Ds vrouw van 1916. RECLAMES h 40 Cent por regel. 7021 1G Mem schrijft oils:"1 Geachte lezer ca of lezer, zon ik hij 'deze "uitnoodiging, om mij een weinig van uw aandacht to "willen schenken en mij te vol gen in <do miniatuur-artikelen, die ik in dit blad aan de „Vrouw5' hoop f© -wij-ion, oaiij oven aan n mogen voorstellen? Voici ma gaarto. Dochu kijkt een weinig vreemd, want ti ziet er alleen een X op een grojfc© ge- hehnzDinigö X. Geen naam. What is there in a name. Namen hebben zoo dikwijls te leurgesteld, verwachtingen gewekt-, die niet bevredigd, werden. 5t Gaat -er niet om wio ftot u spreekt, wijl alles, wat naar persoon lijk gedoe riekt, zooverr© van mij is, zoo heel ver uit deze feministische entrefilets zal blijven. Ik ben do geest, die in stede van te „vernemen'-5, bet potitievo wil aan too; ten, heb go-ade wil bevorderen, de wonde plek ken in het maatschappelijk leven wil boe len, mee wil helpen onze samenleving, I>, ©rij en allo manschem. een tikje gelukkiger to maken. Ex is m bovenstaande regelen al een Woord, waarvoor ik uw clementie inroep: feministische. ïk we>et, dat er niet allc.cn onder de mannen, maar ook onder de vrouw tjes zullen zijn, op wie dit .onschuldig xvoordeko den indruk maakt van een r jo den lap op een stier, die vreezen, dat ik de defüg-doende, droge dagbladschrijverij zal vergrooten e-n. het dure papier en den dito inkt betrekkelijk zal vermorsen door het kleine aantal, dat u zal volgen cn vooral, dat mij zal blijven volgen. Xlorre geleerdheid verveelt zoo spoedig ïïe groote massa. Laat ik daarom in mijn inlei dings woordje vooral den nadruk op leggen, dat mijn streven er op gericht zal zijn in de eenvou digste woorden u iets te vertellen van den grooten strijd, die thans geestelijk iu ons vaderland wordt gestreden. De strijd, die oorspronkelijk een was der groote geesten, wier ta-af te noog stond om door de massa begrepen to worden, doch dio thans ver breed is over bijna het geheel© volk. Bij intuïtie, de gewone man, de gewone vrouw, ze voelen dat ©r iets hapert. Maar wat, is hun niet al te volkomen duidelijk. Zij voelen, dat er grove onbillijkheden be dreven worden tegen de Vrouw, vooral in de speciale gevallen, waarmee ze zelf in aanraking komen; zij hooren en lozen, van Vrouwenkiesrecht; maar naast de duizenden en duizenden, die nu reeds een warm en ac tief aandeel nemen" in den strijd, zijn er nog •duizenden, die hun gevoelens nog niet con sequent onder woorden zelfs do een voudigste kunnen brengen, wijl de verras waarin do groote feministische waarheden tot hen doordrongen, niet paste in do cel len, waarin hun eigen levenservaringen wa xen opgesloten. Tot voor enkele jaren waren do toch zoo eenvoudige Waarheden van hot vrouwen! e- yon voor velen een abstracte wetenschap. De massa is thans echter gaan begrijpen, dat er iet© en heel veel veranderen moet, dat het geen uitstel meer kan lijden. En als oen, die zich voelt een dier massa, wil ik trachten mee te helpen voor ons ongeletter de, onwetenschappelijke, een populaisren vorm te vindon, waarin wo een juist beeld kunnen gieten van hetgeen bewust of onbe wust in ons sluimert. Lijkt u die poging sympathiek? Zoo ja, dan vraag ik u alleen beleefd mij to willen volgen en uw gedachten uw gevoelens te toetsen aan hetgeen door mij zal worden betoogd in 5n vorm, ik herhaal het, den geleerde wcleena een glimlach zal af- d wiiigeai. Do vrouw heeft