Pak me mee- De Europeesciie Oorlog. De Grondwetsherziening. Persoverzicht. FEUILLETON, Mo. 1734Ö. LE1DSCH DAGBLAD, Woensdag 6 September. Tweede Büaci Anno 191©. Het morgen verschonend nummer b'evjajt lo.jaJ. als voorplaat: Z. ExC. G. J. Sta^l, Gfou,- verneur van Suriname. [Voorts: Verjaardag van H. M. de' Konin gin, gevierd in het Huis ten Bosch. De 'herdenking van den 250sten sterfdag van Frans Hals, met "vijf foto's. De gevierde' Zangeres Zorah Dorley te Soh'eVeningen, 'in' een visscherssloep; gekiekt. George Braun,. ide Directeur van het "Weeher Operetten-Ge- zelscliap, en Marga Graf te Scheveningen. (Voetbalmatch in het Stadion te Amsterdam'. Optocht van den Nat. Oranjebond „Trouw staat pal", Amsterdam. Avondfeest in het Kurhaüs te Zand voort. Brand te Ylaar- Öingen. De Nationale Zeilwedstrijden van' ide Zeilvereeniging „Het IJ" op| de Zuider zee. Een fraaie groepf in het Panopfcichm! to Amsterdam. Ten slotte actueel© foto's, op; den oorlog betrekking hebbende. nr. Eerste Kameï. De regeering blijft van öordesl, dat tij deze electorale hervorming van e:-n wijzi ging van de Staatsrechtelijke positie der Eer ste "Kamer geen sprake mag zijn. De in voering van een éénkamerstelsel ligt buiten het terrein der politieke mogelijkheden. Ook 'de wensch van sommige leden, om de leden der Eerste Kamer te doen verkiezen dooï dezelfde kiezers, die de leden der Tweede Kamsr benoemen, hun zittingsduur gelijk te' stellen met dien der leden van 'de Tweede Kamer en alle leden der Eerste Kamer te gelijk te doen aftreden, moet onvervuld blijven. Ook afgezien van principieele overwegin gen zou de gewensehte hervorming bij "de tegenwoordige politieke oonstellatie niet voof verwezenlijking vatbaar zijn. Dat de verruiming van 'de vferkiesbaat- cid zal leiden tot een Vergrooting van den politieken invloed der Eerste Kamer, vreest de regeering niet. Provinciale Staten. Itfderdaad valt het niet te: ohtkennen, dat 'do belangen der Iandspolitiek niet altijd met dia dor provincie samengaan. Zoolang echtsT geen aannemelijker voorstel is gedaan foor de samenstelling -der Eerste Kamer, dan de thans geldende regeling, heeft men in dit nadeel te berusten. Ook hei denkbeeld, 'om do Staten gla kiescollege te vervangen door colleges ad hoe, kan, naar de mea ning der regeering, geen aanspraak maken rerwezenlijking. i SohadeloosstellïngVoör Kamerleden. De rogeering is gelijk reeds hierboven bleek nader te rade gegaan, dat de schade loosstelling voor de leden dor Tweede Ka mer en do vergoeding voor reis- en verblijf kosten wijziging behoeft. Overeenkomstig de op initiatief van het vorig Kabinet aanhangig gemaakte voorstellen, wordt thans een scha deloosstolling van f 3000 'S jaars voorge dragen eu een betere vergoeding voor reis kosten. Mede is overgenomen het denkbeeld om den afgetreden leien pensioen te ver zekeren, maar het mag wenscholijk heeten de grondslagen daarvan in da Grondwet zelve' vast to leggen. Voorgesteld wordt het betrekkelijk artikel (S9) te lezen: ,,De leden ontvangen voor het bijwonon van vergadering der Kamer of van haar commissien vergoeding van reiskosten vol gens regels door do wet te stellen. „Als verdere schadeloosstelling wordt hun toegelegd een som van f3000 's jaars, be nevens na hun 'aftreding, indien en zoolang deze niet met een- herkiezing gevolgd wordt, een bedrag van f100 's jaars, voor elk vol zittingsjaar, dat zij lid der Kamer waren, tot een maximum v.tn f3000. „De in het vorig lid bedoelde schade loosstelling wordt niet genoten door 'de le den, die het ambt van minister bekloeden, noch ook, voor den tijd der zitting door hen, die gedurende de geheele zitting afwezig bleven." Onder w ij sherziening. De rège'éring maakto, zegt men. de voor stellen der Staatscommissie klakkeloos tot de