1 Nederland en de Sorlog.
No. 17216.
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 10 April.
Tweede Biad. Anno 1916.
Ingezonden.
Binnenland.
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
EM3aaaSBH$5-35S5T:
©nderwijzersiueetiiig tegeu «leu
Dnurtctoeslag.
lil hei Gebouw voor Kunsten en Weten
schappen to 's-Gravenhage liiold do Boud
van Neclerlandsche Onderwijzers gistermid
dag een protesfcvorgadoring, gericht tegen
hot wetsvoorstel tot het verlcenen van een
duürtotoeslag van de rijksambtenaren, on
der wie de onderwijzers.
Om twee uur opende do voorzitter, de
heer Van Zadelhoff, de vergadering. Do
groot© zaal van .,Hct Gebouw" was stamp
vol.
Van den minister van Binnenlandscho
Zaken, die uitgenoodigd was, was bericht
van verhindering ingekomen. Van de leden
der Tweede Kamer waren aanwezig de hee-
ven Holsdingen, De Jong en Koster. De
heeren Kloorekoper en Hugenholtz hadden
berioht gwonden verhinderd te zijn. De
heer KeteloaT, oud-secretaris van den
Bond, en de vereeniging Volksonderwijs
zonden telegreüsch hun beste wenschen voor
het succes der vergadering.
De voorzitter sprak in zijn openingswoord
den wonsch uit, dat de aanwezige Kamer
leden hier de overtuiging zullen krijgen
'cta4h wat deze vergadering vaff 3000 leden
te zeggen heeft, gesproken is namens de ge
heel© Nederlandsche onderwijzerswereld.
}>iA1 zijn de onderwijzers arm", zei spr., „ze
wijien fier dezen duurtetoeslag af." Hij he
kelde de houding van heb Ned. Onderwij
zersgenootschap, dat in het „Schoolblad"
de onderwijzers afried de meeting te be
zoeken.
;De heer Dijkgraaf, van Schoonhoven, die
daarna heb woord verkreeg, zeide niet to
spreken als plattelander, maar als onder
wijzer-ambtenaar, die in stad en land schan
delijk gesalarieerd wordt; in de stad heb
ben de. onderwijzers te kort, op het platte
land gebrek.
Spr. schetste vervolgens met feiten de
groote armoede van 0© plattelandsonder-
1 ;kijierfl, die na een jammerlijke normaal-
sohoolopleiding benoemd worden op een sa
laris van BOO k f 550. lichamelijk en gees
telijk komt de onderwijzer zeer veel to kort-,
waaronder het onderwijs neer moet lijdon.
Spr. deelt staaltjes mede van de armoede,
elfe sommige onderwijzers ten plattelande
lijden. Zoo zijn er die veldarbeid verrich
ten, een ander draagt afgedragen kleeren
van den dorpsdokter (geroep Schande voor
NederlandSpr. kende een onderwijzersge
zin dat teenen schilde ter vermeerdering
vaa inkomsten. Bij dat alles houden de on
derwijzers zich nog veel grooter dan ze rijn
in heb gezin van een gehuwden onderwijzer
met twee kinderen en een salaris van 1200
komt; maar een enkelen keer vleesch, voor
Óen gezin van man, vrouw en vier kinderen
zet de minister van Landbouw 4 pond en 1
ons vleesch en vet per week en hij komt tob
een bedrag van bijna f 1500. Hoeveel vleesch
bn vet moet er dan komijn in het gezin waar
1200 en minder salaris wordt verdiend f
vraagt spr.. De verklaring, dat men voelt
voor den nood der onderwijzers, is leugen.
H^ngdurig applaus.)
En toch' wijzen wij den duurbetoeslag af
•Wij eisohen een billijke belooning voor on
zen arbeid, dooh die zal slechts verkregen
worden ale de bond sterk is. (Geroep, Sta
ken.) Noodig ie een sterke organisatie, dio
alleen kan op den amir verbetering bren-
goi£ besluit spr. (Langdurig applaus.)
