N». 17200
Woensdag li i Maart.
Eerste JBlad. a°. 1916.
Persoverzicht.
Ingezonden.
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
Het morgen verschijnend nummer bova/b
o.a. als voorplaatDe Tsarina van Rusland
doet als verpleegster dienst in een der
Roode-Kruis-hospitalen in Petrograd.
Voorts: Het. Nederlandsohe stoomschip
„Tubantia" getorpedeerd. Met drie fo
to's. Het Duitsche vloot-eakacler in de
Noordzee. Het vervaardigen van pro
jectielen in eèn Fransche Munitie-fabriek.
De werking van het geschutvuur op een
fabrieksgebouw. Een Nederlandsohe Roo-
de-Kruis-afcleeling naar het Fransohe ge
vechtsterrein. Wereldrevue, met tal van
foto's, op den oorlog betrekking hebbende.
Samenstelling van examen-'
commissies. Herhaaldelijk is geklaagd
zoo lezen wy in „DE TIJD" dat de
examencommissies voor de akte-examens la
ger onderwas zeer eenzijdig werden saam-
gesteld en wel zoo, dat voor de deskundi
gen van het bijzonder onderwijs een onbe
hoorlijk kleine praats werd ingeruimd. Do
laatsto jaren kwam daarin, gelijk in de
samenstelling van meerdere colleges, wel
eenige verandering ten goede.
Toch is deze zaak j g geenszins ten volle
in het reinov gebracht, merkt „DE ROT
TERDAMMER" op.
De courant bracht de namen der he eren,
die te Haarlem als deskundigen voor de akte-
examens art. 77a Wet L. 0. zullen optreden.
Wèlgeteld, zijn er precies twintig; van
die twintig zyn zeventien dignitarissen
by het openbaar onderwijs, drie hoofd of
onderwijzer bij het bijzonder onderwijs. Uit
Haarlem en omstreken, uit Amsterdam, Lei
den, Rotterdam heeft men de examinatoren
geroepen en toch is men er niet in geslaagd
een commissie te formeeren, waarin het bij
zonder onderwijs rechtvaardiger is verte
genwoordigd. Hier hapert iets, hier hapert
veel.
Deze opmerking aan een ons bekende on
wijs-autoriteit voorleggend, deelde hij niet
geheel do grief der ongelijke verdeeliög,
omdat er z.i. een invloed werkte ten uadeele
van de bijzondere deskundigen.
Het examen-afnemen kost n.l. veel tijd.
En nu zjjjn op de bijzondere scholen de on
derwijskrachten doorgaans niet overvloedig
en kunnen dus niet gemakkelijk gemist wor
den. Besturen ran bijzondere scholen geven
dan niet gemakkelijk gelegenheid voor een
langdurige afwezigheid. Bij de openbare scho
len schijnt een frequente en langdurige af
wezigheid van schoolhoofden niet te liinde-
ren aan het onderwijs, waarbij het ambulan-
tisme in den regel veel grooter is dan bij de
bijzondere scholen. Daarbij komt nog, dat op
de Katholieke scholen, voor een' groot deel
in handen van religieuzen, de deskundigen
uit anderen hoofde moeilijk geruimen tijd
syn los te maken van hun of haar dagtaak.
Een en ander maakt de keuze voor het
examen-personeel uit de byzond^ra scholen
iets meer beperkt
Naarmate de openbare school verhoudings
gewijs in beteekenis inkrimpt, komt haar
personeel in steeds losser conditie en ais het
aantal scholen zoo gering is geworden, dat
het niet meer noemenswaard is, zullen er
zooveel over de hand komen, dat zij al de
examen-oommissies wel alleen kunnen vor
men. Men moet dan met hen toch iets uit
voeren!-
Het werkderBevredigingscom-
missie. „DE STANDAARD" verheugt
zich er over, dat de „laatste poging" van
de Bevredi^ngscommissie nu toch gelukt
schijnt te zyn. Echter zal ook nu art 192
nog volstrekt niet de verwezenlijking bren
gen van den wensch der antirevolutionairen:
het vrye onderwijs regel, het openbare niet
anders dan uitzondering of aanvul ing. En
ook zal geen art 192 de volle uitwerking
van de gedachte kunnen geven en behoort
men ook niet uit heb oog te verliezen, dat
de concept-onderwijsherziening, die de
Commissie aan het nieuwe Grondwetsartikel
toevoegde, enkel strekt om een denkbeeld
te geveu van hoe de toestand na Grondwets
herziening zal kunnen worden. Eenige
zekerheid,a t hi} zoo zal worden, ontbreekt.
