Binnenland. Ingezonden. Engelsche Brieven. worclen gevraagd. Spreker ontkent, dat liet leven op een dorp goedkooper ik clan in een stad. Voor een ambtenaar en een onderwijzer is het teginc.ee! waar. Hij vindt de voorgestelde regeling onvol doende, onbillijk c verkeer,. De onte vredenheid onder de ambtenaren en de beambten zal or nog grooter door worden. De heer HELSDINGEN vindt een duur- tetoeslag als een gunst-, zooals een kellner een fooi als gunst ontvangt. Spr. zou de voorkeur aan een salarisverbefcerïhg heb- ben gegeven. De Regeering grijpt deze re geling aan als een rniddol om te ontkomen aan een blijvende loonsverhooging. Voor een algemeen© loonsverhooging moet men blijven ijveren. Eigenlijk kon spr. den du urbobo er-lag als surrogaat niet aanvaar den, maar spr. aanvaardt den toeslag noodgedwongen, omdat den bet-Tokken en anders dit kleine voordeel zou ontvallen. Tegenover het besluit van den Onderwij zersbond zegt spr,, mede na-menr zijn poli tieke vrienden, tlafc hij niet bereid! ïr een voorstel in dien geest te doen. Spr. drong er—voorts bij de ICegeering op aan de aangegeven loongrenzen to wij zigen, zooals in tal van adressen is ge vraagd, n.l. om do loongrens to brengen op f 1500. Ook bepleit spr. voorts o.a. wijziging van de klasse-indeeling. Dc heer DUYMAER VAN TWIST dankt de Regeering voor do toegezegde verbete ringen. Dooh ook spreker is niet voldaan. Het is de plicht vaft den werkgever den werknemer een behoorlijk bestaan te ver zekeren. Dit laatste is nu in de tegen woordige omstandigheden niet het gevaJ. Spr. bepleit voorts o.a. toekennihg van den duurtetoeslag aan do onderofficie ren. Hij dankt den Minister van Marihe voor hetgeen dezo doet voor he'fc marine personeel. Ook voor de gemobiliseerde ambtena ren houdt spr.een pleidooi. Do heer KETELAAR komt op tegen de meening, dat de duurtetoeslag een gunst zou zijn. Spr. ziet er een bewijs is, dat de Regeering ihziet, dat de loon en thans on voldoende zijn. Ook spreker is dankbaar, maar niet voldaan. Hij wijst er op dat de geheelo Commiaie van Rap pórt ours met klem aandringt op verhooging van cle loongrens. Wat den duurtetoeslag voor de onderwij zers betreft-, betoogt spr., dat niemand ont kent, dat de salarissen te laag zijn. Gok de Minister heeft dit erkend. Hij zou de kweetite bij deto duurtetoeslag onder do oogen zien. Maar dat is dan zeer oppervlak kig geweest. Men zal dan ook éën. kreet van teleurstelling kunnen hooren ih alle kringen van onderwijzers. Ook spr. zal niet met een uitlichtiYigsvoorstel komen, maar ziet in de houding van heb salaris- comité een uiting van jaren verkropte achteruitzetting. Het gaat niet aan den wensch van 20,000 ambtenaren met een ge- ba'ar voorbij te gaan. Do heer VAN WIJNBERGEN wijst er. evenals do vorige sprekers ook reecls gedaan hadden op, dat amendeering van hot ontwerp onmogelijk is. Alleen lean het totaal cijfer worden verhoogd. Ook spreker had gaarne gezien, dat de loongrens van. 1200 op 150-0 was ge bracht. Spreker wil het ontwerp aanvaar den e-n dan do Regeering met aandrang verzoeken, clat zij al haar krachten aan wende om de duurte zelf te verminderen. Wat den toeslag van de onderwijzers be- treiftj, merkje spr. op, dat deze nu fn sommige» onde-rjwijzerskringen wordt ver worpen. Spr. critiseerb den oproep, hier over door den onderwijzersbond tot de leden gericht e-n vertrouwt-, dat de oncler- wijzerfi zoo