hore. Waarom klakkeloos? De regecring bleef voortdurend van de werkzaamheid 'der commissie op de hoogte. Met toenemend vertrouwen, en zij mag ;er. bijvoegen met toenemende bewondering voor de verzoe ningsgezindheid, voor den ernstigen wil om' alle moeilijkheden te boven to kom9n, heeft zij den arbeid der commissie gevolgd. Is het niet een miskenning van het groote werk, dat is volbracht, een miskenning van de technische en financieele moeilijkheden, die zijn overwonnen, indien men de regee ring verwijt, dat zij in deze gewichtige afgelegenheid rekening heeft gehouden met het gevoelen der Staatscommissie? In plaats van te leiden, zegt men, volgt de regee ring. Sinds wanneer is het een grief, dat een regeering ben advies, 'dat zij vroeg, volgt? Of heeft de regee'ring, toen zij het initiatief nam om het onderwijsvraagstuk aan de orde te stellen, iets anders gedaan dan te leiden? j j i J l Op e nbaar jen b ij zond ei! j'T| bn d er wjjs. I I -j [Verschillende bezwaren togen de voor gestelde regeling vinden hun grond in ean, naar de meening van den minister van Bin- nenlnndsche £aken onjuiste, tegenstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. De op voeding der kinderen is in de eerste plaats do taak der euder3. De overheid, het onder wijs ter hand nemend, verschaft den ouders bijstand om hun eigen taak te Vervullen, zooals 's lands belang dit eiseht. Tegen openbaar, onderwijs, onderwijs van overheidswege, bestaat dus op ziohzelf geen bezwaar. Do strijd, hier te' lande gbvoerd, is iu het wezen der zaak niet een strijdl tusschen openbaar en 'bijzonder onderwijs, maar tusschen neutraal en confessioneel on derwijs. In eon land, met zoo uiteenloopondO geestesriohting als het onze, kan het ovet- heidsonderwijs niet anders zijn dan neutraal. [Voor eon groot deel der natie is dit onder wijs echter niet overeen te brengen jnet dö taak der ouders, zooals godsdienst Sn ge weten dio voorschrijven. De overheid zeide: Gij zijt vrij, maar g^j bekostigt uw eigen onderwijs en tevens dat van uw medeburgers. Deze ongelijke ver deeling van lasten wordt gevoeld pis een onrechtvaardigheid. Subsidieering van het bijzonder onderwijs kan geen vreio: brengen. De wensch van sommige Voorstanders van het hözonder. onderwijs, dat, in overeen stemming met het voorstel van het minis terie-Heemskerk, in do Grondwet zal wor den uitgedrukt, dat het bijzonder onderwijs regel, liet openbaar onderwijs aanvulling moet zijn, komt voort, naar het den mi nister toeschijnt, uit een onjuiste opvat ting van de ptaatszaak. De overheid, die zich teu taak stelt voor alle burgers gele genheid tot schoolonderwijs te verschaffen, mag de vervulling van 'die taak niet onafhan kelijk stellen van het ontbrekeji van parti culier initiatief. yoorkeur voor de bijzondere school mag geen motief zijn om den overheid haar taak voor te schrijven. Onjuist is aan den anderen kant de be denking van oenige voorstauders van het openbaar onderwijs, dat do gelijkstelling aan het bijzonder onderwijs een voorsprong ver schaft, omdat de offervaardigheid, die den mensch eigen is, bij voortduring werkzaam zal blijven ten behoeve van het bijzonder, onderwijs, terwijl zij zich ten behoeve' van openbare scholen niet uiten kan. Bedoelt men 'dat het neutraal onderwijs ten achter zal raken bij ket confessioneel^ dan moet deze overweging beantwoord wor den door de opmerking, dat het niet tot Üe staatszaak behoort partij te kiezen tus schen beide methoden van onderwijs. De openbare school is niet neutraal, om dat neutraliteit de baste vorm van onder wijs is, maar omdat de openbare school geon ander dan neutraal onderwijs kan geven. De openbare school mag nie.t ontaarden in een propagandamiddel tegen hot confes sioneel onderwijs. Pacificatie .Van de zijde