Rijwielhande!
JMercuriu£^.
WIS-eJATHilNOE
HQGENDÜORN ZOON,
Stoomb. Mij. „De Volharding".
EMAILLE BADEN - GEYSERS,
J. LCREYGHTON, Aalmarkt 25.
i
1
GOUDPUNT MELANGE,
°eSs Noorrizee-Garnaien;!
Openbare Aanbesteding.
Leldsche
Bouwvereeniging.
A. L. Reimeringer Zonen,
Tegen 1 Mei te huur:
Agent der SIMPLEX-, VIERKLEUR- en B
andere Rijwielen. 9208 60 jij
HE
Haarlemmerstraat 150. Telefoon Interc. 750|
HAVEN 1-7. TEL. 67.
Leiden naar Amsterdam, Gouda via Alphen,
Boskoop, Nieuwveen en Uithoorn.
Leidsciie BBgrafeois-Onderneming „Piëtas".
Directeur: H. KEEREWEER. iosi 20
Kantoor Aalmarkt 16. Vast tarief. Telefoonn. 861.
Gas- en Electrische Ornamenten.
fCelcfer's Theehandelm
1
a 4© Cenis per pakje,
©j® Thseg'oMed ?t fijnste.
T
HffaratelSe
Haarl.straat 114.
Het vergrooteei van het admini
stratiegebouw op het terrein der
Stedelijk© fabrieken van Gas en
Electriciteif aan de Langegraohi te
Leiden.
Tel. int. 1511.
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
Het Bestuur bericht, dat inge
volge besluit der op den lOden
dezer gehouden vergadering van
Aandeelhouders der Leidsohe Bouw
vereeniging, van af 1 MEI 1916
ten kantore der Firma
TE LEIDEN,
betaalbaar zijn gesteld:
De Dividendbewijzen der 1ste Se
rie van Aandeelen No. 41;
de Dividendbewijzen der 2de se
rie van Aandeelen No. 37;
de Dividendbewijzen der 3de Se
rie van Aandeelen No. 34;
do Dividendbewijzen der 4de Se>
ïie van Aandeelen No. 13;
elk met f 5.
De Uitgelote Obligation der 3de
Geldleening 1ste Serie Nos. 20, 2S,
38, 42, 54, 62 en 70;
elk met f 1000.—.
Do Uitgelote Obligatie der 3de
Gcldleening 2,1e Serie No. 133;
met f 1015.
De Uitgelote Obligatie der 4pCt
Leening 1S93 No. 262;
met 11003.33.
De Uitgelote Obligatie der 4p0t
Leening 1895 No. 311;
met f 1013.33. 9201 47
Het Bestuur
der Leidsche Bouwvereeniging,
V a-. Mr. J. Th. 0. VIRULY,
Voorzitter.
Dr. G J. A. VAN ITERSON.
Secretaris.
Leiden, 10 April 1916.
Oude Kunsttanden -sbs
tn brokken Gebit, nog zóó defect,
morden tegen de hoogste prijzen
ingekocht. 6587 7
Mej. de Wed. R. FRUITMAN,
Morschstraat 52.
Een HEERENHUIS MET TUIN,
.Witte Singel 84d, f700.— p. jaar.
Een HEER ENHUIS MET TUIN,:
.Witte Singel 72, 700.p. jaar.
Een HEERENHUIS MET TUIN,
Witte Singel 16, f 700.— p. jaar.
Een HEERENHUIS MET TUIN,
Wasstraat 17, f 375.- p. jaar.
Een HEERENHUIS MET TUIN,-
Wasstraat 26, f 300.p. jaar.
Te bevragen bij JAN BOTER-
IIANS, Middelstegracht 26.
8628 15
Pieterskerkgracht 2a. Telef. 1215.
Bondsrijwieïlier steil er.
Verhuur- en Separatie-Inrichting. li
Ruime voorraad BANDEN en ONDERDEELEN.
Aangekregen: KINDERZIJSPANWAGEN. Is ineenoogen-
blik aan Heeren- of Damesrywiel te monteeren en rijdt zeer licht.
Vertegenwoordiger der origineele „EVINRUDE"-Buiten-
boord»sVïotoren. Voor proefvaart boot met motor disponibel.
Pieterskerkgracht 2a. ALLÉÉN HOEKHUIS.
LES aangeboden aan Leer
lingen H. B. S. en GyMn. door can-
didaat Wis- en Natuurkunde.
Brieven onder No. 9065 aan het
Bureel van dit. Blad. 8
Passagiersdiensten van
9189 30
Salonbooten. - Electrisch verlicht. Stoombooten te huur.
K. HEfVSERIK, Apothekersdijii 11
Leiden. Trouw- en Gelegenheids-
postuums te huur, inkoop van nette
Heerenkleeding, oud Goud, Zilver,
Bank v. Leeningbriefjes, Meubelen,
heele en gedeeltelijke inboedels en
Winkel opruimingen. Aanbevelend.
