1 Nederland en de Sorlog. No. 17216. LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 10 April. Tweede Biad. Anno 1916. Ingezonden. Binnenland. FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. EM3aaaSBH$5-35S5T: ©nderwijzersiueetiiig tegeu «leu Dnurtctoeslag. lil hei Gebouw voor Kunsten en Weten schappen to 's-Gravenhage liiold do Boud van Neclerlandsche Onderwijzers gistermid dag een protesfcvorgadoring, gericht tegen hot wetsvoorstel tot het verlcenen van een duürtotoeslag van de rijksambtenaren, on der wie de onderwijzers. Om twee uur opende do voorzitter, de heer Van Zadelhoff, de vergadering. Do groot© zaal van .,Hct Gebouw" was stamp vol. Van den minister van Binnenlandscho Zaken, die uitgenoodigd was, was bericht van verhindering ingekomen. Van de leden der Tweede Kamer waren aanwezig de hee- ven Holsdingen, De Jong en Koster. De heeren Kloorekoper en Hugenholtz hadden berioht gwonden verhinderd te zijn. De heer KeteloaT, oud-secretaris van den Bond, en de vereeniging Volksonderwijs zonden telegreüsch hun beste wenschen voor het succes der vergadering. De voorzitter sprak in zijn openingswoord den wonsch uit, dat de aanwezige Kamer leden hier de overtuiging zullen krijgen 'cta4h wat deze vergadering vaff 3000 leden te zeggen heeft, gesproken is namens de ge heel© Nederlandsche onderwijzerswereld. }>iA1 zijn de onderwijzers arm", zei spr., „ze wijien fier dezen duurtetoeslag af." Hij he kelde de houding van heb Ned. Onderwij zersgenootschap, dat in het „Schoolblad" de onderwijzers afried de meeting te be zoeken. ;De heer Dijkgraaf, van Schoonhoven, die daarna heb woord verkreeg, zeide niet to spreken als plattelander, maar als onder wijzer-ambtenaar, die in stad en land schan delijk gesalarieerd wordt; in de stad heb ben de. onderwijzers te kort, op het platte land gebrek. Spr. schetste vervolgens met feiten de groote armoede van 0© plattelandsonder- 1 ;kijierfl, die na een jammerlijke normaal- sohoolopleiding benoemd worden op een sa laris van BOO k f 550. lichamelijk en gees telijk komt de onderwijzer zeer veel to kort-, waaronder het onderwijs neer moet lijdon. Spr. deelt staaltjes mede van de armoede, elfe sommige onderwijzers ten plattelande lijden. Zoo zijn er die veldarbeid verrich ten, een ander draagt afgedragen kleeren van den dorpsdokter (geroep Schande voor NederlandSpr. kende een onderwijzersge zin dat teenen schilde ter vermeerdering vaa inkomsten. Bij dat alles houden de on derwijzers zich nog veel grooter dan ze rijn in heb gezin van een gehuwden onderwijzer met twee kinderen en een salaris van 1200 komt; maar een enkelen keer vleesch, voor Óen gezin van man, vrouw en vier kinderen zet de minister van Landbouw 4 pond en 1 ons vleesch en vet per week en hij komt tob een bedrag van bijna f 1500. Hoeveel vleesch bn vet moet er dan komijn in het gezin waar 1200 en minder salaris wordt verdiend f vraagt spr.. De verklaring, dat men voelt voor den nood der onderwijzers, is leugen. H^ngdurig applaus.) En toch' wijzen wij den duurbetoeslag af •Wij eisohen een billijke belooning voor on zen arbeid, dooh die zal slechts verkregen worden ale de bond sterk is. (Geroep, Sta ken.) Noodig ie een sterke organisatie, dio alleen kan op den amir verbetering bren- goi£ besluit spr. (Langdurig applaus.) Do voorzitter deelt mede, dat de politie niet toestaat, dat op straat de demonstratie zal worden gehouden waartoe besloten was. (Rumoer.) V 'heer Oasendorp aprak vervolgens 1 over de ma^egeden, getroffen in verband metden oorlogstoestand. Anderhalf jaar geliwen zei de minister, op een vraag van do Kamerleden mr. Troelstra en dr. Bos, dateer g<een honger zou gel eden worden in Aetferland. En tooh wordt er honger gele- <Jén, ook