Eerste Kamer. Ingezonden. DE W&7E8§^©©D. Vragen en Antwoorden. zonder belemmering naar Nederland moch ten komen, met die van de tweede'helft van dat jaar, welke cijfers aantooncn, dat ten aaflzien van vele belangrijke artikelen Ne derland slechts die hoeveelheden ontvangt, welke noodzakelijk zijn voor zijn eigen ver bruik en" levensonderhoud. Do Nederlandsche" handelsgemeenschap, welke er in toestemde door de N. O. T. a-an bepaal do verplichtingen te worden onder worpen, stemt ook toe in de uitbreiding van dit beginsel en teneinde hieromtrent tot vriendschappelijke regelingen te gera ken, ga ik thans naar Engeland. Ik zal con- ferentiën hebben, gelijk ik gedurende al mijn vorige bezoeken heb gehad met de ver tegenwoordigers der Britsche regeering. Het zou mijnerzijds niet wel voegen, op deze conferentiën vooruit te loopen, maar ik mag reeds thans wel zeggen, dat voor zoover ik kan nagaan, het hoogst onwaar schijnlijk is, dat iets buitengewoons uit die conferentiën zal voortkomen en dat ik een volkomen bevredigende oplo&smg verwacht van allo onderwerpen welke bespreking vorderen." In een adres aan den minister van Landbouw, Nijverheid en Handel ver zoekt het bestuur van de Vereenigdng van Handelaren in Melk, Boter, Kaas, Eieren en Geldersche Waren to 's-Gravenhago om tct een an dor o regeling van do voor den kaashandel vastgestelde maximum-prijzen alsmede van de beschikbaarstelling van eieren voor den expoTt te geraken, dan die wel'ko thans van gelding is om do thans vi- ge-crende regelingen zoo spoedig mogelijk in den navolgenden zin to wijzigen a. door den de tail-verkoopsprijs «voor den kleinhandel in Lcidsche en Dc-lftscbe kaas geheel vrij te stellen, of door do maxi mum-prijzen to brengen van 55 cent op 60 cent per hailve kilogram b. door den maximum-verkoopsprijs voor den kleinhandel in alle soorten kaas bij verkoop van hoeveelheden van minder dian een vierde kilogram to stellen op een cent per ons lioogor dan do maximum-prijzen voor den kleinen handel in kaas in het al gemeen gesteld e. door het percentage eieren, hetwelk thans veer de consumptie in het binnen land beschikbaar moet worden gehouden, te verhoog en Het keizerlijke Duitschc gezantschap zendt de volgende raededeelïng. In buitenlandselie dagbladen werd, cenige dagen geledon, het bericht verspreid, dat, met het oog op den lagen koers van de Mark, de keizerlijke consulaire autoriteiten in Nederland de aanneming van verschul digde bedragen in Duitsch papierengeld of zilver weigerden en op betaling óf in goud óf in Hollandseh geld, tot den in vredestijd geldenden koers, stonden. Deze mededeeling moet verbeterd wor den in dezen zin, dat door alle Duitsche consulaire autoriteiten de verschuldigde gelden, overeenkomstig de reeds bij het ocgin van den oorlog vastgestelde bepalin gen, steeds worden geheven in de munt yan net land, volgens een vasten wisselkoers. De passen-post Roosendaal van 't con sulaat Botterdam zal Zaterdag 26 dezer, 's middag3 1 uur, in werking treden. Do zaken van de passen-post te Roosendaal zul- lon door het cónsulaat te Rotterdam wor den overgenomen. Wegens gebrek a an grondstoffen (grauwkalkl ligt de fabriek van azijn-es- sence te Tiel stil. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN r; OVER DE STAATSBEGROOTING. Minister POSTHUMA antwoordt eerst op do opmerking van den heer Van lan- sehot, dat aan het Departement van Land bouw een geest heerscht van miskenning onzer staatsrechtelijke beginselen, zooals zou blijken uit het ontwerp betreffende de ver goeding voor consenten. Spr. ontkent de juistheid dezer beschuldiging. Wel brengen de omstandigheden mee, dat de staatsrech telijke beginselen soms eenigszins in het gedrang geraken. Van dag tot dag zijn moei lijkheden op te lossen. Wat het Kolenbureau betreft, daarvoor is de Regeering met verantwoordelijk. Het heeft zelfstandig gehandeld. Ten aanzi n der conscutenv; rleening er kent spr., dat een regularisalie der ten slotte practise!) gebleken regeling noodig is. Een nieuw Koninklijk besluit tot rege ling van het teekenen der consenten is dan .ook in voorbereiding. Bi} do regeling van deu export ran var- Icensvleesch is de moeilijkheid, dat naast nor male consumptieprijzen ook oen behoorlijke productiewinst moet worden verzekerd, daar anders do productie zou ophouden. Eu aan de zo beido voorwaarden wordt, betoogt Z.Exc., door do thans geldende regeling voldaan. De rede van den heer De Boer ging feite lijk over het hoofd van spr. heen. Evenwel wil hij er iets van zeggen. Spr. is steeds een voorstander geweest van eigen politieke organisatie van den landbouw. Als in de volksvertegenwoordiging een betere afspie geling bestond van de groote landbouwbe langen, die Nederland heeft, zouden vele maatregelen, die thans genomen zrjn, wel licht achterwege zijn gebleven. Niemand heeft echter kunnen voorzien, dat de tijdsomstandigheden, zoo lang zou den blijven voortduren. En spr. zal er voor zorgen, dat geeü maatregelen worden genomen, waardoor de productie niet langer loonend zou zijn. Wat do kaaspoliliek betreft, wijst spr. er op, dat de instelling van levensmiddelcnver- eenigingen r.oodig was, ten einde het verkrij gen van bepaalde, uit de discussies van ver schillende belanghebbenden ontstane advie- z?n te verzekeren. De kaasverseniging kon evenwel door allerlei ruzietjes niet tot een advies komen, waarop de Minister zelf een regeling van den uitvoer vaststelde, waarbij moest begonnen worden met een beschik- baarhouden van 40 pCt. Regeeringskaas, omdat tot dusver die 40 pCt. ook had gegol den en dit zelfs de vraag niet had kunnen voorkomen of de noodige hoeveelheid wel beschikbaar was. Evenwel is van de groote schade, welke door de genomen maatregelen zou zijn geleden, niets gebleken. Do kaas voor leger en vloot kan niet worden geleverd door het centrale kaaspak huis, doch moet wordeu gekocht van de han delaars. En daarbjj is van bevoorrechting van vriendjes geen sprake. De heer VAN LANSCHOT repliceert. Do indruk, door de rede van den premier op hem gemaakt, is deze, dat het kabinet geen weerstand heeft kunnen biedeu aan den po- Jitjeken demon, aan wien de Regeering in dei Troonrede een „tot hiertoé on niet verder'' had moeten toeroepem De hceren VAN KOL en DE BOER rne- pliceeren. MINISTER COET VAN DER LINDEN dupliceert. Hij merkt op, dat de tweede reda van den h&ar Van Lanschot geen repliek was, doch een repetitie. De rede bevatte geen woord ter weerlegging van sprekers betoog. De algemeene beschouwingen worden ge sloten. Hoofdstuk II der Staatsbegrooting wordt zonder stemming aangenomen, waarna de be raadslagingen worden verdaagd tct Dinsdag te twee uren. Straatreiniging tc Katwijk-aan-Zee. Geachte Redactie! Beleefd verzc-ekt on dergete eken-de voor onderstaande een plaatsje in Uw