Ifgdeiiand en de Oorlog. No. 17484. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 24 Februari. Tweede Blad. Anno 1917, Persoverzicht. FEUILLETON. S3© Zeevalls.. Ingezonden. ftuTopa door hongersnood be dreig ch Een medewerker van de „NIEUWE 110 TTEII DAM S CHE COU RANT" schreef hierover: Het is reeds eenige moan den geleden, dat steller van deze regelen betoogde, dat bij voortzettingviin den oorlog Europa en niet speciaal Duitschland met hongers nood werd bedreigd. Nu dit gevaar zich in werkelijkheid drei gend begint to verheffen, daarover nog het volgende Uit den aard Ier zaak staat in den regel de jaarlijkschc productie van levensmidde len gelijk aan do consumptie. Intusscben met zekere reserve. Er is in norihale tijden altijd eenig overschot. Op de magere jaren wordt als in de tijden van het Oude Testa ment gerekend, zij bet in veol mindere mate, omdat anders dan vroeger, de ver schillende lauden en werelddeelen elkaar to hulp komen. Nu kan men rekenen, dat door verhoogd erbruik en vernietiging gepaard met erminderde productio thans'de reserve an voor den oorlog- ongeveer is verdwenen. De kwade dag breekt dus aan. De wereld oogst van 1916 was slecht. Een grootc oogst is voor 1917 onwaarschijnlijk. De oorlog reedt ook te dien opzichte storend tusschën- bcide. Verminderde arbeidskrachten en ge brekkige technische leiding in de 'oorlog voerende landen.-Dan gemis van de benoo- digde meststoffen ook in de niet-oorlogvoe- ende landen. Ten aanzien van kali heeft Duitsckland ongeveer het monopolie. De Entente-Slaton cn ook Amerika moe- cn dit planten voedsel missen en het gevolg is, dat vele gronden belangrijk minder pro- duceercn. Hetzelfde geldt voor vele landen ten aanzien van de stikstofvoeding. Aan Chilisalpcter zal ook Nederland in 1917 een zeer veel grooter tekort hebben dan in 1916. Daardoor o.a. een groote vermindering van de productie van aardappelen, vooral in de eenkolonion. Geheelc schepen vol Chilisal- Tpetor, voor Zweden bestemd, heeft Enge- and in zijn havens ten eigen bate gelost. Een ernstige bedreiging van de Zweedsche olksvoeding. In het kort: minder productie over een groot deel van de^ aarde, gemis_van gelegen heid tot vervoer, zoodat veel bederft. Groote oorraden dagelijks naar don bodem der zee wegzakken do in plaats van te belanden in 'do graanpakhuizen van de spoedig noodlij dende bevolking. In Duitsckland -zijn liet vooral de zwak ken en do kinderen, dio aan ondervoeding lijden. In Rusland, waar een groot deel van den veestapel reeds is geslacht, schijnt in sommige streken do toestand hoogst ern stig. Reizigers, die Rusland passeerden, spre ken van jammerlijke tooneclen van hongers nood. Het Grieksche volk wordt met den hongerdood bedreigd. Het is wenschclijk, alles duidelijk onder de oogen to zien. Geheel Europa wordt be dreigd niet ondergang. No.g is het tijd veel te redden. Er is een taaie voor allen, die zich illen aangorden tot 't redden van „mcnscli- hcid en beschaving Men mecne niet, dat het bij de redding daarvan in de eerste plaats de vraagt geldt Tyclke groep in den oorlog zal overwinnen. Komen zooals to vreezen is tijden van absoluut gebrek, dan verliest de vraag van overwinning of jiederlang beteekenis. Dan komt een noodtoestand, waarin de eisch tot levensonderhoud alles overstemt, waarin van „menschkcid en beschaving", thans dik wijls zoo onjuist in de debatten betrokken, niets overblijft. Van voedsel verstoken schip breukelingen plegen dikwijls te eindigen in onderlingen