van do loden, die zich met het rege'eringsvoorstel niet konden vereeni gen, werd betoogd, dat aanneming daarvan niet zal leiden tot pacificatie. De politieke strijd, dio op het gebiel van het onderwijs gevoerd wordt, is naar hun inzien het nood zakelijk gevolg van het bestaan van twee lijnrecht tegenover elkaar staande levens beschouwingen. Terecht werd van andere zijde in h'et licht gesteld, dat verzoening tusschen twee tegen overgestelde levensbeschouwingen door nie mand van de aanneming van het regeerings- voorstel wordt verwacht. Men verlangt tot afweer van de propa ganda van den geestelijken tegenstander, staatssteun. Het is een erkentenis, dat men in de kracht van zijn overtuiging weinig gelooft. Maar het is bovenal een miskenning van wat de taak der overheid, in een land waar de algeheele vrijheid van geestesrich ting wordt hoog gehouden, .moet zijn. De minister ducht echter geenszins de' ge varen, die men vreest. Hij is overtuigd, dat de politieke schoolstrijd door aanneming van het regeeringsvoorstel zal zijn geëindigd. Het Grondwetsartikel. De minister staat op hetzelfde standpunt als ds leden, die meenen zich van redac tioneels opmerkingen te moeten onthouden. Gelijk terecht werd opgemerkt is het artikel 'do vrucht ran zeer 'deugdolijks voarberei- ding en van moeizaam verkregen overeen stemming. Alleen wanneer de vinger werd gelegd op lïepaalde fouten of onjuistheden, is het na tuurlijk plicht deze te herstellen. Maar, naar 's ministers oordeel, zijn dg leden, die dg redactie' bestreden, daarin niet Humor, f n cl e wetgeving. Onder dit opschrift Herinnert het „WEEKBLAD VAN DE BURGERLIJKE ADMINISTRATIE" aan het feit, dat er sinds 1913 een Wetboek van Militair Strafrecht en ©en Wet op dei Krijgstucht gereed liggen (door Kegeering en Staten-Generaal goedgekeurd), die nog altijd wachten op invoering op zooals h'et heet: op 'de wet, die hun in-werking-treden; nader zal regelen. Het „WEEKBLAD" schrijft: Inmiddels is "bij Kon. Boodschap van 17. Augustus 1.1. bij de Tweede Kamer ingediend eèn Ontwerp van wét, om na art. 52 van het Crimineel Wetboek voor het krijgsvolk te> water, van het jaar 1814 in te voegen Oen art. 92a, met de strekking, om strafbaar te stellen samenrotting van schepelingen, en dit wel naar aanleiding van .ongeregeldheden in de maand Mei j.L te Soerabiaja bij de marine voorgevallen. Wel is waar wordt 'dit feit reeds straf baar. gesteld bij de artb. 108 en 110 Van het in 1903 vastgesteld Wetboek van Militair; Strafrecht, maar daar 'deze artikelen .nog niet in werking zijn getreden, zrfn zij ook nog niet bruikbaar. „Zoodra echter," zeggen de Ministers van: Justitie en van >Iarine in Hun memorie van toelichting, „dit wetboek zil zjjn in gevoerd" en zij vo'êgen daaraan in pa- renthesi hoopvol toe „de met de voorbe reiding dier invoering belaste commissie' hoopt haar door 'de mobilisatie aanzienlijk Vertraagde werkzaamheden nog dit jaar te voltooien" „kan de p.ntworpen regeling weder vervallen." De mobilisatie heeft toch ook l>w goed© zijde: zg verklaart, hoe het komt, dat een wetgeving, die na :een voorbereiding van 17 jaren in 1903 tot stand kwam, na 13 jaren nog niet is ingevoerd, zoodat het alleszins begrijpelijk is, dat inmiddels jeen wetgeving, die meer dan 100 jaar oud is, moet wor den aangevuld. De Grondwet sherziening art. 10 2. „DE VADERLANDER" schrijft met veel genoegen in „DE FAKKEL gele zen te hebben, dat de aanneming van art. 192 ook voor de Vrije Liberalen mogelijk genoemd wordt, mits men. daarin niet ziet do nagenoeg onveranderde aanneming van do eigenlijke ondorwijs-voorstellen der Staatscommissie. Nu komon wij waar wij wezen moeton; niemand legt zich door aanneming van het Grondwetsartikel aan die voorstellen zoo vast, dat li ij er' geen wijziging