NsiSerland en de Oorlog. N°. 17191 Zaterdag 11 Maart. Eerste Blad. A°. 1916. Persoverzicht. FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. m) IBSCH Gedistilleerd accijns. Zoo- als bekend is, lieefb minister Van Gijn de door zijn ambtsvoorganger voorgestelde accijnsverhoogingen teruggenomen. Men heeft aanvankelijk gemeend, clat het in 's Miniöters bedoeling- lag, die ontwerpen te vervangen door andere met nog üooge- re>n aanslag, doch dit schijnt met het geval be zijn. De "heer Van Gijn heeft althans in de Eerste Kamer bij de behandeling van Financiën doen uitkomen, dat hij ter zake van gedistilleerd-verhooging een politik der voorzichtigheid wenschte te voeren. „DE NEDERLANDER" cchrijlt naar aanleiding daarvan: „Men weeb misschien, dat het uenkbeeld van het beroemde „suikerpotje'.' van den tegenwoordlgen bewindsman afkomstig is; hij herinnerde er trouwens zelf aan. Dat dacht hij te vullen uit de opbrengst der ac cijns-verhooging van 63 op 90 en de verwachting was, dat dio 6 a 7 millioen zou opbrengen. Het is echter maar 2 a 3 mil lioen geweest. Wrardoor dio tegenvaller? Is het drankverbruik zoo merkbaar afge nomen? De Minister zou er zich i verheu gen. maar de reden ligt ergens anders, meent hij. En wel hierin, dat elke accijns- verhooging do kans op ontduiking der wet, en dus op smokkelarij, ongemeen vergroot. Merkwaardig is zeker, dat, toen in 1809 die accijns van 63 op f 90 steeg de op brengst nog vermeerderde maar dat deze daalde, nadat er ten vorigen jaro nog eens 9 opgelegd was. Bij drankbestrijding door aocijncverhoo- ging, ook uit anderen hoofde een bestrij dingsmiddel van betwistbare waarde, zal men ook deze zijde der zaak niet uit het oog moeten verliezen." Holand! Onder dezen titel schrijft W. J. L. in „DE KAMPIOEN": Op de schoolbanken leerden wij, dat Hol land zijn naam dankt aan de vele bosschen, die hier waren, het hout gaf Holtland zijn naam, Holtland werd Holland. Db scheepsbouw kon hier de lande tot zoo g-oote ontwikkeling komen, doordat het hout voor het grijpen lag, het goede tim merhout. Wg leerden van één groot bosch, waarvan nu nog dp Alk maar derii out, de Haarlemmer hout, Noord wyker hout en het Haagsche Bosch overblijfselen zouden zyn; veel is er van verdwenen en reeds eeuwen zocht de Hollander meer zijn bosschen in "het Gel- dersche. En straks? Wij willen Holland toeroepen: Holand! Mijn land: gaat gij voort op den weg, dien gij thans inslaat, dan zult gij straks nog min der recht op uw naam hebben en zal dc vreemdeling u alleen maar kennen a.s het lage land aan de zee, en slechts de herinne ring aan uw hout van vroeger zal blijven bestaan, een vage herinnering. Toch zijn het hout uwer lanen, uw be schaduwde wegen voor den toerist zoo'n groote aantrekkelijkheid. Ho, roepen wij toe aan den hakker, die meedoogenloos de b'rjl i n de mooiste boomen houwt. Allerwegen klinkt de regelmatge s ag van bet moordwerktuig voor hetgeen nog een van onze kos baa:. te bezittingen is. Kostbaar, ómdat ons land zonder z'jn boo men zou zijn, één onafzienbare, eentonige vlakte; wel geen dorre woest jn of onvrucht baar moeras, maar triest en troosteloos, trots den rijkdom van het gewas, dat er geteeld wor U- Maar ook de boomen zijn kostbaar voor den houtkooper, in dezen droeven tijd zoo veel waardevoller dan anders. Die hooge prijzen doen de menschen hun bezit als grooteren rijkdom voelen dan voorheen en welk goed Hollander profiteert niet gaarne van de