Pak me mee.
No17424.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 13 December. Tweede Blad. Anno 1918.
Persoverzicht.
Tweede Kamer.
De Vredesvoorstellen der Centralen.
X
H-eb morgen verschijnend .namraor bevat
ö.a. als voorplaatMinister Van Gijn.
Voorbs: Beaflik van den President van
de FraJisoho Republiek aan do gra/ven vaai
gtesneuveldto soldaten. Gezidlit in de Hof-
burgika.pcl, waarin de katafalk van keizer
Frans Jozef sto-nd opgesteld. De plech
tig© lijkdienst van keizer Fransoh Jozef in
de Kerk ran dein H WiMebrord'us te Am-
öberdam. Do Mazes- en Aaronkealk te
Amsterdam. Vertrek van Hi*. Ms. „Hol
land" van Nieuweciliep. De grootste
Jolapbrug van Europa over het Trollhatta-
loamaal. Zeeuwsobo sieraden (met 5 fo
to's.) Blindemannetje spelen. Scha
duwbeelden, tegen den muur. De nieuwe
Zeevaartschool te Rotterdam (met 5 foto's).
Portret van Lloyd George- en AsquitJh.
Bonevens oobueele foto's, bot rekking heb
bende op den oorlog.
Een pagina Carrioaturen door Ton van
Tast.
Het Kerstnummer zal als ööiï afzonder-
lijknumimer moeten beschouwd worden -en
dus geen nummer dragen, daar, in ver
band met liet Schrikkeljaar 1910, anders in
dfilt kwartaal veertien "Nummers zouden ver
schijnen, terwijl de abponearmiibsprija bere
kend is op dertien nummers.
Confession-eel en en Gerefor
meerden. „DE HERAUT" schrijft over
de stemming in het Kiescollege der Ned.-
Herv. Gem. te Leiden, waar do confes-
sioneelen, wier stemmen den doorslag gaven,
een ethisch predikant verkozen boven een
Gereformeerde. Heb blad zou 'op dit feit
niet de aandacht vestigen, wanneer het een
puur plaatselijk verschijnsel was. „Er kon
den dan persoonlijke gevoeligheden in het
Spel zijn, waaruit geen algemeene conclusie
valt- te trekken. Maar anders staat het, nu
de leiders der Confessioneelen ook in de
pers steeds scherper tegen de „Gerefor
meerden" optreden en daarentegen allerlei
vriendelijkheden richten aan het adres der
ethische heeren. Vooral dr. Kromsigt gaat
hierin zeer ver. Boozer menschen dan de
„Gereformeerden" kent hy niet; zij zijn de
oorzaak van de beroering in de Kerk; zy
Iyden aan individualisme, separatisme en
wat 'meer geestelijke kwalen er zijn. Liefst
Zag hij ze uit de Hervormde Kerk met
pak en zak verdwijnen naar dë „Gerefor
meerde Kerken", waar ze thuis hooren. En
omgekeerd wordt telkens met klem betoogd,
dab de othischen toch heusch zoo ver niet
van de Gereformeerden afstaan; dat onder
hen zulke lieve en vrome broeders worden
gevonden; en dat, wanneer de Hervormde
Kerk naar het ideaal van dr. Kromsigt tot
reorganisatie kwam, men daar gaarne aan
de othischen een breede plaats zou willen
inruimen. Is het dan wonder, wanneer by
predikantsverkiezing de aldus geleide con
fessioneelen veel liever een ethischen dan
een Gereformeerden predikant kiezen en de
plaats van den Gereformeerden ds. Vethake
nu door »en ethische zal worden ingeno
men?"
Toch wordt zoodoende hoog spel ge
spoeld, meent ,,DE HERAUT". Wanneer het
Btraks een nieuwe vacature in Leiden
tuBschen een confessioneel en een ethische
zou gaan, dan hebben de Gereformeerden
fcen,' door •nthouden, in de hand, weer de
verkiezing van een ethische te bevorderen.
„En gaat deze tactiek ook elders door, dan
zal de vrucht van dezen broedertwist aan
de othischen in den schoot vallen, al vormen
20 numeriek verreweg de minderheid."