verfetandtjg zullen zijn den toeslag te aanvaarden. Ten «lotte drong hij er bij de Regeering op aan te verkla ren hoe het staat met cle zaak van do ver betering der onderwijzerssalarissen. De Kamer moet daaromtrent worden inge^ licht. Of moeten eerst de belast-ingontwer- pen worden aangenomenLaat dan de RcgeerJng ruiterlijk verkllanen, dat het niet- haar bedoeling is voor 1917 de herzie ning der o d d er wijzer ss al a r i<s se n tot stand to brengen. De heer TER LAAN (Rotterdam) be toogt o,a. dat ïn verschillende adressen slechts zeer matige wensc-hen naar voren zijn gebracht, vooral als men ziet hoezeer de prijzen der cv ens middel en zijn geste gen. Voor vele beduidende groepen van personen is deze toeslag meer schijn clan 'wezen. Uitsluiting van de crgohuwHen is onlogisch en inconsequent, i e toestand is, volgens spreker's oordooi, \an cü'en aard, dat een nieuwe loonregeling na l Januari 1917 niet zal kunnen uitblijven. Hij achtte noodig een parlementaire commissie voor een meer regelmatige salarislijn, üpreker oordeelt, dat er nu verschillende wetsont werpen op stapel st-aan, waarbij we maar een weibig de schroef behoeven aan te draaien, om er een paar milfioen meer uit te halen voor de verbetering van de tsa-larifesen. Spreker wcnschte voorts o.a., dat ook iets voor de gepensioneerden zou worden gedaan en hij bepleitte ten slotte uitbetaling van den toeslag te-gelijk met het loon. Do heer KOLKMAN verklaart, dat hij wat betreft- het' ontwerp meegaat met de Regeering, omdat hij gouvernementeel is aangelegd, al zou hij niet door ciVx en dun in alles meclegaan. Spr. is er tegen om nog meer aan alle touwtjes te trek ken, ten ednde voor nog de een of andere categorie iets gedaan te krijgen. Ru3m IhalftwaaKf word d a vergadering verdaagd tob Donderdhg elf uren. Drinku aterroorziening. De heer Rutgers heeft een zestal schrif telijke vragen ingezonden betreffende de drinkwatervoorziening in Zuid-Holland1, Noord-Holland en Utrecht, voornamelijk ten doel hebbende een antwoord te ontvan gen op de vraag, of de directeur van het Rijksbureau voor Drd rik wa-torvoorzi enih g de bevoegdheid heeft gehad om de gemeen tebesturen va-n W a d d i n x v e e n en Warmond af te houden van het nemen van maatregelen in het belang der .water voorziening van die gemeenten met het- oog op do tot-stancl-koming van een centrale drinkwater-voorziening voor genoemde pro vinciën- De Minister van Binnenlan-dsche Zaken beeft in antwoord hierop medegedeeld, dat hij aan genoemden directeur opdracht heeft gegeven tot heb opmaken van de plannen voor bedoelde centrale drinlcwar te-rvoorziening en dat- uiteraard die op dracht in zich sluit het voeren van onder handelingen over levering van water aan de in die plannen opgenomen gemeenten. De directeur hee£t juist het zijne gedaan om Waddinxveen aan goed drinkwater to helpen, en wat Warmond betreft, heb ge meentebestuur was van oordeel, dat een centrale watervoorziening meer waarbor gen voor deugdelijk water zal bieden en zeer waarschijnlijk ook voordeeliger voor waarden dan een aansluiting bij de Bos- koopeche bropwaterleiding. Schriftelijk beantwoorde vragen. De heer Bogaarclt heeft den 23sten Maart naar aanleiding van het adres d.d. 9 Februari door do Ned. R.