Nederland en de Oorlog.
Be Eoropeesehe Oorlog.
No. 17499.
leiDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 Maart. Tweede Blad. Antao 1927.
Persoverzicht.
FEUILLETON.
Tweede Kamer.
v
De zomertijd. Hierover zegt „DE
tl AASBODE":
Dat de Eegeering andermaal' met het voor-
itei' komt om in de aes maanden, welke vil-
gen gaan, den otficieelem tijd met één uur te
fervroegen, zal welhaast iedereen van hnrto
toejuichen, geen rechtgeaard burger .kan
er in de benarde omstandigheden van het
pogenb'ik, geldend' bezwaar trgen inlegden.
De ervaring, ten vorigen jare opgedaan,
heeft ongetwijfeld do meeste tegenstribbe-
^ars met de nieuwigheid verzoend, en aan de
Kegeering moet ten slotte elkeen toegevén,
dal de voordeelen van den zomertijd verre
de nadeelen van overtreffen.
Wat in dubbele mate geldt voor het ab
normaal tijdsgewricht, waarin wij leven.
Juist daarom ook lijkt ons de opmerking
gegrond, welke bereids in de pers gemaakt
irerd, dat het Regeeringvoorslel, door ten
deze de regeling bft onze Oostelijke buren
te volgen, niet al het nuttig effect zal sor-
teeren, dat door den maatregel kon bereikt
worden.
Waarom den termjjn genomen van half
'April tot half September en niet aan beide
i'c'den een veertien dagen toegevoegd, zoo
flat wij volle zes maanden van den meer-
iicht-zegen .kunnen profitceren?
Wanneer -het eenige bezwaar daartegen
i— zooals de toelichting van den Minister
6ch{nt te verstaan te geven is gelegen
In wat hoofdbrekens ten aanzien van het
nationaal spoorwegverkeer, dan is, dunkt
»ns, toch de vraag gewettigd, of het zich
'getroosten van die moeite niet ruimschoots
Jai worden vergoed en daarom uiteraard
geboden wordt door de aanzienlijke bespa
ring, welke van een maand langer zomertijd
het gevolg zal zjjn?
Nu de zuinigheid zoo-ver moet gedreven
worden, dat handel en industrie gevoelig
ïüorden getroffen door de onvermijdelijke
ranteoeneeringsmaatregelen, dient toch wel
het uiterste Beproefd om zulke maatregelen
hoovee) mogelijk te. beperken.
De tijd-vervroeging br t ekent voer onzen
Krinkelstend een aanzienlijke v. ri chting van
den druk, en allen, die zorg hebbeu om hun
gasrekening op peil' te houden, zijn er mee
gehaat
Het wil ons voorkomen, dat alleen ten
gerieve van de spoorweg-adminislrati" die
ïich.conigen last vau den hals zien gescho
ven, niet tegen het amplificeeren ver-
grooten van den zomertijd moet worden
ppge2den,
„L e e i jj k e c ij f e r s." Mr. H. P. Mar-
chant vestigt in „DE VRIJZINN1G DEMO
CRAAT" de aandacht op eenige „leeljjke
cijfers" betreffende do aanslagen in de ver
mogensbelasting in do juist verschenen Jaar-
chfers ovc- 1915.
Het aas'.O aanslagen, dat de laatste jaren
v óór den oorlog gestadig groeide, was in
191115 103.572; in 1915/16 89.209. Bij
dezen achteruitgang is rekening te houden
niet de verhooging van den minimum-aan
slag van f13.000 op f16.000. In 1914/15
waren er 11.050 aanslagen van f 13.000 tot
f15.000. Het aantal aanslagen van f 15.000
tot f20.000 is van 19.486 verminderd tot
15.789. Schrijven wjj deze vermindering ge
heel af voor de aanslagen beneden f 16.000,
dan kunnen wij aannemen, dat het aantal
aanslagen boven f 10.000 gelijk gebleven is.