strijd en de sterkeren slachten de zwakken en worden menscheneters. En tot zoo iets komen zelfs de meest vreedzame cn idealistische menschcn. Waar men thans nog cn ook bij ons tal van personon 'heeft, die reclame maken voor een steeds oortzetten van den oorlog, zij er op gewe zen, welk beeld van „niensckeljjkheid en beschaving" in het verschiet ligt. Ook wij, neutralen, Nederland, Scandinavië, Zwit serland zullen dan aan het noodlot niet ontkomen. Het „HANDELSBLAD" acht een derge lijk pessimisme niet gegrond. Roman uit het laatst der 16de eeuw, naar het Engelsch van Rafaël Sabatini 45) -- „Gij zijt mijn broeder niet," antwoordde hij heftig. Sakr-el-Bahr trilde een oogenblik, alsof hij geslagen was. Toch bedwong hij zich. „Laai ik dat nog cons van je gemeeno tong hooren, cn ik laat ze tot den wortel uitrukken." Eu toen, als een fat, die in 't nauw gebracht vloog Lionel op hem af en wilde met uitge strekte handen naar zijn keel grijpen. Maar Sakr-el-Bahr greep hem beet, zoodal hij brul lend op zijn knieën viel. „Je ziet, dat ik sterk ben, hè?" spotte hij. Dat is geen wonder. Bedenk, dat ik zes lauge •n&anden aan de riemen van een galei gezwoegd heb, en dan zal jc begrijpen, waardoor mijn li- haani tot ijzer geworden is en ik mijn ziel ver loren heb." Hij slingerde hem weg in do rozestruiken en lef>en liet latwerk, waarover zo groeiden. ^Begrijp je het gruwelijke van de roeiersbank? dag in, dag uit," nacht in, nacht uit, naakt fketend to zitten aan don riem, to midden van 0Ü stank van je lotgenooten in het ongeluk, ^gekamd, ongewussehen behalve door den re- geroosterd door do zon, met zweren, ge togen en mishandeld döor do zweep van den als je bezwijkt onder het onophoudelijk, pdolooze, afbeulende werk? Begrijp je hel?" 'Jn slem, vol onderdrukte woede, sloeg plolse- "8 over tot een gebrul. ..Je zult het loeren bc- •JPen. Want dat vreeselijk lot, dat ik onder- door jou toedoen, zal nu tot den dood het zijn." 'J zweeg, maar Lionel deed geen poging om l'i enen. Zijn moed was weer gezonken, even De medewerker heeft een voedingsbalans voor de gekeele wereld opgemaakt. Echter niet met voldoende gegevens. Dc mis-oogst van verleden jaar was geheel aan klimatolo gische invjocdon te wijten en toch is van hongersnood, veroorzaakt door gebrek aan wereldproductie, nog nergens sprake. Ook in ons land niet, ook in het oorlogvoerend Engeland niet, waar de maatregelen op besparing van. voedselverbruik een uiterlijke vorm zijn ook in Griekenland niet. Alle voedsel moeilijkheden zijn te wijten aan ge brekkig transport. Als Nederland zijn sche pen vrij kan laten varen, behoeft Neder land geen honger tc vreezen. Als Grieken land niet meer geblokkeerd wordt, is het gevaar voor Griekenland voorbij. Als in Rusland het vervoer geregeld wordt, zal men in dat land niet mqgr in één stad schaarschtc, in een andere stad overvolle pakhuizen vinden. Indien men gaat berekenen, hoeveel er minder geproduceerd 'wordt, moet men ook nagaan hoeveel er thans minder verbruikt wordt. Duitschland past voor geheel Euro pa een grootc besparing toe, van millioenen tonnen maïs én graan, dat anders naar Duitschland vervoerd wordt. Het honger lijden, voor zoo ver door mindere productio noodzakelijk gemaakt, wordt voor ccn groot deel door Duitschland gedragen. En zelfs in Duitschland hecrscht eerst sinds de laatste maanden ccn toestand die met liet woord hongersnood niet schromelijk over dreven wordt geteekcnl. Om te kunnen na gaan of er sprake van hongersnood kan