Zaterdag lO «juni.
Persoverzicht.
Ingezonden.
FEUILLETON.
n«. 17266
IDSCH
XQerste Blad. A0. 1916.
BLAD
Het twin t igirui ld o enen-ont
werp. Onder hefc hoofd Trainee ren 1
SiOgb „HET VOLK"
Er gaan geruchten, dat het voorloopig
verslag op het 20-millioenenontwerpje nog
lang niet zal verschijnen. In de Kamer is
er nogial tegenstand tegen, en één van de
middelen, om een niet gewild ontwerp van
de baan te krijgen, is dn de Kamerhet
laten liggen en dus niet behandelenin de
eerste plaats dus tradneeren. Ieder be
grijpt-, nu, dat, ïncli-en dit ontwerp niet vóór
het reces einde Juli is behandeld, het voor
de arbeiders voor een groot <3e>ol van ddt
jaar waardeloos wordt en de toestand
blij ft zooals die is en wei lacht veel erger
wordt.
To moer klemt dit, daar aanvankelijk is
bepaald, dat de interpellatie-Schaper over
de levensmiddelen tegelijk met dit ontwerp
zou worden behandeld.
Het zou iets fraais zijn, als nu het één
met het ander aan den kapetok zou worden
gehangen cn inmiddels allerlei gebruiksar
tikelen^ duurder en duurder zouden wor
den!
Nu zijn onzerzijds ook bedenkingen te
gen de toelichting van het ontwerpje geop
perd. Hot gevaar is in zulk een geval al
tijd groot, dat de reactie zich hierbij aan
sluit en een harerzijds niet gewilden maat
regel op eigen wijze bestrijdt. Dit spel
zou echter al te doorzichtig zijn. Het is dui
delijke dat onzerzijds slechts is gewezen op
sommige bedenkelijke gedeelten in de toe
lichting, dooli dat de bedoeling, om de noo-
digo milliocnen ter besohi'kking van de Re-
goering tc stellen, om in de behoefte aan
goedkoopere levensmiddelen te voorzien,
door ons ten volle is toegejuicht. Ook dat
aan de Rcgeoring veel macht over dte be
steding wordt gegeven, is onzerzijds geen
bezwaar. De toestand maakt dit onvermij
delijk. Zonder geld is in ieder geval afdoen
de hulp volstrekt niet te verkrijgen; al-
ieem valt te praten over do wijze van be
steding. En daartoe juist is er gelegenheid
bij clo behandeling van het wetje, zoowel bij
de schriftelijke als bij do mondelinge in
het openbaar.
A Maar dezo gelegenheid wordt dan ook
f o\>geëischt, en wel"zoo spoedig als zulks mo-
Sol'jk. is. Duurfc de voorbereiding van dit
'Ontwerp to lang, dan zal de interpellatie-
Schaper afzonderlijk, en. eerder, moeten
worden aan dc orde gesteld.
In <3o Oommdssae van Rapporteurs van
het ontwerpje zijn intusschen twee onzer
partij genoo ben opgenomen. Het behoeft
niet gezegd, dat zij alles zullen doen om
de behandeling te bespoedigen. Voor de ar
beiders is buiten -de Kamer waakzaamheid
dubbel geboden. De Kamer zelf heeft hier
opbouwend te critiseeron. De arbeiders-
khsss wacht op daden, ook vanwege het
Rirlcment
Voor traineeren is het Du geen tijd.
Het Onder w ij s vraagstuk.
„STEMMEN DES TIJDS", Maandschrift voor
Christendom en Cultuur, bevat een bijdrage
van jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman,
lid der Bevredigingscommissie, waarin de
voorstellen dier commissie worden bespro
ken. Schr. merkt o.m. op. dat geen men-
schelijk werk volmaakt is en de commissie
ongetwijfeld niet alles heeft doorzien ion
voorzien.
Maar de taak van hen, 'die 'den arbeid
der Commissie zullen hebben te beoordeelen
fen te verbeteren, kan en mag g>een andere
zijn, dan die, welke haar leden zich voor
oogen hebben gesteld, n.l. het bevorderen
van rechtsgelijkheid. "Want in het wezen der
zaak is 'de „schoolkwestie" een zaak van
het recht, en het verwonderde mij, dat dit
in een aanzienlijk anti-revolutionair blad
werd betwist.
