A. WAALS,
Bij de Firma
Handwerkers
GEMEENTE LEIDEN.
4i pCt. Geldleening v.1917
Heerers-
©v©rii©mclen.
f 1.60 Prima kwaliteit met f 1.90
ptque Borst
A. H. J.
WUTENBURG
I Fa. A. H. J. WIJTENBURG's
I TABAKKEN.
INSCHRIJVING
Nationale Bankvereeniging
Leidsche Beyrafenis-Onderniog „Plëtas".
witte en gekleurde
geplaatst worden.
3 a 410 Hili BIES,
HEL©
iip$!
Haar!.straat 134-136.
sS 3 Maart a. s. OPESSINCr eener zaak
in Koek, G-ekak, Chocolade en Suiker-
2 werken, annex LUNCHROOM.
Fr. G. WESSELING, Vierkant H 24, LISSE.
3
kunnen bekwame
WASCHMACHINES
G 1. RUTGERS, Cartonnage- en Kantoorhoekenfabriek.
Alleen door hei handhaven onzer
H alom bekende prima kwaliieiten,
p gebruikt men overal
„DE NIJVERHEID",
Chr. School v. M. U. L. 0, a/h Noordeinde te Leiden.
Kiz<i<iP 1 tnt Rh Opleiding voor onze Vervolgklasson, voor
REdddC l lUl OU. 6ymnafi( H. S3. Scholen, Ktveeksch. Voor
meer Kinderen, reductie van Schoolgeld.
Klfl^P 7 tnt Q Opleiding voor ex. M. U. L. O. (diploma A
Ritsje I IUS. en B niet 20 V00fr6Chten)j |do o! 4de
J. B. MEUNEN, H. d. S.
groot £800.000.—
op Woensdag 28 Februari 1917,
LEIOEN, TEL. ENT.
Verricht alle Baaksaken.
Deposito zonder opzegging 2'l2 pCt.
SAF^-BBFOSIT. M6
Loketten te huur vanaf f 1® p. jaar.
Kantoor: AALMARKT 16.
Directeur: H. KEEREWEER.
A.LEWENSTEin
Te koop;
N.-Holf. platte stroogele, in
goede conditie, bij ERVEN DE
KLEER, Ter-Aar.
2090
es
L i s s el
«O s Beleefd aanbevelend,
öi
CD
CO
CD
CO
2041
BESPARING GEVEN
Verkrijgbaar en In werking
te zien In het Filiaal:
Kieuwstraat 7, Leiden.
Hierdoor deel ik aan m\jn geachte Gliënteele en Leveranciers
mede, dat mijn knecht
J. v. FiüLER heden is ontslagen,
en verzoek geen orders meer aan hem op te dragen, noch eenige "be
taling aan hem te doen.
Verder, dat mijn zaak geen filialen of anderszins in Leiden
heeft en myn iabriek uitsluitend gevestigd is aan het van ouds "be
kende adres: 2094
Groenestoef lO—1©.
Onder beleefde aanbeveling:
8453 25
7013
voor het aanbreien van kousen is
de Machinale Breiinrichting
40 Haarlemmerstraat 40.
1710
kl. H. B. S., Csdettensch. (Alkmaar), Handelssch. (Oen Haag),
Zeevaartsch., enz. Afzonderlijke Handelsklassen.
Inlichtingen op de spreekuren: Maandag 2—3, Woensdag
lOi—12, Zaterdag 10J—11J(. 2093 28
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden berichten, dat
van des voormiddags 9 uur tot des namiddags 4 nnr, de
op bovengenoemde Geldleening zal zfln opengesteld:
te Leiden ten kantore van den GEMEENTE-ONTVANGER
en ten kantore van de Heeren LEZWIJN EIGEMAN;
te Rotterdam ten kantore van de ROTTERDAMSCHE BANKVEREEN.
te Amsterdam ten kantore van de AMSTERDAMSCHE BANK
en ten kantore van de Heeren WERTHEIH GOMPERTZ;
op den voet en de voorwaarden van het prospectus van uitgifte,
waarvan exemplaren bjj bovengenoemde kantoren verkrijgbaar zijn.
LELDEN, 24 Februari 19ff.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRIJEN,
2076 - Secretaris.
Effecten, Coupons, Cheques, Wissels, Incasso.
Kapitaal en Reserven £5.500.000.
RAPENBURG 27. Nos. 1034, 1482, 1622.