Waarom „DE HERAUT" ach met het
geval inlaat?
„We zijn niet kerkistisch, we zitten nieb
©^gesloten in ons eigen kerkje en voelen
nieb alleen voor haar belang. De liefde van
©ns hart gaat -uit "naar al wat Gereformeerd
is, en elke nieuwe kraóhtsontwikkeling van
heb Gereformeerde levon ook in de Hervorm
de Kerk wordt door ons met warme sym
pathie begroet. Maar juist daarom .vervult
hetgeen te Leiden geschied is, ons met zorg
voor do toekomst. De groep, die zichzelf
de „coufessioneele" noemt, blykt, wanneer
het er op aan komt, haar kerkrechtelijke
nkbeelden hooger te stellen dan de ge
hechtheid aan de belijdenis der waarheid.
Zo helpb mede om een predikant te weren,
Wiens trouw aan de belijdenis onverdacht is,
ten einde een man te doen kiezen, die van
de belijdenis afwijkt, alleen omdat deze voor
heb behoud der „volkskerk" is."
België en Nederland. Onder
dit hoofd zegt „DE TELEGRAAF":
Als men nog in staat was zich over iets te
verbazen, dat uit de departementen van on
ze Regeering komt, dan zou men het stellig
doen over het ongelooflijk krasse staaltje
dat zij thans heeft uitgehaald.
Op schriftelijke vragen van hot Kamerlid
dr. Van Leeuwen, deelde minister Loudon
thans mede, dat de Belgische Minister van
Buitenlandscho Zaken aan onzen gezant te
Havre zich vierkant namens zijn regooring
heeft uitgesproken tegen elke poging, „dio
aantasting van de integriteit van het Ne-
derlandsche grondgebied mocht beoogen."
Maar hierbij bleef het niet. Onze Regeering
werd gemachtigd „van de afgelegde
verklaring desgewonscht ge
bruik to make n."
Maar jawel1
Waarom zou onze Regeering het volk in
lichten over zulk een belangrijke verkla
ring Wat had het ..r mee te maken?
Zeker, de polemiek in ons land over deze
zaak hield aan. Sommige pseudo-diplomaat-
jos bloven België belasteren: je kunt het
©ooit weten wat die heeren van plan zijn...
En onze Regeering zweeg.
Zij liep met een officieele verklaring van
het Belgische gouvernement in don zak, en
do speciale machtiging (die natuurlijk
als een wenk zal zijn bedoeld) om die
Serklaring te publiceeron. Maar zij zweeg.
Tot nu onlangs Canaille Huysmans er iets
over meedeelde. Een Kamerlid ging infor-
meeren en nu hooren wij het.
Het is verbijsterend. Men weet eigenlijk
niet wat men van zoo iAs moet zeggen. Na
tuurlijk heeft geen ernstig mensch.de las
terpraatjes over de beweerde bedoeling van
Belgic's R.egeering geloofd; maar hiermee*
is de verzwijging van een officieele verkla
ring eener bevriende Regeering niet gerecht
vaardigd. De meest onbeduidende verkla
ringen van Duitschland verontschuldigin
gen, die vermoedelijk in Berlijn bij honder
don gedrukt gereed liggen - worden aan
stonds gepubliceerd. Heel het apparaat der
officieele en officieuze publiciteit komt er
voor in werking. En een verklaring als die
vaD België Wordt verzwegen.
Wij willen wel zeggen, dat zoo iets ons
vertrouwen in de regeering sterk onder
mijnt. En wat zal het Belgische gouverne
ment er van denken? Is het verzwijgen van
zulk een verklaring bevorderlijk aan „de
betrokkingen- va© vertrouwen on vriend
schap", die er, volgens de regeering van
koning Albert, tusscken beide landen „bij
voortduring" moeten bestaan?
Het is stumperig.
En ergerlijk.
