Ds vrouw van 1916.
RECLAMES h 40 Cent por regel.
7021 1G
Mem schrijft oils:"1
Geachte lezer ca of lezer, zon ik hij 'deze
"uitnoodiging, om mij een weinig van uw
aandacht to "willen schenken en mij te vol
gen in <do miniatuur-artikelen, die ik in
dit blad aan de „Vrouw5' hoop f© -wij-ion,
oaiij oven aan n mogen voorstellen? Voici ma
gaarto. Dochu kijkt een weinig vreemd, want
ti ziet er alleen een X op een grojfc© ge-
hehnzDinigö X. Geen naam. What is there
in a name. Namen hebben zoo dikwijls te
leurgesteld, verwachtingen gewekt-, die niet
bevredigd, werden. 5t Gaat -er niet om wio
ftot u spreekt, wijl alles, wat naar persoon
lijk gedoe riekt, zooverr© van mij is, zoo heel
ver uit deze feministische entrefilets zal
blijven. Ik ben do geest, die in stede van te
„vernemen'-5, bet potitievo wil aan too; ten,
heb go-ade wil bevorderen, de wonde plek
ken in het maatschappelijk leven wil boe
len, mee wil helpen onze samenleving, I>,
©rij en allo manschem. een tikje gelukkiger
to maken.
Ex is m bovenstaande regelen al een
Woord, waarvoor ik uw clementie inroep:
feministische. ïk we>et, dat er niet allc.cn
onder de mannen, maar ook onder de vrouw
tjes zullen zijn, op wie dit .onschuldig
xvoordeko den indruk maakt van een r jo
den lap op een stier, die vreezen, dat ik de
defüg-doende, droge dagbladschrijverij zal
vergrooten e-n. het dure papier en den dito
inkt betrekkelijk zal vermorsen door het
kleine aantal, dat u zal volgen cn vooral,
dat mij zal blijven volgen.
Xlorre geleerdheid verveelt zoo spoedig
ïïe groote massa.
Laat ik daarom in mijn inlei dings woordje
vooral den nadruk op leggen, dat mijn
streven er op gericht zal zijn in de eenvou
digste woorden u iets te vertellen van den
grooten strijd, die thans geestelijk iu ons
vaderland wordt gestreden. De strijd, die
oorspronkelijk een was der groote geesten,
wier ta-af te noog stond om door de massa
begrepen to worden, doch dio thans ver
breed is over bijna het geheel© volk.
Bij intuïtie, de gewone man, de gewone
vrouw, ze voelen dat ©r iets hapert. Maar
wat, is hun niet al te volkomen duidelijk.
Zij voelen, dat er grove onbillijkheden be
dreven worden tegen de Vrouw, vooral
in de speciale gevallen, waarmee ze zelf in
aanraking komen; zij hooren en lozen, van
Vrouwenkiesrecht; maar naast de duizenden
en duizenden, die nu reeds een warm en ac
tief aandeel nemen" in den strijd, zijn er nog
•duizenden, die hun gevoelens nog niet con
sequent onder woorden zelfs do een
voudigste kunnen brengen, wijl de verras
waarin do groote feministische waarheden
tot hen doordrongen, niet paste in do cel
len, waarin hun eigen levenservaringen wa
xen opgesloten.
Tot voor enkele jaren waren do toch zoo
eenvoudige Waarheden van hot vrouwen! e-
yon voor velen een abstracte wetenschap.
De massa is thans echter gaan begrijpen,
dat er iet© en heel veel veranderen moet,
dat het geen uitstel meer kan lijden. En als
oen, die zich voelt een dier massa, wil ik
trachten mee te helpen voor ons ongeletter
de, onwetenschappelijke, een populaisren
vorm te vindon, waarin wo een juist beeld
kunnen gieten van hetgeen bewust of onbe
wust in ons sluimert.
Lijkt u die poging sympathiek? Zoo ja,
dan vraag ik u alleen beleefd mij to willen
volgen en uw gedachten uw gevoelens te
toetsen aan hetgeen door mij zal worden
betoogd in 5n vorm, ik herhaal het, den
geleerde wcleena een glimlach zal af-
d wiiigeai.
Do vrouw heeft plichten, vaak zeer zware.
