leder land ea de Oorlog. (P. 17523 "Vrijdag; 13 April. A°. 1917» geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Officieele Kennisgevingen. FEUILLETON. Boktor itillfried. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: •1.05. Iedere regel meer f 0.20. - Kleine advertentie» elk tiental vï Bewijsnummer 6 Cents Van 16 reeele Tin 30 «oorden 40 Oente contant) elk tiental woorden meerW Oenti. Incasso oolgen3 pootrecbfc, PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden 1.60; per week.f 0.13. Buiten Leiden en waar agenton gevestigd aya per week. 0.12. Franco per post 2 LEVENSMIDDELENBOEKJES. De Directeur vin 't Distributiebur. brengt langs dozen weg NOGMAALS IN HER INNERING DAT DE DEZER DAGEN UITGEREIKTE LEVENSMIDDELEN- BOEKJES ZORGVULDIG MOETEN WORDEN BEWAARD EVENALS DE LEVENSMIDDELENKAART. VERLOREN GERAAKTE BOEKJES KUNNEN NIET WORDEN VER NIEUWD. HET VERDIENT AANBEVELING DAT HOUDERS DER BOEKJES ONMIDDEL LIJK NA ONTVANGST NAAM EN ADRES OP DEN OMSLAG PLAATSEN. De Directeur r/li Distribntiebureau, J. J. VAN ECK. UITGIFTE .BONS. Do Burgemeester der gemeente Leiden brengt ter algemeene kennis dnt gedurende do week van Zaterdag I I April^tot en met Vrijdag 20 April geldig zijn BON 59 voor 3 K.G. AARDAPPELEN. BON 00 1 K.O. AARDAPPELEN. BON 01 1 K.G. AARDAPPELEN. BON 02 1 K.O. AARDAPPELEN. BON 60 3 ONS RIJST. BON 61 1 ONS ZACHTE ZEEP. De Burgemeester voornoemd, N. C. DE GIJSELA AR. Leiden, 13 April 1917. GEMEENTE-EIEREN. Do Burgemeester der gemeente Leiden brengt ter kennis van belanghebbonden dat voor winkeliers de gelegenheid is opongc- 6teld, door middel van het Distributie- bureau Gemeente-eieren to botrekken tegen den prijs van f 7,25 per 100 stuks. Bcstcnid om te worden vorkocht gedurende do week van 23 tot 28 April. Winkeliers, die deze eieren wonsclicn te verkoopen, mooten hiervan schriftelijk kennis geven, met opgave van do vorlnngdo hoeveelheid, MORGEN, ZATERDAG 14 APRIL VóóR 's MIDDAGS 3 UU11, AAN HET DISmiBUTTEBUREAU VISOH- MARKT 18. BESTELLINGEN NA ZATERDAGMID DAG 5 UUR INGEKOMEN, KUNNEN NIET WORDEN UITGEVOERD. Do Burgemeester voornoemd, N C DÈ GIJSELAAR, Lelden, 13 April 1917. HINDERWET. Burgomecster en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, le alinea der Hinderwet; Broogon bij dezen -ter algemeene kennis, dat door ben op heden vergunning is vor- b end aan de NV. NEDERLAN DSCHE IJSCO van Vereenigdo Banketbakkers en rechtverkrijgenden tot bet oprichten van een inrichting tot het vervaardigen van consumptie-ijs, bestemd voor bet banket bakkersbedrijf in het perceel Hcerengracht no. fi t' S rtio C no. 1802. - - en Wethouder* voornoemd, N. 0. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN SÏRIJEN, Secretaris. Loiiiei. Ij April 1917, LEIDEN, 13 APRIL. Hefc afbreken van de perceel-en Dullc- bakkerasteeg 3 en 4 en het verbouwen van perceel Haarlemmerstraat 151, alhier on der direotio van den heer W. Fontein, architect, is gegund en opgedragen aan de hoerenP. J. Gijsman, timmerwerkJ van Leeuwen, metselwerk; W. L. cie Nie, smidswerk; H. Gijsman, schilderwerk; G. B. Bartelsman, Stucadoorswerk en J. v. d. Heide lood- en ziukwerk. In een schuitje, liggende aan do Ka-ag, is gistermiddag gevonden het lijk van den eenig opvarenden schipper. Uit gegevens maakt men op, dat de man is genaamd J. v. d. L. en woonachtig alhier. Vermoode- lijlc ia de man in het roefje gestikt. Bij beschikking van den Minister van Staat, Minister van Binuenlandsche Zaken, is voor het tijdvak van 16 April tot en met 31 December 1917 benoemd tot assisten te voor do verloskundige en