De heer Lohman herinnert dan pan 'een
woord van Groen van Pinsterer; dat de
onderwijskwestie voor elk, die recht voor
allen begeert, tot kkarheid is gebracht.
Dat recht voor allen 'brengt niet alleen
mee, dat gelet moet worden op vragen,
„welke met hart en geweten, met geloof
en Christelijke plichtsbetrachting in ver
band staan", maar ook, dat „het geweten
en de overtuiging ontzien worden van hen,
dio hun kinderen wenschen te houden bui
ten bijzondere of buiten Christelijke scholen.
Dit is het recht, dat sedert de dagen der,
Reformatie is erkend, en telkens gezege
vierd heeft ook over hen, die, bewust of
loiiDcwust, het toch eigenlijk niet aan
durfden."
Is de oplossing gevonden, en m. i. is
dat het geval dan hebben wij daarvoor
te strjjden, omdat zij rechtvaardig is. Het
mogo van woinig politiek overleg getuigen
zich tevreden te betoonen met het Rapport,
mij komt het voor, "dat, indien wij pogen
recht te verkrijgen in ruil voor iets anders,
voor een „concessie" onzerzijds, „het mooie"
van den strijd, „er. af is". Dankbaar ben ik
den linkschen leden der Commissie, die, met
ter-zijde-stelling van voordeelen en voor-
oordeelen, royaal hebben medegewerkt om
datgene, waarvoor wij zoo lang gestreden
hebben, in wetgevendên vorm om te zetteü.
Meer dan één yernuftige oplossing is ajan
hen te danken.
Maar indien blijken mocht, dat er nog
velen zijn in den laaide, die den strijd der
geesten niet aandurven zonder hulp van
staatsmacht en staatskas, en die boven een
gezonde samenwerking voor volksontwikke
ling een ongezonde concurrentie op Staats
kosten verkiezen, welnu, dan zullen wij moe
ten wachten tot ons recht geschiedt. Wij
zullen .dan waarschijnlijk den druk nog niet
kunnen missen. De vrije school is onder
den druk steeds voocnitgegaan.
Maar wij zullen gedachtig blijven aan het
fiere woord: magna vis veritatis et prae-
valebit.
Wijziging der wet op de Inkomsten
belasting 1914.
x.
In -de Memorie van Antwoord op hot
voorloopig verslag over dit wetsontwerp
zegt de Minister de eerste te zijn, om te be
treuren; dat hij moest verzoeken om het
sectie-onderzoek ten spoedigste te doen
doorgaan.
De Kamer had bij liet optreden van den
Minister reeds toegestemd in de behande
ling der negen wetsontwerpen, los van de
grondslagenwet. Door de intrekking van
't grondslagenontwerp kwam dus geen ver
andering in den toestand.
Door aanneming van -de thans onder
zochte negen ontwerpen zal er, naar de
meening van den Minister, in de bestaande
verhouding tussohen directe en indirecte
belastingen geem belangrijke wijxiging ko
men.
De intrekking der voorgestelde verhoo
gingen van %de acoijns op het gedistilleerd
en van dien op den wijn was het logisch
en noorzakelijk gevolg van de intrekking
6pefciaal van de artikelen 4 en 5 van het
grondslagen ontwerp. Dat do Kamer bij het
onderzoek in de afdoelingen de geheele
Memorie van Toelichting tot het grondsla
gen ontwerp in den kring barer beschou
wingen heeft betrokken, was den Minister
niet onaangenaam.
De Minister meent voorts de afdoelingen
der Kamer niet te moeten volgen in haar
beschouwingen omtrent het beleid van zijn
voorganger, voor zoover van dat beleid
bleek door de indiening van zijn groote be
lastingplannen. Hij stemt in met de be
schouwingen omtrent de roeping van den
Minister van Financiën.