Of ze rechten he oft is een andere zaak. De
evolutie der tijden heeft over do waarde
cn waardigheid der vrouw belangrijk ge
wijzigde denkbeelden gebracht. Weet u wel,
dat er een tijd geweest is, dat het bij ge
leerden een ernstig punt van overwoging
uitmaakte of de vrouw wel een mensch was,
of zij een ziel had. Die tijd zijn wij al zoo
lang voorbij, dat we bijna denken, dat hij
nooit bestaan heeft.
En zoo zal er omgekeerd in de toekomst
een tijd komen, dat men vertelt, dat er in
391G nog geleerden: professoren, meesters
in de rechten, Kamerleden, ja misschien
zelfj ministers waren, die het er niet over
eens waren of zelfs de meest intelligente,
do meest geleerde vrouw, de vrouw, die uit
is de goedkoopste sohriftolijke Cursus in: 1. Fransch, 2. Duitsch,
3. (EngeEsch, 4. Boekhouden, 5. Ned. Tas? era Ro?<enen3 6.
Scenografie, 7. ScSioonschrijven, 3. Aardrijkskunde?
Vraag per briefkaart spoedig een proefles. Zc wordt
toezonden. Prijs van vak 1—3 elk ƒ1.30 per 3 mnd., is plm. 40 Cü.
per maand. Taal cn rekenen dus samen 10 cent per week. Andere
vakken zie prospectus. Onderwijs door Leeraren M. O. en Hoofd
onderwijzers. Cursus j.ZoBfor.twikkeESng", Bifderdijksftraaf 8S, L. Amsiercatn.
blonk op een of ander terrein, op wier schou
ders vaak zware zorgen drukten, dezelfde
rechten had ten opzichte der stoatsgemeen-
Bchap als de eenvoudigste man, die bijv. niet
eens lezen of schrijven kon.
Dat onder die zonderling^ kamergeleer
den het begrip, dat man en vrouw als
mensch volkomen gelijk zijn en naast gelijke
plichten ook gelijke rechten moeten staan
in heb geheel nog niet tot hen doorgedron
gen was, spreekt vanzelf.
En dan zal <S© schrijver der geschiedenis
van de maatschappelijke ontwikkeling ver
tollen hoe er verandering en verbetering
kwam, alleen en uitsluitend, wijl uit do toe*
standen bleek, dat het zoo niet langer li o n
en de volkswil, krachtig zich openbarend,
het conservatieve front doorbrak, wijl heb
zoo niet langer mi ooh t.
Op dit moment afcaata wij thans.,
Esü gevaarlijke duikproef van
tóe „OeutscSiiancT.
ÏWeJ ontleenden al eens iet? .oven de reis
van do „Deuteclilaiid" naar do overrijd©
van den Atlantischen Oceaan. Kapitein Kö-
nig vertelt ook nog iets over een gevaar
lijke» duikproef aan do Amerikaanscho kust
Daarover lezen wij:
Het eene stoomschip sia het andere gleed
voorbij en des morgens te zfes uur reeds
varen wo zoover buitengaats, .dat wo onze
eerste duikproeven kenden houden. Ik wilde
do boot en mijn manschappen, firn het lange»
verblijf aan wal meer vast in de hand heb
ben; het was maar een oefening in verband
met do pogingen van den vijand, om ons ge
vangen te nemen, die ,,zoo zeker zouden
Blagen." Zoo deden wij dus alles ging
onberispelijk. Do „Timmins" do sleepboot,
die do „Deutschland" buiten bracht bleef
in de buurt en kapitein Hinsch zei me later,
dat het een verbluffende aanblik geweest
was, toen do Deutschland" zoo geluidloos
wegzonk en zien na een paar minuten weer
met schuimende golven om den boeg in en
kele seconden naar boven werkte.
Het duiken was dus io orde. Om hit te
zien, of alles overigens nog dicht en gaaf
was, gaf ik toen bevel, do boot op den gTondi
to leggen op een plaat?, waarvoor ik op de»
kaart een diepte van ongeveer 30 H. had
gevonden.
Weer werd het stil, het daglicht ver
dween, het bekende zingen en borrelen der
duikventiolen was oin ons heen, ik lees in
mijn term op den manometer twintig, vijf-
en-twintig meter af; do dertig' meter ver
schijnt en ik verwacht don lichten bons,
Waarmee de boot op den grond zul stoot©©.
