
gegoven, dat het voornemen nader was go-
worden, om zich strikt aan. het bedrag te
ihouden (daargelaten of zulks kon). Door mij
'is dan ook steeds er van uitgegaan, dat de
ipost een stelpost was. Een misverstand kan
'er ter zake niet hebben bestaan, want ik heb
ibij elke gelegenheid, mondeling en schrifte
lijk, uitdrukkelijk er op gewezen, dat terwijl
jde Distributiewet geen band aanlegde, ook
'de begrootingspost zulks volstrekt niet deed
:(niet kon doen) en dat daarom, waar al-
:lej zwevende was omtrent beslissingen
die de uitgaven met tientallen van millioe-
nen konden verhoogen en verlagen, welwil
lend overleg wenscheljk was met dengeen,
die voor het grooter of kleiner aantal mil-
jlioenen, dat de zaak, al naar ze werd opge
zet en voortgezet, zoude kosten, moest zor-
jgen en er mede de verantwoordelijkheid, voor
droeg.
Ware de opvatting anderzijds reeds
'toen geweest, dat de f 80 millioenpo3t een
gelimiteerd crediet en dus een storke rem
I was, dan zou zulks wijl men immers op
;mijn aanblijven prijs stelde ten minste wel
éénmaal duidelijk zijn aangevoerd tegen de
:tweo h driemaal herhaalde schriftelijko op
merking mijnerzijds, dat het getal f 80 mil-
;lioen van geen beteekenis was, wijl het in
de praktijk evengoed 80 of 120 kon worden.
Maar too lets is in de oorrespondentie niet te
'vinden en natuurlijk ook niets van de re
kensom, dat er per kwartaal f 20 millioen
ifou kunnen worden uitgegeven, welke som
later strekken moest ten bewijze, dat het ook
.inderdaad mogelijk zou zijn, de f 80 millioen
niet te overschrijden.
Ik blijf er dan ook bij, dat het verschil
;nlet geloopen heeft over „stelpost of gelimi
teerde post noch die kwestie tot ondergrond
hoeft gehad.*) Dat do f 80 millioen een geli
miteerde post zou zijn, is blijkbaar nk en als
'gevolg van mijn ontslagaanvrage naar voren
gèkomen en zulks waarsohijnlijk, toen men
met een candidaai-opvolger, die in het ge
lezen geschil mijn meening deelde, een uit-
;weg moest zoeken. Vóór mijn ontslagaanvra-
ge ging het om de vraag, of den minister
van financiën invloed toekwam bij uitga-
ven, die noch door de betrokken wet noch
door den daarvoor rogelmatighcidshalve to
voteeren begrootingspost beperkt worden of
konden worden en vooral over de vraag, of
de minister van financiën, als. er maar een
maal een willekeurig bedrag zoude zijn go-
voteerd, zich bij voorbaat mocht verbinden
zooals in casu van hem gevraagd werd
zich neer to zullen leggen bij de besluiten
van den Ministerraad, de distributie (en
straks ook andere crisisuitgaven> betreffen
de, hoeveel millioenen hot ook gold. Daar-
o m ging het en dat men daarop niet is te
ruggekomen, verwondert mij niet, evenmin
als dat men gezwegen heeft over de weige
ring om den minister van financiën vooraf
van een Memorie van Antwoord te laten ken
nisnemen, waarin in dit speciale geval ant
woorden worden gegoven, die voor de schat
kist van zeer groot belang waren.
Schr. merkt overigens op, dat hij, gelijk k\j
het bij zijn interview reeds verwachtte, over
tuigd is, dat de zaken der Distributiewet nu
allen te zamen wol behandeld worden, zoo-
als hij het noodig achtte.