gynaecologi sche kliniek en polikliniek aan do universi teit alhier, rncj L. O. Bolle, arts, alldci', en is mot ingang van 16 April 1917 eervol ontslag verleend aan mevrouw J. Door en- bos—Do Groot, als assistent-vóór de ver loskunde en gynaecologische kliniek en po- likliniok aan (lie universiteit. De uit Wost-Indië teruggekeerde lui tenant ter zoo 2de kl. P. D. de Veer is we der geplaatst bij .de Kweekschool voor Zeevaart, alhier. Ingekomen is voor Schoolkindervoe ding" van do Workliedenvereeniging „On dersteuning zij ons Doel" uit haar reserve kas f 15 en onder motto B. B. f 2-5. Het te kort* bedraagt nog f 2000. LEIDSCHE SCHOUWBURG. „De Vrouw in 't Spel. „Da Vrouw in 't Spel1' komt min of meer regelmatig op liet repertoire ran de N. V. „Het Tooneel" terug, 't Was nu al weer drie-en-een-halfjaar geleden, dat dit tooncvi- epel van Clyde Fitch hier gegeven werd. Dit werk heeft ons nooit bjjsfèr voldaan. We bobben al eens uitvoerig onze bezwaren uit gedeeld. Maar er z'uu een paar rollen in, die gelegenheid geven to toonen, waartoe men in staat is. Zoo zal het langst bjj hiyven Caro line van Dommelen als Claire Forsler. Wie deze rol te vervullen krijgt, heeft een moei lijke taak. We hebben een viertal jaren ge leden er ook nog Fie Carelsen in gezien. Ze deed 't niet kwaad, maar wist de cananleuse Claire toch niet geheel te geven. Mien Eiï- mannSasbaeh sffiagde gisteravond beter, maar was toch Ook geen Caro van Domme len. Laat zij mr. Thomson zoo haar min achting gevoelen bjj de ontmoeting .in do gevangenis? Is zjj zoo zwaar melancholisch, i bij buien zoo opgewonden tyden3 het drink- 1 gelach? Neen, zij was meer een dronken schepsel, maar minder een wezen, dat zoo geralfineerd is, als haar voorgangster dat te zien gaf. Bij een vorigen keer, dat we Sophie de Vries als Margaret Kolff zagen, hebben wo aanmerking op hoar stem gemaakt. We zou den daar nn nog aan willen toevoegen, dat zjj niet de eerstanngewezone is om dit jonga vrouwtje te spelen. Jongere krachten komen eerder in- aanmerking. 't Was niet Mina Buderman tv zooals op 't programma vermeld die mevrouw Hu ghes speelde. Die jubeldo in Amsterdam en als we ons niet vergissen, was 't F. Faas- senHeyhlom, die haar vgrving. Bij de vriendinnen va-u Margaret, was ook niet Jeame Renée, eon ander vervulde .haar taak. Co Balfoort was een goede Jutiën Rolff. Wel zag hij er wat te stevig en gezond uit. Henri Krondgeest heeft zioh in Thompson, den advocaat, ingeleefd. C. van Hees als Klauffsky was een geslaagd type van een bon viveur, maar Jimmy O'Neihl van Pierre Mole, had wel wat meer blijk kunnen geven comedie te spelen. George Verenet heeft van Meyer van Beam de rol van den huisknecht overgenomen. Hij deed 't lang niet onverdienstelijk. Het bezoek was niet talrijk en vbora! op de duurdere plaatsen was weinig belang stelling. Do voorstelling van „Wie is 'tdoor de Kon. Ver. „Het Nederlandsch Tooneel", op Maandagavond a.s., kan niet doorgaan we gens ongesteldheid van Emma Morel. In plaats daarvan wordt gegeven „Pomarius." UIT ONZE STAD Ecu Oorlogscorrespondent aan het woord. Do heer H. J. B. van Roy en. die als oor logscorrespondent voor de ,,N. R. C." ge- ruimen tyd aan liet Oostenrijkscho front doorbracht en daarover nu in verschillende piaaisen lezingen houdt, verduidelijkt door lichtbeelden, is gisteravond ook hier geweest. De faam _was hem van elders reeds vooruit-' gegaau en die was niet van 'dien aard, dat men er door aangespoord werd er 11.50 voor to offeren. De kleine Stadszaal was dan ook slechts voor een matig deel gevuld en 't was