Maar die Iaat op zich wachten 1
In plaats daarvan gaat do wijder naar
twee-en-der tig, drie-en-dertig, vrjf-en-dertig
meter
Ik klop met den vinger tegen het glas
;t is volmaakt in orde, sen to gelipt wijst "<jc>
naald 36 meter.
Drommels, wat is er aan) do hand? denk
ik en ik grrjlp naar de kaart
Jawel, daar staat het: 30 M. diepte! En
boven nog werkten onze peibnöirumentdli
nauwkeurig.
Wo zinken rustig verder.
Veertig meter vertoont de wijzerplaat.
Dat wordt toch wat al te kras, ik roep
naar do centrale, vraag hoe 't daar staat en
bekom slechts het troostrijke antwoord, dat
de groote diepte-manometer ook juist over
do veertig meter staat.
Ouzo manometers klopten dus.
Dat was echter- voor do boot geen belet
sel, rustig verder to zinken.
In do centraio kijken do mannen elkaar
aan
Wat duivel! Het is toch cent te» beroerdo
gedachte, to. midden van dio verwenschte,
gonzende stilte, maar naar .,Gcd weet waar!"
te zinken, zonder daarvan iets anders te
bemerken, dan het eeuwige naar beneden
gaan van dat afschuwelijke wijzertje op do
Witte' plaat,.* In mijn toren is precies-
hetzelfde; ik laat tamelijk radeloos mjpa blik
ken heen en weer. dwalen van do kaart
naar den manometer.
Inmiddels zinkt do boet verder, wo zijn al
over do vijf-en-veertig meter.. de wijeer
springt op acht-en-veertig meterIk denk
zoo bij mezeif, eenmaal moet ér aan ISfes
diepte van do Chesapeake-baai toch colc een
'eind komen.... in do grondelooss diep to
vei zinken is hier onmogelijk. Daar houdt do
boot op 50 M. onder water, zonder dat wo
iets van oen stoot voelen, halt. Ik klim in dei
eenfjaIe en overleg met Klees en jlo beido
stuurlui.
Het kan niet anders, of wo zitten in het
Oen of ander gat, dat op do kaart niet in
aangegeven.
Och, wel beschouwd, is dat zoo erg niet.
Of we nu uit een diepte van 30 of 50 me
ter weer naar boven komen, is ten slotte.toch
hetzelfde.
Juist wil ik bevel geven om! weer te stij
gen, daar valt mjpi oog op het "kompas
dat met zijn lieht-trillcade, zwart en witte
Echijf anders altijd zoo rustig in zijn van
binnen belicht huisje hangt.
Ik schrik feerug
Donders, wat is dat? Do hktoaszcbjjf is
gek geworden en draait mot schokken als
krankzinnig, onophoudelijk om zichzelf.
Nu begint het me toch een weinig ang
stig te worden. Daar ccls tolkompas onge
veer het vertrouwbaarste instrument is, dat
er op do lieeï© wereld bestaat, en daar hot
onmogelijk is, dat op 50 M. diepte in do
Chesapeake-baai de aarde om ons heso.
draait, blijft ons slechts één conclusie over,
jen wél een beroerd onaangename conclusie.
We draaien daar in dat gat heel netjes in
de ronde; do duivel mag weten .waardoor.
Ik laat dadelijk de lenspompen te werk
stellen met het gevolg, dat ze wel beginnen
te snorren, maar met een veel lichter, als 't
ware leeger geruisch dan gewoonlijkZe
schieten niet op, wij blijven in den modden
steken, wij zijn nog even ver als daareven.
Dat mankeerde er nog maar aan, en ik
moet eerijjk bekennen, dat we ons geen van
allen meer erg op ons gemak voelden. Vol
gens den manometer zijn we nog een wei
nig verder gezonken, daarentegen houdt het
draaien nu op, we liggen nu volkomen stil.
Ik geef nogmaals krachtig het hevel tot
stijgen.
Do pompen ffliorrej? weer.... en loop en
weer leeg. Daar schieten wo dus niets
mee op. y
R.ustdg en wel overwogen dionon hier
maatregelen te worden. genomen, anders
'liggen we hier morgen nog.