gunstige markt, hetzij van hout, van tabak, van Amerikaansche waar den? „Tabak en effecten blijven altijd te koop, onze boomen niet; en zooals gezegd is door de Kamerleden van de schepen, zal „voor ons land het bezit van onze boomen zonder eenigen twijfel van meer belang zyn dan het bezit van kapitaa' door den verkoop te ver krijgen; kapiaal, dat wellicht ook in bultea- landsche s aat:schu!den zal worden belegd.1 Als onze boomen geve'd worden, dan zijn zo weg voor tientallen van jaren, en ons land zal niet meer de schoonheid bezitten van zijn tempels van on gekorven h?.ut Er zijn deel en van. ons land, h elaas, wij wonen er zelf midden in waar het hier en daar wel lijkt of do oorlog3fakkel zijn verwoestingswerk heeft gezet op de land streek. En telkens weer, nu uit het zuiden, dan uit het westen, het oosten, het noorden, komen de berichten tot ons van groote houti- verkoopingen. Kan mag dit zoo doorgaan? Inderdaad komen van alle z'jden berich ten over ontbossching; dezer dagen nog weer over het Kraajenbosch bij Dalen, in Drente; en dat in een land als het onze, dab reeds tot de landen van Europa behoort, die relatief het armst aan bo3ch z'jn! Wij kunnen, helaas, zoo weinig missen! Het brengen van veel bosch in het vaste bezit van den Siaat schijnt het eenige, wat op den duur kan helpen. In dit verband verheugt men zich over hetgeen in de Eerste Kamer is gezegd in het Voorloopig Verslag over de landbouwbegrooling: „Eenstemmig was men van meening, dat bebossching van Staatswege zooveel moge lijk bevorderd behoorde te worden." IJverigo Kamerleden. Een driester in de „HAAGSCHE COURANT" hierover zegt De Tweede Kamer heeft dep. laatste® tijd nog al eens bloot gestaan aan cribiek van verschillende kanten. Eén van de grieven isde afwezigheid van zoovele af gevaardigden bij de meeste openbare ver gaderingen, soms zelfs bij gewichtige bc- Wa/t np cohter ccn ongenoemd „Kamer lid" in „DE TELEGRAAF" vertelt om trent den af d eel ingsair beid'dier Ka mer, ia booh wel heel kras l Zooals men weet, splitst de Tweede Ka mer zich om de twee maanden, bij loting, in vijf afdeelingen. Elke afdeeling kiest haar voorzitter en ondervoorzitter. Deze afdeelingen (of secties), elk uit 20 Ka merleden bestaande (één uit 19, omdat ds Kamervoorzitter geen deel uitmaakt van oen afdeeling), onderzoeken alle door do Regeering of door Kamerleden ingediende ■wetsontwerpen. Do „rapporteur", een telkenmale daarvoor aangewezen lid van elke afdeeling, brengt het afdeeldngsver- slag uit, dat door de oommissie der vijf rapporteurs wordt vereendgd tot het Voor loopig Verslag, hetwelk wordt gepubli ceerd. Als dat Voorloopig Verslag dan, vaak zeer uitvoerig, in alile kranten verschijnt, lijkt het een heel gewichtig document De betrokken Minister antwoordt er op, niet minder uitvoerig en plechtigEn de oningewijde weet niet beter of de zaak is nu door de Kamer, in de afdeelingen, grondig onderzocht en besproken, met de Regeering is van gedachten gewisseld, cn de oningewijde verwondert rich in zijn argeloosheid er over, dat, ondanks die grondige voorbereiding, het wetsontwerp in de openbare vergadering nog lang en breed wordt bepraat alsof men er nog nooit een woord over gewisseld had...... De oningewijde kan maar niet bevatten, waarom er n u nog zooyeel „nationalen tijd" moet worden vermorst, terwij] er toch stépels werk liggen te wachten 1 „Kamerlid" komt nu vertel/Ien, dat de voorbehandeling van de wetsontwerpen