zijn, zou men moeten weten met hoeveel hot ver bruik verminderd kon worden, vóór -er wer kelijk ernstige nood is. Hoeveel minder graan zou men, door de kostbare, en verspillende vetmestmethode in dierlijk vet kunnen laten omzetten, zonder dat nog een ernstige en voor dc volksgezondheid schadelijke vlcescÉ- vètnood ontstaac? Duitschland mist, men vcr- gete dat niet, ook alle ingevoerde planten- vctten! De schrijver zegt, dat het gevaar van hon gersnood zich in Europa dreigend begint to verheffen. Het is mogelijk. Maar nog niet door een wereldschaarschte aan voedingsmid delen, maar door een ontwrichting en vernie tiging van het wereldtransport van voedings middelen. WL'j hebben reeds genoeg aan de euvelen, dio er werkelijk zijn, zonder er nieuwe euve len bij tb bedenken. Zoo zal bijv. in een klimatologisch -normaal aardappeljaar de veenkolonie-aardappel voor de Nederlandsche volksvoeding volstrekt overbodig zijn. En als, wegens gebrek aan stikstofmest, daar boonen en niet aardappelen verbouwd worden, zal do Nederlandsche volksvoeding daarvan voordeel niet nadeel o.idervinden. Met het bovenstaande willen wij echter niet zeggen, dat wij niet goed zullen doen zuinig heid in alles te betrachten. Integendeel, wij gelooven, d;:t liet'noodzakelijk is, dat wij op levensmiddelen sparen wat wij kunnen. Nieu we misoogsten zijn mogelijk, verslechtering van het wcreldvervoer is ook niet uitgeslo ten, zoodat zeker ieder zich tot plicht 'moet rekenen van geen lcvensbetioerten méér te gebruiken, dan bepaald noodig is. Do Grondwetsh er ai-en ing. Mr. S. van Houten schrijft in zijn „STAATKUN DIGE BRIEVEN" nog' eens over het aan genomen stelsel van evenredige vertegen woordiging en het pensioen der Kamer leden. Het stelsel van evenredige vertegenwoor diging vindt hij slecht, terwijl er z.i. deug delijke gronden zijn vcor de noodzakelijkheid van nadere «overweging, o.a., dab vele Kar- merleden de zaak niet geheel en al be grepen hebben.- In het verleenen van pensioen over zit tingjaren onder de tegenwoordige Grondwet, ziet schr. een troostprijs ter uitreiking door do partijleiding aan teleurgestelde party- gonooton, die plaats moeten maken voor jongeren; een partybelang dus, geen lands belang. Hij besluit: Volgens het oorspronkelijke voorstel, goed geïnterpreteerd, word het pensioen eerst verleend als «onderdeel der verhoogde scha deloosstelling aan gekozenen en vcor zit tingjaren na in-werking-treding dar Grond- web. Door de wijziging is echter een ont werp ontstaan, waaruit bijl aanneming door do Eerste Kamer een feitelijke toestand zal geboren worden, dien deze Kamer niet mag snel, als hij opgekomen was, en hij kromp in een, waar bij heengeslingord was. „Voor je daar heen gaat, is or iets anders," hervatlo Sakr-el-Bahr, „iets, waarvoor ik je van avond hier licb laten brongen. Niet tevreden, mij aan dit alles overgeleverd te hobben; niet tevreden mij als moordenaar te hebben gebrand- morkt, mijn goeden naam -to hebben vernietigd, mijn bezittingen te hebben gcstoleu en mij cp weg naar de hel gebracht te hobben, moet je nog vorder gaan en mijn plaats innemen in het val- sche hart van deze vrouw, dio ik eenmaal heb liofgokad. Ik hoop," ging hij peinzend voort, „dat jo haar op je eigen armzalige manier ock li®fhebt, Lionel. Dan zal bij de foltering, die jc lichaam te wachten staat, ook nog een foltering voor je verraderlijke ziel gevoegd vrorden zulk een pijniging als alleen de vervloekten ken nen. Met dat doel heb ik je hier gebracht. Dat