t, 17249 Zaterdag Mei. Eerste Blatl. A0. 1916. ifficieale Kennisgevingen. Prieven van een Leidenaar. Ingezonden. FEUILLETON. Persoverzicht. Vergissing van Vivien Eady. Ataloitins; passage Panwbrng. .ngemeestér en Wethouders van Leiden Eugeo ter algemeeno kennis dat de ÏUWBRUG vanaf Zond.ag 21 Mei a.s. tot jrfare aankondiging voor ALLE VER- J£EJ1 zal zijn AFGESLOTEN en dat in het irkccr voor voetgangers, rijwielen en jndwagens zal worden voorzien door een |(lo nabijheid gelegen hulpbrug. |.;t»e«teester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 19 Mei 1916. Lerkie/.ing. v Burgemeester der gemoonto Leiden ■iezien de artt. 5, 7, en 24 der Provinciale let en het besluit van de Gedeputeerde bben van Zuid-Holland van 3 April 193J5» o. 33, Provinciaal No. 42 lireogfc ter kennis van de kiesgereolitig- :<;/b de VEFHQEZING (candidaatstel- tg) van TWEE LEDEN VAN DE PRO- KciALE STATEN VAN ZUID-HOL- lNTD voor het kiesdistrict Leiden zal Jaate liebben op DINSDAG 6 JUNI A.S., hemming, zoo die noadig mooht blij- |n, op DONDERDAG 15 JUNI A. S. en iwenfcueele herstemming op VRIJDAG JUNI D. A. V. Wat op den dag der verkiezing (6 Juni) i des voormiddaga NEGEN uren tot des Iraiddags VIER uren opgaven van cancfi- bij den Burgemeester ten Raadhuize Innen worden ingeleverd |at deze opgaven moeten inhouden de nen, voorlotters en woonplaatsen der JücUdaten en on der beekend zijn door ten Énste VEERTIG kiezers, bevoegd tot Rel neming aan de verkiezing waarvoor de Tlevcring geschiedt; dat de inlevering der opgaven persoon lik moet geschieden door een of meer per- prien die haar hebben onderteekend en at de tot invulling bestemde - formulie- voor deze opgaven kosteloos ter Se- kDrie verkrijgbaar zijn vanaf heden tot mob den dag der verkiezing. De Burgemeester voornoemd, n. c. de gijselaar; Ikideii, 11 Mei 1916. DLXXII. Dikwijls heb ik gevraagd, welk' recht van "staan in onzen tijd nog hebben lichamen, s Uet hooglKomraadschap Kjjnland en an dere van dien aard, al mag dan de naaW ttn boefje minder deftig klinken. Ik het» p.l gedacht, dat de belangen die Idoor zulke lerschappen worden bevorderd, oök wel lien kunnen worden behartigd door don 1st. do provincie en de gemeente. Uit Korisch oogpunt bezien, is hun bestaan en pi Junctie mjj verklaarbaar, maar hoevele' tea van historische beteekenis hebben in tea modernen tijd niet alleen het bestaans- Iht verloren, maar ook hun bestaan zeil It zal misschien aan mij liggen, ik zal het fchte inncit missen om het te begrijpen, loch zoo dikwijls men mij liet goed recht l een heemraadschap, hoog of niet hoog in Ben tijd, trachtte duidelijk ïe maken, schoot |i« het begrijpen te kort. Maar wel kreeg Tïieürmalen den indruk dat de macht, aan F' lichamen verleend, storend werkt op algemeen. belang. Oazo gemeente hooft het meer dan eens ondervonden. Daar hebt ge de Haarlem mertrekvaart bijv. De gemeenten Leiden en Haarlem hebben het onderhoud van vaart en bruggen; Rijnland heeft to beschikken over het recht van varen. Wij hebben er indertijd van gelust. De ?.g. zandbakken, door vlugge sleepbooten getrokken, joegen de- bruggen en wallen stuk. Leiden kon de kostbare herstellingen doen, Rjjnland bleef een tijdlang doof voor do smeekbeden van de gemeente, om aan die dolle sleepvaart een einde te maken. Gemeente en provin