Eerste Kamer.
Ingezonden.
DE W&7E8§^©©D.
Vragen en Antwoorden.
zonder belemmering naar Nederland moch
ten komen, met die van de tweede'helft van
dat jaar, welke cijfers aantooncn, dat ten
aaflzien van vele belangrijke artikelen Ne
derland slechts die hoeveelheden ontvangt,
welke noodzakelijk zijn voor zijn eigen ver
bruik en" levensonderhoud.
Do Nederlandsche" handelsgemeenschap,
welke er in toestemde door de N. O. T. a-an
bepaal do verplichtingen te worden onder
worpen, stemt ook toe in de uitbreiding
van dit beginsel en teneinde hieromtrent
tot vriendschappelijke regelingen te gera
ken, ga ik thans naar Engeland. Ik zal con-
ferentiën hebben, gelijk ik gedurende al
mijn vorige bezoeken heb gehad met de ver
tegenwoordigers der Britsche regeering.
Het zou mijnerzijds niet wel voegen, op
deze conferentiën vooruit te loopen, maar
ik mag reeds thans wel zeggen, dat voor
zoover ik kan nagaan, het hoogst onwaar
schijnlijk is, dat iets buitengewoons uit die
conferentiën zal voortkomen en dat ik een
volkomen bevredigende oplo&smg verwacht
van allo onderwerpen welke bespreking
vorderen."
In een adres aan den minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel ver
zoekt het bestuur van de Vereenigdng van
Handelaren in Melk, Boter, Kaas, Eieren
en Geldersche Waren to 's-Gravenhago om
tct een an dor o regeling van do voor den
kaashandel vastgestelde maximum-prijzen
alsmede van de beschikbaarstelling van
eieren voor den expoTt te geraken, dan die
wel'ko thans van gelding is om do thans vi-
ge-crende regelingen zoo spoedig mogelijk
in den navolgenden zin to wijzigen
a. door den de tail-verkoopsprijs «voor
den kleinhandel in Lcidsche en Dc-lftscbe
kaas geheel vrij te stellen, of door do maxi
mum-prijzen to brengen van 55 cent op 60
cent per hailve kilogram
b. door den maximum-verkoopsprijs voor
den kleinhandel in alle soorten kaas bij
verkoop van hoeveelheden van minder dian
een vierde kilogram to stellen op een cent
per ons lioogor dan do maximum-prijzen
voor den kleinen handel in kaas in het al
gemeen gesteld
e. door het percentage eieren, hetwelk
thans veer de consumptie in het binnen
land beschikbaar moet worden gehouden, te
verhoog en
Het keizerlijke Duitschc gezantschap
zendt de volgende raededeelïng.
In buitenlandselie dagbladen werd, cenige
dagen geledon, het bericht verspreid, dat,
met het oog op den lagen koers van de
Mark, de keizerlijke consulaire autoriteiten
in Nederland de aanneming van verschul
digde bedragen in Duitsch papierengeld of
zilver weigerden en op betaling óf in goud
óf in Hollandseh geld, tot den in vredestijd
geldenden koers, stonden.
Deze mededeeling moet verbeterd wor
den in dezen zin, dat door alle Duitsche
consulaire autoriteiten de verschuldigde
gelden, overeenkomstig de reeds bij het
ocgin van den oorlog vastgestelde bepalin
gen, steeds worden geheven in de munt yan
net land, volgens een vasten wisselkoers.
De passen-post Roosendaal van 't con
sulaat Botterdam zal Zaterdag 26 dezer,
's middag3 1 uur, in werking treden. Do
zaken van de passen-post te Roosendaal zul-
lon door het cónsulaat te Rotterdam wor
den overgenomen.
Wegens gebrek a an grondstoffen
(grauwkalkl ligt de fabriek van azijn-es-
sence te Tiel stil.
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN r;
OVER DE STAATSBEGROOTING.
Minister POSTHUMA antwoordt eerst
op do opmerking van den heer Van lan-
sehot, dat aan het Departement van Land
bouw een geest heerscht van miskenning
onzer staatsrechtelijke beginselen, zooals zou
blijken uit het ontwerp betreffende de ver
goeding voor consenten. Spr. ontkent de
juistheid dezer beschuldiging. Wel brengen
de omstandigheden mee, dat de staatsrech
telijke beginselen soms eenigszins in het
gedrang geraken. Van dag tot dag zijn moei
lijkheden op te lossen.