Do voorzitter deelt mede, dat de politie
niet toestaat, dat op straat de demonstratie
zal worden gehouden waartoe besloten was.
(Rumoer.)
V 'heer Oasendorp aprak vervolgens
1 over de ma^egeden, getroffen in verband
metden oorlogstoestand. Anderhalf jaar
geliwen zei de minister, op een vraag van
do Kamerleden mr. Troelstra en dr. Bos,
dateer g<een honger zou gel eden worden in
Aetferland. En tooh wordt er honger gele-
<Jén, ook door de onderwijzers I De heer
Goeman Borgesnis verklaarde bij de laat
ste wetswijziging inzaike ealarieering van de
;<»Klerwijzere (in 1001), dat de wet alleen
maïirmuui-getal 1 en noemde, die alleen do
armste gemeenten mochten geven, 758 ge
meenten betalen nog minder dan f 600 mi-
mmumga.I&ris, 460 gemeenten komen niet
verder dan f 825 in maximum, slednts 160
betalen f 1000 of mcorl Do toestand is on
houdbaar. Wat moot con beginnend onder
wijzer dan hebben vraagt spr. Het is
f 1200 in minimum t roept hij uit. De re
geering weet, dat er armoede onder de on
derwijzers geleden wordt en in den loop
der jaren, is er zoo nu en dan iets verbe
terd in 1913 bij de verkiezingen beloofden
de vrijzinnigen salarisverbetcring, dorih de
minister zei, dat hij voor de beloften van
de Concentratie niet verantwoordelijk was
en is. In alle onderwijsbladen van alle rich
tingen tintelt de verontwaardiging, gewekt
door het duurtetopslagontwerp. Afgeschei
den van de vraag, of men voor of tegen
den duurte toeslag is, moet deze, zegt spr.,
als hij toegekend wordt, verband houden
met den toestand. En dari is 6 pOt. veel te
gering. Minstens 25 pOt. zijn de levensmid
delen in prijs gestegen, dus mag op zijn
minst wel 15 pCt. gegeven worden. De
grensregeling, de klaesifioatie, zou uit het
ontwerp moeten. Het bedrag van den toe
slag kan hoogstens worden f 66 plus 5
voor ieder kind. Vijf gulden per jaar per
kind geen arbeider die dat aan zijn
schoonmaakster zou durven geven!
Er dreigt gevaar voor ondervoeding. De
regeering erkent-, dat er geleden wordt.
Konden We er wat tegen doen, we zouden
het doen. Het verzet komt in ons allen op,
zegt spreker.
De toeslag wordt betaald in drie termij
nen, maar moet gehaald worden op afzon
derlijke tijden, om het cachet van bijzonde
re voorziening dat ié bedeeling te doen
uitkomen.
Voorts geeft spr. een becijfering van het
aantal onderwijzer», dat den toeslag krij
gen zal, en bomt volgens een enquetbe tob
de conclusie dat ear 285 onderwezens van
zullen kunnen genieten tot een totaal be
drag van f 12,000.
Onze houding, moet niet rijn, dat we wat
meer vragen, maar moet rijn een fiere af-
wijdging i Excellentie, wij danken a voor
die ae>hnoesroept epr. uit. (Langdtarig ap
plaus).
Spr. besluitWe vertrouwen, dat de on
derwijzers nullen weigerenkunnen zo niet
de toelage missen, dat ax> dan bij den Bond
komen om ondersteuning. Dat is uw eigen
geld, door uzelf bijeengebracht, We vra
gen aan de Kamer om de ouderwijzere uit
heb ontwerp te lichten. We hebben het
vertrouwen nog in de Kamer. (Geroep:
Neen 1) De Kamer kan er ons uitlichten en
een wetsontwerp voorstellendan heeft ze
gedaan, wat ze kan doen.