in zou mo gen voorstellen; dat doen zelfs de leden der Staatscommissie niet. Dat is trouwens uit drukkelijk in het rapport zelf vermeld Waarna het Unie-liberale orgaan nog het volgende opmerkt. Dit alles neemt echter niet weg, dat zij, die aan art. 192 hun etem geven, rich in zooverre moreel binden, "dat, als zij later als Kamerlid worden geroepen over de onder- wijsvoorstellen te oordeelcn, zij loyaal zul len moeten medewerken om aan het Grond wetsartikel eerlijke uitvoering te geven. Wat o.L niet zou geschieden, als van Links een poging zou gedaan worden om de finan cieele gelijkstelling geen waarachtige ge lijkstelling to doen wezen, of om de vrij heid van richting van het bijzonder onder wijs illusoir te maken. Of als van Rechts een poging gedaan werd ora alinea 4 van hef artikel niet tot haar volle recht t© laten lcoinen. Dc algemecnc toestand. Do geallieerden beleven aan het w o 91 e- 1 ij k f T o *n t thans vreugdevolle dagen. 't Is inderdaad een schitterend werk, wat daar is verricht. Aan wat de communique's ons gister meldden behoeft weinig toege voegd. De latere berichten spreken slechts van tegenaanvallen der! Duitschers, zoo tusschen Combles en Le Forest en ten oos ten van Belloye-en-Santerre, die alle mis lukten door hot hevig vuur der Franscheu. Zoo ging het ook tegen de Engelschen, die gistornacht bij Guillemont hun terrein winst nog vermeerderden, niettegenstaande de slecht© weersgesteldheid. Ten oosten van Guillemont kwamen ze 1500 yards vooruit. In het Lonze-bosch kregen ze vasten voet. Meer naar het zuiden werd Eet geheele vij andelijke verdedigingsstelsel over een front van 100Ö yard genomen en daarbij de hoeve Falfemont. Govangênen worden steeds binnenge bracht en de Engelschen maakten er se dert deze Septemberdagen een duizendtal. In de lucht is het erg bedrijvig. Geon dag gaat er voorbij, dat niet beide partijen èenigo toestellen verliezen. De eskaders dor geallieerden onderne men herhaaldelijk groote tochten. Engel- sche vliegerB hebben met succes de. fabrie ken en marine-werven te Hoboken, bij Antwerpen, gebombardeerd. Uit Geneve wordt een tocht naar Sédan gemeld, waar vooral de spoorwegterreinen beschadigd rijn. Behalve geschutvuur is vliegeractie ook het eenige, wat te melden is van het Oos tenrijkse h-I taliaanscho front. Venetië is o.m. weer het doel geweest der Oostenrijkers. Ook hebben deze Górz met bommen bestrooid, waar het dak van de St.-Janskerk instortte. Aan het oostelijkfront heerscht wel bedrijvigheid, maar behalve gevangenen hoeft 't den Russen niet veel opgeleverd. In de Karpathen gaat -t het b"este} hoewol de Oostenrijkers niets anders melden dan afgeslagen aanvallen, maar ten weste-n van Luck schiet 't niet op. Dat de gevechten or lievig waren is op te maken uit deze of ficieel© gegevens dat van 31 Aug. tot 2 Sep tember daar 115 offic. en 4514 man rijn ge vangen genomen ©n 6 kanonnen, 35 machi ne-geweren en 4 mijnwerpers buitgemaakt. Maar Broeselofs troepen zijn. nog aan het werk en dus kan er nog wél iets gebeuren. De Roemenen dringen in Zeven burgen thans niet beduidend verder op. Van Roemeensch© zijde wordt gemeld, _dat het eerste doel de Karpathen-passen waren en dat dit doel bereikt is met slechts onbe duidende verliezen. Roemenië wil niet in een val loopen en heeft zioh klaargemaakt voor den krachtigston aanval op zijn front. Bjj Orsowo, de meest westelijke plaats aan het Roemeensche front, zijn een paar belangrijke punten bezet, n.l. de bergen Alion en Dranic, gelegen respectievelijk 2 K.M. ten oosten en 4 "K.M. ten noorden van ide hier genoemde plaats. Daar zrjn nog 9 officieren en 645 man gevangen genomen. In de Dobroedsja zijn de Russische be reden troepen voor "t eerst slaags geweest met Bulgaarsche ruiterij, waarvan 'oen pa