No. 17421.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 9 December.
Tweede Blad.
Anno 1916.
Persoverzicht.
on w, iff öhf i (siot).i fn nn
Eerste Kamer,
Vragen en Antwoorden.
Oud-minister Colijn over den oorlog.
r ïa „Stemmen des Tijds" zet oud-minister
jÖoljjn zijn interessante beschouwingen „over
ilen volkeren-krijg" voort. De volgende brok
ken zjjn aan dit artikel ontleend:
„Ik wil van Kumenie niet afstappen zon
der op een verschijnsel te hebben gewezen,
IWaarmede de-neg neutrale staten, voer zoo-
iVer zjj in de positie kunnen komen van
een keuze te moeten doen tusschen oor
log of vrede, ernstig, te rekenen hebben.
0et ia de omstandigheid dat do oorlogs-
fVtrOrbereiding in do kleinere legers overal
ongenoegzaam is gebleken on verder, dat
He waarde van z.g. „versehe" troepen la
ger staat dan die van veteranen. Dit laatste
ld natuurlijk allerminst een ontdekking, maar
Sen was op \veg deze waarheid te vergeten,
en stelde zich de logers, die nu al 2. jaren
lang in strijd gewikkeld waren, nl3 een
Soort vermoeide tobbers voor, die door de
ïrisscke, krachtige nieuwelingen onderste
boven geloopen zouden worden.
Het is goed dat do oude waarheid weer
feeus duidelijk gebleken is; in de tegenover
gestelde onjuiste .meening kan, onder bepaal
de omstandigheden, oen gevaar liggen.
Het eerste punt is intusschen nog be
langrijker. Rumenië heeft zich 2 jaren kun
nen voorbereiden, heeft dat ook inderdaad
gedaan, want het was nagenoeg van den
rum vang af voorneöiens zich in den strijd te
werpen. En toch, hoezeer bleek men b(j het
eerste optreden in nagenoeg elk opzicht te-
kSit te schieten! Zoo ging het ook België
in den aanvang. Alleen Servië, dat pas een
ermstigen oorlog achter den rug had, toonde
te staan op een peil, dat bft dat der groor
-a's staten' jiiet achterbleef.
SVaaraan is dat nu toe te schrijven? Stel-
jg niet aan gemis aan kennis; de bekwaam
heid van het officierskorps in een land als
'eet onzC' hv., kan met Hie van ieder ander
ieger vergeleken .worden. Ik kan ter geen
Ghdere verklaring voor vinden, dan Hat de
uoxsiscktü mentaliteit voor het oorlogsbe-
noep in de kleine legers niet aanwezig is.
Men geloofde niet in een oorlog en daarom
bereidde men er zich niet wézenlijk op1
voor. Zelfs aan net departement van oorlog
heb ik die geestesgesteldheid gevonden. Aan
Hat departement behoorde men te ademen
in de sfeer van het-kan-elken-dag-gebeuren!
Maar zoo was het er niet in de jaren 1911
t/m. 1913, onzoo is het er, naar ik
Somtijds vrees, nog niet. Men kan er zich
feljjkfcar bet allerergste nog niet goed in
denken en daarom is het gevaar niet denk-
■heoldig, dat heb ons, ondanks ruim twee
jarige voorbereiding, precies eender zou
gwa, als 't allen anderen kleinen gegaan is.
Ik vraag niet naar onze uitrusting, wetend
hoe een nagenoeg volkomen verwaarloozing
vaneen eeuw niet kan worden goedgemaakt
id een paar jaar en vooral niet in dezen
tijd. Br is bovendien zooveel noodig, waaraan
men nooit te voren gedacht had. Do hand
granaten zjjn herleefd; daarnaast zjjn opge
komen do mjjnenwerpers, vlammenspniters,
stikgasverspreiders en in het handgemeen
bezigt men zelfs weer knodsen met ijzeren
knoppen. Dat alles zonden wjj, als wij in den
oorlog betrokken werden, in de perfectie
tégenover ons krijgen.
Men mag slechts hopen, dat al hot mo
gelijke gedaan is om het onze daartegen
over to kunnen stellen.