Of de draagkracht van het volk door de
economische gevolgen van den oorlog ern
stig heeft geleden, is thans nog moeilijk
met zekerheid te zeggen. Ook de Minister
is geneigd zulks aan te nemen en aohb
daarom voorzichtigheid bij het voteeren van
nieuwe uitgaven noodzakelijk en te groot
optimisme omtrent den gunstigen invloed
van Staatsbemoeiingen op de volkskracht
ongewensobb.
Met betrekking tot bet bedrag, dab thans
onvermijdelijk aan nieuwe belastingen
moet worden gevonden, teekent de Minister
aanHet tekort op den gewonen dion9t
van 1916 was op ƒ20 milldoen te ramen.
Blijven de middelen vloeden als in de eer
ste vier maanden van het jaar, dan zal aan
vulling van de middelen uit de gelden tot
dekking der crisis-uitgaven niet noodEg zijn
en hetgeen de Inkomstenbelasting boven de
raming opbrengt irr mindering komen van
de genoemde 20 milïioen. Met betrekking
tot de opbrengst van de Inkomstenbelas
ting heeft de Minister geen reden de door
hem laatstelijk gegeven cijfers te verhoo-
gen.
De Minister, betreurende, dat voor be
perking van het tekort op den gewonen
dienst van 1916 niet tijdig tijdelijke mid
delen zijn ingediend, heeft bereids in de
M. v. T. opgemerkt, dat bij zijn optreden
de tijd daarvoor veretreken was
Het standpunt, waarvan de Minister uit
gaat, is, dat er bij de voorziening in het
tekort, dat zich voor 1917 met zekerheid laat
verwachten, in zooverre rekening is te-
houden met de lijst van uitgaven, welko
in de M. v. T. van het grondslagen ont
werp als binnen niet te langen tijd onver
mijdelijk vermeld worden, dat men er op
bedacht behoort te zijn, dat er hoogstwaar
schijnlijk in volgende jaren belastdngver-
hooging zal noodig wezen boven do thans
in behandeling zijnde, zoodat zuinigheid
geboden is met de bronnen, waaruit alsnog
nieuwe middelen kunnen worden geput.
Do beschouwing omtrent één voordeel,
dat de tegenwoordige omstandigheden naast
al de nadoelen, welke zij voor de- schatkist
medebrengenalthans zou opleveren, t. w.
dab do schuld sneller wordt afgelost, acht
de Minister slechts zeer gedeeltelijk juist.
Ofschoon de Minister meent niet te moe
ten ingaan op db erstiek op het beleid van
zijn ambtsvoorganger, moge toch worden
aangeteokend, zegt de Minister, dat hem de
opmerking, dat mr. Treuh het gunstige
oogenblik voor bezuiniging op groote schaal
heeft voorbij laten gaan, onbillijk voor
komt.
Do Minister zal met energie voor bezui
niging werken, voor zooveel zijn omvang
rijke taak, voor nieuwe middelen te zor
gen, hem daartoe tijd overlaat. Hij heeft
ter zako dan ook bereids niet geheel stil
gezeten. Inbussohen is de Minister van mee
ning, dat de Minister van Financiën alleen
de zware taak van bezuinigingen aan te
brengen niet kan volbrengen.
De Minister hoopt in het belang van de
toekomst onzer financiën, dat de Kamer
de beschouwing van verscheidene harer le
den ocmtrent haar onmacht om opdrijving
der uitgaven rechtstreeks tegen to gaan, als
oen uiting van tijdelijke zwartgalligheid
van die leden zal willen beschouwen en
niet als de juiste karakteriseering van een
onvermijdelijken en niet meer voor verbete
ring vatbaren toestand. Yan de mate van
ze'lfbehocrsching van de Kamer bij het aan
dringen op nieuwe uitgaven zal ook afhan
kelijk zijn, of het te vermijden zal zijn be
lastingen op te leggen, waardoor de grens
wordt genaderd van hetgeen, zonder de
productieve kracht van de natie te schaden,
kan worden gevorderd.
Wat nu in het bijzonder aangaat de mili
taire uitgaven in verband met de crisis, de
Minister meent, dat aan den Minister van
Financiën eisohen worden gesteld, welke
boven zijn kraohte-n kunnen gaan. Hoe de
Minister van Financiën op de besteding
der gelden zou kunnen toezien, is den Mi
nister niet duidelijk.