in de Tweede Kamer „randweg een pas kwil" is. „Bij het afdeolingsondcrzoek van de belangrijkste wetsontwerpen is regelma tig het mcerendeel der leden afwezig;-een sectie, waar tien of elf van de twintig- le den aanwezig zijn, heetgoed bezet. Dc afgeloonen week zijn onderzoent de ont werpen tot heb aangaan van een leening van 125 millioen gulden en de voorstel/len betreffende een heffing-ineehs. ingediend door de Regeering en door dr. Bos c-s. In verschillende afdeelingen wanen bij de behandeling van deze ontwerpen, die voor ons volk van zoo buitengewoon belang zijn, een zeven- of achttal leden aanwezig. En wie er don eencn dag was, bleef den an deren thuis om zijn particulier werk te doen, om zijn taak als Gedeputeerde of burgemeester of wethouder of de hemel mag weten wat meer te vervullen. Straks in openbare zitting kamen diezelfde leden met ellenlange beweringen, die in de af deelingen reeds volkomen zijn weerlegd, opperen ze bezwaren of próheeren" ze amendementen, die achterwege zouden zijn gebleven, wanneer zij hun plioht hadden vervuld door aan den afdeelnngsarbeid meo te werken. „Meen niet, dat de af gelpopen week toevallig het afdeelingsonderzoek slecht bezocht was. Integendeel, heb was druk, drukker dan gewoonlijk. „Slag op slag komt het voor, dat twee leden van do twintig op het appèl zijnde voorzitter en één hoogedelgestrenge, die toevallig, langs kwam. Plechtstatig wordt dat lid dan tot rapporteur gekozen_en op groote vellen papier met het landswapen in den linkerbovenhoek schrijft hij de wij- zo woorden op, die hij zelf spreekt. En de oanvangsformulo. van dit verslag luidt dan: „Vele leden, merkten op" of: „Ver scheidene loden waren van moening". „Het is zelfs herhaaldelijk gebeurd, dat bij het sectie-onderzoek in een der afdee lingen één, zegge en schrijve één lid aan wezig was, de voorzitter of diens plaats vervanger. Ja, oenigen tijd geleden waren" in oen de. secties ook dezo leiders niot aanwezig, dooh vormde één lid, dat over het belangrijko ontwerp, dat onderzo oh t moest worden, iets te zeggen had. de heele afdeeling. De volgende klucht speelde zich toen af, doller dan ooit een tooneelsohrij ver fantaseerde. „Het aanwezige lid installeerde bij af wezigheid van voorzitter en tweeden voor zitter zichzelf als oudste in jaren tot pLuatsvervangend voorzatter, benoemde zichzelf tot rapporteur, gaf zichzelf het woord en rapporteerde I„Algemeen was men van meening"zoo luidde de in leidende zinsnede van zijn verslag, zoo wordt in de Kamer verteld". Als allee juist ia, wat „Kamerlid" hier vertelt, dan heeft die heele afdeelingsge- schiedenis met de deftige Voorloopige Ver slagen veel vanboerenbedrog! Want de kiezers weten niet beter of bun ijverige afgevaardigden ploeteren en zwoegen in hun afdeeling voor 's lands belang Maar is het niet treurig, dat een zoo geschikte gelegenheid, om het werk voor de' openbare vergadering grondig voor te be reiden, daardoor tijd uit te sparen en dus veel méér werk af te doen, door de Ka merleden zelf bot een bespotting wordt gemaakt Als de mededeelingen van „Kamerlid" juist zijn, en een Kamerlid kan 't we ten dfcin heeft hij een goed werk ge daan door het publiek eens in te lichten. Het zou zeker riet onnuttig zijn, als bij de afdeelingeverslagen de namen, werden meegedeeld van1 de leden, die wèl, en van de leden, dlie niet- aanwezig waren ge weest. De kiezers konden dan nagaan, welke afgevaardigden nauwgezet hun -taak ver vullen, en welke het zich gemakkelijk ma ken. Enhet spijbelen zou er zeker heel wat door verminderen Dc ederl. Ambulance In Petrograd. Aan een brief uit Petrograd aan het „Hbl." ontleenen wij de volgende bijzonderheden over de Nederlandsche Ambulance aldaar. „Ze waren er ditmaal vlug bij geweest, de Hollanders. In vroegere oorlogen hadden ze wel vliegende ambulances uitgerust, die langer of korter tijd in het veld goede diensten hadden bewezen, maar dezen keer, op initiatief van den consul der Nederlanden alhier, den heer H. van Gilse van der Pais, you het een vast hospitaal worden, waar voor genoemde heer zich bereid Verklaarde het grootste deel van zijn eigen huis op den Engelschen prospect* benevens de noodige financiën af te staan. Na korte besprekingen, terstond na het uitbreken van den oorlog, met do Ned.-Her- vormde gemeenle alhier, die dadelijk gelde- lijken steun beloofde, toog men aan 't werk. Het huis van den consul werd onderste bo- ven en binnenste buiten gekeerd, de vloe ren met linoleum bedekt, tusschenschotten aangebracht, waar het noodig was, badka- I mers en andere gemakken bijgebouwd, kro- nen en schilderijen en kunstvoorwerpen in- j gepakt en opgeborgen voor- langen tijd, i in de consistoriekamer van de kerk waxen 1 dagen achtereen onze Hollandsche dames bedolven onder Himalaya's van linnen, dat vliegensvlug ver ve k: werd tot bed 'elakens, hemden en wat niet al, het noodige ge neeskundige personeel werd gezocht en ge vonden en reeds den 24 Augustus 1914 kon het Russisch-Hollandsc-b lazaret, staande on der het patronaat van H. M. de Keizerin- Moeder, worden geopend in tegenwoordig heid van onzen gezant en een vertegenwoor diger van de Hooge Patronesse. 't Was het eerste, particuliere lazaret hier ter stede. Thans hebben dio zalen, waar de plech tige inwijding plaats had, diezelfde zalen, waar nog kort te vor^n Prins Hendrik der Nederlanden als gaat dor Neder'andscno ko lonie was ontvangen, reeds ander ha f jaar gezien van nameloos wee, van ontzaggelijk lijden, met mannenmoed gedragen, m ar ze kunnen ook tevens getuigen van anderhalf jaar van onvermoeiden, vruchtdragenden mensclilievenden arbeid, waarbij zij ook de j dochters des huizes in eenvoudige grijsiin- i nen japonnetjes en zedige witte mutsjes dag in dag uit met volharding en toewijding den zvaren dienst van ziekenverpleegsters hebben zien verrichten. Een paar auto's werden ingericht voor het vervoer van de gewonden van de stations, en weldra begonnen die hun sinister werk. Eerst kwamen er enkelen, lichtgewonden, toen meer en meer tegelijk, ernstige geval len, ten slotte de zwaarst?, haast hopo- looze patiënten, want de faam van het hos pitaal werd steeds beter, en goddank, het heeft dien goeden naam weten op te hour den." De dirigeerende geneesheer, dr. Goes ver telde in het eerste jaar at jl paais te kort te zijn gekomen en vaak te hebben moeten weigeren, maar nu is nauwelijks de helft der bedden bezet. „Men wol Petrograd niet te zeer. belasten, het is toch al zoo moeiirjor voor de gevesiigde be.ol'.ing der m. lio enst.d v 1- doende levensmidd .en uk net bir.ivn and aan te voeren, en nu komen er nog al de gewonden en vlueh ein,en brj' E n:ge laza retten zyn dan ook al in den iaa -t n tjd gesloten, naar ik hoor met over df zes dui zend bedden; we waren er eenigen tijd ge leden wel bang voor, dat wij uok aan de beurt zouden kunnen komen, i aar nu heb ben wij toch weer hoop, te