Het totaal bedrag van alle aanslagen ech
ter is verminderd van 7680 millioen op
7311 millioen. Een achteruitgang .dus van
369 millioen. Deze vermindering kan voor
ten hoogste 203 millioen aan het vervallen
van de laagste aanslagen worden toege
schreven; zoodat een achteruitgang van het
totaal vermogen blijft van 166 millioen. Het
aantel aanslagen boven f75.000 en de be
dragen dier aanslagen is op alle trappen
achteruitgegaan, behalve die van twee tel
drie ton, die met 40 aanslagen en een be
drag van 13 millioen zijn gestegen. De aan
slagen van 10 millioen eu hooger zijn op 7
gebleven, doch met 2 millioen achteruitge-
gegaan. Het sterkst i3 de achteruitgang
van de groep van drie tot vijf ton met 100
aanslagen en 35 millioen.
Deze achteruitgang, volgende op een re-
gelmatigen groei, heeft plaats gehad na de
eerste maanden van do oorlogswinst.^ Dat
geeft te denken, on het leert ons, dat wp met
13© Eeevalls..
Roman uit het laatst der 16de eeuw,
/laar het Engelsch van R&faël Sabatini.
60).
Hij wierp zijn lioofd achtorovor. „Begrijpen is
fil iets," zei hij. „Het is ten minste half verge-
7Gu. Maar voordat do vergiffenis kan worden
Rangenomen, moet het gedane kwaad geheel
goed gemaakt zijn."
„Als dat mogelijk is," zei zij- n
„Het moet mogelijk gemaakt worden, ant
woordde hij driftig, en daarop zweeg hij plotse
ling, opgeschrikt door een geluid van stemmen
Van buiten}
Hij herkende do stem van Larocciuc, die bij
het aanbreken van den dag teruggekeerd was
aa'ar zijn uitkijkplaals op den heuvel, om den
man' af tc lossen,, die hom daar gedurende den
aacht vervangen had.
„neer! Heer!" was do kreet, geuit door een
Slem vol opgewondenheid, en gevolgd door de
kreten van dc bemanning.
Sakr-el-Balir ging snel naar den ingang, sloeg
hot gord ij u op zijde en ging op het achterdek.
Larocquc klauterde juist over do verschansing
midscheeps en ging naar het tusschondek, waar
Asad hem met Marzak en den trouwen Biskaine
Mwachtte. Be boeg, waar de bemanning sedert
Geluierd had, was nu één woelcndo massa van
Vlagendo, pratende mannen, die naar do ver
schansing en zelfs naar het gangpad"drongen
ia hun verlangen, om het nieuws te hooren, dat
jjo schildwacht iu zoo'n opgewonden haast aan
hoord bracht.
^an waar hij stond, hoorde Sakr-el-Bahr La-
'ocque's luid bericht.
"Het schip, dat ik vanochtend zag, heer!"
»Ku?a snauwde Asad,
de verwijzing naar de vermogenden tot dek
king van nieuwe zware lasten wat voor
zichtig moeten zijn. De controle, hg den
slag in do oorlogswinstbelasting gevoerd,
moet wel belangrijke ontduikingen aan het
licht hebben gebracht, en er is na 1 Januari
1915 heel' wat oorlogswinst gemaakt, maar
de hier vermelde cijfers blijven sprekend.
Vergadering van gisteren.
REGELING VAN WERKZAAMHEDEN.
De VOORZITTER doelt moe, dat de cen
trale sectie besloot het afdeelingsonderzoek
op Donderdag 15 Maart a.s. 's morgens om
half twaalf, zoo noodig Vrijdags om half-
twaalf voort be zetten, tot onderzoek van ver
schillende wetsontwerpen.
De beer HELSDINGEN wensoht het wets
ontwerp i. z. de duurtetoeslagen nog voor
bet Paaschrecès to behandelen.
De VOORZITTER zegt, dat zulks in het
voornemen ligt.
INDISCHE BEGROOTING.
De heer SCHEURER vervolgt zgn afge
broken rede en laakt de houding van den
Minister inzake dé Djambiconcessies.
Voorts bepleit spr. een krachtige opium-
besfcrqding; met de regio zullen we er nooit
komen, als we bedenken, dat alleen op Java
nog voor 17 millioen per jaar wordt ver
schoven.
Vooral in deze tijden van overgang dient
Indië goed en talentvol geleid. Moge Iodië
een min of meer zelfstandig gebied worden,
nauw verbonden aan het Moederland! Daar
naar zal men hebben te streven.
De heer DE MEESTER herinnert aan het
geen den laatsten tgd is gedaan wat betreft
het aanleggen van spoorwegen en bevloei
ingswerken.