plichten, vaak zeer zware. Of ze rechten he oft is een andere zaak. De evolutie der tijden heeft over do waarde cn waardigheid der vrouw belangrijk ge wijzigde denkbeelden gebracht. Weet u wel, dat er een tijd geweest is, dat het bij ge leerden een ernstig punt van overwoging uitmaakte of de vrouw wel een mensch was, of zij een ziel had. Die tijd zijn wij al zoo lang voorbij, dat we bijna denken, dat hij nooit bestaan heeft. En zoo zal er omgekeerd in de toekomst een tijd komen, dat men vertelt, dat er in 391G nog geleerden: professoren, meesters in de rechten, Kamerleden, ja misschien zelfj ministers waren, die het er niet over eens waren of zelfs de meest intelligente, do meest geleerde vrouw, de vrouw, die uit is de goedkoopste sohriftolijke Cursus in: 1. Fransch, 2. Duitsch, 3. (EngeEsch, 4. Boekhouden, 5. Ned. Tas? era Ro?<enen3 6. Scenografie, 7. ScSioonschrijven, 3. Aardrijkskunde? Vraag per briefkaart spoedig een proefles. Zc wordt toezonden. Prijs van vak 1—3 elk ƒ1.30 per 3 mnd., is plm. 40 Cü. per maand. Taal cn rekenen dus samen 10 cent per week. Andere vakken zie prospectus. Onderwijs door Leeraren M. O. en Hoofd onderwijzers. Cursus j.ZoBfor.twikkeESng", Bifderdijksftraaf 8S, L. Amsiercatn. blonk op een of ander terrein, op wier schou ders vaak zware zorgen drukten, dezelfde rechten had ten opzichte der stoatsgemeen- Bchap als de eenvoudigste man, die bijv. niet eens lezen of schrijven kon. Dat onder die zonderling^ kamergeleer den het begrip, dat man en vrouw als mensch volkomen gelijk zijn en naast gelijke plichten ook gelijke rechten moeten staan in heb geheel nog niet tot hen doorgedron gen was, spreekt vanzelf. En dan zal <S© schrijver der geschiedenis van de maatschappelijke ontwikkeling ver tollen hoe er verandering en verbetering kwam, alleen en uitsluitend, wijl uit do toe* standen bleek, dat het zoo niet langer li o n en de volkswil, krachtig zich openbarend, het conservatieve front doorbrak, wijl heb zoo niet langer mi ooh t. Op dit moment afcaata wij thans., Esü gevaarlijke duikproef van tóe „OeutscSiiancT. ÏWeJ ontleenden al eens iet? .oven de reis van do „Deuteclilaiid" naar do overrijd© van den Atlantischen Oceaan. Kapitein Kö- nig vertelt ook nog iets over een gevaar lijke» duikproef aan do Amerikaanscho kust Daarover lezen wij: Het eene stoomschip sia het andere gleed voorbij en des morgens te zfes uur reeds varen wo zoover buitengaats, .dat wo onze eerste duikproeven kenden houden. Ik wilde do boot en mijn manschappen, firn het lange» verblijf aan wal meer vast in de hand heb ben; het was maar een oefening in verband met do pogingen van den vijand, om ons ge vangen te nemen, die ,,zoo zeker zouden Blagen." Zoo deden wij dus alles ging onberispelijk. Do „Timmins" do sleepboot, die do „Deutschland" buiten bracht bleef in de buurt en kapitein Hinsch zei me later, dat het een verbluffende aanblik geweest was, toen do Deutschland" zoo geluidloos wegzonk en zien na een paar minuten weer met schuimende golven om den boeg in en kele seconden naar boven werkte. Het duiken was dus io orde. Om hit te zien, of alles overigens nog dicht en gaaf was, gaf ik toen bevel, do boot op den gTondi to leggen op een plaat?, waarvoor ik op de» kaart een diepte van ongeveer 30 H. had gevonden. Weer werd het stil, het daglicht ver dween, het bekende zingen en borrelen der duikventiolen was oin ons heen, ik lees in mijn term op