kunnen b'.rjveD bestaan; er zijn niet zooveel hospitalen uit sluitend voor officieren, zooals 't onze." In Tsarskoje Selo is nog een dép?ndance, heele maal voor solda'en. In het eerste jaar alleen zijn ove? de 400 mannen opgenomen en daa-van h bbeo er 129 een operatie moeten ondernam. Er zijn vijf genëesheeren aan het lazaret verbonden, tien ziekenverpleegsters, van wie eenige, ovenals de dochters van den heer Van der Pais, vrywillig en 12 personen van het lager personeeL In het eerste jaar is uitgegeven circs 95 duizend roebel, daarvan ongeveer de helft voor rekening van den c n:ui; rond 80,000 roebels heeft de exploitatie in een jaar gekost, rond 15.000 de inrichting; ge middeld heeft men voor het onderhoud van eiken officier 146 roebel in de maand moe ten uitgeven, voor eiken so'daat in Tsarskoje Selo 60 roebel, maar dat zai in het tweede jaar, van Augustus 1915 tot 1916, wel aarv merkelijk meer worden, wan: de pry .en van levensmiddelen, ver bands often, geneesmid delen, linnengoed, worden maar s eed3 hoo- ger en hooger. Van het Lazaretcomité is voorz tter de oprichter, de heer Van Gilse v. d. Pais, secretaris de heer 0. Steiner, penningmeester de heer L. Neuscheller, directeur dr. N Groes, leden de heeren M. Neuscheller, dr. II. Schim van der Loeff, predikant* W. Kunst en M. Mohr. Smokkelarij, 't Was er de laatste drie nachten weer kalm aan de grens in Twente. Grenswacht noch rijksambtenaren mocht 't gelukken smokkelaars te snappen. Zelfs de nacht van Zaterdag op Zondag, anders de nacht voor de smokkelarij, na de Vrij-dagsche markt, bracht geen buit. Dinsdag vielen een paar jeugdige Enschedéërs in handen eener militaire pa trouille. De twaalfjarige J. W. met 5 pond spek naar hij zeide door zijn moeder uitgestuurd en de vijftienjarige M. K. met 4Vh pond plantenvet. Tegen de smok kelaar, jus werd proces-verbaal opgemaakt In de maanden Januari en Februari 1916 zijn hier fch-rns aan den grenspost „Broek- '^eurne resp. 40 en 46 „smokkel"-proces sen -verbaal opgemaakt. Dinsdagavond, toen do rijksveldwachter Bron in het veld te Erioa surveilleerde, zag hij een zestal smokkelaars loopen. Op het geroep van Halt! werd geen acht ge slagen. Toerr Bron een paar malen in de lucht schoot, namen de smokkelaars de vlucht met achterlating van de smokkel waar, een zestal zakken met meel. Ter wijl^ Bron een paar zakken meel meenam naar een nabijgelegen huisje en daar hulp ging halen, hadden de smokkel aam die bru taliteit de andere zakken nog w#or in vei ligheid te brengen. Door de duisternis was niet vast te stellen, wie de smokkelaars wa ren. Jammer, dat ze hun welverdiende straf ontgaaa. Uit het Engelsch van Miss YUNGE. (Nadruk V rbodon). Indien gij gezien hadt, ho^ hij k-dcre gele genheid om on3 to ontmoeten to baat nam, om ons to ragen of wij ook tijding van Mar- bindalo hadden na den brand, zuudt gij be grijpen. dat het mij niet moeilijk valt to raden wio dio edele jonkvrouw ie. Zou cr geen hoop voor hem boslaan? Het ando.o engagement is reeds zoo lang verbroken, on wie zou niet wonachen, dat zulk een stand vastige liefdo beloond werd?" Dio postcriptum kreeg men te Brogden niet te lezen, ofschoon Annette's onbeschei den modedceling wol onder dc oogen dor edele jonkvrouw gebracht werd. Do berichten van don toestand van Lord St.