De reorganisatie van de politie maakt een
onderwerp van Regeeringsziorg uit.
Op onderwgsgebied gaan we te langzaam
vooruit.
Wat liet defensievraagstuk betreft» spr.
wfrst er op, fioe in Indië en .zelfs onder Be
Inlanders, warme belangstelling voor het
vraagstuk is; er moeb dan ook spoedig en
krachtig worden gehandeld. Wordt de ver
sterking van de vloot door deomstandighe
den belemmerd, reorganisatie van het leger
kan onmiddellijk ter hand genomen worden.
Dat men de bevolking geen medezeggen
schap Kan ontzeggen, staat vast. Het be
leid van den Minister in deze getuigt echter
niet van vooruitziende® blik. Een bepaling tot
uitgebreide invoering van verkiesingen voor
gewestelijke en locale raden worde uitgevaar
digd, vóór het in-werking-treden van den
Volksraad. Do klachten van tegenwerking
Van gewestelijke raden door bestuursambte
naren duren voort.
Ten slotte gaat spr. in 't kort de financiën
na. Hij begrijpt niet, dat de Minister de sui
kerbelasting heeft laten rusten.
Do aankoop van landerijen is gewonscht;
do Gouverneur-Generaal' dient over een rui
mer crediet te beschikken. Het tekort op don
dienst 1915-1916 bedraagt f6 millioen; maar
dat is niet onrustbarend, gezien de tijds
omstandigheden.
Nog vraagt spr. nadere inlichtingen over
do onluaten te Djambi en moenc, dat 'de
Regeering onvoldoende is ingelicht over de
Sarekat Islam.
De lieer KNOBEL wijdt eenige woorden
aan „Indië Weerbaar." Niemand denkt hier
te lande aan imperialisme. Wij dienen Indië
in zjjn geheel en niet ten deele te behee-
ren en daarom is het noodzakelijk, dab het
zichzelf kan verdedigen als het alleen zou
staan.
Dan bepleit spr. het belang van uitbreiding
van mgnbouw en nijverheid.
Wij moeben zorg dragen do handhaving
van ons gezag niet afhankelijk te maken van
buitenlandsche belangen. Do indiening van
het w.o. tot wijziging van art. 113 van het
Rog', heeft spr. met voldoening gezden, maar
bg heeft beswaar tegen de toelichting. Geen
kosten kunnen te groot zijn, want do aller
grootste kosten zouden zijn: het verlies van
Indië. De Regeering zende Van Heutsz naar
Indië, om daar het leger te organiseeren.
Do heer ALBARDA meent, dat de be
langstelling voor Indië niet voortspruit uit
liefde voor het land, maar gebaseerd is op
,.Hct is hier in do baai onder die kaap. Het
hoeft juist het anker laten vallen."
„Gcou reden tot bezorgdheid," antwoordde de
Dcy dadelijk. „Daar het ankerde, is het duide
lijk, dat men geen vermoeden °van onze tegen
woordigheid had. Wat soort schip is het?"
„Een groot galjoen met twintig kanonnen;
hel voert de vlag van Engoland."
„Van Engeland?!" riep Asad verbaasd uit.
„Ban moet het wel een flink schip zijn, dat hot
zich in Spaanscho wateren waagt."
Sakr-cl-Bahr ging naar do verschansing.
„Vertoont het geen andere teckenen?" vroog
tij-
Larocque keerdo zich bij die vraag om. „Ja,
antwoordde hij, „op een 9mallcn, blauwen wim
pel aan don bezaansmast is een witte vogel
een ooievaar, geloof ik."
„Een ooievaar?" herhaalde Sakr-el-Bahr in
gedachten Hij kon zich zulk een Engelsch bla
zoen niet herinneren; ja, het scheen hem zelfs,
dat hot niet Engelsch zijn kon. Hij hoorde het
geluid van snel ingehouden adem achter zich.
Hij koerde zich om, en zag Rosamundo aan den.
ingang dor kajuit staan, slechts half verborgen
door hot gordijn. Haar gelaat zag bleek en ge
spannen, haar oogen stonden wijd open.
„Wat is het?" vroeg hij haar kortaf.
„Hij gelooft, dat liet een ooievaar is," zei zij,
alsof dat antwoord, genoeg was.