Onderwijzers vormen een zeer bruik
baar materiaal voor de verkiezingen. Het
is due volkomen begrijpelijk, dat de poli
tieke partijen op hen gesteld rijn. De
Ltn&sohe partijen hebben het gedaan en ze
kunnen hun beloften nog inlossen. Ons
vertrouwen bestaat nog. De Nederland
sche onderwijzers moeten opgeheven wor
den uit het moeras, eindigt spr. (Applaus).
De volgende motie werd bij acclamatie
aangenomen
,,De vergadering, ens., kennis genomen
hebbende van het wetsontwerp tot het toe
kennen van een dunrteteeslag over het
jaar 1916 aan ambtenaren en ouderwijzere,
van oordeel
dat het ambt van onderwijzer zoodanig
behoort te worden gesalarieerd, dat de on
derwijzer met. een gezin daarvan behoorlijk
kan leven, zonder dat hij, bij ©enigen toe
slag voor hem persoonlijk of eenige stij
ging van de prijzen der levensbehoefte?»
in het algemeen, daardoor terstond komt
te staan voor de noodzakelijkheid, de hulp
der liefdadigheid in te roepen;
dat de in 1913 hem toegekende kinder
en hwwelijkstoeekig en de thans door den
minister voorgestelde duurtetoerfag geheefl
het karakter dragen van bedeeïing en al
lerminst in overeenstemming rijn met de
beteekenis van de diensten van de onder
wijzers tegenover de maatschappij
dat in het toekennen dier toeslagen
reeds llgfc de erkenning van regeeringswe-
ge, dat de salarteerfng der Nederlandsche
onderwijzers reeds v<56r de tegenwoordige
abnormale toestanden totaal onvoldoende
wasdat dan ook herhaaldelijk &n van de
zijde der regeering è'n van de zijde der
volksvertegenwoordiging dit feit volmon
dig is erkenddat dus, en vooral na de
belofte vervat in het verkiezingsprogram
der concenbratiepartijen en cler S.-D.
A.-P., de onderwijzers mochten verwach
ten, dab nog in deze wetgevende periode
een radicale wijziging der salaricering aan
de orde zou worden gesteld;
overwegende, dat de nu voorgestelde
toeslag is een beleediging, den geheelen
onderwijzersstand aangedaan, terwijl hij
ook allerminst eenige leniging in den
steeds stijgenden nood zal 'brengen der
laagst gesalarieerden, dringt er bij Rege*-
ring en Volksvertegenwoordiging op aan,
dit wetsontwerp niet op onderwijzers van
toepassing te doen zijn ear tqn spoedigste
door een afdoende herziening van de sala-
rieering der onderwijzers een einde te ma
ken aan de treurige financieele positie,
waarin de onderwijzer, tot schande van
Nederland, nog steeds verkeert".
Hierna werd de vergadering gesloten
en ging mén zonder de voorgenomen
demonstratie op straat te houden, kalm
uiteen.
Militidichtingen 1908 en 1916.
Naar de „Avp." meldt, is door het leger
bestuur thans definitief bepaald, dat de mili
tielichting 1908 op 12 April a.s. zal worden
overgeplaatst naar de landweer.
Op dienzelfden dag gaan de miliciens der
le ploeg der lichting 1916 van de depóts
over naar het veldleger.
De „Prinses Juliana" yaii de
Mij. „Zeeland".
De mailboot „Prinses Juliana", welke 1
Februari op een mijn is geloopen en later
bij Fellatow op een bank ie gezet, is door
den storm der vorige week gebroken en i§
thans, evenals het zusterschip „Mecklen
burg1 verloren.
Een Nederlander bij de „8uesex"-Ramp
omgekomen
Naar do „Tel." meldt waa er aan boord
van het ba „Siisser" een Nederlander, de
heer Gerard Menke.
Blijkens telegrafisch berioht van het Fran-
eohe ministerie van marine behoort do heet
Menke niet tot de geredden, die te Parijs
rijn aangekomen, aoodat het zoo goed ris
zeker is, dat hij is omgekomen.
De Kaasnitvoer.