De Kamermeerderheid van 1917 zal aan die
conceptie in 'i geheel niet gebonden zijn.
Doch neem zelfs aan, dat dit anders
loopt en dat straks de concepten wet woe
den, dan nog ontbreekt u alle zekerheid, dat
deze wetten zoo blyven. De gewone wet
gever zal er telkens wijziging .in kunnen
aanbrengen, en men weet hoe het' aan de
wetten van 1857 mi 187§ verging. Geen
weg zag men aldoor zoo rusteloos gewij
zigd, als juist do wet op heb Lager On
derwijs.
Helder zij daarom van meet af het oog
voor het hier schuilend gevaar geopend.
De Conceptwet die het nieuwe voorstel
verzeik moge ons geen oogenblik op het
dwaalspoor leiden.
Doch ook al mocht het zijn, dat er nog
andere, min gewenschte, plooien in het rap
port zaten, we zien niet in, waarom we
het voordeel, dat het biedt, niet aanvaarden
zouden, mits, en hierop legge elk onzer
steeds vollen nadruk, mits de kwestie
niet als afgedaan worde be
schouwd, - zoolang het eenig goede be
ginsel niet uitgangspunt ook van de Grond
wet zij.
In een andere driestar betoogt hetzelfde
blad, d&t men op bereidwilligheid van de
antirevolutionairen, om nn bftwpze van ruil
mee te werken aan de kiesrechther-
zie n i n g, nog niet al to vast mo'et rekenen.
Van Links is men geneigd aan Rechts,
inzake het onderwijs, ten deele toe te
geven, maar in de Grondwet weigert men
het eenig ware beginsel tot uifclrukking te
brengen; terwijl men omgekeerd van ons
„vergt, of althans vraagt, dat wi) in de
Grondwet zelve het ons stuitende beginsel
der tegenpartij fcot volle uitdrukking zullen
doen komen.
Er is dan ook geen kwestie van, dat
het over en weer gelijk 20U staan.
Zelf wil men voor zijn beginsel eon abso-
luton triomf in de Grondwet vastleggen.
Voor wat ons aangaat, handhaaft men daar
entegen in hoofdzaak nog^zyu eigen be
ginsel, en geeft alleen in de uitwerking
fcoey en dan nog wel op een wijze, dat
zulks na Grondwetsherziening toch weer tot
allerlei beknibbeling kan leiden.
Gelijk staat het dan ook volstrekt niet-
En al blijkt het, dat er geen overwegend
bezwaar is, om mee fce gaan met de revisie
van Art 192, op de wijze, waarop men dit
plooiend en schikkend zal willen doorzetten,
hieruit volgt nog in 't minst niet, dat we in
zake Art 80 ons als met handen en voeten
gebonden,, hebben over te geven.
Zelfs voor Art 192 bindt het rapport
der commissie niet
De oritiek in de pers, bij de stembus,
ön in het Parlement blijft vrij.
Handels-attachés. Het „ALGE
MEEN NEDERLANDSCH EXPORTBLAD"
dringt aan op de benoeming van handelsver-
tegenwoordigers._Bjj het einde van den thans
heersch'enden wereld krijg breekt het tijdstip
van een "economische worsteling aan, die
ongetwijfeld lang zal duren.
Ons land zal van dezen handelsstryd niet
vryblijven. En waar in ons land groote
hanoeisbetrekkingen op het spel sraan. dient
men zich krachtig voor te bereiden, om in
den grooten komenden wed.oop niet achter
te blijven.
