Nederland en de Oorlog. No. 17192 LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 13 Maart. Tweede Blad, Anno 1916. Tweede Kamer. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. 0e£ U.* L, O. on liet 31. U. li. O. Memorie van Antwoord. Do Minister van Binnenlandsahe Zaken bofroogt, dlat, wanneer cle wetgever rich thans zet aan een regeling van het uitge breid en moer uitgebreid 1. o., hij riah niet jjmg voorstellen, deze regeling een finale inl zijn. In de eerste plaats heeft het losknoopen van den band met cfe lyoeumontwerpen ten gevolge, dat verschillende vragen betref fende het. verband van het L. O. ©enerzijds het M. O. en voorbereidend H. O. bui ten beschouwing moeten blijven. In de. tweede plaats mag bij het beoor- deelen der voorgedragen regeling niet over bet hoofd worden gezien, dat het hier geldt een partieel© regeling van twee onderdoo ien van het L. O. eon regeling, welke aioh noodzakelijk moet- aansluiten aan de bestaande wet op het L. O. In de dorde plaats is het thans de tijd niet om een principieel© regeling der sub- gidieering te beproeven. Hot zou een voor- uitloopen zijn op de voorstellen der bevre- De Minister zegt dan, dat het hem niet daidelijk i3, waaruit zou zijn gebleken, dat hij bij do samenstelling van dit wetsont werp zioh geen voldoende rekenschap zou hebben gegeven van het karakter van heb M. U. L. O. en zijn verhouding tot andere takken van onderwijs. Het M. U. L. O. behoort, door de wijze, waarop het wordt gegeven, naar aard en karakter bij het lager onderwijs, en de Minister yc van overtuigd, dat de ver dere bloei wan het M. U. L. O. met 'het behoud van dit karaikter ten nauwste sa menhangt. Het brengen van. dit onderwijs onder het middel baar onderwijs aou in de practijk op bezwaren stuiten. Daarom blijft dit wetsontwerp het M. U. L. O. on miskenbaar zijtu plaats aanwijzen als on derdeel van het lager onderwijs. Dit geldt natuurlijk evenzeer voor de IJ. L. O.-sohoilen. De omstandigheid, dat dezo -scholen overal in den lande worden aangetroffen, is een bewijs van haar le vensvatbaarheid. In 1913 waren er ruim 300, waarvan meer dan de helft uitgaat van bijzondere instellingen en vereenigin- geo. Deze getallen spreken meer dan een uitvoerig pleidooi. Nu is er gewezen op het feit, dat sewnmage dezer scholen feitelijk heb karakter hebben van M. U. L. O.-sche ien. Dit kunnen scholen zijn, die door de beperkte werking der wet wan 1910 zich nog niet geheel hebben kunnen ontplooien, maar dat er zulke gevallen zijn, bewijst gociKzms dat de U. L. O.-scholen zonder schatte in ons onderwijsstelsel zouden kun nen worden gemist. TVat nu betreft- die werking van het thans rigeerend subsidieer! ngsstelseil en de daarin aan te brengen verbeteringen, meent de Minister, dat het thans ndet cfe tijd is daar over van gedachten te wisselen. In het AftT-bvrvg te wachten rapport der Bevredi- dng^comimssie zal ook deze subsidleeihag wel niet ongewijzigd worden gelaten. Thans hierin verandering te brengen zou inder daad vooruitjoopen zijn op de voorstellen dezoi Staatscommissie. Besprekingen hier over zullen dus moeten worden verdaagd tob de naaraanleiding van die voorstellen in to dienen wetsontwerpen aan. de orde lijn. De Minister beantwoordt daarna de ver schalende opmerkingen gemaakt maar aan leiding van het thans geldende sulisidie- stekel, maar meent, dat de gewenschte wijzigingen, alsmede een nieuwe bekend making van de geheel© wet op het lager ïderwijs, eerst met vrucht kunnen wor den besproken, wanneer d'e wijzigings voorstellen der Bewredigingsc-ommigsd© in behandeling komen. Bij Nota van Wijzigingen zijn nog die vol gende veranderingen in het ontwerp aan gebracht Het derde lid van artikel 2bas der wet fel regeling van het lager onderwijs wordt ©lezen als volgt: ,,Het "'bgebreid lager onderwijs wordt gegeven dn scholen met ten minste zeven achtereenvolgend©' leerjaren of ten minste twee tot zes achtereenvolgende leerjaren, welke geacht kunnen worden overeen te komen met een gelijk aantal der hoogsbe leerjaren van een zevenjarigen leertijd, en omrvat de vakken, in artikel 2 vermeld on der ak, en ten minste twee dor vakken, in artikel 2 vermeld onder 1, m, n en p." Artikel 16, derd© lid, der wet tot rege ling van het lager onderwijs wordt gele zen als volgt ,,De in de school toegelaten kinderen rijn in elke klasse» verplicht aan het onderwijs in alle de aldaar onderwezen vakken deed te nemen, met uitzondering van de vakken, vermeld in artikel 2- onder j en s. Voor leerlingen van scholen, waar uitgebreid en waar meer uitgebreid lager onderwijs wordt gegeven, kan, volgens bij algemee- nen maatregel van bestuur te stellen rege len, vrijstelling worden verleend van de verplichting tot het volgen van het onder wijs in een of -meer der vakken, vermeld in arbikel 2 onder 1rbis, t, u en v. Tusschen dën eersten en den tweeden volzin van artikel 48, eerste lid, lo., laat ste alinea, der wet tot regeling van heb lager onderwijs wordt heb volgende inge voegd ,,Voor een school voor meer uitgebreid lager onderwijs, welfce^reeds voor Rijksbij drage als zoodanig in aanmerking is geko men en waar in eenig jaar de klasse van het negende leerjaar geen leerlingen be vat, gaat de aanspraak op de bijdrage, be deeld iu de laatste zinsnede onder b, op dien grond' niet/verloren, indien op een daartoe Strekkend door het gemeentebe stuur of door het bestuur der bijzondere sch-ool aan Ons gericht verzoek, door Ons ontheffing 'is verleend van heb bepaalde onder b, achtste zinsnede, voor zooveel het daar bedoeld onderwijs in de negen de klasse betreft. Deze ontheffing kan ge durende drie achtereenvolgende jaren tel kens voor niet langer dan een jaar worden verleend." In verband met de wet van 31 December 1915 („Staatsblad" No. 559) wordt ten slotte voorgesteld dat deze wet haar wer king zal oefenen van 1 Jufi 1016 af. Pokken. Te Amsterdam tijn tot nu toe 29 pokken-patiënten in het Wil- helminagaethnis verpleegd. Telkens wan neer een lijder wordt vervoerd, neemt men in het Wilhelminagasthuis ook de huisge- nooten van den patiënt ter observatie op. Vrienden en kennissen, van wie men weet, dat zij in de besmette woning zijn geweest, komen een tijdlang onder de oontröle van den gezondheidsdienst, die de menschen af en toe bezoekt en zich van hun toestand op de hoogte blijft houden. De directeur van den gezondheidsdienst te Amsterdam, dr. H. G. Ringeling, ver zocht aan het „Hbld." op het groote nut van vaccinatie en revaccinatie te willen wij- zen. Te Schevoningen hebben zich een drietal pokkengevallen voorgedaan bij personen, die daar eerst kort geleden zijn aangeko men. Van overheidswege zijn onmiddellijk maatregelen genomen om de uitbreiding der ziektegevallen te beletten. Twee der lijders zijn Zondagmiddag en de derde des avonds naar het Gemeenteziekenhuis in Den Haag overgebracht, terwijl voorts de personen, die met pókkerilijders in aanraking zijn ge- weest, werden geïsoleerd. Mosterdbouw Sommige Koe- ren in Waterland hebben het voornemen op hun landerflen mosterd te zaaien, zoo het bljjkf, dat het gras geheel of gTOottendeels door het zoute water la bedorven. Te eer der gaan zjj hiertoe over, w$ bjjna al het, vee is verkocht en nieuw aan te koopen vee op het met zeewater doortrokken weiland allicht ongesteld zal worden. Naar de „Goudsohe Courant'' ver neemt, hebben commissarissen van de N. V. Koninklijke Stearine-Kaarsenfabriek Gouds, besloten aan de a-s. vergadering van aan deelhouders voor te stellen aan de gemeente Gouda een som van f25,(XX) ten geschenke pan te bieden voor de