Na lang getob gelukt het den ingenieur
Klees dan ook de pompen in werking te
brengen.
Met clof gebrom vangen zo aan, het water
uit 'do tanks to drukken ze vorderen
onze blikken hangen aan den. wijzer van den
manometer. Hoera, we raken los, we stij
gen, de wijzer springt op 40.... daar ver
trouw ik mijn oogen niet meer... allo dui
vels, wat is dAt wuer.... de manometer wijst
plotseling 20 meter.... dan springt hij weer
tot 49 meter terug.... springt weer op 20 M.
Nu begint het er toch kritiek voor to
staan. Wij kijken elkaar aan eai zijn au
bout de notre latin; wij weten niet meer,
wat er met do boet en met ona allen aan
de hapd ia, wo weten niet eens meer, op
wolk© diepte we ons bevindenook
manometers zijn krankzinnig geworden....
Om te begrijpen, wat dat beteekont, moet
men zich voorstellen, dat men in een on
dergedoken boot miists weet, nürt© ziet,
geen enkel© andere aanwijzing heelt daar
doh wijzer van don diepte-manometer.
Werkt dio niet juist meer, dan tast men
volmaakt in het duister.
Onze toestand was thans zeer bedenke
lijk geworden; toch heersehto er ijzige stilte
in de boot. Wo wisten, dat we in het uiter
ste geval toch altijd nog do samen geperste
lucht hadden, die ons naar boven moest"
werpen, als het met de pompon niet ging.
Hot kwam echter niet zoo ver. Klees had
zich een oogenblik bedacht. Toen, een greep
aan een ventiel, een suizend geruisch van
samengeperste lucht, de manometer springt'
als wild op 120 meter, springt terug op
49©n de prop van slijk, di© de opening
van den diopfjc-manoracter verstopte, "was
door 5n weinig samengedrukte lucht-, in een
oogenblik weggeblazen.
Ook de afvoerbuizen werden nu door sa
mengeperste lucht van alle modder gerei
nigd, dio bij ons dolle draaien was binnen
gedrongen toen snorden do lenspompen
weer op do oude manier en gehoorzaam
steeg do „Doutsohlaad55 naar do opper
vlakte.
Wij waren echter toch anderhalf uur on
der water geweest.
Kapitein Hinsch kwam geheel opgelucht
met zijn „Timmins" langszij hij had geen
verklaring kunnen vinden voor ons lang
verblijf onder water on had zich al zeer be
zorgd over ons gemaakt. Wij moeten op de
oen of andere manier in een kloof terecht
gekomen zijn, waar een maalstroom was
en waar we ons dus door onze draaiende
bowegiBg al meer en meer in slijk en mod
der werkten.
Vraag: Hoeveel weken moet men in
loondienst g'eweest rijn tusschen 60 en 70
jaar, om recht te hebben op ouder
domspensioen?
Antwoord: 156 weken.
Vraag: Valt een werkman, textielarbei
der, met een inkomen van f 12 per weck,
ook in de E^ksmkomstenbelasting?
Antwoord: Neen, tenzij hij of zijn
Vrouw nog andere inkomsten heeft.
Vraag: Bestaat er in Nederland een in
stelling, waar oudere heeren tegen betaling
van plm. f25 per maand worden opgeno
men en verzorgd?
Antwoord: In de Johannesstichting(P.
G.), te Nieuwveen (Z.-H.) worden oude man
nen togen vergoeding opgenomen en ver
zorgd. Óf de prijs overeenkomt met het door
li opgegeven bedrag, kunnen we niet precies
zeggen. Wjj weten wel, dat de voorwaarden
zeer billijk z\jl^ omdat de stichting gedeel
telijk ook philantropisch werkt.
Vraag: Hoelang kan een gewone kamer-
lamp van 1 kub. M. gas branden
Antwoord: Het verbruik is voor een
gewone kamerlamp met gloeikousje 1,40 Li
ter per uur. Dus van een kub. M. of 1000
Liter brandt rij ongeveer 7 tuur.
Vraag: Hoeveel K.G. aardappelen bevat
een mud? Hoeveel K.G. bevat een vijfkops-
maat?