Wij hebben thans het volle recht om
voortaan elk oogenblik in liet openbaar te
vragenWatzou de Regeering nu
weer v e r z w ij g e nl
Zitting van "gistere©^
Nadat mr. J. B. Bomans, nieuw gekozen
Kamerlid voor Haarlemmermeer, als zoo
danig was toegelaten en vóór de aanneming
zonder hoofdelijke stemming van het wets
ontwerp tot het aangaan van een geldlee-
ning van 125 millioen gulden,' trad de Mi
nister van Financiën, de heer VAN GIJN,
wat dit wetsontwerp betreft, in een be
striding van de rede van den heer Visser
van IJzendoorn, De Minister gelooft" wel,
dat men van den zomer weer zal moeten
leenen, maar voorlöopig zal men zich met
het bedrag kunnen helpen. De vlottende
6chuld zal ver bleven beneden de f200
millioen. f7 millioen voor de Distributïewet
acht spr. ruim berekend. Hy zou zijn mede
werking er niet toe kunnen verleenen, méér
daarvoor uit te geven. Dan zou het systeem
veranderd moeten worden.
De Ned. Bank zal voor de beleening haar
medewerking willen blijven verleenen en
heeft zich bereid verklaard hun, die met 1
Febr. storten, tot 1 Augustus een rente te
berekenen van niet hooger dan 4 pCfc. De
rente kan lager worden, als de beleenings-
renbo daalt. Op deze beleening legt men
niet meer toe dan £1.30 per duizend.
De Minister verdedigt voorts „den stok
achter 'de deur." Zonder dien stok zouden
we den prikkel tot het slagen van de ieening
moeten zoeken in een koog© rente.
Over 't algemeen wordt deze 4 pCt.-lee-
ningj h 97 pOt. in 't land met een tevreden
gezicht aanvaard, meent de Minister. Zou
men den stok wegnemen, dan zou de Mi
nister een slecht succes vreezen. Spr. wijst
op de geweldig groote bedragen, die de
Ned. Bank renteloos voorschiet, en ver
klaart genoeg vertrouwen te hebben in het
Nedarlandsche volk.
De publicatie van de uitlotingen in de
bladen zou te veel kosten.
Daarna was aan de orde het wetsontwerp
tot verbetering van den waterweg
van Rotterdam naar zee.
De heer BONGAERTS wijst er op, dat
onder de ingekomen adressen er één is van
Rotterdam, waarin de bezwaren tegen het
ontwerp worden geformuleerd.
De voorgestelde werken zyn gewenscht,
betoogt spr., omdat bij storm het opgestuw
de Maaswater kan afvloeien door den Oude-
Maasmond. Het gevaar voor overstroomin
gen wordt er door verminderd. Een andere
vraag-is echter of door deze oplossing niet
wordt vooruitgeloopen op het rapport der
Staatscommissie, betreffende de aan den Wa
terweg aan te brongen wijzigingen, in ver
band met de overstroomingen in Zuid-Hol
land. Hij zou gaarne wenschen, dat de Mi
nister met dit onderdeel van het werk wacht
te tot het rapport verschenen is. Wat de
financieel© zijde van het vraagstuk betreft,
wfrst spr. er op, dat do Minister Rotterdam
op verschillende punten is ter wille geweest.
Hij zou nog een is.tap verder kunnen gaan
ten aanzien van de kósten van het baggeren.
Ten slotte zet spr. uiteen, dat het zeegat
van den Hoek-van-Holland moet beschouwd
worden als de toegang tot Nederland, niet
totRotterdam.
De heer VAN DOORN zegt, verwonderd?,
te zyn, dat Nederland in staat zal zijn bij
de intree van den vrede tot het ondernemen
van een werk als thans voorgesteld. Spr.
gelooft niet, dat er dan zulk een behoefte
zal zijn aan groote schepen, maar eerder
aan kleinere schepen. Hoewel by ©enigszins
sceptisch tegenover de voorgestelde verbe
teringen staat, is hy er voor, dat Nederland
na den oorlog paraat zal zijn. Spr. wijst er
-op, dab de vloeden steeds hooger oploopen
en schade berokkenen aan de betrokken
landen. Spr. heeft bezwaar aan het wetsont
werp mede te werken, tsnzy de Minister de
zekerheid geeft, dat tegen het gevaar g©-~
waakt zal worden.