Van de Franschen en Duitschers weten
•we, dat do oefeningen voor het gevecht-
van-nabij door speciale officieren geleid
Worden; ook zjjn er afzonderlijke technische"
treepen gevormd voor de bediening der mo
derne hulpmiddelen, die in do voorste loop
graven worden aangewend. Dat is ook ver
klaarbaar. Niet ieder kan maar dadelijk met
deze vlanunenspuiters, met stikgns en soort
gelijke strijdmiddelen omgaan.
Dan is cr de bij de oorlogvoerenden tob
boogsle volkomenheid opgevoerde organisa
tie van den dienst achter het front, zon
der welke het strijden zelf onmogelijk is ge
worden.
IVij vertrouwen, dat ook bij ons soortge
lijke maatregelen genomen zijn. Want al heb
ben we niet op elk gebied alle hulpmid
delen in voldoenden voorraad, die kunnen
we na het intreden van den oorlogstoestand1
ajtftd krijgen van do partij, waarmee we niet
in oorlog zijn. Maar de voor de bediening
noodige mcnsclicn moeten we zelf vor
men en dat moeten we nn doen.
En zoo is er op technisch gebied zoo
veel meer. Het Duitsche hoofdkwartier te
lefoneert rechtstreeks met Arabië. Daarop
behoeven wij ons nu juist niet in te richten,
maar ook het gehecle gevechtsveld is overal
piet een dicht telefoonnet overdekt; licht
ifoc-orwegmaterieel i3 noodig in verbluffende
hoeveelheden; het eten voor de bezetting
Her loopgraven moet soms door een elec-
trischs kabelbaan worden aangevoerd; men
ifOort van gehetonneerdé schuilplaatsen diep
onder den grond en al weten we nu
slot precies vooruit waar we, als het zoo-
jfer komt, té vechten zullen hebben, enkele
ïjunben kan men toch nanwjjzera, dio op de
modernst denkbare wijze vooraf versterkt
kunnen en dus moeten worden.
Onze gering in aantal zijnde technischs
ftoepen mogen wel vervijfvoudigd worden in
het getal. Is dit geschied? Is er bediening
.voor het geschut dat wij n u niet hebben,
Blaar dat er vermoedelijk toch komen zal,
Indien we ia den oorlog betrokken .wor
den?
•I Ik vreeS soms wel eens, dat het antwoord
op deze vragen niet alleszins bevredigend
Bu luiden. En dat is dan voor een belang
rijk-deel bet gevolg van de omstandigheid,
feiAt wij nog te vreemd Staan tegenover de
'gedachte, dat de oorlog ook voor ons wer
kelijkheid worden kan.
i Wij) zijn alleen verantwoord, indien wij
Fuse militaire voorbereiding uitsluitend la-
feu boheerschen door de gedachte dat de
'£i C!{" vroegj>f laat. Zeker komt. Dan
«gu het later^wel blijken, dat er te veel
/BJurzorgcn genomen zijn, maar. dat is beter
i ïo :n^°'0-k6 weinig.
.J-1 haten de hondbrderi reeds uitgegeven
pflflhöenen als men het besteden der laatste
vijftig millioen voor de: voorbereiding te
lang heeft uitgesteld?
En intusschen komen de neutralen, de
kleinen althans, almeer tusschen hamer en
aambeeld.
Men roept om goedkoope levensmiddelen
en vergeet dikwerf dat uitvoer van sommige
producten als compensatie voor in te voe
ren noodzakelijke artikelen onvermijde
lijk kan zijn; ook dan, wanneer die uitvoer
vermindering van don vporraad en dus prijs
stijging ten gevolge kan hebben. Natuurlijk
zijn er levensmiddelen Viie men onder geen
omstandigheden ontberen kan, jjiaar er zrjn
er ook waarbij men belangen tegenover el
kaar moet afwegen. Gesteld, eens, dat het
noodige ijzer en de noodige Kolen voor onze
industrie alleen te krijgen warén indien
we alle Nederlandscho kaas moesten af
staan, dan behoort men te vragen: wat is
beter, dat een groot deel onzer industrie
wordt stil gelegd, of dat het Nederlandsche
volk den oorlog zonder kaas door moet?
