Brieven uit Parijs.
Gemengd Nieuws,
Tweede Kamer.
Vragen en Antwoordea
(V.an onzen Parijsclien Briefschrijver.)
(Nadruk verboden.)
We hebbeji het dan tóch zoo ver gebracht,
ook hi.r den „zomertijd" te krijgen, vóór
het winter werd. Op .Woensdagavond 14
Juni, om 11 uur, draaiden de
wijzers van allo Parijsche klokken op
12. „Alle" is misschien overdreven, maar
officieel waren ze het allemaal. In werke
lijkheid schijnt o. a. de klok van het Paleis
van Justitie tot den volgenden middag' te
zijn achtergebleven. Hetgeen een Parrjsch
journalist deed opmerken, dat ze" in dat
gebouw niet voor den eersten keer wat
achterlik waren.
De verstandige menschen zijn dus op 14
Juni vroeg naar bed gegaan ik laat wijse
lijk in het midden, hoe laat ik zelf ben
gaan slapen en anderen hebben het
noodig geoordeeld dien avond naar schouw
burg, tingeltangel of cinéma te gaan. Dit
ia niet mecr-dan-gewoon dom, wanneer we
hoor en, dat er zelfs onder, deze schouw
burgbezoekers waren, die in de banlïeue
'de voorstadjes van Parijs wonen, en die
ont 12 uur doodkalm aan het station kwa
men aanzetten, om daar, te vernemen, dat
hun trein - de laatste, wel te verstaan,
van' den avond een uur vroeger vertrok
ken was. Wel was dit alles door alle kranten
haarfijn van te voren verteld, maar je kunt
ook niet overal op letten, nietwaar? Zoo
dat de leepe forenzen mopperend een hotel
in Parijs konden gaan opzoeken.
Hoe zich over deze domheid: te verbazen,
wanneer we dagelijks de ergste staaltjes van
domme onoplettendheid vóór ons zien? Het
is alleen al curieus, eens in de Parijsche
straten de menschen te observeeren, die
oversteken naar, het andere trottoir. Er zijn
er, die bij die gelegenheid altijd hollen.
Zonder zich er rekenschap van te. geven,
dat er, 500 M. ver geen rijtuig te zien is,
steken ze in angstigen looppas de straat
over en slaken een zucht van verlichting,
als ze heelhuids aan den overkant zijn be
land. Anderen zijn precies de tegenstelling.
Op een oogenblik, dat van alle kanten trams
en auto's in vollen vaart naderen, steken
zc, zonder in het minst op iets te' letten,
de straat over. Hoe ze levend op het andere
trottoir komen is een raadsel, en hoe er
in de groote steden niet tienmaal meer önj
gelukken gebeuren, is iets dat we ons
hoofdschuddend afvragen, telkens als we
deze' staaltjes vam aan-ontoerekenbaarheid-
grenzende domheid zien. Op gevaar af, al
m'n lezeressen en alle feministen tegen me
in 'fc harnas te jagen, waaigl ik het te con-
stateeren, dat tachtig percent van deze han
dige straat-overstekers in rokken gekleed
gaan.
Enfin, we hebben dus ons uur daglicht
meer, dat m'n lezers al verscheidene weken
genieten. Gegeven, dat we hier den Green
wich-tijd hadden, zijn we weer op onze nor
male twintig minuten verschil met Amster
dam! gekomen, en 's avonds om halftien zien
we met welgevallen, dat er nog daglicht aan
den hemel is. En de poilus beweren, dat
de aanstaande overwinning een uur ver
vroegd is
i
- i i
Eén van deze dapperen, die de zegepraal,
waarvan een gedeelte hun werk is, niet
meer zullen zien, is onze landgenoot, de
heer Jules Hedeman.