Wat het Kolenbureau betreft, daarvoor
is de Regeering met verantwoordelijk. Het
heeft zelfstandig gehandeld.
Ten aanzi n der conscutenv; rleening er
kent spr., dat een regularisalie der ten
slotte practise!) gebleken regeling noodig
is. Een nieuw Koninklijk besluit tot rege
ling van het teekenen der consenten is dan
.ook in voorbereiding.
Bi} do regeling van deu export ran var-
Icensvleesch is de moeilijkheid, dat naast nor
male consumptieprijzen ook oen behoorlijke
productiewinst moet worden verzekerd, daar
anders do productie zou ophouden. Eu aan
de zo beido voorwaarden wordt, betoogt
Z.Exc., door do thans geldende regeling
voldaan.
De rede van den heer De Boer ging feite
lijk over het hoofd van spr. heen. Evenwel
wil hij er iets van zeggen. Spr. is steeds
een voorstander geweest van eigen politieke
organisatie van den landbouw. Als in de
volksvertegenwoordiging een betere afspie
geling bestond van de groote landbouwbe
langen, die Nederland heeft, zouden vele
maatregelen, die thans genomen zrjn, wel
licht achterwege zijn gebleven.
Niemand heeft echter kunnen voorzien,
dat de tijdsomstandigheden, zoo lang zou
den blijven voortduren.
En spr. zal er voor zorgen, dat geeü
maatregelen worden genomen, waardoor de
productie niet langer loonend zou zijn.
Wat do kaaspoliliek betreft, wijst spr. er
op, dat de instelling van levensmiddelcnver-
eenigingen r.oodig was, ten einde het verkrij
gen van bepaalde, uit de discussies van ver
schillende belanghebbenden ontstane advie-
z?n te verzekeren. De kaasverseniging kon
evenwel door allerlei ruzietjes niet tot een
advies komen, waarop de Minister zelf een
regeling van den uitvoer vaststelde, waarbij
moest begonnen worden met een beschik-
baarhouden van 40 pCt. Regeeringskaas,
omdat tot dusver die 40 pCt. ook had gegol
den en dit zelfs de vraag niet had kunnen
voorkomen of de noodige hoeveelheid wel
beschikbaar was. Evenwel is van de groote
schade, welke door de genomen maatregelen
zou zijn geleden, niets gebleken.
Do kaas voor leger en vloot kan niet
worden geleverd door het centrale kaaspak
huis, doch moet wordeu gekocht van de han
delaars. En daarbjj is van bevoorrechting
van vriendjes geen sprake.
De heer VAN LANSCHOT repliceert. Do
indruk, door de rede van den premier op
hem gemaakt, is deze, dat het kabinet geen
weerstand heeft kunnen biedeu aan den po-
Jitjeken demon, aan wien de Regeering in dei
Troonrede een „tot hiertoé on niet verder''
had moeten toeroepem
De hceren VAN KOL en DE BOER rne-
pliceeren.
MINISTER COET VAN DER LINDEN
dupliceert. Hij merkt op, dat de tweede reda
van den h&ar Van Lanschot geen repliek was,
doch een repetitie. De rede bevatte geen
woord ter weerlegging van sprekers betoog.
De algemeene beschouwingen worden ge
sloten.
Hoofdstuk II der Staatsbegrooting wordt
zonder stemming aangenomen, waarna de be
raadslagingen worden verdaagd tct Dinsdag
te twee uren.
Straatreiniging tc Katwijk-aan-Zee.
Geachte Redactie!
Beleefd verzc-ekt on dergete eken-de voor
onderstaande een plaatsje in Uw Blad.
De straatreiniging te Katwijk-aan-Zee
mocht wel eens wat flinker worden aange
pakt. Deze tak van ddenst heeft hier bijster
weinig to beteekonenhij ligt-, om zoo te
zeggen, nog in de windfeelen.