Blad. De straatreiniging te Katwijk-aan-Zee mocht wel eens wat flinker worden aange pakt. Deze tak van ddenst heeft hier bijster weinig to beteekonenhij ligt-, om zoo te zeggen, nog in de windfeelen. Aan de zij van het trottoir ligt in enkele straten een tamelijk dikko laag zand, dde dateert van dien vorigen zomer. Ik zou wil len voorstellen, want na de overwintering zal het zand de komende lente nog wel beleven, er wat spinazie te zaaien. Want het schrale duinzand', anders zoo grof van samenstelling en zoo arm aan bindende stof, valt er niet meer in te herkennen. De vele vertegenwoordigers van het hon denras, in diö opzicht bijzonder actief, heb ben n.l. zich doorloopig geheel vrij willig met de bemesting bezig ge houden. Verder ligt er in de Borgeretraat een zandrug, door het voortdurend berij den en beloopen wat geslonken, die afkom stig is van den geduckten storm van den 13den Jan. 1.1. Wat heeft deze zandplaat aan vele lieden, die er met him voertuig door moesten, niet een moeite en last ver oorzaakt! Wat oen gewurm en getob was het soms, om uit de-zo mulle bank met zwaar beladen kar weer vlot to komen Waarom met de opruiming van zulke hinderpalen voor het verkeer niet een beetje spoed betracht? Enkelo Raadsleden passeeren hier bijna dragelijks. Hert .schijnt hun aandacht niet te trekken. Het is ook zoo laag bij den grond, dat zand En, anderzijds, wo raken er zoo aan ge woonWanneer men echter bedenkt, hoe weinig notitie ook de Raadsleden van de straatreiniging schijnen te nemen, doet het -vreemd aan, een uiting op te vangen, die, op een ander punt, van zooveel fijn gevoeligheid blijk geeft. Men was n.l. in een der vorigo Raaifezittingen en o. i. was daartoe geen zweem van grond zeer beducht, dat op de pas gebouwde en nog in aanbouw zijnde wijken van de Bouwvereeniging een ongepaste naam, in easu het ,,roodo dorp", zou worden toege past. Dat er echter bij zoo'n gebrekkige straatreiniging, als te Katwijk-aan-Zee, go- vaar bestaat, dat eenmaal een v%ol leellj- Icer benaming voor het lieele dorp, in den mond van zeer velen burgerrecht zal vor- krijgon, daaraan schijnt men zelfs in de verte niet to denken. Bij voorbaat dank voor de opneming. Met hoogachting Uw <3w. Eon voorstander coner- b o h o o r 1 ijpk e s t r a a t r e i n i g i h g. Katwijk-aan-Zee, 22 Februari. De Zuiif-Ati-ikniuische pers over den Watersnood. „D<j Burger", van Kaaps'»! zegt iu een koofdarlikel over den watersnood in ons land: „Met bewondering Rebben wij gezien Iioe dia kleine bevolking zich heeft weten te handhaven te midden van 't woeden van do bruisende volkerezee, die nu reeds gedurende bijna 18 maanden woedt. Metwrjs beleid beeft do hollandse regering, gesteund door de sympathieke medewerking van een zelf bewust volk, zich weten te handhaven. Toen binnenstroomden in 't land de duizenden en honderdduizenden Belgen was daar geen ogenblik van weifeling om do helpende eu steunende hand uit te steken en wist Hol land zijn oude roem to handhaven als vlucht- haven voor heft, die in nood verkeren en Krilp nodig hebben. Te meer dus, wearin 3c laatste tijd van 't hollandse volk vele op offeringen zijn gevraagd, zal do ramp, dis nu over velen is gekomen te zwaarder ge voeld worden. Diö alles, maar vooral do ve]o banden, die Zuid-Afrika met Holland ver binden, waarvan wij vooral in herinnering brengen de band door de sympathieke ea krachtdadige