door de onderwijzers I De heer Goeman Borgesnis verklaarde bij de laat ste wetswijziging inzaike ealarieering van de ;<»Klerwijzere (in 1001), dat de wet alleen maïirmuui-getal 1 en noemde, die alleen do armste gemeenten mochten geven, 758 ge meenten betalen nog minder dan f 600 mi- mmumga.I&ris, 460 gemeenten komen niet verder dan f 825 in maximum, slednts 160 betalen f 1000 of mcorl Do toestand is on houdbaar. Wat moot con beginnend onder wijzer dan hebben vraagt spr. Het is f 1200 in minimum t roept hij uit. De re geering weet, dat er armoede onder de on derwijzers geleden wordt en in den loop der jaren, is er zoo nu en dan iets verbe terd in 1913 bij de verkiezingen beloofden de vrijzinnigen salarisverbetcring, dorih de minister zei, dat hij voor de beloften van de Concentratie niet verantwoordelijk was en is. In alle onderwijsbladen van alle rich tingen tintelt de verontwaardiging, gewekt door het duurtetopslagontwerp. Afgeschei den van de vraag, of men voor of tegen den duurte toeslag is, moet deze, zegt spr., als hij toegekend wordt, verband houden met den toestand. En dari is 6 pOt. veel te gering. Minstens 25 pOt. zijn de levensmid delen in prijs gestegen, dus mag op zijn minst wel 15 pCt. gegeven worden. De grensregeling, de klaesifioatie, zou uit het ontwerp moeten. Het bedrag van den toe slag kan hoogstens worden f 66 plus 5 voor ieder kind. Vijf gulden per jaar per kind geen arbeider die dat aan zijn schoonmaakster zou durven geven! Er dreigt gevaar voor ondervoeding. De regeering erkent-, dat er geleden wordt. Konden We er wat tegen doen, we zouden het doen. Het verzet komt in ons allen op, zegt spreker. De toeslag wordt betaald in drie termij nen, maar moet gehaald worden op afzon derlijke tijden, om het cachet van bijzonde re voorziening dat ié bedeeling te doen uitkomen. Voorts geeft spr. een becijfering van het aantal onderwijzer», dat den toeslag krij gen zal, en bomt volgens een enquetbe tob de conclusie dat ear 285 onderwezens van zullen kunnen genieten tot een totaal be drag van f 12,000. Onze houding, moet niet rijn, dat we wat meer vragen, maar moet rijn een fiere af- wijdging i Excellentie, wij danken a voor die ae>hnoesroept epr. uit. (Langdtarig ap plaus). Spr. besluitWe vertrouwen, dat de on derwijzers nullen weigerenkunnen zo niet de toelage missen, dat ax> dan bij den Bond komen om ondersteuning. Dat is uw eigen geld, door uzelf bijeengebracht, We vra gen aan de Kamer om de ouderwijzere uit heb ontwerp te lichten. We hebben het vertrouwen nog in de Kamer. (Geroep: Neen 1) De Kamer kan er ons uitlichten en een wetsontwerp voorstellendan heeft ze gedaan, wat ze kan doen. Onderwijzers vormen een zeer bruik baar materiaal voor de verkiezingen. Het is due volkomen begrijpelijk, dat de poli tieke partijen op hen gesteld rijn. De Ltn&sohe partijen hebben het gedaan en ze kunnen hun beloften nog inlossen. Ons vertrouwen bestaat nog. De Nederland sche onderwijzers moeten opgeheven wor den uit het moeras, eindigt spr. (Applaus). De volgende motie werd bij acclamatie aangenomen ,,De vergadering, ens., kennis genomen hebbende van het wetsontwerp tot het toe kennen van een dunrteteeslag over het jaar 1916 aan ambtenaren en ouderwijzere, van oordeel dat het ambt van onderwijzer zoodanig behoort te worden gesalarieerd, dat de on derwijzer met. een gezin daarvan behoorlijk kan leven, zonder dat hij, bij ©enigen toe slag voor hem persoonlijk of eenige stij ging van de prijzen der levensbehoefte?» in het algemeen, daardoor terstond komt te staan voor de noodzakelijkheid, de hulp der liefdadigheid in te roepen; dat de in 1913 hem toegekende kinder en hwwelijkstoeekig en de thans door den minister voorgestelde duurtetoerfag