Mo. 17331. Tweede BSad. Anno 1918. kinderen zou gekomen zijn. 't Is er dus rvel treurig in Dudtschland'ï zeiden we eenigs- rins vragend. Ellendig, antwoordde hij. En wanneer komt er nog een einde 1 Duitschland zal niet toegeven en Engeland laat ons uithongeren. Om het tragisch ver loop van het gesprek een andore wending te geven, vroegen we eensklaps: Wat doet die kameraad daar in de verte? Wacht houden, antwoordde hij glimlachend, en te vens zien, of er nog smokkelwaar te krij gen is. Komen er dan nog Hollandsohe smokkelaars aan do grens? 't Is er slecht, antwoorddo onze zegsman. Die Holland sohe kommiezen bederven 't voor ons. Of we dis smokkelwaar dan niet naar Berlijn moeten opzonden? Ja/wel," maar ziet u, wij kimnen zo hier ook zoo best gebruiken, en daarom... Maar nog eens: er komt zoo bitter weinig meer overde goede tijd is voorbij. Die Hollandsche kommiezen, ze la ten niet met zich-spotten. Of hier veel ge wonden manschappen zijn? Een vijftal. Die daar mist zijn eene hand en die zijn rech terbeen. Tooh flinke kérels, hé? Kranige lui, antwoordden wij, jammer dat zo voor hun heele leven verminkt zijn. Ja, ant woordde onze Duitsehor, dat is do oorlog op zijn zaohtst. Met een wensch voor een spoecKgen vrede verlieten wo dezen buitengewoon praatza- men grenswachter, om nog even te infor- meeren bij ee>n paar andere zijner collega's, die eohter niet zoo spraakzaam waren als hij. Ook hoorden wc van hom,'dat het DÜitsohland met de voeding misère was on dat zo voor niets ter wereld naar het front zouden gaan. Bestond hierop kans, dan wisten ook zij den weg." Een Duitsch deserteur San t tyoorö'. In dd „Tel." Iezan wd onder het opschrift „Do fut is ei" uit!" ©en verhaal door. leeu Duitsch deserteur t»n dat blad gedaas. lWO lezen dau ia da' „Tol.": Ik schaam m® volstrekt 'niet, oen de serteur tij wezen, zei de jonge Duitscha infanterist, die ons heden een bezoek bracht, om z'n hart aens te' luchten. Duizenden heb ben gedaan zooals ik, en als er nog geen honderdduizenden weggeloopen zjju .uit liet Duitscho leger, dan is 't eenvoudig, omdat ze er de kans niet toe hadden!.De Duifc- gche soldaat over 't algemeen' heeft op 't oogenblik maar één bekommernis: Hoek'ottl ik er uit?.. Hoe deserteer ik. of hos laat ik ma gevangennemen? U zegt: Overdreven?Goeu sprake vaif. manheerIs lal van beriohten van Fran- scho en Engelsche zjjdo zult u gefezan fiéb- beD over da neerslachtigheid der Duitsehe gevangenen aan da Somme. In 'die verhalen is niets overdreven. Integendeel. Ik' heb den oorlog van den eersten dag af meegemaakt, deelgenomen aan den inval in België, Kot- werpen medo belegerd en veroverd, en dan ongeveer anderhalf jaar lang meegevochten in de streek van Arras, verleden j3ar het geweldige tegen-offensief meegemaakt bjj loos en Souchezj ik ben aan 't hoofd ge wond geweest door een granaatscherf, en in 't hospitaal to Aken Weer opgeknapt. Daar- pa:, toen ik Weer terug moest naar de liel aan 't.front, heb ik het middel gevonden om de Nederlandsche grens te ber eiken. He héb'ge noeg Van den „frischer, fröhlicher Krieg", genoeg Van den heldenstrjj'd „für Kaiser und Vaterland" on zoo zijn er millio'e'nen in Duitschland en aan do fronten! "Aan allo msnschelpke krachten zijn grenzen, en dia van den Duitschen soldaat zijn Sedert lang reeds overschreden. Twee dingen vooral hebben de vader- landsoh© veer