,-,Ecu zeer onwaarschijnlijke vogel," gaf hij
terug. „Be man heeft zich veTgist."
„Niet zoo heel veel, Sir Olivier."
„Wat? Niet veel?" Geprikkeld door iets in
haar toon en blik, trad hij snel op haar toe, ter
wijl beneden liet rumoer der stemmen vermeer-
dorder
„Dat, wat hij voor oen ooievaar houdt, is een
reiger een witte reiger, en wit is zilver in de
wapenkunde, nietwaar?"
„Ja. Wat verder?"
„Begrijpt ge het niet? Dat schip zal .,De Zil
veren Reiger" zijn."
Hij keek haar aan. „Op mijn woordl" zei hij,,
„het kan mij weinig schelen, of het „De Zilveren
hot strovon naar het behoud van dit land
voor Nederland en de kapitalisten. Wat- wordt
er gedaan voor een zelfregoaring van Indië?
Spr. wgst verder op de armoede onder de
bevolking, op de onhygiënische toestanden
en het onvoldoende onderwijs. In dit alles
moet verbetering worden gebracht. De in
dustrieel© ontwikkeling van Indië moet wor
den geleid door de Regèering. Hier ligt een
schoon arbeidsveld; waarvoor spr. wijst naar
het plan van den heer Van Kol. Ook naar
verbetering van de volksgezindheid dient
krachtiger gestreefd.
Wat Betreft de onlusten, spr. gelooft niet,
dat deao altijd aan fanatieke dwepers zijn
te wijten.
Vervolgens behandelt spr. de exploitatie
van de Djambi-petroleumvelden.
Spr. ontkent, dat St:ateexj* citatie van de
petroleumvelden onmogelijk zou zijn.
Hierna werd de vergadering verdaagd tot
Woensdag te halftwaalf.
Het verhaal van een „getorpedeerd"
Hollandsch zeeman.
Te Oldenzaal kwam een Hollandsch zee
man uit Oost-Souburg (Zeeland aan, een
der 13 overlevenden van het getorpedeerde
Engclsche stoomschip Mount Temple". De
man vertelde
In Montreal namen we onze lading in, be
staande uit 1200 cavaleriepaarden, stukgoed
en levensmiddelen, alles bestemd voor het
Fransche gouvernement. Het doel van onze
reis was Brest. Op 6 December 1916 zagen
we een schip naderen, uiterlijk een gewone
vrachtschuit. Eensklaps sloegen aan de
voorzijde van het schip twee kleppen open
en twee vuurmonden werden zichtbaar. En
bijna op hetzelfde oogenblik werd uit beide
kanonnen een schot gelostdie echter geen
doel troffen. Daarna werd een torpedo ge
lanceerd, welke ons schip trof injie machine
kamer. De „Mount Templo" was bewapend
met een kanon van klein kaliber, dat echter
niet geladen.was. Onmiddellijk begon het
schip te zinken.
Ik redde mij op een stuk hout en werd
spoedig daarop met nog 13 andere zeelui
opgepikt door een dor beide stoömslocpen
van de „Möwo II". 125 loden der beman
ning vonden den dood in do golven, terwijl
een dor 14 geredden ook den volgenden
dag reeds overleed. Op den dag der tor
pedeering 6 December 1916 was ik
juist 1 maand en 10 dagen aan-boord der
„Mount Temple". Het vergaan van ons
schip bood een vreeselijk schouwspelcirca
400 paarden, die zich boven deks bevonden,
spartelden ïn zee rond, sommige bleven zelfs
drie uur zwemmen. Kwamen ze nabij de
stoomsloepen, dan werden ze door de be
manning doodgeschoten, om hen uit do el
lendige marteling te verlossen. Na eenige
uren worden we overgebracht op de „Mö
wo II ",waar we 13 dagen aan boord ble
ven.