Ik zeg „onze landgenoot", maar juister
zou zijn „ex-landgenoot", want de heef He
deman had zich, al jaren geleden, laten
naturaliseeren, en diende sedert liet begin
van de mobilisatie z'n nieuwe vaderland. In
de ontzettende gevechten ten noorden \van
Verdun is de vaandrig sous-lieutenant
porte-drapeau Jules Hedeman op het
veld van eer gevallen^
Onze eminente landgenoot ik ga dóór,
het „ex"- weg te laten, omdat ik van
meening ben, dat een Hollander altijd Hol
lander blijft, evenals een Franschman altijd
Franschman, al beweert een officieel pa
piertje, dat hij z'n nationaliteit veranderd
heeft was sedert lange jaren medewer
ker van de „Matin". De meeningen mogen
uiteen loopen en misschien niet ééns!
over liet al-of-niet sympathiek zijn van
dit boulevard-blad; een feit is, dat het één
van de machtigste kranten van Parijs, en
vermoedelijk van de wereld is. En om aan
zulk een wereklblad hoofdredacteur van.dé
afdeeling „buitenland" te worden direc
teur des services de l'étranger moet je
iets méér, in je mars hebben, dan zelfs
gemiddeld-intelligente exemplaren van 'het
menschenras. Want al is de „chance", het
bloote toevafs-geluk, een groote factor in
het leven, zonder een beetje eigen intelli
gentie en werkkracht kom je toch maar piet
zoo dadelijk in een eerste-klas-positie. En
de heer Jules Hedeman was in Pafijs
ik overdrijf niet een invloedrijke per
soonlijkheid!
Hjj was voorheen correspondent te Lon
den van het groote Parijsche blad. Als ier,:
hetzelfde in welk uithoekje van de wereld,
iets gewichtigs gebeurde, ging de Heer He^
deman er voor den „Matin" naar toe, en
z'n uitvoerige telegrammen, bij ernstige bui-
tcnlandsche aangelegenheden, waren aanwij
zingen van beteekenis, waren renseignemen-
*ten, waarvan do competentie" in de wereld-
journalistiek telde. Kort nadat hij, een 'dag
vroeger dan alle andere pers-collega's, de
Rus?sch-Japansche vredesvoorwaarden uit
Amerika aan z'n blad had kunnen kabelen,-
erkende de Fransohé regeering zijn ver
diensten. door hem tot ridder te maken in
het Legioen van Eer, waarvan hij, éenigé
jaren later, liet officierskruis kreeg. Sedert
1902 was hij verbonden aan den „Matin".
Hij is gesneuveld in den ouderdom van '45
jaar.
Ik heb, bij verschillende gelegenheden,
persoonlijk de groote bereidwilligheid1 pml
van 'dienst te zrjn. de vriendelijke welwillend
heid van onzen begaafden landgenoot kun
nen apprécieeren. En, zonder de zaken SI
te óverdreven te willen voorstellen: het zou
wel eens een gemis kunnen Rijken, bij
eventueele' gelegenheid, 'dat deze vriend van
ons land z'n stem' niet meer kan laten hoo-
ren in een van de voornaamste" Fransche
bladen.
Ik laat het mooie Fiansohe zinnetje" on
vertaald. waarmede „Lqj Victoire", h'et blad
van G us [ave Hervé, onZen gevallen' land
genoot huldigt:
-„Né Hollandais. Hedeman await pens'ó
'donner une consécration h seö lettres de
naturalisation: II vient 'dé leö sign'er 'de
son sang''. l 1
En de familie van den dappere' vinde hier
de betuiging van mijn oprechte deelneming.
CABOCHON'.
Van de t.w.Oe tl© Bji 1|land-B?abihi
dooclgevonden schildwachten. Do corres
pondent to Vlieringen van „De Tel'' meldt
hieromtrent nog:
Men kent het ongeval te Rilland, op
Zuid-Beveland, dat aan twee soldaten het
leven kostte. Daar allerlei geruchten ovor
hot gebeurde de rondo deden, begaven wij
ons nogmaals ter plaatse, tien einde te
trachten do waarheid te weten te komen.