De heer DE KANTER hoopt, dat dit on
derwerp er ook inderdaad toe zal bydragen
om Dordrecht een verbeterden waterweg
naar zee te geven.
De heer GERRITSON betoogt, dat het
plan tot verbetering van den Waterweg reeds
jarenlang een vurig verlangen van han-
deldryvend Rotterdam was.
De Minister heeft het denkbeeld van een
voorhaven te Hoek-van-Holland bestreden.
Zyn er wel zulke overwegende belangen
betrokken bij dit wetsontwerp? vraagt spr.
Zal het aantal schepen, dat den Waterweg
niet kan bevaren, zoo groot zijn?
Spr. verdedigt daarom het voorstel van
heb gemeentebestuur van Rotterdam, uitstel
tot na den oorlog.
De. heer SPIEKMAN ontkent, dat duizen
den Rotterdammers voor pitstel zouden Zijn.
De Minister heeft ook thans weer getoond
froofce nationale vraagstukken op breede
asis te kunnen tot stand brengen.
Spr. betoogt vervolgens, dat het S'an het
grootste belang is, dat onze twee grootste
waterwagen op voldoende diepte worden ge
bracht, zoodat alle schepen ze kunnen be
varen. Hy betreurt het, dat tusschen den
minister en het gemeentebestuur van Rot
terdam een minder aangename verhouding
is ontstaan.
Aan het wetsontwerp zal spr. gaarne zijn
stem geven.
Spr. had gaarne gezien, dat de Minister
van Oorlog aanwezig geweest vare, daar hij
nog iets heeft te zeggen, waarbij deze is be
trokken. Spr. verzoekt zijn rede - te mogen
afbreken.
De VOORZITTER staat dit toe, waarop
de vergadering wordt verdaagd tot Woens
dagmorgen half twaalf.
x
Ken Siistoriscïie Ryksdagzitling.
Onverwacht kwam gisteren het telegram
diat Centralen vredesvoorstellen badideai
gedaan aar bun vijanden. Vóór een paar
dagen docht niemand er aan en alleen die
uitingen van do „Vorwarfcs" na de inneming
van Boekarest, dab nu het. oogenblik was
gekomen om vredesvoorstellen aan te bie
den spraken over een zoo spoedig mogelij
ken vrede. De „Vorwiirfcs", het orgaan der
socialistische meerderheid, is al dikwijls de
spreektrompet der regeering genoemd. Dit
is nu weer het geval gebleken. Maar nie-
mand zal die uitingen au sérieuK hebben g'e-.
nomen en daarom trof de tij ding te meer.
De legerorder
waarvan we gisteren melding maakten luidt
als volgt
Soldaten,
In liet gevoel van de overwinning, die
gij u door uwe dapperheid behaald hebt,
hebbenik en de veraten van de drie ver
bonden staten den vijand een aanbod tot
don vrodb gedaan.
Of daarmee het doel van de verbondenen
bereikt wordt blijft, daargelaten. Gij moet
verder met Gods hulp tegenover den vijand
stand houden en hem verslaan.
Front hoofdkwartier, 12 December.
WILLEM I. R.
De bovengenoemde order is ook aan de
keizerlijke marine gericht met do navol
gende keizerlijke aanvullingsorder
Deze order richt zich ook aan mijn ma
rine, die al hare krachten trouw ©n ïnet
groote uitwerking gebruikt heeft, bij den
gemeensdbappelijken strijd. Willem I.R.
In d e Rij ks dagza a 1.
Voor de RijksdlagEitting was buiteogewo-
ne belangstelling. Noodt was er een zoo
groote aanvrage om tribunekaarfcenHet
was er dan ook overvol. Ook op db regee-
ringsaatrade. Hot diplomatieke corps is
voltallig. Er heersc^ite een. geweldige spon
ning zooals ook daarbuiten op straat.
Do correspondent van de „N. R. Ct." be
schrijft deze historische, zitting als volgt
„Men staat en wacht ©n staart over die
diuisbero zaal naar de tribunes, waar inen
slechts ©en wit gewirwar van gezichten on
derscheidt. Heb sbeungezoom is verstomd.