Wij vernemen, dat met ingang vau 10
'April de R^jksoommisaie van Toezicht op
de beschikbaarstelling en den uitvoer van
kaae, daartoe gemachtigd door den minister
ran Landbouw, Nijverheid en Handel, we
der ooosenten tot uitroer xal afgeven.
ZK heefl waarborgen ontvangen, dat ver
schillende tekortkomingen in de distributie
(die behalve in Friesland ook In Zuid- en
Noord-Holland voorkwamen) in het vervolg
sullen vermeden worden.
NederL Waardezendlngeu teruggegeven.
Naar de „N. Ot" meldt, heeft Engeland
alle in beslag genomen Nederlandsche waar-
dezendingen teruggegeven, evenwel onder be
ding, dat voortaan dergelifke_aendingen niet
sneer zullen geschieden.
Bet Honderdjarig Jubileum van de
0. 0. 0. 0. 0. 0. 0.
Wij) vierden onlangs het eeuwfeest van
de Vereeniging, die den naam draagt:
Onderlinge Onderneming Om On-vooraioh-
tógtlijk Openbare Opstallen Op te branden.
Haar monogram zijn 7 O's.
Zn werd opgericht het jaar na Napo
leon's val, toen het onophoudelijk branden
en zengen een eind scheen te nemen, wat
wel jammer was, meenden eenige leden van
kerkelijke en burgerlijke bestuurscolleges.
Men kwam toch tod, onopzettelijk en zoo
gemakkelijk, van den ouden rommel uit
grootouders tijd af. Maar een kloeke kop
schafte raad.
Indien men zloh ouderling verbond og>
het gebied van gebruik eu onderhoud der
openbare gebouwen niets te reglementoeren
of to controlceren en de suppoosten en
werkbazen al evenzoo onverschillig deden,
dan zoo meende hij zouden binnens
huis spoedig de atovenzetsters en kachel-
knechts, buitenshuis en op de daken de
jongmaatjes van verver en loodgieter vrij
spél hebben en kon iiet niet uitblijven of
door hun onvoorzichtigheid zou het eene
gebouw na het andere in vlammen opgaan.
Er kwam nu gelegenheid iets nieuws te.
zetten fiaar eigen smaak.-
Een enkele ouderwet-seks voerde Uier-
tegen aan: „Een werk van schoonheid blijft
een vreugd voor eeuwen!" Doch de meer
derheid ging met het geniale denkbeeld van
den stichter mee.
De stoutste verwachtingen zjjn overtroffen.
Do weg, door ouzo Vereeniging in één cenw
bewandeld, lijkt de Siegesallee in Berlijn,
maar in plaats van koude marmeren groe
pen: geflankeerd met in vuur en vlam
staande kerken en torens, raadhuizen en
kasteelen, musea en theaters, aula's en mi
nisteriegebouwen. En dit alles bewerkt door
onachtzaamheid van werklieden, onverschil
ligheid van werkbazen en bestuurscolleges!
Ons hart zwelt van voldoening en dit nog
"meer, als wij zien naar wat er voor in de
plaats gekomen is: alles zoo netjes en zoo
eenvoudig en toch niet kaal, want. overal
plakten we uit specie gebakken ornamen
ten er tegen aan, lang niet zoo duur als
natuursteen en 't geeft toob effect genoeg.
Ik begrijp nu de extase van dien Komein-
schen keizer bij den brand van Home. Toch
zon ik liever loodgieters-jongmaatje zpn,
dan een Nero. Want deze kon die stad
maar "éénmaal in brand steken, doch het
gilde der loodgieters, stovenzelsters, enz.
kan zoolang onze Vereeniging zal werken,
over een heel land alle gebouwen sucoes-
siof, en na wederopbouw telkens bij her
haling, naar deu grond balen. Dat zijn ze
vast van plan.