in den Duitschen so'daat doen! springen: De hondsche behandeling, d e hij blijft ondergaan, ook in dezen verschrik kelijke» tijd, eu de honger. Het schijnt wel, 'Jisot "de officieren hun mnehtelooze woade tegen Fraosclun, Engel- schen en Russen, in ;le eerste plaa;3 wil len koelen op hun eigen manschappen. Hoo meer het hun "tegenloopt, des te brutaler wordt hun optreden, en des te wraeder worden do straffen, dio zo toepassen. Als we in de maand Augustus 1914 tö Brussel Waren, werden we' letterlijk' als ge vangenen in de kazerne opgesloten gef*ou den. Toen reeds was hij het rrteorendeel der kameraden van mjja compagnie hot vador- landsc.he vlammetje geblnscht!.Dat Wad nog in den goeden tijd, toen "de vSieg" niet van de lucht was, en de: soldaten nog over vloedig te eten kregenStel je dan maar voor, hoe het thans moet zijn, nu niemand nog aan een detinitieve zegepraal gelooft, nu dl' gêen 'andere moéd meer bestaat'tin 'f Duitsehe leger dan de moed der wanhoop, en.nu do soldaten letterlijk vergaan van ontbering. Het gebeurt niet zeldeD, dat de manschappen in de loopgraven drio dagen moeten bestaan op een "brood van zoowat ander halven kiloof 'wat men dan "een brood gelieft te noemen!Dat heb ik mee gemaakt op plaatsen, waar de veldkeukens zeer gemakkelijk tot in de vuurlin'e konden komen, maar wegbleven om de eenvoudige peden, dat er geen proviand was aangeko men ener dus niets te koken viel En, als er dan toevallig weer eens wat voorhanden is, dan zijn voor den Feldwebel allo voorwendsels goed om de soldaten voor één, of twee dagen, of zelfs langer met ont houding van warm eten to kunnen straffen. De officieren stellen zich al minder en minder bloot. In de voorste loopgraven ko men zo maar af en toe eens kijken, en meer en méér worden de „Schutzengraben" dan ook broeinesten van stemmingbederf en re volutiegeest. Geloof me, als ik u zeg, dat het bevel tot den „Sturmengriff als het seiu der verlossing den totaal kapotten sol daat in dé ooren klinkt! Eindelijk een uit komst! Eindelijk verlost uit die hersen-sloo- pende onzekerheid. Eindelijk een uitkomst!... Da dood of de gevangenschap! Op do victo rie rekenen de meesten niet meer. lederen, dag worden complotten ontdekt van groepen soldaten, dio afspreken, hoe ze zich over geven zullen. Dp.t is zoodanig waar, dat vele officieren een eenvoudig soldatenpak (aantrekken en zich dan onder soldaten van (andere compagnieën in de loopgraven men gen om dergelijke complotten op 't spoor te komen. En tal van soldaten, die bij 't be raadslagen over zulli'ö plannen betrapt wer den, werden op stemden voet gefusilleerd. En Van mensclven, die omder zulke be handeling lijden, eischt men nog, dat ze hun bloed al juichend geven voor den keizer en hot vaderland! Het front, hot „Veld van eer", is oen strafplaats geworden. Het eerste, waarmee men de werklieden in dei fabrieken! en in de mijnen bedreigt, ishet front! Dat is dan ook een 'der groots reïehon, waarom in de fabrieken der A. E G. te staking, als protest togon de veroordeeling van Laebkneoht, niet algemeen geweest is. De arbeiders wisten, dat wie bij 't werk ontbreken zou, dien dag daidelijfc naar hot front zou wordon gezonden. Het front is het dreigmiddel, waarmee de groot-industrie, die schatten aan den oorlog verdient, de arbeiders tot ih het otteindiga kan uit persen. Een teekenend