De Europeesche Oorlog. No. 17295. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 15 Juli. Tweede Blad. Anno 1916. Persoverzicht. Gemengd Nieuws, De voorlichtingscommissie 'voor den militairen genees- und'igen dienst. Prof. Hector reub, de samenstelling van deze commis- Bie besprekende in „DE TELEGRAAF", van oordeel, dat zij met geen andere be- oeling in het leven geroepen wordt dan pdat de Minister van Oorlog en zijn raads leden zich daarachter kunnen verschuilen, ij zal niets anders dan een officieel© was- en neus zijn. De taak van zulk een commissie zal een tweeledige moeten wezen. Zij zal hebben vast te stellen aan welke, bijzondere eischen militaire ziekenhuizen hebben te voldoen, naast de eischen, die aan ieder'goed ingericht ziekenhuis gesteld ogen worden. Is dit eenmaal vastgesteld, 'dan zal een nauwkeurig onderzoek van al 'de bestaande militaire ziekeninrichtingen hebben uit te maken in hoeverre, al dan iniet, aan die eisohen voldaan wordt, en, zoo neen, -op welke wijze daaraan voldaan al kunnen worden. Daarbij .zal dan reke- ining. te houden zijn met den tegenwoordi- jgen, abirormalen toestand zoowel als inet rden gewonen toestand van ons leger. Dit is het eerste gedeelte van de taak der com missie. Het tvseede gedeelte zal bestaan uit een Onderzoek naar den door de officieren van gezondheid te verrichten en verrichten ar beid. Dit zal niet kunnen geschieden alleen •door het nagaan van bestaande instruc ties, maar zal moeten geschieden vooral door uitvoerige verhooren van allerlei offi cieren, van gezondheid, van allerlei rang en it allerlei garnizoen. Is het nu mogelijk, is het denkbaar, dat een commissie, op bovengenoemde wijze sa mengesteld, die tweeledige taak naar be- hooren en objectief' zal volbrengen? Ik weiger tc geloovendat zelfs de Mi nister, die deze commissie zal benoemen, dit ook maar één oógenblik denkt of ge dacht heeft. In de geheele commissie zijn slechts drie leden aan te wijzen, die voor het aangedui- werk geschikt zijn, n.l. mej. Zuidema, adj.-directrice van een ziekenhuis is, en heeren Kuiper en v. Spanje, die aan "het 'oofd staan van een ziekenhuis. Voor het •overige zijn de commissieleden deels non- '.vaieurs, deels erger. De laatste kwalificatie past op den in specteur an den geneeskundigen dliensb der landmacht en op den kortelings afge streden chef van het Amsterdamsche hospi taal. Dat de eerste door een eventueele oommissie gehoord werd, zou volkomen in den haak zijn. Maar, dab men hem in de commissie benoemt, nu de aanleiding tot het ontstaan der commissie gelegen is in (al of niet gerechtvaardigde) klachten over ■lÉden dienst,- waarvan hij 't hoofd is, dat ja, daarvoor weet ik werkelijk geen woord te vinden, zonder grof te worden. En dat de tweede niet in de commissie behoort, is, zoo mogelijk nog duidelijker. Met welk recht noem ik nu de andere Commissieleden non-valeurs Voor den heer Ter Spill behoeft dit recht wel geen ver dediging. Ik wil gaarne gelooven, dat deze heer een behoorlijk Kamerlid is, on ik wil ook wel gelooven, dat er nog onnoozelén /in den lande zijn, die dit een voldoende aan beveling vinden voor alles en nog wat, maar het zijn dan toch ook alleen de onnoozelen, {'die dat doen. Als de Tweede Kamer zoet ingehouden moest worden, doordat er van [haar leden in de commissie benoemd wor pen, waarom dan den heer Ter Laan niet fgekozen, die met de klachten over den ge neeskundigen dienst in de Kamer voor den dag is gekomen en dus van de zaak ten minste eenige studie heeft gemaakt? De benoeming van den heer Scheurer is vermoedelijk aan dezelfde overwegingen te danken als die van den heer Ter Spill. Maar de heer Sch&hrer is toch geneesheer zegt men allioht, en verwijt, mij dan nooit tevreden te zijn. Inderdaad, de heer Scheu rer is zendeling-geneesheer in Indié ge weest en wat hij, als zoodanig, geleerd kan bobben omtrent inrichting van Europeesche hospitalen en van een Europeeschen ge neeskundigen dienst, rechtvaardigt evenmin zijn benoeming in deze commissie als zijn sporadische medisch-hygiënische uitingen in de Tweede Kamer. Met deze beide be noemingen zal de commissie een zeer be- denkelijk politiek bijsmaakje krijgen, en, .