Hulde dus aan U, Mie de stoveuzetster,
die zoo heerlijk slordig omgaat met uw
glimmende kolen en aan U, Klaas de Ica-
ohelknecht! Giet vrij uw petroleumkan uit
in de kachels onzer musea. Hulde ook aan U,
Heintje en Pietje, jongmaatjos van baas
'verver en baas loodgieter, die in gerecht
vaardigd vertrouwen op uw ervaring, van
jochies van 17 jaar, u met vuurpot en
blaaspijpen loslaten op de goten on daken
van gebouwen van tonnen gouds waarde en
met een inventaris gevuld, die misschien
vele millioenen waard is. Dat ze dat on
nadenkend en roekeloos behandelen, wie zal
het zulke kinderen kwalijk nomen? Het is in
elk geval conform de statuten onzer Ver
eeniging.
Mijnheer de Eedacteur, Ik fluister u toe
een geheim: onze jubileorende Vereeniging
heeft het eerelidmaatschap aangeboden aan
een hooggeplaatst persoon In een" land ten
oosten van bet onze en als onpartij
dige neutrale Nederlanders betaamt, ook aan
een hooggeplaatst persoon in ©en land, dat
nog oostelijker ligt dan het ovengenoemde.
Hoewel de veiligheid en onzijdigheid van
Nederland er niet mee gemoeid is, zeg ik
niet meer. Alleen nog dit: onze voorzitter
is in de blijde verwachting van een orde
uit elk land, dooh de betrokken kansela
rijen weten nog niet of het heraldieke beest
van die orden in 'trood (kleur van 't vuur)
of in 't zwart (kleur vau den smook) zal
worden toegekend. Onzen president is 't
hetzelfde.
Ook onze Vereeniging verleent van tijd
tot tijd zichtbare bewijzen van tevredenheid
aan wie door woord of daad of stilzitten
toont met ons doel te sympathiseeren. Dat
bewijs bestaat uit een exemplaar van een
toiletartikel, dat nu «enigszins in onbruik,
door onze grootoudera in de mannelijke linie
's nachts over het hoofd werd gestulpt. Een
voorziohtig man liet er door zgn ega keel
banden aanzetten tegen het verliezen in den
Onze ondersc'ueidingsteekenen dragen die
keelbanden ook en wel ten getale van zeven
(zulks is symbolisch met hot oog op da
zeven O's van ons monogram). Voorts zijn
ze versierd met een kwast of pluimpje, dat
te grooter is naarmate de verdienste van
deu gehuldigden persoon of college.
In beginsel is beslotêu dit hubieblük dit
jaar te vereeron aan het Dagelijksch Be
stuur en den Raad eener Academiestad. Ik
zeg niet, welke 't zijn zal. Groningen? Doch
daar i3 na den brand der Aula al veel tegen
werking tegen ons. Utrecht? O neen, daar
is een ptrenge verordening ingevoerd recht
streeks op verijdeling vau ons doel gericht
Ruikt u lont, Heer- Redacteur? Houd het
voor U! Alleen dit nog: de pluim en de
keelbanden zullen prima zijn.
De Secretaris van
0. 0. 0. 0. 0. 0. 0
Leiden, April 1916.
B. on W. van Amsterdam hebben eea
voordracht bij den Raad ingediend tot de
instelling van een lectoraat in het militair!
straf- en procesrecht en stellen voor tob
lector in deze vakken voor drie jaar te
benoemen: mr. L. M. Rollin Couquerque,-
administrateur bij "het Departement van Ko
loniën, vroeger hoofdambtenaar bij "het De
partement van Oorlog en algemeen Secretaria
in Suriname.
H. Ivf. de Koningin, H. M. de Konin
gin-Moeder en Z. K. H. de Prins der Né-
derlandon woonden Zondagmorgen de gods
dienstoefening bfj in de Regentessekerk, ipT
Den Haag, onder gehoor, van dr. J. AL
Cramer. i
Bij Kon. bes-luit is benoemd tot adju
dant in buit en gewon en dienst van. H. M. de
Koningin de luit.-generaal van het leger
in Ned.-Inclië H. N. A. Swart, civiel cm
militair gouverneur van Atjéh en Ond'er-
liooTigheden.
De gowone audiënties van de Minis
ters van Oorlog en ran Financiën zullen dé
volgende week niet plaats hebben.