geheefl het karakter dragen van bedeeïing en al lerminst in overeenstemming rijn met de beteekenis van de diensten van de onder wijzers tegenover de maatschappij dat in het toekennen dier toeslagen reeds llgfc de erkenning van regeeringswe- ge, dat de salarteerfng der Nederlandsche onderwijzers reeds v<56r de tegenwoordige abnormale toestanden totaal onvoldoende wasdat dan ook herhaaldelijk &n van de zijde der regeering è'n van de zijde der volksvertegenwoordiging dit feit volmon dig is erkenddat dus, en vooral na de belofte vervat in het verkiezingsprogram der concenbratiepartijen en cler S.-D. A.-P., de onderwijzers mochten verwach ten, dab nog in deze wetgevende periode een radicale wijziging der salaricering aan de orde zou worden gesteld; overwegende, dat de nu voorgestelde toeslag is een beleediging, den geheelen onderwijzersstand aangedaan, terwijl hij ook allerminst eenige leniging in den steeds stijgenden nood zal 'brengen der laagst gesalarieerden, dringt er bij Rege*- ring en Volksvertegenwoordiging op aan, dit wetsontwerp niet op onderwijzers van toepassing te doen zijn ear tqn spoedigste door een afdoende herziening van de sala- rieering der onderwijzers een einde te ma ken aan de treurige financieele positie, waarin de onderwijzer, tot schande van Nederland, nog steeds verkeert". Hierna werd de vergadering gesloten en ging mén zonder de voorgenomen demonstratie op straat te houden, kalm uiteen. Militidichtingen 1908 en 1916. Naar de „Avp." meldt, is door het leger bestuur thans definitief bepaald, dat de mili tielichting 1908 op 12 April a.s. zal worden overgeplaatst naar de landweer. Op dienzelfden dag gaan de miliciens der le ploeg der lichting 1916 van de depóts over naar het veldleger. De „Prinses Juliana" yaii de Mij. „Zeeland". De mailboot „Prinses Juliana", welke 1 Februari op een mijn is geloopen en later bij Fellatow op een bank ie gezet, is door den storm der vorige week gebroken en i§ thans, evenals het zusterschip „Mecklen burg1 verloren. Een Nederlander bij de „8uesex"-Ramp omgekomen Naar do „Tel." meldt waa er aan boord van het ba „Siisser" een Nederlander, de heer Gerard Menke. Blijkens telegrafisch berioht van het Fran- eohe ministerie van marine behoort do heet Menke niet tot de geredden, die te Parijs rijn aangekomen, aoodat het zoo goed ris zeker is, dat hij is omgekomen. De Kaasnitvoer. Wij vernemen, dat met ingang vau 10 'April de R^jksoommisaie van Toezicht op de beschikbaarstelling en den uitvoer van kaae, daartoe gemachtigd door den minister ran Landbouw, Nijverheid en Handel, we der ooosenten tot uitroer xal afgeven. ZK heefl waarborgen ontvangen, dat ver schillende tekortkomingen in de distributie (die behalve in Friesland ook In Zuid- en Noord-Holland voorkwamen) in het vervolg sullen vermeden worden. NederL Waardezendlngeu teruggegeven. Naar de „N. Ot" meldt, heeft Engeland alle in beslag genomen Nederlandsche waar- dezendingen teruggegeven, evenwel onder be ding, dat voortaan dergelifke_aendingen niet sneer zullen geschieden. Bet Honderdjarig Jubileum van de 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. Wij) vierden onlangs het eeuwfeest van de Vereeniging, die den naam draagt: Onderlinge Onderneming Om On-vooraioh- tógtlijk Openbare Opstallen Op te branden. Haar monogram zijn 7 O's. Zn werd opgericht het jaar na Napo leon's val, toen het onophoudelijk branden en zengen een eind scheen te nemen, wat wel jammer was, meenden eenige leden van kerkelijke en burgerlijke bestuurscolleges. Men kwam toch tod, onopzettelijk en zoo gemakkelijk, van den ouden rommel uit grootouders tijd af. Maar een kloeke kop schafte raad. Indien men zloh ouderling verbond og> het gebied van gebruik eu onderhoud der openbare gebouwen niets te reglementoeren of to controlceren en de suppoosten en werkbazen al evenzoo onverschillig deden, dan zoo meende hij zouden binnens huis spoedig de atovenzetsters en kachel- knechts, buitenshuis en op de daken de jongmaatjes van verver en loodgieter vrij spél hebben en kon iiet niet uitblijven of door hun onvoorzichtigheid zou het eene gebouw na het andere in vlammen opgaan. Er kwam nu gelegenheid iets nieuws te. zetten fiaar eigen smaak.