Het Doktersmonopolle. In een
driestar over dit onderwerp zegt „DE
STANDAARD":
Met ingenomenheid zal men ook in onze
kringen kennis hebben genomen van de
poging, die men aan Binnenlandsche Zaken
gaat ondernemen, om het artsen-monopolie
in zijn exclusivisme to stuiten. -
Reeds meer dan 50 jaren was men in den
kring onzer artsen Ar op bedacht, om dc me
dische wijsheid in pacht t-o hebben.
Dit ging van de medische hooglccrarcn
uit. Deze alleen toch wisten wat den kran-
ken of go wonden mensch weer op normaio
kracht kon brengen. En wat men van andere
'zijde beproefde, om aa'n kwalen een eindo te
'maken, werd steeds als kwakzalverij veroor
deeld en met de macht van do wet bestreden.
1 Nu laat zich dit op zichzelf wel begrijpen.
Minder in ons eigen land, dan te Parijs en
elders, heerschto metterdaad een medisch
misbruik, dat stuitend was. Reeds met de
kaartlegsters begon dit.
Dat kwaad althans heeft mon. nu van
©nze erve pogen te bannen, en gezegd mag,
dat men hierin, ten deelo althans, go-
•laagd is.
En in de tweede plaats lag hot voor de
hand, dat men aan de Universiteit telkens
nieuwe vondsten aanbeval,"en er prijs op
ftelde deze ingang te doen vinden.
Het hinderlijke hiérbij was alleen, dat men
zelf in een tweede decennium afkeurdo en
Veroordeelde, wat mon in een vroegore
periode zelf geloofd en aanbevolen had. Dit
1 brak het vertrouwen, en de invloed van den
Hiermede vervalt ook vanzelf de bewe
ring, dat Ik overwegendon invloed wensohte
ép de besteding van een bepaald toege
staan bedrag, wat ook reeds op 28 Februari
fen onrechte werd mode gedeeld,
telkens zich-veranderenden dokter nam daar
door af.
Dan kwam daarbij, dat inrichtingen ala
van Lahman, te Weisserhirsch, genazen wat
men hier niet ondervangen kan, en dat
voorts nieuwe methoden van genezing in
gang vonden, waar hier te lande onze dokters
niet aan wilden.
Dit alles saam nu heeft er van lieverlede
toe geleid, dat men zelfs in dokterskringen
toch begon in te zien, hoo men tyranniek
met onze kranken omsprong/
Het monopolie was niet langer vol te hou
den. Zie maar het prachtig krankenhuis, dat
voor kort geopend werd, om de geheel afwij
kende methode van genezirg der Homoëpa-
thie practisch toe te passen.
Toch nam dit alles niet weg, dat de rech
ter het oude artsen-monopolie bijna dras
tisch bleef steunen. De ééne afwijker voor,
de andere na, werd aangeklaagd en beboet.
Doch nu schijnt men dan eindelijk toch
aan dezen onwetenschappolijken misstand
een einde te willen maken.
Commissoriaal zal nu onderzocht worden,
hoe men de vrije wetenschappelijkheid ook
op medisch gebied in eere zou kunnen bren
gen, altoos zóó echter, dat de niets ontzien
de kwakzalver geen vrijbrief ontving.
Wij verheugen ons in dit pogen, dat nu
ministerieel werd, ten.zeerste.
Er zal, slaagt het, een onwetenschappelijk
onrecht door worden geknakt en uitgoban-
OverChristeljjkescholen. Dg.
A. J. A. Vermeer, van Den Haag, schrijft
in het „NIEUW KERKELIJK WEEKBLAD":
„Dak er Christelijke scholen geopend
worden, acht ik een zegen voor het opko
mend geslacht. Niet, dat ik geen bezwaren
zou hebben tegen het dusgenaamd Christe-
lgk Onderwijs. De naam al dadeljjk staat mij
niet aan. En wel, omdat er allicht menscheo
zijn, die, de strekking van dezen naam niet
begrijpend, meenen, dat het openbare on
derwijs zijdelings als onchristelijk er door
wordt aangeduid. Dit moet grievend zijn
voor vele mannen en vrouwen, die hun
krachten aan het openbaar onderwijs geven
en die niets liever wenschen, dan dat, ook
door hun werk, aan de kinderen meer wordt
gegeven dan alleen een tydelijken zegen.