ciaal bestuur, stonden beide machteloos te genover het machtige lichaam Rijnland, gen Staat in den Staat haast Hetzelfde hebben we ongeveer gehad, toen onze stadgenoot, do heer Krantz, het mid del meende te hebben gevonden om een einF de te maken aan onze stinkende grachten en, royaal, zooals we dat van hem gewend zijn, aanbood op eigen kosten de proef met zijn" plan to nemen. Was - toea het advies met: laat ons er maar niet aan beginnen, want Rijnland zal toch geen vergunning ge ven voor het aanbrengen van de waterkee- rende schotten in het Oegstgeesterkanaal, waarmee, het geheole plan zou staan en vallen. Heel politieke menschen, af stonden ze ook soms buiten de eigenlijke politiek, raad den daif ook aan, den dijkgraaf van Rijnland zitting to doen nemen als lid van den Raad en werkeljjk is dat ook een heelen tjjd het geval geweest en mogelijk heeft het er wel eens toe bijgedragen dat d© gemeente, die, zooals boven al is gebleken, in vele dingen van Rijnland afhankelijk is, meer van het Hoogheemraadschap gedaan kreeg, als an ders wel het geval zou geweest zijn. Mr. Egbert de Vries heeft echter reeds tijdens zijn Dijkgraafschap bedankt als Raadslid en de tegenwoordige dijkgraaf is nog haast te kort Leidenaar om er inge haald te worden, gesteld dat hp er ambitie voor hebben zou. Doch als men niet met de bruid kan dansen, danst men met een ander. In onze vroedschap zitten nu toet een tweetal leden, die met Rijnland in be trekking staan, n.I. de secretaris en de in genieur, twee mannen, die ook' nog wel een stem in het kapittel hebben, al is 'het dan maar een adviseerende stem. Daarvoor nog te meer hoeft het ra ij ver wonderd, dat het Hoogheemraadschap weer. een spaak in het wiel heeft gestoken van de plannen tot de hoognoodige verbetering van don Hooge-Kijndijk. Wat werd die ver betering, waarnaar zoolang reeds was ge vraagd, toegejuicht! Reeds eerder hadden B. en VT. er over gedacht, maar ze wisteh dat Rijnland het zeggenschap had over het gedeelte dat moest worden afgegraven en ze huiverden wel een beetje om vergunning te vragen. Eindelijk was de vergunning toch verkre gen, het plan gemaakt en het werk aan besteed. Nu gaat echter- Rijnland terug krabbelen, komt o.a. aan de eerst gegeven vergunning een voorwaarde verbinden, waac- aan moeilijk kan worden voldaan. Men heeft het in het raadsverslag kun nen lezen. Rijnland wenscht, beducht voor een mogelijke overstrooming, waarvan ik do mogelijkheid niet inzie, evenmin als 'de heeren .Dijkgraaf en Hoogheemraden, toen zij de oorspronkelijke' vergunning verleen den, 'n 90 o.M. hoogen dijk' aan den noorde lijken huizenkant aangebracht te zien. Daar-, mede zou men de bewoners echter zoo danig dnpeeren, 'dat er onder deze ristrictfe van het mooie plan niets komen kan. B. en W. en do Raadsleden, die inder tijd het voorstel, zooals het door dit Collége was voorgesteld, hebben aangenomen, zijn nog niet politiek genoeg geweest, werd mij dezer, dagen gezegd. Zij hadden zich' moeten neerleggen bij de bezwaren door het Raadslid, tevens ingenieur van Rijnland, tegen dat plan aangevoerd, dan had het wel losgeloepen. Dat is echter een booze veronderstelling, die ik niet accepteer. Maar wel geloof ik, dat er nog wat aan te doen is. De belanghebbende burgerij, iu de eerste plaats de bewoners van den