Aan de zij van het trottoir ligt in enkele
straten een tamelijk dikko laag zand, dde
dateert van dien vorigen zomer. Ik zou wil
len voorstellen, want na de overwintering
zal het zand de komende lente nog wel
beleven, er wat spinazie te zaaien. Want
het schrale duinzand', anders zoo grof van
samenstelling en zoo arm aan bindende
stof, valt er niet meer in te herkennen.
De vele vertegenwoordigers van het hon
denras, in diö opzicht bijzonder actief, heb
ben n.l. zich doorloopig geheel vrij
willig met de bemesting bezig ge
houden. Verder ligt er in de Borgeretraat
een zandrug, door het voortdurend berij
den en beloopen wat geslonken, die afkom
stig is van den geduckten storm van den
13den Jan. 1.1. Wat heeft deze zandplaat
aan vele lieden, die er met him voertuig
door moesten, niet een moeite en last ver
oorzaakt! Wat oen gewurm en getob was
het soms, om uit de-zo mulle bank met
zwaar beladen kar weer vlot to komen
Waarom met de opruiming van zulke
hinderpalen voor het verkeer niet een
beetje spoed betracht? Enkelo Raadsleden
passeeren hier bijna dragelijks. Hert .schijnt
hun aandacht niet te trekken. Het is ook
zoo laag bij den grond, dat zand
En, anderzijds, wo raken er zoo aan ge
woonWanneer men echter bedenkt,
hoe weinig notitie ook de Raadsleden van
de straatreiniging schijnen te nemen, doet
het -vreemd aan, een uiting op te vangen,
die, op een ander punt, van zooveel fijn
gevoeligheid blijk geeft. Men was n.l. in
een der vorigo Raaifezittingen en o. i.
was daartoe geen zweem van grond
zeer beducht, dat op de pas gebouwde
en nog in aanbouw zijnde wijken van de
Bouwvereeniging een ongepaste naam, in
easu het ,,roodo dorp", zou worden toege
past.
Dat er echter bij zoo'n gebrekkige
straatreiniging, als te Katwijk-aan-Zee, go-
vaar bestaat, dat eenmaal een v%ol leellj-
Icer benaming voor het lieele dorp, in den
mond van zeer velen burgerrecht zal vor-
krijgon, daaraan schijnt men zelfs in de
verte niet to denken.
Bij voorbaat dank voor de opneming.
Met hoogachting
Uw <3w.
Eon voorstander coner-
b o h o o r 1 ijpk e s t r a a t r e i n i g i h g.
Katwijk-aan-Zee, 22 Februari.
De Zuiif-Ati-ikniuische pers over
den Watersnood.
„D<j Burger", van Kaaps'»! zegt iu een
koofdarlikel over den watersnood in ons
land:
„Met bewondering Rebben wij gezien Iioe
dia kleine bevolking zich heeft weten te
handhaven te midden van 't woeden van do
bruisende volkerezee, die nu reeds gedurende
bijna 18 maanden woedt. Metwrjs beleid
beeft do hollandse regering, gesteund door
de sympathieke medewerking van een zelf
bewust volk, zich weten te handhaven. Toen
binnenstroomden in 't land de duizenden en
honderdduizenden Belgen was daar geen
ogenblik van weifeling om do helpende eu
steunende hand uit te steken en wist Hol
land zijn oude roem to handhaven als vlucht-
haven voor heft, die in nood verkeren en Krilp
nodig hebben. Te meer dus, wearin 3c
laatste tijd van 't hollandse volk vele op
offeringen zijn gevraagd, zal do ramp, dis
nu over velen is gekomen te zwaarder ge
voeld worden. Diö alles, maar vooral do ve]o
banden, die Zuid-Afrika met Holland ver
binden, waarvan wij vooral in herinnering
brengen de band door de sympathieke ea
krachtdadige hulp aan da Boerebevolking
van de oude republieken gelegd, dringt er
ons toa een woord van innigo deelneming
in deze dagen van zwara teistering met
Holland ta uiten. Wij weten, dat 't zwaar
moet zijn neer ta moeten zien op landerijen,
die verwoest zijn en gedurende jaren on
bruikbaar gemaakt, daar te moeten staan b'rj
zijn velden en ta klagen: 'V/ijs mij de plaata
waar ik gezaaid heb.'