Met dankbaarheid vermeld ik de medewer
king, die onze godsdienstonderwijzers, ge
roepen om op alle openbare scholen gods
dienstonderwijs te geven, van de hoofden
dezer scholen en het verdere personeel ple
gen te ontvangen. Met niet minder dank
baarheid herinner ik aan den naam van
Jan Ligthart, in leven het hoofd eener open
bare school, maar die door zijn werk, zoo
wel binnen als buiten de school, een zegen
is geworden voor allen, die het goede zoeken
voor de kinderen van het volk. En ver
zwijgen wil ik het niet, dat menig onderwij
zer of onderwijzeres, aan een openbare school
werkzaam, zich ook 's Zondags geeft aan de
jeugd, door als Zondagsschoolond9rw''zer op
te treden. En dan zou de tegenstelling te
genover Christelijk, onchristelijk onderwijs
zijn? Nog eens, jammer, dat de naam
er aanleiding toe kan geven.
Maar geef nu eens een anderen naam,
dio beter is? Gij wilt toch niet: „Scholen
met den Bijbel." Scholen, waar de Bjjbel
als leer- of als leesboek; zou worden ge
bruikt? Of is de naam „kerkelijke scholen",
zooals de vier scholen, die van den ker-
keraad onzer gemeente uitgaan, worden ge
noemd, beter?
Niet alleen tegen den naam heb ik be
zwaar. Ik erken het gevaar, dat er gelegen
is o.a. in het feit, dat onderwijs in de
Bijbclscho geschiedenis moet worden gege-
geven ook door onderwijzers, aan wie dit
belangrijk vak niet volkomen is toever
trouwd. Ik erken allerlei bezwaren en aller
lei gevaren.
Maar dit vermindert niet mijn sympathie
voor die scholen, die de gelegenheid bieden
den paedagogischen rijkdom van den Bijbel
te gebruiken bij en voor het onderwijs;
die scholen, waar de kinderen vryelijk kun
nen worden bekend gemaakt met de geschie
denis van Israël en het optreden van Jezus
Christus en de Apostelen; die scholen, dio
door den geest, die geheel het onderwijs
doortrekt, de kinderen ook heentrekken naar
wat voor ieder mènsch het hoogste en het
beste is, de kennis van den Zaligmaker der
wereld."
Vredesvoorboreiding. Prof.
mr. G. W. J. Bruins wijst er in „Econo-
misch-Statistische- Berichten" op, dat in de
landen om ons heen plannen worden over
wogen en maatregelen getroffen, om gereed
to staan voor de ontzaglijke economische
vraagstukken van den overgangstijd naar
den hernieuwden toestand van vrede.
Hij vestigt er de aandacht op, dat onze
economische politiek grooto verscheiden
heid van organisatie onder verschillende
departementen vertoonde en nog vertoont,
en vraagt dan
Zal men wederom moeten, constateeren,
dat ons volk, sedert lange jaren gewend
met zijn belangen zijn aandacht voor wat
buiten onze grenzen geschiedt in hoofd
zaak te concentrecren op eigen koloniaal
bezit, zelfs door dezen oorlog nauwelijks
uit zijn onverschilligheid voor internationa
le vraagstukken is ontwaakt.? En onze Ro-
gcering? Juist do Ministers, van wie bij de
huidige organisatie de stuwkracht op dit
gebied zou moeten uitgaan, worden door
do vragen van don dag geheel in beslag ge
nomen, Landbouw, doordat de gansche
nieuw gegroeide en dagelijks toenemende
zorg voor de voedsel- en grondstof voorzie
ning van ons land ton slotte op dozen be
windsman en zijn departement neerkomt,
Buitenland8cho Zaken door de eischen
eener uiterst- moeilijke neutraliteitspolitiek.