Daarom 'moeten er oommissies gevormd
worden uit de diverse takken van industrie,
landbouw, schoepvaart en veeteeK. Geen
theoretici,' doctoren of meesters in do rech
ten, doch menschen uit de praktyk. Er moet
zyn een bond van textielfabriran.en (kapoen
en wol gescheiden); een bond van machine
fabrikanten; een bond van schoenenfabri-
kanten; een bond van papierfabri anten; een
bond van bierbrouwers, enz. Iedere bond
moet zijn eigen bestuur hobben en uit alle
besturen moet een hoofdbestuur gevormd
worden, dat de belangen ^behartigt en bij
de Regeering bepleit. Op deze wyze wordt
een Bureau in het leven geroepen, waarin
geen" kleinzielige afgunst zetelen mag, dooh
een Bureau, dat zich krachtig zal wijden
aan de handhaving van Nederlands handels-
macht-en die der koloniën.
En dat particuliere initiatief moet nog
e8n tweede doel hebben. Er moeten n.l. men
schen opgeleid worden fcot handels vertegen
woordigers. Menschen, die zich voor een be
paald aantal jaren aan deze organisatie ver
binden, gedurende een' bepaalden fcyd. zegge
elk een maand, in diverse industrieën werk
zaam worden gesteld, vervolgens een maabd
in de producfcenaideeling van een onzer
groote handelslichamen geplaatst, en dan door
de Regeering erkend worden als handels-
afgevaardigde by de gezantschappen en con
sulaten. De Regeering moet hiervoor subsi
die verstrekken, en den titel verleenen, doch
de benoeming moet komen uit het parti
culier initiatief. Geen ambtenaren met klei
ne vaste salarissen en veel officieel gedoe,
doch menschen uit de praktyk, volbloed Ne
derlanders, vloeiend talen sprekend en met
een warm kloppend hart voor Necrland's
grootheid en bestaan.
En deze menschen moeten niet karig be
zoldigd worden, doch ruim betaald, zoodat
zy zich met hart en ziel aan hun taak
kunnen wyden.
India's verdediging. Dr.
B(os) schrijft in „DE VRIJZINNIG-DE
MOCRAAT"
De hee»r Van Kol heeft in de Eerste
Kamer uitdrukkelijk gewezen op het Ja-
pansche gevaar, dat voor onze Koloniën
dreigt. Wel niemand zal blüad zijn voor'
het feit, dot ook in Oost-Azië zien expan-
eiegeest doet gevoelen. Kan Indiê geen
weenstand bieden, dam is hot te vreezen,
dat het te ©eniger tijd ten prooi valt van
een of meer begeerigo Staten.
Het is dan ook dringend noodzakelijk te
maken, dat Indiê zichzelf verdedigen kan.
En de grootte de bevolking èm de fi
nancieel e kracht van het Indische rijk la
ten dat toe. Van onze zijde eischfc dat ech
ter snelle en krachtige organisatie.
Men sohijnt zich echter ib ons land op
één enkel punt bund te staren. Mem denkt
aan een Nederlands che vloot, die vele ja
ren voor dan aanbouw zal noodig hebben
en waarmede dan Nederland net Indische
rijk zal verdedigen. Van het begin af, dat
deze plannen ter sprake kwamen, is dezer
zijds verdedifed, dat het eenige juiste
standpunt is^ dat Indië te land en ter zee
met eigen hulpmiddelen, maar onder
Nederlandsohe leidïng, zijn verdediging
organiseert.
Doet men dat niet, dan is te vreezen, dat
de goede tijd voorbij gaal. en niet tijdig
wordt gezorgd, dat de prijs voor een
overval in Indië te groot wordt dan dat
eenige mogendheid, dib ook met de belan
gen van ander© groote Staten rekening
heeft to houden, dien zal willen betalen.
Volksvoeding.
Geachte Redactie.
Zoodra ik Zaterdagavond de voorsohrif-
ten las, begreep ik, dat het geheim om
goed en goedkoop volksvoedsel te verkrij
gen, voor ons rvas opgelost En toch, ieder,
die ik over de voorschriften sprak, was
verontwaardigd, zoodat ik gerust kan zeg
gen, dat de verontwaardiging algemeen was.