In die 13 dagen was ik er getuige van, dat
de „Möwe Iï" 9 stoomschepen en 1 zeilschip
in den grond boorde. Vervolgens werden wo
aan boord gebracht van do „Yarrowdale",
die last had ons met haar eigen bemanning
naar Swinemünde op te brengen. Na eeni
ge dagen kwamen we te Swinomünde aan en
werden allen overgebracht naar een nabij
gelegen gevangenkamp. Na ©enigen tijd
daar onder s-t r e n g e c o n t r 6 1 e,
strenge behandeling bij zeer
slechte voeding vertoeft te hebben,
werden wo getransporteerd naar oen ge
vangenenkamp bij Stettin, waar op dit
oogenblik,nog 1 kapitein, 4 dckofficieron en
6 machinisten, allen Engelschen en behoo-
rendo tot de bemanning van genoemde sche
pen, worden gevangen gehouden. Daarna
worden we overgebracht naar het gevange
nenkamp bij Diilmen en oindelijk naar dat
bij Brandenburg, algemeen hot sterf-
k a rn p g e no e m d, omdat er op een
v e r s c h r i k k c 1 ii k e w ij z e hon
ger wordt geloden en het aantal
ster f gevallenbijge volgonorm
g r o o t i s.
Donderdagnamiddag om 5 uur werd me de
heuglijke boodschap gebracht, dat ik naar
Holland kon vertrekken. En zoo kwam ik
dan via Bentheim hier aan. Tot laatstge-
Rcigor" of „De Gouden Sprinkhaan" is. Wat zou
dat?"
„Het Ï9 het schip van Sir John Sir .Tolm
Killigrow," legde zij uit. „Het lag klaar om uit
te zeilen, toentoen gij te Arwenaclc kwaaml.
Hij zou naar Indië gaan. In plaat9 daarvan
begrijpt ge het niet? is hij uit liefde voor
mij, mij nagegaan met een zwakke hoop u in te
halen, voordat go Barbarije kondt bereiken."
„Goede Hemel!" zei Sakr-el-Bahr, on dacht
even na. Toen hief hij het hoofd op en lachte.
„Nu, dan komt hij een paar dagen te laat!"
Maar do grap ontlokte haar geen antwoord.
Zij bleef hem aanstaren met haar verlangende,
en toch beschroomde oogen.
„En toch," vervolgde hij, „komt hij gelegen
genoeg. Al is de bries, die hom gebracht heeft,
zwak, hij komt toch uit den hemel."
„Zou hetZij wachtte, cn aarzelde even.
Toen, „zou hot mogolijk zijn, gemeenschap
met hem lo krijgen?" vroog zij weifelend.
„Mogelijk ja," antwoordde hij. „Maar wij
moeten do middelen beramen, en dat zal niet
zoq gemakkelijk blijken
„En zoudt go liat willen doen'-''' vroeg zij. met
eenige verbazing in liaar vraag, die ook op haar
gelaat merkbaar was.
„Zeker," antwoordde hij, „nu er geen andere
weg is. Het zal zonder twijfel eenige mensch,en-
lovens kosten," voegde hij er bij, maar,dan.
En bij haalde de schoudors op, om den ziu te
voltooien.
„O neen, neent Niet tot dien prijs!' riep zij.
En hoe kon hij welen, dat do eenige prijs, waar
aan zij dacht, zijn eigen leven was, dat, naar
zij meende, verloren zou zijn, als do hulp van
„De Zilveren Reiger" werd ingeroepen?
Vóór hij liaar antwoorden kon, werd zijn aan
dacht elders getrokken. Een dreigende toon
klcnk in de gesprokken der bemanning, en plot
seling verhieven zich een paar 6temraen, om
Asad mot aandrang te vragen, dat hij zee zou
kiezen en het schip uit zulk een gevaarlijke na
buurschap brengen. Marzak droeg hier de schuld
van. Hij had het eerst dat voorstel beschroomd
noemde plaats werd ik begeleid door een
soldaat met geladen geweer, waarop een
bajonet stak. Te Bentheim leerde ik al da
delijk weer do Hollandsch© offervaardig
heid op prijs stolleneon paar Nederland-
sche passagiers, daar vertoevende, voorza
gen me van reisgeld, orn in Oldenzaal te
komen, zelfs nog moor dan ik noodig had.
Ik aanvaardde het dankbaar ,omdat het in
oen behoefte voorzag.
Ten slotte deelde de man nog mede, dat
in de gevangenenkampen, waar hij had ver
toefd, èn behandeling èn voeding alles te
wenschen overlieten.
De Engefsche pers over de „Princess Melita".