Dankbaarheid voor het feit, dat zij, golijk
o.a. blijkt uit den Voorgestelden dienst van
economische voorlichting in den vreemde,
ook nog aan toekomstvragon een deel van
hun aandacht kuunen geven, mag ons ech
ter niet weerhouden de vraag te stellen,
of, gezien wat in de landen om ons heen
geschiedt, het niet in hooge mate wen-
•chelijk zou zijn, dat ook hier te lande heé
vraagstuk krachtig werd aangevat, dat
nauwlettend en systematisch werd nage
gaan, wat elders op dit gebied groeiende is,
dat bijeengebracht werd, wat door den oor
log aan meerdere kennis van ons econo
misch leven is verkregen, dat voeling werd
genomen met de betrokken kringen uit nij
verheid, scheepvaart en bankwezen, eon
voeling, die wanneer zij uitging van dezelf
de beginselen, die de Engelsche regeering
tegenover de Trade Bank leidden, wel
licht de te betreuren concurrentie, die zich
reeds dadelijk in' ons nieuwe bankwezen in
den yreemde heeft geopenbaard, had kun
nen voorkomen.
Wil dit alles echter bereikt kunnen wor
den, dan zou tweeërlei noodig zijnin de
eerste plaats reorganisatie van de leiding
onzer ecpnomische politiek, waardoor voor
de huidige verstrooide regeling zooveel mo
gelijk eenheid in do plaats treedt en voor
het overige met een centraal-punt althans
een waarborg voor onderling overleg wordt
geschapen, en in de tweede plaats opdracht
van dit alles aan een zelfstandige organisa
tie, die haar volle aandacht aan het vraag
stuk schenken.
Vooral bij de" huidige overbelasting van
het ministerie van landbouw ligt de ge
dachte aan de vorming van een afzonder
lijk ministerie van handel en nijverheid
voor de hand, een gedachte reeds meerma
len onder woorden gebracht en ook dezer
dagen in een van de Eerste Kamer uitge
gaan vraagstuk weder besproken. Hoe dit
evenwel zij, hoofdzaak is, dat met de voor
bereiding voor een nieuw vredestijdperk
niet langer wordt getalmd en dat een rege
ling getroffen wordt, die in de toekomst de
oenheid onzer economische politiek waar
borgt.
Naast dit alles blijft dringend noodig het
tot-stand-komen eener organisatie, waar
door het onmisbaar contact met de ver
schillende takken van het bedrijfsleven tot
zijn recht kan komen.
Brandstoffen voor zieken.
Mijnheer de Redacteur 1
De brandstoffen-commissie heeft het noo
dig .geoordeeld attesten te laten drukkén,
waardoor de geneesheeren verplicht wor
den bij hot voorschrijven van brandstoffen
bij een zieke het huis te inspecteeren om te
zien of er geen brandstoffen in huis zijn,
en tevens te controleeren of do patiënt op
geen andere wijze brandstoffen kan beko
men dan door de Gasfabriek.
De goneesheeren hebben een attest laten
drukken, waarin verklaard wordt, dat
noodzakelijk brandstoffen noodig zijn voor
verpleging in een verwarmd vertrek.
Nu is mijn vraagHeeft do Branclstof-
fencommissie het recht do geneesheeren,
die zoo welwillend geweest zijn ongevraagd
do Brandstoifencommissic, door attesten af
te geven, bij de distributie te helpen, bij
een ander attest, de geneesheeren to dwin
gen tets te teekenen, waarvoor zij
niet kunnen instaanof ligt dit op den
weg van. do Brandstoffencommissie, die
daar voor gesalarieerd wordt?
Intusschcn liggen do patiënten en ouden
van dagen zonder verwarming, waarvan de
verantwoordelijkheid komt ten laste van de
Brandstoffen-Commissie.
U dankend voor de plaatsruimte,
X.
Belangwekkend interview met Branting.