hulp aan da Boerebevolking van de oude republieken gelegd, dringt er ons toa een woord van innigo deelneming in deze dagen van zwara teistering met Holland ta uiten. Wij weten, dat 't zwaar moet zijn neer ta moeten zien op landerijen, die verwoest zijn en gedurende jaren on bruikbaar gemaakt, daar te moeten staan b'rj zijn velden en ta klagen: 'V/ijs mij de plaata waar ik gezaaid heb.' „W-ij houden er ons echter ook van over tuigd, dat deze beproeving door onze stam verwanten gedragen zal worden met die man- neliko vastberaden moed, waarvan hun ge schiedenis zo, veelvuldig blijk geeft. Het hollandse volkskarakter is gestaald en heeft een onverzettelike kracht verworven in de strijd met de zee. Öok nu zal die oude moed, die er zelfs niet voor terug deinsde, als 't moest, ter willo van de vrij heid, 't land prijs te geven aan de zee, zich openbaren. Opnieuw zal men de dijken herstellen en versterken, die nu bezweken zjjn voor do krachten van de aanstormende wateren. Do oude wapenspreuk van Zee land:' 'Luctor et emergo' ('Ik worstel en ontkom'), dat staat onder 'n leeuw worste lend met de baren, ral nu zeker ook kun wapenspreuk zijn. In deze dagen van be proeving ral 't hollandse volk bijeen weten te staan, en zal niet ontbreken de hulp voor hen, die in een kort ogenblik alles verloren, dat zij Uoor noeste vlijt zich verwierven. Mocht hulp van buiten nodig zijn, dan weten wij, dat Zuid-Afrika 't zich een eer zal rekeneu onder de eersten te mogen zijn, die mede helpen do nood te lenigen. Ook hierom gevoelden wij het als onze plicht medo namens do grote kring onzer lezerc, een woord van diep gevoelde sympathie te doen toekomen aan onze zwaar beproefde stamverwanten in 't kleine land aan de zee." Ook „Ons Land" van Kaapstad, wijdt leen artikel aan den watersnood in one land en zogt: „Waar zulk een ramp een volk heeft ge troffen, dat aanspraak mag maken op do sympathie der gansewereld, vanwege zijn menslievendheid en gastvrijheid, die het vooral in do laatste 18 maanden op zo ruimo schaal aan do dag heeft gelegd, zal het mede gevoel der ganse mensheid zeker krachtig spreken. Onzerzijds zal het zulks nog dos to krachtiger doen, waar hot geldt esn volk, stamverwant aan het Ouzo, dat srjrt stam verwantschap meer dan eens door woord ou door daad toonde „Ettelikc jaren geleden was het do pro- vincio Zeeland, die zrvaar geteisterd werd door de zee. Velen onzer zullen het zich wellicht nog herinneren, hoe toen wijlen do ed. Jan Hendrik Ilofmeyr (Onzo Jan) co- middellik het voortouw nam en pogingen aanwendde, om ook van hier uit de hel pende hand te reiken tot herstel van do schade. Het nedsrlandso volk erkende dio bereidwilligheid dankbaar, doch achtte het onnodig van dis aangeboden hulp gebruik te maken. Het was zijn geenszins misplaatsts nationale trots, welke het 'wij zuilen onszelf heipon' uitsprak. Wo zijn er van overtuigd, dat het die woorden ook tunc weder zal herhalen, indien het met eigen krachten en eigen middelen de materieele schade ral kunnen herstellen. Zou het dit echter on verhoopt niet kunnen doen, zou die schade in dit geval te groot daarvoor blijken, on zou' dus eeu roepstem van het volk den Nederlanden gehoord wordea om hulp, dan voorzeker durven we het voorzeggen, dat die roepstem onder ons een krachtige' weer klank zal vinden." Vraag: Naar aanleiding van „Brieven van een Leidenaar", in een nummer van Zaterdag .verzoek ik u beleefd, het adres op te geven, waarbij ik volledige inlichtingen, enz. kan krijgen over de woningbouwver- eeniging „De Tuinstadwijk" te Leiden An tv/oord: Bij den heer W. R. Mar tens, Rijn- en Schiekade 82, Leiden. Vraag: Een weduwe met één minderja rig kind heeft een inkomen van f680 's jaars. Hoe hoog zal dit jaar de Plaatselijke Di recte belasting zijn? Antwoord: Als het kind beneden 16 jaar is, zal de weduwe bij eenzelfde percen tage als in 1915 (het percentage over 1916 is nog niet. bekend) f 7.81 moeten betalen. Is het kind 16 jaar of ouder, dan zal het bedrag zrjn f9.11. Vraag: Ik heb in de ,,N. Roti Courant1' van Vrijdagavond het bericht gelezen, om trent de redding van Bchiedain door een Steenzetter' en vraag u, mij in te lichten wat, een steenzetter is? Antwoord: Wij vermoeden dat hlerme- mede een steendrukker is bedoeld. Vraag: Ik heb een zak goed bij het Leger des Heils in bewaring gegeven, en er naar toe geschreven, - maar geen antwoord verkregen. Hoe moet ik dat behandelen? Antwoord: Iets ergens in bewaring geven en dan ook nog willen, dat men het u thuis stuurt, dat is zelfs voor een instel ling als het Heilsleger, waar men anders welwillend genoeg is, te veel gevergd. U moet den zak zelf weer terug 'halen of laten terughalen, met het bewijs van afgifte. Men zal het daar heusch 'niet willen houden. Vraag: Is iemand, welke den leeftijd van 70 jaar bereikt heeft, verplicht het ouderdomspensioen te aanvaarden? Zoo niet, heeft men hierop later dan nog recht? Tot welken leeftijd kan men zich dan aanmel den? Nu zijn er bepaalde redenen om hot geld te weigeren. Antwoord: De 2aak is voor den be trokkene van te groot belang, om haar mot een kort woord te beantwoorden. Wij zouden hem ernstig raden, te gaan naar den secreta ris der Rentecommissie, den heer F. G. Ro sier, Mariënpoelstraat 13 óf het Raadhuis. etarie Vraag: Mogen drogisten strai'fdc;Q5 a grootste knoeierijen voor blec-kpoeJer \J koopen? Ik liet voor 14 ets een ons bleek poe/Ier halen, waar zoogenaamd niets ia dan krijtwit of kalk met amoniak? Een dro.' gist, die toch verstand heeft van zijn zael- weet toch heel goed, dat hij de menschep bedriegt, al maakt hrj 't dan zelf nieb. Ma? men zoo'n naam publiceeren? Antwoord: Dat feag hij zeker niet Hier zou de gemeentelijke keuringsdienst moet-n tusschenbeide komen. U weet edit - dat de directeur van dien dienst, in verband met de overheidsbemoeiingen, met batrek king tot het voedingsvraagstuk, thans met ander werk overladen is. Wellicht is het nu een goeden tijd voor het aan den man brengen van vervalsoht of minderwaardig goed. Met publiceeren van 's mans naam moet u voorzichtig zijn. U zou in de eerste plaats wettig en overtuigend moeten kun- nen aantoonen, dat de z.g. chloor bij hem gekocht is als chloor, en verder zou een scheikundige het hebben moeten onderzocht Vraag: Is het waar, dat te Utrecht door den burgemeester, een zoon vau prof. Fockema Andreas te Leiden, aan de afda ling van den Bond van Nederlandsche on derwijzers is verzocht, twee leden onder wijzers dus af te vaardigen ten stadhuize, ten einde met Z.E.A. maatregelen te bespre ken tot beteugeling der toenemende bande loosheid der jeugd? Men zegt, dat zulks te lezen is in de „Bode" van 4 Febr. 1916. Zoo ja, is Leiden dan in deze toch niet achterlijk waar hier kort geleden een onder wijzer gepasseerd werd, omdat hij