Nederland en de Oorlog.
No. 17192
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 13 Maart.
Tweede Blad, Anno 1916.
Tweede Kamer.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
0e£ U.* L, O. on liet 31. U. li. O.
Memorie van Antwoord.
Do Minister van Binnenlandsahe Zaken
bofroogt, dlat, wanneer cle wetgever rich
thans zet aan een regeling van het uitge
breid en moer uitgebreid 1. o., hij riah niet
jjmg voorstellen, deze regeling een finale
inl zijn.
In de eerste plaats heeft het losknoopen
van den band met cfe lyoeumontwerpen ten
gevolge, dat verschillende vragen betref
fende het. verband van het L. O. ©enerzijds
het M. O. en voorbereidend H. O. bui
ten beschouwing moeten blijven.
In de. tweede plaats mag bij het beoor-
deelen der voorgedragen regeling niet over
bet hoofd worden gezien, dat het hier geldt
een partieel© regeling van twee onderdoo
ien van het L. O. eon regeling, welke
aioh noodzakelijk moet- aansluiten aan de
bestaande wet op het L. O.
In de dorde plaats is het thans de tijd
niet om een principieel© regeling der sub-
gidieering te beproeven. Hot zou een voor-
uitloopen zijn op de voorstellen der bevre-
De Minister zegt dan, dat het hem niet
daidelijk i3, waaruit zou zijn gebleken, dat
hij bij do samenstelling van dit wetsont
werp zioh geen voldoende rekenschap zou
hebben gegeven van het karakter van heb
M. U. L. O. en zijn verhouding tot andere
takken van onderwijs.
Het M. U. L. O. behoort, door de wijze,
waarop het wordt gegeven, naar aard en
karakter bij het lager onderwijs, en de
Minister yc van overtuigd, dat de ver
dere bloei wan het M. U. L. O. met 'het
behoud van dit karaikter ten nauwste sa
menhangt. Het brengen van. dit onderwijs
onder het middel baar onderwijs aou in
de practijk op bezwaren stuiten. Daarom
blijft dit wetsontwerp het M. U. L. O. on
miskenbaar zijtu plaats aanwijzen als on
derdeel van het lager onderwijs.
Dit geldt natuurlijk evenzeer voor de
IJ. L. O.-sohoilen. De omstandigheid, dat
dezo -scholen overal in den lande worden
aangetroffen, is een bewijs van haar le
vensvatbaarheid. In 1913 waren er ruim
300, waarvan meer dan de helft uitgaat
van bijzondere instellingen en vereenigin-
geo. Deze getallen spreken meer dan een
uitvoerig pleidooi. Nu is er gewezen op het
feit, dat sewnmage dezer scholen feitelijk
heb karakter hebben van M. U. L. O.-sche
ien. Dit kunnen scholen zijn, die door de
beperkte werking der wet wan 1910 zich
nog niet geheel hebben kunnen ontplooien,
maar dat er zulke gevallen zijn, bewijst
gociKzms dat de U. L. O.-scholen zonder
schatte in ons onderwijsstelsel zouden kun
nen worden gemist.
TVat nu betreft- die werking van het thans
rigeerend subsidieer! ngsstelseil en de daarin
aan te brengen verbeteringen, meent de
Minister, dat het thans ndet cfe tijd is daar
over van gedachten te wisselen. In het
AftT-bvrvg te wachten rapport der Bevredi-
dng^comimssie zal ook deze subsidleeihag
wel niet ongewijzigd worden gelaten. Thans
hierin verandering te brengen zou inder
daad vooruitjoopen zijn op de voorstellen
dezoi Staatscommissie. Besprekingen hier
over zullen dus moeten worden verdaagd
tob de naaraanleiding van die voorstellen
in to dienen wetsontwerpen aan. de orde
lijn.
De Minister beantwoordt daarna de ver
schalende opmerkingen gemaakt maar aan
leiding van het thans geldende sulisidie-
stekel, maar meent, dat de gewenschte
wijzigingen, alsmede een nieuwe bekend
making van de geheel© wet op het lager
ïderwijs, eerst met vrucht kunnen wor
den besproken, wanneer d'e wijzigings
voorstellen der Bewredigingsc-ommigsd© in
behandeling komen.