trouille werd neergesabeld. De Roemenen mélden, dat ten zuiden van Batardschik de Bulgaren en Duitschers z:jn teruggeslagen. Berichten uit Sofia melden een opmarsch over het geheel© ïront- en de bezetting van Kurt Bunar waar 2 officieren en 165 man werden gevangen genomen en van Ak-Kadinlar, ten westen van Dobritsj. Ook hier natuurlijk aanvallen .uit do lucht. Uit Berlijn wordt gemeld, dat Constanza, Boekarest en petroleumwerken te Ploesti inet bommen bestrooid zijn. Verder is er op den Balkan Tdets van beteekenis gebeurd dan een hernieuwd bom bardement op 3 September der Bulgaarsche verdedigingswerken bij do door dezen van do Grieken genomen havenplaats Kawalla. In S a 1 o n i k i wordt Sarrails legermacht steeds versterkt. Thans is er Portugeesche artillerie aangekomen en 15,000 Portugee sche soldaten zullen, naar gemeld wordtj spoedig volgend Griekenland schijnt zich thans meer en meer naast de geallieerden te scharen. Die kunnen er alle maatregelen nemen te hun ner beveiliging, die ze noodig achten. In Duitschland maakt men zich blijkens de „Berl. Lok. Anz." geen illusie? meer over. do neutraliteit van Griekenland. Het Grieksche ministerie van buitenland- scho zaken heeft aan do pers de volgende mededeeling gezonden: Alle sedert gisteret in omloop gebrachte alarmeerende geruch ten over de aankomst der Entente-vloot voor Piraeus, zijn ongegrond. Die vloot heeft niets kwaads tegen Griekenland, noch tegen do autoriteiten, noch tegen hot volk, in den zin. Ook staat haar aankomsten geen enkel verband met do door den Griekschen staat aangenomen houding; zij beoogt uit sluitend enkele: voorzorgsmaatregelen, die de Entente wenscht te nemen tegen haar vijanden, die, gebruik makend van hun tegen woordigheid in Griekenland, plannen tegeffl de Entente uitbroeden en tegen haar kuipen. Do Zoppclin-a an a y1 op Engeland. Ter aanvulling van hefe officieel bericht 'oVer den aanval onzer marine luchtschepen op Engeland, in den nacht van 2 op 3 'dezer, meldt Wolff: „Van de vesting Londen zijn de City en het noordelijke en noord-westelijke deel der êtad in een tijdsverloop van vier uur over vloedig met bommen bestookt. Tal van bran den en instortingen bewezen het slagen van den aanval. Andere luchtschepen hebben in "Norwich fabrieken en verdedigingswerken aangeval' len. Er zijn hevige "branden en ontploffin gen waargenomen. Voorts zijn in Exford, Harwich, Boston en aan do Humb'er zoek lichten, batterijen en fabrieken met bommer bestrooid. Ook daar zijn talrijke branden gesticht. In Yarmouth, waai' de gasfabriek en het vliegstation het doei der aanvallen waren, if 'een batterij tot zwijgen gebracht In Not tingham zjh militairo inrichtingen en fabrie ken gebombardeerd. De hier gestichte bran den waren nog op eén afstand van 40 zee mijlen duidelijk te zien. De luchtschepen zijn tijdens hun aanval len, voornamelijk boven Londen, allerhe vigst beschoten, zoowel door afweergeschut als door vliegers, die ter vervolging waren opgestegen. Ofschoon de luchtschepen door luchtraketten en zoeklichten beschenen wer den één luchtschip werd op" een oogon- blik door niet minder dan 18 zoeklichten beschenen zijn alle aanvallen op hen mis lukt." Van Engelsche zijde worden de Duitscho berichten tegengesproken. Dat i3 met elke Zeppelinraid het geval. Steeds vertellen de Duitschers dat zo geweldige schade aanrich ten, van andere zijde en niet altijd alleen Engelsche wordt dit ontkend. ï)e admiraliteit verzekert dat de aange richte schade zoo goed als niet? nauw keurig iu het officieelo Engelsche bericht i3 opgegeven. Er zijn geen branden van eeni ge beteekenis en geen ontploffingen geweest. Bovendien is er reden te gelooven, dat ©r behalve het vernielde nog oen luchtschip zeer ernstig is bs3chadigd. HeS al te goede hart. Roman