lid was van den Bond van Ned. Onderw.? Antwoord: Als het in de „Bode" §taat, het orgaan van den Bond van Nederl. Onder wijzers, zal het wel waar zrjn. Ziet u daar zoo iets bijzonders in, dat u nog aan de waar heid er van zou twijfelen? Als een gemeen tebestuur maatregelen beraamt om de ban deloosheid der jeugd te beteugelen, moet het te rade gaan met de onderwijzers, en ol deze vereenigd zijn in een hoofdenvereen. of in den Bond, dat komt er in zoo'n geval niet op aan. Als B. en W. van Leiden ook zoo iets beraamden, zou het onverstandig van hen zijn, de gegevens door Ide vereenigde klassen-onderwjjzers te verstrekken, te ver- waarloozen. Zij zouden dat, gelooven wij, ook niet doen. Wanneer u zegt, dat bier een Bondsman bjj een ondenvjjzersbenoemiog werd gepasseerd, dan zal do Burgemeester u, 'zooals hij ook den Raad antwoordde, zeggen, dat" dit niet het jjeyal was. Vraag: Ik wilde 4 Sept. 1915 mij vrij willig verbinden bij het Reg. G-cnie-troe- pen voor 4 jaar. Toen heb ik bij het ge neeskundig onderzoek schriftelijk verklaard geen geh-eimo gebreken te hebben en ben gekleed cn ingedeeld. Andere heb ik geen stukken 'geteekend. Ben ik nu voor 4 jaar verbonden of ben ik; nog vrij, want ik ben 16 jaar en heb geen handgeld gebeurd. Zoo j'a, waar moetik mijn ontslag aanvragen Antjwoicrd: Indien gjo tnicto andere hebt geteekend dan de door u genocnrio schriftelijke verklaring, dan hebt go u. uag niet vrijwillig verbonden en rijt go vrij. Vraag: 1. Ik ben Afgekeurd cn heb van mijn comrtiandant een bewijs meegekregen, Is dat voldoende of krijg ik nog een bewijo van den Minister? 2. Ilc ben afgekeurd voor oen breuk in en dfoor den dienst gekregen. Hob ik recht op pensioen of een geldelijke toelage. Antwoord: 1. Het bowijs van den commandant is voldoende. 2. Om te kunnen b&x>rdeelen of u recht op pensioen hebt, zouden wo do omstandig heden moeten kennen, onder wel'ko ge het lichaamsgebrek hebt gekregen. Is dit wer kelijk dn en door den dienst, dan kunt ge recht op pensioen doen gelden. Vraag eens inlichtingen bij den commandant van het korps waarbij go 't laatst diendot. Vraag: Ik ben een week in betrekking geweest en ben gezond gekomen. Toen ben ib ziek geworden. Nu heeft mevrouw mij ontslag gegeven. Heb ib nu recht op ver goeding cn tot wden moet ik mij wenden? Antwoord: Wij vermoeden, dat gij een dagdienstbode rijt. Mevrouw moet u dan bij riekte natuurlijk met den gewonen termijn van oen week opzeggen. U warecht kunt gij, als 't niet Inkt, zoek on bij dfen kantonrechter. Nadat Lady Martindale de toedracht der zaak vernomen had, wees zij mevrouw Garth met een huivering van algrijzon te rug, als dezo het slechts waagdo do patiënt to naderen. Maar hoe was mevrouw Nesbit gered kunnen worden zonder eenig letsel van het tui to hebben, en wat was de. oorzaak, dat- Theodora rich zoo deerlijk gebrand haal Eerst toen Violette het gehecle ge val vertelde, werd heb haar duidelijk, hoe heldhaftig haar zuster rich gedragen had. Theodora had allei zoo eenvoudig en be daard verricht, dat Violette door de daad zeie nieb zoo getroffen was geweest, als nu zij die in allo bijzonderheden vertelde. Lord Martindale <was zeer aangedhan, ..Welk een moed bezit dat meisje?" riep hij uit; „aan mijn bravo dochter hebben wij alzoo onder do leiding der Voorzienigheid onver aller redding te danken. Ik kan naü* wélijks wachten tu_, zij wakker is, om haar