«oo ergens, dan kon hier de politiek opper best gemist worden. De opneming van een militair, niet-ge- neeskitndige, in de commissie, heb ik hoo- ren motiveeren met de opmerking, dat er zooveel malengers onder de soldaten zijn en dat een officier dit nog beter kan be- ^rdeelen dan zelfs een officiei: van ge zondheid Ik kan de waarde van dit argu ment niet voldoende beoordeelen en wil het derhalve voor vol aannemep. Maar dan had toch de keuze zeker niet moeten vallen op een gepensioneerden generaal-majoor, maar wel op een <Jer actief dienende hoofd-offi- cieren en dan liefst niet op een al te hoo- gen. Eindelijk, de voorzitter. Die ia genees kundige en oud-officier van gezondheid. Laat ik nu met mijn zeer persoonlijke cri- tiek niet te ver gaan en alleen dit zeggen, dat ik van hem nooit iets anders gehoord heb, dan dat hij, met zijn welbespraaktheid en zijn borst vol ridderorden, een uitne mende vertegenwoordiger is op internatio nale congressen. Punt. Uit. En dat zal een commissie zijn, die den geneeskundigen dienst zal reorganiseeren 'Als de Tweede Kamer dat' slikt, dan is zij itog minder waard dan zij zich in den laat- stcn tijd getoond heeft waard te _zijn. En d&t was al bedroevend weinig. De vereoniging van sigarenwin keliers te Zaandam, heeft besloten zich met een adres tot den Gemeenteraad te wen den met het verzoek maatregelen to willen hemen om den verkoop van sigaren en siga retten in café's en verloizaken na het slui tingsuur voor. do winkels tegen te gaan. TeBergeijk (N.-B r.) i s d e g e m e e n- tenachtwaker door de militaire wacht opge sloten, omdat h(j zijn identiteit niet kon be lwezen. Nog. vóór het einde van den nacht werd hij door tusschenkonist van den mili tairen commandant tor plaatse in vrijheid gesteld, waarbij de afgenomen revolver .werd teruggegeven. Gistermiddag zijn to St.-Ocden- rode de kapelmeester dér 'huzaren te Til burg, W. Diepenbeek, en de wachtmeester- muzikant De Goei, hjj het visschen verdron ken, doordat hun bootje omsloeg. Vrijwillige 9-u u r-s 1 u i t i n g in'Den Haag. Bijna alle winkeliers in manufac turen, dames- en kindercoufectie en aanver wante artikelen, alsmede verschillende bed- denmagazjjnen, in Eoekhorststraat, Koning straat, Vlamingstraat, Spujjstraat, Groot© Mark, Spui en omgeving, hebben voorloo- pig onderling besloten, ingaande 1 Aug. e.k., hun zaken te 9 uren 's avonds te sluiten (uitgezonderd Zaterdag). Blijkt hun deze maatregel te bevallen, dan zou dit wellicht, zoo meldt „Het Vad.", een aansporing zijn, met kracht pogingen te doen, een geregelde 9-uur-sIniting te verkrijgen. De matrozenrelletjes te'Soera- baja. Gistermorgen arriveerde te Hoek- van-Holland het stoomschip „Rindjani", van den Rotterdamschen Lloyd, met aan boord de 47 matrozen, die in verband met de ma trozen-relletjes te Soerabaja' ter beschikking Van den Minister van Marine worden gesteld. De loodsboot kwam langszij van de „Rind jani" en nam de mannen over. Per loodsboot zijn zij naar Hellevoetsluis gebracht. De begeleiders der matrozen, do luitenant ter zee 1ste klasse Haantjes, één sergeant- majoor der marine, één sergeant-torpedist en vier korporaals, stoomden mee tot Rot terdam, alwaar de „Rindjani" te 10 uren in den morgen aankwam. Wij waren in de gelegenheid na aankomst der „Rindjani" nadere bijzonderheden van de reis en de relletjes zelve te vernemen, zegt „De Tel." Het voorspel had eigenlijk plaats te Batavia, waar de matrozen o,p den voor avond van een zeilwedstrijd der