Do „Evening Standard" zegt, dat hot
door de Nederlandsche regcering aan de
„Princess Melita" gegeven bevel om niet
binnen te loop en, omdat het gewapend was
togen de duikbooten in verband met de
schrobbeering van Duitsclie zijde, dat het
schip niet geïnterneerd wordt, .vijst op een
zenuwachtige stemming in het land.
Men beoordoelt hier buitengewoon wol-
willend het onaangename incident inet dit
schip,, te meer onaangenaam daar verno
men wordt, dat de „Princess Melita" in
derdaad gered is, doordat het zich op zijn
reis tweemaal verdedigd heeft tegen duik
boot-aanvallen. Wanneer die aanvallen ge
lukt waren, dan zou nïet alleen het schip
met zijn kostbare lading verlorèn zijn, maar
ook het leven der bemanning gevaar heb
ben geloopon. Zich ter vordediging togen
zulke aanvallen wapenen is volkomen wet
tig, hetgeen trouwens bewezen wordt door
Amerika's voornemen om handelsschepen
te bewapenen. Hoewel men hier de hou
ding der Nederlandsche autoriteiten be
treurt, kan men zich die indenken, al is men
van oordeel, dat, gezien do onwettigheid
van de Duitsclie duikboot actie, de Neder
landsche regeering te ver gaat. Maar ook
erkont men dat do Nederlandsche regeering
zeer terecht weigerde de „Princess Melita"
te interneeren, toen die, ongewapend, was
teruggekeerd in de haven.
In elk geval oordeelt men hier, dat bewa
pening schepen beschermt tegen den on-
wettigon duikboot-oorlog. Doch indien zul-
ko schepen Nederlandsche havens niet kun
nen binnenvaren, willen zij niet in den muil
loopen der 'wilde beesten, zou op die wijze,
Nederland geen invoer uit Engeland kun
nen krijgen, die het noodig hoeft.
Smokkelwaar ïn muziekinstrumenten.
Zaterdag is de Wiener Kapel, ruim 60
personen sterk, op haar terugreis van Am
sterdam naar Weenen door de douane te
Oldenzaal aangehouden, wijl verschillende
instrumententroni, violen, enz. een bui
tengewone zwaarte hadden. Bij onderzoek
blekon deze gevuld met kaas, cacao, rijst,
meel, koffie, enz. ja zelfs met stukken leer,
totaal ongeveer 70 K.G. Het 'gezelschap
had een speciale vergunning van den minis
ter om levensmiddelen, benoodigd voor de
reis naar Weenen, mee te nemen, maar ge
noemde waren, die naast den gowonen
mondvoorraad zouden meegenomen wor
den, zijn natuurlijk in beslag genomen.
Met eenvolgenden trein kon het gezel
schap de rois voortzetten.
De „Princess Melita" on Frankrijk.
In de „Echo de Paris" wijst Herbette op
de nieuwe Duitschc propaganda, naar aan
leiding van het feit, dat het Engelsch©
stoomschip „Princess Melita" van den
Hoek van Holland moest vertrekken, om
dat het gewapend was, vervolgens zijn ka
nonnen in do Hollandsch© territoriale wa
teren overboord wierp en zoodoende den
wensch der Duitschers vervulde. Want door
de schepen "den toogang tot de haven te wei-
goren, noodzaakte men den reeders ze niet
to bewapenen of het handelsverkeer to sta
ken.
Hij verklaart, dat alle voorzorgen Neder
land niet zullen bevrijden van het Duïtscho
gevaar. Herbotte gaat dan verschillende
plannen der Duitschers, ten opzichte van
Nederland na, o'.a. oen studie van Yan
Outhoorn, die in de „Strassburger Post"
van 9 Dec. 1910 verschenen is. In dit arti
kel wordt, betoogd, dat voor de welvaart
en hot onafhankelijk bestaan van Nederland
een nauwe toenadering tot Duitsehland
noodzakelijk is. Duitsehland wil de kusten
der Noordzee bezitten mot hot oog op En-
gedaan, en zijn angst had onmiddellijk dc zee-
roovers aangestoken.
Asad, opgericht in zijn kolossale lengte, keek
hen aan met oogen, die grootcr onlusten "be
dwongen hadden, en verhief zijn stem, die vroe
ger zonder morren honderd man. in den dood
■gejaagd had.