den manometer twintig, vijf- en-twintig meter af; do dertig' meter ver schijnt en ik verwacht don lichten bons, Waarmee de boot op den grond zul stoot©©. Maar die Iaat op zich wachten 1 In plaats daarvan gaat do wijder naar twee-en-der tig, drie-en-dertig, vrjf-en-dertig meter Ik klop met den vinger tegen het glas ;t is volmaakt in orde, sen to gelipt wijst "<jc> naald 36 meter. Drommels, wat is er aan) do hand? denk ik en ik grrjlp naar de kaart Jawel, daar staat het: 30 M. diepte! En boven nog werkten onze peibnöirumentdli nauwkeurig. Wo zinken rustig verder. Veertig meter vertoont de wijzerplaat. Dat wordt toch wat al te kras, ik roep naar do centrale, vraag hoe 't daar staat en bekom slechts het troostrijke antwoord, dat de groote diepte-manometer ook juist over do veertig meter staat. Ouzo manometers klopten dus. Dat was echter- voor do boot geen belet sel, rustig verder to zinken. In do centraio kijken do mannen elkaar aan Wat duivel! Het is toch cent te» beroerdo gedachte, to. midden van dio verwenschte, gonzende stilte, maar naar .,Gcd weet waar!" te zinken, zonder daarvan iets anders te bemerken, dan het eeuwige naar beneden gaan van dat afschuwelijke wijzertje op do Witte' plaat,.* In mijn toren is precies- hetzelfde; ik laat tamelijk radeloos mjpa blik ken heen en weer. dwalen van do kaart naar den manometer. Inmiddels zinkt do boet verder, wo zijn al over do vijf-en-veertig meter.. de wijeer springt op acht-en-veertig meterIk denk zoo bij mezeif, eenmaal moet ér aan ISfes diepte van do Chesapeake-baai toch colc een 'eind komen.... in do grondelooss diep to vei zinken is hier onmogelijk. Daar houdt do boot op 50 M. onder water, zonder dat wo iets van oen stoot voelen, halt. Ik klim in dei eenfjaIe en overleg met Klees en jlo beido stuurlui. Het kan niet anders, of wo zitten in het Oen of ander gat, dat op do kaart niet in aangegeven. Och, wel beschouwd, is dat zoo erg niet. Of we nu uit een diepte van 30 of 50 me ter weer naar boven komen, is ten slotte.toch hetzelfde. Juist wil ik bevel geven om! weer te stij gen, daar valt mjpi oog op het "kompas dat met zijn lieht-trillcade, zwart en witte Echijf anders altijd zoo rustig in zijn van binnen belicht huisje hangt. Ik schrik feerug Donders, wat is dat? Do hktoaszcbjjf is gek geworden en draait mot schokken als krankzinnig, onophoudelijk om zichzelf. Nu begint het me toch een weinig ang stig te worden. Daar ccls tolkompas onge veer het vertrouwbaarste instrument is, dat er op do lieeï© wereld bestaat, en daar hot onmogelijk is, dat op 50 M. diepte in do Chesapeake-baai de aarde om ons heso. draait, blijft ons slechts één conclusie over, jen wél een beroerd onaangename conclusie. We draaien daar in dat gat heel netjes in de ronde; do duivel mag weten .waardoor. Ik laat dadelijk de lenspompen te werk stellen met het gevolg, dat ze wel beginnen te snorren, maar met een veel lichter, als 't ware leeger geruisch dan gewoonlijkZe schieten niet op, wij blijven in den modden steken, wij zijn nog even ver als daareven. Dat mankeerde er nog maar aan, en ik moet eerijjk bekennen, dat we ons geen van allen meer erg op ons gemak voelden. Vol gens den manometer zijn we nog een wei nig verder gezonken, daarentegen houdt het draaien nu op, we liggen nu volkomen stil. Ik geef nogmaals krachtig het hevel tot stijgen. Do pompen ffliorrej? weer.... en loop en weer leeg. Daar schieten wo dus