stiohting van een volks- en sohoolbad aldaar. In verband hiermede meldt het blad, dat Zaterdagmiddag ten kantore der Kaarsenfa briek op uitnoodiging der directie een bij eenkomst wordt gehouden van Goudsche in- dustrieelen, waarin besproken zal worden op welke wjjze de tot-stand-koming van een volks- en sehoolhad te Gouda, waaraan drin gend behoefte beslaat, kan worden verze kerd. Evenals de mensohen ajjn D°k de dieren door dén watervloed uit hun woon plaats verdreven. De binnenvisschers in Wa terland vangen spiering, bot, schar en gndere zeevisch. Bij opening dezer vissohen bleken zjj zich gevoed te hebben met wormen, die dus uit den grond gekropen jsjjn. Te Durgerdam houdt zich op de terven een witte hermelijn op. In den Waierlandschen dijk verzamelen zich legio mollen. Hoe nuttig deze dieren anders zjjn, voor hst verder behoud van den dijk zal het noodzakelijk zjjn, ze te verdelgen. („N. v. d. D.s) De jachtopziener H. v. Rijken, te Barneveld, heeft een prachtigen das ge vangen. Het dier, dat den laatste® tjjd bij verschillende landbouwers meer dan 100 kip pen had gedood, had een gewicht ïan bijna 11 K.G. en een lengte van 90 c.M. In geen veertig jaar zijn deze dieren aldaar aange troffen. De zwervers Hagel en Hobbe- link kregen ruzie, die zoo ver liep, dat zjj handgemeen werden en Hagel vrij ernstig werd mishandeld. Hagel deed ran het ge val aangifte bij de politie te Hengelo (O.). Toen Hobbelink in tegenwoordigheid van Ha gel over het voorgevallene werd gehoord, verweet beklaagde Hagel, dat deze de dader was van de onlangs gepleegde inbraak met diefstal van f60 ten huize ran Blankenau in de .gemeente Ootraarsum. Hagel' ontkende en beweerde, dat Hobbe link dien diefstal had gepleegd. Het reld moest in den grond verstopt zjjn. De politie begaf zich met de verdachten naar Oot- marsum eu zal zeer waarschijnlijk op het spoor zjjn gebracht van de daders van be- rioelden diefstal, waarnaar reeds eenlgen tijd werd gezocht Zaterdagmiddag had aan boord van de motorboot der Planteobotesrfebriek, welke voor het gebouw te Amsterdam ge meerd lag, een nevige ontploffing plaats. Vier personfen kregen hierdoor aan hoofd en armen min of meer ernstige brandwonden- Twee werden per auto-brancard, de beide anderen per motorboot naar het Binnen gasthuis vervoerd. De motorboot, die-In reparatie was, werd ernstig gehavend. De tank sloeg uit elkaar, do kap der machinekamer werd over een afstand van 20 M. weggeslingerd en nam in zjjn vaart het roer mede. Het frame brak, terwijl het dek door den luchtdruk gebold werd. De oorzaak moet geweten worden aan het vermoedelijk exploseeren van benzinedam- ri In de luchtpomp, die lucht voor de fluit elkaar perst. De brandweer rukte nit De vier mannen waren monteurs, die de boot repareerden. De koopman G, uitütreoht, had van een makelaar te Amsterdam een partij, cacao van 10,000 kilogram gekocht. Deze partij verkocht hij op monster aan twee kooplieden te Rotterdam, die ze op hun beurt weer aan andere kooplieden verkoch ten. Ten slotte, nadat de cacao reeds in de twaalfde hand was verkochte trad de heer F. J. L, uit Amsterdam, als kooper op. Deze schakelde eohter alle tussckenpersoneu uit en wilde dadelijk met dan eersten eigenaar G. in onderhandeling treden. De koop kwam tot standi waarop de heer G. hem verzocht een cautie te stellen van f4000, omdat hij vreesde, dat een uitvoer- verbod op caoao te wachten was en dan de heer L. van den koop zou afzien. De oacao was door .al die verkoopingeo to Rotterdam aan het Maasstation aange komen. De laatste kooper begaf zioh daar heen in gezelsohap van den koopman G. Bij opening der losten bleek de oacao 25 pCt. schillen, zand eo asch te bevatten. De heer L, stelde toen de politie met een en ander in kennis, met het gevolg, dat tegen den