-K. Vereenf- ging Aan Directeuren en Commiezen bij do Posterijen en Telegrafie aan den Minister van Waterstaat gericht, cle volgende vragen ingezonden: lo. Is het waar, dab reeds in 1912 het voornomen bestond, ook aan het hooger peijsoneol der posterijen en telegrafie kindertoelage te erleer.cn en dat voorne men-niet ten uitvoer werd gebrachu, om- dab bedoeld personeel zulk een toelage niet zou wensohen, zooads beweerd wordt in de aangehaalde motie der Vereeni- ging van Directeuren en Commiezen 2o. Is de Minister bereid, om, indien hij, in tegenstelling met hetgeen in het onder- werpelijk adres beweerd wordt, van mëe- ning is, dat kindertoelage door het hoo- ,ger personeel der poefter ij eln en te)le- grafio niet gewenseht wordt, omtrent doze aangelegenheid een enquête te doen in stellen als in het adres gevraagd wordt.? 3o. Is cle Minister bereid, om, indien hij de meening toegedaan is of verkregen heeft, dat het hooger personeel bij dc pos terijen en telegrafie, kindertoelage wenist-ht te bevorderen, dat aan het verzoek, in liet adres gedaan, voldaan wordt? De Minister van Waterstaat heeft hier op geantwoord: lo. Ten aanzien van deze vraag kan do ondergeteekende mededeele-n, clat bij be schikking van 19 April 1913 door zijn .ambts voorganger op een adres van den Roomsch- K'athol? eken Bond van Directeuren en Commiezen bij Posterijen en Telegrafie, d.d. 19 November 1912, om verbetering van positie o.m. door toekenning van ge- zinstoelago afwijzend is beschikt. Of genoemde ambtsvoorganger het voor nemen heeft gehad op deze beschikking te rug to komen, en zoo ja, om welke rede nen hiertoe niet is overgegaan, daarom trent kan de ondergeteekende geen in lichtingen verstrekken. 2o. Het-ligt niet in het voornejnen van ondergeteekende de toekenning van ge zinstoelagen aan het hoogero personeel der posterijen en telegrafie te bevorderen, en mitsdien bestaat er voor hem geen |*anlfed(ditog f!ot het fnstellen van de in deze vraag bedoelde enquête. 3o. Deze vraag behoeft geen beantwoor ding in verbaud met het antwooru op vraag 2. Twee kerkvoogden der Ned.-Herv. Ge meente Sebaldeburen, (Groningen), zijn door, het „Algemeen College van Toezicht" uit hun ambt ontzet. De Minister van Financiën maakt be kend, dat ten kantore van den ontvanger det successierechten, kantoor no. 1 te 's-Gra- venhage, van iemand, "die onbekend wenSchl te blijven, is ontvangen f 10,000, bestemd als schenking aan 's Rijks schatkist. Dezo schenking wordt door do Regeering in dank' aanvaard. Tot directeur der H. B. S. te Dor drecht is benoemd dr. J. J. Prins, leeraar, aan een H. B. S. to Rotterdam, met 13. stemmen. Op dr. G. van Rij, leeraar aan een H. B. S. te Amsterdam, waren 12 stemmen uitgebracht. Eén lid stemde blanco. De Algemeene Synode der Ned.-Herv. Kerk is gisteren in buitengewone vergade ring bijeen gekomen voor het benoemen van eeu kerkelijk hoogleeraar aan de universi teit te Utrecht: Kennis werd genomen van een afscheids groet van den hoogleoraar dr. C^nnegieter, die wegens het bereiken van de leeftijds grens zijn ambt aan het einde van dezen cursus moet nederleggen. Do commissie van voordracht heeft het volgende drietal opgemaakt; dr. A. M. Brou wer, rector van de Zendingsschool te Rotter, dam; dr. A. II. do Hartog, pred. te Haar lem; dr. J. R. Slotemaker de Bruine, pred. te .Utrecht. De benoeming heeft heden plaats Benoemd zjjn tot burgemeester van Prinsenliage jh'r. F. C. V. Dommer van Pol- dersveldt; Arnhem: mr. A. J. A. A. baron Van Heemstra, beiden met 1 Mei; Breuk'elen. Nijenrodo en Breukëlen-St.