Men schrijft uit Zurich d.d. 16 April:
Branting, de leider der Zweeclsche sociaal
democraten, heeft zijn mccning gezegd over do
gebeurtenissen in Rusland, en over de vcrwach-
tiugen voor do naaste toekomst.
Vóór alles verklaarde do Zwcedscho par
tijman mogen do dingen in Rusland niet ge
forceerd worden. Aan de voorloopige regeering
moet tijd voor handelen worden gelaten. Eerst
moet met dc bondgenoolen in het westen ge
sproken worden over do gewijzigde vredes-voor-
waarden, zooals de voorloopigo regeerrng die in
antwoord op "Wilsons nota heeft opgesteld.
Branting heeft den indruk gekregen, dat de ro-
geering ook voor zich zelf do overtuiging heeft,
dat deze matiging der eischen "onvermijdelijk is.
In verband daarmede verklaarde hij, dat hij aan
do voorloopigo regeering zijn meening over haar
houding ten opzichte van de arbeiders- en sol
daten-comités niet verzwegen liad.
Op de vraag, of Duitschland en zijn bondge-
nooten de gewijzigdo -vredesvoorwaarden zouden
willen aannemen, antwoordde Branting, dat de
regcering het zeker niet zal doen. Vooral ook
wijl de Russische wijziging der vredesvoorwaar
den eigenlijk meer een vorm- dan een wezens-
quaestie is. Daartegenover slaat buiten allen
twijfel, dat de gebeurtenissen in Rusland oen
sterkon invloed in Duitschland zullen hebben.
Nu ziet men dat nog niet zoo. De Duitscho re
gcering wacht af, of de nieuwe koers in Rus
land ook een blijvondo zal zijn. Daarvan hangt
het af, of men na ecnige maanden ook in
Duitsrilland politieke veranderingen beleven zal.
Do correspondent vroeg ook nog, of Duitsch
land van de onzekero binnenlandsche toestan
den in Rusland gebruik zou maken voor een
krachtiger offensief in het oosten. Branting gaf
daarop het volgondo veol-zeggende antwoord:
Duitschland heeft zeer ernstig© en dwingende
rodenen van politieken aard om dat niet te ris-
keeren; de toekomst zal het oYerigo wel uit
wijzen.
Ten slotte deed Branting nog eenigc medodoe-
lingen ovor zijn oigen werk op het veld dqr
Russisch© propaganda Zoo heeft hij o.a. voor
eon grooto vergadering van arbeiders en solda
ten gesproken, waarbij ook Tscheidsche tegen
woordig was. De mensclion waren vol geest
drift, toen Branting hun op de verplichting wees,
om met alle krachten ook aan een zegevierende
voleindiging der revolutie te arbeiden. Branting
las daar de telegrammen yan Haa.se en Lede-
boor voor, doch yrsuimd© niet xgu gehoor m
op opmerkzaam, te maken, dat deze mannen niot
gelden mogen als de vertegenwoordigers der so
cialisten-groep in Duitschland, doch dat zij
slechts enkele figuren daarin zijn. Het ia daar
om ook een ijdcle hoop, te verwachten, dat bin
nen afzienbaren tijd een politieke omkeer in de
Duitscho staten op het voorbeeld van Rusland
volgen zal.
Branting heeft zich tegenover een verslagge
ver van „Aftenposten" uitgelaten, dat de pogin
gen van de Duitscho socialisten, om zich met
de Russische socialisten in verbinding te stel
len, ten einde tot vredo te komen, z. i. op niets
zullen uitioopen. Do Russische socialisten ver
afschuwen het. Pruisische militarisme; zij had
den echter gehoopt, dat de Duitsche socialisten
hun voorbeeld zouden volgen en in Duitschland
een omwenteling bewerken. Zij waren dan ook
zeer teleurgesteld, toen Branting hen verzeker
de, dat zij daarop althans Voorloopig niot
moesten rekenen.