Bij Nota van Wijzigingen zijn nog die vol
gende veranderingen in het ontwerp aan
gebracht
Het derde lid van artikel 2bas der wet
fel regeling van het lager onderwijs wordt
©lezen als volgt:
,,Het "'bgebreid lager onderwijs wordt
gegeven dn scholen met ten minste zeven
achtereenvolgend©' leerjaren of ten minste
twee tot zes achtereenvolgende leerjaren,
welke geacht kunnen worden overeen te
komen met een gelijk aantal der hoogsbe
leerjaren van een zevenjarigen leertijd, en
omrvat de vakken, in artikel 2 vermeld on
der ak, en ten minste twee dor vakken,
in artikel 2 vermeld onder 1, m, n en p."
Artikel 16, derd© lid, der wet tot rege
ling van het lager onderwijs wordt gele
zen als volgt
,,De in de school toegelaten kinderen rijn
in elke klasse» verplicht aan het onderwijs
in alle de aldaar onderwezen vakken deed
te nemen, met uitzondering van de vakken,
vermeld in artikel 2- onder j en s. Voor
leerlingen van scholen, waar uitgebreid
en waar meer uitgebreid lager onderwijs
wordt gegeven, kan, volgens bij algemee-
nen maatregel van bestuur te stellen rege
len, vrijstelling worden verleend van de
verplichting tot het volgen van het onder
wijs in een of -meer der vakken, vermeld
in arbikel 2 onder 1rbis, t, u en v.
Tusschen dën eersten en den tweeden
volzin van artikel 48, eerste lid, lo., laat
ste alinea, der wet tot regeling van heb
lager onderwijs wordt heb volgende inge
voegd
,,Voor een school voor meer uitgebreid
lager onderwijs, welfce^reeds voor Rijksbij
drage als zoodanig in aanmerking is geko
men en waar in eenig jaar de klasse van
het negende leerjaar geen leerlingen be
vat, gaat de aanspraak op de bijdrage, be
deeld iu de laatste zinsnede onder b, op
dien grond' niet/verloren, indien op een
daartoe Strekkend door het gemeentebe
stuur of door het bestuur der bijzondere
sch-ool aan Ons gericht verzoek, door Ons
ontheffing 'is verleend van heb bepaalde
onder b, achtste zinsnede, voor zooveel
het daar bedoeld onderwijs in de negen
de klasse betreft. Deze ontheffing kan ge
durende drie achtereenvolgende jaren tel
kens voor niet langer dan een jaar worden
verleend."
In verband met de wet van 31 December
1915 („Staatsblad" No. 559) wordt ten
slotte voorgesteld dat deze wet haar wer
king zal oefenen van 1 Jufi 1016 af.
Pokken. Te Amsterdam tijn
tot nu toe 29 pokken-patiënten in het Wil-
helminagaethnis verpleegd. Telkens wan
neer een lijder wordt vervoerd, neemt men
in het Wilhelminagasthuis ook de huisge-
nooten van den patiënt ter observatie op.
Vrienden en kennissen, van wie men weet,
dat zij in de besmette woning zijn geweest,
komen een tijdlang onder de oontröle van
den gezondheidsdienst, die de menschen af
en toe bezoekt en zich van hun toestand op
de hoogte blijft houden.
De directeur van den gezondheidsdienst
te Amsterdam, dr. H. G. Ringeling, ver
zocht aan het „Hbld." op het groote nut
van vaccinatie en revaccinatie te willen wij-
zen.
Te Schevoningen hebben zich een drietal
pokkengevallen voorgedaan bij personen,
die daar eerst kort geleden zijn aangeko
men. Van overheidswege zijn onmiddellijk
maatregelen genomen om de uitbreiding der
ziektegevallen te beletten. Twee der lijders
zijn Zondagmiddag en de derde des avonds
naar het Gemeenteziekenhuis in Den Haag
overgebracht, terwijl voorts de personen,
die met pókkerilijders in aanraking zijn ge-
weest, werden geïsoleerd.