Stilte!"- gebood hij. ,lk bon uw beer, en ik
heb gce.n raadgevers noodig dan Allah. Als ik
oordeel, dat de lijd gekomen is, zal ik bevel ge
ven tot roeien, maar niet oer. Terug naar uw
kwartieren dus, en stilte!"
Hij verwaardigde zich niet, met hen te redc-
nocren, lmn aan te tourna, welke goede redenen
__cr vóór waren, om in deze geheime haai te Mij
ven, en welke er" togen waren om de open' zee
to kiezen. Het was voor hen genoeg, dat het zijn
wil was. Het stond niet aan lien, om zijn wijs
heid en besluiten in twijfel te trokken.
Maar Asad-od-Din was te lang in Algiers ge
bleven, terwijl zijn vloten onder Sakr-oi Ibfhr en
Biskaine de zee bevaren hadden. Do mannen
waren niet meer gewond aan do kracht van zijn
stem, hun vertrouwen in zijn oordcel berustte
niet op den stovigen grondslag der ervaring. Nog
nooit had hij dc tegenwoordige bemanning aan
gevoerd in het gevecht, en hen als overwinnaars
en met buit beladen naar huis gebracht
Zij stelden dus nu hun eigen oordcel tegen
over het zijne. Hun schoon het roekeloosheid
zooals Marzak gezegd had om hier \o blij
ven, en do enkele aankondiging van zijn voor
nomen was lang niet voldoende, oth hun twij
fel weg te nemen.
Het gemompel nam toe en werd niet onder
drukt door zijn trolsche tegenwoordigheid en"
beozeu blik. toen plotseling een der renegaten
in 't geheim bewerkt door den sluwen Yigitello
zijn stem verhief en om den kapitein rien,
dien zij kenden cn vertrouwden.
„Sakr-el-Bahrl Sakr-el-Balir! Gij zult on#
niet in deze baai laten opsluiten, om als ratte
om te komen!"
Het was als een vonk in een vat buskruit.
F.cn menigte stemmen nam onmiddellijk deo
geland en zal nooit toestaan, zoolang het
niet voorgoed overwonnen ia, dat er aan de
monding van Rijn cn Maas een vrije natie
zal bestaan, bij wier onafhankelijk voortbe
staan Engeland belang heeft. Gelooft men
dat de Duitschc staf zich de aanvalspoort in
do havens van Nederl. niet zsd toeëigonen?
Wanneer 't er op aankomt, wanneer hij het
voordeelig acht, zal geen enkole politieke
reden hem terughouden. Het artikel gaat
voort: Laten wij den nationale» trotsch
der Nederlanders, dio door hun verleden
gerechtvaardigd wordt, eerbiedigen, onze
sympathie cn woderzijdsche liefde voor vrij
heid hooghouden. Hieruit blijkt dus in wel
ken moeilijken toestand Nedorland verkeert,
dab langs al zijn grenzen aan de hebzucht
der Duitschers is blootgesteld, dio azen op
zijn goud, veestapel, marine-basis en kolo
niën.
Medische inspectie Eiigelsche krijgsgevangen
Naar bet ..Vad." verneemt, zij.i to evo gd
aan het Nederlarjdsche geza^ts.hip t? Ber
lijn voor de medische insportlo van de E:i-
gejsche krijgsgevangenen in Duitsehland,
ter vervanging van de Amerikaanscho ge-
r.eesheeren, dr. E. A. Keuchenius en dr.
G. A. Rademaker, beiden in Den Haag.
Notenhout cn geweerladen.
Het Kamerlid de heer Van Doorn heeft
op 27 Februari de volgende vraag inge
zonden
Is voor den aanmaak van geweerkolven
notenhout, dat niet onaanzienlijke voordoe
len oplevert, volstrekt noodzakelijk on
kunnen deze niet zonder bezwaar vervaar
digd worden uit andere houtsoorten, als
bijv. eschdoorn, plataan, csschen- of linden-
hout?
Indien dit inderdaad juist is, zou dan do
vervaardiging uit notenhout niet kunnen
worden gestaakt of beperkt?