niets mee op. y R.ustdg en wel overwogen dionon hier maatregelen te worden. genomen, anders 'liggen we hier morgen nog. Na lang getob gelukt het den ingenieur Klees dan ook de pompen in werking te brengen. Met clof gebrom vangen zo aan, het water uit 'do tanks to drukken ze vorderen onze blikken hangen aan den. wijzer van den manometer. Hoera, we raken los, we stij gen, de wijzer springt op 40.... daar ver trouw ik mijn oogen niet meer... allo dui vels, wat is dAt wuer.... de manometer wijst plotseling 20 meter.... dan springt hij weer tot 49 meter terug.... springt weer op 20 M. Nu begint het er toch kritiek voor to staan. Wij kijken elkaar aan eai zijn au bout de notre latin; wij weten niet meer, wat er met do boet en met ona allen aan de hapd ia, wo weten niet eens meer, op wolk© diepte we ons bevindenook manometers zijn krankzinnig geworden.... Om te begrijpen, wat dat beteekont, moet men zich voorstellen, dat men in een on dergedoken boot miists weet, nürt© ziet, geen enkel© andere aanwijzing heelt daar doh wijzer van don diepte-manometer. Werkt dio niet juist meer, dan tast men volmaakt in het duister. Onze toestand was thans zeer bedenke lijk geworden; toch heersehto er ijzige stilte in de boot. Wo wisten, dat we in het uiter ste geval toch altijd nog do samen geperste lucht hadden, die ons naar boven moest" werpen, als het met de pompon niet ging. Hot kwam echter niet zoo ver. Klees had zich een oogenblik bedacht. Toen, een greep aan een ventiel, een suizend geruisch van samengeperste lucht, de manometer springt' als wild op 120 meter, springt terug op 49©n de prop van slijk, di© de opening van den diopfjc-manoracter verstopte, "was door 5n weinig samengedrukte lucht-, in een oogenblik weggeblazen. Ook de afvoerbuizen werden nu door sa mengeperste lucht van alle modder gerei nigd, dio bij ons dolle draaien was binnen gedrongen toen snorden do lenspompen weer op do oude manier en gehoorzaam steeg do „Doutsohlaad55 naar do opper vlakte. Wij waren echter toch anderhalf uur on der water geweest. Kapitein Hinsch kwam geheel opgelucht met zijn „Timmins" langszij hij had geen verklaring kunnen vinden voor ons lang verblijf onder water on had zich al zeer be zorgd over ons gemaakt. Wij moeten op de oen of andere manier in een kloof terecht gekomen zijn, waar een maalstroom was en waar we ons dus door onze draaiende bowegiBg al meer en meer in slijk en mod der werkten. Vraag: Hoeveel weken moet men in loondienst g'eweest rijn tusschen 60 en 70 jaar, om recht te hebben op ouder domspensioen? Antwoord: 156 weken. Vraag: Valt een werkman, textielarbei der, met een inkomen van f 12 per weck, ook in de E^ksmkomstenbelasting? Antwoord: Neen, tenzij hij of zijn Vrouw nog andere inkomsten heeft. Vraag: Bestaat er in Nederland een in stelling, waar oudere heeren tegen betaling van plm. f25 per maand worden opgeno men en verzorgd? Antwoord: In de Johannesstichting(P. G.), te Nieuwveen (Z.