Ook de Minister \s van meening, dat vast
legging in de web van een onderscheiding
der belastingen in verschillende soorten op
economischen grondslag niet wensohelijk is.
De bestrijding van de twee nieuwe be-
lasbingsoorten, de zakelijke- en de bestem-
mingïjbelasting, gaat volgons den Minister
te ver.
Do Minister is dan oo'k voornemens de
verschillende bolastingontwerpen, door zijn
ambtsvoorganger voorgesteld, in hoofdzaak
te handhaven, behoudens zoodanige wijzi
gingen als noodig zijn om de hun toebedeel
de rol beter tot haar reoht te doen komen.
Slechts het ontwerp t-ot heffing van een
spoorkaartenbelasting zal worden ingetrok
ken, omdat de Minister de overtuiging
heeft, dab hetgeen daaruit voor de schat
kist zou worden verkregen, op den duur
zou worden overtroffen door de nadoelen,
die de schatkist er door zou ondervinden.
Het verkrijgen en vaststellen van recht
zal door de wijzigingen in de zegel- en re
gistratiebelastingen niet noemenswaard
duurder wordeneerder bestaat er grond
om het tegendeel aan te nemen.
KüNST. LETTEREN. ENZ.
Veiling Biirgersdajjk en Xiermans.
De firma Burgersdijk Niermans, „Tem-
plum Salomonis", tc Leiden, kondigt weder
om een zeer belangrijke boeh-veji Hooping
aan, die in twee gedeelten zal gehouden
worden. Keb .eerste gedeelte van 21 Juni
tot 1 Juli omvat een uitgeweide verzame
ling van werken op het geoied der God
geleerdheid, geschiedenis van den gods
dienst, wijsbegeerte, rechtsgeleerdheid, en
aanverwant© vakken, alsook van de geschie
denis, algemeene, zoowel a's vaderlandsehe
.en aardrijkskunde (reizen, anthropologic,
ethnographic). Verder bevat üe uitgebreide
catalogus oen belangrijke collectie werken
op taalkundig gebied, zoowel Oosterseh als
Europeeschook klassieke philologio en
werken ever oudheidkunde. De rubriek
kunst (kunstgeschiedenis, muuefc, geil Inwer
ken) in dezo zorgvuldig bewerkte boeken
lijst, biedt veel en velerlei. De theologhebe
afdecling is grootendee s samengesteld uit
de nalatenschap van don Leidschen cud-
hoogleeraar dr. M. A. Gooszen. cn van ds.
T. Dalhuyseai, hervormd predikant te Mar-
rum. Met een belangrijke boekerij van een
mr. in dc rechten een. advokaat, zijn. nog vele
andejrq nalatenschappen in de veiling opge
nomen. De firma zal in aan.slirit.ing hierop
van 34 Juli een oelangv-jke' verzameling
boeken en tijdschriften verkoopen behoo
rendo tot de medische bibliotheek van wij
len dr. P. Langeveld, arts tj Sliodrecht, en
meer andere nalatenschappen, tegelijk met
zeer gezochte, zoowel oud!» als nieuwere
werken op het gebied dqr wis-, natuur- cn
6chcikundo, ingenieurswetenschap pen, enz.
afkomstig o.a% uit cle boekerij val een
leeraar in de wis- on natuurkunde. De kijk
dagen zijn Maandag en Dinsdag 19 en 20
Juni a.s.
Johan Wagenaar Doctor Honoris Causa,
De Academische Senaat der Utrechtscha.
Hoogeschoel heeft den bekenden musicua-
componist den heer Johan Wagenaar het
doctoraat honoris causa in de Ncderland-
eche Letteren aangeboden.
De plechtige promotie zal plaats hebben
in het Groot Auditorium,. Maandag 20
Juni te 2 uur n.m.
Th. A. Koelman f.
Het overlijden wordt gemeld te Bree, een
klein Belgisch plaatsje, even over de grens-
waar hij tot herstel van gezondheid ver
toefde, van den heer Th. A. Koelman, hoofd
redacteur van „Het Centrum". De laatste
jaren nam hij geen actief deel meer aan de
leiding van het blad, maar was er vroeger,
toen het te Amsterdam verscheen, de zeer
werkzame en opgewekte inspirator van.