er bar koud. Onder «je aanwezigen was het militair gedeelta sterk vertegen woordigd. In hefc eerste gedeelte zijner lezing de heer Van II. leest inderdaad, wat aan de le vendigheid van het betoog afbreuk doet kregen wij een en ander te liooreu over den Oostenrjjksch-Eongaarschen krijgstocht in Servië en de inneming van Belgrado. Hij deed daarbij vooral uitkomen de moeilijkhe den, verbonden aan liet overtrekken van een breede rivier door d© Oostenrijkers, waarbij bruggen geslagen werden ter geza menlijke lengto van 7 K.M., en over het ont vangen aan den anderen oever door de Ser viërs. dio er, zooals bekend, na een bloedig treffen, het onderspit moesten delven. Een en ander werd door lichtbeelden op gehelderd; dezo waren mooi, doch het was al weer jammer, dat het gesproken woord ook hierbij te kort schoot. Na de pauze werd het tooneel verplaatst naar het Oostenrijksch-Italiaansche front. De spr. wees daarbij op het groote ver schil tysschen den strijd in de vlakte, waar de numerieke macht der troepen een hoofd rol speelt, en dien in de bergen,' waar aan het moreel der manschappen de hoogste eischen gesteld worden. Hier deed spr. voorat uitkomen de groote prestaties der Oosten rijkers bij het aanleggen van kabelspoorwe gen in de bergen. Uit een en ander bleek wel dat do strijd in de bergen nog veel moeilijker en gevaar lijker is dan die in do vlakte. Ook in dit gedeelte gingen de aanwezigen een aantal werkelijk -mooie lichtbeelden voor bij, waarvan de spr. niet veel meer vertelde dan alleen wat zij voorstelden. Het publiek zou er meer aan gehad hebben wanneer de heer Van R*. inplaats van gede tailleerde geografische bijzonderheden op te sommen aan de hand der lichtbeelden op meer levendigen toon van zijn persoonlijke indrukken had medegedeeld. Do Belgische Kring. In do groote Stadszaal was hefc gister avond ook wel koud, maar er heorschte een warmer stemming dan in de kleine zaal. Daar waren dé Belgische uitgeweke nen, die in Leiden vertoeven, bijeen naar ons werd medegedeeld, zijn er hier nog ruim 300, waaronder eoktes slechts 115, die door het Comité voor Belg. vluchtelin gen nog worden ondersteund. Deze men- sohen hebben zioh tot een Kring veree- nigd, waarvan mr. Alf, de Groeve do voorzitter on leider is. Zij vierden nu den 42sten verjaardag van hun populairen en geliefden verst, koning Albert. Ook HollandSche vrienden waren tot deze feestelijke herdenking uitgenóo- digd en velen hadden er gebruik van ge maakt, waaronder ook enkele hoogleeraren. Do avond werd geopend met hefc zingen van eenige vaderlandscho liederen door een meisjes- en vrouwenkoor. „Hefc Bel gische Volkslied" en vooral de „Vlaam- scho Leeuw-'wekten al dadelijk groote geestdrift bij onze warmvoelende zuide lijke broeders en zusters. Toch was ook hier ecu kleine teleurstel ling te boeken. IJp voorzitter, mr. De Groeve, moest bij de opening de mededee- ling. doen, dab de bekende en gevierd Vlaamsclic. redenaar, mr. dr. Frans van Cauwelaert, die als feestredenaar zou op treden, door ongesteldheid wae verbin dend. De taak van feestredenaar was nu hem opgelegd en hij heeft zich op uitnemende wijze ér van gekweten. Mr. - De Groeve is een vurig ea levendig spreker en hij sprak: geheel naar hot hart van zijn talrijk gehoor, wanneer Lij het Belgonland schetste als vanouds het land der kunsten en- der helden. Meb gloeiend koloriet be schreef hij de. Vlaamsche schilderschool, riep Iiij in liet geheugen van de ballingen torug de schoon© bouwwerken der Vlaam sche steden en riep in geestdrift uifc da't zulk eon volk niet kan