-H.) worden oude man nen togen vergoeding opgenomen en ver zorgd. Óf de prijs overeenkomt met het door li opgegeven bedrag, kunnen we niet precies zeggen. Wjj weten wel, dat de voorwaarden zeer billijk z\jl^ omdat de stichting gedeel telijk ook philantropisch werkt. Vraag: Hoelang kan een gewone kamer- lamp van 1 kub. M. gas branden Antwoord: Het verbruik is voor een gewone kamerlamp met gloeikousje 1,40 Li ter per uur. Dus van een kub. M. of 1000 Liter brandt rij ongeveer 7 tuur. Vraag: Hoeveel K.G. aardappelen bevat een mud? Hoeveel K.G. bevat een vijfkops- maat? Antwoord: Het handelsgewicht is 70 E.G., maar wanneer de aardappelhandelaren hier aan de burgers leveren, is dit,wat min der, door het verwijderen van slijk, enz. Het is dan ongeveer 65 K.G. Een vrjfkopsmaat Zal dan moeten wegen 31/* K.G. Vraag: Is het waar, dat er 700 soldaten van de lichting 1917 naar Indië moeten? Zoo ja, tot wien moet ik mij wenden om daarbij ingedeeld te worden? Antwoord: Niets van aan. Zij.die naar het Indische leger overgaan, verbinden rich daartoe vrijwillig. Van (moeten is geen sprake. Indien 'ge gaarne naar Indië wilt, dan kunt ge u daartoe to allen trjdo aanmelden op het bureau van den Garnizoenscommandant. Vraag: Kunt u mij een recept geven om van appelschillen appelstroop te maken? Ik hoorde onlangs dat dit zeer goed ging. Antwoord: Zet schillen en klokhuizen van zure appelen op, met zooveel water dat rij onderstaan- Laat ze ongeveer 5 uur ko ken, vul het verdampte water af en toe aan. Doe daarna de massa door een doek. Op 1 liter van deze massa 325 gr. suiker, 10 gr. citroenzuur en enkele druppels citroenoiio en gie hebt de heerlijkste appelstroop. Vraag: Hoe spreekt men iu een ver zoek aan den Generaal-Majoor, Inspecteur der Vesting^Artillerie,deze aan? Hce dat verzoek te adresseeren? Antwoord: Een Generaal-Majcor wordt in een brief aangesproken met U Hoogedel gestrenge. Het adres is: Aan den heer Ge- neraal-Majoor, Inspecteur der .Vesting-Arlil- lerie, to 's-Gravenhage. Vraag: Als een man zijn vrouw vrijwil lig heeft verlaten, maar hij! stuurt gekegeld haatljelke maand de helft Van rijn inkomen,1 rij rijn zondek, kinderen, heeft zij 'dan LeJj recht, hem' gerechtelijk' terug té 'lateiu hg? len? En hoe dikwijls kan dat gebeuren? Antwoord: Gerechtelijk terug laten liaji len, knnfc gij uw man niet. .Wel is hij ver plicht n in rijn huis te ontvangen. Blijft g^j gescheiden leven, dan kunt gij «oveti 5 jaajo echtscheiding aanvragen* V raag: Kamt u mij ook zeggen hóe het' koimt, diat een arbeider, diie mot zijn ge-» zin 30 of 40 gdd., ja soms nog moer in eoaf week verdient, vrij is van Rijksinkomsten* belasting te betalen? En iemand, die een klein bedrijf heeft en nauwelijks 20 gfd- inkomeai heeft, vr&l belaatiiingschuldig is Antwoord: Hoeveel het gezin ver-* d'iecot doet niets ter zake. Men wordt» slechts aangeslagen voor zijn pereoonlijk inkomen of, bij gehuwde lied-ein, voor het inkomen voor man ©n vrouw samen. Bo' vendlien wordt vóór de berekening dier b©-» lasting aftrek verleend voor ieder minder-" jarig kind ad 50 per kind. V raag: Waar moot men zdcli vervoe gen voor ouderdomsrente? Moet de be-» trokken persoon zich a-a/nmelden of wordit ex* door d'e hiermede belast zijnde amb tenaren werk van gemaakt? Hoe lang vam te voren moet men er werk van maken? Antwoord: Bij den heer P. G. Ro eier, secretaris van d© Rentecommissie, Mariénpoeilstraat13, Leiden. Telef. 