Hooge- Rijndijk zelf, moeten zich uitspreken. Laten ze met 'n krachtig gesteld verzoekschrift naar het Hoogheemraadschap gaan, waarin wordt uitgesproken, dat het toch niet aangaat, om na een aanvankelijke toestemming, de uitvoering thans weer onmogelijk te maken. De boomen zijn geveld, de voortuintjes aan gekocht, de toestand kan zoo niet blijven. Wat zal het wezen als het straks weer na jaar wordt? Wij moeten Dijkgraaf en Hoogheemraden er van doordringen, dat het niet aangaat voor een zooal niet denkbeeldig, dan zeker- tooh zeer twijfelachtig gevaar, dat ia de toekomst eens zou kunnen dreigen, een oogenblikkelijk algemeen belang op te offe ren, doordringen ook van de waarheid, dat er in Zuid-Holland nog rekening moet wor den gehouden met andere belangen dan 'die van Rijnlands ingelanden alleen. Laat intusschen de gemeente overleggen hoever zij Rijnland nog te gemoet kan komen, opdat vóór den winter de toestand er is, zooals tnen die rich heeft gedacht. binnen betreft, niet gelijk aau dat der be- tal enden. Met dank voor de opneming. Elon o uö-iA.t n ib o m m e r. Het Vliegengevaar. Hoewel verleden jaar, van bevoegde zpde ernstig werd gewezen op het gevaar van besmetting door vliegen, verneemt men thans geen waarschuwingen dienaangaande. Is nu het gevaar niet meer aanwezig? Ieder een zal beseffen van wel. Ja, bij eenig na denken er toe komen; dat de algemeene be smetting veel grooter, en het vliegengevaar in 't bijzonder veel gevaarlijker is dan ver leden jaar. Vertrouwend dat het genoemde gevaar door deze weder onder de aandacht komt, en van bevoegde zijde hernieuwde actie zal gevoerd worden, geef ik al vast eenige aan wijzingen ter voorkoming der besmetting: Houd den omtrek uwer woningen zoo rein jnogelijk. Ruim, zooveel mogelijk, afval, meet jeu andere verrottingsproducten uit uw .omge ving weg. «Vang de vliegen zoovefel mogelijk (Uit uw (woningen. Zeer aan te bevelen Is het, des avonds mond en keel te spoelen met kamferwater (3 druppels Camphora op een glas water) en een paar maal per week in de schoenen wat zwavelpoeder te strooien. Het Zwembad, Geachte Redactie. Mag ik even de opmerking maken, naar aanleiding van de besprekingen in den Raad over de dure Leidsohe Xiwemiamoii- ting, dat het kosfcelooze zwembad te Arnhem, waarvan maandelijks, behalve mannen, ook een paar honderd vrouwen gebruik maken, precies hetzelfde bad is, op dezelfde plaatls ligt te Arnhem als het 6ad van het betalend publiek, wat dus voor de (arbeider^ of inüngegoeden in "dezje Jutet 'de hoofdzaak is, en dat men in Arnhem niet doet als in de Academiestad dus den botalenden een goeu bad geeft en de min derbedeelden in een modderpoel laat bag geren. Alleen is het Rajnbad voor de ar beiders te Arnhem, wat de uitvoering van Geachte heer Redacteur. Vergun mij een kloin plaatsje ia (Uw blad. Als de lreer Ficoher beweert, "dat een bedrag van f 6voor een abonnement op do Leidscho Zweminrichting niet 6e hoog is, dan ben ik dit in zoover met hem eens, als het iemand betreft, die alleen voor zichzelf heeft te zorgen. Maar waar het overgroot gedeelte der bezoekers gevormd wordt door kinderen en jonge menschen, die het abonnementsgeld van hun vader moeten hebben, wordt het tarief zeer be zwaarlijk. Als ik met mijn twee jongens, waa-rvan de jongste de kunst nog leeren