Mosterdbouw Sommige Koe-
ren in Waterland hebben het voornemen op
hun landerflen mosterd te zaaien, zoo het
bljjkf, dat het gras geheel of gTOottendeels
door het zoute water la bedorven. Te eer
der gaan zjj hiertoe over, w$ bjjna al het,
vee is verkocht en nieuw aan te koopen vee
op het met zeewater doortrokken weiland
allicht ongesteld zal worden.
Naar de „Goudsohe Courant'' ver
neemt, hebben commissarissen van de N. V.
Koninklijke Stearine-Kaarsenfabriek Gouds,
besloten aan de a-s. vergadering van aan
deelhouders voor te stellen aan de gemeente
Gouda een som van f25,(XX) ten geschenke
pan te bieden voor de stiohting van een
volks- en sohoolbad aldaar.
In verband hiermede meldt het blad, dat
Zaterdagmiddag ten kantore der Kaarsenfa
briek op uitnoodiging der directie een bij
eenkomst wordt gehouden van Goudsche in-
dustrieelen, waarin besproken zal worden
op welke wjjze de tot-stand-koming van een
volks- en sehoolhad te Gouda, waaraan drin
gend behoefte beslaat, kan worden verze
kerd.
Evenals de mensohen ajjn D°k
de dieren door dén watervloed uit hun woon
plaats verdreven. De binnenvisschers in Wa
terland vangen spiering, bot, schar en gndere
zeevisch. Bij opening dezer vissohen bleken
zjj zich gevoed te hebben met wormen,
die dus uit den grond gekropen jsjjn.
Te Durgerdam houdt zich op de terven
een witte hermelijn op.
In den Waierlandschen dijk verzamelen
zich legio mollen. Hoe nuttig deze dieren
anders zjjn, voor hst verder behoud van den
dijk zal het noodzakelijk zjjn, ze te verdelgen.
(„N. v. d. D.s)
De jachtopziener H. v. Rijken,
te Barneveld, heeft een prachtigen das ge
vangen. Het dier, dat den laatste® tjjd bij
verschillende landbouwers meer dan 100 kip
pen had gedood, had een gewicht ïan bijna
11 K.G. en een lengte van 90 c.M. In geen
veertig jaar zijn deze dieren aldaar aange
troffen.
De zwervers Hagel en Hobbe-
link kregen ruzie, die zoo ver liep, dat zjj
handgemeen werden en Hagel vrij ernstig
werd mishandeld. Hagel deed ran het ge
val aangifte bij de politie te Hengelo (O.).
Toen Hobbelink in tegenwoordigheid van Ha
gel over het voorgevallene werd gehoord,
verweet beklaagde Hagel, dat deze de dader
was van de onlangs gepleegde inbraak met
diefstal van f60 ten huize ran Blankenau
in de .gemeente Ootraarsum.
Hagel' ontkende en beweerde, dat Hobbe
link dien diefstal had gepleegd. Het reld
moest in den grond verstopt zjjn. De politie
begaf zich met de verdachten naar Oot-
marsum eu zal zeer waarschijnlijk op het
spoor zjjn gebracht van de daders van be-
rioelden diefstal, waarnaar reeds eenlgen
tijd werd gezocht
Zaterdagmiddag had aan boord
van de motorboot der Planteobotesrfebriek,
welke voor het gebouw te Amsterdam ge
meerd lag, een nevige ontploffing plaats.
Vier personfen kregen hierdoor aan hoofd en
armen min of meer ernstige brandwonden-
Twee werden per auto-brancard, de beide
anderen per motorboot naar het Binnen
gasthuis vervoerd.
De motorboot, die-In reparatie was, werd
ernstig gehavend. De tank sloeg uit elkaar,
do kap der machinekamer werd over een
afstand van 20 M. weggeslingerd en nam
in zjjn vaart het roer mede. Het frame
brak, terwijl het dek door den luchtdruk
gebold werd.