-Pieters: mr. M. P. Thomassen A. Thuessink' v. d. Hoopi van Slachteren, met 3 Mei; Vrijenban: mr. W. J. Saaymans Vader, met 6 Mei; Slenakën: W. H. Speetjens, mot 10 Mei; Delft: mr. L. W. 0. V. d. Berg; Oirsbeek: F. J. Mau- nens, beiden met 14 Mei; Gassel: A. M. Hu berts, met 13 Mei. Men 'schrijft aan de ,,N. R. Ct.": De Minister van Financiën heeft nu aan: den kerkéraad der Herv. Gem. van'Den Hel der de definitieve regeling der marinepredi- kanlstraktementen gezonden, onder uitdruk kelijk voorbehoud, (lat van de twee predi kanten één steeds moet belmoren tol de vrijzinnige en één tot de orthodoxe richting.: Zooals men weet, zijn de beide marine- predikanten onlangs als leeraar der gemeente Den Helder bevestigd. Voortaan zal dus, buiten de" wetten der, Ned.-Herv. Kerk' onï, de kerkeraad van Den Helder één vrijzinnig en één orthodox Re- geerir.gspredikant aanstellen, ofbehoon de Ned.-Herv. Kerk officieel gben vrijzinnige of orthodoxe predikanten ként. Do gewone audiëntie van den Minister van Marine zal Vrijdag 23 April niet plaats heiben. Kauievverktexiiig Weert. Voor de Tweede-Kanier-veikiezing in het district Weert (vacature-De Stuers) zijn uit gebracht 4793 geldige stemmen. De vol strekte meerderheid was dus 2397. Mr. dr. Henri van Groenendael, te Zwolle, verkreeg 1245 stemmen, A. Kellenaers, uit Leiden, 719, mr. W. F. W. Kolkman, burgemeester van Weert, 1850, G. .T. H. Peters, burge meester van Bergen (L.) 979 stemmen, zoo. dat een herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren Van Groenendael en Kolkman, beiden R.-K. Peetgevalleu op Java. Ten vervolge op het bericht, opgenomen in de „Staatscourant" van 11 dezer, wordt bekend gemaakt, dat bij het Departement van Koloniën het volgende telegram van den fouvernenr-generaal van Ned.-Indië, d.d. 22 ezer, betreffende pestgevallen op Java van, 24 Maart tot en met 6 dezer is ontvangen. Djombang 1 nieuw geval, geen dooden. Lamongan geen nieuwe gevaflgn, 1 doode. Pasoeroean 4, Kediri 2, Toeïoengagoeng 1, Madioen 2, Magetan 1, Soerabaja (stad) 13, Soerabaja (afdeeling) 1, Sidoardjo 1 en; Soerakarta 9 doodelijke gevallen. Hierbjj wordt aangeteek'end, dat de to taalcijfers over bovenbedoeld tijdvak zjjn: 35 gevilen en 55 dooden, en "dat zaj over het nagenoeg overeenkomstig 14-daagsche tjjdvak van het vorige jaar (26 Maart tot en met 8 April 1915) bedroegen 206 ge vallen ?n 180 dooden. Vogelnesten. Mijnheer de Redacteur 1 Gelieve opneming van onderstaande re gelen in Uw veelgelezen Blad. Nu de tijd \freer aangebroken is, dat do vogels hun kunstige neeten bouwen, met veel moeite en zorg hun eieren uitbroeden en de jongen opvoeden, meen ik langs de zen weg nogmaals te moeten wijzen op bet zich steeds uitbreidende kwaad van nesten verstoren en de hulp van iedereen in te moeten roepen om dit wreed© bedrijf te bestrijden. De geduehtste vijanden van onze vogels zijn in do eerste plaats opgeschoten jongens en scholieren uifc de hoogste klasse der lagere scholen; hefris'ongelooflijk hoe veel eieren er jaarlijks door dezo heeren meegenomen worden. Maar meen niet, dat alleen jongens op het lijstje van eieren- roovers staan, volstrekt niet; er zijn nog vele volwassenen, die zich niet schamen om eitjes uit to halen; zelfs militairen, die na oen vermocienden marsch een kwartiertje pauzeoren, besteden dezo rust, om door Struikgewas dwalend of in hoornen klijm- rdend, nesten op te zoeken, natuurlijk