Do werkelijke dilemma's zijn natuurlijk in
gewikkelder dan het voorbeeld' dat ik hier
gaf, maar ik bedoel dan ook alleen de
aandacht to vestigen op het feit, dat het
probleem niet opgelost is als men decreteert
dat alles maar binnenslands moet blijven.
Naar het schijnt, heeft een deel van onze
bevolking daarvoor echter geen oog, zoo
als men ook in zorgelooze gerustheid als
vaststaande aanneemt, dat wij nu wel buiten
den oorlog zullen blijven. Het heeft geen
nut alle mogelijkheden na te speuren die
oorzaak zouden kunnen zijn, 'dat wij alsnog
in het conflict werden betrokken. Op' één
dier mogelijke oorzaken wil ik echter wjjzen,
n.l. op een verscherpten duikbootoorlog. On
miskenbaar neemt de duikbootenactie den
laatsten tijd ween toe en men moet, als
de oorlog nog lang mocht'duren, met een
verdere verscherping rekenen. Eens zal het
einde toch naderbij1 gebracht moeten wor
den; als het niet anders kan zal men, naar
mijn meening, ook voor een einde „mit
Schrec'ken" niet terugdeinzen. Dan zal het
gaan om het beslaan van Engeland, dat niet,
ala Duitschland, leven kan zonder aanvoer
van huiten. Reeds nu is de Engelscho han
delsvloot op verro na niet in staat om in
den aanvoc-r te voorzien. Vandaar het groot
aantal Noorsche schepen dat voor Engeland
vaart, wat ook in de torpedeeringen tot uit-
uitdrukking komt. Kan er nu, zoo vraag ik
ruft wel eens af, geen gevaar ontstaan, dat
ladingen, voor Nederland bestemd, in Enge
land gelost moeten worden en als zulko
gevallen zich vaker herhalen, kan men tr
dan van verzekerd Zijn, dat Nederlandsche
schepen ten slotte niet behandeld zullen wor
den, alsof zij' contrabande voor Engeland
vervoerden?
Ik weet wel dat men pfotesteeren zal
naar de eone èn naar de andere zijde, maar
zoodra de oorlog eenmaal in zulk een sta
dium van krankzinnige verwarring geko
men is, helpt dat alle3 niets en staat het
conflict in dreigenden vorm vóór one. Ik
zeg in het minst niet dat ik dezen gang
van zaken voopzie, maar ik acht hem m o-
gelijk en het ware wei* gewenscht, dat
men ten onzont dezo en andere mogelijk
heden niet zoo grifweg ter zijde stelde.
Wellicht Zou er dan ook meer voorzorg
zijn voor den kwaden dag. Nu lost alle en
ergie en actie zich op in de zorg yoor
goedkoope levensmiddelen en schijnt men
weinig of niet t9 denken aan de mogelijk
heid dat de invoer van sommige hoofdvoe
dingsmiddelen wel eens geheel stop gezet
zou kunnen worden. In Amerika is de oogst
mislukt en dit lean ook het geval worden
Tn Argentinië. Met komende schaarscbte, die
zeker schijnt, moet in elk geval gerekend
worden. Zoo schftnt, naar Duitschen trant,
opneming der voorraden niet overbodig. Er
zijn menschen die ingrijpen, omdat er
nood is. Anderen, de Duitschers b.v., doen
dit, opdat er geen nood ontsta! Zonder
schade voor onze nationaliteit, zouden we
toch althans dien gedragsregel van onze.
.oostelijke buren kunnen overnemen.
Soort bij Soort. Het feit, «dat
ter vervulling van de vacalture van de 11e-
monstrantsclio gemeente Boskoop een Her
vormd predikant is beroepen, de heer A.
Jager, van Kwadijk, heeft ,,DE W AAR
HEIDS \GiJLEND" op het denkbeeld go-
bra-eht, dat dit eigenlijk de meest eerlijke)
oplossing zou zijn van de kerkelijke verwik
kelingen to Boskoop, dab de_ vrijzinnigen
allen met ds. Jager zich gingen voegen bij
de Remonstrantsche Gemeente, en dat dan
de Hervormdo Gemeente werd overgelaten
aan de orthodoxen.