ver gaan. Doch diln daalde zijn stem en sfcille weeinoed-stonen klonken, als hij met ont roering sprak van den geliafcen indringer, die met de welvaart en het geluk der nij vere en tevreden bevolking al deze kunst schatten heeft .verwoest of weggevoerd en het land tob eon ruïne gemaakt. - Maar niet alles is verloren; niet de eer; niet koning Albert, die nog Iieerscht over een klein stukje v r ij België. En België zal weer geheel vrij worden. Toen hij dit triomfantelijk cn met stem verheffing *uitrie.p, steeg er weer nieuwe geestdrift, op in do zaal. De bravo's klon ken luide. Als eenmaal na jaren en jaren zoo "besloot spr. een boer zijn ploegschaaf drijvend door de vruchtbare landau wen van Vlaanderenland, e&n oud, roestig stuk ijzer vindt," een herinnering uit dezen bangen;tijd, dan zal hij het meenemen naar zijn huis en van deze donkere periode ver tellend, zal hij wijzen op «en vorbleékt beeld boven de schouw, de beeltenis van koning Albert, die met het volk heeft ge leden en gestreden, dooh na de overwin ning in fcriumf door verwoeste steden en dorpen is geleld, omdat hij getrouw is ge bleven aan het woord, eenmaal door hem in do Belgische Kamer gesproken. Wan neer de Koning der Belgen iets belooft, houdt hij woord. Een luid en lang herhaald applaus volg de op do feestrede. Een kleurig tableau, door de kinderen der Belgische kolonie uitgevoerd, besloot den avond. Kleine kleuters, voorstellend de verschillende Belgische provincies, ver schenen in de vaderlandsche kleuren, dra gende de wapens hunner gewesten, achter eenvolgens op het tooneel. Eindelijk ook de Koning en de Koningin zelf. Daarop versohenen grootere meisjes, voorstellende de volkeren der geallieerden, een bange rij, die thans aan de zijdo van België strijdt. Telkens werden bij haar ver schijning het volkslied van haar land ge zongen. Overweldigend was vooral de geestdrift toen Frankrijk, Engeland cn Amerika zich vertoonden en het enthusiasm© steeg ten top, toen achter op het tooneel een Engel verscheen met de vredesduif in d'e rechtor en den palmtak in de linkerhand. Langzaam en stroef, alsof het dundoek zelf aarzelde, ontrolde zich achter deze fi guur do Nederlandsch© vlag. Moge het een profetie zijn voor een toe komst, dio spoedig zal aanrichten Kleine Belgisch© knaapjes, schamel ge kleed, droegen ten slotte een breed lint naar voren waarop in groot© letters hefc woord „dankbaarheid", wat deed ontroe ren. Besloten werd mofc heb zingen van do „Vlaamsche Leeuw", gevolgd door hot „Wien Neerlandscli Bloed". Toen zakte het gordijn. De Belgische kolonie heeft den verjaar dag van koning Alberb mooi gevierd. Thans is door den Belgischen Kring in <Ie Stadszaal (Foyer) een tentoonstelling ingericht van Belgische Huisvlijt en Kunst nijverheid, werk voornamelijk van Belgi sdie uitgewekenen, in Leiden en omstre ken verblijvend. Vorder een prachtige ver zameling Brugsöhe, Mechelsche, Liersehe kant, etsen, teekeningen, aardewerk cn koperwerk. Eindelijk ziet meu er een kleine zending teekeningen van soldaten aan het front ontvangen. De tentoonstelling blijft geopend tot .Za terdag 21 April. De Gemeenschappelijke Keuken. Do Gemeenschappelijke Keuken blijft voortdurend de aandacht trekken. Het ge bruik, dat van dezo nuttige inrichting ge maakt wordt, is echter nog niet zóó, als men wel zou wenschen. Trouwens, ook uit andere Roman naar het Duiisch van BORA DUNCKER. 