„W-ij houden er ons echter ook van over
tuigd, dat deze beproeving door onze stam
verwanten gedragen zal worden met die man-
neliko vastberaden moed, waarvan hun ge
schiedenis zo, veelvuldig blijk geeft. Het
hollandse volkskarakter is gestaald en
heeft een onverzettelike kracht verworven
in de strijd met de zee. Öok nu zal die
oude moed, die er zelfs niet voor terug
deinsde, als 't moest, ter willo van de vrij
heid, 't land prijs te geven aan de zee,
zich openbaren. Opnieuw zal men de dijken
herstellen en versterken, die nu bezweken
zjjn voor do krachten van de aanstormende
wateren. Do oude wapenspreuk van Zee
land:' 'Luctor et emergo' ('Ik worstel en
ontkom'), dat staat onder 'n leeuw worste
lend met de baren, ral nu zeker ook kun
wapenspreuk zijn. In deze dagen van be
proeving ral 't hollandse volk bijeen weten
te staan, en zal niet ontbreken de hulp voor
hen, die in een kort ogenblik alles verloren,
dat zij Uoor noeste vlijt zich verwierven.
Mocht hulp van buiten nodig zijn, dan weten
wij, dat Zuid-Afrika 't zich een eer zal
rekeneu onder de eersten te mogen zijn,
die mede helpen do nood te lenigen. Ook
hierom gevoelden wij het als onze plicht
medo namens do grote kring onzer lezerc,
een woord van diep gevoelde sympathie te
doen toekomen aan onze zwaar beproefde
stamverwanten in 't kleine land aan de zee."
Ook „Ons Land" van Kaapstad, wijdt leen
artikel aan den watersnood in one land en
zogt:
„Waar zulk een ramp een volk heeft ge
troffen, dat aanspraak mag maken op do
sympathie der gansewereld, vanwege zijn
menslievendheid en gastvrijheid, die het
vooral in do laatste 18 maanden op zo ruimo
schaal aan do dag heeft gelegd, zal het mede
gevoel der ganse mensheid zeker krachtig
spreken. Onzerzijds zal het zulks nog dos to
krachtiger doen, waar hot geldt esn volk,
stamverwant aan het Ouzo, dat srjrt stam
verwantschap meer dan eens door woord ou
door daad toonde
„Ettelikc jaren geleden was het do pro-
vincio Zeeland, die zrvaar geteisterd werd
door de zee. Velen onzer zullen het zich
wellicht nog herinneren, hoe toen wijlen do
ed. Jan Hendrik Ilofmeyr (Onzo Jan) co-
middellik het voortouw nam en pogingen
aanwendde, om ook van hier uit de hel
pende hand te reiken tot herstel van do
schade. Het nedsrlandso volk erkende dio
bereidwilligheid dankbaar, doch achtte het
onnodig van dis aangeboden hulp gebruik
te maken. Het was zijn geenszins misplaatsts
nationale trots, welke het 'wij zuilen onszelf
heipon' uitsprak. Wo zijn er van overtuigd,
dat het die woorden ook tunc weder zal
herhalen, indien het met eigen krachten en
eigen middelen de materieele schade ral
kunnen herstellen. Zou het dit echter on
verhoopt niet kunnen doen, zou die schade
in dit geval te groot daarvoor blijken, on
zou' dus eeu roepstem van het volk den
Nederlanden gehoord wordea om hulp, dan
voorzeker durven we het voorzeggen, dat
die roepstem onder ons een krachtige' weer
klank zal vinden."
Vraag: Naar aanleiding van „Brieven
van een Leidenaar", in een nummer van
Zaterdag .verzoek ik u beleefd, het adres op
te geven, waarbij ik volledige inlichtingen,
enz. kan krijgen over de woningbouwver-
eeniging „De Tuinstadwijk" te Leiden
An tv/oord: Bij den heer W. R. Mar
tens, Rijn- en Schiekade 82, Leiden.
Vraag: Een weduwe met één minderja
rig kind heeft een inkomen van f680 's jaars.