met minder goede bedoelingen. Het moge voor den geaehten lezer vreemd lijken toch is het con voldongen feit. Sedert 1913 hebben wij een uitstekende en strenge vogelwet, welke, behoudens en kele uitzonderingen, uitdrukkelijk ver biedt het verstoren van vogelnesten en zelfs het vervoer van eieren van in 't wild le vende vogels; maar uit den aard der zaak worden de strafbepalingen dezer wet zoo weinig toegepast, da-ar do overtreders voor het meerendeel minderjarig zijn. Volgens den jachtopziener helpt een pak slaag be ter dan een proces-verbaal en wel om cle eenvoudig© reden, dat dc ouders van de kwade praktijken van liun. kroost meestal nicfc afweten en juist deze moeten do ovcri- tueelo geldboeten betalen. Een flinke tuch tiging is daarom de meest toegepaste re medie. Wanneer, ouderen daarentegen op heeterdand betrapt worden (en dat gebeurt zeer zelden)', willen de beambten „voor zoo'n kleinigheid" geen proces-verbaal op maken er staat immers toch geen premie op En waarom worden nesten uitgehaald, zult ge vragen? Vaak uft pure baldadigheid, waardoor do jonge vogels op de plaat-s doodgegooid of wel do eieren direct ver nietigd worden. Doch er is meer. Dikwijls worden do eieren uitgeblazen en de dop pen aan Oen draadje gö'regenvoor versiering van een spiegel of iets dergelijks. Onnoodig te zeggen, dat na enkele weken dc kleur geheel verdwenen is en do eieren door den draad zakken. Velen houden zich bezig met het aanleggen van eierverzame lingen; do dopjes worden dan zorgvuldig in een kistje of doosje gedeponeerd. Niet zelden valt door een of ander ongelukkig toeval de verzameling eens op don grond, alle doppen breken en met frisschcn moed wordt'weer van voren aan begonnen. Is het nie-t treurig, dat hierdoor jaar lijks de vogelstand achteruitgaat; mag een dergelijke wantoestand blijven bestaan T Laat ieder daarom allereerst-in zijn naaste weer, om niet tc spreken van weken van menschclijk zwoegen, in mijn hand is. Hier is stof voor droomen voor een half dozijn dichters en de grond van alles is aarde, aar- do en zonlicht." Mevrouw JEady zei, dat zij, als een zuinige huisvrouw, de poëzie op fleSschcn voor Vi vien zou overlaten, en zij vroeg naar dc beste manier om bessenjenever to maken. Stott vertelde het haar, en voegde er bij „Er zijn eea menigte dranken, die men zou- der bijzondere hulpmiddelen kan maken. Ik weet niet, of u het gewone vooroordeel tegen Engelsche wijnen en likeuren deelt. Meestal is het wel verdiend, en eigen ge maakte nabootsingen van vreemde likeuren zijn in den regel akelige kost." Zijn opgewektheid werkte aanstekelijk en zij gingen ronu, hier en claar kijkende, daar proevende, totdat mevrouw Eady er YJien aan herinnerd©, dat de tijd op schoot. ,,Nu begrijpt u waarom ik zooveel ruim te noodig hob. juffrouw Eady", zei Stott, toen hij do dein* achter hen s'oot. Vivien zei, dat zij vermoedde, dat hij probeerde de boeren uit do str^ ^k op te voeden. „Schoolvos!" dacht hij bij zichzelf, toen hij den sleutel met een ruk om draaide, maar hij zei hardop: ..Daar heb ik geen haast mee. Het is niet goed om tc pi -ken. Als ok in de dorpsherberg kan gaan, waar zij over hun glas zitten te brommen over den 'agen prij? van spruitkool, o.i uit mijn een en zak een buidel met goud kan halen en zeggen ,,difc zijn ingelegde viooltjes" en uit mijn anderen zak nog een buidel met goud te voorschijn kan fcrdngen c f zeggen: ,,en dit zijn zwart© bcasen", cfan zullen zij mfèsohien beginnen hun ooren op te zet ten en vragen gaan doen. En dat is heel goed ook. Zij hebben tijd, geld noch ken nis, om zelf nieuwe dingen uit te vïnden, ci) zij zijn te wijs, om veel aandacht te schenken aan een vriendelijken jongen man uit den Graafschapsraad, die hun vertelt, dat de ware manier van handelen niet die is, d'ie zijzei ven, hun vaders en grootvaders, ïhm leven lang gevolgd heb ben. Natuurlijk heeft de jonge man uit den Gwaafse!