't „WEEKBLAD v. cl. YRIJZ. HERV.'i
geeft clio uiting aanleiding tot cenige op
merkingen, waaraan wij ontleenen:
„Gemeenschappelijke strijd tegen de vrij
zinnigen houdt nu dio groepen dikwijl.3 nog
eenigermate bijeen, doch waar dio strijd hen
niet verbindt, staan zij nu reeds op de heX-
tigato wijzo tegenover elkander.
De naarste strijdtooneelcn, di,e tegen
woordig in de kerk plaats hebben wij ma
ken or opzettelijk niet altijd melding van
worden juist geleverd door orthodoxen
onderling. Hieruit valt af te leiden, welke
toestanden or zouden ontstaan, als do vrij
zinnigen heengingen.
Yoor do Hervormde Kerk zou echter wel
vrede aanbreken, als uit haar wegtrokken
do onverzoenlijkeii, do onruststokers, dijo-
alles opedschen en een ander hot Ech t in do
oog-en niet gunnen, de Confesaioneelen en
Gereformeerden.
En voor dezen staan immers open do deu
ren cler G ereformccrdo Kerfken, die bijna
overal zijn vertegenwoordigd, en dio hun
ongeveer alles kunnen geven, wat zij fn onze
Kerk beweren te missen!
Daar staan allen op den bodem der al
oude belijdenis. Daar wordt geen wind van
leering toegelaten, waar de ware leer ge
handhaafd. Daar zouden zij zooveel kerke-
lijko vergaderingen kunnen houden als zij
maar véhkiozen en zioh behaaglijk ondor
de geestverwanten thuis gevoelen..
De heeren willen natuurlijk van dit voor
stel niet weten.
Het zij zooMaar indien zij er op ingin
gen, dan, ja danwerden dc dingen niet
.vertroebeld, clan lcwam soort bij soort, dan
zouden rust en vrede op heb kerkelijk erf
terugkeeren, en kon het kerkelijk leven zich
ent wikkelen naar zijn eigen aard."
Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Katwijk.
Postwezen. 'Aan het kantoor té Kat.
wijk-aan-Zea kwamen nan 2QO,200 brieven,
150,566 briefkaarten, 353,176 drukwerken,
19,760 dienstbrieven; voor Katwijk aan den
Rijn bedroeg dit aantal respectievelijk'
51,272; 39,416; 130,286 en 8710. Aange-
teekende brieven aan beide kantoren 2503
en 857 verzonden en 3508 met 1079 ont
vangen; postwissels gestort te Katwijk-aan-
Zee 10.287; uitbetaald 6190; te Katwijk
aan den Rijn bedroegen deze getallen 6190
en 2221. Het aantal ter invordering aan
geboden kwitanties beliep 11,899 en 2-37,
dat der uitbetaalde kwitanties 237 en 4093.
Postpakketten werden te Katwijk-aan-Zeo
verzonden 4880 en ontvangen 11,099,te
Katwijk aan den Ilijn 1504 en 4987. In de
Rijkspostspaarbank werd te Katwrjk-aan-Zee
ingelegd f 51.074.IS1/», terugbetaald
f 47.818.72; te Katwijk aan den Rijn hadden
bij deze instelling plaats 223 inlagén en
terugbetalingen 122.
Het postverkeer met liet buitenland is in
deze gemeente betrekkelijk groot; de ver
houding van de 'binneniandsche tot de bui-
landsclio brieven kan zeker worden ge
steld op 21,
Telegrafie. Behandeld te' ICatwftk-
aan-Zee 18.438 gewone en diens tTel-.j gr a ml
men en te Katwijk aan den Rijn gezamen
lijk 2188 telegrammen.
Telefoon. Het aantal abonnós aan liet
plaatselijk net beliep einde van het verslag
jaar 65; hei aantal gevoerde gesprekken
beliep: lokaal verkeer ongeveer 63,000; in-
tercommuniaal verzonden "16,960; ontvan-
vangen 14,606, in 1914 beliepen deze bei-
do laatsto cijfers 12,629 en 10,889. Inter
nationaal hadden ten gevolge' van den oor
log geen gesprekken plaats; het post- en
telefoonverkeer is fenornt toegenomen, wat
moet worden toegeschreven aan het groot
aantal militairen, dat in da gemeente ver
toeft.