De oorzaak moet geweten worden aan het
vermoedelijk exploseeren van benzinedam-
ri In de luchtpomp, die lucht voor de fluit
elkaar perst.
De brandweer rukte nit
De vier mannen waren monteurs, die de
boot repareerden.
De koopman G, uitütreoht, had
van een makelaar te Amsterdam een partij,
cacao van 10,000 kilogram gekocht. Deze
partij verkocht hij op monster aan twee
kooplieden te Rotterdam, die ze op hun
beurt weer aan andere kooplieden verkoch
ten. Ten slotte, nadat de cacao reeds in de
twaalfde hand was verkochte trad de heer
F. J. L, uit Amsterdam, als kooper op.
Deze schakelde eohter alle tussckenpersoneu
uit en wilde dadelijk met dan eersten
eigenaar G. in onderhandeling treden. De
koop kwam tot standi waarop de heer G.
hem verzocht een cautie te stellen van
f4000, omdat hij vreesde, dat een uitvoer-
verbod op caoao te wachten was en dan
de heer L. van den koop zou afzien.
De oacao was door .al die verkoopingeo
to Rotterdam aan het Maasstation aange
komen. De laatste kooper begaf zioh daar
heen in gezelsohap van den koopman G.
Bij opening der losten bleek de oacao 25
pCt. schillen, zand eo asch te bevatten.
De heer L, stelde toen de politie met een
en ander in kennis, met het gevolg, dat
tegen den koopman G. prooes-verbaal is
opgemaakt, wegens het verkoopen van goed',
dat niet voldoet aan het monster en ook
niet aan de schriftelijke analyse. De partij,
die een waarde had van f 12,000 is door
de politie in beslag genomen.
Een ïn od el-s lao hterij. Inza
ke een slagerij te Uithoorn rapporteert de
Gezondheidscommissie, zetelende te Aals
meer, het volgende
„Bij een gehouden inspectie was juist
eeD kneoht, van top tot teen met bloed be
vuild,- bezig een pink te slachten. Het dik
ke bloed werd opgevangen in een houten
baik. Dut Moed werd gebezigd voor het
mesten van varkens, naar hij ons mede
deelde. De vloer der slachtplaats was be
vuild met bloed, meststoffen, modder, enz.
Aan deurknoppen en baken hingen pensen
en levers. Het slachten gesohiedde in het
voorste gedeelte der slachtplaatsin het
achterste gedeelte hing, in stukken of on
verdeeld, een achttal koeien, terwijl een
achttal gevilde koeienkoppen een h/oetk der
slaohtplaaite stoffeerden. In een anderen
hoek stonden eenige kuipen op elkaar ge
stapeld en vol met verzameld bloed. Op de
mestvaalt achter de schuur lagen enkele
poneen of ingewanden van koeien, aan
weer en wind blootgesteld. Om de slacht
plaats een modderpoel met bloed en water.
Naast de mestvaalt een open bak met
beenderen. De wagenschuur naast de
slachtplaats herbergde 12 uitgemergelde
koeien, die op den d'ood stonden te wach
ten. Op 'n bailven meter hoogte boven deze
koeden hingen aan den zolder pl.m. hon
derd worsten. Daar geen voldoende toe-'
voer van frissaho luoht kon plaats hebben,
heereahte in dit verblijf een ondraaglijke
Lucht.
Wij vernamen, dat de worsten daar heel
best Hingen en moesten besterven en dat
het vleesoh naar verschillende plaatsen,
maar het meeat raar Amsterdam, on'ook
wel voor worstfobrieken, werd uitgevoerd.
Het eenige, wat wij Mer konden doen,
was het Gemeentebestuur adviseeren, den
eigenaar van de slachtplaats krachtens cto
Hinderwet en het bepaalde in de Algemee-
ne Politie-verordening nadere voorschriften
op te leggen, overeenkomende mot de
eischen, die wij in 1906 voor particuliere
slagerijen vaststelden. Rijkstoezaoht op der
gelijke slachtplaatsen is zeker nieb over
bodig."