- Een enkele ouderwet-seks voerde Uier- tegen aan: „Een werk van schoonheid blijft een vreugd voor eeuwen!" Doch de meer derheid ging met het geniale denkbeeld van den stichter mee. De stoutste verwachtingen zjjn overtroffen. Do weg, door ouzo Vereeniging in één cenw bewandeld, lijkt de Siegesallee in Berlijn, maar in plaats van koude marmeren groe pen: geflankeerd met in vuur en vlam staande kerken en torens, raadhuizen en kasteelen, musea en theaters, aula's en mi nisteriegebouwen. En dit alles bewerkt door onachtzaamheid van werklieden, onverschil ligheid van werkbazen en bestuurscolleges! Ons hart zwelt van voldoening en dit nog "meer, als wij zien naar wat er voor in de plaats gekomen is: alles zoo netjes en zoo eenvoudig en toch niet kaal, want. overal plakten we uit specie gebakken ornamen ten er tegen aan, lang niet zoo duur als natuursteen en 't geeft toob effect genoeg. Ik begrijp nu de extase van dien Komein- schen keizer bij den brand van Home. Toch zon ik liever loodgieters-jongmaatje zpn, dan een Nero. Want deze kon die stad maar "éénmaal in brand steken, doch het gilde der loodgieters, stovenzelsters, enz. kan zoolang onze Vereeniging zal werken, over een heel land alle gebouwen sucoes- siof, en na wederopbouw telkens bij her haling, naar deu grond balen. Dat zijn ze vast van plan. Hulde dus aan U, Mie de stoveuzetster, die zoo heerlijk slordig omgaat met uw glimmende kolen en aan U, Klaas de Ica- ohelknecht! Giet vrij uw petroleumkan uit in de kachels onzer musea. Hulde ook aan U, Heintje en Pietje, jongmaatjos van baas 'verver en baas loodgieter, die in gerecht vaardigd vertrouwen op uw ervaring, van jochies van 17 jaar, u met vuurpot en blaaspijpen loslaten op de goten on daken van gebouwen van tonnen gouds waarde en met een inventaris gevuld, die misschien vele millioenen waard is. Dat ze dat on nadenkend en roekeloos behandelen, wie zal het zulke kinderen kwalijk nomen? Het is in elk geval conform de statuten onzer Ver eeniging. Mijnheer de Eedacteur, Ik fluister u toe een geheim: onze jubileorende Vereeniging heeft het eerelidmaatschap aangeboden aan een hooggeplaatst persoon In een" land ten oosten van bet onze en als onpartij dige neutrale Nederlanders betaamt, ook aan een hooggeplaatst persoon in ©en land, dat nog oostelijker ligt dan het ovengenoemde. Hoewel de veiligheid en onzijdigheid van Nederland er niet mee gemoeid is, zeg ik niet meer. Alleen nog dit: onze voorzitter is in de blijde verwachting van een orde uit elk land, dooh de betrokken kansela rijen weten nog niet of het heraldieke beest van die orden in 'trood (kleur van 't vuur) of in 't zwart (kleur vau den smook) zal worden toegekend. Onzen president is 't hetzelfde. Ook onze Vereeniging verleent van tijd tot tijd zichtbare bewijzen van tevredenheid aan wie door woord of daad of stilzitten toont met ons doel te sympathiseeren. Dat bewijs bestaat uit een exemplaar van een toiletartikel, dat nu «enigszins in onbruik, door onze grootoudera in de mannelijke linie 's nachts over het hoofd werd gestulpt. Een voorziohtig man liet er door zgn ega keel banden aanzetten tegen het verliezen in den Onze ondersc'ueidingsteekenen dragen die keelbanden ook en wel ten getale van zeven (zulks is symbolisch met