officieren, de sloepen lieten zinken. Te Soerabaja heerschte reeds lang onte vredenheid over defl toestand der militaire hospitalen. Het eten was er zoer slecht, de ligging liet alles te wenschen over en klagen hielp niet. Daarom besloot men een demonstratie op touw te zetten. Opj 7 Mei had te' Soerabaja de bekende optoóht plaats, waaraan 4Ó0 Si 500 matrozen deelnamen. In den stoet droeg men vaandels mee met op schriften, zooals: „Wij' willen zindelijk' eten." „Op naar hot hospitaal." De rest van de geschiedenis is hekend. De politie trachtte den stoet tegen te hou den, waarop een handgemeen volgde. Ben aantal matrozen bleef weg van boord, doek patrouilleerende politie slaagde er in de achterblijvers te arresteeren. AIS eerste ge volg der relletjes werden 14 matrozen gear resteerd en opgesloten in de gevangenis. Van de verschillende oorlogsschepen zoo als: „De Zeven Provinciën", de „Tromp' en de „Koningin-Regentes", haalde men de ma trozen van boord, die er van verdacht wer den, dat zij de demonstratie op touw liadden gezet. Ook tie bestuursleden van den Bond van Minder Marinepersoneel, de matrozen Van Nus, Van der Aar en Luca, haalde men van boord. Ten slotte waren er zeven en veertig matrozen bijeen, die de marine-auto riteiten voor de aanstokers hielden. Zjj wef- den op 15 Mei opgesloten in de marine kazerne te Soerabaja en tot 14 dagen pr©- voost veroordeeld. Reeds den volgenden dag werden zij aan boord van de „Rindjani" ge bracht, waar men hun mededeelde, dat zjj naar Holland terug Werden gebracht, om ter beschikking van den Minister van Ma rine te worden gesteld. Alle onderscheidin gen, zooals certificaten van goed gedrag en anderen, werden hun afgenomen. Hun ontslag is in uitzicht gesteld. Aan boord was het gewone matrozen-ruim, dat steeds voor troepenvervoer word gebezigd, voor hen in gereedheid gebracht. Hun leven aan boord was draagljjk. Het eten was zelfe zeer goed. Zij hadden dezelfde vrijheid van bewegen, die andere repatrieerende militai ren wérden toegestaan. Alleen was het hun verboden van boord te gaan, wanneer de „Rindjani" in een havenplaats kwam. Nader wordt nog'gemeld: Aanvankelijk waren do matrozen van plan te trachten in Batavia aan den wal te ko men, doch aan dat voornemen werd geen gevolg gegeven. Herhaaldelijk hebben do mannen aan boord, onder leiding van de bestuursleden van hun hond, vergadering belegd, om te: bespreken wat men na; aankomst in Neder land zou doen. De laatste vergadering had gisteravond nog plaats. Het was den mannen bekend,; dat zij te Hoek-van-Hollaud op de loodsboot over moesten gaan. In de verga dering werd nu het plan overwogen aan boord te blijven en te trachten mede te varen tot Rotterdam. Dan kon men daaij onmiddellijk een demonstratie op touw zetten. Meer dan de helft der mannen was daar tegen. Terecht meende men, dat het dan nog langer zou duren voor itfen vrij van straf zou zijn. I j In de aan boord gehouden bijeenkomsten' werd vaak besproken hoe men protesteeren kon 'tegen het feit. dat men zonder middel van bestaan hals-over-kop uit den dienst gejaagd zon worden. Gisteravond werd met algemeens stemmen besloten te Amsterdam of Rotterdam' eön protestmeeting op tonw te zetten, waafan ds klachten' van marinepersoneel in t publiek- behandeld zullen worden. Tevens werdea strooibiljetten opgesteld, waarin geprotes teerd werd togen het plotselinge ontslag,- 'dat vermoedelijk wel volgen zal. Het over gaan op 'de loodsboot had kalm en zonder incidenten plaats. Ongeveer ne gentig percent der. Werklieden, die bij het confliot aan de Ned. Scheepsbouw-Maatschappij te Amsterdam be trokken waren, zijn gistermorgen aan het werk getogen. Veertig .werklieden ontbraken, hetzij we gens zielrte, hetzij doordat zjj tijdelijk ander werk' hadden gevonden. Maandag zal het be drijf weer geheel normaal zijo. De toeloop