koopman G. prooes-verbaal is opgemaakt, wegens het verkoopen van goed', dat niet voldoet aan het monster en ook niet aan de schriftelijke analyse. De partij, die een waarde had van f 12,000 is door de politie in beslag genomen. Een ïn od el-s lao hterij. Inza ke een slagerij te Uithoorn rapporteert de Gezondheidscommissie, zetelende te Aals meer, het volgende „Bij een gehouden inspectie was juist eeD kneoht, van top tot teen met bloed be vuild,- bezig een pink te slachten. Het dik ke bloed werd opgevangen in een houten baik. Dut Moed werd gebezigd voor het mesten van varkens, naar hij ons mede deelde. De vloer der slachtplaats was be vuild met bloed, meststoffen, modder, enz. Aan deurknoppen en baken hingen pensen en levers. Het slachten gesohiedde in het voorste gedeelte der slachtplaatsin het achterste gedeelte hing, in stukken of on verdeeld, een achttal koeien, terwijl een achttal gevilde koeienkoppen een h/oetk der slaohtplaaite stoffeerden. In een anderen hoek stonden eenige kuipen op elkaar ge stapeld en vol met verzameld bloed. Op de mestvaalt achter de schuur lagen enkele poneen of ingewanden van koeien, aan weer en wind blootgesteld. Om de slacht plaats een modderpoel met bloed en water. Naast de mestvaalt een open bak met beenderen. De wagenschuur naast de slachtplaats herbergde 12 uitgemergelde koeien, die op den d'ood stonden te wach ten. Op 'n bailven meter hoogte boven deze koeden hingen aan den zolder pl.m. hon derd worsten. Daar geen voldoende toe-' voer van frissaho luoht kon plaats hebben, heereahte in dit verblijf een ondraaglijke Lucht. Wij vernamen, dat de worsten daar heel best Hingen en moesten besterven en dat het vleesoh naar verschillende plaatsen, maar het meeat raar Amsterdam, on'ook wel voor worstfobrieken, werd uitgevoerd. Het eenige, wat wij Mer konden doen, was het Gemeentebestuur adviseeren, den eigenaar van de slachtplaats krachtens cto Hinderwet en het bepaalde in de Algemee- ne Politie-verordening nadere voorschriften op te leggen, overeenkomende mot de eischen, die wij in 1906 voor particuliere slagerijen vaststelden. Rijkstoezaoht op der gelijke slachtplaatsen is zeker nieb over bodig." De „Zaandijk" op een Mijn goloopen. Zaterdag maakte men ztoh ongerust over het lot van de Harwichboot „Coichestsr", daar het schip vele uren na den vastge- stelden tjjd nog niet was aangekomen. De oorzaak blijkt thans te zijn, dat hef" schip esn in nood verkeerend Nederlantlsch schip hnlp heeft geboden. Volgens een mededee- ling van den kapitein van de „.Colchester", die Zondag om één nur t9 Rotterdam is aangekomen, is do vrachtboot „Zaandijk" van de HollandAmerika-Ljjn bij Kentish Knock op een mjjn geloopon. De „Zaan dijk" dreef gehavend op tien mijl afstand van de Engelsche kust rond en seinde aan de „Colchester" om assistentie. De „Col chester" kwam hierop naderbij en de kapi tein van de „Zaandijk" verzocht het schip naar Londen terug te brengen. Twee tros-en werden uitgeworpen, doch de touwen braken ai. De „Colchester" waarschuwde toen twee nabij zijnde 3chepen, waaronder een Noorsch schip, assistentie te verleunen en zette zelf de reis voort Naar meening van den kar pitedn van het Qigelsche schip, wa3 de toestand van de „Zaandijk" niet gevaarlijk eo kon het schip waarschijnlijk een haven bereiken. Volgens een mededeeling van de Hoüand- Amerika-Lijn heeft van de bemanning der „Zaandijk" niemand eenig letsel bekomen. De vierduizend ton groote „Zaandijk" W3S grootendeels geladen met regeexingsgraan, en 6 Maart 1.1. Dungeness gepasseerd op weg van Philadelphia en New-York naar Amsterdam. Kapitein Lawrence ran de „Colchester" is zoo vriendelijk geweest eenige inlichtin gen te verschaffen over het gebeurde. Eerst dienen wij echter mede te deelen, dat bij de directie der HollandAmerika- lijn gisteravond bekend was, dat de „Zaan Uïb het Engelsch van Miss YONGE. (Nadruk Verboden). 