Woensdagavond ongeveer 9 uren gingen
twee soldaten, Bonnet, van Heiden, en
Boel, van Streefkerk, welgemoed schert
sen do en lachend roet een korporaal op
nost aan den spoordam, die Beveland met
iVoord-Bna-bant verbindt. Ongeveer een uur
lafér viel een schot, dan nog oen. De
plaats is daar eenzaam en verderaf schonk
men geen aandacht aan het knallen van
een geweer. Kwart over tienen kwam een
fietser uit de richting Wöensdrecht voor
bij de plaats. Hij zag twee soldaten op dien
grond liggen in vreemde houding, stapte
af, en bemerkte, dat beiden dood waren.
Onmiddellijk werd naar Rilland-station ge
seind. Overheden gingen naar den spoor
dam en wat later werden de lijken naar
het dorp gebracht.
Daar het drama dicht bij de eenzame
slikken der Schelde gebeurd was, ontstond
wol dra in de verbeelding van het volk een
smokkelaarsdrama. Door het onderzoek
der wonden en uit de ligging van het lijk
en andere omstandigheden stelt men rich
echter het gebeurde als volgt voor.
Beide soldaten zijn aan 't stoeien ge
gaan zij begonnen met do bajonet te scher
men. Toen ging het. geweer van Bonnet
af en werd Boel in den hals getroffen. D"e
kogel doorboorde dit lichaamsdeel. Boel
viel dood neer. Waanzinnig van schrik en
wanhoop heeft Bonnet dan de bajonet van
zijn geweer getrokken, dit laatste met den
loop tegen zijn voorhoofd gezet en met be
hulp van de bajonet den haan overgehaald1.
Zijn schedel was uiteengesprongen. Boel
bezat nog afzijn patronen, maar in een der
ta&sch en van Bonnet werden er twee ver
mist. Het geweer van Boel lag in zoo'n
positie, dat men aan een schermoefening1
denken moet. De «bajonet was van Bonnet's
geweer en lag bij het lijk. Van twist kan
geen sprake zijn. De arme jongens waren
beste vrienden, gingen altijd met elkaar
om en stonden zoowel in hun woonplaats
alk compagnie als zeer oppassend beleend.
Beiden waren ongeveer 23 jaar en behoor
den tot do eerste lichting landstorm en
dienden een negental maanden. Bonnet was
een handwerksman, rijn makker was een
boerenzoon, wiens vader ziekelijk is, zoodot
de jongen de volgende maand zakenverlof
wilde vragen, om op de hoeve behulpzaam
te zijn.
Toen wij te Rilland aankwamen, lagen
de lijken nog in het doodenhuisje. Zij wa
ren nog in uniform en in ctenzelfden toe
sband, als bij de ontdekking. Alleen had
men Bonnet's hoofd met een doek omwon
den vanwege de vreeselnjke verminking,
maar juist kwamen de doktere voor de
schouwing. Men bracht de do oden naar het
schoolgebouw. Stil stapten de dragers bin
nen. In de andere lokalen klonken kinder
stemmen. Voor de kleine huizen langs den
weg stonden vrouwen en meisjes ontroerd
te zanien door deze ramp, door het plotse
ling afsnijden dezer twee gezonde jonge'
levens, in een land, waar het toch geen oor
log is.
Bonnet (vader) werd uit Leaden vei^
wacht. Boel wordt vervoerd. Dei soldaten
zouden gauw met verlof gaan. Wellicht wa
ren rij daarom reeds Woensdagavond baj
't post betrekken zoo welgemoed.
Men meldt uit R.ö-tterdam:
Door den oud-wethouder den heer Hudig
is als schenking aan de gemeente voor het'
nieuwe, stadhuis aangeboden het midden
raam boven de groote trap in het gebouw.
B. en W. stellen voor deze schenking on
der dankbetuiging te aanvaarden.
Hooienjdiel kïeerliflahjeirö. Die
werkkrachten uit de provincie Gronin
gen, die in Friesland als hooiers werken,
blijken voor een deel geen vaklui te rijn.
KJeer- en schoenmakers en andere am
bachtslieden hebben zich, door de hooge
loonen aangetrokken, als hooiers ver
huurd. De boeren klagen ear over.
Ps eudod nk war tiering. Men
meldt aan „De Rott."