Do heer Koelman is, voor hij aan „Het
Centrum" optrad, ook eenigen tijd verbom
den geweest aan „De Tijd", waarvoolr hij
hoofdzakelijk feuilleton-arbeid verrichtte.
Gerard Arbous.
De heer en mevrouw Arbous zijn van hun
tournée door "Ned.-Indië in het vaderland
teruggekeerd. Negen maanden lang trokken
zij cloor onzen Indischen archipel, waren op
Deli, Java, Madura en Celebes, en oogstten
met hun kleine gezelschap zeer veel succes.
Een voorstelling, te Batavia gegeven ten
bate van het Fransche Roode Kruis, bracht
f 1100 op.
Zondagsrust-Aotic bij de Post.
Geachte Redactie. I
Yan een postbeambte of iemand andërg
kreeg ik een kaart in de bus gestoken,
die na onderteekening van de verklaring'
„ondergeteekende verzoekt bij deze beleèfd
des Zondags geen correspondentie meer to
ontvangen", gezond en moet worden aan dö
administratie der Posterijen alhier.
Hoe .gaarne ik ook zou willen medewer
ken tot 'een zoo groot mogelijke Zondags
rust, die kaart kin ik toch niet ^nder-
teekenen. Er kunnen brieven of stukken zijn.
die ik 's Zondags moet ontvangen 0&
waarvan ik niet vooruit weet, dat zij zullen
komen.
Aan het verzoek: „Gaat 's Zaterdaigs na
den middag niets meer posten", zal ik' zekér
hartelijk gaarne voldoen.
Maar waarom, nu toch geen betere; joi&at-
regelen van boven af?
In plaats van de rood-gele zegeltjes „Niet
bestellen -op Zondag" (ik geloof 100 stuks
voor 1 cent aan elk postkantoor te verkrij
gen) niet deze afdoende bepaling:
„Geen stukken worden op Zondag meeï
besteld, dan die, voorzien van het zegeltjé:
„Bestellen op Zondag".
Gelooft U ook niet, Mijnheer do Redac
teur, dat dit helpen zou?
Maar waarom doet men dit dan niet?
Verschillende postambtenaren, die ik daar
al over sprak, waren het volmaakt rnet mij
eens, en wisten hst ook niet.
Dankend voor de plaatsruimte, Mijnheer,
de Redacteur, t I
Uw Dienstw. Dienaar,
S?om Frits. 1
RECLAME a 40 Cts. otr Regel.
A LA CORSET3ERE RAfVïONDT.
LEIDEN. Breestraat 34. Tel. Int. 1425
Wasschen, Repareeren en Vermaken
van Corsets.
637- 3 4
Ma lasig°® Jassen.
Naar 'fc Engelsch, door L. G. MOBERLY.
(Nadruk Verboden).
S).
De 'April-zon verspreidde een vloed van
lioht over de wijde, uitgestrekte heide; de
groote ruimte, die zich vertoonde voor haar
oogen, maakte indruk op "de vrouw, die een
bewonderaarster was Van groote ruimten
van land len van lucht ten voor wie da nauwe
straten en donkere huizen een dagelijksche
kwelling geweest waren. Leeuweriken spron
gen zingende van de heidestruikten" en va
rens de heideplanten waren nog dofbruin
en zacht van kleur; de varens ontplooiden
teeds kleine, teergroene blaadjes, de Krem
.lag als -een laken van goud tusschen de'
bruine heideklompen; de ver uitgestrekte
heido werd hier en daar afgebroken door
een groepje pijnboomen,, waarvan de stam
alen roodachtig glansden onder de somber-
groene' takken.
Het gevool van ruimte en eenzaamheid
Werkte als ,een balsem op die iziel van de
vrouw,, die zoo lang gestreden had voor. het
aagelijlcsch brood Jn armoedige stadshuur-
en.l en zij trachtte de herinnering aan me-
Vouw Derings' waarschuwingen omtrent het
'even, dat haar wachtte, yan zich af te zefc-
wn, toen zjj met volle teugen de heerljjkte,
aaigê lucht inademde en genoot van den
toste- zonneschijn, van het frissche groen der
l Wens, van de gouden pracht van de brem.