De „Zaandijk" op een Mijn goloopen.
Zaterdag maakte men ztoh ongerust over
het lot van de Harwichboot „Coichestsr",
daar het schip vele uren na den vastge-
stelden tjjd nog niet was aangekomen. De
oorzaak blijkt thans te zijn, dat hef" schip
esn in nood verkeerend Nederlantlsch schip
hnlp heeft geboden. Volgens een mededee-
ling van den kapitein van de „.Colchester",
die Zondag om één nur t9 Rotterdam is
aangekomen, is do vrachtboot „Zaandijk"
van de HollandAmerika-Ljjn bij Kentish
Knock op een mjjn geloopon. De „Zaan
dijk" dreef gehavend op tien mijl afstand
van de Engelsche kust rond en seinde aan
de „Colchester" om assistentie. De „Col
chester" kwam hierop naderbij en de kapi
tein van de „Zaandijk" verzocht het schip
naar Londen terug te brengen. Twee tros-en
werden uitgeworpen, doch de touwen braken
ai. De „Colchester" waarschuwde toen twee
nabij zijnde 3chepen, waaronder een Noorsch
schip, assistentie te verleunen en zette zelf
de reis voort Naar meening van den kar
pitedn van het Qigelsche schip, wa3 de
toestand van de „Zaandijk" niet gevaarlijk
eo kon het schip waarschijnlijk een haven
bereiken.
Volgens een mededeeling van de Hoüand-
Amerika-Lijn heeft van de bemanning der
„Zaandijk" niemand eenig letsel bekomen.
De vierduizend ton groote „Zaandijk" W3S
grootendeels geladen met regeexingsgraan,
en 6 Maart 1.1. Dungeness gepasseerd op
weg van Philadelphia en New-York naar
Amsterdam.
Kapitein Lawrence ran de „Colchester"
is zoo vriendelijk geweest eenige inlichtin
gen te verschaffen over het gebeurde.
Eerst dienen wij echter mede te deelen,
dat bij de directie der HollandAmerika-
lijn gisteravond bekend was, dat de „Zaan
Uïb het Engelsch van Miss YONGE.
(Nadruk Verboden).
112)
Percy wist hier nieb voed op te zeggen,
doch hoewel hij niet zaoh/b was in zijn ui!t>-
dndckiugon, had hij oen gevoelig hart. Hij
deed ad wat mogelijk was om bob lijden van
Arthur te verzachten, en boen hij hem to
ïoikensbone aan wal ha<d geholpen, raadde
lij hem om zich -dadelijk: naar bed te be
geven, en bood hem aan om rijn vrouw- to
te&n h Ten.
„Zij kan ndeb komen", zuchtte Arthur.
•,D©9 t© meer schande, dat gij haar vor
ken hebt," had Percy bijna gezegd maar
j bedwong zich, verzotte rich niet langer
tagen zijn verlangen, om na-air huis t© gaan,
hernemende, dat er dadelijk ©on trein
j^u vertrekken, lieit. hij hun bagage aan
lot over en besloot Arthur ndet uit
tab oog te verliezen, vóór hij hein veilig
'jiufe gebracht had. Die voorzo-rg was ander
«aad hoog noodlg; do reis was vreeselijk
^mioeiendmet ieder uur nam heb
'Ktan va-n Arthur toe, en toen zij eindelijk,
eo©n het vallen, van den avond, in Cado-
-place aankwamen, had hij nauwelijks
taacht
genoeg om, dloor Peroy onder-
^d, d© ©toep op te gaan.
'lolebt© had juist voor do eerst© maal
kamer verlatenen toen cïe deur va.n
salon openging, zag men haar bleek
en tenger op haiar stoeltje bij heb vuur rit
ten rij hield' haar kmdtje op haar schoot,
terwijl die drie anderen voor haar op den
grond zaten en Johnnie hot opricht over
rijn zus jee hield, wden hij ©en prenten
boekje liet kijken.