geschiedde gistermorgen ordelijk: vanwege de vrije organisaties werd hier en daar even het woord gevoerd. Hoog wat er. Men schrijft uit Noord-Brabant aan „De Tijd": In geen menschenheugenis is het gebeurd, dat het water in sommige streken van Noord- Brabant in Juli zóó hoog heeft gestaan en zooveel schade heeft berokkend als dit jaar. In de omstreken van Uden zagon wij de haver zóó door het water bedolven, dat slechts do aren boyen de oppervlakte zicht baar zjjn. Heele zwermen wilde eenden zagen wij rondzwemmen, waar andere jaren welige weilanden hun malsch gras aan het oog ver- toonen. De hooioogst heeft een droeven tijd be leefd, en wat er op hoogere weilanden nog droog staat, kan vanwege het hooge water niet worden binnengehaald. Een zeventigjarige landman vertelde ons, dat dit de tweede maai was in zjjn heelè leven, dat het water, in "dit seizoen zoo hoog was en zooveef last en schade veroorzaakte. In den laatsten tijd kwam aan het licht, dat verschillende diefstallen van militaire goederen plaats vonden. De politie te Bergen-op-Zoom, hield een oogje in het zeil en wist dezer dagen haar slag te slaan, zoodat gisteren de opkooper H. aldaar, zoo mede twee militaire wielrijders, te Roosen daal in Strest zijn gesteld. De twee militairen hebben een volledige bekentenis afgelegd. De opkooper zegt niet te hebben geweten, dat de goéderen, door hem gekocht, van diefstal afkomstig waren. Het onderzoek duurt nog voort en is pit den aard zeer moeilijk; toch is nu reeds be slag gelegd op ..honderden stuks militaire hemden, w.o. uitgifte 1916, zoodat spoedig nog wel meer licht in deze mak zal komen. "Het verslag omtrent do expfoi- 'tahe der Visschershaven over 1915 vermeldt, omtrent de haringvisscherij, ha vendiepte, enz. dat, hoewol de vangsten riet buitengewoon groot waren, de visscherij een meer dan schitterend resultaat gaf, doordat de prijzen drie- en viermaal zoo hbog waren als in nor male tijden. Gaf in gewone omstandigheden een besomming van f 14.000 reden tot groo- te tevredenheid, thans sprak men van een be somming van f 20.000 als van een minderi gunstige teelt-, daar men vergelijkingen ging maken met besommingen van f30.000 en f50.000, die als vrij normaal goldeo, terwijl vele schepen nog veel hoogere besommingen hoekten. Het jaar 1915 zal dan ook in de annalen van Scheveningen bekend zijn, als een goud jaar, waarvan vrijwel de geheele Schevening- sche bevolking geprofiteerd heelt. Naar „Het Volk" verneemt, heeft ten Stadhuize te Amsterdam een conferentie plaats gevonden tusschen de gemeentebe sturen van Amsterdam en Zaandam, ten ein de de mogelijkheid te overwegen om tot een heid in de haventarieven, den prijs van han- delsterreineo, enz. te komen en pldus geen concurrentie tusschen de beide havens te doen plaats vinden. Provinciale Staten van Zuld-ftolland. Menrins van lerensmiddeleu* Nadat aart God. Staten was gebleken, dat de regeling va« deze a-angolegenheid van Rijksweg© nog wel eenigen tijd -op zioh zou laten w&ohten, hebben zij do zaak mode tor hand genomen. Zij zijn aangevangen mêt zich op de hoogte te stellen van den toe stand met betrekking tot dit onderwierp in do verschil Ion de gemeenten. Onder toe zending van dit materiaal hebben zij aan den inspecteur der volksgezondheid, dr. L. E. Goester, die in deze zaak de raadsman geweest is .van hun ambtgenoot en in de noordelijke provincie en die met ingang van 1 Mei j.l. van Zwolle naar 's-Gravenhage is overgeplaatst, kort na dien datum ver zocht, hun omtrent een regeling van do keuring-van levensmiddelen, waarbij zoo mogelijk aansluiting aan de bestaande -ge meentelijke keuringsdiensten zou moeten worden gezooht, zijn beschouwingen en voorstellen te willen doen toekomen. Ged. Staten verzoeken dus in dezen foor diligent te wordlen gehouden. Ontsierende reclame. Nadat den lsten Januari 