12) „Als jc dc uitnoodigingon vanavond nog wil- det klaar maken, dan zou ik jc dankbaar zijn." Het meisje greep haastig de papieren cn ver liet, beide hoeren slechts vluchtig toeknikkend, de kamer. Stillfricd'zag do kleine stijfkop glimlachend na. Toen hij zich weer omkeerde, bemerkte hij, dal Radtke het gla9 in dc hand hield, waaruit zijn nicht had gedronken en het tooder be schouwde „Aha," dacht hij, „het jongo menscli moet wel gelukkig zijn." Hij trad op Radtko too on sloeg hem vriend schappelijk op den schouder: „Wat doet go daar, menschonkind?" Verlegen stotterde Radtko: „Och niets, dok tor het glas juffrouw Marietje Stillfricd zette een bedenkelijk gezicht. „Is het jou dus ook al opgevalion?" „Wat, dokter?" „Bat mijn nicht massa's water consumeert. Een bedenkelijk, een zeer bedenkelijk teêkcn." Radtko sperde verwonderd mond en oogen Opou. „Hoe bedoelt u dat?" Stillfricd nam zijn meest zakelijk bcrocpa- Voorkomen aan T,Ik zal je del dadelijk verklaren. Inlcrcsscor je J-j voor mjjn. broer?" zeer, dok-tor," riep 'Radtke met zooveel all, dat hot Stillfried goraden scheen y*n daw go«da gelegonheid om den vurigen vrijer to bekoelen, oen zoo goed mogelijk gebruik te maken. „Als je hem maar eens kendet!" zei hij mei eon diepen zucht. „Ik ken hem niet; ik weet alleen, dat hij een groot kunstenaar is. „Geweest, geweest, mijn waarde.,' En hij boog zich naar Radtko too en fluisterde geheimzin nig: „Hij is niet alleen in zijn kunst achteruit gegaan, hij is ook zedelijk gezonken." Radtke ontstcldo. ,,0. o, dat zou dan toch. Stillfricd legde zijn vinger op den mond. „Pst, pst, dat wco't ik. beter. Hij drinkt! En daarom zeg ik bedenkelijk, hoogst bedenkelijk erfelijkheid. Merk je niets?-' Radtke zette zijn domste gezicht. „Neon," zei hij eerlijk. Stillfried legde beide handen op zijn schou ders: Q „Mijn waarde Paul, hot is pijnlijk, dat juist tegenover jou te mooten uitsprekenmijn broe der Richard zijn gebrek, is van hom overge ërfd Radtke sprong op nis door een veer omhoog gedreven. „U wilt toch misschien niet zeggen, dat .Ma- rietje, uw nicht Stillfried zotte een zeer bezorgd gezicht. „Er zijn kiemen, zonder twijfel. Je hebt hol immers zooeven zelf gezien. Arme Paul, je weet niet, hoe het iuji spijt, juist om uwentwil, maar als vriend ben ik je do waarheid verschuldigd." Hij hief do waterkaraf in de hoogte. „Kijk, loog," hij keerde haar onderstboven, „geheel leeg, er komt geen druppel moer op ruijn nn- gc-1; in nauwelijks tien minuten. Het is niet anders. liet eerste symptoom van overgooifdon 'drankzucht." Be ongelukkige Radtke stond daar als aan 'den grond genageld. „Maar water, water kan toch onmogelijk Stillfried viel hem haastig in do redo., Zijn gezond verstand zei hem, dat hij Radtke niet eerst tot bezinning mocht laten komen, als hij hem den onzin wilde doen geloov.cn. „Noem me niet kwalijk," viel hij hem op ren ioon van gezag in de rede, die hem anders vol komen vréémd was, „dat moet ik als doktor toch wel beter weten. Van erfelijke ziekten maak ik een speciale studie." Hij bedacht zich een oogèhblik, hoe hij het bedrog zoo geloofwaardig mogelijk zou volhou den en sprak toen vloeiend, alsof hij een van buiten geleerde les opzei „Ba eerste symptomen van ovorgecrfde/i drankzucht zijn dorst en nog eeus dorst en de- zucht- om dien le lessclien, mot welke drinkba re vloeistof ook. Je hebt mij niet met jc ver trouwen vereerd, ik vraag jo daar ook niet om cn wil mij niet -in je privaat aangelegenheden mengen, maar toch vind ik het mijn plicht als dokter jc op deze omstandigheid opmerkzaam, te maken. De zonden der vaderen gaan op de kinderen over." voegde hij er met oen grafstem bij. „Zoo en nu, wat lieb je op liet hart ten opzichte van do „Frcie "Warte"?" Radtke had die laatste vraag in het geheel niet gehoord. Hij stond maar te staren naar de leege karaf en verwarde, wanhopige gedach tes woelden door zijn bj;eïn. Ook hij had er zieli meermalen- over verwon derd, dat Marietje zoo dikwijls dorst had; maar zijn argeloos hart" had daarachter niets beden kelijks vermoed. Doch nu, na Stillfried's woor den, (loken vrceseUjke visioenen voor hom op. 