Zij rees ontsteld op, toen Arthur, op
Potheringham leunend, in de kamer trad
en eensklaps door zulk een geweldige
hoestbui overvallen wer-d, dlat hij geen
woord kon spreken. Peroy deed rijn best
een geruststellenden toon aan te nemen.
„Daar breng ik uw echtgenoot thuis zooals
gij ziet, <E© wederom oen leelijke verkoud
heid heeft opgedaan-als hij een weinig
bedaard is, zad hij u alles wel vertellen."
In een oogwenk had zij het kind op d©
sofa gelegd, Johnnie een wenk gegeven
om er op to passen, en den armstoel bij 'b
vuur geschoven. Arthur liet er zioh in
neclbrzinken, sloeg rijn armen' om haar
heen, en liet zijn vermoeid hoofd tegen
haar aanleunen, als had hij thans een
steun en een schuilplaats gevonden. Peroy
bevrijdde haar van d© twee klein© meisjes,
dio rich vol angst aan haar vastklemden,
en maakt© de kleine handjes zoo zacht en
tevens zoo snel van het kleed der moeder
los, dlat Anna, hoewel zij hem nog noofb
gezien had, niet schreide, toen hij haar
opnam, en Helena rich zonder tegenstre
ven uit de kamer liet brengen en dadelijk
gehoorzaamd©, toen hij haar beval, dat rij
haar zusje naar boven zou brengen en de
kind'ermeid roepen. Toen hij terugkwam,
bemerkt o hij, dat de noodzakelijkheid aan
de moeder sterkte en tegenwoordigheid
van geest had gegeven. Zij beefde «elfe
niet, hoewel de eenige woorden, die
Arthur gesprokejn had, geweest waren
„Wij rijn geruineerd. Als ik sterf, schenk
mij dan vergiffenis." Hot is waar, -dat zij
ze geenszins in dien zin opnam, dien hij
er aan hechtte; zij dacht er niet eens over
narij liefkoosde hem el echts en stelde
alles in het werk, om zijn lijden te ver
zachten, terwijl Percy haar zoo veel moge
lijk bijstond, en hen nieb verliet voordat
hij Arthur aan die eorg van dokter Harding
had toevertrouwd.
Daarop begaf hij zich naar zijn oude wo
ning in Piccadilly, alwaar hij met blijdto
verrukking werd herkend door rijn kleinen
bediende, en hartelijk verwelkomd' doocr
rijn hosporbfb die niet wist wat zij doen zou
van vreugde, toen rij rijn goedhartig en
vriendelijk gelaat wederzag.
Hij verdeelde rijn tijd, met de oude kat
op den echoot, tusschen een vriendschap
pelijk praatje over haar familie-aangele
genheden, waarop rij hem al dadelijk ver
gastte, terwijl rij met groote drukte in- en
uitliep, en overdenkingen over rijn eigen
dwaasheid om rich nog een oogenblik te
bekommeren over zukk een egoïstiaohen
deugniet als Arthur Martdndale. Het
beeld van die bleek© jonge moeder met
haar kliedne kinderen stond hem onophou
delijk voor oog en, en daarom paarde zkh
de gedachte aan de menigvuldige ellen
den, dö© haar wachttenaan de schulden,
ede haar bijna tot den bedelstaf zouden
brengen, -en waarmede men haar zou
moeten bekend maken, terwijl haar echt
genoot in zulk een docfdelijke krank
heid Lag.
Peroy; neuriede een liedje, tnok een ïe$-
Itjk gezioht, rekte zich eens uit, en ver
mande zichzelven on. niet te vergeten wat
de rede en de rechtvaardigheid geboden.