1916 de termijn verstreken was, binnen welken krachtens do overgangsbepaling der ReoLameverorde- ning het verbod van art. 1 dier verordening niet van toepassing was op de op 1 Sep tember 1913 aanwezige reolames, waarvan aangifte was gedaan, hebben Ged. Staten de aandacht der gemeentebesturen er op gevestigd, dat thans geen andore onder de verordening vallende reclames aanwezig mogen zijn dan dio (zeer enkele), waarvoor oen vergunning verleend en nog van kracht is. In verband daarmede werden burge meesters en wethouders uitgenoodigd, een nauwgezette' toepassing der Reclame-veror dening wel te willen helpen bevorderen. Ged. Staten zullen het denkbeeld over wegen om vanwege 'het provinciaal' bestuur langs de' hoofdroutes een stelselmatig on derzoek te doen bistellen naar de aanwe zigheid van reclames, waarvoor door hen geen vergunning is verleend. Inmiddels treden zg ook thans reeds, zoö dikwijls hun van heft bestaan vfcte met de veroiTcfemng in strijd zijnd© reclames daartegen op* üo9pitaal-Soldalcn voor Verdun. Georg Queri schrijft uit het groot© hoofdkwartier in het westen aan het „Ber liner Tageblatt" Toen heb gevecht voorbij was, lagen in de steengroeve alleen dooden en gewonden. Aanvallers en verdedigers hadden buiten de groeve dekking gezocht. De artillerie schoot matig door en enkele mitrailleurs strooiden nog over do groeve. Doch alleen aan de kanten, waar zij zochten naar de laatste resten van de aanvallers. Het reserve-regiment had den dag tevo ren een nieuwen luitenant gekregen. Hij kwam in deze hel, om dadelijk door haar verslonden te worden. Nu lag hij in de steengroeve voor een boschje, waarheen hij zioh gesleept had- Een handgranaat had hem zwaar gewond en zijn krachten waren nii uitgeput. Een paar van zijn mannen kro pen voorzichtig door de steenhoopeai, het lichaam dicht tegen den grond en zagen hem liggen. Maar het was onmogelijk den officier t© halen. Twintig meter achter den gewonde lag cSe vijand en al was deze even moe als de aanvaller, hij lag toch op de loer en zou schieten, zoodra "iemand na derde. Overdag ging het niet, 's nachts moest hij gehaald worden. De hospitaalsoldaten onderzochten het terrein nauwkeurig en zeiden, dat zij het zouden wagen. Maar cle officier lag reeds oen halven dag en de kans was groot, dab hij tetanus zou krijgen. In de eerste uren van de duisternis zou de vijand wel sterk vuren op de toegangs wegen. Tegen middernacht kon het kalmer worden. Zou het dan echter niet te laat zijn De Westfalera hadden er een bij den ge zondheidsdienst, een zwak, kereltje, een beetje korzelig, maar vlijtig. Hij zag er niet uit of hij in aanmerking kwam voor heldendaden. Zij vonden het al heel aardig van hem, dat hij naar voren kroop om den luitenant te zien. „"Wij moeten", zei hij, „heel vlug hem een serum-inspuiting geven, anders krijgt hij tetanus. „Kruip dan naar hem toe." „Ja, ik zal naar hem toe kruipen." De weg was niet ver, maar verschrikke lijk. De vijand loerde in het ravijn. Zijn veldartillerie vuurde nog steeds. Nu hing weer gordijnvuur over de noordelijke hel ling. De enne granaat voor, de andere na, viel in het brokkelige steen, dat naar alle kanten splinters strooide. Maar nu kon men er misschien door komen. De Fransohen aan den rand van 't bosch zouden toch naar het succes van hun artillerie kijken. En de kleine kerel kroop en kroop. Van de noordelijke helling van de steen groeve brokkelden stukken af en vielen in de diepte. Beneden schreeuwden de gewon den. Nu was de kleine hospifcaalsoldaat bij het bcschje en knielde. Zij konden hem niet zien. „Luitenant", zei hij, „wij moeten- u een inspuiting geven." Hij spoot hem het serum in en kroop te rug. In den nacht haalden zij den gewonde. De compagnie was blij, <len aanstaanden nacht afgelost te worden. Het léven in de steengroeve was hard. Men had eiken