3024 7
ICuiftgifandsiSjj
Oude Gebitten. m.-v.-L/eening-
brietpes, Oud Goud en Zilver
koopt tegen «1© hoogste waarde
H. J. V. AMESONGEÜ, Haar! str. 233
eigeufahrikaat, veel zwaarder gemaakt dan buitenlandsclie soorten.
FABRIEK VAN KOPER-, ZINK- EN BLIKWERKEN.
7143 24
Vraagt onze
rm
m
1
i
1
ÉS
9193 38
m
rë
1
1
Steeds het Nieuwste
IN 9207 79
Mantel^
Costuums
EN
kW Mm
3
Stedelijke fabs-ieken irasa O-as
©ïi Ulecti-ieiteii - ILIiiPlSli'.
COMMISSARISSEN DER STEDELIJKE FABRIEKEN VAN GAS
EN ELECTRICITEIT TE LEIDEN zullen op Zaterdag 22 April 1916
te 3 nut- unit, ten kantore der fabrieken aanbesteden:
Inlichtingen worden op lederen werkdag ten kantore der fabrieken
verstrekt van 9 tot 12 uur r.m.
Bestek en teekening zyn tegen f 1.50 per stel ten kantore der
fabrieken verkrijgbaar. 9209 58
13 Cent per ons.
©O Cent per pond.
Aanbevelend, j.l^eptunLss55.
792 12
Uit het Engelseh van Mits YONGE.
(Nadruk Verboden).
144) (Slot)
Die tijdingen gaven Theodora aan
leiding tot droevige gedachten en
Irukten haar des. te zwaarder, omdat
haar geweten haar zeide, dat zij door
haar eigen toedoen allen invloed op Geor-
gina verloren had. Desniettemin bleef zij
in haar hart de hoop koesteren, dat het haar
nog eenmaal vergund mocht worden do
vriendin barer kindsheid weer te zien en
haar in het ongeluk van dienst te kunnen
zijn. Emmas gemoed was langzamerhand tot
kalmto gekomen. Zij zag in, wie Theresa
Marstone werkelijk was; iemand, die uit
muntende bedoelingen cn ernstige beginse-
Jen had, doch geheel blind was voor naar
eigen gebreken. Einma moest thans zelve er
kennen, dat, indien zij vier jaar geleden
haar wensch verkregen had om haar plan
nen onmiddellijk ten uitvoer te leggen, er
onder de leiding van zulk een medehelpster
weinig goeds van zou gekomen zijn.
Daar Emma thans besefte hoe dwaas en
wispelturig zij gehandeld had, was zij gereed
zich zelve de straf op te leggen van nog vijf
jaren te wachten, maar tot haar verwonde
ring toonde haar moeder, die zich volgens
Miss Marstono zoo geweldig kantte tegen
alles, wat van het gewone afweek, zich nu
zeer geneigd om haar plannen te bevordo-
ren, en deed al wat in haar vermogen waa
om haar geest weder die richting te doen
Urmen
Het getal der weeskinderen werd verdub
beld, en Emma wijdde hun een groot gedeel
te van haar tijd. Een oude vrouw, die men
uit het armengesticht verlost en een kamer
op bet kasteel gegeven had, strekto tot
„moeder van de kleine meisjes'', waardoor
zij als het ware wederom een huisgezin uit
maakten; een ziekelijke gouvernante, die
geen thuiskomen had, was door Lady Eliza
beth uitgenoodigd om te logeeren, en Emma
hoopte, dat zij voor een onhepaalden tijd zou
willen blijven, om rnet grond te kunnen oor-
deeleu of zij werkelijk van nut kon zijn voor
do kleine meisjes. De bewoners van het bas-
teel konden bijna geen plaats meer vinden in
de dorpskerk, en het zou weldra noodig zijn
den bouwval te herstellen. Er werd een ar
chitect aangenomen om een plan van den op
bouw der kapel te maken, en Lady Elizabeth
zocht een kapelaan.
Aldus waa de zoo lang gekoesterde wentch
van Emma, dat do Zondag eenmaal weder
in do abdij van Rickworth mocht gevierd
worden, zijn vervuiling nabij. Toen zij dien
wensch uitsprak-, was hot haar wel niet in
do gedachten gekomen, dat zij met zulk
een treurig hart getuige zou zijn van de
toebereidselen tot zijn vervulling, en met
zoo weinig hoop en vreugde haax aandeel
in het werk zou opvatten. Helaas, 2rj had
die verspild aan de ijdele droombeelden,
waaraan zij zich, in blind vertrouwen op
de leidsvrouw harer keus, had overgegeven,
en toen zij, zoo onzacht uit haar dïoom
ontwakende, tot hst werkelijk leven moest
terugkeeren, was haar j&ugd en vrooljjk-
hei<l verdwenen, om nimmer meer terug
te keeren. Doch met den tijd zou zeker de
stille tevredenheid, die uit het geduldig
volharden in wel te doen ontspruit, haar
deel zrjn.