naar het Duitsch van MARIE DIERS. (Nadruk Verboden), 31) Hij bozat bij zulke tegenspoeden niet de innerlijke kalmte van den landman, dio wel steeds over het weer ontevreden is, maar toch ten slotte alles uit de Band des he mels neemt, zooals het komt en weet, dab het niet anders kan zijn. Den voormaligon dragonder-luitenant waren nog altijd een groote hoeveelheid kazerne-manieren bijge bleven en wel een groote mate van onge duld, een gebiedend, zenuwachtig doorzet ten, een vaag gevoel va-n de macht van het commando tegenover alles. Toen de oude Wilm op hem toetrad, beet hij zich op rijn knevel en keek hom aan, alsof, hij hem voor den regen verantwoordelijk stelde. Maar de oude Wilm had een hoofd zoo rood als oen kalkoensche haan en gaf hem den brief zonder iets te zeggen. Toen de neef het schrift van zijn oom zag, verdween plotseling zijn woede op den regen on iedere andere gedachtealleen schoot liet hem door het hoofd „Hij schrijft aan Wilm", en hij werd bleek. Daarop las hij de weinige regelen. Een paar neerval lende regendruppels spatten op bet blad. Zij stonden een paar seoonden IieTder op het inlrtschrift- en vloeiden vervolgens zwart gekleurd langzaam naar beneden; een paar bleven als eigenzinnig staan Max von Quistorp zwaaide met den brief heen en weer, alsof hij dat een aardig spel letje vond. Maar in zijn binnenste zag het er als een wanhopige chaos uit. Toen -hij niets zei, deed Wilm. met moeite rijn mond open, en maakto de opmerking, dat men extra iemand moest nemen voor bet overschrijven, 'en tegen betaling, want dat het een heel werk was. Of mijnheer iets tegen den zoon van den onderwijzer zou hebben, die juist wegens zijn examen thuis was. Neen, daar had hij niets tegen. Dan wou hij dadelijk om hem zenden. Oa, dat was goed. Toen ontwaakte Max als uit oen droom. Wanneer dan de heele boel afgezonden zou kunnon worden 1 „Overmorgen met den eersten postbode.7' „Nu ja, ja zool Dan zou alles dus van daag is hot Dinsdag, Donderdag weggaan dan zou het mogelijk Zaterdag in Vene tië kunnen zijn. Hij is immers in Venetië, hè?'* „Ja, in Venetië." „Nu nog? Maar ja, het was een koud voorjaar, 't Heeft wekenlang geregend, daar ginds ook." „Ja, ja, het weer is overal even slecht. „Dus dan zorg jij daarvoor, Wilm.'' „Ja, mijnheer." Geen woord over hetgeen zij beiden dach ten. Alleen keken zij elkaar in de oogen, do oude en de jonge man ©n zij wisten beiden genoeg. Dit liep niet goed af. Lang bleef alles stil. Menigmaal, vooral, toon de eerste aclit dagen voorbij waren, kreeg Max plotseling een gevoel van verlichting. Och wat, nu ge beurd o ©r immers niets meerNu waron de rekeningen reeds lang nagezien, was de eerste toorn reeds lang voorbij. Zoo was oom toch niet, daf; hij lang over een zaak kniesde en dan pas losbarstte. Daarvoor was hij veel te oploop ond. Het kon wel zijn, dat hij eerst uitgevaren en do ergste besluiten genomen had, maar toen door het zuidolijke klimaat gekalmeerd en aan zijn tegenwoor dige levenswijze gewend, langzamerhand weer tot bedaren gekomen was. Wat gaf hij nu nog om Broitendamm„Laat den jongen maar zien hoe hij er doorkomt" dat hoorde Max hem letterlijk zeggen. Hij was eohter niet altijd zoo optimistisch. Dikwijls werd hij bij het aanbreken van den dag uit benauwde droomen wakker en staar de dan met een beklemmend gevoel van angst in de dreigende toekomst, die ziöh plotseling aan hem voordeed. In de laatste jaren had hij zich dat oil te vroege opstaan langzamerhand weer afgewend. Nu sprong hij menigmaal reeds om vier uren, door een wilde onrust aangegrepen, het bed uit, gun de zich geen tijd om to ontbijten, Rep door do stallen, vond hier en daar iéts niet in orde en geraakte daarover bijna buiten zichzelf. Hij voer tegen de knechts uit en maakte Wilm