1180,, Vraag: Ik? hob in het gesticht Voer- dorp drie kinderen, waarvoor ik jiersoon- iijk 3 moiefe betaden. Nu wilde ik deze elke week bezoeken, maar tot mijn gnoo- t© tcileursteJiliaig, als ouder zijnde, wordt mij dit slechts per drie maand ecu toege staan. Gaarne wenJscht© dk van u te verne men of «dE'fc de regelen van do stichting zijn of dat dit door den Directeur beslist wordt A in t w o o r d De directeur stelt do be zoekuren vast, doch voorzoover het kinde ren betreft uit Leiden, maakt mr. Briët als voorzitter der diaconie en secretaris van den Voogdijraad uit hoe dikwijls een bezoek der otfders of verdere familieleden weneoholijk wordt geacht. In uw geval doei dit de diaconie uwer gemeente. Wancieex ochte-r de betrokken famiilieileden zich bij hun besweken," om welke redenen dan ook, niet betamelijk gedragen of in beschonken toestand vexkeeren, heeft de directeur hot recht den toegang to weigeren. V raag: Kan men een testament la ten maken wde het langst leeft alles, ter wijl men tweemaal gehuwd is geweest eïl beiden van hét eerste huwelijk twe© kin deren hebben en van dit huwelijk geen? Antwoord: De ouders kunnen hun kinderen niet geheel onterven. Dezen komt altijd een deel toe. Over het andere deel kunnen die ouders beschikken bij tes tament. Overlegt het eens mot een notaris, dözè moet ge toch gebruiken. V vaag: In mijn tuin staat kool, die de knol heeft. Hoe ontstaat dre ziekte en hoe kan men ze bestrijden? Het heeft niet ontbroken aan den voor dit gewas ges (hik ten mest. Antwoord: Knolvoct de oen kool ziek te, die veroorzaakt wordt door een slijm- zwamZij komt waarschijnlijk voort uit dén miost. Do aangetaste kooien moeten worden verbran»d of zeer diep in een kuiil bograven woixten, daar anders de ziekt© zich tech weer verspreidt. Het verdient aanbeveling om uw land flink m. kalk te be mesten, daar op dusdanig bemest land de ziekte niet meer voorkomt. V raag: V/orden er in Leiden of in de nabijheid van Voorschoten ook landbouw- wdU'tercux&usisen gehouden? Zoo'ja, in wel ke plaats en tot wien moet men zich om nadere inlichtingen w-endien? Worden er ïm Leidon ook lezingen gehoud-r o-n land bouwgebied An t wo\o rel: De afde.'-!: i p,n omstreken van de Holl. Maatschappij van Landbouw organiseert met Rijkssubsidie weieens cursussen of curesrische voordrach ten op landbouwgebied. Of ze het ook de zen winter doet kunnen we niet zeggen. U zoudrt goed doen eens te inforrae eren bij den secretaris der afdeelHng, den heOr N. vau ©osterhout, te Leiderdorp. geschikt waren votor de rol, welke hij eeni- go welc&n wilde spelen. Stckes zou rich ver wonderen, hoewel bescheiden zwijgend, als hij hem vroagzoewel rijn avondkoctumea Weg te halen ale d© zilveren haarborstels cn al do fraaiigheden, aan rijn nieuw be nbaan verbonden. Met eenig© moeite vond hij een klein v&- Hieo en stopte dat vol anet de dingon, die hij dacht no-oclig -^e hebben, de eenvoudigste de meest gewone. Hij zou andere diingen kunnen koop en, als hij die noodig had. T c©n het eterclage haastige pakken was afgeloo- peen, sloop hij niet hot valies in de" hand door do stjillo gangen met hun khbirretten Vol curiositeiten, hun glaswerk, porselein, en. hun oud© bronzen ornamenten, cn-er hot kSkko vloerkleed, dat zijn Voetsbaippcn ktempte, en de brcedie trap af naar de groo te voorhal. Nier vond hij den portier, die in rijn hok je naast de iajge voordeur zat te dutten. Hij kon dein man niet ontloop en, die boj rijn konast opsprong en steolsgewijs nieuws gierige blikken wierp op het valies, dat rijn meester droeg. W.ynnsbanlcy liep hem voor bij. Do man snelde naar de deur en wierp die wijd open. „Zal ik het valies nomen, sir?53 „Noen, dank je.55 Wyimsbanley stak: in <ïen nu neeTistrbo^ meinden regen de geplaveid© binnenplaats ovot©n ging ©en toinimclachtage gang door, küi© naar de stallen 'leidde. Hier vond