Ged. Staten van Noord-Holland hebben
aan Provinciale Staten een nieuw, uitgei
breid rapport gezonden aangaande den wa
tersnood en de in verband daarmede geno
men maatregelen.
De aannemingBsora voor -de werken it>
"Waterland bedraagt 1,323,000, die in Katr-
woude f 486,700.
Het totaal bedrag der geldleeningon,
waartoe de onderscheidene waterschappen
tot betaling der kosten van de door hen in
verbant! raeb den watersnood genomen,
maatregelen gesloten, bedroeg sedert do
mededeelingeii van Ged. Staten d.d. 16 Fe
bruari 1.1. ƒ3,176,500, hetgeen met de vroe
ger opgegeven leeningen te samen een som
oplevert van f 4,016,500.
Aannemende, dat na het dichten van de
doorbraak het peil in den Oostpolder van
Anno-Paulowna door aispuiing tot onge
veer 0.40 M. A. P. verlaagd kan wor
den, dan zal toch nog ongeveer 20,000,000
kub. M. water uit dien polder moeten wor
den weggemalen.
De kosben voor do drooglegging zullen
uit den aard der zaak belangrijk zijn. Een
nauwkeurige raming is niet mogelijkver
moed wordt, dat deze in totaal niet hooger
zullen zijn dan 450,000.
Ged. Staten stollen voor genoemd bedrag
in elk geval voorioopig voot rekening der
provincie te nemen.
Voorgesteld wordt bij 3de suppletoir© be-
grooting het bedrag van ƒ450,000 te ver
krijgen door verhooging van den post „ge
leend) kasgeld".
Dr. A'. J. do Sopper, pred. der Ned.-
Herv. Gem. te Amsterdam, heeft het voor
beeld van dr. W. J. M. Engelberts gevolgd.
Gistermorgen liet hq in de Oranjekerk aldaar
voor zich optreden ds. B. Klein Waseink,
pred. der Ned.-Herv. Gein. te Leeuwarden.
Tweeden Paasckdag sal Z. K. H. Prins
Hendrik do door hem zelf ontworpen vlag.
der vereeniging „De Nederlandsche Padvin-
derBbond" aan de afdeelingen dier Vereeni
ging overhandigen. De plechtigheid zal plaats
vin a en op de artillerieheide in De Bildt
De examens voor de nuttige handwer
ken te Rotterdam zijn geëindigd. Geslaagd
zqn 399 candidateu, afgewezen 59.
Te Utrecht is een druk bezochte ver
gadering gehouden vau vertegenwoordigers
der in ons land bestaande bonden en veree-
nigingen van veehandelaars, met het doel te
komen tot oprichting van een Nederland-
schen bond.
De voorzitter van het voorioopig bestuur,
de heer J. Turksma uit Leeuwarden, wees er
in zijn openingswoord op, dat het stichten
van een Nederlandschen bond in het belang
ik
Uit hét Engelsch van Miss Y0NGE.
(Nadruk Verboden),
188)
Üj waardeert Violette toch wel, hoop
»,Ja in ze>ker opzicht. Hij adht baar
boog m haar betrekking als vrouw en moe
oor en wie zou dat ook kunnen nalaten,
die haar verleden winter heeft gadegesla
gen, en gezien wat z$ van haar echtgenoot
gémaairt heeft?"
rijt dus omtrent Arthur gerust?"
„Meer dan ik ooit gedacht had, dab mo-
goljik zou zrjn."
>'^:Var' Percy, wat is er aan van hetgeen
hi} in (j verteld heeft, dat gij hem met opof
fering van uw eigen geld uit de verlegen
heid gered hebt?"
„Heeft hij u dat allee verteld?" riep
Percy uit.
„Ja, hij wenschte, dat ik het zou weten,
ihgeval hij mocht komen te sterven."
'„Ik kon niets anders doen, John," zeidé
Percy, als om zich ts verontschuldigen. „In-
dien gij. die arme vrouw mot haar kindertjes
gezien hadt, en den toestand, waarin htf.