Antwoord: Het handelsgewicht is 70
E.G., maar wanneer de aardappelhandelaren
hier aan de burgers leveren, is dit,wat min
der, door het verwijderen van slijk, enz. Het
is dan ongeveer 65 K.G. Een vrjfkopsmaat
Zal dan moeten wegen 31/* K.G.
Vraag: Is het waar, dat er 700 soldaten
van de lichting 1917 naar Indië moeten?
Zoo ja, tot wien moet ik mij wenden om
daarbij ingedeeld te worden?
Antwoord: Niets van aan. Zij.die naar
het Indische leger overgaan, verbinden rich
daartoe vrijwillig. Van (moeten is geen sprake.
Indien 'ge gaarne naar Indië wilt, dan kunt
ge u daartoe to allen trjdo aanmelden op
het bureau van den Garnizoenscommandant.
Vraag: Kunt u mij een recept geven
om van appelschillen appelstroop te maken?
Ik hoorde onlangs dat dit zeer goed ging.
Antwoord: Zet schillen en klokhuizen
van zure appelen op, met zooveel water dat
rij onderstaan- Laat ze ongeveer 5 uur ko
ken, vul het verdampte water af en toe aan.
Doe daarna de massa door een doek. Op 1
liter van deze massa 325 gr. suiker, 10 gr.
citroenzuur en enkele druppels citroenoiio
en gie hebt de heerlijkste appelstroop.
Vraag: Hoe spreekt men iu een ver
zoek aan den Generaal-Majoor, Inspecteur
der Vesting^Artillerie,deze aan? Hce dat
verzoek te adresseeren?
Antwoord: Een Generaal-Majcor wordt
in een brief aangesproken met U Hoogedel
gestrenge. Het adres is: Aan den heer Ge-
neraal-Majoor, Inspecteur der .Vesting-Arlil-
lerie, to 's-Gravenhage.
Vraag: Als een man zijn vrouw vrijwil
lig heeft verlaten, maar hij! stuurt gekegeld
haatljelke maand de helft Van rijn inkomen,1
rij rijn zondek, kinderen, heeft zij 'dan LeJj
recht, hem' gerechtelijk' terug té 'lateiu hg?
len? En hoe dikwijls kan dat gebeuren?
Antwoord: Gerechtelijk terug laten liaji
len, knnfc gij uw man niet. .Wel is hij ver
plicht n in rijn huis te ontvangen. Blijft g^j
gescheiden leven, dan kunt gij «oveti 5 jaajo
echtscheiding aanvragen*
V raag: Kamt u mij ook zeggen hóe het'
koimt, diat een arbeider, diie mot zijn ge-»
zin 30 of 40 gdd., ja soms nog moer in eoaf
week verdient, vrij is van Rijksinkomsten*
belasting te betalen? En iemand, die een
klein bedrijf heeft en nauwelijks 20 gfd-
inkomeai heeft, vr&l belaatiiingschuldig is
Antwoord: Hoeveel het gezin ver-*
d'iecot doet niets ter zake. Men wordt»
slechts aangeslagen voor zijn pereoonlijk
inkomen of, bij gehuwde lied-ein, voor het
inkomen voor man ©n vrouw samen. Bo'
vendlien wordt vóór de berekening dier b©-»
lasting aftrek verleend voor ieder minder-"
jarig kind ad 50 per kind.
V raag: Waar moot men zdcli vervoe
gen voor ouderdomsrente? Moet de be-»
trokken persoon zich a-a/nmelden of wordit
ex* door d'e hiermede belast zijnde amb
tenaren werk van gemaakt? Hoe lang vam
te voren moet men er werk van maken?
Antwoord: Bij den heer P. G. Ro
eier, secretaris van d© Rentecommissie,
Mariénpoeilstraat13, Leiden. Telef. 1180,,
Vraag: Ik? hob in het gesticht Voer-
dorp drie kinderen, waarvoor ik jiersoon-
iijk 3 moiefe betaden. Nu wilde ik deze
elke week bezoeken, maar tot mijn gnoo-
t© tcileursteJiliaig, als ouder zijnde, wordt
mij dit slechts per drie maand ecu toege
staan. Gaarne wenJscht© dk van u te verne
men of «dE'fc de regelen van do stichting zijn
of dat dit door den Directeur beslist
wordt
A in t w o o r d De directeur stelt do be
zoekuren vast, doch voorzoover het kinde
ren betreft uit Leiden, maakt mr. Briët
als voorzitter der diaconie en secretaris
van den Voogdijraad uit hoe dikwijls een
bezoek der otfders of verdere familieleden
weneoholijk wordt geacht. In uw geval doei
dit de diaconie uwer gemeente. Wancieex
ochte-r de betrokken famiilieileden zich bij
hun besweken," om welke redenen dan ook,
niet betamelijk gedragen of in beschonken
toestand vexkeeren, heeft de directeur hot
recht den toegang to weigeren.