Geen gesprek worch meer aangeknoopt. Het
luikt nieb meer. Alle aandacht is sa/aange
trokken op die kleine d'eur, waaruit do rijks
kanselier te voorschijn zal treden.
Het wordt halfhwee. Wat is -dat? Men
buigt zich over de balustrade ©n ziet, dat
er nog partijleiders ontbreken, ©n ook d'e
sooialistengrocp. Bij deze ontdekking wordt
het onrustig. Is ©r op *'t laatste oogenblik
nog iets gebeurd, dat nieuwe besluiten
noodzakelijk moafcb 1
De minuten kruipen. De spanning wordt
pijnlijk ©n bijna hoorbaar.
Het wordt later, al kwart voor tweeën.
De partijleiders treden binnen. Opeens
gaan alle lampen aan en op 'tzelfde bomt
met snellen tred -de rij'kgbanselier binnen.
Het heel© huis staat" plotseling in hel,
feestelijk licht. AHe somberheid is wegge
vaagd.
Reeds spreekt de Rijkskanselier terwijl
velen nog zoo gieruischloos mogelijk oen
plaats zoeken.
Zijn eerste woorden zijn amper verstaan
baar.
Maar dan vindt ilij den toon, waarnaar
bij als redenaar va.aik heeft te tasten, en als
versbard in spanning hoort bet huis onbe
wegelijk en ademloos toe.
Eerst spreekt hij over den toestand. Zijn
beschouwingen over de j ongste gebeurtenis
sen worden herhaaldelijk door ©en gemur
meld bravo onderbroken.
Als hij dan voor 'b eerst van vrede rept,
breekt een luide toejuiching los, die onmid
dellijk door den voorzitter wordt onder
drukt.
Plotseling breekt de rijkskanselier af. Hij
is aan het -eind van zijn inleiding gekomen
en zwijgt vele lange secondbn.
Eorst blijft alles doodstil. Dan gaat er
©en aarzelend fluisteren rond van „nu bomt
hetHet doorloopt zacht de tribunes.
Maar reeds spreekt weer de rijkskanse
lier. Nu is hij er hoelomaal in. Zijn woor
den zijn van aangrijpende plechtigheid. Hij
geeft er dramatische kleur aan, een gTOotsdh
pathes, geheel in overeenstemming met het
oogon'blik."
i Dfe rede vain den:
1 rijkskanselier.
De .rijkskanselier legde del volgende ver
klaring af:
Mjjne Heeren.
De hoop op apoedigei, hiöuwe glinstigél
gebeurtenissen ts velde was do reden, waar
om dé Rijksdag niet voor langen fc$d is
verdaagd, maar aan den president de ge
legenheid gegeven is, den dag voor de vol
gende zitting te bepalen. Die hoop is bijna
boven verwachting snel vervuld. Ik wil
kort zyn; de dooden spreken!
Roeménië's meedoen aan den oorlog had
ten doel 'onze stellingen en die onzer bond
genooten in het oosten te vernietigen. Te-
felykertyd moest het groote offensief in
et westen ons front doorbreken, en Roes
ten nieuwe Italiaansche stormaanvallen Oos
ten ryk-Hongarijo verlammen.
De togstand was ernstig, doch ihet Gods
hulp heÖtfen onze dappere troepen een toe
stand geschapen, die ons vollediger ien groo
ter veiligheid biedt dan ooit te voren.
(Levendige toejuichting.)
Ons westelijk front zegeviert, ondanks
dqn Roemeensqheii veldtocht is het met
grootere reserves aan menschen en mate
riaal uitgerust, dan ooit te voren. (Bravo's).