'Als zij eens niet alleen water dronk, als zij mo gelijk reeds op de gevaarlijke helling was? Stillfried het hein aan zijn sombere overpein zingen óver en amuseerde zich er kostelijk raoev dat de brave pedant, zich. zoo had laten beetnemen. Eindelijk stond Radtke op Cn stak den doktor zijn hand toe, „Ik dank u voor uw vriendschappclijken raad, dokter," zei hij treurig, „en als do zaak ïuet Korb mogelijk tot morgen zou kunnen uit gesteld worden „Je voelt jc niet wel, dal is bcgiijpelijk, mijn beslo Paul. Laat dio geschiedenis uuxar gerust tot morgen ruston." Radtke had zich naar dc deur toegekeerd. „En, nietwaar, goede vriend, ik kan mij op uw discretie verlaten? Geen woord erover te gen mijn nicht liet zou onkiesch wezen misschien is er toch wel een middel voor te vinden is er redding." „Als u zou kunnen helpen, dokter." „Ik zal doen wat in mijn vermogen staat. Jij moet mij echter beloven, dat je jc vooreerst on oen zoo groot mogcl ijken afstand van mijn nicht zult houden," rneikto Stillfriod zeer ern stig op. „Alles wat u wenscht. Als u haar maar redt. Mijn daiik reeds bij voorbaat, mijn iniiigea dank." Stillfried maakte oen afwerend gebaar en meesmuilde vergenoegd, toen do deur zich ach ter den gelieol verslagen Radtke had gesloten. Het ging niet anders, al had hij ook met den armen kevel to doen. Goed beschouwd betrof het slechts een armzalige zes weken. Wolken- stein was dan toch te veel waard, om het tei* wille van een minnend paartje in gevaar Le brengen. Stillfried ging voor zijn rooktafel staan en overwoog of hij in dit uur van voorloopige zo g-maal aan een „Bloem Pascha" dan wél aan een kleine, bruine geïmporteerde de voorkeur xou geven. Eindelijk besloot bij de sigaret te nemen. Juist had hij zich in een fijne, aroma tische wolk van rook gehuld, toen er tegen do deur werd geklopt. Op de-s dokters juist niet aanmoedigend „bin nen", kwam Pappenheim aangesloft. Hij zeito zijn meest grimmig gezicht cn kondigde bet be zoek'van oen darno aan. „Zij heeft geen kaartje bij zich en liecl veel bijzonders lijkt zij ook niet bepaald. Maar zij wil den dokter spreken, partout; nooaig vind ik dat nu jntst niet." Stillfriod stond langzaam op. Bij do ..Bloem Pascha" zou hij zoo heerlijk hebben kunneu droomen van toekomstige dingen! „Laat maar aantreden." Met een zucht legdo hij do sigaret neer. Pappenhelm schoon eich niet bepaald ge haast- te hebben. Er verstrckc-n eenige minuten vóór de deur weer werd geopend en Pappen heim brommend do kamer inriep: „Hier is de dame." „Ja, hiér is ze," herhaalde een stem, die Still- fried, als door een veer in beweging gebracht, zich deed omkeeren. Met uitgestoken handen snelde hij op do slanko vrouwengestalte in de opening der deur toe. „O, juffrouw Gustava, j'uffrouw HiU ein delijk, eindelijk!" De jonge damo. in liet eenvoudig grijs, nauw sluitend reistoilet, wist oogenscliijnlijk niet goed, wat zij van deze onstuimige ontvangst moest donken. Zij gaf Stillfricd de hand, waar bij zij de tweede, die haar al te ijverig werd aangeboden, mot opzet voorbij zag5 en vroeg verbaasd: ..Heeft u mij dan verwacht, mijnheer dok ter?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 1