Ondankbaren! Wij niet alzoo, wij hebben
de pap bereid en sjonge, sjonge, wat heb
ben we gegeten en gesmuld! Het was haast
i te heerlijk met 5 personen voor 36 ets.
gegeten.
Ik, die dit schrijf, moest er heel den
verderen dag aan denken, want mocht ik
het door mijn werkzaamheden, haast een
oogenblik vergeten, direct herinnerde mijn
maag mg er aan, dat ik dankbaar gestemd
moest wezen.
Mijn broertje van 14 jaar-beweerde, dat
hij van honger omgevallen was; maar dat
bestaat niet want hij had nog we! een
schijfje krachtige kaas bij zijn brood, dat
hij 's middagB meeneemt (Is dat eigenlijk
wal noodig na zooveel heerlijke pap gehad
te hebben?)
Mg is opgedragen de commissie onzen
dank te betuigen en ik weet dit niet boter
te doen dan door de commissie toe te
wenschen, dat zg nooit iets anders zal krij
gen, dan voedsel volgens haar voorschrif
ten klaar gemaakt en vooral niet meer dan
de door haar vastgestelde hoeveelheid on
ook, dat zij daarbij dan flink met het lichaam
moeten werken.
Hoogachtend,
Uw Dr..
A. S.
Leiden, 21 Maart 1916.
P.S. De hutspot hebben we nog niet durven
klaar maken, uit vrees, dat het toch
te vet zou zjjn.
Kijksvergoedingen
van gehuwde Militie- ot Landweer-
onderofficieren.
Geachte Redactie!
Beleefd verzoek ik u voor het navolgende
eenige plaatsruimte.
Als een donderslag aan helderen hemel
gewerd mg heden de mededc-eling, dat mijn
vergoeding als sergant zou ophouden ta be
staan, ten minste in die mate, waarin zi)
mg tot nog toe werd uitgekeerd; een be
langrijke redueeering (van ongeveer 60 pCt.)
zou er plaats hebben.
Welke overwegingen autoriteiten geleid
hebben tot dit besluit, is mij een raadsel-
Het levensonderhoud, vergeleken bg het be
gin van de mobilisatie, is toch waarlijk niet
goedkooper geworden. Waar is het dan aan
toe te schrijven? Een grove vergissing mis
schien van autoriteiten, om het aan onze
categorie van sergeanten uit te betalen, die
pas heden ontdekt zou zijn? Of vindt men
het traktement van onderofficieren (militie
of landweer) zoo toereikond, dat men het
vanaf nu niet meer noodig acht om hen bij
te staan?
Het is een waar mysterie, doch het staat
onomstootelgk vast, dat een onderofficier,
die gewend is in hei burgerleven een trakte
ment te hebben van f 100 of meer per jnaand,
het thans niet kan doen met f 60. Omgekeerd
zou het zich beter aan de tegenwoordige
tijdsomstandigheden aanpassen.
Hoe een sergeant, met een traktement als
zoodanig van f48 per maand, plus f 13.50
vergoeding, te zemen f61.50 per maand;
behoorlijk in z'n levensonderhoud kan voor
zien, is voor mij een affaire non compris.
Het zal den buitenstaander zeker aan znn
oordeel ten goede komen, als hg de volgende
berekening aan dat oordeel ten grondslag
legt.
Totaal inkomen per maand f 61.50.
Uib liet Engelsch van Miss ïTONGE.
(Nadruk Verboden).
122)
„Wij hebben nog wel enkele felle dorps-
demagogen, maar ik denk toch, dat de ver
broedering, waartoe dit ongeval aanleiding'
heeft gegeven, goed zal doen. Ik heb nog
geen gelegenheid gehad mij in hun midden
to begevori, maar zij zijn onophoudelijk naar
mijn welstand komen vernemen; Den eer
sten Zondag, toen ik weder zoo ver hersteld
was, dat ik'mijn kamer kon verlaten, vond
do grooto vesubulo als bezet met mijn
werkers in hun Zondagspak; het scheen
wel oen vergadering van Methodisten te
zijn; do goedo-Lucy heeft mijn tante gewel
dig geërgerd, door schreiende zich onder
hen to begeven, en hun grooto voreelto han
den te drukken. Ik verbeeld mij, u.at „on
ze jonge Lady", zooalis zij haar noemen, het
sterkste anti-chartristisch argument is, dat
men hun tegen kan stellen."