Dezer dagen deed zich! aan den Eenigen-
dijk, onder Riddbrkerk, het volgende voor
Een soldaat vervoegde zich bij een alleen-
thuis zijnde vrouw en vertoonde een anfet
potJóod geschreven stokje papier, waarop
stond
Bon.
29 Juni 1916.
Goed voor warme voeding of brood met
koffie voor den militair (naam) voor reke
ning' van het garnizoen Bergen-ap-Zoöm.
De Commandant,
(onleesbare handteekening).
De vrouw uitte haar verwonderingdat
zij thans inkwartiering kreeg, daar rij die
nog nooit had gehad en waarom hij bij
haar kwam, daar de bon 1) toch geen naam
aangaf.
De soldaat vertelde toen, dat haj bij den
etappe-dienst was en met een auto uit Ber
gen-op-Zo om was gekomen. Dé auto was te
Ridderkerk defect geraakt en kon hij zich
op den bon van voeding voorzien, Waar bij
wilde, behalve in ©en hotel.
De vrouw dacht niet aan bedrog* en wilde
nu haar best eens doen om dezen aardigeni
jongen eens extra goéd te doen en dat had
hij wel noodig, waait hij alt in minder dan
geen tijd maar even 10 boterhammen met
zult op, begeleid! met mek en koffie. Na
nog een poosje gepraat te hebben, zou hij
de auto, die wat lang weg bleef, maar te
gen gaan, groette de vrouw heel hartelijk
en vertrok, na nog gezegd te hebben, dat
rij er vooral om denken moest den bon op
he-t Gemeentehuis tegen het inkwartdermgs-
geld in te wisselen, hetgeen rij den vol
genden morgen trachtte te doen, doch toen
werd haar tob haar schrik beduid, dat zij
de dupe was geworden van een oplichter,
die zichzelf op eigen geschreven bonnetjes
inkwartiert.
Hoogwater. Men ëohrijft "uit
Bameveld
Ten gevolge van de overstrooming der.
Groote Beek heeft do waterstanfl in deze
streken nooit gekende hoogte bereikt. Som
mige harde wegen, om van de landerijen en
binnenwegen niet te spreken, staan min
stens een meter diep onder water en kun
nen zelfs met voertuigen niet meer gepas
seerd worden. Veel hooi is weggedreven en
veldvruchten rijn vernield, zoodat de scha
de voor den landbouw groot is.
Vöorvijf weken werdteBo rger-
werd (Fr.) een kip ingesloten tusschen
schelven stroo. Toen dit stroo nu weer weg
genomen werd, kwam de Mp te voorschijn,
wel vermagerd,«maar toch nog lekker als...-
kip. Het dier stapte rijn gevangenis uit en
begon direct voedsel te zoeken.
Een koe van den landman Dol,
te Wervershoof (N.-H.), zwom over dé
sloot naar een weide van den veehouder
Groot-, onder Zwaagdijk. Diens zoon ver
joeg het beest, en wierp het een hooivork
na, die het beest zoo leelijk trof» dat het
gestorven is.
Uit het leger hebben zich o n-
geveer 7000 militairen aangemeld om zich
te onderwerpen aan de dezer dagen te hou
den proeven tot verkrijging van het vaardig
heidsdiploma. Aan het slagen is, zooals men
weet, 4 dagen extra-verlof verbonden.
Zitting van gisteren.
■WIJZIGING DER SUCCESSIEWET.
Dé heet LOHMAN verklaarde' geen amen
dement te zullen voorstellén. Voor de amen
dementen gevoelt spr. sympathie. Spr. be
streed de schenkingsbelasting in het alge
meen. Indien een vader! de schulden van een
zoon betaalt, indien iemand geholpen moet
Worde», indien een femilielia gefaudeerd
heeft en moet worden gedekt, zjjn dat schenU
kingen. Al die gevallen hebben met 'ontdui
king de® Successiebelasting niets te' maken.
Heffing van belasting in zulke gevallen
Jioemt spr. onrecht Djaarom kan spr. voor
aeze Wet onmogelijk stemmen.
De MINISTER- zette uiteen, dat de heer
.Van Nispén het beoogde doel eenvoudiger
had kunnen bereiken. De beslissing over
het amendement laat spr. aan de Kamer.