Branting geloofde niet, dat de voorloopigo
Russische regeering veel verzet zal ontmoeten.
Zij heeft den socialisten vergaande concessies
gedaan en zelfs verklaard, geen annexaties te
willen. Dat neemt echter niet weg, dat Rusland
goede waarborgen voor de vrije vaart door Bos
porus en Dardanellen zal eischen.
Aan een afzonderlijken vrede denkt de Rus
sische regeering niet. Zij is vastbesloten, den
verdedigingsoorlog, in samenworking met haar
bondgenooten, voort te zetten.
Moord op gevangenen?
Onder heb opschrift ,,Zij vermoorden hun
gevangenon", publiceert de „Echo de Pa^
ris" een schrijven van een Elzasser, die in
een Duitsch gevangenkamp heeft vertoefd.
Het begint met de mededeeling, dat de re
devoering van den Pruisischen minister van
Oorlog, von Stein, die voorwendde, dat do
Duitscho gevangenen mishandeld worden,
alleen ten doel heeft het optreden der Dnit-
schers te rechtvaardigen. In het schrijven
ia een stuitende passage' ingelascht uit
een correspondentie van luitenant Jacobi,
zoon van den directeur van den burgerlij
ken stand te Mülhausen. Hier volgt een
veelbeteekenehde passage uit een brief aan
zijn vader: „Ik ben belast met een op
dracht, waarmee iedere goede Duit-scher
vereerd zou zijn. Ik trek tusschen Frankrijk
en Duitschland heen en weer om menschelijk
vee weg te voeren. Acht dagen geleden ver
lieten wij Frankrijk met 400 Engelschen en
enkele honderden Franschen. Bij aan
komst te Frankfort constateerden wij, dat
wij onderweg 380 Engelschen en een zeker
aantal roodbroeken verloren had". Volgen
stippeltjes. Toen de Elzasser aan den va
der van Jacobi om een verklaring voor
deze verdwijning vroeg, antwoordde hij
,,Zij hebben ze onderweg afgemaakt-."
De behandeling van Engelsche
krijgsgevangen
Onder de ontsanpte krijgsgevangenen,
die aan het station Beurs te Rotterdam ar
riveerden, bevonden zich vijf Engelschen,
twee officieren en drie soldaten, allen
Schotten, welke aan de Duitsche gevangen
schap hadden weten ontkomen. Zij deel
den mede, ontvlucht t-o zijn. om aan den
honger te ontkomen.
„En de pakketten met levensmiddelen,
die men u uit Engeland zondt?" zoo vroeg
een verslaggever.
„Sinds 8 dagen" zoo werd verklaard
„mochten wij geen pakketten met- le
vensmiddelen meer ontvangen. Dat was
een represaille vier Duitschers, omdat,-vol
gens hun beweren do Duitsche krijgsgevan
geren in Frankrijk slecht behandeld wor
den."
Vermoed wordt-, dat de Duitschers dit
voorwendsel gebruikten, om zich van do
pakketten meester te kunnen maken. Do
Engelschen moesten nu leven van het wei
nige voedsel, dat hun verstrekt werdoor
logsbrood met knolrapen.
Do honger heeft hen nu t-ot vluchten ge
dwongen. De krijgsgevangenen worden thans
voor allerhande werk gebezigd, ook voor
directen oorlogsarbeid. Zoo zijn zeer veel
Russen te werk gesteld in de Duitsche mu
nitiefabrieken.
KORTE BERICHTEN.
De „Petit Parisien" bericht, dat het de
partement van bevoorrading de invoering
van twee dagen per week overweegt, waarop
men geen vleesch zal kunnen krijgen en wel
des Donderdags en Vrijdags. Begin Juni zou
deze bepaling ingaan, niet eerder, wijl de
groente in Frankrijk schaarsch is.