Arthur verdiende geen verschooning, hij,
die zioh eerst een huisgezin ,op den hals
had gehaald en daarna zgn onschuldige
vrouw en kinderen zoo wreed verwaarloosd
hfldl
„Wat Verdient een man, ,die rijn vrouw met
een kind, dat pas een week oud is, verlaat,
om een zwendelaar aan de overzijde van
het kanaal te gaan opzoeken vertel me
dat eens, poes?" sprak hij hardop, d'e snor
ren van de oude kat opkrullende, die haar
ooren schudde on achteruitweek, daar zij
het beneden haar waardigheid achtte rich
boos te toonen. „Och ja, p>es, ge hebt ge
lijk, zoo lang de tarwe en het onkruid te
zamen zullen opgroeien, zal de onschuldi
ge voor den schuldige moeten Iqdem Nu,
zooveel te beter voor beiden. Dat zuivert
den een en verzacht'den ander. Op dit oogen
blik ben ik de onschuldig ladende," voeg
de htf ©r bij; „gjj moo^ mij wel bekla
gen, poes! Die schets was tachtig pond
waard, en dat is geen kleinigheid voor een
jongmensoh, die in de wereld vooruit wensoht
te komen! Ik kan niet naar Worthbourne
gaan vóór ik dat stuk weerom heb, en
wie weet hoe Jane dat uitstel zal uitleggen?
Zoo lang ik leef, wil ik nooit weer een
manuscript ergens anders bergen dan in
mijn zak; als er dan een ongeluk gebeurt,
gaan wij ten minste samen naar den grond,
gelijk de arme Arthur ons zoo liefderijk toe-
wenschte. Ha, steekt het daar niet in don
aak van die overjas? Helaas, neen, dat zou
ook al te gelukkig zijn, het zijn slecht3 dig
dijk" op een mijn geloopen en op de water
dichte schotten drijvende was gebleven.
Kapitein Lawrence deelde mede, dat hij
Zaterdag te drie uur twintig 's middags na
bij Kentish Knock de „Zaandijk" aantrof met
den kop diep in het water. Waarschijnlijk
is het schip dus aan den voorsteven getrof
fen; de machines waren echter n et onklaar*
Immers het stoomschip stoomde langzaam
op in de richting van de Engelsche kust.
Het weer was ongunstig, maar verbeterde
langzamerhand. De kapitein van de „Zaan
dijk" verzocht zijn collega van de „Col
chester" hem naar Londen te skepen. Een
boot vaü de „Zaandijk" poogde daarop een
tros over te "brengen, hetgeen met groote
moeite gelukte.
Twee uur nadat de wacht van de „Col
chester" het stoomschip in nood had gerap
porteerd, vertrok de Harwichboot met de
„Zaandijk" op sleeptouw van de plaats des
onheils. Veel tijd tot praten was er niet
on kapitein Lawrence wist dan- ook niet,
hoe en wanneer dit ongeluk gebeurd "was
en of er onder de bemanning slachtoffers
gevallen waren. Aau boord van de „Col
chester" werd echter opgemerkt, dat twee
booten van "het dek der „Zaandijk" ontbra
ken en bovendien slechts wei ig scheepsvolk
aan dek wife. Wellicht dus heeft een deel
van de bemanning met deze b oten hot schip
verlaten, maar zekerheid hieromtrent be
staat niet. Mogelijk is ook, dat deze booten
doorfde ontploffing, die waarschijn;ijk 's mor
gens had plaats gehad, zijn vernield. De
„Colchester" heeft, vertelde kapitein Law
rence verder, de „Zaandijk" twee uur ge
sleept, toen brak de tros. Aan boord van
de „Colchester" "bezat men geen fros van
voldoende sterkte .en de „Zaandijk" had er
ook geen meer. Na overleg met den kapi
tein van de „Zaandijk", riep de „Colchester"
draadloos assistentie in. Na korten tijd kwam
een viertal patrouille-vaartuigen ia de nabij
heid. Die hebben de „Zaandijk" toen verdei
begeleid. De „Colchester" maakte rechts
omkeert en voer naar Rotterdam.
Van de verdere avonturen van de „Zaan
dijk" wist kapitein Lawrence niets meer te
melden. De sterke wind eu zware zee maak
ten het reddingwerk niet gemakkelijk, maai
„we have done our duty" besloot kapitein
Lawrence zijn verhaal, en toen de „Col
chester" het schip verliet, was de Theoms-
mond reeds zóó nabij., dat de „Zaandijk"'
de rei3 naar aJle waarschijnlijkheid zonder
bezwaar zou kunnen beëindigen.