moet, de inrichting wil bezoeken, dan kost mij c£ït zestien gulden. Zonder mij nu te rekenen tot de on- of minvermogenden waarvan vol gens den heer Fischer de inrichting niet bestemd is, kan een dergelijke uitgave toch. wel eens te zwaar drukken. En nu heb ik nog maar twee kinderen en er zijn toch nog wel ouders met drie of vier kinderen t Dat het bestuur der Leidiofro Zwemclub zich geroepen zou achten, ouders te be schermen tegen willekeurige handelingen hunner kinderen, is tooh al te gek. Met dank voor de plaatsing, S. BROEKHUIZEN. Leiden, 19 Mei 1916. KUNST, LETTEREN. ENZ. - Nieuw Ontdekte Frans Dals'en. De tegenwoordige tijd staat ia het toe ken van de ontdekking van onéekende schil derijen van oneen flaarlemschen groot meester. In ons land kwam dezen winter het zoo lang verwaarloosde portret van Nicolaes Stevias, den pastoor van Akereloot tot nieuw leven en kort daarop werd het fraaie mansportret van don heer Luyckx te Hilversum gevonden, dat tot blijdschap van alle kunstvrienden nn eens niet voor een enormen prijs naar het buitenland ging, maar in het Rijksmuseum een blijvende bewaar plaats vond, waar het de reeds aanwezige: stokken op de gelukkigste wipe aanvult. Ook Engeland is niet ten achter gebleven, uit zijn onuitputtelijke voorraden twee nieu we werken van Hals aan het licht te brengen. In de eerste plaats bevindt rich een 'fraai levensgroot damesportret in den Londen- sohen kunsthandel en voorts is op "de veiling van den inboedel van bet buiten New Lodge in het bosoh' van Windsor op 27 April oen eveneens levensgroot mansportret aan het licht gekomen, dat als onbekend in 'den oatalogns was opgenomen, doch waarop nog vóór de veiling, behalve leeftjjd en jaartal (Aetatis suea 56 Ao. 1640) het monogram van den meester werd ontdekt. Volgens den berichtgever van 3e" „Times" behoorde liet genoemde bniten in het begin der negentiende eeuw aan Joshua Bates, een Ainerikaansoh deelhebber aan de bank van Baring brothers. Zjjn dochter trouwde met den Belgischen gezant Sylvain vaai de Weyer en deze laatste heeft waarschijnlijk den Hhls gekocht. Het moet Oen 'der fraaiste mansportretten van den meester rijn en in volkomen gaven toestand. De vondst van Ue handteekening werd nog vóór de veiling algemeen bekend 'en alle voorname Londensche kunsthandelaars wa ren aanwezig. De behaalde prijs was 4357 pond sterling en tien shilling of f52.750. Portverhooging. Ook uit post, telegraaf en telefoon, zegt de „STICHT- SCHE COURANT', wil de Regeering een gedeelte van de .meerdere inkomsten, die de schatkist noodig heeft, zien te halen. v Zoo zal, als l^aar plannen doorgaan, het port voor briefkaarten op 3 cents gebracht worden. Maar dan krijgt men de kaart zelf gratis. Eigen kaarten gebruiken zal vermoe delijk wel geoorloofd blijven, doch dan moet er toch een- zegeltje van 3 cents op, zoo dat er in het gebruik van eigen kaarten geen voordeel meer zit. Zeer hopenwe, dat de Regeering zal te vinden zijn voor het denkbeeld, dat ia het voorloopig verslag aan de hand wordt ge daan, om voor brieven en kaarten, die op Zondag door de postambtenaren moeten be handeld worden, een hoogere port te eischen. Dit zal den Zondagsarbeid voor do amb tenaren zeer verminderen, zonder dat het land er schade van heeft. Want de brieven, die anders op Zondag gepost worden, zul