1^^1ete!ir^RmL-5ourant^^?rolongat5^^^^
Onder aanbeveling der H.H. Notaris J. J. TER LAAG Czn.,
Dr. J. C. M. TIMMERMANS, W. F. VERHEY VAN WIJK, Dr.
C. M. VAN VOORTHUYZEN. 1081
TELEFOON 861.
*4 \lMAUlJ^r,.S
n.f'AKSW»:- IfAAlMACMmentlArtDEi
H AARLEMMERSTR141
- TELSP. ©SS
4346
'WIE DE PIJNEN
WIL VERDRIJVEN,
MOET MET PAIN-PPELLSR j
WRIJVEN
ÈBlr:
Dit goede oude Huismiddel tegen
Küeuraatiek, Jicht, Ver
koudheid, enz., mag in geoa
enkel Huisgezin ontbreken. Id fle»-
Bchen èb f 1.50, 90 ct. en 60 ct
Bij alle Apothekers en Drogisten.
F. AD. RICHTER Co., Rotter
dam, te Leiden bij DE WAAL,
Mare; BKOEKSE, Haarl str 70 en
UHK1ST1AAN8E, Hoogewoerd 8.
0422
hem en u, en fan uw bedreiging, hem te gullen
dcc den, noch kan het uitwisschen de herinne
ring aan de openbare meening, die uw bestraf
fing oischte. Durft ge zulk een toon tegen mij
aanslaan? Go durft hier onder den hemel me
slaan voorliegen, om een valsche verontschuldi
ging te geven voor uw lage streök want dat
is het doel van uw leugen, als ge me vraagt,
welk doel ge er mede hebben kunt. Wat hadt
ge daar tegenover te stellen, om mij te overtui
gen, dat uw handen rein waren, om mij te bewe
gen, de gelofte te houden, die ik u deed?"
„Mijn woord," antwoordde hij haar met hel
dere stem.
„Uw leugen," verbeterde zij.
„Denk niet," zei hij, „dat ik mijn woorden
niet zou kunnen bewijzen, als ik daartoe geroe
pen werd."
„Bewijzen?" Zij staande hem een oogenblik
niet wijd geopende oogen aan. Toen krulde zich
haar hp. „En dat was zeker de reden van uw
vlucht, loen ge hoordet, dat de justitie namens
do Koningin kwam, om u ter verantwoording te
roepen ten gevolge van den eisch der openbare
meening."
Hij staarde haar een oogenblik verstomd aan.
„Mijn vlucht?" zei hij. „Wat is dat voor een
praatje?"
„Ge zult me nog willen zeggen, dat ge niet
gevlucht zijt. Dat dit ook een valsche beschul
diging is?"
„Zoo," zei hij langzaam, „geloofde men, dat
ik gevlucht wasl"
En toen ging plotseling een licht voor hem op,
dat hem verblindde en duizelig maakte. Het
sprak, zoo vanzelf, dat dit geloofd was, en toch
was het nooit bij hem opgekomen. Het was zoo
doodeenvoudig! Op een anderen lijd zou zijn
verdwijning aanleiding tot opmerkingen en mis-
'schien onderzoek gegeven hebben. Maar zooals
het nu gebeurd was, was het antwoord klaar
en overtuigend, en niemand vroeg verder. Zoo
was Lionel's taak dubbel gemakkelijk, zoo werd
zijn eigen schuld des tc zekerder in het oog van
allen. Zijn hoofd zonk op zijn borst. Wat had
hij gedaan? Kon hij Rosamundc nog verwijten,
dat zij door zulk een doorslaand bewijs over
tuigd was? Kon hij baar nog verwijten, dat zij
den brief ongeopend verbrand bad, dien hij door
Pitt gezonden had? Wat anders kon iedereen
denken, dan dat hij go^-ucht was? En in dat ge
val moest zulk een vlu' ht hem natuurlijk brand
merken als den moordenaar, dien hij veronder
steld werd te zijn. Hoe kon hij. haar verwijten,
zoo zij eindelijk overtuigd was door de eenig mo
gelijke oplossing? Hu kreeg hij plotseling begrip
van het onrecht, dat hij gedaan had.
„Mijn God!" steunde hij, als iemand, die pijn
heeft. „Mijn God!"
TT ij keek haar aan, en wendde toen zijn blik
weer af, nu niet in staat langer den ellendigen,
maar toch onbevreesden blik van haar moedige
ocgen te weerstaan.