Violette troostte zich met dat denkbeeld,
als zij over Emma's lot nadacht, en toen
zij met haar schoonzuster in den helderen,
heerlijken zomeravond bij het hek van den
tuin het rijtuig, waarin zrj gezeten was, na
staarde, zeide zij met een dankbaar lachje:
„Hoe goed is alles uitgekomen!^ Hoe geheel
anders was ik tei moede, toen ik de laatste
maal te Brogden van Lady Elizabeth af
scheid nam; toen was ik bijna even bezorgd
over Emma, over u en Percy, als over,
onze eigen zaken, om niet eens van het
treurige vooruitzicht van Annette te spre
ken."
Wanneer de lucht het donkerst is, ver
schenen de sterren," antwoordde Theodora.
„Ons aller lot heeft in den [aatsten tijd
wel een gelukkigen keer genomen, ofschoon
ik nog niét duidelijk onzen wog kan zien.
John en mijn vader zeggen beiden, dat oas
huwelijk nu moet doorgaan, en ik ben het
nog niet mijzelvo eens, wat erger is, mijn
moeder verlaten of mijn eigen zin volgen."
„En wat is uw eigen zin? vroeg Violette
met een ondeugend lachje.
„Dat weet ik zelve niet; dat is het juist,
wat mij ergert."
„En wat wil Percy?"
„O, wat ik wil, dat maakt de ï'iafc nog
moeilijker, Violette; ik wenschte, dat wjj
Helena in een stookkas konden zetten, en
ineens een volwassen dame van haar maken.
Maar toch, als Lord St.-Erme dan met
haar trouwde, was de: zwarigheid nog niet
opgeheven."
„Mijn lieve kinderen, komt toch in huis!"
riep Lady Martindale haar uit het voor
portaal toe. „Gij weet zeker niet hoe laat
het is."
Zij scheen buitengewoon veel haast te
maken met haar dochters goeden nacht ts
wenschen en naar boven te |pan. Zij volgde
Violette in haar slaapkamer, en begon zon
der eenige inleiding;
„Violette, heeft Arthur u ons plan mede
gedeeld?"
„Hij heeft mij niets gezegd. Welk plan
is er?"
„Wij denken allen, dat, wanneer Theo
dora ons verlaten zal hebben, het de beste
schikking zou zijn, dat gij met nw geheelo
huisgezin bij ons in huis kwaamt wonen
Lord Martindale vindt het goed, en John,
en iedereen. Zoudt gij er zm in hebben,
iieve?"
„Wat zijt gij goed!" riep .Violette uit.
„Wat zegt Arthur er van?"
„Arthur zegt; dat hij het goedkeurt maar
dat gij geheel uw zin moet doen." En zjj
vervolgde, daar zij misschien in .Vïolette's
verwonderde blikken tegenzin meende te
lezen: „Ik vrees, dat ik u niet altijd zoo'
hartelijk behandeld heb als gij verdiendet,
en niet alles gedaan hoi) om u het leven
aangenaam te maken."
„O, neen, zeg dat niet!"
„Maar dat was voordat ik u recht kende,
en waarlijk, dat zal niet meer plaats hebben.
Wij zjjn nu zoo wèl te zamen; laat er nu
weder geen verwijdering komen, en zend
dié arme kinderen niet weer haar Londen
om hun gezonde kleur -fc_ doen verliezen.
Gij zult alles hebben wat g$j begeert. Ik
beloof u, dat ik nooit tegen uw zin zal
handelen met do "kinderen, en uw geheele
familie mag komen logeeren, en blijven
zoolang zg verkiest; als gij slechts niet
heengaat, Violette, want Ik kan u niet
missen."
„O, spreek zoo niet, lieve grootmama!
Dat is 'te veel," zeide Violette, bijna sohrei-
eud.- „Gij, zrjt zoo heel goed voor mij; och,
ik zou zoo gelukkg zijn, dat Arthur er Van
bevrijd waa den winter in Londen door 'te
brengen! Wat zullen de kinderen bljjde «jjnt
Ik weet niet, hoe ik u danken zal."
„Gij stemt er dus in toe!' riep Lady
Martindale in triomf uit. „John meende, dat
gy hier niet gelukltig zoudt zijn."
„Hoe kan John zoo iets zeggen! Ik zou
niets beters wenschen; als Arthur het goed
vindt, meen ik."