voorbeeld: Soldaten, dio liohteljjk verïninkt zjjn, wordonj in dia <tnrjnen gebruikt. Vóór den oorlog moest een mijnwerker, per maand vier-en-twintig tof ach t-en-twintig Schicht®" arbeid leveren. Een f,Schicht" is een Werktijd van acht urerr. Nu wordon van da mijnwerkers tot veertig „Schicht®" geëischt, zonder dat het loon verhoogd is, on wia or bp neervalt of weigert, "deze .slavernij tcj dragen, die, wordt eenvoudigterug naar het" front ge stuurd! In de hospitalen ook hebben da autori teiten maar, één zorg tetf opzichte van dein gewonden soldaat: Hoe knappen we het gauwst den kerel op, om hem weer naar, het front te zenden?Zoo' staan in et® Vuurlinie duizenden soldaten, wieii vinglarS o£ zelfs een oog ontbrekenMen ge neest u in den kortst mogelijken tijd in de hospitalen, maar de voeding laat daar ook al ontzettend veel t'a Wenschen' over. Boter en melk bijvoorbeeldwaren volkomen! on bekende artikolon in hot hospitaal, waar. ik verpleogd Werd. IWat zal 'de afrekening verschrikkelijk zijn voor hen, die dozen oorlog ontketend heb ben! Ik zei u al, dat ik den veldtocht Goor België meegemaakt heb. Welnu, ik w.il onder oedo VerkLaroa voor iedereen, niet alléén dat ikzelf nimmer! één franc- tireur gezien heb', maar zelfs nooit éen Duitsch soldaat of oen Duitsch officier heb' gesproken, <lie „er een gezien, had. Altijd wisten zo 't van anderen. Voor, onze offi cieren was het een stelregel geworden: „Dat is e(en burger, dus' is het een frano- tireur." Maar ho|® stelselmatig is die woede" tegien de Belgische franc-tireurs onder de Duitsehe soldaten aangekweekt geworden! Ik ken soldaten, die or nog altijd overtuigd van zijn, dat de Belgen' reels vóór den lsten Augustus 1914 franc-tireursbenden Vooruit gezonden hadden tot onder 'den rook van Aken!Met zulke aartsdomme legen den heeft onze rogeering bij voorbaat reeds hot leger opgehitst tot uitmoording van het ongelukkige België! Ik zei daar, dat de afrekening verschrik kelijk zal zijn voor de kroonprinsoiijke kliek, die deze ontzettende ramp over de wereld heeft gebracht. Daarbij denk ik nu in -de oerste plaats nog maar aan de rekening, dia haar voorgelegd zal worden door 't eigen volk. Nu de mannen bij millioenen onder militairen dwang staan, is 't nog een klei nigheid om de achtergebleven bevolking zoet ta houden met mitrailleurs, die in alle stelen klaar staan, voor 't geval van onlusten, maar laat de soldaten eens terug thuis zijn!Im „Hot .Volk" vertelt oen Neder lander, die zoo pas uit Duitschland! is ge komen, dat ook de meerderheidsleiders der sociaal-democratie worden gerekend tot hen, die opgeruimd moeton worden, en dat Schei- demann ©on der meest gehate lieden is. Niets is zoozeer waar. Laat de lui in Duitschland, maar weer eens vrij kunnen spreken, dan zult u zien, hoe bij tooVerslag de huidige „meerderheid." der sociaal-demo craten een onbeduidende „minderheid" zal geworden zijn. Het paspoort van al 'de mo.