112) Percy wist hier nieb voed op te zeggen, doch hoewel hij niet zaoh/b was in zijn ui!t>- dndckiugon, had hij oen gevoelig hart. Hij deed ad wat mogelijk was om bob lijden van Arthur te verzachten, en boen hij hem to ïoikensbone aan wal ha<d geholpen, raadde lij hem om zich -dadelijk: naar bed te be geven, en bood hem aan om rijn vrouw- to te&n h Ten. „Zij kan ndeb komen", zuchtte Arthur. •,D©9 t© meer schande, dat gij haar vor ken hebt," had Percy bijna gezegd maar j bedwong zich, verzotte rich niet langer tagen zijn verlangen, om na-air huis t© gaan, hernemende, dat er dadelijk ©on trein j^u vertrekken, lieit. hij hun bagage aan lot over en besloot Arthur ndet uit tab oog te verliezen, vóór hij hein veilig 'jiufe gebracht had. Die voorzo-rg was ander «aad hoog noodlg; do reis was vreeselijk ^mioeiendmet ieder uur nam heb 'Ktan va-n Arthur toe, en toen zij eindelijk, eo©n het vallen, van den avond, in Cado- -place aankwamen, had hij nauwelijks taacht genoeg om, dloor Peroy onder- ^d, d© ©toep op te gaan. 'lolebt© had juist voor do eerst© maal kamer verlatenen toen cïe deur va.n salon openging, zag men haar bleek en tenger op haiar stoeltje bij heb vuur rit ten rij hield' haar kmdtje op haar schoot, terwijl die drie anderen voor haar op den grond zaten en Johnnie hot opricht over rijn zus jee hield, wden hij ©en prenten boekje liet kijken. Zij rees ontsteld op, toen Arthur, op Potheringham leunend, in de kamer trad en eensklaps door zulk een geweldige hoestbui overvallen wer-d, dlat hij geen woord kon spreken. Peroy deed rijn best een geruststellenden toon aan te nemen. „Daar breng ik uw echtgenoot thuis zooals gij ziet, <E© wederom oen leelijke verkoud heid heeft opgedaan-als hij een weinig bedaard is, zad hij u alles wel vertellen." In een oogwenk had zij het kind op d© sofa gelegd, Johnnie een wenk gegeven om er op to passen, en den armstoel bij 'b vuur geschoven. Arthur liet er zioh in neclbrzinken, sloeg rijn armen' om haar heen, en liet zijn vermoeid hoofd tegen haar aanleunen, als had hij thans een steun en een schuilplaats gevonden. Peroy bevrijdde haar van d© twee klein© meisjes, dio rich vol angst aan haar vastklemden, en maakt© de kleine handjes zoo zacht en tevens zoo snel van het kleed der moeder los, dlat Anna, hoewel zij hem nog noofb gezien had, niet schreide, toen hij haar opnam, en Helena rich zonder tegenstre ven uit de kamer liet brengen en dadelijk gehoorzaamd©, toen hij haar beval, dat rij haar zusje naar boven zou brengen en de kind'ermeid roepen. Toen hij terugkwam, bemerkt o hij, dat de noodzakelijkheid aan de moeder sterkte en tegenwoordigheid van geest had gegeven. Zij beefde «elfe niet, hoewel de eenige woorden, die Arthur gesprokejn had, geweest waren „Wij rijn geruineerd. Als ik sterf, schenk mij dan vergiffenis." Hot is waar, -dat zij ze geenszins in dien zin opnam, dien hij er aan hechtte; zij dacht er niet eens over narij liefkoosde hem el echts en stelde alles in het werk, om zijn lijden te ver zachten, terwijl Percy haar zoo veel moge lijk bijstond, en hen nieb verliet voordat hij Arthur aan die eorg van dokter Harding had toevertrouwd. Daarop begaf hij zich naar zijn oude wo ning in Piccadilly, alwaar hij met blijdto verrukking werd herkend door rijn kleinen bediende, en hartelijk verwelkomd' doocr rijn hosporbfb die niet wist wat zij doen zou van vreugde, toen rij rijn goedhartig en vriendelijk gelaat wederzag. Hij verdeelde rijn tijd, met de oude kat op den echoot, tusschen een vriendschap pelijk praatje over haar familie-aangele genheden, waarop rij hem al dadelijk ver gastte, terwijl rij met groote drukte in- en uitliep, en overdenkingen over