Hoe hoog zal dit jaar de Plaatselijke Di
recte belasting zijn?
Antwoord: Als het kind beneden 16
jaar is, zal de weduwe bij eenzelfde percen
tage als in 1915 (het percentage over 1916
is nog niet. bekend) f 7.81 moeten betalen.
Is het kind 16 jaar of ouder, dan zal het
bedrag zrjn f9.11.
Vraag: Ik heb in de ,,N. Roti Courant1'
van Vrijdagavond het bericht gelezen, om
trent de redding van Bchiedain door een
Steenzetter' en vraag u, mij in te lichten wat,
een steenzetter is?
Antwoord: Wij vermoeden dat hlerme-
mede een steendrukker is bedoeld.
Vraag: Ik heb een zak goed bij het
Leger des Heils in bewaring gegeven, en er
naar toe geschreven, - maar geen antwoord
verkregen. Hoe moet ik dat behandelen?
Antwoord: Iets ergens in bewaring
geven en dan ook nog willen, dat men het
u thuis stuurt, dat is zelfs voor een instel
ling als het Heilsleger, waar men anders
welwillend genoeg is, te veel gevergd. U
moet den zak zelf weer terug 'halen of
laten terughalen, met het bewijs van afgifte.
Men zal het daar heusch 'niet willen houden.
Vraag: Is iemand, welke den leeftijd
van 70 jaar bereikt heeft, verplicht het
ouderdomspensioen te aanvaarden? Zoo niet,
heeft men hierop later dan nog recht? Tot
welken leeftijd kan men zich dan aanmel
den? Nu zijn er bepaalde redenen om hot
geld te weigeren.
Antwoord: De 2aak is voor den be
trokkene van te groot belang, om haar mot
een kort woord te beantwoorden. Wij zouden
hem ernstig raden, te gaan naar den secreta
ris der Rentecommissie, den heer F. G. Ro
sier, Mariënpoelstraat 13 óf
het Raadhuis.
etarie
Vraag: Mogen drogisten strai'fdc;Q5 a
grootste knoeierijen voor blec-kpoeJer \J
koopen? Ik liet voor 14 ets een ons bleek
poe/Ier halen, waar zoogenaamd niets ia
dan krijtwit of kalk met amoniak? Een dro.'
gist, die toch verstand heeft van zijn zael-
weet toch heel goed, dat hij de menschep
bedriegt, al maakt hrj 't dan zelf nieb. Ma?
men zoo'n naam publiceeren?
Antwoord: Dat feag hij zeker niet
Hier zou de gemeentelijke keuringsdienst
moet-n tusschenbeide komen. U weet edit -
dat de directeur van dien dienst, in verband
met de overheidsbemoeiingen, met batrek
king tot het voedingsvraagstuk, thans met
ander werk overladen is. Wellicht is het
nu een goeden tijd voor het aan den man
brengen van vervalsoht of minderwaardig
goed. Met publiceeren van 's mans naam
moet u voorzichtig zijn. U zou in de eerste
plaats wettig en overtuigend moeten kun-
nen aantoonen, dat de z.g. chloor bij hem
gekocht is als chloor, en verder zou een
scheikundige het hebben moeten onderzocht
Vraag: Is het waar, dat te Utrecht
door den burgemeester, een zoon vau prof.
Fockema Andreas te Leiden, aan de afda
ling van den Bond van Nederlandsche on
derwijzers is verzocht, twee leden onder
wijzers dus af te vaardigen ten stadhuize,
ten einde met Z.E.A. maatregelen te bespre
ken tot beteugeling der toenemende bande
loosheid der jeugd? Men zegt, dat zulks te
lezen is in de „Bode" van 4 Febr. 1916.
Zoo ja, is Leiden dan in deze toch niet
achterlijk waar hier kort geleden een onder
wijzer gepasseerd werd, omdat hij lid was
van den Bond van Ned. Onderw.?