hot oog op da zeven O's van ons monogram). Voorts zijn ze versierd met een kwast of pluimpje, dat te grooter is naarmate de verdienste van deu gehuldigden persoon of college. In beginsel is beslotêu dit hubieblük dit jaar te vereeron aan het Dagelijksch Be stuur en den Raad eener Academiestad. Ik zeg niet, welke 't zijn zal. Groningen? Doch daar i3 na den brand der Aula al veel tegen werking tegen ons. Utrecht? O neen, daar is een ptrenge verordening ingevoerd recht streeks op verijdeling vau ons doel gericht Ruikt u lont, Heer- Redacteur? Houd het voor U! Alleen dit nog: de pluim en de keelbanden zullen prima zijn. De Secretaris van 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0 Leiden, April 1916. B. on W. van Amsterdam hebben eea voordracht bij den Raad ingediend tot de instelling van een lectoraat in het militair! straf- en procesrecht en stellen voor tob lector in deze vakken voor drie jaar te benoemen: mr. L. M. Rollin Couquerque,- administrateur bij "het Departement van Ko loniën, vroeger hoofdambtenaar bij "het De partement van Oorlog en algemeen Secretaria in Suriname. H. Ivf. de Koningin, H. M. de Konin gin-Moeder en Z. K. H. de Prins der Né- derlandon woonden Zondagmorgen de gods dienstoefening bfj in de Regentessekerk, ipT Den Haag, onder gehoor, van dr. J. AL Cramer. i Bij Kon. bes-luit is benoemd tot adju dant in buit en gewon en dienst van. H. M. de Koningin de luit.-generaal van het leger in Ned.-Inclië H. N. A. Swart, civiel cm militair gouverneur van Atjéh en Ond'er- liooTigheden. De gowone audiënties van de Minis ters van Oorlog en ran Financiën zullen dé volgende week niet plaats hebben. Ged. Staten van Noord-Holland hebben aan Provinciale Staten een nieuw, uitgei breid rapport gezonden aangaande den wa tersnood en de in verband daarmede geno men maatregelen. De aannemingBsora voor -de werken it> "Waterland bedraagt 1,323,000, die in Katr- woude f 486,700. Het totaal bedrag der geldleeningon, waartoe de onderscheidene waterschappen tot betaling der kosten van de door hen in verbant! raeb den watersnood genomen, maatregelen gesloten, bedroeg sedert do mededeelingeii van Ged. Staten d.d. 16 Fe bruari 1.1. ƒ3,176,500, hetgeen met de vroe ger opgegeven leeningen te samen een som oplevert van f 4,016,500. Aannemende, dat na het dichten van de doorbraak het peil in den Oostpolder van Anno-Paulowna door aispuiing tot onge veer 0.40 M. A. P. verlaagd kan wor den, dan zal toch nog ongeveer 20,000,000 kub. M. water uit dien polder moeten wor den weggemalen. De kosben voor do drooglegging zullen uit den aard der zaak belangrijk zijn. Een nauwkeurige raming is niet mogelijkver moed wordt, dat deze in totaal niet hooger zullen zijn dan 450,000. Ged. Staten stollen voor genoemd bedrag in elk geval voorioopig voot rekening der provincie te nemen. Voorgesteld wordt bij 3de suppletoir© be- grooting het bedrag van ƒ450,000 te ver krijgen door verhooging van den post „ge leend) kasgeld". Dr. A'. J. do Sopper, pred. der Ned.- Herv. Gem. te Amsterdam, heeft het voor beeld van dr. W. J. M. Engelberts gevolgd. Gistermorgen liet hq in de Oranjekerk aldaar voor zich optreden ds. B. Klein Waseink, pred. der Ned.