len dan vóór of na dien dag verzonden worden. En voor wat de brieven aangaat, die op Zondag noodzakelijk verzonden ot bezorgd moeten worden, zullen de inkom sten van de- schatkist er cloor toenemen. Twee vliegen ïu één klap dus. Non -p os s u-mus. Velen onzer lezers, aldus „DE STANDAARD", zullen dit „wij kunnen niet'' zich herinneren uit de dagen van weleer, toen do hTtte van den schoolstrijd in heel ons land word gekend; men ons dwingen wilde en we ons niet konden laten dwingen. Vele jaren zijn voorbij gegaan en thans vinden we het JN onpoissumus terug in een linksch blad; het is do hoefijzerman van het „HANDELSBLAD" die er mee komt aandragen; óók in den schoolstrijd en wel naar aanleiding van het voorstel tot wijziging van Art. 192, dat, paar hij meent, niet slechts tot verzwakking, maai zelfs tot uitsterving van do openbare school moet leiden. En bet doet den schrijver zoo leed, dal Lij bet Non possum us. rueent te moe ten aanheffen: „Wij zouden gaarne van harto kunnen in stemmen met het voorgestelde art. 192. Niet omdat wij zooveel waarde hechten a-an de daardoor opgewekte illussie eener „pa- oificatie". Maar omdat de volgelingen der rechtsche partijen nu eenmaal, te recht ol ten onrechte, gemeend hebben ernstig be zwaar te moeten toonen tegen bet bezoekon door hum kinderen van de openbare school en omdat wij gaarne ieder rechtsgevoel zooveel mogelijk willen helpen bevredigen. Maar niet ten koste van dat van ande ren, dat wijzelven redelijker vinden. En niet ten koste van een stelselmatige clori- oaliseering van ons volk met hulp van Staatsgeld. Tot nu toe eisebte de regel van de Grondwet, uitgelegd in do h. O.-wet. dat er in elke plaats minstens één neutrale school moest zijn. Alleen pracfcische onmo gelijkheid dwong, als force majeure, tot afwijking. Volgens bet nu aanhangige voorstel wordt die regel welbewust geschrapt en vervan gen door een uitdrukking, welke t-atgene, fwat thans aïechts als mood-uifczonaeriing kon bestaan, als iets nornïaais sanctioneert. En daarnaast wordt het uitgroeien vaD dien toestand van Rijkswege bevorderd door bet voorschrift, dat de bijzondere scholen, die toch altijd op de openbare een grooten voorsprong hebben om de kerke lijke machtsmiddelen waarover' zij beschik ken, uit do publieke kassen zullen worden' bekostigd met de volle 100 pÜb., evenals ïit bel Engelseh' van Charles Marriott. (Nadruk Verboden). diepe lijn tusscben haar .wenkbrauwen de trek om haar mond, niet gemaakt om ar aandoeningen te verbergen, verrie- een terughoudendheid pijnlijk om aan aion in iemand, die nog zoo jong was. zon al de vrouwelijkheid, die uit haar -en lippen sprak, zich wreken. Zon- lidel te zijn, geloofde Stotb, dat, als hij J geweest om haar liet hof te ma- haar tróuw aan Harpur nieb lang °istand geboden zou hebben. Hij was er er van, dat haar koelheid tegenover 'hem gevolg was van een misverstand, dat een paar woorden opgehelderd kon juen. Maar die paar woorden zouden F' alleen verraad aan Hu-go insluiten, ten bedoeling, maar oók <db opoffe- van zijn persoonlijken trots, en daar f. J niet rijp voor. 111 spraken over Penolv'er, alsof zij afge- 0 "eu hadden, zich bij oen veilig onder- hepalen, hoewel Vivien ten minste 1 GGwust was, dal; zij, door over Penol- g pJ'atcn, reeds dat gedeelte van '■elvo verried, dat haar -plicht jegens ||'r)ui" eisohte te onderdrukken. Zij dacht i?e®n s°ort van schaamte aan haar vroe- °neven aan Harpur met hun wanho- riikJ^111®60 0m prec*es fce ze£gcn, welke e5. 