Antwoord: Als het in de „Bode" §taat,
het orgaan van den Bond van Nederl. Onder
wijzers, zal het wel waar zrjn. Ziet u daar zoo
iets bijzonders in, dat u nog aan de waar
heid er van zou twijfelen? Als een gemeen
tebestuur maatregelen beraamt om de ban
deloosheid der jeugd te beteugelen, moet
het te rade gaan met de onderwijzers, en
ol deze vereenigd zijn in een hoofdenvereen.
of in den Bond, dat komt er in zoo'n geval
niet op aan. Als B. en W. van Leiden ook
zoo iets beraamden, zou het onverstandig
van hen zijn, de gegevens door Ide vereenigde
klassen-onderwjjzers te verstrekken, te ver-
waarloozen. Zij zouden dat, gelooven wij,
ook niet doen. Wanneer u zegt, dat bier
een Bondsman bjj een ondenvjjzersbenoemiog
werd gepasseerd, dan zal do Burgemeester
u, 'zooals hij ook den Raad antwoordde,
zeggen, dat" dit niet het jjeyal was.
Vraag: Ik wilde 4 Sept. 1915 mij vrij
willig verbinden bij het Reg. G-cnie-troe-
pen voor 4 jaar. Toen heb ik bij het ge
neeskundig onderzoek schriftelijk verklaard
geen geh-eimo gebreken te hebben
en ben gekleed cn ingedeeld. Andere
heb ik geen stukken 'geteekend. Ben ik nu
voor 4 jaar verbonden of ben ik; nog vrij,
want ik ben 16 jaar en heb geen handgeld
gebeurd. Zoo j'a, waar moetik mijn ontslag
aanvragen
Antjwoicrd: Indien gjo tnicto andere
hebt geteekend dan de door u genocnrio
schriftelijke verklaring, dan hebt go u. uag
niet vrijwillig verbonden en rijt go
vrij.
Vraag: 1. Ik ben Afgekeurd cn heb van
mijn comrtiandant een bewijs meegekregen,
Is dat voldoende of krijg ik nog een bewijo
van den Minister?
2. Ilc ben afgekeurd voor oen breuk in
en dfoor den dienst gekregen. Hob ik recht
op pensioen of een geldelijke toelage.
Antwoord: 1. Het bowijs van den
commandant is voldoende.
2. Om te kunnen b&x>rdeelen of u recht
op pensioen hebt, zouden wo do omstandig
heden moeten kennen, onder wel'ko ge het
lichaamsgebrek hebt gekregen. Is dit wer
kelijk dn en door den dienst, dan kunt ge
recht op pensioen doen gelden. Vraag eens
inlichtingen bij den commandant van het
korps waarbij go 't laatst diendot.
Vraag: Ik ben een week in betrekking
geweest en ben gezond gekomen. Toen ben
ib ziek geworden. Nu heeft mevrouw mij
ontslag gegeven. Heb ib nu recht op ver
goeding cn tot wden moet ik mij wenden?
Antwoord: Wij vermoeden, dat gij
een dagdienstbode rijt. Mevrouw moet u
dan bij riekte natuurlijk met den gewonen
termijn van oen week opzeggen. U warecht
kunt gij, als 't niet Inkt, zoek on bij dfen
kantonrechter.
Nadat Lady Martindale de toedracht der
zaak vernomen had, wees zij mevrouw
Garth met een huivering van algrijzon te
rug, als dezo het slechts waagdo do patiënt
to naderen.
Maar hoe was mevrouw Nesbit gered
kunnen worden zonder eenig letsel van het
tui to hebben, en wat was de. oorzaak,
dat- Theodora rich zoo deerlijk gebrand
haal Eerst toen Violette het gehecle ge
val vertelde, werd heb haar duidelijk, hoe
heldhaftig haar zuster rich gedragen had.
Theodora had allei zoo eenvoudig en be
daard verricht, dat Violette door de daad
zeie nieb zoo getroffen was geweest, als nu
zij die in allo bijzonderheden vertelde.
Lord Martindale <was zeer aangedhan,
..Welk een moed bezit dat meisje?" riep
hij uit; „aan mijn bravo dochter hebben wij
alzoo onder do leiding der Voorzienigheid
onver aller redding te danken. Ik kan naü*
wélijks wachten tu_, zij wakker is, om haar
to zeggen wat ik voor haar gevoel."