ïapsraa-d wel eens gelijk; maar gewoonlijk heeft hij de plaatselijke om standigheden niet genoeg bestudeerd en er steekt meer in plaatselijke omstandig heden dan men. denkt. Daarenboven ge loof ik, dat hij niet genoeg waarde hecht aan de groot© vraag: Brengt het wat op D© laatste opmerking hinderde Vivien, ca zij begon over idealen te praten. Stott luisterde geduldig- en keek met heimelijke "bewondering naar haar ernstig gelaat. Hij geloofde, dat hij haar nu wat begon to be grijpen. Hij dacht, dat zij in sommige op zichten haar gevoelens geweld aandeed en het meeete in de wereld beklaagde hij Iemand, die met zichzelf in strijd Was. „Ja. dat is goed e-n wèl, juffrouw Eady", zei hij ,t<>en hij 'uitgesproken IiaeC; „maar men moet beginnen met de stof en daar naar uw idealen uitwerken. Men kan geen stelregels, die in de studeerkamer, buiten de wereld, zijn uitgedacht, toepas sen op menselielijke wezens. Hier zijn wij, mannen en vrouwen met behoeften, be geerten neigingen, en hier is de wereld vol van ruw materiaal voor onze ontwikkeling. Men kan een edel karakter noch geluk krijgen door direct op het doe1, af te gaan zonder te letten op datgene, waartoe men in staat 18. Het helpt niet te gaan zitten en to zeggen: ..Ik wil goed, groot, geluk kig of edel zijn." Dio dingen behooren bij onzo betrekking tot het .heelal. Natuurlijk is cr nog een andere weg dc weg van verzaking." Vivien- was er zeker van, dat, als Har- pur hier geweest was, hij Stott bewezen zou hebben, dat zijn philosophic geheel verkeerd was. Zij was niet voorbereid om zelf met hem te debatteereo en daarom gaf zij alleen vage algemeenheden ten best© over materialisme en het verval der poëzie. Stotft keek, of hij wilde aanvallen; maar om een of andere redeai, misschien, omdat hij zich bewust was, dat haar voor- oordeelen te diep geworteld waren, om voor de vuibt weg bestreden te worden, zag hij er van af tegen te spreken. Hij was ook altijd wat bang voor een twistgesprek, dat persoonlijke eigenschap pen kón verraden. Hij was zeer goedé vrienden met verschillende vrouwen, maar waarschijnlijk, omdat hij begreep, dat eenige intiemere betrekking een onaangename uit legging zou meebrengen, was zijn manier van spreken met haar een soort van goed aardige meerderheid een haar op een afstand houden, niet uit egoïsme, maar óm! zuiver practische redenen. Hij zou niemand hebben willen trouwen, zonder haar de waar heid omtrent Hugo te vertellen, en dus kon hij eigenlijk niet trouwen. Vivien prik kelde hem tot grooter oprechtheid dan de" meeste vrouwen, en omdat hij. niet "met haar redeneeren kon, zonder meor van zich zelf en zijn geschiedenis te Zéggen, dan hij raadzaam achtte, zeidé hij in het gé- heel biets. Zij waren nu bóven in de Rosemorran- Vallei, en keken neer op velden en tuinen, omlijst door brem- en vlierfcoomen, slapen de in do ondergaande zon. Het voortdu rend geruisch van de zee