dag verliezen door het onophoudelijke vuur van de vijandelijke veldbatterijeiL Dooden waren er gelukkig heel weinig. Maar voor de loop graaf lag pen dappere man In de laatste slaap. De kogel had hem getroffen bij den eersten sprong en hem gedood. Men kon hem niet halen. Een poging zou bij dag waanzin zijo en 's nachts vuur den de vijandelijke geweren in korte tus- schenpoozen, zoodat men geen paar minuten tijd had. Het drukte hen hem te moeten laten lig gen. Men had de andere dooden van de com pagnie kunnen halen. Ieder een graf en elk graf een kruisje. De arme kerel zou echter blijven liggen en in ontbinding overgaan. De granaten zouden hem vinden en verminken Een andere compagnie zou komen, zou hem zien en hem niet kennen. Misschien zouden zij zich' verbazen, dat men hem had laten liggen. Wat was dat voor een compagnie? Had. hjj in het geheel geen vrienden? Of was men zoo bang voor het vuur: wat was dat voor een compagnie, die niet eens in den nacht En in dezen nacht zouden zij afgelost worden. God zij dank, afgelost. Twee hos pitaalsoldaten spraken af de kameraad wordt gehaald. Zij kropen vooruit. Een granaat huilde en sloeg in.. Een van de twee gaf een schreeuw en liet de voeten van den doode valleu, die hjj gedragen had. De an dere legde den "doode weer neer, greep met ae reen ter nana Tfón gewonae en met de linker den doode. Hij sleepte beiden naar een loopgraaf. In den nacht ging de compagnie naar de reservestelling en begroef naast den: eenen kameraad den anderen, den hospi taalsoldaat. In Samogneux hadden de Franschen een groote schuilplaats gegraven in den heuvel rug, een vierhoekig hol, waarin een sterke compa'gnie zittend plaats kon vinden. Maar een Duitsche 21-cen(im;ter granaat viel steil op den rug, boorde er zich diep, iïF en begroef bij het ontploffen een gedeelte van de schuilplaats met zware zand massa's. De artillerie zweeg hierop en de Westfaal- Sche infanterie bestormde; het dorp. Zij moest nog verder voonvanrts en liet alleen een veldwaicht achter. Een man van de afdee- Hng kwam 's middags bij den dokter en ver- teldö h'era, dat er iemand begraven moest liggen onder het puin in de' gangen van de helling. Men hoorde geroep van onder den grond. Men verstond het wel niet, maar (laar was toch' een Franschman in nood. De dokter kwam. Het niet beschadigde gedeelte van de Sc'lruilplalats leek' ook niet veilig. De aarde brokkelde van de' 'helling en kwam vaak in groote golvon neer. De mannen schepte^ voorzichtig, trachten een 'dam te bouwen, maan er was niet voldoende materiaal bij de hand. „Qui voila?" „Ayez pitié! Sauvez moiP „Ayez patience." „Sauvez,' sauvez! II y a dioux, qui sont go- se velis!" „Calme toi, on viendra vous sauver." 1 Zij wisselden elkaar bij 't graven af. Mep' moest er op letten of niet een stuk van de! helling omlaag kwam. Het kostte den dok ter moeite den mannen te zeggen, dat zij eigenlijk hun Teven "niet zoo op het spel mochten zetten. Maar zij groeven verder. Het werk ging heel langzaam in de bewe gelijke aarde. Eén van de twee onder den grond schreeuwde nog steeds. De andere scheen' zjjn bezinning verloren te hebben. Misschien was hij al dood. Maar de andere: „Ayez pitié! Pour m.es eniants, sauvez moi! „Een familievader," zei de dokter^ tot de' mannen. „Ik wil zien, of ik nog niet eeö paar man kan halen. Calme toi! Je vais cher- cher du secours!" Het wilde niet Vlotten met het werk. Zwaro natte kluiten rolden steeds na. Wanneer men twee schoppen vol had uitgegraven, vielen er twintig achterna. De mannen wa ren in ernstig gevaar bij hun reddingswerk!. Men had geen materiaal om te stutten. Zo<x kon men "het niet verder doen. En wa3r van daan moest men 'de mannen halen voor üe' aflossing en het helpen? Wie wilde zich! wagen "door het gordrjuvuur, dat juist voor. Samogneux: lag? Zij werden moe. Zij moesten