Spr. ontkende^ dat hjj alleen beoogde het
belasten van schenkingen ter ontduiking van
de Successiewet
De heer VAN NISPEN dankte den Mi
nister voor zjjn welwillende: houding. Spr.
[wijzigde zijn amendement zoodanig, dat in
het jaiar van het buweljjk van een dpr kin
deren het bedrag van vrijstelling voor dat
kind met het tweevoud wordt verhoogd.
De Ijper MARCHANT verklaarde niet te
gelooven, dat in gevallen, als door, den heer
Loliman geschetst, recht zal worden gehe
ven, daar het ontduiken zeer gemakkelijk is.
Spr. hoopt, dat de Minister het ontwerp) zal
Wijzigen en in zulke gevallen vrijstelling ztal
.Worden verleend.
De heer SNOEC-K HENKEMANS sloot zich
bij dat betoog aan, doch meent, dat in der
gelijke gevallen reeds in het ontwerp zelf
is voorzien en voorts ark S Sn dien zin kon
Worden gewijzigd.
De heer TER LAAN bestreed dergelijke
.wijzigingen.
Op voorstel van den Voorzitter, wordt het
artikel aangehouden.
Dé heer DRION betoogde, bij ark Ma,
dat vergéten is uitkeering krachtens de On
gevallenwet. Spr. hield vol, dat de verzeke
ring in een afzonderlijk ontwerp, diende te
worden geregeld.
De héér LOHMAN drong er eveneens op;
jaan, de levensverzekering afzonderlek te re
gelen.
De MINISTER wees de verwijten af, dat
hij tegenóver dé levensverzekering een vij
andig standpunt zou innemen. Dat het hard
is in sommige gevallen van een uitgekeerd
levensverzekeringsbedrag belasting te moe
ten betalen, geeft 6pr. toe; het even hard
als van L>espaard geld. De premiën en de po
lissen der Verzekeringen in plaats van de
uitkeeringén té 'belasten, zou niet aanstonds
een flink bedrag opbrengen.
De heer DRION verdedigde een amende
ment, om aan art VI toe té voegen jeen be
paling, dat het recht van successie en dat
van schenking ter 2ake van verkrijgingeai
krachtens een overeenkomst van levensver
en ik ben telkens en telkens ellendig tegen
haar gewest. Ik heb niet goed gewerkt en
ik heb haar 'n massa, last veroorzaakt. Maar
toch houd ik veel van haar. Zij doet mij
voelen, "dat heb mogelijk zou-kunnen we
zen, goed te zijn, en dat er goedheid in de
wereld is. Zij zelf is geheel en al liefde."
Deze woorden maakten grooten indruk
op Brampton.
,,Zij zelf is geheel en al liefde." Een on
deelbaar. oogenblik kwam hem de herinne
ring voor den geest aan een i°ng meisje,
ader oogen hadden gestraald als grijze
sterren een meisje, dat hem den geest der
liefde had toegeschenen, in die lang vervlo
gen dagen op de berghelling, waar de ri
vier bruiste beneden in de kloof, en de pijn-
boomen een dicht woud vormden achter het
houten hutje, met rose rozen langs de deur.
Het visioen verflauwde, hij keerde met zijn
geheelc aandacht terug naar het meisje in
zijn armstoel, dat hem aarzelend haar ge
schiedenis vertelde, van haar tehuis cn haar
vlucht; en toen haar verhaal geëindigd was,
kwam hij tob een vlug besluit omtrent haar
naaste toekomst.
„U zegt, dat u niemand hier te Londen
kent, nietwaar, en u hebt geen geld? Wel
nu, het eerste, wat u doen moet, is tele-
grafeeren aan uw moeder en haar zeggen,
dat u hier veilig bent en dat ik voor u zorg.