Niottegensteando hij op deze levendige
manier praatte, scheen hij toch ver van
sterk te zijn en ging hij vroeg, blijkbaar zeer
vermoeid, naar huis. Gedurende cht ge
sprek had Theodora zich zwijgend met h lar
naaiwerk bezig gehouden, doch juist dat zij
haar oogen geen enkele maal ops.oeg, deed
Violette begrijpen, dat zijn verhaal haar
diep tor harto ging eu- dat zij uit zekero
verlegenheid het niet waagde een woord to
zeggen, toen do graaf bij het heengaan haar
vaarwel zeide, Heb w- zonderling, daj zij
in zeker opzicht het middel was geweest om
act? «del karakter te vormen, terwi$
zij slechts met scliaamte en leedgevoel kon
denken aan het deel, -dat zij er aan gehad
had.
Zdo zachzelve duizend verwijten doende,
ging Theodora weer heen, om gedurende
het eerste gedeelte van den nacnt bij haar
broeder te waken.; zij zou het hoogst kwa
lijk genomen hebben, indien men haar ge
zegd had, wat toch inderdaad het geval was,
dat hij over het algemeen veel onrustiger
Was, al3 zij bij hem waakte, dan wanneer een
ander hem oppaste, waarvan do reden mis
schien hoofdzakelijk daarin te zoeken wae,
dat hij ziclizelven dan geen dwang oplegde
zooals hij anders deed, hetzij om zijn vrouw
niet to vermoeien, hetzij uit ontzag voor
zijn vader. Daarenboven was zij blijkbaar
zoo angstig en zoo ernstig en droevig ge
stemd, dat zij niets wist te verzinnen om
hem op te beuren of zijn gedachten ©enige
verstrooiing te geven, en zoo werd nij dan
weldra rusteloos on lastig, of wel hij was
ter neer gedrukt en gaf zich aan zwaarmoe
dige gedachten over zijn ziekte of zijn zo-
ken over.
Dien avond was hij Lady Elizabeth's be
zoek te weten gekomen en verlangde te we
ten of Gardner van Miss Brandon hnJ af
gezien. Theodora wilde hem niet t-oelaten
zooveel to praten, en dit ergerdo hem, en
maakte, dat. hij slechts des te meer sprak,
tot-dat hij eindelijk alles uit haar gekregen
had; waarna zij eindigde met to zeggen:
,,0, Arthur, welk een troost moet het voor
u zijn, dat al dit leed u overkomon is, om
dat gij uw best. deedt om Emma te redden."
„Daar heb ik niets aan gedaan; dat deed
Violette, en ik zou haar belet heboen te
schrijven, indien ik het had kunnen doen."
Misschien was cut onzacht ontwaken uit
der? dtooDi, waarin zy aangaande Arthurs
heldenmoed verkeerd had, ©en der wreedste
slagen, dio haar treffen konden
„Indien hij met mevrouw Finch trouwt,
moet hij mij ten minste betalen wat. hij mij
schuldig is", en hij begon zich met op
bollen het hoofd te breken. Theodora
die hem zijn voorhoofd zag fronsen en
zijn lippen bewegen, raadde hem, da/b re-
benen na te laten, en liever zijn best te doen
te gaan slapen.