steeg tot hen op als het verwijderde gedruisch 'eeiier I groote stad. De yissohörssohuiten van Tre- 1 venen gingen naar het westen, met de ebbe, gelijk een vlucht bruine vlinders in de richting van den Wolfvuurtoren. Zij namen hun weg door de velden met nar cissen, muurbloemen eb viooltjes; door aard beienbedden en lange rijen frambozenstrui- ken, tot bóogjes gevormd; tusschen heggen van vlier en èereprijs. Stott keek mot een scherp oog rond, en stond nu en dan stil, om iets te zeggen tegen een der manneb, die in het veld werkten. „Het boerenbedrijf, ziet u," zei hij, ,,is evenals Sam Welber's „swarry", vleesch met versieringen. Hier is het vleesch de veestapel ossenvleescb, boter, 'en varkensvloesch. Dat geeft maar een schrale broodwinning, maar de versieringen zrjb van allerlei aara: De soort versiering veran dert met don toestand van de markt. Vroe ger was het koren; maar ik geloof niet. dat eenig tarief koren nog weer, dé moeité zal doen loonen. Toen kwamen vroege aard appelen, maar Jersey en het vasteland kwa men er. bij en bedierven dé markt, en het- zelldé gebeurt nu met de -bloemen. Mijn plan is mijn „vleesch" mijn veestapel zoo goed mogelijk te maken, en proe ven te nemen met de versieringen, bijen, spruitkool, kaas, pluimgedierte, vruchten, bloemen, van alles. Ik beweer niet, dat ik een ontdekker, hen. Gladstone begreep het beginsel, maar zijn voorstel was te echt Engelsch en te veel omvattend. Jam: laat alles loopen en maak jam. Nu, Jam is een omgeving voor de vogels pleiten; wij kuQ. nen allen meehelpen om deze dieren, diq toch van zoo'n onberekenbaar nut zijn voor bosch-, tuin- en landbouw, te beschermen. Laat vooral op de scholen telkens en tel! kens hiérop gewezen worden (enkele on< derwijzerg gaven reeds het goedo voorbeeld) en ten slotte mij den wensch uitspreken dat door de meewerking van het publiek het getal der zangers, die ons innemen door; hun vroolijk lied, ons bewondering af dwingen en onze liefde opwekken voor de heerlijke natuur, binnen enkele jaren ver. dubbeld moge wezen. U, Redacteur, dankend voor opnominc EEN VOGELVRIEND. (Van onzon Londenschen medewerker.) (Nadruk verboden). Londen, 26 Maart. Naar wij vernemen, zal de oorlog 1" Juni beëindigd zijn. .Wanneer ik met een dergelijke opzien barende mededeeling voor den dag kom, geef ik er de voorkeur aan het onpersoon lik-journalistieke \v jj te gebruiken. Men zou, landers allicht denken dat ik zelf aan die voorspelling geloof hecht. Toch gaat het praatje heel Londen door. Iedereen, die het hoort, zegt het voort en daarom zie ook ik niet in, waarom: ik het den lezers Van dit blad zou onthouden. Dei bewering steunt op de volgende geschiede nis, die, «aar piï van talloöze verschillende 2/(jden verzekerd wordt, volstrekt waar ge beurd moet zijn. Het\wordt mij zoo stellig verzekerd, dat ik niet anders kan doen, dan in mijn diepste binnenste te verbergen, dat ik er geen woord van geloof. Een jong officier, op het punt naar Frank rijk te vertrekken, bezocht zijn bankier. Bij het afscheid nemen zegt de officier, dat dit mogelijk een afscheid voor altijd zijn. zal. Neen, zpgt de bankier, ik zal u binnenkort terugzien, want u zult terug komen met een schot in de hand. Hetgeen gebeurt. De officier geneest, staaj op het punt naar Frankrijk terug te gaan, bezoekt weer dien bankier. Nu voorspelt de oude heer, hem, dat hij terug zal komen met een schot in zijn