-Erme bleven steeds gunct'.g, hoewel zijn horstel langzaam vorderde Lady Martin- dal© stelde zoo eel belang in hem, dat zij dagelijks nieuwo stof scheen 'o vi !cn om over bot voorgevallene te eprekon, en of schoon heodira bij hoe voorlczon van oeu brief do woorden, door Annotte aange haald, had overgeslagen, was haar moeder toch geheel van hetzelfde gevoelen ab m het P.S. stond uitgedrukt, en uitte zij mo- nige stille jammerklacht dat Theodora hem haar hand geweigerd had Geloof mij, -wij ware? niet voor elkander Beschik'." zeide Theodora eens „Zeg dat niet," antwoordde Lndv Marti c- rial©; „mij dunkt, dat hij door daden go- 'oond heeft, dat hij u\>or waardig is," ,.Ik ben voor niemand meer geschikt", sprak Theodora met zekere drift. „Ach, lieve, dit meent gij niet. Maar ik weet waarlijk niet waarom ik zou wenechen u getrouwd te zien, daar ik u onmögolijk zou kunnen missen." „Dat is het verstandigste woord, dat g:j ooit gezegd hebt, liev? mama." Met dit al had Theodora toch wel gewild, dat zg thuis een weinigje minder ncodzakelyk geweest ware, toen zg eenige weken later vernam hoe de zaken te Cadogan Place stonden, uit een brief, die kenne.gk uit do kindorkamer afkomsiig waa, en waarin Johnnie haar meldde, dat hg weder eon klein broertje gekregen had. Na deze gebeurtenis volgden er voor Violette eenige dagen van mst en tevreden heid, want ofschoon Arthur haar thans d?t meer zoo zorgvuldig oppaste ab to voren, waa hg toch vriendelijk en goed voor haar, en bleef no» al veel bg haar thuis, daar zgn hoost, dia hem nimmor geheel vorlaten had, nog .veel erger waa geworden. Alles ging wel, tot het kind een week oud waa, maar toen gaf Arthur plotseling te kennen, dat hg plan had veertien dagon verlof te vragen, daar hg Verplicht was naar Bou logne te vertrekken, waar hg zaken had af te doen. Die tijding trof Violette aio een donder slag; zg bogroep, cat Mr. Gardner daar ook zou zijn en, welke voornemens Arthur ook op hat oogenblik mocht hebben, hg terug zou -komen met het bericht dat hg in Boulogne een Liuio gohuurd had. Hij be au iwoordde haar smeekenden blik door te zeggen, dat zij maar niet ongerust moest zijn; hij hoopte zich nu eindelijk van de zaak af to maken en het was hoogst nood zakelijk, dat hg dio reis deed. Zg bracht er tegen in, dat zgn hoest te erg wa3, om er mee te spotten; maar hij antwoordde, dat die door verandering van lucht het bost genezen zou worden. Den volgendon morgen riep hg haar in de haast een vaar wel toe en vertrok I Violette trok de oprei over haar hoofd; haar hart ontzonk haar. Sloeg zg een blik in de toekomst, dan zag zg haar echtge noot steeds meer van den goeden weg af geweken, zichzelve van zijn liefde vers.oken, haar kinderen verwilderd door den kwaden invloed eener opvoeding in den vreemde; Johnnie,haar dierbaren lieveling en trooster, wellicht van haar gescheilen, ter wgl zg zelve alle aanspraak en sieun zou missen en van haar vrienden, ja ze'fs van haar geloofsgenooien, gescheiden zijn. Dat vooruitzicht was z<56 vreeoelgk, dat, ter wijl ai haar poleaderen klopten on het ge voel van zwaar ziek te zgn ieior oo^enb.ik scheen toe te nomen, zg zich bgna verheugde in het naderend gevaar. Alleen het schreien van haar zuigeling was in staat haar gemoed tot beJaren te brengen en bet gevoel in haar op te wokken, dat zg nog aan de aarde verbonden wan door haar kinderen. Johnnie zat bg haar met zgn boekjes en vertelde haar allerlei van zgn zusjes, en weldra kon zg hem weder toelachen en dankbaar zgn voor het geluk, dat zg heden door haar kinderen smaakte, terwgl zg slechts in het gebed aan