jo iets beseffen zult van wat deze vrouw van mij to wachten staal; dat je do gcdgckle daar aan kimt meenemen, en die zal erger voor jc ziel zijn dan de zweep van den drijver voor je vortroeteide lichaam." „Duivel!" brulde Lionel „Je bent de booze uit de bel." „Als je duivels maaki, moot je ze niet verwij ten, duivels te zijn, als je ze latei weer ont moet." „Luister niet naar hem, Lionel!" zei Rosa- munde. Ik zal hem bewijzen, dat hij een groote pocher is, als hij zelf bewijst een sohnrk te zijn. Geloof niet, dat bij zijn slecht voornemen zal kunnen uitvoeren." „Gij zijt het, die pocht," zei Sakr-el-Bahr. „En overigens ben ik, wat gij en hij samen mij ge maakt hebt." „Hebben wij u oen leugenaar en lafaard ge maakt? want dat zijt ge,antwoordde zij. „Lafaard?" herhaalde hij, bb'jkbaar verbaasd. „Dat zal wel de een of andere leugen zijn, die liij met -zooveel andere verteld heeft. Waarin heb ik me ooit een lafaard geloond?" „Waarin? In hetgeen ge nu doel; in dit pla gen en martelen van twee hulpcloezewezens, die in uw-macht zijn." in 't leven ïoepen, als zij Jiaar constitutio neels taak om corruptie te weren, naar eisch vervult. Voer de "honderd na ontbinding te kiezen Kamerleden behoort geen gel delijk voordeel aan hun stent verbonden te zijn. En 't is minstens een grove blunder van de tegenwoordige Tweede Kamer, dat zij een daartoe strekkende verandering in het ontwerp gebracht heeft; een' blunder te grover, naarmate zij overigens voor dat ontwerp gunstiger gezind was. GEBREK AAN ZOUT. De laatste» weken doet zich oen, hier en daar zeer r ijpend, gebrek aan zout gevoelen. De moeilijkheden dateeren feitelijk van October van héb vorige jaar, toen vrij plot seling alle zoutzendingen uit Duitschland worden ingehouden. De „Deutsche Handels- stelle" had uitgemaakt, :lat ér van de zijde van Nederland andere leveringen tegenover moesten staan en garantie moest worden gegeven, dat het geraffineerde zont, afkomstig van 't uit Duitschland ingevoerde ruw-zout, niofc zou worden gebruikt voor de bereiding of conserveering van producten, bestemd voor de geallieerdo landen. Om dit behoorlijk na te gaan, werd aan het zoufc- kantoor van de „Deutsche Handelsstcllo" een afzonderlijke „verblijfs-controlo" inge steld. Zoo is langzamerhand het gebrek ontstaan. Nog zal men zich hier en daar eenige we ken moeten beholpen. Maar, nu de rivieren en kanalen spoedig weder geheel voor do vaart open zullen zijn, mag do verwachting worden gekoesterd, dat de levering, al gaat deze dan niet meer zoo vlot als Vroeger, binnenkort weder vrij geregeld zal plaats hebben. RUBBERZWENDEL. Men meldt aan cte „N. Ct.": Na eerst te. Amsterdam een aantal slacht offers gemaakt té hebben, wordt thans in Groningen, Rotterdam, Den Hiag en enkele andere p«laateem getracht gofidgelcovig© men- schen geld uit deai aak te kloppen door een ^ubhe^m»,e®d>el,. Zooals bekend staat alle rubber in Neder land onder N. O. T.-controle en kan buiten de N. O. T. geen r ubber worden ontvangen. Nu bestaat er een complot, dat een partij rubber groot 150.000 K.G., aanbiedt, welke aou zyn opgeslagen in een vrij pakhuis te Amsterdam, buiten N. O. T.