„Ja, wat kondt ge anders gelooven?" mompel
de hij gebroken, en gaf daarmee uiting aan het
geen er in hem omging.
„Niets anders dan de volle, lage waarheid,"
antwoordde zij heftig, en trof hem daarmede op
nieuw, en dreef hem uit zijn plotselinge zwak
heid weer terug naar zijn gevoel van wraak en
vergelding.
In dat oogenblik van wederkeerenden toorn
vend hij, dat zij maar al te bereid geweest was
om te gelooven, wat er van hem verteld werd.
„De waarheid?" herhaalde hij, en hij keek
haar trotech aan. „Kent gij de waarheid, als gij
haar ziet? Dat zullen wij onderzoeken. Want nu
zult ge de waarheid voor u blootgelegd zien, en
gij zult ze afschuwelijker vinden dan ge hebt
kunnen denken."
Er was iets zoo dringends nu in zijn toon en
manieren, dat zij begon in te zien, dat zfj eenige
openbaring zou krijgen. Zij gevoelde een zwakke
ontroering, een weerspiegeling misschien van do
heftige ontroering, waaraan hij ten prooi was.
„Uw broeder," begon hij, „werd gedood door
een vaLschen zwakkeling, dien ik liefhad, tegen
over wien ik een heiligen plicht had. Dadelijk
na de daad vluchtte hij tot mij om bescherming.
Een wond, die hij in het gevecht had gekregen,
liet het spoor van bloed na, dat den weg aan
duidde, diep bij gegaan was." Hij wachtte even,
en zijn toon werd zachter, hij kreeg den gewo
nen klank van iemand, "die kalm iets vertelt.
Was het niet vreemd, dat niemand op het
denkbeeld kwam, eens te onderzoeken, waar dat
bloed vandaan kwam, en zich te overtuigen, dat
ik in dien tijd geen wond had? Rechter Baino
wist het, want ik liet mijn lichaam door hem
onderzoeken, en er werd een verklaring onder
getuigen opgemaakt, die de ambtenaren van de
Koningin met hangende pootjes naar Londen
zou hebben doen terugkeeren, als ik op Penar-
row geweest waa, om hen te ontvangen."
Een vage herinnering kwam bij haar op, dat
rechter Baine over het bestaan van zulk een
document gesproken had, en het zelfs bezworen
had; en zij herinnerde zich, dat het beschouwd
was als een uitvinding van den rechter, om do
beschuldiging van laksheid tegen hem te niet to
doen, vooral, daar de eenige getuige, dien hij
•n noemen, Sir Andries Flack, de predikant,
kort daarop overleden was. Sir Olivier's stem
leidde haar aandacht van die herinnering af.
„Maar laat dat blijven," zei hij. „Laten we
tot de g03chiedenis zelf terugkeeren. Ik be
schermde den schurkachtigen zwakkeling. Daar
door laadde ik de verdenking op mijzelf, en
daar ik mij niet kon schoon wassen, zonder hem
aan te klagen, zweeg ik. Die verdenking werd
tot zekerheid, toen de vrouw, met wie ik ver
loofd was, mijn eeden niet telde, het allerergste
van mij geloofde, onze verloving verbrak, en mij
doardoor brandmerkte in de oogen van allen als
een moordenaar en leugenaar. Do verontwaar
diging tegen mij werd sterker. De ambtenaren
van de Koningin waren op weg, om te doen wat
do rechters van Truro weigerden te doen.
Tot zoover heb ik u feiten gegeven. Nu geef ik
u vermoedens, mijn eigen gevolgtrekkingen
maar vermoedens, die, zooals gij zult oordee-
len, allen grond van waarheid hebben. De ellen
deling, wien ik bescherming gegeven had, voor
wien ik als dekmantel gediend had, beoordeelde
mijn karakter naar het zijno en vreesde, dat ik
niet in staat zou zijn den nieuwen last te dra
gen, die op mij geworpen word. Hij vreesde, dat
ik onder den druk er van spreken zou, mijn be
wijzen zou bjjhrengen, dat hij vreesde, dat ik
zeggen zou. Er was een zekere vrouw, een
wijf te Malpas die tot spreken gedwongen
kon worden, die een mededinging omtrent haar
tusschen den moordenaar en uw broeder kon
verteld hebben. Want de zaak, waarvoor Pieter
Godolphin den dood vond, was in den grond el
lendig en schandelijk."