een kame-' raad uitgraven, die tob het middel in den; grond zakte. En toen kwam het bevel: af- marclieeren! Bevel. Zij moesten gaan. Zij vroegen de wacht, die hen alios te, de beide arme kerels te redden. Maar zij moesten voorzichtig zijn bij dit werk. Den anderen dagT kwamen zij in Samog neux terug. Zij gingen naar de helling. Er was bijna niets meer van' de schuilplaat! te" zien. Een groot stuk van de helling had haar toegedekt. De arme kerel schreeuwde niet meer. Dc „U 35." De. ,,U 35", de Duifcscho duikboot, dia naar Cartagena is geweest, en waarvan do terugkeer van Duitsche zijde is gemeld moefc volgens den Marseillaanschcn correspon dent der „Daily Mail" zwaar beschadigd zijn. De „Alsace", van de „Transports Ma- ritïmes", is in de MiddeUandschc Zee door de „U 35" nagezet en heeft op de duikboot gevuurd. Het eerste het beste schot was raak. De „Alsace" zette haar reis naar Mar seille voort en kwam daar behouden aan. Duitsche spionnage in Zwitserland. Nauwelijks heeft het Zwitsersohe ge rechtshof Hermann Biehrmann, directeur van het officieele inliohtingsbureau te Bern en zijn medeplichtige veroordeeld wegens spion trage, of men verneemt, dat de Zwit sersohe politie te L-ocarno een nieuwe orga nisatie van Duitsohe spionnen heeft ont dekt. Zij trachten jongelingen, in Tessun-c bot desertie te bewegen. Dit bureau gaf zich uit als een agontuurxaak en had betrek- kingen aangeknoopt tot in het hart van Italië. De politie arresteerde de uit Tessino go- boorfcigen, die sinds enkele jaren in Lo carno wonen. Het onderzoek wordt door de militaire autoriteiten geleid. Een Eugelseli© hulde aan Iinmeluianu. j De „Münoli. Neuesten Naohr." vertelt J van een Engelsche hulde aan ImmelmaniL Op 30 Juni heeft een En&clsoh vliegtuig aan het westelijk front een hermetisch go- sloten blikken doos laten vallen. Er waa oen krans "van verscho bloemen in met een zwart lint en een in 't Engelsoh gestelde brief, van dezen inhoud: „Neergeworpen op 30 Juni 1916, boven het kasteel F. Yoor eersbc-luitenant Imraclmann, gestorven in het gevecht van 18 Juni. Tot aandenken" aan een dapper cn ridderlijk'tegenstander van heb vechteskader." De Belgische socialisten. De vereeniging dhr in Frankrijk verblij vende Belgische socialisten, hield onlangs een vergadering, waarin de volgende reso lutie werd genomen „De leden verklaren zich tegen elk vre desverdrag dat niet de volledig© staatkun dige, eoonomisohe en militaire vrijheid van. België zou erkennen verwerpen elk denk beeld van inlijving en protesteeren tegen het streven daarnaar, uitgaande van eonigo onverantwoordelijke personen „Zij brengen do betuiging van hun be wondering aau de heldhaftige strijders in de loopgraven van de Yser, aan do werkers in dc oorlogsfabrieken, a-an de in België ge bleven arbeiders, die hun fierheid weten 1© bewaren tegenover den overweldiger „Zij eischeneerbied voor dc gewetens vrijheid in het legerrechtskundigen bij stand van beklaagden voor de krijgsraden de onmiddellijke oprichting van een natio naal fonds, belast met de uitkeering, in bil lijkheid en waardigheid, van een lijfrenta of een beslag, tot een voldoend bedrag om van te leven, aan de weduwen en weezon van soldaten, aan wegens verminking, ver wonding of ziekte ontslagen soldaten, aan vrouwen en kinderen- van so kitten." Desertie bij Oostenrijkers en Bulgaren. Roemenië wordt in den laatsten tijd over stroomd met deserteurs. Vooral Bulgaren in het Bulgaarsche leger is 't toch niet org gunstig gesteld, naar men weet zoeken er een veilig heenkomen. Maar'ook Oostenrijkers en Hongaren gaan er in groo ten getale vandoor. Zoo o.a. manschappen! van de monitors, die den diens b op deni Donau waarnemen. Op het oogenblik moe ten er reeds 9000 Bnlgaarsche, Oosten- rijksche en Hongaarsche deserteurs zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 9