hij ©en chauffeur, cH)e' bij d© deur der garag© rondslenterde, en beval hem dadelijk een auto naar buiten te ha llen. Toen hij daarin 'met zijn valies had plaats genomen', gaf (hij slechte befe koert© bevel i1 „Staticoi"^ Zij draaiden en reeïeb rioor 'd© 'duistornis en den elag'rogen, dcor d© torens vau den in gang. De groot© ijzeren manden, die aan weerskanten van d© ©verwelfde poort ston den, wierpen hun vlammen heen en weer, al naar dat do ruw© rukwind z© aanblies. Hun rood schijnsel overstroomd© d© oucte muren alsof rij in vuur stonden. Rcvelly Boheen in brand te staan, toen hij achterom keek naar het groote gebouw. Zij gleden' zacht ©ver den weg naar het station en het toeval wildé, dat men op ©en trein naar de stad niet lang behoefd© t© wachten. D© chauffeur wachtte totdat efe streep vonken van de locom-'-tietf in de duis ternis wias vei'dwenen. „Lx groote haast vertrokkon, enzo heer'1, merkte hij op tegen den krater, dio luste loos con hasidkar over het perron schoof,; terwijl het water uit rijn pet droop. „Waar is hij heengegaan 1 Heeft er geen woorcl te gen mij van gezegd! Denk j© naar Lon den De kruier, uit rijn humeur over de' nat heid van rijn kraag en de modderspatten op rijn schoenen gaf ©en hits antwoord. „Ja, dat zal wel zoo wezen. Dat stond op rijn kaartje. Ik kan ér je ook niet moor van zeggen." Lonclisn liet lachendé, Warm© ©n toch Vertrischto Londen, ontwakenid in d© koel te van een zomermorgon, na ©en nadht van pliaasenden, reinig enden regen. Het seizoen liep ten eind©. De lOcEiig© huizen, do a'an- grteiondis mrnigbe van taxi5s, rijtuigen en auto'©, die in een bepaalde richting naar het groOte eindstation gingen, zij al Ion ver- Ikondigclen het. In de ©ity merkt© msitf ge©n verandering Op. Kinnet's hotel was vol geweest, teen Wynnsfcanley daar den vo'rigen avond was voorgereden.- Dat Was ©en teleurstelling voor hern geweest. Hij had or ©en korten tijd willen logeer en. Maar hij kroeg oen kamer in ©en anck-r cityhotel, dat daar ©enigszins misplaafet leek in rijn Wesb-End- bouwtraait, met zijn nieuw voorkomen en allures die oppervlakkige vorandlering door inrichting, omgeving en nieuwe ge woonten. Hij bestelde ©en diner van dien aard, dat hij het in vroeger dagen ovorvloedig zou hebben gevond'euj zceht de eenvoudige ge»; rechten uit, waarin liij toen -gewoon was, cm bemerkte tot rijm verrassing, dat rij op eens alle onsmakelijk waren geworden. Hot was bijna mot een gevoel van schaamte, dlat hij tet de. ontdebkiing kwam, dat hij geen trek had in ongaar rumdvlocscth on half koud© jus cox dat d© in water %vciminiend© kool cn do lijmachtige rol y-pol y-pudetn g hem niet konden bekoren. Onderweg, op reis, in den lcegen rook coupé, waar hij slechts zijn eigen gedlachten tot -gezelsdiap had, was 'hij tot oon besluit gekomen. Hij was iets begonnen te beseffen, iets met oen soort van schokkende gewe- tensknaiging begonnen te begrijpen. Rosaw rnrmd had hesm volgens rijn eigen maatstaf behandeld, zij had them met dezelfde munt betaald als die hijzelf had uitgegeven. Zij had hom bedrogen, omdat rij ïteWetiy ver langd© t© beedtten. Was haar misdaad grooter dan de zijne? Hij had toch gelogen, al w'aa het ook niet in woorden, door Revelly t© houden, waar toe hij geen recht bald. Welk recht hakl' hij, goed besdh»ouw.d, haar te laken voor tets, Waaraan hij zichzelf schuldig had gemaakt? En tóen hij dat bedacht, begon hij zachter