-verband (z.g. vrije rubber) en zou zijn binnengesmokkeld. Getracht wordt mot personen in relatie te komen, die genegen zijn aandeel te nemen in de partij als kooper of verkooper en zich dan laten bewegen voor z.g. onkosten, pro visie of zoo iets gelden te storten, waar het den .betrokkenen alleen om te doen is, want de aangeboden partij „vrije rubber" bestaat niet. Wel is er indertijd een party1 vasi 150.000 K.G. rubber .binnengesmokkeld in tabak, doch deze fraude werd ontdekt, de rub ber werd aangehouden en onder toezicht van de N. O. T. gesteld. Deze party ligt in Am- sterdamsche veemen opgeslagen en wordt onder geen beding vrijgegeven. By dezen zwendel moeten niet minder dan een vijftigtal personen betrokken zijn uit Amsterdam, 's-Gravehhage en Rotterdam. Reeds tal van slachtoffers mceten gemaakt zjjn en bijna wekelijks komen er bij. De Amsterdamscho politie moet op de hoogte der zaak zijn, doch rn aanhoudingen hobben kunnen doen, daar heeren hun bedrijf buiten de strafwet weten te houden. VOOR HET SERVISCHE ROODE KRUIS. De Nederiandscho ambulance in Servië, be staande uit dr. H. van Dijk en zeven verpleeg sters, is nog steods bij bet Servische leger werkzaam in de nabijheid van Monastir; zij be wijst daar belangrijko diensten, en ontving zoo wel van de Servische regeering, als van den chef van bet Servische Roode Kruis bewijzen van groote waardoering. Maar ook kwamen dringende aanvragen tot het zenden van gecou- denseerdo melk, vorbandmateriaal, levensmid delen onz., voor de vele zieken in de Servische hospitalen. De geldmiddelen ran het comité echter zijn helaas bijna uitgeput. Het doet daarom nog maals een dringend beroep op allo lezers om een ruime gift tc zenden aan den penningmees- „Ik spreek niot van. wat ik ben," antwoordde - hij, „want ik heb al gozegd, dat ik ben, wat gij mij gemaakt hebt. Ik spreek van wat ik was. Ik spreek van het verleden." Zij keek hem aan en scheen hem met haar vasten blik te melen. „Go spreekt van bet verloden?" hern a al de zij met zachte stem. „Ge spreekt van liet verleden tot mij? Durft ge dat?" „Opdat vrij er samen over zouden kunnen spreken, heb ik u heelemaal uit Engeland óg- haald; dat ik u eindelijk dingen zou kunnen vertellen, dio ik dwaas genoeg was, vijf jaar gc-ledon voor u te verzwijgen; dat wij een on derhoud kunnen hervatten, dat gc onderbroken hebt, door mij weg te zenden." „Ik deed u zeker een vreeselijk onrecht," ant woordde zij met bitteren spot. „Ik was zeker 'niet zachtzinnig genoeg. Het zou mij meer be taamd hebben, als ik tegen den moordenaar van mijn broeder gelachen en hem gevleid had." „Ik heb u toen gezworen, dat ik zijn moorde naar niet was," herinnerde hij haar met trillen- do stem. „En ik antwoordde, dat go loogt." „Ja, en daarop zondt ge mij heen liet woord van den man, wicn gij uw trouw vtfrpand hadt, woog niets bij u." „Toen ik u trouw beloofde," antwoordde zij, „deed ik hoi, zonder u werkelijk te kennen, ia een stijfhoofdige, doorzettende onwetendheid, dio niets wilde hooren van hetgeon de wereld zei van u en uw woestheid. Voor die blinde stijf hoofdigheid ben ik misschien gestraft, zooals ik wellicht verdiende." „Leugons, allemaal lougensl" riep hij. „Dio ru we gewoonten van mij gaf ik op, toen ik u lief- kreeg. Sedert het begin der wereld was geen minnaar zoo gereinigd, zoo geheiligd door de liefde als ik." „Spaar mij dit ten minste!"- riep zij op een toon van afschuw. „U sparen?"