„Gij hebt mij gestoord, nu moet ik weer
van voren ai aan beginnen!" en hij be
proefde het weder. „Neem., ik lean het niet
klaar krijgen. Daar ligt een pak papieren
in mijn lessenaar. Die moet gij eens nauw
keurig naaien dat zal nog ieta zijn voor
Violette en dé kinderen draag zorg die
schuld to laten invorderen" en weder
wilde hij haar den uitleg gaan geven, hoe-.
wel zij hem smeekte al die zaken uit zijn
hoofd te zetten, en ten slotte begon hij zoo
geweldig te hoesten, diat Lord Martindalo
binnenkwam en haar met een verwijtenden
blik w-egizond en baar plaats innam. Zij gang
na-ar bed, maar deed geen oog toe, en kwel
de zich uren lang met de gedachte, diat
Arthur weer om zijn speelschulden scheen'
te denken, in plaats vam hetgeen zij zoo vu
rig wenschte, dat zijn gemoed' mocht ver
vullen. Haar veerkracht scheen door haar
ziekte vernietigd, en daarmede scheen ook
de moed geweken, met welken zij zich
vroeger tegen zwaarmoedige gedachten
placht te verzetten. Het weder verschij
nen van Percy en Lord St.-Erme had
haar verontrust en bedroefd gemaakt, en
terwijl zij moede en afgetobd en met zich
zelf© in strijd, dio slap-eloozo uren doorge
bracht had., wemscht-e zij niets vuriger, dkim
dat zij haar hoofd mocht kunnen nederleg-
gon om de eeuwige rust in te gaan.
Arthur had een slechten nacht, en was
in den morgenstond inin-der wèl, en terwijl
Lord Martin dale zjcbzelven afvrpeg, hoe
het toch mogelijk was, diat Theodora -zoo
onvoorzichtig kon wezen, werden de brie
ven binnengebracht, er was er eon bij
uit Brogden waaruit duidelijk bleek, dat
Lady Marbindale zoo ongesteld en zwaar
moedig was, dat men haar niet langer al
leen durfde liaten. Lord Martin dale be
sloot dus, dat Theodora naar huis zou te-
'rugkoeren en de drie oudste hinderen me
den omen zij durfde er niets tegen inbren
gen en kon niets anders doen dan lijdelijk
over zich te laten beschikken en hoezeer
het haar ook griefde, dat zij Violette en
baar broeder moest verlaten, zij vond tooh
eenige vergoeding in de zekerheid daar
door ten minste haar gewezen minnaars te
vermijden.
Lady Elizabeth kwam even na het ont
bijt, toen Lord Marbindale juist was uitge
gaan, om, zooals zij Theodora beloofd had,
den afloop van haar onderhoud met Em
ma mede te doelen. Zij was zeer treurig
gestemd Emma had steecis blijven volhou
den, dat al Wat haar moeder aangaande
Mark gehoord had, niets da-n laster was,
en toen zij baar overtuigend bowesen had,
dat hij werkelijk te Parijs was, en dage
lijks bij mevrou^. Finch aan huis kwam,
had zij als haaf" gevoelen te kennen gege
ven, dat zijn nicht, die hem van den be
ginne af aan verleid had, nu zeker ander
maal haar verderf el ijken invloed op hem
uitoefende, juist nu hij op het punfc was
van gered te worden ook kon het wel mo
gelijk zijn, dat hij door zijn eergevoel en
die zucht om zijn Schulden te betalen, ge
dreven werd om onmiddellijk een rijk hu
welijk aan be gaan, zoodat alles haar
f 19 p. m.
f 5
1 5
Huishuur
Gas
Brands-offen
Assurantie, verzeke-
ringen, belast, eto. f 16
(Deze laatste gege
vens geput uit de uit
gaven v. h. vorige jaar.
Totaal f45 p. m.
Blijft f 16.50
per maand, om m "het verdere oncrerhoud
re voorzien, zooals: voedsel, kleeding. schoei
sel enontspanning, ten m.nste al3
de ouderofficiersstand hierop nog recht
heeft.
Dezeberekening kan den toets der waar
heid natuurlyk volkomen doorstaan en ik
heb nu slechts myn inkomsten en uitgaven
gebruikt, doch niet onzeker is het, dat er
nog wel ongunstiger berekeningen aan den
dag kunnen worden gelegd.