De JVausche luitenant-vlieger Alexander
Pierson, die om zijn stoutmoedigheid in hoog.
aanzien stond, is. gesneuveld. Hg was een
zoon van O. Pierson, firmant van de.bekende
Nederlandsclia firma in gasmotoren: 3. en
O. Pierson.
In het koninkrijk Saksen zijn gemeen
schappelijke maaltgden voor alle inwoners
ingevoerd. Deze nieuwe maatregel acht men
in Zwitserland een blijk ran den oeconomi-
sclien nood in het land, die thans zijn hoog
tepunt bereikt heeft.
Prins Adolf van Seliaumburg Lippe, een
zwager van den Duitschen keizer, is door
het springen van eeu granaat licht aan het
hoofd gewond.
Aan de banketbakkers te Duisburg is ver
boden pudding, koek, taark mokka en an-
dero lekkernijen in hun glazen kasten ten
toon te stellen, opdat daardoor de lust tot
koopen niet worde opgewekt en noodelooe
verbruik van voedingemiddelen worde voor
komen.
Iu Duitschland begint de echaarschle aan
kurken zich te doen gevoelen. In verschil
lende steden is een oproep tot de huievrou
wen gericht, om vooral geen kurken weg
te werpen, daar dia van overheidswege op
gekocht worden.
Vraag: Heeft ©en lob van Land3weer»
baarheid 1871 nog waarde of is dat hoclo-
maal waardeloos
Antwoord: Waardeloos zijn di© loten
niet. Hot is mot do uitloting niet in den
haak geweest. Hoe het echter precies zit,
ia niot uitgemaakt. Er is op het oogenblik
een commissie van onderzoek aan het werk.
Bewaar uw lot maar en houdt u op do
hoogte.
Vraag: Mijn kippen hebben rheumatiek-
Zij loopen niet, trekken met do poëten
of zij in een fnaald trappen en gaan achter
uit in gewicht. Leggen doen zij niet. In
daar nog iets aan te doen? Zij zijn aan den
tweeden leg.
Antwoord: Het koude ön dikwijls nat
te weer, zal er wellicht de oorzaak van zijn.
Geef den dieren een droge ren, waarin wat
gehakt- stroo kaf of turfmolm op een zon
nige plaats. De pooten elkon avond inwrij
ven niet vaseline.
Vraag: Zou u mij ook kunnen zeggen,
of het, met het oog op de a.s. distributio
van zoolleer voor schoenenreparatie, nog
geraden zou zijn, thans leder in te slaan,
tegen den thans geldenden hoogen prijat
En kunt u mij ook zeggen, hoe genoem
de distributie werken zal en wanneer?
Antwoord: Wij zouden bij do tegen
woordige hooge prijzen geen leder koo
pen, waar distribueering van overheidswe
ge in uitricht wordt gesteld. Vermoedelijk
zal do prijs dan wel billijker zijn. Maar of
die distribueering spoedig zal worden inge
voerd, kunnen wij niet zeggen. E** zijn
moeilijkheden gerezen van den kant der la
derfabrikanten.
Vraag: Ik heb een zijde blouse (wit met
zwahte strepen), die ik wil uitwasscben. Hoa
moet ik deze dan behandelen,?
Antwoord: Als het echte zijde is, zal
het gemakkelijk gaan. maar u hebt kans,
dat daar wel iets aan mankeert en dan kan
nen de kleuren doorccnloopen. Laten uit
stoomon is in dit geval het bost. Probeert
het anders eens met zemelenwator d. i. een
aftreksel van zemelen, die er uit verwij
derd moeten worden. Ook gebruikt mei.
wel galzeep die door het water wordt ge
kookt. Het zeepsop je bijna koud gebrui
ken.
Vraag: Er is een brief aan een mijner
ondergeschikten gezonden, die beleedigen-
de dingen bevatte aan mijn adres gericht,
doch de brief was nieu geteekend. Daarna
is er weer een brief gekomen mei denzelf
den inhoud, doch wel geteekend. Nu wil
mijn ondergeschikte den naam niet noemen
Nu is rni^a vraag, is zulks te vervolgen.