- herhaalde hij. „Wat zal ik u sparen?" „De schande van dit alles; de schande, die mij ter, don heer T. Th. Gleichman, Heerengracht 216, Amsterdam. TUINEN VOOR ARBEIDERS. In verband met de aansporing van den Minister van Landbouw aan werkgevers en anderen intake beschikbaarstelling van per ceeltjes tuingTönd voor hun personeel w ordb do aandacht gevestigd op eoii onlangs door het gemeentebestuur van Wormer genomen maatregel. Die gemeente geeft togen bil leken -huurprijs aan moer dan 100 arbei ders, die daartoe een vereeniging hebben opgericht, ongeveer 5 H.A. tuingrond uit, waarvan ieder arbeider in ayn vrijen tijd1 eon gedeelte bewerkt. Daartoe is pnlangs brna 4 H.A. grasland in bouwland omgezet. Het' belang der levensniiddelenvoorziening wordt hiermede zeer gediend en het voor beeld verdient zeker door andere geme«?ntO- besturen- te worden nagevolgd. ONTSLAG UIT DEN MILITAIREN DIENST WEGENS GEVANGENISSTRAF. Door den minister van Oorlog is, 'by> or der aan de autoriteiten der Landmacht ge kend gemaakt, dat dienstplichtigen, die on herroepelijk syn veroordeeld, hetzij bij één vonnis,hetzij bij verschillende vennissen ge zamenlijk tot eon zwaardere gevangenisstraf dan van zes maanden, uit den militairen dienst kunnen worden ontslagen, waartoe ziji door hun chef voor ontslag bij het de partement van Oorlog moeten worden voor gedragen. Bij dio voordrachten meet worden ge voegd een verklaring nopend het vonnis of de vonnissen, tegen den betrokken dienst plichtige gewezen, \yelk stuk wordt aange vraagd aan het parket van den officier van justitie bij de Arrondissoments-rechtbank, binnen welker rechtsgebied de geboorte plaats van den veroordeelde is gelegen. DUITSCHE DICTATUUR. De „Tel." schrijft onder bovenstaand op schrift D Yereeniging van Nederlandsche Ijzer- handelaren te 's-Gravonhage heeft d.d. 3 Februari van don heer "Weule, „vertrauens- mann für die Eisen- und Metallindustrie bei der Kaiserl. Doutsciien Gesandtschaft in den Niederlanden", een schrijven ontvan gen van den volgenden inhoud „Bij verschillende worven heorsckt twij fel of zij schepen uit Duitschland vijandig gezinde landen mogen horstellen, zelfs wanneer zij voor het herstellingswerk geen Duitsch materiaal gebruiken. Ter algemee- ne beantwoording dezer vraag, verzoek ik u den werven mede te deelen, dat elk her stellingswerk aan schepen uit vijandelijke landen op werven, welke Duitsclie grond stoffen betrekken, ook dan ongewensebt is, wanneer voor het herstellingswerk geen Duitsch materiaal wordt gebruikt. Er ziju genoeg neutrale en Hollandsche schepen, om de Nederlandsche werven van werk te voorzien." Toorts werd van den heer Weule nog het volgende aanvullingsbericht ontvan gen „De strekking van mijn schrijven van 3 Februari is, dat ik mij tot mijn leedwezen genoodzaakt zie de worven, die den in dat schrijven uitgesproken wensch niet nako men, den verderen toevoer van Duitsche grondstoffen te onthouden." De werven zijn met do .wenschen van den heer Weule inderdaad per circulaire in ken nis gesteld. DE BEMANNINGEN TAN DE „TROMPENBERG" EN „OOTMARSUM". Dc» bemanningen van de gezonken stoom schepen „Trompenberg" en „Ootmarsum" kwamen van Dartmouth te Londen aan. Zij werden aan het station opgewacht door den vertegenwoordiger dor maatschappij, die hen naar hun verblijfplaatsen bracht. Onder hen bevonden zich de jonge vrouw en een zoontje van een der kapiteins. Do mannen zagen er goed uit. Sommigen droe gen hun geredde bezittingen, maar de meesten, die blijkbaar alles verloren had den, waren zonder bagage. Men kon niets uit hen krijgen. De Nederlandsche autori teiten te Londen hadden hun monden her metisch gesloten. De mannen waren zelfs altijd bij blijft, dat ik ccn tijd lang meende u lief te hebben." Hij glimlachte. „Zoo go nog schaamte kunt gevoelen, zal zij u overstelpen, vóór ik uitge sproken lieb Want gij zult mij ten eindo toe aanhooron. Hier