Tegen alle Italiaansche afleid ingspogin-
gen zyn voorzorgen genomen, en terwijl
aan de Somme en op don Karsfc roffelvuur
daverde, terwijl de Russen aan de oostgrens
van Zevenbergen Stormliepen, heeft maar
schalk Hindenburg, onze voorbeeldeloos ge
niale leider, met troepen, die, wedijverend
anet alle bondgenooten, in den strijd en op
marsch het onmogelijke hadden gedaan, (le
vendige toejuiching) geheel West-Wabchije
en de vijandelijke hoofdstad vermeesterd
(levendige toejuichingen).. En Hindenburg
rust niet, de militaire verrichfmgon wor
den voortgezet.-
Door deze oorlogsdaad is tevens onze
oeconomiscbe toestand', onze tcorziening met^
levensmiddelen beter dan ooit verzekerd?*
Groote voorraden graan en levensmiddelen,
en vele andere goederen zijn in Roemenië
in onze handen gevallen. De balans! daar
van wordt opgemaakt.
Ofschoon wij ons zouden hebben moeten
bekrimpen, zouden wij ook met onze eigen
voorraden zijn uitgekomen, doch thans staat
onze oeconomische veiligheid volkomen vast.
(Bravo).
Bij de groot© gebeurtenissen te land,
sluiten zich de heldendaden van onze duik
boot en aan. (Bravo).
Aan de vrees voor honger, die onze vij
anden ons wilden aanjagen, kunnen zij eiu
zelf niet onfkomeu. (Bravo).
Na het eersio oorlogsjaar heeft, de kei
zer zich in een openlijk manifest tot het
volk gewend en heb woord gesproken: groote
gebeurtenissen maken ootmoedig en stalen
het hart. Nooit is onze keizer, is ons volk
van andere meening geweest. Ook thans niet.
De geniale aanvoering en de heldhaftige
daden onzer troepen hebben grootsche fei
ten tot stantF gebracht en ook het geloof
onzer vijanden aam onze binnenlandsche uit
putting, is een misrekening geweest.
Midden in het gewoel van den strijd heeft
de Duitsche Rijksdag een wet op den vader-
landschen hulpdienst in het leven geroepen,
als een nieuw middel van verweer. Achter
het strijdende leger staat het arbeidende
volk. (Bravo).
De .reuzenkracht der natie is werkzaam
voor het eene, geraeensohappelijke doel; niet
een belegerde vesting, zooals onze tegen
standers zich voorstelden, maar een eens
gezind, geweldig, goed geordend leger
kamp, met onuitputtelijke hulpmiddelen, dat
is het Duitsche rijk. Vast en trouw in het
verbond met onze wapenbroeders onder
0 ostenr ijksoh-Ho n gaars che, Turksche en
Bulgaarsche vlag, niet in verwarring ger
bracht door de redevoeringen onzer vijan
den, die ons nu eens wereldv ere verings
plannen, dan wanhopige angstkreten naar
vrede toedichten, gaan wij vascbeslo'en ver
der, steeds bereid ons te verweren en ta
strijden voor ons -volksbestaan, voor een
vrye, verzekerde toekomst. (Bravo! rechts).
Wij blijven intusschen steeds bereid om
tegen dien prijs onzen vijanden de hand te
reiken voor den vrede, want onze kracht
maakt ons niet doof voor onze verantwoor
delijkheid voor God, voor het eigen vol)".,
voordo menschheid. (Bravo's).
Op onze tot nu toe afgelegde verklarin
gen, dat wij tot vrede bereid zijn, heeft de
vijand steeds ontwijkend geantwoord. Thang.
zijn wij nog een stap verder gegaan.
Volgens de grondwet rustte den len Aug.
1914 op den keizer persoonlijk de moeilijk
ste beslissing, die een Duitscher ooit te ne
men heeft gehad, n.l. het bevel tot mobili
satie, dat hem door de Russische mobilisa
tie was afgedwongen. Tijdens deze lange,
Zware oorlogsjaren heeft den keizer één ge
dachte bezield: hoe hij Duitschland na een
zegevierenden strijd den vrede zou kunnen
hergeven. Niemand kan dit beter getuigen
dan ik, die de geheele verantwoordolijk-
c alle regeoringshandölingen draag.