Gomoentospaarbank. De toestand
dezer instelling was ook in 1915 bevredi
gend; het actief bestond op ultimo Decem
ber uit f4,731,750 aan effecten, f 53,882.61
aan schuldvorderingen .en f 114,700,71 aan
hypotheken. Het passief uil f 103,218.30
aan inleggelden, saldo f 11,481.81; het aan
tal inleggers bedroeg op 31 December: 37-5.
Rijksbelasting. Do .ontvangsten op
teinde December beliepen: grondbelasting
f76.803.34, pers. belasting f91.333.23,
Rijksinkomstenbelasting 158,635.62, ge
slacht f 23,664.80.
Do Kamer verzocht o.a. aan den Direc
teur-Generaal der Posterijen en Telegrafie
bij vernieuwing dringend tijdig maatregelen
te willen nemen, opdat gedurende" het ko
mende haringseizoen niet opnieuw groete
schade wordt geleden door vertraging der
telegrammen, bjjv. door het laten vóórgaan
der telegrammen verplichtend te stellen.
Do Kamer is van oordeel, dat ook de be
staands lokaliteit niet langer kan dienen.
Bericht was ingekomen, dat aan de loket
bediening een belangrijke uitbreiding is ge
geven en mag worden aangenomen, dat aan
de geopperde bezwaren in voldoende nuts
is tegemoet gekomen.
Aan do Tweede Kamer word medegedeeld,
dat de Kamer ia beginsel medegast met
het wetsontwerp Oórlogs-Zce-ongevallen-
verzekering.
Aan den Minister van L., H. en N. werd
een schrijven gericht, nopens het pian der
Regeering, om den uitvoer van haring naar
het buitenland te verbieden, enz.
De Directie der N. Z. H. Tramweg-Maat
schappij werd gewezen op het vaak te laat
aankomen van de tram to Leiden, waardoor
aansluiting met de treinen gemist wordt;
zoomede op het feit, dat de deuren der
wachtkamer ta Katwijk-aam-Zee des avonds
ongeveer 9 uren reeds gesloten zijn.
Daarop werd geantwoord, dat de treinen
loop op het traject LeidenKabwftk-aan-
Zee haar volle aandacht heeft, en over
wogen wordt de ingevolge Ii'et drukke
militaire verveer ontstane onregelma
tigheden door pon gewijzigde dienstregeling
te doen vervallen.
Man den Directeur-Generaal der Peste
rijen en TelegraEia kwam, naar aanleiding
van oen daartoe gedaan verzoek, bericht
in, dat er geen termen zijn, om tot inveo-
ring van het Ickaalpost tusschen ICatwijk-
aatf-Zea en Katwijk aan den Rjjn over ta'
gaan.
1 1 t Zitting van gisteren.
VERSCHILLENDE WETSONTWERPEN EN
CONCLUSIËN.
Bi) de conclusie op de adressen van A.
M. Kok en 25 anderen, allen commiezen der
telegrafie en de posterijen en tel., thans
onder de wapenen als res.-cfficier of vaan
drig bft het regiment genietroepen, hóuden-
de verzoek hun burgerlijk traktement ten
volle uit te betalen, ondersteunen de hee
ren MARCHANT en SMEENGE de verzoe
ken van adressanten. De MINISTER VAN
OORLOG verklaart er nooit toe te zullen
kunnen overgaan, zooals de commissie voor
stelt, adressanten hun volle vrijheid terug
te. geven om het dienstverband te verbre
ken. De Regeering meent, dat er voor inwil
liging van het verzoek geen reden bestaat.
Na re- en dupliek, waarbjj' de MINISTER
verklaart, dat hjj geen enkele toezegging
kan geven, wordt de conclusie, na een wij
ziging door de oommissie namens dén lieer
MARCHANT, waarbij alleen s'pïak'o Is jjpM
een fniancieels regeling, on na' een verkla
ring van den MINISTER, dat hij er nu geen
bezwaar tegen heeft, evenals de overiga
conclusies z. h. st. aangenomenmede eenigé
kleino wetsontwerpen, o.a. verhooging van
het poslpakkettarief en onteigeningswet voor
spoorwegverbindingen met havens JVest bij
Amsterdam c.a.