-r- derhaidsleiders is reeds geteekend. In den „Wahikreis", Solingen, waar Scheidemann Vandaan komt, hebben zjjn kiezers hem nu reeds Verzocht zijn mandaat nèer te leg gen, Liehknecht zal gewroken worden, eu goed ook! Qemengd Nieuws, Door vingerafdrukken. Eenigo weken geleden is te Hairlom inge broken in een kaaspakhuis aan de Nieuwe Groenmarkt .en een Haarlemrceroliefab'riek aan de Athoniestraat. Door de toen geno men vingerafdrukken heeft men de: daders opgespoord endezen -hebben ook be kend. Gisteren is te Amsterdam gearresteerd do dader van den bekenden diefstal van f6500 te Eindhoven. Op hem werd nog f 1000 gevonden; hij deelde mede, dat hij f 1000 aan zijn ouders hal gestuurd. De politie, te Eindhoven heeft zijn' overbren ging verzocht. Door een hof-auto aangere den. Gisteravond fo 7 uren werd nabij het Oranjepark, te Apeldoorn, eau per rij wiel huiswaarts koerend sohlldersknecht door een hof-auto overreden. Da geneesheer en dr. Hordijk en dr. Schouten verleenden de eer ste geneeskundige hulp. Per politie-brancard werd de ongelukkige' naar het ziekenhuis overgebracht, waar dr. Heins oen gebroken rib en inwendige kneuzing constateerde. Heb rijwiel was totaal vernield. Baldadigon hebben dezer da gen een groiotö verwoesting aangericht op de stoomboot „Meppel II", varende van Mep pol op 'Amsterdam. Het buffet geleek een «rare ruïne: gevulde en ledige flosschen, als mede talrijke glazen, waren in scherven ge slagen, terwijl verschillende voorwerpen, als waterketels bijv., overboord zijn geworpen. Klaarblijkelijk 'betrof een en ander een wraakoefening pan het adres van den ka pitein der stoomboot. Het is de politie te Meppel mogen ge lukken de 'daders tot bekentenis t3 brengen. Het zijn A: E., matroos, en A'. J., stoker, beiden te Meppel, en K. B., machinist, wo nende te Amsterdam, x allen beboerende tot' de bemanning-van genoemd vaartuig. In oen woning in de Ja- cob-Cats-straafc te 's-Gravenhage werd in het begin van Januari van dit jaar het lijk gevonden van zekeren V., die zich door op hanging van het leven zou hebben beroofd. Nu werd vóór eenigja dagen in het St.-Joris-Ga3thuis te Delft zekere vrouw K. ter verpleging opgenomen, die in haar over spannen toestand uitliet, dat deze Y. zich niet heeft opgehangen, maar vermoord is en door do moordenaars opgehangen. Thans, nu vrouw K. uit die inrichting is ontslagen, heeft zij den inspecteur van po litie Theunissen verklaard te hebben gezien, dat op Nieuwjaarsdag iu de woning Jacob- Cats-straat 55, drie beschonken personen, onder wie V., kwestie" hadden en "dat Y.- door de beide anderen werd mishandeld^ waarbij de éón hem een klap met een ge- emailleerden waterpot op het hoofd gaf en' de ander .V. een trap met den- hak van, zijn! schoen op 'de borst gaf, toen hij op den! grond lag. Stervende werd V. naar rijn kamer gelra- gen en niet levend meer gezien. Later werd de man hangende gevonden. In een .achter gelaten brief verklaarde hij zichzelven van' het leven te hebben beroofd. Niet onwaarschijnlijk is deze brief door, de moordenaars geschreven, om geen- ver-, denking op zich te Iaden en de polit-i op een dwaalspoor te brengen. Gistermiddag vergader dén do' stakers van „De »Sierkan", te 's-Gravenhage,; in liet gebouw „Concordia". Van de daar! gedane mededeelingen zij vermeld, dat door bemiddeling van den Leidschen Bestuurders- bond verhinderd werd, dat „werkwiHigen'- uit Leiden aan ,,De Sier kan" kwamen wer'-: ken en dat twee van de vorige week „afge vallen" stakers weer. met werken hebben' opgehouden ,en zicli aan het stakingsb'ureaü hebben aangemeld. De secretaris van den Transportarbeiders- bond hracht verslag uit van liet resultaat der nu afgeloopen onderhandelingen. J Da circa 250 aanwezige stakers besloten' de staking voort te zetten. De