V raag: Kan men een testament la
ten maken wde het langst leeft alles, ter
wijl men tweemaal gehuwd is geweest eïl
beiden van hét eerste huwelijk twe© kin
deren hebben en van dit huwelijk geen?
Antwoord: De ouders kunnen hun
kinderen niet geheel onterven. Dezen
komt altijd een deel toe. Over het andere
deel kunnen die ouders beschikken bij tes
tament. Overlegt het eens mot een notaris,
dözè moet ge toch gebruiken.
V vaag: In mijn tuin staat kool, die
de knol heeft. Hoe ontstaat dre ziekte en
hoe kan men ze bestrijden? Het heeft niet
ontbroken aan den voor dit gewas ges (hik
ten mest.
Antwoord: Knolvoct de oen kool ziek
te, die veroorzaakt wordt door een slijm-
zwamZij komt waarschijnlijk voort uit
dén miost. Do aangetaste kooien moeten
worden verbran»d of zeer diep in een kuiil
bograven woixten, daar anders de ziekt©
zich tech weer verspreidt. Het verdient
aanbeveling om uw land flink m. kalk te be
mesten, daar op dusdanig bemest land de
ziekte niet meer voorkomt.
V raag: V/orden er in Leiden of in de
nabijheid van Voorschoten ook landbouw-
wdU'tercux&usisen gehouden? Zoo'ja, in wel
ke plaats en tot wien moet men zich om
nadere inlichtingen w-endien? Worden er ïm
Leidon ook lezingen gehoud-r o-n land
bouwgebied
An t wo\o rel: De afde.'-!: i p,n
omstreken van de Holl. Maatschappij van
Landbouw organiseert met Rijkssubsidie
weieens cursussen of curesrische voordrach
ten op landbouwgebied. Of ze het ook de
zen winter doet kunnen we niet zeggen.
U zoudrt goed doen eens te inforrae eren
bij den secretaris der afdeelHng, den heOr
N. vau ©osterhout, te Leiderdorp.
geschikt waren votor de rol, welke hij eeni-
go welc&n wilde spelen. Stckes zou rich ver
wonderen, hoewel bescheiden zwijgend, als
hij hem vroagzoewel rijn avondkoctumea
Weg te halen ale d© zilveren haarborstels
cn al do fraaiigheden, aan rijn nieuw be
nbaan verbonden.
Met eenig© moeite vond hij een klein v&-
Hieo en stopte dat vol anet de dingon, die
hij dacht no-oclig -^e hebben, de eenvoudigste
de meest gewone. Hij zou andere diingen
kunnen koop en, als hij die noodig had. T c©n
het eterclage haastige pakken was afgeloo-
peen, sloop hij niet hot valies in de" hand
door do stjillo gangen met hun khbirretten
Vol curiositeiten, hun glaswerk, porselein,
en. hun oud© bronzen ornamenten, cn-er hot
kSkko vloerkleed, dat zijn Voetsbaippcn
ktempte, en de brcedie trap af naar de groo
te voorhal.
Nier vond hij den portier, die in rijn hok
je naast de iajge voordeur zat te dutten.
Hij kon dein man niet ontloop en, die boj
rijn konast opsprong en steolsgewijs nieuws
gierige blikken wierp op het valies, dat rijn
meester droeg. W.ynnsbanlcy liep hem voor
bij. Do man snelde naar de deur en wierp
die wijd open.
„Zal ik het valies nomen, sir?53
„Noen, dank je.55
Wyimsbanley stak: in <ïen nu neeTistrbo^
meinden regen de geplaveid© binnenplaats
ovot©n ging ©en toinimclachtage gang door,
küi© naar de stallen 'leidde.