is niemand, clio ons stoort; nie mand, die mijn wil dwarsboomt. Denk dus na en herinner u. Herinner u, hoe trolsch gij waart op de verandering, die gij bij mij bewerkt hadt. Uw ijdclheid werd gestreeld door die schatting aan de macht uwer schoonheid. En toch, in één ocgenhtik, op de zwakste gronden, geloofdet gij, dat ik. de moordenaar van uw broeder was." „De zwakste gronden?" riep zij, zich verzet tende, bïjua in weerwil van zichzelf. „Zóó zwak, dat de rechters in Truro mij niet vervolgen wilden." „Omdat," viel zij in, „zij meenden, dat gij vol doende getart waart. Omdat gij hun niet, zooals mij, gezworen hadt, dat geen uittarting u ooit vde hand tegen mijn broeder zou doen opheffen. Omdat zij niet wisten, hoe valsch en meinecdig gij waart." Hij keek haar een oogenblik aan. Toen liep hij langzaam het terras over. Hij had Lionel nu bij na goheel vergeten, die nog altijd bij den roze- boom geknield lag. „God geve mij geduld met u!" zei hij einde lijk. „Ik heb het noodig. Want ik wil, dat gij vanavond veel dingen begrijpen zult. Ik wil, dat gij zult inzien, hoe rechtvaardig mijn wraak is; hoe rechtvaardig de straf, clie u tc wachten staat, voor wat gij van mijn loven' hier en mis schien van mijn leven hiernamaals gemaakt Lebt. Rechter Baine en een ander, die dood is, wisten, dat ik onschuldig was." „Zij wisten, dat go onschuldig waart?" Er klonk verachtelijke verbazing uit haar stem. „Waren zij geen getuigen van den twist tus6clicn u en Piotcr, on van uw eed, dat gij hem zoudt depden?" „Dat was eon eed, in drift gezworen La tor bedacht ik, dat hij uw broeder was." ..Later?" zei zij „Nadat gij hem vermoord badt?" bevreesd te vertellen, welke kapitein door, vrouw en kind was vergezeld. Tan geheel onafhankelijk en alleszins botcouwbare bron wordt vernomen, dat de „Trompen*- berg" en de „Ootmarsum" te samen wa* ren, toen ze door een Duitsche duikboot' werden aangehouden, die, nadat de beman*- ningen de schepen hadden verlaten ze met bommen tot zinken braohten. Zooais reedl is meegedeeld, pikte een Noorsche stoom boot de bemanningen op en zette hen aan land. DAN GODFREY TAN DE „TIMBERTOWN FOLLIES." Eindelijk is er bericht gekomen waar do bekende teekenaar en lady-artisfc Dan Godfrey van de „Timbertown Follies", dio indertijd door de Duitschers van de „Ko ningin Regentes" word afgehaald, zich be vindt, Hij is als Duitsch krijgsgevangene naar Diilmen, bij Munster, gebracht. Do gemeentelijke straf op do zuinigheid. Het klinkt paradoxaal. De gemeente zon d!o zurigheid straffen. En toch. is het zoo. Vele den jaar winter waren wij door al lerlei omstandigheden genoodzaakt, naast de dienstbode, ook een assistente in de huishouding te nemen. Iedereen weet, vrat een sterke vermeerdering van gasverbruik zoo'n persoon met zich brengt. Teen alle ziekte dan ook weer voorbij was, betaal de ik met een treurig gezicht mijn kooge gasrokening en nam zelf weer het bestuur in handen. De juffrouw verdween. Het gasverbruik daalde en met een stralend gezicht toonde ik mijn bezuiniging. blaar jawel: wat is nu het gevolg? Dat ik deze maand op mezelf 40 pCt. beauiiu- gen moet, en dat gaat niet. Zoodat wij droevig tegien elkaar zeggen(het klinkt' wederom als een paradox) „hadden wij de juffrouw nog maar gehouden, dan zaten wij nu niet in het donker!" Denkt het ge meentebestuur er aan, dat er huishoudens zijn, waar men altijd economisch leeft? Een Huisvrouw. Kolciibespariug cn winkclverlichting. Mijnheer de RedacteurJ Heden is het juist acht dagen, dat dV verordening op het licht in de étalages van kracht is. Lang genoeg, om den winkeliers de groo te sohade daarvan te doen inzien. De avond verkoop is enorm gedaald, tot groote schade vooral voor de winkeliers in de burgerzaken. Het gevolg zijn de pogingen, hier eai daar in het werk gesteld, om toch iets van het-onontbeerlijke licht in de éta lages te doen vallen, tegen deze pogingen verzet zich echter de tetter der verorde ning. 