haringpakkers van' dé firma De Zeeuw eu Van Raait, te Vlaar- dingen, hebben het werk gestaakt, omdat de firma, in afwijking van: de voor Yla-ardin g-on vastgestelde loonregeling, weigerde de opbrengst van het haringvet geheel aan de pakkers te laten. Door dol buitengewoon' hooga prijzen van dit vet genoten je pak kers in den kaatsten tij«l zeer groote Ve-i^ diensten". Dinsdag 8 dezer brak brand uit in het nieuwe magazijn' van den heer! L. S. Bartels, Nieuwendrjlc 40, Amsterdam1- De oorzaak van dezen brand iwas onbekend1.' Da winkelier, had vóór het uitbreken Te^sl een rol linnen vermist, en later, na liet inventariseeren, bleek, dat nog herhaaldelijk! goederen uit den voorraad ontbraken, waar onder stoelen, gekleurde tijken, enz. De' politie stelde een onderzoek in onder het personeel, zonder resultaat, tot 'de heer B>. cenige dagen geleden bemerkte, dat eeni kartonnen ruit uit heb pakhuis Verwijderd was, waardoor een opening ontstond, di<3 het mogelijk maakte in den wankel te komen. De verdenking viel toen' op Sen stoffeerder^ wiens gedrag der polities aanleiding gaf hém' in arrest te nemen. Do winkelier meent, dat het niet onmogelijk is. dat de brand werd gesticht om te kunnen stelen. Het conflict aan dé Heml>rug. Men schrjjft uit het Zuiden aan. „"Het Yolk": Do maatregelen, naar alle waar schijnlijkheid door dé legerautoriteitén, met betrekking 'tot ééiï éVentueele staking aan 'dé Hembrug genomen, worden, voor. zoover liet de opgave'van werkkrachten voor die' in richting betreft, a-s d;enst beschouwd. Dat blijkt uit de plakkaten, waarvan 'dé inhoud luidt: "Wie één der onderstaan Ié ambachten uit oefenen, moet zich' spoedig op géven' aan den sergeant van den dag: Machine-bankwerkers, m'efca1 draaiers, mé- taalboorder3. metaalslijpers. instrumentma kers, gereed-schapmakers koper- en blik slagers. arbeiders in willekeurige fabrieken. Opgeven vóór Vrijdagmorgen 9 uren. FAILLISSEMENTEN. J. NagtegaaL, bakker to Nieuw-Holvoeb. G. van der Loen, aannemer, te Gestel. P. Overliese, magazijnbediende, te Am sterdam J. O. Wagenaar, meubelmaker, te Am sterdam. Do Handelsvennootschap onder de firma J. Keijzer, gevestigd te Amsterdam en liaar. individueel© leden E. C. M. Keyzer, H. L. M. Keyzor en M. Keyzer. Wat Duitsehe soldaten en deserteurs vertellen. De correspondent van liet „Alg. aan de oostgrens is veer eens op^onderzoek uitgegaan, hoe 't gesteld ia me smo larij. En in rijn eerste correspondentie geeft hij te kennen, dat op de plaats, dio Lij bezocht de plaats wordt niet ge noemd, waarschijnlijk om 'fc onmogelijk te maken om zekere personen, die bij inter viewde, te snappen 't met de smokkela rij vrijwel gedaan is. Op dit punt kvva/m hij ook in aanraking met Duitsehe grenswach ten bij de hekversperring en van hen ver nam hij een en ander over de stemming on der de soldaten en den toestand in Duitsch land, dat we hier willen meedeelen. Het onderhond mqÉ djo grenswacht. De correspondent vertelt dan „Onmiddellijk aohter die versperring za ten rondom een groote tafel eenige Dnit- eclhe grenswachters kaart te spelen. Een ander had de wacht en liep doodbe daard achter de versperring heen en weer. Nog een paar anderen leunden over het hok en koken ons vragend en onderzoekend aan. Yan het aanbod', om een Hollandscho sigaar te proeven, maakten allen gaarne on, dankbaar gebruik. We knoopten natuur