Het was aandoenlijk te zien, hoc hot edel
gedrag zijner dochter hem al het overige
deed gering achten. Hij zeido zelfs, dat het
wel do moefte waard was om brand to heb
ben, als men daarbij het geluk bad, dat
iedereen zich zoo Jcnap en flink gedroeg;
bedienden en buren, rijken en armen had
den om strijd hun leven gewaagd om te
helpen, en hij was zichtbaar getroffen, toen
hij spralr van de dijken van hartelijke
deelneming, dio hij van alle kanten ont
ving, en dio hem een bewijs waren van de
achting en genegenneid, welke zijn familie
genoot. Van al z n buren ontving hij bood
schappen of briefjes, waarbij zij hem uit-
noodigden om rijn famflie bij hen te
komen logeerenmaar voor het oogenblik
was er geen denken aan rich tc verwijde
ren, en lator had iiij plan het huis to be
trekken, dat reedb zoo lang ledig had ge
staan.
„Voor Arthur kunnen wij daar dadelijk
eon kamer in gereedheid laten brengen",
zoido hij; „waar is h:j? Wanneer verwacht
gij heInt,-,
Violette wac genoodzaakt to bekennen,
dat zij er niets van wikt. Hij had gezegd,
i-a'G hij wat rond ging zwervenmaar hij had
haar rijn adres niet gelaten. Ofschoon Lord
Martin Iclo dit zee -* kwalijk opnam, maakte
j.ij toch geen aanmerking, ten einde haar
niet te bedroeven, en antwoordde op de
vroeg van rijn neef, voor hoeveel het huis
geassureerd was.
„Voor twintig uulzond pond, maar die
som is zoo goed als niets, als men het be
drag van dc echode berekent. Ik weet in
derdaad niet, hoe wij het goed zullen ma
ken. John zal thuis moeten komen om al
les te helpen regelen.'Wat is heb toch zon
derling, als men eens in het verleden terug
riet 1 Het staat mij nog voor als do dag
van giteteren, hoe mevrouw Nesbit, toen
John geboren was, er op aandrong, dat ik
het oude, lievo huis zou laten omverhalen
en een grooter laten bouwen, dat volgens
haar, het aanzien van de plaats, die mijn
zcon eenmaal erven moest, zou verhoo-
genEn hoe is het geëindigdWie zou
toen do armo vrouw hebben kunnen voor
etellen, dat zij eenmaal met eigen hand
dat grooto gebouw aan de vlammen zou
prijs geven? Zij had een geweldigen hekel
aan het oude kasteel. Weet gij nog wed,
Hugo, van dïo hertenkoppen? O, Johnnie,
wat zoudt gij vreemd opgekeken hebben,
als gij dat gezien hadtdaar hingen twaalf
hertenkoppen met groote getakte horens
laags den muur van de voorzaal."
„Och, vertel mij daar eens van, groot
pa! Waa dat in het huis, waar u woonde,
toon u een kleine jongen was?"
„Ja, mijn kind", zoi Lord Martindalo,
een oogenblik ophoudende om hem op zijn
knio to zotten. „Neef Hugo zou u ook wel
kunnen vertellen, welke stukjes wij daar
te zamen hebben uitgevoerd!"
En nu raakten do bttiÜe oude he oren
weldra zoo geheel in den ouden tijd ver
diept, dat zij aan niets anders dachten.
Dit scheen Lord Martindale veel goed te
doen. Doch rij werden weldra gestoord:
Lady Elizabeth kwam hun een bezoek bren
gen; de goede vrouw had het grooto rij-
tuigd laten inspannen, en kwam zeggen,
dat rij de geheelo familie kwam halen, dalr
er op Rickworth plaats genoeg was; doch
toen zij den stand van zaken hoordé, be
greep rij, dat dit niet mogelijk was, en
drong er zeer op aan, dat Violette en de
kinderen dan ten minste mot haar mede
zouden gaan. Maar daar was geen denken
aan! Violette wilde er niet van hooren
Theodora te verbaten, en ofschoon Lord
Martindale haar voor haar eigen welzijn
aanried, van het vriendelijk aanbod van
Lady Elizabeth gebruik te maken, scheen
hij toch Jnnig verheugd, dat zij hem smeekte
haar too to staan om in de pastorie to mo
gen blijven. Daarop begaf bij zich naar zijn
vrouw, en nadat Lady Elizabeth nog her
haalde malen haar diensten had aangebo-
uen, nam rij afscheid, terwijl Violette zich
wener naar de kamer barer zuster spoedde.