U is niet in staat vandaag naar huis te
gaanzoodra u uitgerust is, zal ik u naar
een pension brengen, waar u vannacht
kunt logeeren, met een dame, die ik ken,
juffrouw Dulei Graham. Ik twijfel er niet
aan of u zult morgen wel in staat zijn naar
buis te gaanik weet zeker, dat dat het
best© is. En als ik u was", hij sprak lang-
raraer, „zou ik aan die juffrouw Dane,
waarvan u gesproken hebt-, alle® vertellen
van uw gevoel en eenzaamheid en eentonig
heid en uw verlangen naar iet® anders.
Bespreek heb alles met haar, evenals u het
met mij gedaan hebt. Indien zij inderdaad
is, zooals u haar beschrijft, zal zij er wel
wat voor u op vinden,en zc zal alles begrij
pen. Vertrouw haar, lief kind, tracht niet
op u zelf vera-nefcring te brengen in uw
leven, deel haar al uw bezwaren mee en in
dien zij de vrouw is, die u beschreven hebt,
zal zij een uitweg voor u vinden en ze zal u
begrijpen
HOOFDSTUK XIX.
Een m o e i i ij k geval v p o r Joyce.
„Volkomen gezond. Kom morgen thuis
Hetty."
Laat in den avond van den dag, volgende
op Hetty's verdwijnen, weïd dit telegram
Joyce ter hand gestéld en ofschoon mevrouw
Marshall begon met op boozen toon te ver
klaren, dat zij haar dochter nooit zou toe
staan een voet over haar drempel te zetten,
trachtte Joyce de strengheid der moeder te
verzachten vóór Hetty's komst. Een _zeer
onderworpen cn ernstige Hetty groette
haar gouvernante aan de deurhet meisje
omhelsde de andere vrouw met een harts
tochtelijke heftigheid, dlio genoeg zei.
„Hij zei, dat ik u vertellen moest hoe het
mij spijt, dat ik u zoo ongerust heb ge
maakt", riep zij uit, zonder te beginnen
met êen gewonen groet en haastig spreken
de, „en het spijt mij ook erg. Ik kan niet
uitstaan te denken, dat ik u verdriet deed.
U is zoo goed voor mij geweest."
„Wat hij?" zei Joyce verbijsterd, terwijl
zij het meisje uit de gang en in de kamer
trok. „O Hetty, ik ben zoo dankbaar, dat
je veilig en wel terug bent, maar over wien
spreek je?"
Over den dokten, die mij geholpen heeft-
hij heeft mij gevonden en ik weet niet, wat
ik gedaan moest hebben, als ik hean niet ge
had had. Hij zorgde voor mij en praatte
met mij en cïeed mij de dingen inzien-' zei
Hetty in onsamenhangende woórdeD, cte
woorden rolden er uit op een hooi moeilijk
te* volgen wijze, „u en hij zijn de eenige
menschen, die mij ooit beschaamd hebben
gemaakt."
Terwijl zij daar stond in de weinig mooie
zitkamer, gaf rij Joyce, ovenals zij Bramp
ton gedaan had, ademloos verslag van haar
verblijf te Londen, van al den schrik, dien
het- haar had ingeboezemd, en eindelijk van
haar ontmoeting met den dokter. En rij be
sloot haar haastige volzinnen met de ern
stige woorden
„Ik zal doen, wat hij mij gezegd heeft,
dat ik doen moet; ik zal U vertellen, waarom'
ik weg wou gaan van hier, hoe^vreeselijk
ik naar iets anders verlangde," zij^ppreidde
haar handen veeibeteekenend uit, „hij be
greep alles, wat ik hem' vertelde, en "bij
zei, dat u het ook wel begrijpen zou. Hij! Zei,
dat ik u alles vertellen moest, omdat u het
wel begrijpen zou."
Joyce glimlachte.
„'Zeg mij den naam van dien geheimzlnni1-
gen „hij"," zei ze, „je moeder slaapt, ze js
zeer vermoeid na al haar angst van gisteren,
en ze slaapt nu eens goed, wij kunnen dus
wat langer samen praten, jé kunt toch nog
niet naar haar toegaan."