't Is daarom, Mijnheer de Redac teur, dat ik U beleefd verzoek'dit schre ven op to nemen. 't Is mijn bedoeling n.I. om aan de* Burg omes ster het volgende verzoek te zenden Aan den Edelachtbaren Heer Burgemeester der gem. Leiden. Oixtergefeeekendenallen winkeliers te Leiden, overtuigd van «de groote sohade, dio de bestaande verordening op het licht in de étalages hun aandoet, maar ook overtuigd vani de noodzakelijkheid van besparing van licht, verzoeken Ucd- Achtbare hc-1 daarheen te leiden, dat een ieder vrij zal zijn om de hem toegestane lichtpunten dadr te ontsteken, waar het hem het beste dunkt. Dan zal de groote besparing blijven en de verordening den winkeliers het minste drukken. Heb welk doende, enz. Dit adTes zal bij mij tot* a.s. Maandag avond ter teekening liggen en ik verzoek een ieder, die hierin belang stelt, en wien het aangaat, het even te komen teekenen, U, Mijnheer de Redacteur, dankend, Uw dw. dn. B. VAN NOORT, Haarlemmerstraat 140- „Ik zeg nog eens," antwoordde Olivier kalm, „dat ik dat niet gedaan heb." „En ik zeg nog eens, da't go liegt." Hij keek haar lang aan; toen lachte hij. „ITebt ge ooit," vroeg bij, „iemand gezien, dio zonder bedoeling loog? De menschcn liegen uit voordeel, uit lafheid of boosheid, of anders omdat zij ijde- lc en gewone poeliers zijn. Ik ken geen ander© redenen, die iemand tot bedrog brengen, behalve dat o jal (on bij wierp een zijdelingsehen" blik op Lionel) „behalve, dat iemand soms liegt om ccn ander te beschermen, uit zelfopof fering. Dit zijn al de oorzaken, die een monsch' tot beclrog brengen. Kan een van deze mij daar venavond toe aansporen? Denk een na! Vraag u zelf, wolko bedoeling ik kan hebben met u nu voor te liegen. Bedenk verder, dat ik gekomen ben, om u een afschuw to doen krijgen van uw ontrouw; dat ik niets zoozeer verlang, dan v daarvoor en voor al de biltere ge>olgen daarvan te straffen, dat ik u hier gebracht heb, om be taling van u té eischcn tot den laatsten penning Welko bedoeling zou ik dus kunnen hebben met leugens?" „Als dit alles zoo is, welk doel zoudt ge be reiken met waarheid?" vroeg zij. ..Om u ten volle het* onrecht te doen inzien dat gij gedaan hebt. Om u do misdaden tc doen begrijpen, waarvoor gij boeton moet. Orn te voort komen, dat gij u zelf een martelares vindt, om u in al zijn bitterheid te doen gevoelen, dat alles, wat gij nu ervaart, de onvermijdelijke vrucht vafi uw eigen trouweloosheid is." „Sir Olivier, houdt ge me voor krankziiiuig?v vroeg zij hem. „Ja, en voor erger," antwoordde hij. „Ja, dat is duidelijk," gaf zij minachtend (06; „daar ge zelfs nu nog alle moeite doet, om Iq piobceren, mij tegen mijn vorstand in te over-1 tuigen. Maar woorden kunnen feilen niet uit- wisschen. En al praat ge van nu lot don dag des oordeels, dan kan geen woord van u die bloedvlekken in de sneeuw uit wisschen, die ccn spoor vormden 'van dat arme, vermoorde lijk' naar uw eigen deur; geen woord van u kan do herinnering uitwisschen van den haat tusschon

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5