den'dag van morgen dacht. En zoo bleef zg tevreden en geduldig. HOOFDSTUK VIH. „Hg is geruïneerd, en zgn vrouw zal nu eens ondervinden wat er van komt, als men zich met oens anders zaken bemoeit. Niet dat ik daar thans om geef, volstrekt niet, ik weet nu op oen veel betere manier aan geld te komen, maar zij. heffe mg tegen gewerkt en daar zal zij voor bo?ton. Die korte voiznnen troffen het oor van een breedgeschouderd man met een ruige overjas aan, die, terwgl hg zich met de ellebogen een weg baande door de volks menigte op de kade van Boulogne, een oogenblik door h?t gelrang werd opgehou den achter twee personen, wien men het reeds op den rug kon aanzien, dat zij tot dat soort van Engeische losbollen behoor den, waarvan men er zoovelen op het vaste land aantreft. Toen hg een weinig ruimte had gemaakt» stapte do vreemdeling hun voorbg en zag den persoon, die deze w. or den gesproken had, van ter zijde aan. Het was Iemand, dien hg kerde; maar de wraak zuchtige, boosaardige blik, die uit zijn oogen straalde, terwgl hg met een zegevie renden, spottenden lach op een aanmerking van zgn metgezel antwoordde, deden de® vreemdeling letterlgk huiveren. „Ja, en geld genoeg ook om naar Parg3 te kunnen gaan, alwaar de oude Finch ein delijk van zgn stokje is gevallen, fat was ook al wat ik van hem-bjgeerde; het w^.rd tgd om hem uit te persen en van hem af te komen, want vóórdat het jaar om is, sterft hg aan de tering." Toen bg dit zcide, keerde de vreemdeling zijn eerlgk Engelsch gezicht, waarop de diepste verachting te lezen slonl, n ar hem toe, en zag hem m'et zgn door.1 ringende grijze oogen, die ven verontw..ar i ing fon kelden, strak aan. Oogenbiikke.gk verkw^en de overmoedige Uitdrukking van het ge laat van den spreker; hij sloeg zijn oogen neder, zette een boos gezicht en pakte zich weg. „Schurk nommer twee kgkt rond waar schurk nommer één g bleven is. nrax deze is ontsnapt," mompeide de reiziger half lachend; daarop haalde hg diep adem en zeide: „Di6 hardvoch'ige rekel! De Hemel moge zijn slachtoffer te hulp kom n, of schoon dat ook niet v6eJ meielijden zaJ vardienen, naar ik vrees." Zoo in zïchzelven rodeneorende, ging h^ naar de stoomboot, die juist naar Folke stone zou afvaren, en stond weldra op het dek. Terwgl hg een oog op zgn bagage Ütöid, trok een onophoudelijk hoesten zijn aandacht, en rondziende, zag hg een lanreü man in oen grooien mai.tel gewikkeld, dicht bg den schoorsteen tegen de raderkast leunen. „Hoel Zgt gij het, Arthur? Waar kom( gg vandaan?" „Zoo, Percy! Hoe maakt gg het?' sprak de ander met een flauwe, heesche stem. „Is mevrouw Martindale hier ook?'' „Neen." Hij kon niets meer zeggen, daar hg door zulk een geweldige hoestbui over vallen werd, dat hg genoodzaakt was zgn hoofd met zgn voorarm te ondersteunen; daarop huiverde hij, kiaa ;de over koude en ging naar beneden, terwijl hij met ee.» zeker ongeduld den' arm, dien Percy hem aan bood, afwees. Het weder was fraai; Percy stand een poosje de wgkende kust na te staren, en begon toen met zijn gewonen schermen b ik de gezichten der passagiers op te nemeïu Hg haalde een boek uit zijn zak, maar las slechts een oogenblik, stond toen op, ging over de-verschansing liegen'en mompelde in zichzelven: „Maar W.i i dan niet dwaas? Zal die familie mij dan nooit m?t rust laton? En toch, hij schgnt zoo ernstig ongesteld; ik moeb toch eens gaan zien, hoe hg he-t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5