310 bevond, toen ik hem thuis bracht,
t glrj ook geoordeeld hebben, dat er
Jas beters op was dan dien honden een
to toe te werpen, opdat zp hem ten
minste met rust lieten sterven."
„Dat is zijn. redding) geweest! Maar waarom
waart gdj er tegen, dat papa het zou ver
nemen?"
Br, Omdat ik wist, dat hij het een onaan
genaam denkbeeld zou vinden, verplichting
aan mjj te hebben, en dat het hem niet
gelegen kwam mij het geld feerug te geven.
Bovendien moesten wij zorgen, dat Arthur
zich stil hield, daar vreesden, dat hfl
anders weder een bloedspuwing zon kragen;
daarom heb Ik hem maar aangeraden, allee
te laten rusten tot gifl terug waart Ik ver
beeld mp, dat vrij allen naar u hebben
uitgezien als naar een specie van Deus ex
machina, om het laatste bedrjjf van ons
drama af te spelen, ofsohoon ik nog niet
begrip boe gü het aanleggen zult"
„De volgende dag was een Zondag, bijns
de eerste Zondag in ztjfci leven, welken John
met recht kon zeggen, dat hjj met zijn far
milie vierde.
Na de middagkerk wandelde het gezel
schap slechts een weinig heen en weder fai
de laan, of zette zich onder de boomen op
het grasperk neder en praatte en sohertste
over het groot verschil tusschen zulk een
Zondag, en dien, welken men in Weet-Indiö
viert, als een gansohe gemeente van zwarte
kroeskoppen, wier vrooïjjkheid en luidruch
tigheid zolfs dan met te bedwingen is, de
antwoorden geeft en met luider keel de ge
zangen aanheft.
„Een poosie later, toen Johnnie en He
lena, die zich niet konden verzadigen aan.
het hooren vertellen over de negers, naar
binnen geroepen waren om hun avondeten
te nuttigen, bemerkte John en Violette, dat
de rest van het gezelschap zich verstrooid
had en zft met hun beiden alleen zaten.
„Heb' ik u verteld, dait Fanahawo met
mft teruggekomen is?" zeide John. „Dooïi
de nieuwe beschikkingen is zijn Inkomen
vermeerderd," en toen Violette hem met een
verheugden en vragenden blik aanzag, ver
volgde hft: „Hij heeft m$ een geheim ver
trouwd, dat, naar ik bemerk, geen geheim
meer voor u ia."
„Ik hoop maar, dat mama rich niet be
zorgd zal maken over het klimaat; ik moet
haar eens spoedig schrijven hoeveel goed
het u gedaan heeft"
„Het verheugt mj). to bemerken, 'dat er
eenige hoop voor Hem bestaat H© sohgnt
ow zuster reeds lang bemind te hebben,
dooh het streed tegen zij0 gevoel, naar haar
wederliefde te trachten, zoolang hfj hoege
naamd geen vooruitzicht had te kunnen
trouwen.
„Dat hebben wj geraden!" redde Violette.
„Die lieve Annettel Als hij nog dezelfde is
als toen ik hem kende, zal nj zeker ge
lukkig met hem z$n."
„Ik kan niet genoeg tob a$n lof zoggen.
Maar zeg eens, is dat nu die zuster, waar-
omstandigheid zou ik nimmer iets van haar
gevoel voor Mr. Fanshawe vernomen heb
ben. Het was slechts een lichte voorkeur,
die rij tooi1 hem gevoelde, mam» gelukkig
heeft die belet, dat zjj zich aan Percy hechtte,
want als dit het geval was geweest, zou
het moeiltlk geweest rijn te beslissen hoe aft
rich had moeten gedragen."