'laar nieuwe omgeving op haar 0 Dat was evenals-een kind, dat in een koud bad ligt te j>lassen, en beweert, dat het plezier heeft. Zij had van de ver andering genoten, zeker, zelfs gedurende de eerste paar dagenmaar zij had het niet zoo hardop moeten zeggen. Toen zij in Penolver kwam, hadden de klippen en hei develden haar gednikt; maar nu werkte de harde ruwheid van de plaats op haar verbeelding. Toen zij gedonder was gewor den, had zij zich aan haar. omgeving kun nen aanpassen en die begrijpen. Na Oornwallis zou Buckihinghamshire or dinair lijken. Zij was er zoo ver van ver wijderd1 over haar indrukken te willen spreken, dat zij nu zelfs voor zichaelve wilde verbergen, hoe v.reeselijk zij het dal en de zee zou missen, en dat. alles sprak juist zoo stork tot wat zij meende, dat het verboden deel van haar natuur was. Ditmaal bleef Vivien langer in de kamer dan uit beleefdheid strikt noodig' was. Zij wilde Sfcott opnemen, terwijl hij met haar moeder sprak. Hij leunde voorover met zijn breede handen tusschen zijn knieën en zijn gemakkelijke houding en de flinke wijze, waarop zijn voeten op den grond stopden, bevielen haar. Zij werd niet langer terug- gestooten door zijn zelfvertrouwenden blik. Haar maatstaf, of mensöhen ontwik keld waren, was tot nu toe geweest de uitdrukking hunner oogen en hun voor hoofd. Als zij probeerde zich te herinne ren, hoe haar kennissen or uit zagen, zag zij niets onder hun monden; de lichamen waren slechts meer of min goed gevormde vaten, om de ziel in te bergen. Nu had zij den plotselingen indruk van een geheel nieuwe en onontgonnen wereld. H^ wa» niet de eerste maal, dat zij een dergelijke ontdekking deed. Langen tijd hadden Flaxman's illustraties bij de Ilias en Odys see en de beelden in de musea zich haar de Grieken als een wit marmeren volk doen voorstellen, en het had haar bepaald een inwendigen schok gegeven, toen zij op ze keren dag begreep, dat bij hun leven Paris en Helena en Antigone en Alcestis min of meer door de zon verbrand, rood of bruin moesten geweest zijn, met gekleunde oogen, levend bloed in hun wangen en donker of blond haar op hun hoofd». Zij zag nu in, dat het geheele voorkomen van Stott aan trekkelijk waa, hoewel er verschillende dingen waren, die haar niet" aanstonden. Zijn neus was te wijd, hij zag rooder dan zij mooi vond, en hij was te stevig ge bouwd om te passen bij haar opvatting van het menschelijk lichaam als een omhulsel van de zieL Behalve de gebreken in zijn voorkomen, waren er andere dingen, die zij graag in hem verbeterd zou hebben. Hij sprak bijv. onaangenaam eentonig, omdat hü bang was voor gemaaktheid'. Zij zou hem niet geheel willen veranderen alleen maar wat opgeknapt; en zij had het ge voel, alsof zij preoies wist, hoe zij da-t doen moest. Het was een merkwaardige ontdekking, dat uiterlijk en manieren op zichzelf van belang waren. Zij stelde Selwyn Harpur's goed voorkomen en goede manieren natuur lijk zeer op prijs, maar toch slechts als bijzaak. Zij was verliefd gewonden op zijn geest. Niet, dat het Stott aan geest ontbrakmaar men dacht er niet aan dien bij hem als iets