rijn eigen dwaasheid om rich nog een oogenblik te bekommeren over zukk een egoïstiaohen deugniet als Arthur Martdndale. Het beeld van die bleek© jonge moeder met haar kliedne kinderen stond hem onophou delijk voor oog en, en daarom paarde zkh de gedachte aan de menigvuldige ellen den, dö© haar wachttenaan de schulden, ede haar bijna tot den bedelstaf zouden brengen, -en waarmede men haar zou moeten bekend maken, terwijl haar echt genoot in zulk een docfdelijke krank heid Lag. Peroy; neuriede een liedje, tnok een ïe$- Itjk gezioht, rekte zich eens uit, en ver mande zichzelven on. niet te vergeten wat de rede en de rechtvaardigheid geboden. Arthur verdiende geen verschooning, hij, die zioh eerst een huisgezin ,op den hals had gehaald en daarna zgn onschuldige vrouw en kinderen zoo wreed verwaarloosd hfldl „Wat Verdient een man, ,die rijn vrouw met een kind, dat pas een week oud is, verlaat, om een zwendelaar aan de overzijde van het kanaal te gaan opzoeken vertel me dat eens, poes?" sprak hij hardop, d'e snor ren van de oude kat opkrullende, die haar ooren schudde on achteruitweek, daar zij het beneden haar waardigheid achtte rich boos te toonen. „Och ja, p>es, ge hebt ge lijk, zoo lang de tarwe en het onkruid te zamen zullen opgroeien, zal de onschuldi ge voor den schuldige moeten Iqdem Nu, zooveel te beter voor beiden. Dat zuivert den een en verzacht'den ander. Op dit oogen blik ben ik de onschuldig ladende," voeg de htf ©r bij; „gjj moo^ mij wel bekla gen, poes! Die schets was tachtig pond waard, en dat is geen kleinigheid voor een jongmensoh, die in de wereld vooruit wensoht te komen! Ik kan niet naar Worthbourne gaan vóór ik dat stuk weerom heb, en wie weet hoe Jane dat uitstel zal uitleggen? Zoo lang ik leef, wil ik nooit weer een manuscript ergens anders bergen dan in mijn zak; als er dan een ongeluk gebeurt, gaan wij ten minste samen naar den grond, gelijk de arme Arthur ons zoo liefderijk toe- wenschte. Ha, steekt het daar niet in don aak van die overjas? Helaas, neen, dat zou ook al te gelukkig zijn, het zijn slecht3 dig dijk" op een mijn geloopen en op de water dichte schotten drijvende was gebleven. Kapitein Lawrence deelde mede, dat hij Zaterdag te drie uur twintig 's middags na bij Kentish Knock de „Zaandijk" aantrof met den kop diep in het water. Waarschijnlijk is het schip dus aan den voorsteven getrof fen; de machines waren echter n et onklaar* Immers het stoomschip stoomde langzaam op in de richting van de Engelsche kust. Het weer was ongunstig, maar verbeterde langzamerhand. De kapitein van de „Zaan dijk" verzocht zijn collega van de „Col chester" hem naar Londen te skepen. Een boot vaü de „Zaandijk" poogde daarop een tros over te "brengen, hetgeen met groote moeite gelukte. Twee uur nadat de wacht van de „Col chester" het stoomschip in nood had gerap porteerd, vertrok de Harwichboot met de „Zaandijk" op sleeptouw van de plaats des onheils. Veel tijd tot praten was er niet on kapitein Lawrence wist dan- ook niet, hoe en wanneer dit ongeluk gebeurd "was en of er onder de bemanning slachtoffers gevallen waren. Aau boord van de „Col chester" werd echter opgemerkt, dat twee booten van "het dek der „Zaandijk" ontbra ken en bovendien slechts wei ig scheepsvolk aan dek wife. Wellicht dus heeft een deel van de bemanning met deze b oten hot schip verlaten, maar zekerheid hieromtrent be staat niet. Mogelijk is ook, dat deze booten doorfde ontploffing, die waarschijn;ijk 's mor gens had plaats gehad, zijn vernield. De „Colchester" heeft, vertelde kapitein Law rence verder, de „Zaandijk" twee uur ge sleept, toen brak de tros. Aan boord van de „Colchester" "bezat men geen fros van voldoende sterkte .en de „Zaandijk" had er ook geen meer. Na overleg met den kapi tein van de „Zaandijk", riep