Wetsontwerp wijziging van het IXdo
Hoofdstuk der Staatshegrooting 1916 (kos
ten onteigening perceelen in de Hofstraat
to 's-Gravenhage). 9
Bft hot -wetsontwerp Bouw van een schut
sluis e. p). te IJmuiden en verbetering van
het Noordzeekanaal,- onteigening voor den
bouw van een schutsluis c. a. te IJmuiden,
voert de heer HUBRECHT het woord, dié uit
voerig het ontwerp verdedigt, evenals de heer
EONGAERTS, die het een nationaal belang
noemt.
Hft' betoogt, dat het bouwen van twee
schutsluizen noodig was geweest. Intusschen
zal hij zich niet tegen het ontwerp verzetten.
De MINISTER VAN WATERSTAAT, de
heer LELY, betoogt, dat het ontwerp zooals
het daar ligt, geheel in overeenstemming
is met-den geest van hot verslag der Staats
commissie.
Zonder hoofdelijke stemming worden aan
genomen da wetsontwerpen betreffende den
bouw "van een schutsluis te IJmuiden en
voor verbetering van het Noordzeekanaal,
zoomede het wetsontwerp voor onteigening
van ide schutsluis te IJmuiden.
De vergadering is verdaagd tot Dinsdag
halftwaalf.
KUNST, LETTEREN ENZ.
Knnstberichten uit Amsterdam.
Men schrijft ons:
De Larensche kunsthandel stelt gedu
rende December Indische teekeningen, schil
derijen en aquarellen van Ed. Gerdes tentoon.
Deze schilder houdt van Jiet schilderen
van ver zich uitstrekkende heuvelachtige
landschappen, met een grooten 6chaduwge-
venden waringin op den voorgrond, terwijl
soms een hoogc, scherpe belling van een
berg of vulkaan de minder sterke glooiing
van het terrein begeleidt. Vooral in de tee
keningen heerscht een groots rust; zij ge
ven zeer goed do eenzame verlatenheid van
de Indische natuur weer en de enkele hooge
schaduwgevende Doornen, zijn als oases in het
zonnige, verder weinig geaccidenteerde land
schap. Het pleit voor 'hot talent van den
nog jongen schilder, dat hjj telkens weer met
frisehheid de zooveel op elkaar gelijkende
Landschappen weet te teekenen.
Zoodra Gerdes echter kleuren gaat ge
bruiken, komt er bijna altijd iets onrustigs
in zijn werk; vooral in zijn latere schilderijen
merkt men dat op, ze hebben niet de rust
en kalmte, die uit zijn teekeningen spreekt.
In zijn schilderijen is de vorm der dingen
met duidelijk zichtbare vegen van het pen
scel, zonder veel contour, weergegeven, maar
die vormen, zóó door Gerdes aangeduid,
vertellen ons verder heel weinig. Zooals bij
Vincent van Gogh bijv. iedere penseelstreek
gevoel en gedachten-van den schilder weer
geeft, zoodat wfti als- het ware opnieuw be
leven en zeer sterk datgene wat dé kun
stenaar vervulde bij het schilderen, daar
van is hier.geen sprake. Wij moeten Gerdes'
werk wel zwak noemen in dit opzicht. Be
halve de Indische teekeningen en schilde
rijen bevinden zich op 'de tentoonstelling
ook een enkel Hollandsck landschap, een
paar goedgeslaagde stillevens en oenige por
tretten.
Op de tentoonstelling van „De Onafhau-
kelijken" is het werk der leden geëxpo
seerd. Het is begrijpelijk, dat in deze col
lectie 600 stuks schilderijen, teekeniu-
gen, beeldhouwwerk, handwerken en speel
goed bevattend niet ieder stuk een groot
kunstwerk is. Namen noemen is in deze paar
regels eveneens niet mogelijk.