■eeds omhoog langs don witten weg kwanten
|~H- '"-igzaam .vooruit, het paard was niet
'Mor verwaarloosd dan het rijtuig, heet
langzaam den heuvel op; voort tusschen de
groote ruimte, tatet heideplanten bekleed, die
zich uitstrekte tot aan de blauwe heuvelen
pan den verren horizon. Zij passeerden geen
enkel dorp, geen vervoermiddelen schenen
langs dezen weg te gaan, want zij kwamen
niemand tegen, niemand passeerde hen; zjj
zagen geen enkel levend wezen, behalve een
eenzamen landlooper, die mlet moeite voort
strompelde met een boos en zuur gezicht. En
toen begon Joycte een gevoel te krjjgen alsof
zij reeds uren, neen. dagen gereden had in
den muffen wagen tusschen oneindige' uit
gestrektheden heideveld, waar de heide hog
pas donkerbruin zag en de varens teergroene
blaadjes ontplooiden en de brem schitterde
ia de Aprilzon als een zee: van goud.
_De langzame beweging, het eentonig kra
ken der wielen en de frissohe lucht gaven
haar langzamerhand een alles overweldigend
gevoel van slaperigheid; het landschap word
vaag en beneveld voor haar oogen, haar
hoofd begon te knikken, toen zjj plotseling
opschrikte, daar het voertuig eensklaps met
een ruk stilstond. Zjj keek 't raampje uit enl
zag, dat zij stilhielden voor een vierkant,
Wit huis, een weinig verwijderd van den
Weg; het stond eenzaam en verlaten op de
plek, waar vier. wegen bij elkander kwamen
op het hoogste gedeelte van de heide. Een
tuin, die er verwaarloosd uitzag en voor
namelijk' kool scheen op te leveren, vormde
den toegang tot het huis en in dien tuin was
een vrouw, geel van magerheid, en met
een zonnekap op het hoofd, bezig een perk
te schoffelen, dat vol onkruid was. ïloen
Joyce uit het rijtuig stapte, hield zjj met
haar tuinierswerk een oogenblik op en kwam
naar liet tuinhek, dat treurig in zijn heng
sels hing.
„0, is U juffrouw Dane?" vtoeg zjj kort
af, terwijl zjj de pas aangekomene' met een
scherpen blik uit de kleine oogen, die vlak
bij elkaar stonden, aanzag; „bet is goed,
dat u gekomen is, ik' heb u al een halfuur
verwacht En daar, u heel wat bagage hebt
meegebracht, hoop ik in vredesnaam1, dat u
van plan "is te blijven. Ik heb een hekel
aan veranderingen." De op ironischen toon
.uitgesproken woorden waren vergezeld van
esn onaangenamen glimlach; maar de glim
lach, waarmee Joyce den hare beantwoord
de, was heel vriendelijk en ontwapende de
pndere.
„Dat hoop ik' zeker," zei te, „ik zal mijn
best doen u genoegen te doen. Zal de koet
sier mijn koffer on jaijn tasch binnen bren
gen?"-
.„Ja; als u of ik het niet doen, moet bij
het wel doen," was hét bitse antwoord; „hier
zult n niemand vinden onf u te bedienen,
öat zal ik u maar dadelijk zeggen. Het is
boter, dat u n geen verkeerde voorstellin
gen maakt en u behoeft nfet te denken, 3at
u een fijne dame zult Wezen' op „Moor View
Cottage", als _u u zoo igts had voorge
steld, dan zou 'het het eenvoudigste zjjn
als u uw bagage tnaar in het rijtuig liet
Staan en regelrecht terugkeerde naar het
station.''
„Een fijne dame geloof ik niet, dat ik
zoo .graag wezen ziou," antwoordde Joyce,
en zjj vroeg zich af welke verkeerde draai
in haar karakter dio vrouw zoo onbeleefd
deed zjjn tegenover een vreemdelinge bin
nen haar poorten, een niets kwaads vermoe
dende vreemdelinge, die in geen enktel op
zicht iets kwaads had gedaan of bedoeld. Een
enkel oogenblik had Joyce veel lust om
te doen wat dio zonderlinge dame m'et haar
zonnekap op, haar te kennen gegeven had:
weer in het rjjtuig stappen en met pak
en zak terugk'ceren. Haar dat zou "te groote
dwaasheid zijn.