lijk een gesprek aan en wel met oen hun ner, die do kenteokenen droeg van de uit werking der vijandelijke kogels. Ook aan '?t front go'woest? luidde onze eerste vraag. „O ja, sehen Sie mali" En de man wees op dc noodflotfcige uitwerking van een vij- andelijken kogel op een zijner voornaam ste zintuigen. In Noord-Frankrijk heb ik vier maanden in de derde loopgravonlinie gelegen. Hoe ver van den vijand! Drie honderd meter- Hoo groot is dan de af stand tussohen de voorste linies? Slechts 40 M. De voornaamste horigheid dier mannen in de eerste loopgraven? Gooien met hand granaten. Deze worden in oen soort bus gelegd en naar den vijand geslingerd. Tref fen ae vaak doel en hoe as do uitwerking dener granaten vroegen we verder. Al te doeltreffend, vervolgde deze spraakzame Duitsohe veertiger, ofro mo zelfs zijn naam en woonplaats medodeolde, zijn ze niet, maar hun uitwerking is verschrikkelijk en betrekkelijk veel vreeselijker dan die van groote granaten. Treft een handgranaat doel, dan riet men niet zelden hoofd en Ie- d'emaiten der ongelukkige slachtoffers de lucht iu vliegen. Vreoselijk, ontglipte ons. Ja wol verschrikkelijk, vervolgde de man, maar je moet. O, die oorlog is een ver schrikkelijk cBing. Ik dank den hemel, dat ik gewond ben. Nu ten minste geniet ik ruab. En ala u dan weer naar 't front moet? Dan ga 'k onmiddellijk do grens over, zei- do hij eenigszins fluisterend, zeker uit vrec3, dab zijn kameraden, dio nabij ston den, het zouden hooren. Ik heb er genoeg vah, net als zoovolen met mij, maar... men mag 't niet hardop zeggen. Wie deserteert, geef ik groot golijk on we laten zo clan ook maar zooveel mogelijk loopen. 't Is in die hel, daarginds, niet vol te houden. O, hoe veel duizenden en duizenden zouden de wijk uaar Holland nemen, als ze maar ge logen beid hadden. Maar vóór en achter staat voor ons de vijand aan heb front. Hoo staat het met heb eten? Aan liet front krijgt men redelijkerwijze voldoende, ma-ar overigens...? Wo zijn hier mot een veertigtal manschappen, maar we hebben in drie maanden nagenoeg geen vet gezien en vanmorgen kwam er berioht, dat 'het ^broodrantsoen andermaal voor ons vermin derd is. (Onder het gesprek hoorden we een anderen grenswachter oen Kollandsch measje smeek en, om een stuk Butterbrot. 't kind scheen dit eohter niet te durven hal len misschien wel uit vrees voor ons. Ja, ja, -vervolgde de man oen Noord-Duitscher vóór twee jaar riep hooi Duitschland „Wie mussen Krieg habe-n en thans on ze kindskinderen zulllen nog wee non over dc ellende, waarin Duitschland door dezen oorlog wordt en reeds ia gebracht. Of ik ge trouwd ben? Nog niet, maar als man en vader zou mijn hart misschien bersten van het loc-d, dat dan ook wellicht over mijn üü©4 Jld©If&afEsisst. Een Noorweogsch verhaal van B. BJOERNSON.) Heb dorpje Endregaardene is gelegen tus- echon eonzame, hoogo rotswanden, De bo dem, waar hot op is gebouwd, was hecht en vruchtbaar, hoewel hij vroeger, door een onverwachtscho wateruitstorting, neerbrui- sondo van do hooge bergen, in tweeën was gespleten; op eenigen afstand was dio berg stroom zichtbaar achter oen groep hutton. Men vertelde olkaar, dat over dezen stroom de man gekomen was, dio hot eerst begonnen was, het dal te ontginnen. Hij noemde rich Endro en de overlevering verhaalde, dat alle bewoners van het dorp zijn afstammelingen waren. Enkelen wisten te vertellen, dab die man in de bergen een wijkplaats had gezocht, omdat hij een mis daad had begaan, waardoor do bewonors van Endregaardene nog een zoo somber uiterlijk beeaten. Weer anderen weten heb zwartgallige karakter aan do nabijheid der rotswanden, wolko, eelfa als het St.