„Dan blijft gij by ons. Dus wilt gij, zoo
als Lord Martindale straks zeide, de troost
van onzen ouderdom, ons eigen dierbaar
kind zrjn
„Zal ik dat waarlijk zjjn?" En Violette,
sloeg haar armen om den hals van Lady
Martindale 'en stortte tranen van vreugde.
Lady Martindale drukte haar iu de armen
en gaf haar da teederste namen. Men hoorde
Arthur's step naderen. Zijn moeder -deed
de deur voor hem open, en riep hém toe:
„Zij geeft haar toestemming! Onze lieve
Violette geeft haar toestemming. Nu zullen
wij eerst gelukkig zijn."
Arthur glimlachte eu zag zijn vrouw aan;
hjj verstond haar blik, en gaf zrjn moeder
een Jiartelrjken kus; daarop 'dankte 'hij haar
voor, haar goedheid, en wenschte haar goe
den nacht. Verrukt van blijdschap vediet
zjj de kamer.
„Dat is uw laatste, grootste overwinning,
Violette," zeide hij. „Gp hebt eindelijk den
weg tot haar hart gevonden, en haar ge
leerd het te gebruiken. Maar behaagt dat
plan u wel?"
„Of het mij behaagt? Het is al t; heerlijk!
Gij weet iniet hoe ik er tegen opzag, om den
winter in Londen door te brengen, daar
ik vreesde, dat het nadeelig zou rijn voor
uw borst."
„En gij hebt er niets van gezegd?"
„Omdat ik dacht, dat er niets aan te
veranderen zou rijn!"-
„Welzoo, ik heb aan papa gezegd, dat,
als wij hier blijven, hij mijn toelage moet
verminderen. Bn zelfs dan kan ik nog jaar
lijks jets afbetalen van de schulden, welke
zullen overblijven, ofschoon ik het grootste
gedeelte na het verkoopen van mijn
offieiersplaats denk af te doen."
„0, ja, wij zullen hier bjjna niets heb
ben uit te geven."
„Maar zeg pu niet, dat gij ons plan
goedvindt, omdat gij denkt, dat ik er pP
gesteld bén; zeg gerust neen, als hat n niet
aanstaat. Overleg eerst of het-wel gaan
zal met manp en de kinderen. Zij doet nu
fraaie beloften, maar om ei* op te ver
trouwen, dat zij Helena niet bederven zal.
„Zij bederft haar niet half zo» erg pi L
haar pa po,"' zeide Violette met een schalksul
lachje, „ik heb er geen zorg voor, wantl
het is enkel uit liefde, dat rij het doet, enl
mama is nooit ontevreden op mrj, als ik I
Helena straf. Als wij slechts de noodigc-1
vastheid toonen, kan het haar, dunkt mij, I
geen kwaad, dat er nog een persoon jneer I
is om haar lief te hebben. En o, denk
eens, hoe heerlijk zullen de. kinderen op
groeien in die gezonde, vrije buitenlucht!'
„Dat voerden mijn vader en John ook
aan," zeide Arthur; „John schijnt het zeer
te verlangen. Hij zegt, dat al wat hij op
de wereld begeert, is, een deel te hébben
in ons huisgezin en in het hart onzer kin
deren."
„Ik weel niet hoe het komt, dat iedereen
zoo vriendelijk is. 0 het is te veel! Mijn
hart kan het niet dragen!" Zij legde haar
hoofd tegen de borst van haar echtgenoot,
terwijl tranen van geluk uit haar oogen
stroomden.
»0, gij onuoozel klein ding!" zeide hij,
haar liefkoozende; „weet gij niet hoe da
komt? Eenvoudig, omdat gij aller harte
gewonnen hebt."
„Ik heb daar toch nimmer aan gedacht,1
snikte Violette.
„Neen, gij hebt niets anders bedoeld dan I
op uw eigen stille wijze in nederigheid I
UW pad te gaan, en allen lief te hebben én I
wel te doen. Maar daarmede hebt gij juist
aller hart gewonnen, ziet gij? En wat meer
is, men heelt mij vergiffenis geschonken
ter Heide van u. Neen, strijd er niet tegen,
dat ik dit zog; het is niet re eer dan de'
waarheid. I-Iet was een slechte daad van mijl
dat ik u trouwde, onschuldig, onwetend kind,
als gij waart, maar door u is alles ten
beste gekeerd. Toen ik verleden Zondes
die preek over den ongeloovigen man en de
geloovige vrouw hoorde, dacht ik, dat ZIJ
geheel op mrj toepasselijk wa;, want zo°
er imnïer iets goeds van mij komt, bob ik
het aan niemand te danken dan aan u en
aan onzen jongen."
„O, Arthur ik mag dat niet aanhoord»-
Zoudt gjj er tegen hebben om met mrj red1'
te knielen om God te danken voor zoovee
geluk! 0, al wat mij een Itruis en ee
doornenkroon scheen, ia ons ten zegen ge
worden!"