In het diepste zedelijke cn religieuse plichts
gevoel jogeiïs zijn volk cn jegens de mensch
heid acht de keizer thans het tijdstip voor
een officieele vredesactie gekomen. Z.M.
heeft mitsdien in volkomen overeenstem
ming en in gemeenschap met zijn liooge
bondgenooten besloten, den vijandelijken
mogendheden voor te stellen, vredesonder
handelingen to beginnen (levendig bravo
beweging). Vanochtend heb ik de vertegen
woordigers der mogendheden, die onze
rechten in de vijandelijke staten waarne
men, d.z. de vertegenwoordigers van
Spanje, d« Ver. Staten en Zwitserland, een
gelijkluidende, aan allo vijandelijke mo
gendheden gerichte nota overhandigd, mot
verzoek ze door te zenden.
Hetzelfde gebeurt vandnao- in Weonén,
Konstantinopel en Sofia. Ook do andere on
zijdige staten en de paus wordon van onzen
stap verwittigd.
De nota luidt als volgt:
„De vreeselijkste strijd dien do geschie
denis ooit heeft gezien, woedt sedert bijna
jaar in een groot deel der wereld. Dezo
ramp, die de band van gemeenschappelijke,
duizendjarige beschaving niet heeft kun-
aen verhinderen, treft de menschheid in
haar kostbaarste bezit. Zij dreigt den gees
telijken en stoffelijken vooruitgang, die, bij
hot begin der 20e eeuw, de trots van Europa
wa9, to vernietigen.
Duitschland, en zijn bondgenooten Oos-
tenrijk-Hongarije, Bulgarije,. Turkije heb
ben in dezen strijd hun onoverwinnelijke
kracht bewezen, en op een, in getalsterkte
veel krachtiger vijand, groote overwinnin
gen behaald. Onveranderlijk houden hun li
nies stand tegen de herhaalde aanvallen van
de legers hunner tegenstanders. De jongste
stormloop op den BaR. n is snel en zege
vierend afgeslagen. De laatsto gebeurtenis
sen bewijzen, dat hoe lang do oorlog ook
moge duren, onze tegenstand niet gebroken
kan worden, dat integendeel de geheele toe
stand de verwachting op. verder succes
rechtvaardigt.
o Ter verdediging van' hun bestaan en hun
nationale ontwikkelingsvrijheid zijn de vier
verbonden mogendheden destijds gedwongen
naar de wapens te grijpen. Ook do helden
daden lutnncr legers, hebben daaraan niets
veranderd; stéeds hebben zij vastgehouden
aan de overtuiging, ciat hun eigen rechten
en gegronde aanspraken niet in strijd zijn
met de rechten van andere naties. Zij gaan
er niet op uit hun- tegenstanders te vernie
tigen of neer te werpen.
Gedragen tjoor het bewustzijn van hun mi
litaire cn oeconomiscbe. kracht zijn zij be
reid den liun opgedrongen oorlog zoo noo-
dig tot het Uiterste voort te zetten; maar
tevens zijn zij bezield door den wensch, ver
der bloedvergieten té voorkomen en aan do
gruwelen van den oorlog een einde te ma
ken. Daarom stellen dc vier verbonden mo
gendheden voor spoedig tot vredesonder
handelingen saam te komen. De voorstellen
die zij voor deze onderhandelingen doen
en die er op berekend zijn de eer, het be
staan, en de ontwikkelingsvrijheid Hunner
volken te verzekeren, vormen ar hun
overtuiging een geschikten grondslag voor
lietherstel van een duurzamen vrede. In
dien, ondanks dit. aanbod om vrede en ver-
zoening_ tot stand te brengen, de strijd
mocht voortduren, zijn do vier verbonden
mogendheden besloten, hem tot het zegevie
rend- einde voort te zetten. Zij weigeren
echter plechtig iedere verantwoordelijk
heid daarvoor voor de menschheid en de
geschiedenis
Dq K.K. Regoering heeft de eer die mcdc-
deeling voor verdere overbrenging ter ken
nis van Uwe Exc. te brengen, met het ver
zoek die aan uw regeering te willen door
zenden."