Voor het eerst viel zij hem heftig in de rede.
„Spreekt ge kwaad van den deode?"
„Geduld, jonkvxouwe," beval hij. „Ik belaster
niemand. Ik 6preek de waarheid van een doode,
opdat die omtrent twee levenden bekend zal wor
den. Hoor mij dus aan! Ik heb lang gewacht en
veel doorleefd, om u dit te kunnen vertellen.. Die
ellendeling begreep, dat ik een gevaar voor hem
worden kon; daarom besloot hij mij uit den weg
te ruimen. Hij liet mfj op een avond overvallen
en aan boord van een schip brengen, om naar
Barbarije gebracht en daar als slaaf verkocht
te worden. Dat is do waarheid omtrent mijn ver
dwijning. En de moordenaar, dien ik ten koste
van mijzelf geholpen en beschermd had, had er
nog meer voordeel van, dat ik weg was. God
weet, of het vooruitzicht op dat voordeel hem
nog meer in verzoeking bracht. Na verloop van
tijd volgde hij inij op in mijn bezittingen, en ein
delijk zelfs in do liofdo van do trouwelooze
vrouw, die eena mijn verloofde was."
Eindelijk ontwaakte zij uit het 6tarre geduld,
waarmee zij tot nu toe geluisterd had. „Wilt go
zeggen, dat.... dat Lionelbegon zij met
een stem, vejptikt door verontwaardiging.
En toen sprak Lionel eindelijk; hij sprong op.
„Hij liegt!" riep hij. „Hij liegt, Rosamundel
Geloof hem niet."
„Dat doe ik niet," antwoordde zij, zich afwen
dend. Een hooge blos bedekte het donkere ge
laat van Sakr-el-Bakr. Een oogenblik volgden
zijn oogen haar toen zij een paar schreden terug
trad; toen zag hij Lionel toornig aan. Hij trad
zwijgend op hein toe met zulk een dreigend ge
laat, dat Lionel in nieuwen schrik samenkromp.
Sakr-cl-Bahr groep zijns broeders pols ale in
een ijzeren boei. „Wij zullen vanavond de waar
heid hooren, al moest zij met gloeiend* tongen
uit je gehaald worden,zei hij binnensmonds.
Hij sleepte hom naar het midden van het ter
ras voor Rosamunde, en deed hem met geweld
neerknielen.
„Weet je iets van de vindingrijkheid van do
Moorscho pijnbank? vroeg bij hem. „Je zult
wel eens gehoord hebben van het rad on da
duimschroeven. Dat zijn instrumenten tot ver-
maak, vergeleken bij do middelen, die Barbarije
heeft, om stijve tongen los te maken."
Elcek en strak, met saamgeknepen handen,
stond Rosamunde voor hem.
„Lafaard! schelm! ellendige, afvallige liondl"
schold zij hem.
Olivier liet den pols van zijn broeder los ca
klapte in zijn handen. Zonder op Rosamunde te
letten, zag hij op Lionel neer, die sidderend aan
zijn voelen lag.
„Wat dunkt je van een lont tusschen je vin
gers? Of denk je, dat een paar gloeiende arm
banden, om mee te beginnen, beter aan het doel
znl beantwoorden?"
Een korte, gelulbande kerel met grijzenden
baard en waggelenden gang, kwam zooals te
itr<jn afgesproken was op het teeken van
Sakr-el-Bakr op het terras.
Met de punt van zijn voet raakte Sakr-el-Bakr
zijn broeder aan.
„Kijk op, hond," beval bij. „Zie dien man aant
Herken je hem nog? Kijk naar hem, zeg iklü-
En Lionel kerk, maar daar hij den ander blijk-
•aar niet herkende, vertelde zijn broeder: „On
der dc Christenen was zijn naam Jasper Leigh-
Hij was de kapitein, dien je omkocht, om mij
raar Barbarije te breDgen. Hij raakte in zijn
igon net verward, toen zijn schip door de Span
jaarden gcilomen werd-^ater viel hij in mijn
acht, cn, omdat ik hem niet liet ophangen, i*
hij nn een trouw volgeling van mij. Ik zou hem
nelasten, u te vertellen, wat hij weet," ging ha
voort, zich tot Rosamunde richtende, „als ik
dacht, dat ge zijn verhaal wildet gelooven. Maar
daar ik zeker ben, dat ge dat niet zult doen, z3*
ik andere maatregelen nemen."
(Wordt vervolgd)»