De Leening van 125 Miilioen.
De heer De Geer heeft op heb wetsont
werp tot heb aangaan van een geldleemng
of -leeningen van f 125.000.000 als amende-
menb \oorgesteld aan heb slob van art. 4
alinea 1, de woorden, „de insenrijvingen
van f 10.000 of minder zooveel mogelijk tea
volle en do inschrijvingen kooger dan
10.000 zooveel mogelijk tot dit bedrag
worden toegewezen," to vervangen door
de inschrijvingen zooveel mogelijk ten volle
worden toegewezen, behoudens voorrang
voor elk dezer inschrïjringen tob een bedrag
van ten hoogste 10.000."
T er toelichting zegt de voorsteller
Zoowel voor den Staat als voor het econo
misch leven is het van belang, dat deze lea
ning zooveel doenlijk onder geheel vrijwil
lige inschrijvers geplaatst wordt.
Daarom is in do eerste plaats te hopen,
dat de gedwongen leeuing met in werking
zal tredenmaar is ook in de tweede plaat3
nuttig, dat de obligaties zooveel mogelijk
worden toegewezen aan hen, die ze gaarne
hebben, en zoo min mogelijk aan^ hen, die
slechts onder drang der gedwongen leening
voor hun competente portie inschrijven.
Aan de klasseering van cleze pCt. leenmg
zal dit ten goede komen. Voorts wordt hier
door cle liquidatie van vruchtdragende ac
tiva voorkomen en de belegging van vlot
tende kapitalen bevorderd.
Het amendement beveelt daarom aan
voorrang te gevod aan allen die dit wen- -
schen, tot het volle door hen ingeschreven
bedrag. Wanneer van deze "gelegenheid tot
preferentie een zeer groot gebruik gemaakt
wordt, zou het kunnen gebeuren, dat Idem©
preferente inschrijvers nun deel niet kre
gen. Ter voorzioning daarin en dus ter
verwezenlijking van de oorspronkolijke be
doeling der bepaling diont de laatste
zinsnede van het amendement.
armzalige papieren van Arthur. Ik herinner,
mij nu eek, dat ik hem nï$n groote jas heb
omgeslagen, toen wjj van boord gingen. Bal
wolk een leelijke zaak! Ik wil ze toch nog*
eens inzien, die papieren!"
Weldra was hij er^ geheel in verdiept, ter
wijl hf van tgd tot tijd zijn verontwaardiging!
lucht gaf, en ten slotte met zulk een ge
weld op do tafel sloeg, dat do kat verschrikl
uit haar dutje opsprong.
„Verontrust u niet, poes; gij weet im
mers vanouds, dat ik voor niets heb te zor
gen, en niemand zorgt voor mij. Slaap
dus maar gerust, en daar is de zaak mede
uit."
Het eerste, wat hij den volgenden mor
gen deed, waa rioh naar Candogan Place
te begeven, om de papieren terug te bren
gen. Hij moest vrij lang wachten eer men
opendeeden toen Jaonee eindelijk ver
saheen, zedd© hij met tranen in d© oogon,
diat 'kolonel Martdndale zeer bedenkelijk
ziek waa; dlat hij dien morgen een bloed
spuwing had gehad en volgens den dc-kter
in het uiterste gevaar verkeerde.
Fotheringihain kon niemand te spreken
krijgen, noch van ©enigen dienst zijn. Iiij
stak d© straat over, en bleef een oogenblik
aan den overkant staan, om te zien of hij
iemand aan heb raam zag, bedacht zich
een poosje en zeide toen hardop „Als ik
hem toch niet helpen kan, is het maar be
ter, dlat iüc dadelijk naar Folkestone ga om
mijn bagage uit de klauwen dor tolbeamb
ten te redden."
(Wordt vervolgd).;