Deze verteederde Hetty, die door haar
nieuwe ondervindingen zooveel van haar oude
knorrige ontoeschietelijkheid scheen te heb
ben afgeschud, was toegankelijker dan ze
ooit jgeweest was, en Joyce, bedenkende»
'dat het verstandig was he't ijzer te smeden
terwijl het heet was, moedigde het meisje
aan tot spreken, terwijl de neiging haar hart
te openen nog sterk in haar was.
„De naam van den dokter is .Brampton,
Christoffel Brampton", antwoordde Hetty, te
vervuld van haar eigen overpeinzingen om
op te merken, hoé Joyce schrikte bjj hét
hooren van dien naam; „ik heb nog nooit
een man ontmoet zooals hjj. Hjj maakte m5j
beschaamd en toch, ofschoon het vréeselijk
is, zich zoo te schamen, gaf hij ihij Üe
vaste overtuiging, dat ik' vtyn voren af aan
kon beginnen en trachten heel anders te
worden; hij deed mij voelen, 'dat ik het jn
mijn eigen macht had iets beters te worden."
Brampton! "Die naam weerklonk steeds in
Joyce's hart; en uit het verleden doemde een
'gezicht voor haar pp1, een mannengezicht,
heel sterk en heel zacht, met blauwe oogen
vol 'Standvastigheid en stralende van liefde
voor haar. Was de man, van wien Hetty
sprak, de man, dié indruk had gemaakt
en invloed uitgeoefend op het meisje met
het moeilijke karakter, "dezelfde, die zulk
een groote rol had gespeeld in haar eigen
leven? Het was zoo geheel de Ghristoffel,
dien zij' gekend had. Frisschen moed stor
ten in eens anders gemoed, hem helpen
weder op te staan en te strjjden, hem nieuwe
kracht geven, dat alles kenschetste den-man,
wiens aandenken nooit in haar hart was
verflauwd. Ofschoon vele eu vele lange jaren
waren voorbij gegaan, sedert zij elkaar ge
kend hadden op de met pijnboomen begroeide
berghellingen van het Westen, steeds weder
was dé gedachte aan hem het plechtanker
geweest, wanneer zij bijna overweldigd werd
door den dwang en de beroeringen van het
leven.
Meer. dan ééns, wanneer bet hopeloos
zekering niet wordt geheven,zoolang aLtf
een wettelijke voorziening ,is tob stand ge
komen, waarbij waarborgen worden gesteld^
dat bui tenia ndsche verzekeraars bij het uit
oefenen van hun bedrijf hier te lande 'de hun
door deze wet opgelegde verplichtingen zul.
len nakomen.
De vergadering werd geschorst tot Dins
dag "halftwaalf.
KÜNST. LETTEREN. ENZ.
Royaard's Gezelschap.
Aan de N. V. „Het Tooneel", directie-
litem' Royaards, zijn voor heb volgend
seizoen ook verbonden Louis Saalborn en
Fr. la Roolie. Met nog eenige artisten wordt
onderhandeld.
Steun aan d© Nederlandsche
fooueelspeolknnst.
Het Raadslid Couvée lieeft bij denHaag-
schon Gemeenteraad een voorstel ingediend
om in het volgend seizoen f 10.000 beschik
baar te stellen voor steuu aan de Nederlan'tL
sehe tooncelspéelkunst.
FAILLISSEMENTEN.
G. v. cl Kolk, koopman in petroleum, t©
Amsterdam.
L. Korvüng, koopman, te Maassluis.
De naaml. venn. Korvings Manufacturen
Vraag: Moet men, nu zoo krachtig gé-
werkt wordt voor den Urgentieraad nietl
aannemen, dab Nederland spoedig in oorlog
zal komen Het ééne volgt, toch uit het ani
dere.
Antwoord: Een geruststellend iets is,
dat de Prins in Zwitserland vertoeft. Z. K.
H. zou toch wel niet uit het land gaan,
wanneer wij „spoedig an oorlog" zouden ko-
tnen. Ons dunkt de militairen konden wel
naar huig gaanvanwege de hooge be
lastingen. Zij kosten ons toch een klein
millioen elk'en dog! En dbt moet betaald
worden.