to zeggen wat ik voor haar gevoel." Het was aandoenlijk te zien, hoc hot edel gedrag zijner dochter hem al het overige deed gering achten. Hij zeido zelfs, dat het wel do moefte waard was om brand to heb ben, als men daarbij het geluk bad, dat iedereen zich zoo Jcnap en flink gedroeg; bedienden en buren, rijken en armen had den om strijd hun leven gewaagd om te helpen, en hij was zichtbaar getroffen, toen hij spralr van de dijken van hartelijke deelneming, dio hij van alle kanten ont ving, en dio hem een bewijs waren van de achting en genegenneid, welke zijn familie genoot. Van al z n buren ontving hij bood schappen of briefjes, waarbij zij hem uit- noodigden om rijn famflie bij hen te komen logeerenmaar voor het oogenblik was er geen denken aan rich tc verwijde ren, en lator had iiij plan het huis to be trekken, dat reedb zoo lang ledig had ge staan. „Voor Arthur kunnen wij daar dadelijk eon kamer in gereedheid laten brengen", zoido hij; „waar is h:j? Wanneer verwacht gij heInt,-, Violette wac genoodzaakt to bekennen, dat zij er niets van wikt. Hij had gezegd, i-a'G hij wat rond ging zwervenmaar hij had haar rijn adres niet gelaten. Ofschoon Lord Martin Iclo dit zee -* kwalijk opnam, maakte j.ij toch geen aanmerking, ten einde haar niet te bedroeven, en antwoordde op de vroeg van rijn neef, voor hoeveel het huis geassureerd was. „Voor twintig uulzond pond, maar die som is zoo goed als niets, als men het be drag van dc echode berekent. Ik weet in derdaad niet, hoe wij het goed zullen ma ken. John zal thuis moeten komen om al les te helpen regelen.'Wat is heb toch zon derling, als men eens in het verleden terug riet 1 Het staat mij nog voor als do dag van giteteren, hoe mevrouw Nesbit, toen John geboren was, er op aandrong, dat ik het oude, lievo huis zou laten omverhalen en een grooter laten bouwen, dat volgens haar, het aanzien van de plaats, die mijn zcon eenmaal erven moest, zou verhoo- genEn hoe is het geëindigdWie zou toen do armo vrouw hebben kunnen voor etellen, dat zij eenmaal met eigen hand dat grooto gebouw aan de vlammen zou prijs geven? Zij had een geweldigen hekel aan het oude kasteel. Weet gij nog wed, Hugo, van dïo hertenkoppen? O, Johnnie, wat zoudt gij vreemd opgekeken hebben, als gij dat gezien hadtdaar hingen twaalf hertenkoppen met groote getakte horens laags den muur van de voorzaal." „Och, vertel mij daar eens van, groot pa! Waa dat in het huis, waar u woonde, toon u een kleine jongen was?" „Ja, mijn kind", zoi Lord Martindalo, een oogenblik ophoudende om hem op zijn knio to zotten. „Neef Hugo zou u ook wel kunnen vertellen, welke stukjes wij daar te zamen hebben uitgevoerd!" En nu raakten do bttiÜe oude he oren weldra zoo geheel in den ouden tijd ver diept, dat zij aan niets anders dachten. Dit scheen Lord Martindale veel goed te doen. Doch rij werden weldra gestoord: Lady Elizabeth kwam hun een bezoek bren gen; de goede vrouw had het grooto rij- tuigd laten inspannen, en kwam zeggen, dat rij de geheelo familie kwam halen, dalr er op Rickworth plaats genoeg was; doch toen zij den stand van zaken hoordé, be greep rij, dat dit niet mogelijk was, en drong er zeer op aan, dat Violette en de kinderen dan ten minste mot haar mede zouden gaan. Maar daar was geen denken aan! Violette wilde er niet van hooren Theodora te verbaten, en ofschoon Lord Martindale haar voor haar eigen welzijn aanried, van