Ja of neen?
Antwoord: U kunt daarover een
klacht indienen rechtsreeks bij den officier
van Justitie te 's-Gravenhage of er met
den inspecteur van politie, belast met de
justitieel© zaken, den heer Balfoort, al
hier over spreken. Of er reden tot vervol
ging is, zal uit den aard der belecdiging
moeten blijken. Nu uw ondergeschikte wel
do beleediging noemt, zal hij ook den schrij-
ver moeten noemen. Zou u echter niët
verstandiger doen er geen notitie van t-o
nemen en in elk geval af te wachten, tot
dat de beleediging persoonlijk tot u wordt
gericht
Vraag: Wanneer men, schilder zij-de,
een 15 h 16-jarigo jongen in dien9t wil ne
men^ aan welke eischen, gesteld door da
arbeidswet, moet men dan vol'oen7 Mag
men hem elk voorkomend werk laten doen?
Antwoord: Een kiraa beneden 17 jnai
mag krachtens de Arbeidswet in uw b?d:ijf
geen arbeid verrichten op daken of stella.
ges hooger dan 4 Meter, niet langer werker
dan 10 uren per dag en 58 uren per week.
Hg mag den arbeid niet vóór 's ochtends ze&
uur aanvangen of na zeven uur 's avonds
eindigen. De jongen moet een arbeidskaart
meebrengen, u moet hem op de arbeidslijst
plaatsen en wanneer u meer dan 10 perso»
nen in dienst hebt, zult u met het oog opi
zgn aanwezigheid ook een arbeidsregister
moeten aanleggen.
Vraag: Is 't geoorloofd, dat een gehuw
de man .die pensioen heeft, daarmede mag
doen wat hij wil? Korat het de vrouw niet
toe?
Antwoord: Daar kan de vrouw met
wettige middelen althans niets aan doen,
tenzij de man het zoo bont maakt, dat hij on-
dor curateele kan wordon gesteld. Onze wet
geving behandelt in dat opzicht de vrouw
zeer stiefmoederlijk. De man zou, als de
vrouw inkomsten had, deze Ook nog kunnen
gebruiken. Het is mede met het oog daarop,
dat talrijke vrouwen om het kiesrecht vra
gen, opdat de wetten zouden worden gewij
zigd in haar geest.
Vraag: Zou U mij kunnen opgeven,
waar .to verkrijgen is de „T. A. V. E. N. U."-
muziek, vpor piano. Het adres was vroeger
Uitgevers" Abrohamson en Van Stvaaten,
Kalvorstraat 120. Amsterdam.
Antwoord: Die kunt U in eiken boek
en muziekhandel bestellen.
Vraag: Gaarno vernam ik van U met
welke* producten m hoeveel ik een hecto-
graaf kan vullen. In ivolke zaken kan ik
dit bekomeu? Mijn hectograaf (de zinken
bak) is 35 c.M. lang, 30 e.M. breed on 2'/a c.M.
diep.
Antwoord: Uw hectograaf is verouderd
Tegenwoordig gebruikt meu daarvoor gepre
pareerde vellen; dio zijn doolraatigcr on
voordeeligcr.- Do grondstoffen zijn bovendien
slecht te krijgen en erg duur. Trouwens, d©
hectograafvellen zijn ook duur. T© bekomen
in den boek- en papierhandel.
Vraag: Ik hob vernomen, dat or t©
's-Gravenhage een school bestaat, waar men
opgeleid kan worden tot chauffeur. Gaarne
zou ik willen weten, waar ik mij vervoegen
moet, cn wat de kosten daarvan zijn?
Antwoord: Doze inrichting ia-geves
tigd in de Cliailotte-de-Bourbonstraat. Om
trent de voorwaarden kunt u informeeren ba
den directeur, dan ingenieur Bpinberg,
^aldaar,