Hier vond hij ©en chauffeur, cH)e' bij d©
deur der garag© rondslenterde, en beval
hem dadelijk een auto naar buiten te ha
llen. Toen hij daarin 'met zijn valies had
plaats genomen', gaf (hij slechte befe koert©
bevel i1 „Staticoi"^
Zij draaiden en reeïeb rioor 'd© 'duistornis en
den elag'rogen, dcor d© torens vau den in
gang. De groot© ijzeren manden, die aan
weerskanten van d© ©verwelfde poort ston
den, wierpen hun vlammen heen en weer,
al naar dat do ruw© rukwind z© aanblies.
Hun rood schijnsel overstroomd© d© oucte
muren alsof rij in vuur stonden. Rcvelly
Boheen in brand te staan, toen hij achterom
keek naar het groote gebouw.
Zij gleden' zacht ©ver den weg naar het
station en het toeval wildé, dat men op
©en trein naar de stad niet lang behoefd©
t© wachten. D© chauffeur wachtte totdat efe
streep vonken van de locom-'-tietf in de duis
ternis wias vei'dwenen.
„Lx groote haast vertrokkon, enzo heer'1,
merkte hij op tegen den krater, dio luste
loos con hasidkar over het perron schoof,;
terwijl het water uit rijn pet droop. „Waar
is hij heengegaan 1 Heeft er geen woorcl te
gen mij van gezegd! Denk j© naar Lon
den
De kruier, uit rijn humeur over de' nat
heid van rijn kraag en de modderspatten
op rijn schoenen gaf ©en hits antwoord.
„Ja, dat zal wel zoo wezen. Dat stond
op rijn kaartje. Ik kan ér je ook niet moor
van zeggen."
Lonclisn liet lachendé, Warm© ©n toch
Vertrischto Londen, ontwakenid in d© koel
te van een zomermorgon, na ©en nadht van
pliaasenden, reinig enden regen. Het seizoen
liep ten eind©. De lOcEiig© huizen, do a'an-
grteiondis mrnigbe van taxi5s, rijtuigen en
auto'©, die in een bepaalde richting naar
het groOte eindstation gingen, zij al Ion ver-
Ikondigclen het.
In de ©ity merkt© msitf ge©n verandering
Op. Kinnet's hotel was vol geweest, teen
Wynnsfcanley daar den vo'rigen avond was
voorgereden.- Dat Was ©en teleurstelling
voor hern geweest. Hij had or ©en korten
tijd willen logeer en. Maar hij kroeg oen
kamer in ©en anck-r cityhotel, dat daar
©enigszins misplaafet leek in rijn Wesb-End-
bouwtraait, met zijn nieuw voorkomen en
allures die oppervlakkige vorandlering
door inrichting, omgeving en nieuwe ge
woonten.
Hij bestelde ©en diner van dien aard, dat
hij het in vroeger dagen ovorvloedig zou
hebben gevond'euj zceht de eenvoudige ge»;
rechten uit, waarin liij toen -gewoon was,
cm bemerkte tot rijm verrassing, dat rij op
eens alle onsmakelijk waren geworden. Hot
was bijna mot een gevoel van schaamte, dlat
hij tet de. ontdebkiing kwam, dat hij geen
trek had in ongaar rumdvlocscth on half
koud© jus cox dat d© in water %vciminiend©
kool cn do lijmachtige rol y-pol y-pudetn g
hem niet konden bekoren.
Onderweg, op reis, in den lcegen rook
coupé, waar hij slechts zijn eigen gedlachten
tot -gezelsdiap had, was 'hij tot oon besluit
gekomen. Hij was iets begonnen te beseffen,
iets met oen soort van schokkende gewe-
tensknaiging begonnen te begrijpen. Rosaw
rnrmd had hesm volgens rijn eigen maatstaf
behandeld, zij had them met dezelfde munt
betaald als die hijzelf had uitgegeven. Zij
had hom bedrogen, omdat rij ïteWetiy ver
langd© t© beedtten.
Was haar misdaad grooter dan de zijne?
Hij had toch gelogen, al w'aa het ook niet
in woorden, door Revelly t© houden, waar
toe hij geen recht bald. Welk recht hakl' hij,
goed besdh»ouw.d, haar te laken voor tets,
Waaraan hij zichzelf schuldig had gemaakt?