-Herv. Gein. te Leeuwarden. Tweeden Paasckdag sal Z. K. H. Prins Hendrik do door hem zelf ontworpen vlag. der vereeniging „De Nederlandsche Padvin- derBbond" aan de afdeelingen dier Vereeni ging overhandigen. De plechtigheid zal plaats vin a en op de artillerieheide in De Bildt De examens voor de nuttige handwer ken te Rotterdam zijn geëindigd. Geslaagd zqn 399 candidateu, afgewezen 59. Te Utrecht is een druk bezochte ver gadering gehouden vau vertegenwoordigers der in ons land bestaande bonden en veree- nigingen van veehandelaars, met het doel te komen tot oprichting van een Nederland- schen bond. De voorzitter van het voorioopig bestuur, de heer J. Turksma uit Leeuwarden, wees er in zijn openingswoord op, dat het stichten van een Nederlandschen bond in het belang ik Uit hét Engelsch van Miss Y0NGE. (Nadruk Verboden), 188) Üj waardeert Violette toch wel, hoop »,Ja in ze>ker opzicht. Hij adht baar boog m haar betrekking als vrouw en moe oor en wie zou dat ook kunnen nalaten, die haar verleden winter heeft gadegesla gen, en gezien wat z$ van haar echtgenoot gémaairt heeft?" rijt dus omtrent Arthur gerust?" „Meer dan ik ooit gedacht had, dab mo- goljik zou zrjn." >'^:Var' Percy, wat is er aan van hetgeen hi} in (j verteld heeft, dat gij hem met opof fering van uw eigen geld uit de verlegen heid gered hebt?" „Heeft hij u dat allee verteld?" riep Percy uit. „Ja, hij wenschte, dat ik het zou weten, ihgeval hij mocht komen te sterven." '„Ik kon niets anders doen, John," zeidé Percy, als om zich ts verontschuldigen. „In- dien gij. die arme vrouw mot haar kindertjes gezien hadt, en den toestand, waarin htf. 310 bevond, toen ik hem thuis bracht, t glrj ook geoordeeld hebben, dat er Jas beters op was dan dien honden een to toe te werpen, opdat zp hem ten minste met rust lieten sterven." „Dat is zijn. redding) geweest! Maar waarom waart gdj er tegen, dat papa het zou ver nemen?" Br, Omdat ik wist, dat hij het een onaan genaam denkbeeld zou vinden, verplichting aan mjj te hebben, en dat het hem niet gelegen kwam mij het geld feerug te geven. Bovendien moesten wij zorgen, dat Arthur zich stil hield, daar vreesden, dat hfl anders weder een bloedspuwing zon kragen; daarom heb Ik hem maar aangeraden, allee te laten rusten tot gifl terug waart Ik ver beeld mp, dat vrij allen naar u hebben uitgezien als naar een specie van Deus ex machina, om het laatste bedrjjf van ons drama af te spelen, ofsohoon ik nog niet begrip boe gü het aanleggen zult" „De volgende dag was een Zondag, bijns de eerste Zondag in ztjfci leven, welken John met recht kon zeggen, dat hjj met zijn far milie vierde. Na de middagkerk wandelde het gezel schap slechts een weinig heen en weder fai de laan, of zette zich onder de boomen op het grasperk neder en praatte en sohertste over het groot verschil tusschen zulk een Zondag, en dien, welken men in Weet-Indiö viert, als een gansohe gemeente van zwarte kroeskoppen, wier vrooïjjkheid en luidruch tigheid zolfs dan met te bedwingen is, de antwoorden geeft en met luider keel de ge zangen aanheft. „Een poosie later, toen Johnnie en He lena, die zich niet konden verzadigen aan. het hooren vertellen over de negers, naar binnen geroepen waren om hun avondeten te nuttigen, bemerkte John en Violette, dat de rest van het gezelschap zich verstrooid had en zft met hun beiden alleen zaten. „Heb' ik u verteld, dait Fanahawo met mft teruggekomen is?" zeide John. „Dooïi de nieuwe beschikkingen is zijn Inkomen vermeerderd," en toen Violette hem met een verheugden en vragenden blik aanzag, ver volgde hft: „Hij heeft m$ een geheim ver trouwd, dat, naar ik bemerk, geen geheim meer voor u ia." „Ik hoop maar, dat mama rich niet be zorgd zal maken over het klimaat; ik moet haar eens spoedig schrijven hoeveel goed het u gedaan heeft" „Het verheugt mj). to bemerken, 'dat er eenige hoop voor Hem bestaat H© sohgnt ow zuster reeds lang bemind te hebben, dooh het streed tegen zij0 gevoel, naar haar wederliefde te trachten, zoolang hfj hoege naamd geen vooruitzicht had te kunnen trouwen. „Dat hebben wj geraden!" redde Violette. „Die lieve Annettel Als hij nog dezelfde is als toen ik hem kende, zal nj zeker ge lukkig met hem z$n." „Ik kan niet genoeg tob a$n lof zoggen. Maar zeg eens, is dat nu