-Jan was, de zon niet langer toelieten dan tot- vijf uren in den namiddag. Boven het dorp bevond zich oen adelaars- Jje3t, Hoog op oen voorultetekendcn rots- ook gelegen,. 'Allen namen hcü waar als 0 ad;olaar begon te broeden j doch nie- v* j .staa^ het nest to bereiken. En Jl ar hl^d do wacht> !*>™n rijn dorp, streek nu ou dau Deou om oen schaap of i 8 sells greep hij eons naar oen klem tand. dat door hem werd meegevoerd. Zoolang de adelaar boven het dorp troonde, bestond er geen veiligheid in heb dorp. Wol ging oen legende rond, dab vroeger, in oude tijden, tweo broeders er in waren geslaagd, tot hot ul- te geraken en het te verdolgon, maar, hoo hot zij, in do laatste jaren word er niemand gevonden, in staat, een zoo hoegen, gevaarlijken tocht tc ondernemen. Zoodra een paar dorpelingen elkaar ont moetten, spraken zij over het nest on ke ken bedenkelijk do lucht in. Men wist, na dab do Yogels dit laatsto jaar torug waren gekeerd, waar zij hun eieren hadden gelegd, hoo groot de schade was, die opnieuw be rokkend was, en wie tevergeefs bet laatst getracht had, het nest te bereiken. Do jeugd oefende zich met Haar lrindcrboc- nen in het beklauteren yan steile rotsen, in het beklimmen van hooge. boómon, in het zich omhoog trekken aan takken, oni.maar eenmaal het nest te kunnenbereiken en stop t-o zetten aan hot verhaal van dio twee broers, waar maar al tc veel ever gepraat werd In clon tijd, waarvan hier sprake ij^ heet te do vroolijkste rakker uit het dorp Leif. Hij waa geen afstammeling van Endre; daar voor was zijn haar to kroezig, waren zijn oogen te klein, to. vroolijk on maakte hij, waar hij zich vertoonde, teveel grapjes on mocht hij de meisjes to graag. Toen hij nog con kleino jongen was, ging hij er prat op dal- hij clegeen zgu zijn, dio het adelaarsnest zou bereiken, en ouderen van dagen zegden hem, dat hét hem mooier zou staan, minder le snoeven. Dit prikkoldo hem to meer en voordat hij eagenlijk nog in do vollo krachten van zijn jaren was, zwoer hij bij zichzelf don tocht te ondernemen. Op een helderen voorjaarsmorgoii, op een Zondag, zooals door eenige jongelieden was overeengeko men, zou de bestijging geschieden. Aan de voeten van de steile rots stond een menigte dorpsbewoners bijeen; de ouderen waren van mooning, liever niets te wagon, doch de jongeren daarontegon poperden van ongeduld. Leif luisterde alleen maar naar de sterksp reken de begeerto in zich. Hij wachtte nog slechts op het uitvlie gen van den arend. Toen, met éón sprong, hing hij aan een boomtak, eenige metei's boven den beganen grond. Boven den boom gaapte een bcrgspleob open, waar langs Leif omhoog klauterde. Onder zijn voeten rolden steenen zicli los; in een dof go- rommel sloegen zij, vermengd met' grint en aarde cm lei, neer, tussohen do toe schouwers, dio mot ingehouden a-dem ston den toe to kijken. Yan uit do verte alleen, waar de beide stroomen to zamen vTöeiden, klonk, in gedempt geluid, het ruischon der blanke schuimgolven op. Do rotswand vor- fcoondo zijn aldoor scherper wordende hoe ken, naarmate