zenuwachtig door heftige scè nes. De rentmeester was, sedert de brief van zijn voormaligen heer was gekomen, nog stiller en meer in zichzelf gekeerd dan ooit Als de jonge man zich zoo dolzinnig aan stelde, vortrok er nauwelijks een 6pier in zijn perkamentachtig gezicht, hij schudde al leen even het hoofd en bromde zacht in zich zelf „Tegelijk voor en achter kan ik ook niet meer." Deze half luide bewering, die de schuld weer op hem terugwierp, die niets verzachtte en bewimpelde, ging den jongen Quistorp als een steek door het hart. Hij wendde zich met op elkaar geklemde tanden al en begaf zich met overdreven JjFy©c ,aaji, zijn, .dagelijksohe bazigheden, wat tuin het geheel niets verbeterde, maar hem toch opbeurde. Er was nog iet? heel ernstig© aan dezen, tijd verbonden. In de eerste, vreö3elijko dagen, nadat de brief was gearriveerd, kon Max er niet toe komen, Renate er een, woord yan te zeggen. Hij hoopte immers toen ook nog altijd, dat het zonder ge volgen zou afloopen. Waarom zou hij haar dos eerst onnoodig schrik aanjagen? Hij speelde nu zelfs de opgewekte, opdat zjj imaar niets aan hem zou bemerken. Na tafel nam hij de kinderen op zijn schouders en draiifde met hen door de kamer, zoo dat Renate de ooron dicht drukte van het spektakel. Toen daarop acht, tien, veertien dagein verstreken, zonder dat er iets gebeurde en zijn gemoed in die schommelingen tusschen hoop en vrees geraakte, die hem als een ziekte verteerden, kwelde het hem, dat zij er niets van afwist. Maar nu was het nog moeilijker geworden het-haar te zeggen, want nu moest hij er tevens bijvoegen, 'dat bij het zoo lang voor haar verzwegen had. Ja, maar dan was het ook, zooals het hem nu voorkwam, zooveel onnoodiger ge worden. Want nu gebeurde er toch zeker werkelijk niets moer. En deze laatste ge dachte schoot telkens weer op en weer hield hem, wanneer hij juist door de:i nood tot het uiterste gedreven, het haar wilde Zeggen. Nu paarde zich echter als de schakels van een ketting het eene onheil aan het andere. Het maakte hem prikkelbaar, dat Renate niet met alles meeleefde, wat hem zoo uitsluitend bezighield. Zij leefde', zorgeloos voort, babbelde met de kinderen, liep bij de „arme mensch en /ond en _gaf aan haar overdreven liefdadigheid den vrijen teugel, 's Nacht sliep zij vast on rustig, terwijl hjj heen en weer woelde, dikwijls rechtop zat on met brandende oogen in den schemer- achtigen zomernacht staarde. Oppervlakkige, vroolijke, gelijkmoedige; vragen dead zij hem. „Do oogst beloofde ditmaal prachtig te worden, hè, Maxel?" En dan plaagdo zij hem, dat hij opeens weer met liet vroege opstaan was begonnen. „Ja," zei hrj, „ik kan 't er niet van nemen tot zeven uur te slapen, zooals andere menschen." Zij kon niet vermoeden, dat hij dat nijdig meende, dat hot hem bepaald ernst met dio woorden was. Zij kon ook niet weten, dat hij, verbijsterd door zijn drukkende z rgon, vergeten had wie van heiï beiden geduldig den moesten slaap en rust en persoonlijk gemak had moeten ontberen, als men onus met elkaar wilde afrekenen. Nu zag hij, evenals de jongen met de? glassplinter in 't oog. reeds alles verkeerd Hij «ergerde zich steeds meer over haar. Hij vond plotseling niets dan gebreken. Wat was zij ook voor een landvrouw? Bekommerde zij zich om de keuken? Bekom merde zrj zich om liet landbouwbedrijf? Ja, om ziek vee, cn z'j liet haar stem gelden als het vee naar haar meening niet goed werd behandeld, en ook om ziek volk gind? in het dorp. Wat was dat toch voor een razenden onzin! Ze dacht z?ker geld uit te Sparen met die ideeën. Voor den drommel, ais een meisje met een landeigenaar trouwt, moet ztj toch \vet$n, wat haar te. doen staat Nu begon de geschiedenis. {Wordt Vërvolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5