het vriendelijk aanbod van Lady Elizabeth gebruik te maken, scheen hij toch Jnnig verheugd, dat zij hem smeekte haar too to staan om in de pastorie to mo gen blijven. Daarop begaf bij zich naar zijn vrouw, en nadat Lady Elizabeth nog her haalde malen haar diensten had aangebo- uen, nam rij afscheid, terwijl Violette zich wener naar de kamer barer zuster spoedde. Theodora was wakker en had minder koorts dan men had durven hopen; rij was zeer kalm, ofschoon zeer verwonderd Over haar eerste kennismaking met rilekte; rij kon rich niet begrijpen, dat zij niet zou kunnen opstaan, ,©n wild© het toch beproe ven, totdat do pijn, welke die poging haar veroorzaakte, haar deed gevoelen, dat Vio lette gelijk had. ^,Hoe laf is het", zei zij, „dat men ni'et eenige uren achter elkander bezig kan zijn, zonder genoodzaakt to wezen het bed te houden. Ik had mij altijd gevleid, dat ik niet zoo ellendig zwak was als andere vrou wen." „Nu, gij hebt geen reden tot klagen'?, antwoorddo Violette, wier hart te vol was om meer te- kunnen zeggen. „Zoo, maar al3 nc. nu Sara aanzie, die daar heenloopt, alsof er niets gebeurd was, dan „Wat zou er zonder* u van ons geworden rijn?" zeido Violette, zich over haar Leen buigende, om haar een kus te geven. „Er is geen heel plekje van een dukn breed to vinden, om mij te kussen", riep rij half lachend en koerde .rich naar den muur. „Dat zal Lord Martündalo u straks wel anders komen vertellen". „Papa! Waar is hij? Ik heb hem niet weergezien, nadat hij mij bij Armstrong ge bracht heeft. Ja toch!" zij moest even ophouden „maar i!r kan or nu nis., aan denken. Schreien zou niet goed voor m'j rijn. Welk een vreemde gewaarwording is dat flauwvalleni.c heb er vroeger me nigmaal over gedacht, welk soort van ge voel dat toch rijn zou." „En hoe beviel het u n>u?" vroeg Vio lette, die baar stemming begreep^ „Zoo tamelijk wel, in commigo oprichten; maar ik geloof, dat femanoc geheugen er niet door opgeklaard wordt. Hoo is het tech mot mama? Is die bang om v?,n mijn aangezicht te schrikken „O, neen, noen!" „Zij zal natuurlijk bij mijn tante zijn! Hoo kon ik dat' vergeten? Heeft ArmstroDg niet gezegd, dat tante riek was? Heeft zij weer een beroerte gehad?" vro^g rij met zekeren angst, nu haar geheugen terug keerde, zoodat Viblette rich verplicht vond haar alles te zeggen. „Mijn arme moeder l" zei Theodora ern stig. „Ik wenschte, dat ik haar eo.i bij staan." Op dat oogenblik ,werd er aan de deur geklopt. Mir a Standaloft stond aarzolend en allerlei teekens makondo op den drempel. „Brengt gij bericht van mevrouw Nes bit?" vroeg Theodora. „Er kan slechts cón tijding mogelijk rijn. Is het met haar ge 'daan 1" Het was zoo, en haar laatste oogenblik" ken waren kalm geweest. Theodora haalde diep adem, en herhaalde: „Armo mama! „Kunt gij een oogenblik missen' Zoudt gij denken, dat ik bij haar mocld- gaan?" sprak Violette. „Zij heeft nicman bij zich dan do hoeren." „Het zou mij veel genoegen doen. dat- gij cons bij haar gingt. Maar maak u zcho niet riek; anders zal Arthur weer boos op ons zijn en er ia niemand om u op te Paf" sen. Mijn arme tante. Ik geloof, dat rij den laats ten tijd wat zachter gestemd geweest: er was eenmaal een tijd, dat zij °n allen teed^r liefhad." .t „Het verheugt mij. dat zij zoo vrienden,! voor Johnnio was", zeide Violette. (Wordt vervolgd)-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 6