Vraag: Er is ons een werk opgedra
gen hiervan bestaat geen schriftelijk con
tract, doch de opdracht is onder getui
gen gegefvep. Na 14 dagen met hét werk be-*
rig te rijn geweest, trok onzen aan'beste-
der zijn opdracht in, met een schriftelijke
m^dedeeling, dat hij er van afzag. Is de
aanbestedler rechtens verplicht, allo onkos
ten te vergoeden, en is hij rechtens ver
plicht de eventueele voordeelen van dezo
opdracht te betalen 1 Is een rechtsver
volging tegen hem in te stellen
Antwoord: Een schriftelijke op
dracht ware beter geweest. Nu wordt het
een proces met de noodige getuigenverkla
ringen, dat altijd omslachtig is en geld
kost. Maar U is in uw reoht schadevergoe
ding te eisdhen, daarvan gaat niets af.
Vraag: Kunt u mij den mooisten en
ook den kortsten weg zeggen van Utrecht
naar Dinxperlo? l
Antwoor d: Utrecht. Dé Bildt. Zeist, t
Woudenberg, Schérpenzeel, Rénswoude, Dei
Klomp, Ede, Ginkel. Arnhem, Westeroort,
Duiven, Zevenaar, Didant, Zeddam, Etten,
Terborg, Sillevolde, Ulft, Dinxperlo. 108,1!
K.M. Deze weg is de mooiste en de kortste.
Vralaig: Wat is de -kortste weg van
Waöséna&r naar Baarn, oVer welke plaat
sen en hoeveel K.M.?
Antwoord: Wassenaar, Leiden, Leider
dorp, Hoogmade, Woubrugge, Langeruar,
Nieuwveen, Vronwenakker, Uithoorn, Wal-
verveen. Vinkeveen, Baamhrugge, Loener-
sloot, Vreeland, VGraveland, Hilversum^-
Baarn. 79,2 K.M.
Men schrijft ons:
Verschillende soorten van het géslach*
Eryngium, "waartoe o. a. de Blauwe Zee
distel (Eryngium' maritimuin) behoort, 'draf
gen den naam Mannertreu. i
In het Alpengebied (Zwitserland en. Beié
ren) wordt onder-Mannertreu verstaan éea»
kleine orchidee, n.l. de Nigritella angusti'
folia Rich.
De eerste opgave" is ontleend aan Tho-
nie's Flora von Deutschland, Oêsterreich und
der Schweiz; de laatste aartAipenflora von
Hegi und Dunzinger. I i
scheen voort te gaan met den strijd cm
slechts mogelijk de water wan den tegeü-
fepoed over haar hoofd te laten komen en
haar verzwelgen; meer dan eens, als zij;
getracht had alle verheven idealen op te
geven, goedheid en reinheid te laten glippen
en zooveel mogelijk geluk en wrelvaart te
koopen met haar eigen schoonheid; menig
maal, wanneer deze verleiding tot haar
kwam, had de herinnering aan CliristoffeTs
kalme goedheid haar kracht gegeven, den
strijd voort te zetten naar die hooge idealen,
'die in haar oogen vertegenwoordigd wrerden
door zjjn karakter. Zoo James Douglas de
'kwade invloed was geweest in haar leven,
Christoffel Brampton was de invloed geweest
ten goede en de gedachte, die dikwijls bij
haar was opgekomen, wanneer zij aan
Christoffel dacht, kwam ook nu weer terug.
Zjjn mooie naam Christoffel betee-
kende: drager van den Christus. Was het,
omdat Christoffel den Christus altijd droeg
in zrjn hart en zijin leven, zooveel in rijn ver
mogen was het leven van Christus leidende,
was'het daardoor, dat z'rjn invloed op haar.
en op) anderen zoo vèr reikend was en zoo
diep? Zij zou nu op het oogenblik een heel
andere vrouwi geweest zijn, indien Christof
fel niet zulk een vèr 'reikenden invloed
ofl haar had uitgeoefend. Zij deinsde terug
van de igedachte aan den afgrond, waarin zij
misschien verzonken Was, indien zijn onwan
kelbare invloed op haar, haar niet had te
gengehouden.
(Wordt Vervolgd)*