over haar te oor doelen, ©n te begrijpen, dab rij rijn mecTe^dondaPes Was. Hij begon het' minder ©rg te vinden, zobaOs rij heöp' had behandold. Zij kon met trouwen met den man, di'en rij liefhad. En toch had zij van ©en huwelijk met hem afgezien, omdat rij haar opzet niet tot hou eind© to© kon volhouden. Dat pleitte voor haar. Zij 'had kunnen doorgaan niet hem tot het laatst to© to bedriegen, ten einde Revelly ten koet© van alles in bezit t© krijgen. En op stuk van zaken was hot hard voor haiar hard. Mocht hij kaar ver-oord eolen Als zij het geld bad gehad, «dat haar eigenlijk had moeten toebehooron rij, dio de laatste a-fstanumeling dér Revelly's U'Us zou alles andora voor haar rijn geweest. Zocals het wa©, ehrtifot© rich oen afgrond- van armoede tusschen haar on het geluk uit. Zij was ©ven eenzaam en ve»r van liet geluk als hij. Verondersteld, dat hij het liaar vergoed- clo dat hij haar in staat stelde met den man, dien zij had uitverkoren, te f.r-.u- won Die gedachte rees vaag bij hegn op e«n toch was Wynnstanley ©r verbaasd over, welk oen wonderlijken invloed die bijna da delijk op hem had. Do rauw© wond begon te heeïen, zijn belangstelling werd opge wekt, hij vocld© do stekende pijn der ver nedering minder worden. Dat denkbeeld nam vasfceren vorm aan. Hot zou een ondraaglijk leven worden ln'j had dat roods gevoeld,, als hij, na het-^ goeaï or gebeurd was, te Revelly bleef wé non met de Béïvorsdaïes benedon. rich, en hen voortdurend zag en hoorde. Als hij biar bet geld gaf en haar liet trouwen met c-en man, dien haar hart begeerde, zou dat de. dingen niet in een boter licht plaatsen En ofschoon hij zich trachtte te overtuigen, dat slechts zijn eigen belang hem in deze zaak dreef, was het in werkelijkheid zijn eerste' jdaact van volkomen .onbaatzuchtige opof fering* Hij had zijn besluit genomen voordat hij naar do sombere kamer met het hard© boel en het raam, dat er zich hardnekkig ©n boos aardig togen verzette geopend te wordon. Het zou slechts toegeven, als het met go weid werd opengebroken. Hij was nog meb alle gedachten bij het nieuwe besluit, toen hij zich aankleedde cn ontboet met een zacht ©i en boter, cüc het niet met zichzelf scheen te Icuiinen ©eng wor den of rij zou volharden in den vorm, waar in men haar had gebracht, of terugkeer en tot haar oorspronkelijke bestanddeelen. Hij ging uit en wandelde door de drokkö straten naar het kantoor van Barclay cm. Penton. Hij moest zijn voorneméns door hun tussclienkomst ten uitvoer brengen. De to renspitsen van do kerken, de"hoogo telefoon- en telegraafpalen, de rookonde schoorstee- nen teekenden zich alle -in zwarte omtrek ken tegen d©n hemel vol biceken zonne schijn af. De straten, die 5s nachts door don zomerregen waren schoongewassen, blon ken bijna. Hij werd in het kantoor gelaten, dat van rar. Barclay wa© geweest, en had nauwelijks tijd eonige opvallende veranderingen op se merken, toen mr Markham op hem toetrad. „Goeden morgein, mr. Wynnstanley. Ik hoop, dab'u het goed maakt, sir. Ik wisti niet-, dat u in d!e stad was. U heeft ons geon bericht* gezonden, dat wij het genoegen m ooh ten smaken u te verwachten, anders zou de neef van mr. Barclay hier zijn S©- weest om u to ontvangen. Ik hoop, dat i» dit vergeven zult.55 „Ho© is liet mot mr. Barclay? 't Gaa-ti toch, lioop ik, wat' met hem vooruit ?7i (Wordt vervolgd)..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 6