de jongeling hooger klom geruim on tijd hing hij alléén mot de Handen vast aan bet graniet, terwijl zijn voeten in bet ledige een rustpunt zochten, onmachtig om door één blik zich to helpen. Yele raenschen, w.o. vooral vrouwen, wendden hot hoofd, zeggende, dat 200 iets nooit door hem ondernomen zou zijn, waren zijn ouders in leven. Ten slotte vond Leif een houvast, zoodat hij weer moed scheen te vatten. Klauterend, met Handen of voe* ten, of mot alle vjier, wist hij toch hoo ger le komen, hoewel hij menigmaal eenige passen teruggloeddoch steeds vond hij te juister tijd een rustpunt door zijn groote handigheid. Zij, die beneden stouden, hoor den hun eigen adem. Een meisje, op eenigon afstand van do anderen, zittend op een rots, wa-s opgestaan. Sedert haar kinderjaren was zij „het meisje van Leif ofsohoon hij niet van hetzelfde ras was al3 de overige dorpelingen. Zij volgde ingespannen al zijn bewegingen, maar plotseling breidde zij haar armen uib en schreeuwde wanhopig; „Leif, Leif, waarom doe jo dat?" Do menschen schoten op haar toe. Haar vader wilde haar troosten; maar rij herken de hem niet. „Leif, Leif, kom ternj' Kom naar be nedon. Je weet toch, dat ik je zoo lief heb 1 Wat heb je er aan je leven te wagen Men zag, dat hij zich oven bedacht. Eén oogenblik wachtte rij, toen zag zij opnieuw hem verder klimmen. Zijn handen en voe ten schenen zekerder in hun bewegingen en geruimen tijd kwam hij zonder mis- stappen vooruit. Toch scheen hij vermoeid te zijnmon zag hem uitrusten. Op, dat oogonblik> alsof het een voorbodo van na derend onhiol was, rolde een kleine steen naar beneden. Allen volgden het ding, tot dat het op de aardo in rijn vaart was gestuit. Alleen het meisjel bleef omboog staren, haar handen kramp ach tig ineen ge wrongen.'..... Met zijn hand betastte Leif de rustpun ten. Maar eensklaps -r Het meisje zag heb duidelijk liet-de plaats, waaraan hij* rich vasthield, los. Mot een waanzinnige grijpbeweging sloeg hij naar links en naar rechte, maar alles liet los....*. Met rauwen klank stiet het meisje Leifs naam uit, die de ruimte indrong, opkelste tegen den rotswand on terugviel midden tusschen de zwijgende bergbewonors. Op eens volgde één gil van allen „Hij glijdt'*- en mannen en vrouwen strekten bun haal den uit, want inderdaad, hij gleed omlaag, mot zich sleurende voel' zand en steenen hij gleed elke minuut sneller en sneller. Do menschen keerden zich om en weldra hoorden zijn achtor zich «een geschuur, een gekraak langs den wand van de rots, alsof de aarde zich verschoof, terwijl een zwaar ding men zon zeggen een klomp voch tige aarde zwaar neerplofte. Toen zij den moed hadden om rich to zien, lag Leif met verbrijzelde ledematen, dicht bij hen onherkenbaar neergesmakt. Op do rote was het meisje in zwijm gevallen. Haar vader droeg haar weg. Do jeugd, die Leif or too Iiad aangezet, dit atouto 3tuk te wagon, durfde niet ter hulp» g»mcn. Niemand wensch te het lijk te zien. *eb waren nu de ouderen van dagen, dio rich met dit trieste werk belastten. Terwijl do alleroudste den ongelukkige omhoog- beurde. sprak hijs „Heb wa-s krankzinnigenwerk,'^ Toen voegde hij er aan toe, de oogen fen hemel heffend: „Maar het is rechtvaardig, dat er din gen zijn, zóó hoog, dat heb niet een iedcc gegeven is ze te kunnen bereiken.'- x

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 9