been. Dus weer geen afscheid voor altjjd, lacht de officier. Jawel, zegt de bankier, want ik' zal overleden zijn voor u terugkomt. U schijnt in de toekomst te kunnen lezen, schertst de ander. Kunt u me mis schien ook zeggen, wanneer de oorlog over is? Jawel, 17 Juni van dit jaar. De officier komt terug met een schot in zijn been, de bankier is overleden en wij hebben dus niets anders te doen, dan te trachten zoo. goed mogelijk den tijd tot 17 Juni door te komen. Dan kan het leveh her beginnen Ik weet niet, ot ik gr goed of kwaad aan doe, dit ongeloofwaardig verhaal nog verder te verbreiden. Voor wie er aan ge looft, zni de teleurstelling waarschijnlijk bit ter zijn; men gelooft^ graag, wat nren hcopt en al zegt het spreekwoord: „Ho/ip doet leven", er zou een daarmee contrasteere'nd spreekwoord kunnen worden gemaakt dat met „Ontgoocheling of Teleurstelling" be gint. Het ziet er nog niet erg naar vrede uit. Het krijgsbedrijf te land en ter zep gaat onverminderd voort, hoe laugerV> oorlog duurt, hoe heftiger en verbitter» er wordt gestreden. Te land en ook te zee, van krijgsbedrijf ter zee hooren ivij echter zoo veel niet. Wel 'worden er voort durend passagiers- en vrachtbooten getorpe deerd, maar mon zal mij toegeven, dat dfc sluiksche vechterij tegen non-combattanta nu niet precies krijgsbedrijf is te uoernen. Ik ml ter wille van de neutraliteit het woord terughouden, dat bijna uit miju pea gevloeid was. Van het doen en laten der Britsclie Het hier volgend verhaal hebben \\e onz^n lezers reeds gedaan. De dateering van dezen brief, doet zien, hoe lang die opge houden is. Aan het verband van den brief hebben we geen scliade willen toebrengen, door dit relaas er nit te lichten. Ned. „L.D.") I Lest ding. maar lenzjj de gelsele wereld haar. voedingsgewoonten Verandert, zal de Engelsche boer zijn heil niet vinden in du jampot aliten. Gladstone was op uen goe den weg, maar hij was te willekeurig, le weinig rekbaar in zij:i bc-sluiten." Vivien vermoedde, dat Stott met het boe renbedrijf begonnen was als een soort van spel, en dat hij naderhand gezien had, dat er geld mee te verdienen viel, en nu na tuurlijk zijn best deed om te slagen. Zij werd half aangetrokken, half afgestooten door zijn openhartig materialisme, zooals zij het noemde. Nog niet in staat te be grijpen, dat de aarde haar. intiemste- ge heimen alleen ontsluiert voor den stout- moedigen minnaar, geloofde zij, dat hij on gevoelig én oneerbiedig was. Zij, zou het niet in woorden bekend hebben, maar zij vereenzelvigde poëzie en geheimzinnigheid met duisternis, of ten minste met schemer licht; met een aarzelend aanraken én voor zichtig ontwijken van 'do hardheden van het leven. Zij benijdde Stott zijn blijkbare tevredenheid, maar omdat hij niet over plicht sprak, besloot zij, dat hij geen begrip yan plicht had. Zij staken het landhoofd over, en daaluën af óp het pad op de klip, 'dat Vivien gé- gaan was op dien morgen, toen Stott haar verlost had uit de moeilijkheid met oen ezel. Zij kon niet ontkennen, dat het plot seling opdoemen der zee uit het gesprek over dagelijkecli leven en werken meer ver heffend was, dan toen zij haar met opzet voor overpeinzingen had opgezocht. |'jJ denkbeeld, zoo volmaakt het tegengesteld* van de levensbeschouwing van haar. en h'nar aanstaande, bracht baar wel wat in dc var- (Wjoïdt Vërvolgi)-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 6