afzonderlijks te beschou wen hij drong door het geheele lichaam en gaf daar leven aan. Een 'deel van de belangstelling, die zij yoor, Stott koesterde, was ongetwijfeld een gevolg daarvan, dat het „de verboden vrucht" was. Zij was min of meer ver baasd, dat zij geen duidelijker teekenen van een lage natuur bp hem kon waarnemen. Het was een geloofsartikel bp haar, op gezag aangenomen, "dat ondeugd altijd lee- ltjk was en gepaard ging, met onbeschaamd heid, luiheid en minachting voor familie genegenheid. (Waarsohpolijk was Stott slecht, maar, toch was hp zeer vlijtig, goed ge manierd, en hield hp hartstochtelijk veel yao, zijn zoon. Ondeugd kon dus eigenlijk niet zoo leelpk zijn. Tenzij Sehvyn zioh in Stott vergist had? Hij had overtuigd ge noeg gesproken, maar hp kon verkeerd in gelicht zijn. Mevrouw Hyde, die alles van Stott wist, had 'de babbelaars uitgelachen. Maar zij was zpn vriendin, en 'dan, hoewel yivien haar wel mocht lpden, twijfelde zij er aan, of zp wel tot de soort menschen be hoorde, 'die zich iergeren aan die slecht heid, waarop Harpur had gedoeld. Er was zeker iets bijzonders met Stott, 'en Vivien was er zeker van, dat de sleutel van het geheim ,-,'de Proef' was, waar mevrouw Hyde' op gezinspeeld had. Handelde zp eigenlijk wel eerlijk tégen over Selwyn? Zp stond op, nam een boek' van het plankje in den hoek wenschte Stott goeden avond en zei haar moeder, dat zp op de klippen ging lezen. Mevrouw Eady ving Stott's blik op, waar mee hp Vivien nakeek, toen' zp de kamer uitging, maar zij begreep hem verkeerd. „Dochters zpn een heele" last, mijnheef Stott," zei S5j. „Ik zou anders zéggen, dat u alle reden badt om tevreden te zpn," zei Kp lachend én ging weer zitten. j j. Zij was enkele oogenblikken stil (en zei toen: „Nu, ik weet niet. (Vivien is zeker ee>n goed, lief kind; maar, om u de waarheid' to zeggen, ik maak mij ongerust over haar/' „Waarom?" vroeg bij. „Och, dat weet ik eigenlijk niet. Allerlei kleinigheden. Zij. is zoo veranderd. U zoudt haar niet kennen uit het meisje, dat zij op achttienjarigen leeftijd was." „Nu, u kunt toch niet verwachten, dai 'de menschen stil blpven staan." „Neen, maar men verwacht niet, dat een viooltje in een anjer verandert," antwoord de zij. „Het zou niet natuurlijk zijn, en Vivien is nietr natuurlijk." Stott herinnerde haar aan het „leelijko jonge eendje." „Ja, ik.weet wel wat u meent; maar dit is iets anders. Ik wil niet zeggen, dat Vivien leelijk wordt, hetzij uiterlijk, hetzij in ka rakter, maar zij is zij is niet meer, maar minder dan zij was; als u me begrijpt. En als alles, wat zp zeggen over vooruit gang van het verstand, waar is, kan het niet goed zijn, bet beste deel van je zelf achter te laten, nietwaar?" i Stott begreep heel goed wat zij beJodda, maar zei niets. „Is u voor lange engagementen, mijnheer Stott?" vroeg zp hem opeens. „Och, ik weet 't niet," zei hij, wat ver rast. „Menschen, die gaan trouwen, moeten toch we-1 wat van elkaar weten." „Ja, maar boe? Ik geloof niet, dat zij elkaar beter leeren kennen, al zijn ze nog zoo lang geëngageerd. Zp gaan alleen vit ten. En als zij toch' met illusies moeten trouwen, kunnen 2p die evengoed geheel inslikken, zonder dat er kale plekken dcor- sohpnen, 'die. ze maar ongelukkig makon,"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5