En tóen hij dat bedacht, begon hij zachter
over haar te oor doelen, ©n te begrijpen,
dab rij rijn mecTe^dondaPes Was. Hij begon
het' minder ©rg te vinden, zobaOs rij heöp'
had behandold. Zij kon met trouwen met
den man, di'en rij liefhad. En toch had zij
van ©en huwelijk met hem afgezien, omdat
rij haar opzet niet tot hou eind© to© kon
volhouden. Dat pleitte voor haar. Zij 'had
kunnen doorgaan niet hem tot het laatst
to© to bedriegen, ten einde Revelly ten
koet© van alles in bezit t© krijgen. En op
stuk van zaken was hot hard voor haiar
hard. Mocht hij kaar ver-oord eolen Als zij
het geld bad gehad, «dat haar eigenlijk had
moeten toebehooron rij, dio de laatste
a-fstanumeling dér Revelly's U'Us zou alles
andora voor haar rijn geweest. Zocals het
wa©, ehrtifot© rich oen afgrond- van armoede
tusschen haar on het geluk uit. Zij was ©ven
eenzaam en ve»r van liet geluk als hij.
Verondersteld, dat hij het liaar vergoed-
clo dat hij haar in staat stelde met den
man, dien zij had uitverkoren, te f.r-.u-
won Die gedachte rees vaag bij hegn op e«n
toch was Wynnstanley ©r verbaasd over,
welk oen wonderlijken invloed die bijna da
delijk op hem had. Do rauw© wond begon
te heeïen, zijn belangstelling werd opge
wekt, hij vocld© do stekende pijn der ver
nedering minder worden. Dat denkbeeld
nam vasfceren vorm aan.
Hot zou een ondraaglijk leven worden
ln'j had dat roods gevoeld,, als hij, na het-^
goeaï or gebeurd was, te Revelly bleef wé
non met de Béïvorsdaïes benedon. rich, en
hen voortdurend zag en hoorde. Als hij biar
bet geld gaf en haar liet trouwen met c-en
man, dien haar hart begeerde, zou dat de.
dingen niet in een boter licht plaatsen En
ofschoon hij zich trachtte te overtuigen, dat
slechts zijn eigen belang hem in deze zaak
dreef, was het in werkelijkheid zijn eerste'
jdaact van volkomen .onbaatzuchtige opof
fering*
Hij had zijn besluit genomen voordat hij
naar do sombere kamer met het hard© boel
en het raam, dat er zich hardnekkig ©n boos
aardig togen verzette geopend te wordon.
Het zou slechts toegeven, als het met go
weid werd opengebroken.
Hij was nog meb alle gedachten bij het
nieuwe besluit, toen hij zich aankleedde cn
ontboet met een zacht ©i en boter, cüc het
niet met zichzelf scheen te Icuiinen ©eng wor
den of rij zou volharden in den vorm, waar
in men haar had gebracht, of terugkeer en
tot haar oorspronkelijke bestanddeelen.
Hij ging uit en wandelde door de drokkö
straten naar het kantoor van Barclay cm.
Penton. Hij moest zijn voorneméns door hun
tussclienkomst ten uitvoer brengen. De to
renspitsen van do kerken, de"hoogo telefoon-
en telegraafpalen, de rookonde schoorstee-
nen teekenden zich alle -in zwarte omtrek
ken tegen d©n hemel vol biceken zonne
schijn af. De straten, die 5s nachts door don
zomerregen waren schoongewassen, blon
ken bijna.
Hij werd in het kantoor gelaten, dat van
rar. Barclay wa© geweest, en had nauwelijks
tijd eonige opvallende veranderingen op se
merken, toen mr Markham op hem toetrad.
„Goeden morgein, mr. Wynnstanley. Ik
hoop, dab'u het goed maakt, sir. Ik wisti
niet-, dat u in d!e stad was. U heeft ons geon
bericht* gezonden, dat wij het genoegen
m ooh ten smaken u te verwachten, anders
zou de neef van mr. Barclay hier zijn S©-
weest om u to ontvangen. Ik hoop, dat i»
dit vergeven zult.55
„Ho© is liet mot mr. Barclay? 't Gaa-ti
toch, lioop ik, wat' met hem vooruit ?7i
(Wordt vervolgd)..