Over het algemeen bijjkt fuen tegenwoor
dig minder behoefte te hebben dan vroeger,
om de voorwerpen natuurlijk weer te geven,
zooals deze- tentoonstelling toont; naar het
symbolische en naar ornamentale vullen der
vlakken, is het streven der meeste jongeren
gericht. Naast landschappen cn portretben
treft men een overgroot aantal bloemstukken
en stillevens aan, sommige zeer talentvol
geschilderd. Uit dezs expositie blijkt, dat
men eigenlijk alles de moeite waard vindt
geschilderd te worden, maar een zekere
waarde van het afgebeelde op zich zelf,
d. w. a ijl verband met den jnensch, zal
het voorgestelde toch altijd moeten hebben.
Ten slotte moet hier in herinnering gebracht
Worden het 'door H. P. Berlage ontwor
pen ameublement voor een heerenkamer,
dat ook op deze tentoonstelling is te zien.
Vra.ag: Heeft da hoofdopzichter het
recht om bijna de jongste ploeg staatma
kers altijd het best en hot meest loanend
tariefwerk te geven en de oudste staat
makers en goedü vaklieden uit te sluiten?
Antwoord: Als het waar js, dat de
door u bedoelde opzichter zoo handelt, wat
wjj moeilftk kunnen aannemen, dan zou u
cr den directeur van gemeentewerken over
Inoctea spreken.
Vraag: Op welke manier kan ik zelf
witte handschoenen (peau de Suède) reini
gen? De kleur dier haudsohoenen is eigen
lijk crème.
Antwoord: Trek de handschoenen aam
wasch ze Jn water, waarin een paar lepels
salmiak gevoegd is, leg ze daarna twee
Hagen in water, spoel ze flink uit en Iaat
za tusschen doeken geheel drogen.
Vraag: Weet u ook één middel, jom
ketelsteen te verwijderen?
Antwoord: Da ketel met asjjn uitko
ken. Men doet ook wel eens een knikker
in Hen ketel,- gtri h'ét Vormen van ketelsteen
te vermijden;
Vraag: Ik ben van de lichting 1917;
kan ik nu nog gekeurd worden en wanneer
zon ik pp mosten komen?
Antwoord: Volgens het laatste be
richt zult ge vermoedelijk 3 Januari 1917)
mosten opkomen; ge wordt bij het in-dienst-
treden -wel gekeurd.
Vraag: Ik ben van.de lichting 1918;
zou ik kans hebben bij da keuring te wor
den ..afgekeurd, daar ik eon bril dra^g,
waarvan do nummers der glazen 3 zijn?
Antwoord: Dat ge een bril draagt,
doet niets ter zako, als ge er maar voldoende
mede kunt zien, dan wordt ge niet afge
keurd.
Vraag: Vat is da toekomst van iemand,
die naar het Instructie-Bataljon te Arnhem
wil? lYat meet mén daarvoor kennen? Hoe
oud moet men zijn? Vanneer begint oen
nieuwe cursus? Vaar moet men zich aan
melden in Leiden?
Antwoord: Wjj kunnen veel, inaar uw,
-toekomst voorspellen, dat kunnen wo niet.
Als u gaarne naar de Instructie-Batterij
(niet Instructie-Bataljon) jte Arnhem wilt
fa dan eens naar het garnizoensbureel
ier in de stad, daar geeft men u
alle gewenschte inlichtingen. De voorwaar
den en eischen kunnen we niet alle kien
vermelden.
Vraag: Ik moest met Nov. In betrek
king, dat was afgesproken, maar nu ben
ik afgeschreven tot 6 D.ec. Heb ik nu recht
op kostgeld?
Antwoord: Of u recht op ko3tgehl
hebt durven wij niet Zeggen, wel kunt u
schadevergoeding vragen. Doch u begrijpt
dat lit êen onaangename verstandhouding
tusschen u en uw werkgeverfgeefster) zal
teweeg brengen. Zoek hei langs minnelijken
weg te gefiikken.
Vraag: Kunt U mij ook Inliohten wan
neer de lichting 1917 3de Rog. Huzaren,:
in actieven dienst gaat?
Antwoord: Nog piet bekend.
Vraag: Ik ben van de landslormiichting
190S en moet gekeurd worden, maar door
een langdurige ziekte (tuberculose) kan ik
daar niet komen. Van de gelegenheid om
een geneeskundige verklaring, onderteekend
door twee geneeshearen, aan den Minister
van Oorlog te zenden, moet ik afzien van
wege de kosten. Hoe moet ik nu handelen?.