de „Colchester" draadloos assistentie in. Na korten tijd kwam een viertal patrouille-vaartuigen ia de nabij heid. Die hebben de „Zaandijk" toen verdei begeleid. De „Colchester" maakte rechts omkeert en voer naar Rotterdam. Van de verdere avonturen van de „Zaan dijk" wist kapitein Lawrence niets meer te melden. De sterke wind eu zware zee maak ten het reddingwerk niet gemakkelijk, maai „we have done our duty" besloot kapitein Lawrence zijn verhaal, en toen de „Col chester" het schip verliet, was de Theoms- mond reeds zóó nabij., dat de „Zaandijk"' de rei3 naar aJle waarschijnlijkheid zonder bezwaar zou kunnen beëindigen. De Leening van 125 Miilioen. De heer De Geer heeft op heb wetsont werp tot heb aangaan van een geldleemng of -leeningen van f 125.000.000 als amende- menb \oorgesteld aan heb slob van art. 4 alinea 1, de woorden, „de insenrijvingen van f 10.000 of minder zooveel mogelijk tea volle en do inschrijvingen kooger dan 10.000 zooveel mogelijk tot dit bedrag worden toegewezen," to vervangen door de inschrijvingen zooveel mogelijk ten volle worden toegewezen, behoudens voorrang voor elk dezer inschrïjringen tob een bedrag van ten hoogste 10.000." T er toelichting zegt de voorsteller Zoowel voor den Staat als voor het econo misch leven is het van belang, dat deze lea ning zooveel doenlijk onder geheel vrijwil lige inschrijvers geplaatst wordt. Daarom is in do eerste plaats te hopen, dat de gedwongen leeuing met in werking zal tredenmaar is ook in de tweede plaat3 nuttig, dat de obligaties zooveel mogelijk worden toegewezen aan hen, die ze gaarne hebben, en zoo min mogelijk aan^ hen, die slechts onder drang der gedwongen leening voor hun competente portie inschrijven. Aan de klasseering van cleze pCt. leenmg zal dit ten goede komen. Voorts wordt hier door cle liquidatie van vruchtdragende ac tiva voorkomen en de belegging van vlot tende kapitalen bevorderd. Het amendement beveelt daarom aan voorrang te gevod aan allen die dit wen- - schen, tot het volle door hen ingeschreven bedrag. Wanneer van deze "gelegenheid tot preferentie een zeer groot gebruik gemaakt wordt, zou het kunnen gebeuren, dat Idem© preferente inschrijvers nun deel niet kre gen. Ter voorzioning daarin en dus ter verwezenlijking van de oorspronkolijke be doeling der bepaling diont de laatste zinsnede van het amendement. armzalige papieren van Arthur. Ik herinner, mij nu eek, dat ik hem nï$n groote jas heb omgeslagen, toen wjj van boord gingen. Bal wolk een leelijke zaak! Ik wil ze toch nog* eens inzien, die papieren!" Weldra was hij er^ geheel in verdiept, ter wijl hf van tgd tot tijd zijn verontwaardiging! lucht gaf, en ten slotte met zulk een ge weld op do tafel sloeg, dat do kat verschrikl uit haar dutje opsprong. „Verontrust u niet, poes; gij weet im mers vanouds, dat ik voor niets heb te zor gen, en niemand zorgt voor mij. Slaap dus maar gerust, en daar is de zaak mede uit." Het eerste, wat hij den volgenden mor gen deed, waa rioh naar Candogan Place te begeven, om de papieren terug te bren gen. Hij moest vrij lang wachten eer men opendeeden toen Jaonee eindelijk ver saheen, zedd© hij met tranen in d© oogon, diat 'kolonel Martdndale zeer bedenkelijk ziek waa; dlat hij dien morgen een bloed spuwing had gehad en volgens den dc-kter in het uiterste gevaar verkeerde. Fotheringihain kon niemand te spreken krijgen, noch van ©enigen dienst zijn. Iiij stak d© straat over, en bleef een oogenblik aan den overkant staan, om te zien of hij iemand aan heb raam zag, bedacht zich een poosje en zeide toen hardop „Als ik hem toch niet helpen kan, is het maar be ter, dlat iüc dadelijk naar Folkestone ga om mijn bagage uit de klauwen dor tolbeamb ten te redden." (Wordt vervolgd).;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5