De rijkskanselier vervolgde, na de nota to
hebben voorgelezen:
Mijne heeren: In Augustus11914 hebben
onze vijanden de machtkwestie van den we
reldoorlog gesteld. Vandaag stellen wij de
vredeskwestie der menschheid. Hoe het ant
woord onzor vijanden zal luiden wachten wij
af met de kalmte, die ons onze uitwendige
kracht en de innerlijke kracht van ons rein
geweten geeft (bravo). Weigeren de vijan
den en willen zij de reusachtige last van al
het verschrikkelijke, dat dan nog zou moe
ten vólgen, op zich nomen, dan zal tot in de
schamelste hut elk Duitsch hart opnieuw op
vlammen in heiligen toom tegen vijanden,
die .ter wille van hun vernietigings- ©n ver
overingsplannen geen paal en perk wilden
stellen aan den menschenmoord (bravo
rechts). Tn een voor do toekomst beslis
send uur hebben wij een besluit genomen,
dat gedrenkt is met het bloed van honderd
duizenden onzer zonen en broeders, die het
leven hebben gelaten voor de veiligheid van
het vaderland. Menschelijk verstand en
menschenhand kunnen in dezen volkeren-
strijd die alle verschrikkingen van het aard-
scHe leven, maar ook de grootheid van den
menschelijken moed en den menschelijken
wil op ongekende wijzo heeft onthuld, het
uitorsto niet bereiken. God zal richtenWij
zullen zonder vrees en met opgerichte hoof
de onzes weegs gaan, vastberaden om to
strijden, doch tot vrede bereid (levendige
toejuichingen, handgeklap).
Het debat.
Na de rede van den rijkskanselier stelde
Spahn (centTum) voor, do zitting to verda
gen ien den voorzitter te machtigen den Rijks
dag weer bijeen te roepen.
Basserman (-nat. lib.) z:i !e: Na de belang
rijk© rede van den kanselier staan wij voor
een zóó vérstrekkende 'daad van de rijks-
regoering, dat de gevolgen daarvan thans»
niet te overzien zyn. Mijn vrienden verlangen
een bespreking van de rede om ons stand
punt in een verklaring te kenschetsen. Het
komt ons voor, dat liet gewicht van dezo
daad, die in 'een gemeenschappelijke nota
van ons staatshoofd, van onze rijksregeêfingi
en van die onzer bondgenooten is belichaamd,
Iiefc wenschelijk maakt ook onzerzijds op liet
belang daarvan te wijzen.
Westarp (conservatief) gaf te kenner, dat
ook zyn partij zichverplicht achtte* haar,
houding ten aanzien van deze hoogst belang
rijke handeling te bepalen, hetgeen zóó kan
gëbouren, dat het 't vaderland ten nutba
komt.
Ledebour (soc.-dem.): Wij achten een oe-
spreking noodzakelijk, omdat de rijksregee-
ring zelf heeft beloofd, dat het volk te ge^
legener tijd vrijheid van meeningsulting ovei
de oorlogs- en vredes-oogmerken zal krijgen,.
Op dat gebied dient de Rijksdag het eerste
woord te hebben.
Het voorsteJ-Spahn (tot verdaging) wordt
daarop met de stemmen van liet centrum,
der vrijzinnigen en de groote meerderheid
der soc.-democrafcen aangenomen.
In een slotwoord zegt de president: in"
dit groote historische oogenblik, geef ik
■uiting aan de gevoelens van den Rijksdag
en van het geheele volk in het woord: De
ryksregeering zal voor een verziende, na
tionale, groote politiek steeds op een een
drachtig volk en een eendrachtige volks1
vertegenwoordiging staat kunnen maken.
Het overhandigen dor nota's,
In een uitvoerige nota ia het besluit der,
Centrale mogendheden aan den Paus ken
baar gemaakt.
De rijkskanselier heeft de vredesnota gis
termiddag zelf aan de vertegenwoordigers
van Spanje, de Yeroenigde Staten en Zwit
serland overhandigd, welke landeti Duitsch
land vertegenwoordigen bij de vijandelijke
regeeringen.
Tegelijkertijd heeft Zimmermann, rijks
minister van buitenlandsQlia zaken, do_ ver
tegenwoordigers van de andere onzijdige
mogendheden ontvangen en hun een af
schrift Tan $9 nota ter ha,nd gesteild.