De miaister van oorlog hooft daarop den
Ssten dozer geantwoord
Notenhout leent zich van alle houtsoor
ten in elk opzicht het best voor de ver
vaardiging van gewcerladen, omdat liet
voldoende hardheid aan taaiheid paart,
zich gemakelijk laat bowerken, voorts wei
nig vatbaar is voor worm en een niet te
hoog soortelijk gewicht heofö, doch vooral,
omdat het weinig aan-weersinvloeden on
derhevig is cn bestand tegen warm worden
bij het afgeven van snelvuur. Ladenhout
toch mag vooral niet onderhevig zijn aan
werken, omdat anders de loop kan kre
trekken, waardoor het schot onzuiv
wordt.
Notenhout wordt daarom ook algemeen
voor de vervaardiging van gewecrladcn ge
bezigd.
Slechts noodgedrongen d. w. z. wanneer
geen voor het doel geschikte noteboomen
(dik genoeg en vrij van gebreken) meer
kuunen worden verkregen zou tot andere,
minder geschikte, houtsoorten moeten wor
den overgegaan, waarbij de aan hot ge
bruik daarvan klevende gebreken zullen
moeten worden aanvaard.
Do vervaardiging van laden-uit noten
hout kan daarom niet worden gestaakt of
beperkt, zoolang nog daarvoor geëigende
boomen in ons land aanwezig zijn.
De xGscmrono toestand.
Over de kabinetskwestie in
0 o st c n r ij k zijn nadere berichten geko
men. Niet het heengaan van graaf Tisza
•is do oorzaak geweest van heb overhaaste
vertrek van den keizer uit Boedapest. Het-
hardnekkig gerucht loopt, dat graaf Clarn
Martinitz als Oostenrijksch minister-presi
dent zou aftreden. Graaf Czernin, de ge
meenschappelijke minister van buitenland
sche zaken zou hem opvolgen en deze zou
door Tisza, den Hongaarschen premier,
worden vervangen.
Ook de geruchten over dc vorming van
een verzamel-kabinet in Hongarije houden
aan. Als minister-president wordt graaf Ju
lius Andrassy genoemd.
D© Duitschers moesten op het w c s t c-
1 i.j k front weer terugtrekken. Ze heb
ben nu dc kom van den heuvelrug weste
lijk van Bapaume moeten ontruimen over
kicet over; handen werden uitgestoken nat:
Sakr-el-Bahr, die daar ten aanschouwo van al
len kalm cn ernstig op hot achterdek stond, ter
wijl zijn schrandere geest do gelegenheid over
woog. die hem gchuden werrl, cn bedacht, we!!:
voerdeel er uit te trekken viel.
Asad deed een stap achterwaarts in zijn diepe
vernedering. Zijn gelaat was doodsbleek, zijn
oogen fonkelden toornig, zijn hand greep het
met juweelen bezette gevest van zijn zwaar
maar hij trok hef niet uit. In plaats daarvan
storte hij op Marzak het venijn uit, dat bij hem
gewekt was, toen hem bleek, hoe zijn gezag ge
daald was
„Dwaas!" snauwde hij. „Zie je lafaardswer!-:!
Zio nu, wat een duivel je hebt opgeroepen met
je vrouwenraad. Jij een galei coinmandeercnï
Jij een krijgsman (er zee worden! Ik wilde, dal
Allah mij gedood had, eer ik zoo'n zoon kreeg
als jij bent!"
Marzak beefde terug voor dc woedende woor
den, waarvan hij vreesde, dat zij door nog erger
gevolgd zouden worden. Hij durfde niet .ant
woorden. zich niet verontschuldigen; in dat
oogenblik durfde hij nauwelijks ademhalen.
Intusschen was Rosamuude in haar unwin
ding vooruit gekomen, U>t zij naast Sakr-rl-Bnhr
stond.
„God helpt imsr" zei zij op een toon van vu
rige dankbaarheid. ,.Dit is uw kans. Do mannen
zullen u gehoorzamen."
Hij kook haar aan, en glimlachte even om ba w
opgewondenheid. „Ja, jonkvrouw©, zij zullen ioy
gehoorzamen," zei hij. Maar in dio enkele oogen-
blikken, die voorbij waren, was zijn besluit ge-
ijoraen. Terwijl Asad ongetwijfeld gelijk had,
het het verstandigste was, rustig in deze baai te
blijver, waar het m'-hun .voordeel was, dat zij
niet bemerkt werden, was toch het oordeel der
manschïppön niet geheel verkeerd.
(Wordt vervolgd).