die zuster, waar- omstandigheid zou ik nimmer iets van haar gevoel voor Mr. Fanshawe vernomen heb ben. Het was slechts een lichte voorkeur, die rij tooi1 hem gevoelde, mam» gelukkig heeft die belet, dat zjj zich aan Percy hechtte, want als dit het geval was geweest, zou het moeiltlk geweest rijn te beslissen hoe aft rich had moeten gedragen." „Percy is u zeer veel verplicht" „Het was wel goed van hem, dat M) niet boos op was. Ik zou dat huwelijk zoo gaarne gezien hebben; maar Ik ben recht blijde, dat ik het Annette niet heb aangeraden, en vooral ben ik Innig verheugd over hetgeen g$ mjj hebt medegedeeld; want ik vond Annette zoo droefgeestig gewor den en zoo veranderd; mfi dunkt nj zou haar jeugd ver kwenen. Indian zr) hog lan- gtea- tn het ouderlijk hfcds moest blijven, rii geen bepaalden werkkring heeft." „Dat begrijp ik duidelijk. En hebt gij nimmer gewensoht, dat gij haar een ande ren raad hadt gegeven?" „Als Percy en Theodora z-ich niet ver zoend hadden, geloof ik wel, dat ik er spijt over gevoeld zou hebben. Het was een langen tijd twijfelachtig, of well ik gehan deld had tot haar welzijn". „Maar gij hebt gehandeld in de overtui ging, dat de rechte weg altijd de veiligste is, nietwaar?" ,,En nu ben ik er zoo dankbaar voor". Zij hield op, want zij gingen op dat oogen- blik voorbij het- .mlon, en zagen door ds openstaande g'aven dour Arthur op de sofa liggen slapen. ,,Hij heeft niet in slaap kunnen komen voordat het dag was", zei de zij, bij John terugkeerende. „Alle aan doening veroorzaakt hem tegenwoordig riapelooze nachten". „Daar vreesde ik gisteravond reeds voor, toen ik dat roede kleurtje op zijn wangen zag. Maar wat ziet hij er bleek en mager uitIk zou wel eens willen weten hoe gij over zijn toestand denkt; papa meent, dat hij hersteld is. Gelooft gij dit ook?" Violette schudde het hoofd. ,,Hij is beter dan wij hadden durven hopen na een zoo zware ziekte", antwoordde zij, „en dokter L. zegt, dat er nog geen bepaalde kwaal be staat, maar dat zijn borst zeer gevoelig is, en hij zioh met de ui te rate zorg in acht moet nemen. EHe heerlijke berglucht te Lassonthwayt© heeft zijn hoest geheel ver dreven, en ofschoon hij veefl zwakker en Spoediger vermoeid is dan toen wij daar waren, wil hij dit niet bekennen, want hfj Ie tegenwoordig bijzonder opgeruimd". „Ik wenschte voor n wel, dat gij den winter met hom in het zuiden van Frankrijk kondot doorbr iigen." „Dat is onmogelijk. Indien hij in Ooto^ ber genoegzaam hersteld is, moet hij zioh' bij zijn regiment vervoegen, on dat zal waarschijnlijk wel den geheelen winter ia Londen blijven", zeide zij met een zucht, „Hij verkoopt dus zijn plaats niet?" „Neen, dat zou ons te veel schade zijn. Wij moeten zoo zuinig leven als mogelijk is, om uit onze moeilijkheden te geraken. En waarlijk-, nu wij die paarden hebben afgeschaft, hebben wij. reeds eenige schul den kuniien betalen". „Heeft Arthur al zijn paarden ver- kooht?" „Alle, zelfs zijn f raaien schimmel. Ik vrees, dat hij dit gemis zeer zal gevoelen; maar ik durf er niets tegen inbrengen, om dat ik gevoel, dat hij er wél aan doet". „Al zijn paarden 1" herhaald-- John. „Hebt gij er dan geen enkel voor het rij tuig?" „O, al lang niet meer. Wij hebben geen koetspaard' meer. gehad sedert het oude bruine paard kreupel is geworden, en dat is reeds drie jaar geleden. Maar dat komt er ook niet op aan, want ik vind het veel' aangenamer met de kinderen te wandelen dan te rijden". John was verslagen. „En nu heb ik Arthur om met mij te wandelenhij heeft Johnnie en mij reeds beloofd, dat hij heerlijke wandelingen ia het park met ons' zou doen, als zijn ge-» zondheid slechts goed blijft!" (Wor-K vetvolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5