Zij was hier naar toe gegaan met het vaste
besluit zich zoo goed mogelijk te schikken
in hetgeen zij zou vinden en zij was nu
uitdrukkelijk gewaarschuwd, dat zij geen
eldorado zou vinden. Indien zij de betrek
king opgaf, zou zjj hoogstwaarschijnlijk on
eindig veel moeite 'hebben een andere te
krjjgen ten ofschoon haar jnoed haar
reeds in de schoenen zonk, wendde zij zich
tot den koetsier on vroeg op haar vriende
lijke, beleefde manier of hj haar bagage in
huis wou brengen. En toen zjj de magere
vrouw volgde, het tuinpad op, zei ze; „Ik
spreek zeker met mevrouw Marshall, niet
waar?"
„Ja, ik ben mevrouw Marshall", antwoord
de de groote vrouw brommend, het was
haast of zij liever een anderen naam ge
had had; „maar Ik denk "dikwijls, dat ik
veel liever niet getrouwd was en nog in
het ouderljjke huis woonde. Lieve hemel,
trouwen is geen gelukje, als men al de
ellende en moeilijkheden moet hebben, die
ik te verduren heb gehad. Het leven is
één lange, 'eindelooze last."
Zij scheen niet te verwachten, dat Joyce
antwoord zou geven op haar liooze woor
den; zjj ging de openstaande voordeur in,
een kleine vierkante hal door en trad een
lange zitkamer binnen, 'aag van verdieping
en uitziende op een achtertuin. Deze kamer
was spaarzaam gemeubeld; de grootq, weel
derig begroeide tuin, waarop de kamer uit
zag, was even verwaarloosd als de voor
tuin. En het meisje, dat lusteloos van een
stoei bij het raam opstond, toen de twee'
dames binnentraden, scheen te deelen in het
algemeens voorkomen van vérwaarloozing in
huis en tuin. -■ -
„Dat is Hetty," zei mevrouw Marshall
kortaf; „in 's Hemels naam, hou je recht,
kind, loop niet zoo slungelig, je hoeft ook
niet boos en somber te kijken," voegde zij ter
bij, toen het meisje langzaam naar haar
toekwam met een boos, zuur gezicht. Heur
haar was rood en slordig opgemaakt, haar
kleederen waren haveloos en s'ezht aange
trokken; zij groette onvriendelijk en was
log cn onhandig in haar bewegingen. Mis
schien was de vermaning van haar moeder
niet geschikt om haar bevalligheid of vrien
delijkheid aan te moedigen, want bij haar
woorden werd de booze trek nog boozer
en Joyce zag uitdrukking van toorn in haar
'donkere oogen flikkeren.
„Ik hoop. dat wij spoedig goedo vrienden
zullen zijn," zei de nieuwe gouvernante vrien
delijk, terwijl zij do slappe, onwillige haud
vatte, die Hetty uitstak, en vriendelijk glim
lachende tegen het weinig toeschietelijke
gezicht, „het is zoo opfris :ciiend in deze
frissche, mooio streek te komen. Ik heb'
genoten van den rit over uw prachtige liei."
„Heeft u?" v/as het korte antwoord. Na
dat zij deze twee korte woorden lnd uitge
sproken, draaide Hetty zich om en liep
slungelig naar de deur; het was blijkbaar
haar plan weg te ioopen.
„Je hoeft niet te denken, dat je jö uit
do voeten kunt maken en uren lang weg
blijven," zei haar moeder op scherpen loon,
terwijl zjj haar dochter den weg versperde
en een hand op haar schouder legde. „Breng
juffrouw Dane boven en wijs haar de leer
kamer en haar eigen slaapkamer en doo
in 's Hemels naam je best je iets meer be
schaafd te gedragen dan een ongelikte beer.
Je zou liet geduld van een heilige op dd
proef stellen, als je op zulk een bespoltte-
ljjko manier voortgaat." - -