„Percy is u zeer veel verplicht"
„Het was wel goed van hem, dat M)
niet boos op was. Ik zou dat huwelijk
zoo gaarne gezien hebben; maar Ik ben
recht blijde, dat ik het Annette niet heb
aangeraden, en vooral ben ik Innig verheugd
over hetgeen g$ mjj hebt medegedeeld; want
ik vond Annette zoo droefgeestig gewor
den en zoo veranderd; mfi dunkt nj zou
haar jeugd ver kwenen. Indian zr) hog lan-
gtea- tn het ouderlijk hfcds moest blijven,
rii geen bepaalden werkkring heeft."
„Dat begrijp ik duidelijk. En hebt gij
nimmer gewensoht, dat gij haar een ande
ren raad hadt gegeven?"
„Als Percy en Theodora z-ich niet ver
zoend hadden, geloof ik wel, dat ik er
spijt over gevoeld zou hebben. Het was een
langen tijd twijfelachtig, of well ik gehan
deld had tot haar welzijn".
„Maar gij hebt gehandeld in de overtui
ging, dat de rechte weg altijd de veiligste
is, nietwaar?"
,,En nu ben ik er zoo dankbaar voor".
Zij hield op, want zij gingen op dat oogen-
blik voorbij het- .mlon, en zagen door ds
openstaande g'aven dour Arthur op de
sofa liggen slapen. ,,Hij heeft niet in slaap
kunnen komen voordat het dag was", zei
de zij, bij John terugkeerende. „Alle aan
doening veroorzaakt hem tegenwoordig
riapelooze nachten".
„Daar vreesde ik gisteravond reeds voor,
toen ik dat roede kleurtje op zijn wangen
zag. Maar wat ziet hij er bleek en mager
uitIk zou wel eens willen weten hoe gij
over zijn toestand denkt; papa meent, dat
hij hersteld is. Gelooft gij dit ook?"
Violette schudde het hoofd. ,,Hij is beter
dan wij hadden durven hopen na een zoo
zware ziekte", antwoordde zij, „en dokter
L. zegt, dat er nog geen bepaalde kwaal be
staat, maar dat zijn borst zeer gevoelig is,
en hij zioh met de ui te rate zorg in acht
moet nemen. EHe heerlijke berglucht te
Lassonthwayt© heeft zijn hoest geheel ver
dreven, en ofschoon hij veefl zwakker en
Spoediger vermoeid is dan toen wij daar
waren, wil hij dit niet bekennen, want hfj
Ie tegenwoordig bijzonder opgeruimd".
„Ik wenschte voor n wel, dat gij den
winter met hom in het zuiden van Frankrijk
kondot doorbr iigen."
„Dat is onmogelijk. Indien hij in Ooto^
ber genoegzaam hersteld is, moet hij zioh'
bij zijn regiment vervoegen, on dat zal
waarschijnlijk wel den geheelen winter ia
Londen blijven", zeide zij met een zucht,
„Hij verkoopt dus zijn plaats niet?"
„Neen, dat zou ons te veel schade zijn.
Wij moeten zoo zuinig leven als mogelijk
is, om uit onze moeilijkheden te geraken.
En waarlijk-, nu wij die paarden hebben
afgeschaft, hebben wij. reeds eenige schul
den kuniien betalen".
„Heeft Arthur al zijn paarden ver-
kooht?"
„Alle, zelfs zijn f raaien schimmel. Ik
vrees, dat hij dit gemis zeer zal gevoelen;
maar ik durf er niets tegen inbrengen, om
dat ik gevoel, dat hij er wél aan doet".
„Al zijn paarden 1" herhaald-- John.
„Hebt gij er dan geen enkel voor het rij
tuig?"
„O, al lang niet meer. Wij hebben geen
koetspaard' meer. gehad sedert het oude
bruine paard kreupel is geworden, en dat
is reeds drie jaar geleden. Maar dat komt
er ook niet op aan, want ik vind het veel'
aangenamer met de kinderen te wandelen
dan te rijden".
John was verslagen.
„En nu heb ik Arthur om met mij te
wandelenhij heeft Johnnie en mij reeds
beloofd, dat hij heerlijke wandelingen ia
het park met ons' zou doen, als zijn ge-»
zondheid slechts goed blijft!"
(Wor-K vetvolgd)*