Resumeerend.e komt men tot de slotsom,
dat er een zekere categorie van onderoffi
cieren noodlijdend zal worden en dat alles
als rioon voor hun diensten, aan den lande
reeds meer dan 19 maanden bewezen. Is
het nog niet voldoende, dat er onder hen
zyn, waartoe ook inzender dezes behoort,
die hun positie noodwendig aan de omstan
digheden, waarin het land verkeert, hebben
opgeofferd, en die straks, wanneer er de
mobilisatie geblazen wordt, aan verval wor
den prijsgegeven, medeslepend al wat hun
lief on dierbaar is, en dat ia weerwil van
het feit, dat er een categorie beslaat, die
niet gebukt gaat of zal gaan onder het
juk van de zuinigheidsmaatregelen;- men
leze slechts de verschillende penriom-toe
kenningen. Men zou byna. als men niet de
noo4ig© physieke kraoht bezat, moedeloos
worden pn daardoor minder geschikt voor
de opgedragentaak.
Mochten er onder-officieren zijn, die onder
hetzelfde juk eerstdaags gebukt zullen gaan,
dan bestaat voor hen de geleg.nheid om
bun adhaesie-betcigingrte zon ten aan o der-
staand adres, opdat er aldus een weg ge
opend wordt, waarlangs wy, onder-officie
ren, en bloc kunnen age or en tegen den
genomen maatregel.
In afwachting daarvan,
Hoogachtend,
D. A S„
Rijn- en Schiekade No. 74.
A91STEËDAMSCHE RECHTBANK.
Post m i s d r ij f.
Voor de vierde kamer stond terecht- eon
39-jarige brievenbesteller, 14 jaar in dienst
dor p-osterijen, beklaagd van het misdrijf,
bedoeld in art. 373 Wetboek van Straf
recht.
In heb laatst van 1915 of in Januari j.l.
had hij zich toegeëigendlo. een uit Den
Haag aan een' demo te Amsterdam geadres
seerden brief, inhoudende een bankbiljet
van 252o. een brief, inhoudende veertig
2i-cents-postzegels3o. een brief, inhouden
de drie dubbeltjes en een abonnements
kaart van het Concertgebouw4o. een brief
zonder waarde, geadresseerd aan iemand
op den Overtoom.
Beid. bekende. Terwijl hij gehuwd is en
vader van drie kinderen, genoot hij een sa
laris van f 14.50 per week en zag geen kans
daarmee rond to komen. Doch gebleken
was, dat hij veel geld uitgaf voor zijn parti
culiere genoegens.
Het O. M., mr. Jorissen, requireerde
tweo jaar gevangenisstraf.
schuld was, omdat zij hem niet dadelijk tot
echtgenoot had willen aannemen. Lady
Elizabeth had haar ternauwernood kunnen
beletten om aan hein te schrijven, dat zij
haar besluit, om hem een jaar op de
proef te stellen, wilde intrekken en hem
het rtoqdige geld wilde geven cm zijn
eeliuldei-sohers te voldoen.
Theodora kon zich niet onthouden aan te
merken, dat zij Emma meer gevoel van.
eigenwaardo had toegeschreven.
„Dat zeide ik ook lieve maar dat scheen
weinig indruk op haar te maken. En ik
ben er- lang niet zeker van, ofschoon zij
mij beloofd heeft hem niet te zullen schrij
ven, ~dat Theresa Marston© het niet doen
zal."
„Is Miss Marston© dan nog zoo met hem
ingenomen V'
„Ik begrijp haar hoe langer hoe minder",
gaf Lady Elisabeth met ©en ernst en een
eenvoudigheid, die bijna als een satire
klonk, ten antwoord„zij zegt, .dat dit ge
val haar des te meer overtuigt, dat de En-
gelsche Kerk niet weet hoe zij boetelingen
moet behandelen."
Theodora kon zich niet weerhouden in
een lach te schieten, en Lady Elizabeth
was op heb punt haar voorbeeld te vol
gen, ofschoon sij zuchtende zeide, dat dier
gelijke praatjes haar weder een andere
reden tot bezorgdheid over Emma gaven.
Zij begon te vreezen, dat Miss Marston©
niet vast stond in het geloof, dat zij een
maal beleden baci, en dat zij door haar in
vloed op Emma ook d<eze tot twijfelingen
(Wordt vervolgd).