Theodora was wakker en had minder
koorts dan men had durven hopen; rij was
zeer kalm, ofschoon zeer verwonderd Over
haar eerste kennismaking met rilekte; rij
kon rich niet begrijpen, dat zij niet zou
kunnen opstaan, ,©n wild© het toch beproe
ven, totdat do pijn, welke die poging haar
veroorzaakte, haar deed gevoelen, dat Vio
lette gelijk had.
^,Hoe laf is het", zei zij, „dat men ni'et
eenige uren achter elkander bezig kan zijn,
zonder genoodzaakt to wezen het bed te
houden. Ik had mij altijd gevleid, dat ik
niet zoo ellendig zwak was als andere vrou
wen."
„Nu, gij hebt geen reden tot klagen'?,
antwoorddo Violette, wier hart te vol was
om meer te- kunnen zeggen.
„Zoo, maar al3 nc. nu Sara aanzie, die
daar heenloopt, alsof er niets gebeurd was,
dan
„Wat zou er zonder* u van ons geworden
rijn?" zeido Violette, zich over haar Leen
buigende, om haar een kus te geven.
„Er is geen heel plekje van een dukn
breed to vinden, om mij te kussen", riep
rij half lachend en koerde .rich naar den
muur.
„Dat zal Lord Martündalo u straks wel
anders komen vertellen".
„Papa! Waar is hij? Ik heb hem niet
weergezien, nadat hij mij bij Armstrong ge
bracht heeft. Ja toch!" zij moest even
ophouden „maar i!r kan or nu nis., aan
denken. Schreien zou niet goed voor m'j
rijn. Welk een vreemde gewaarwording is
dat flauwvalleni.c heb er vroeger me
nigmaal over gedacht, welk soort van ge
voel dat toch rijn zou."
„En hoe beviel het u n>u?" vroeg Vio
lette, die baar stemming begreep^
„Zoo tamelijk wel, in commigo oprichten;
maar ik geloof, dat femanoc geheugen er
niet door opgeklaard wordt. Hoo is het
tech mot mama? Is die bang om v?,n mijn
aangezicht te schrikken
„O, neen, noen!"
„Zij zal natuurlijk bij mijn tante zijn!
Hoo kon ik dat' vergeten? Heeft ArmstroDg
niet gezegd, dat tante riek was? Heeft zij
weer een beroerte gehad?" vro^g rij met
zekeren angst, nu haar geheugen terug
keerde, zoodat Viblette rich verplicht vond
haar alles te zeggen.
„Mijn arme moeder l" zei Theodora ern
stig. „Ik wenschte, dat ik haar eo.i bij
staan."
Op dat oogenblik ,werd er aan de deur
geklopt. Mir a Standaloft stond aarzolend en
allerlei teekens makondo op den drempel.
„Brengt gij bericht van mevrouw Nes
bit?" vroeg Theodora. „Er kan slechts cón
tijding mogelijk rijn. Is het met haar ge
'daan 1"
Het was zoo, en haar laatste oogenblik"
ken waren kalm geweest. Theodora haalde
diep adem, en herhaalde: „Armo mama!
„Kunt gij een oogenblik missen'
Zoudt gij denken, dat ik bij haar mocld-
gaan?" sprak Violette. „Zij heeft nicman
bij zich dan do hoeren."
„Het zou mij veel genoegen doen. dat-
gij cons bij haar gingt. Maar maak u zcho
niet riek; anders zal Arthur weer boos op
ons zijn en er ia niemand om u op te Paf"
sen. Mijn arme tante. Ik geloof, dat rij
den laats ten tijd wat zachter gestemd
geweest: er was eenmaal een tijd, dat zij °n
allen teed^r liefhad." .t
„Het verheugt mij. dat zij zoo vrienden,!
voor Johnnio was", zeide Violette.
(Wordt vervolgd)-