Antwoord: Laat een uwer familie
leden op den dag der keuring ©ven naar
den keuringsraad gaan, om mede te dee-
len, dat ge niet kunt komen. Ge zult dan
wel nader het ©en én ander vernamen.
Vraag: Gaarne zou iic weten hoe laaf
ik op reis moet om vanuit Amsterdam toi
2.17 min. des .middags te Groente ta zijn
en hoe lang ik onderweg ben?
Antwoord: Vestrok Leiden 6.57, aan
komst Apeldoorn 9.12. Vertrek Apeldoorn
9.21, aankomst Winterswijk 10.30. Vertrek
Winterswijk 1.50, aankomst Groente 2.07.
Vertrek Leiden 7.57, aankomst Rijssen
11.02. Vertrek Rijssen 11.07, aankomst
Groente 12.16.
Vraag: Mrjn Mosder is 15 jaar ge
leden overleden. Wjj zijn met zjjn achten
broers en zusters. Heeft nu een zuste®
recht, om alles, wat van mjjn moeder Ï3,
toe te eigenen? Tot wien moot ik mij wen
den om inlichtingen, lioa het verdeeld móet
worden
Antwoord: Het lijkt ons vreemd, dat
de boedel zoo lang onverdeeld is kunnen
bljjven. Natuurlijk heeft uw zuster niet het
recht alie3 naar zich toe ta eigenen. Raad
pleeg een notaris.
Vraag: Ik ben van de lichting 1917k
ingedeeld 2de Regiment Huzaren te Til
burg. Mijn naam begint met R. Zou u mj(
ook kuunen zeggen, wanneer die onder dc
wapenen moet komen?
Antwoord: Neen, 'dat kunnen wij. U.
nog niet zeggen, aangezien de datum nog.
niet is vastgesteld.
Vrfag: Waar is"het kantoor van de?
Rijksbetaalmeester onder wiens ressort do
gemeente Alkemada behoort?
Antwoord: Tot het arrondissement Den
Haag. Het kantoor is gevestigd in de Hooge-
Nieuwstraat, een zjjstaat van den Knem
terdjjk, en 'is geopend van Dinsdag .tot
Vrijdag van 104 uren.
V raag: Wat i3 de koetsten cn beste»
weg per fiets van Hillegom naar Schiedam,
welke plaatsen passeer ik en hoeveel KM -
is het?
Antwoord: Hillegom, Lissa, Sassen,
heim, Oegstgeest, Hoagsclie Schouw, Voor
schoten, Veur, Voorburg, Delft, Hctlicl,
Schiedam. D0.7 K.M.
Den inzender van de uitvoerige vraag (ta
uitvoerig om op te nemen) omtrent heb uit
strooien van lasterljjka praatjes, dealen wo
mede, dat hij zal moeten beginnen met da
politie er in te mengen. Dezé kan dan de
partijen hooren. Dan kan de aanklager ver
klaren, dat hjj de aanklacht niet zal 'door
zetten, wannoer do lasteraar zijn laster open
lijk intrekt. Mogelijk dat de aangeklaagde,
uit vrees voor straf, daartoe overgaat. Wil
hjj het niet, dan gaat do zaak door naar
den Officier van Justitie ta 's-'Gravenhageh.
Den vrager over „inkwartiering" zij hier
geantwoord, dat wij ook nu hjj do vragen
voor de tweede maal inzendt, het antwoord,
moeten schuldig bljjven. Niet, omdat wjj
op zulk een benepen standpunt staan, dat
wjj de waarheid niet durven zeggen als het
handelingen van autoriteiten betreft, zooè
als hij veronderstelt, maar omdat hij ver
zuimt de gemeente, dia het aangaat, to noe
men. Waar hij bovendien zijn naam verzuim^-
tasten wij geheel in het duister.
Anoniem een stel vragen inzenden, dia'
een beschuldiging inhouden togen ©en ge
meentebestuur, is ook een standpunt, maar
een standpunt, .erger nog dan benepen.
Laat de inzender zeggen, welko gemeente
Hij bedoelt .on zijn naam aan ons békend
tnaken (doza blijft geheim), dan krijgt hij
wel ©en antwoord, 1 i