De Europeesehe Oorlog.
Brieven uit Parijs.
ling: tot drie jaar gevangenisstraf veroor
deeld.
Hij ging et toen van door, doch werd
nu dezer dagen geknipt
Bij fouilleering werd de volgende niet
onaanzienlijke hoeveelheid voorwerpen van
waarde op hem bevonden:
Gouden damesring met langwerpigen gra
naat, waaromheen pareltoes; gouden heeren-
ring, waar de steen uit is, smal en van
binnen gemerkt J. v. A.; gouden damesring
met gesiepen gelen steen; gouden heeren-
ring, zwaar en glad met diamant; heer en-
ring, zwaar en breed, met doodskop, waarin
granaten, als oogen en daarboven een dia
mantje; gouden slangenring met 2 saffieren
en 2 pareltjes; gouden zegelring, defect met
zwarten steen (bol); idem idem (plat); gou
den dasspeld met gesmolten klompje goud;
gouden dasspeld met pareltje, waaraan klein
ringetje; gouden dasspeld met grooten, don
keren parel; gouden speld met parel, waarin
twee gaatjes; gouden dasspeld met han
gende diamant; gouden dasspeld met drie
hoekige diamant in goud gevat, waarboven
een langwerpig diamantje; gouden speld met
parel; gouden dasspeld, waar de steen uit
is; gouden 40 francs-stuk van Consul Bo
naparte, in bewerkt randje, waaraan musque-
ton en ringetje; gouden dollar 18031903
(Amerika); gouden Kroningspenning met
beeltenis van H. M. de Koningin; gouden
penning, eene zijde glad; gouden ducaat
1814; gouden sigarenknipper, gemerkt „C.
M. O. te J. T. O., Jan 161916"; gouden
collierkett. met musquetontsluiting'; gouden
idem idem met tonnetjessluiting; gouden
zware potloodhouder met gouden ketting
van lange schakels, waarin wit metalen scha-
keltjes (yermoedelijk platina).
Gisteravond te halfacht ont
stond brand in de groote artillerieloods van
het fort aan de zuidzijde van Bussum. Be
felle oostenwind blies het vuur krachtig aan,
dat ontstaan was aan den oostelijken vleu
gel van het groote houten gebouw, dat de
bezetting van het fort voor logies diende.
Veel wapens werden door het vuur vernield.
De bezetting had slechts weinig kunnc-n red
den. De Bussumsche brandweer was vr$
spoedig ter plaatse, doch kon niet veel
uitrichten. Hot geheele gebouw is afgebrand.
De brand is ontstaan door onvoorzichtigheid
van een korporaal.
De politie te Rijswijk heeft de
hand gelegd op een oplichter, die, gekleed
in de uniform van 2de-luitenant, voorgaf
een kleinzoon te zijn van den oud^minister
van oorlog Staal, en vergunning had ge
kregen met een in boekenlijst in de gemeente
rond te gaan voor de gemobiliseerde mi
litairen. Hij kon in zijn hotel zijn rekening)
niet betalen, en een onderzoek bracht aan
het licht, dat hij geen officier en geen
familie was van den heer Staal, doch een
kantoorbediende uit Rotterdam. De pseulo-
officier is naar het huis van bewaring te
's-Gravenhage overgebracht.
c£Ket Daitsche verhaal omtrent
den Zeppelinraid.
Over het resultaat van den luchtaanval
op Engeland in den nacht van 31 Januari <of
1 Februari verneemt het Wolffbureau van
bevoegde zijde o.a.: Te Liverpool werden
een reeks bruggen en haveninrichtingen zoo
2toaar beschadigd, dat ze voorloopig niet
meer te gebruiken zijn. Ook moet een aan
tal schepen op de Mersey ernstig zijn ge
troffen, o.a. een beneden Birkenhead liggen
de kruiser en een transportschip van de
Leyland. Te Birkenhead, Garston en Bootle
is groote schade aangericht. De Booth-lijn
en de Yeoward-lijn zijn door gedeeltelijke
verwoesting van de dokinrichtingen zwaar
benadeeld, de naburige droogdokken en ma
chinefabrieken en de Birkenhead Drydock,
Engine and Boiler works zijn geheel ver
woest. In het geheel zijn meer dan twee
honderd huizen door bommen of brand ver
woest. Aan de monding van de Mersey is
te Bootle een kruitfabriek volkomen ver
woest Te Crewe, ten zuidoosten van Liver
pool, zijn de spoorweginrichlingen zeer be
schadigd. Te Manchester zijn twee hoog
ovens en twee groote fabrieken geheel ver
woest andere fabrieken ernstig beschadigd.
Te Sheffield is een hoogoven grootendeels
verwoest Verder zijn hiei; verschillende
groote industrie-inrichtingen en het station
gebombardeerd, hevige branden werden lang
na den aanval nog waargenomen. Te Not
tingham is een afweerbatterrj tot zwijgen
gebracht cn zijn een munitiefabriek en ver
schillende fabrieksinrichtingen sterk bescha
digd. Ten oosten van Nottingham bij Gran
tham zijn de spoorwerken verwoest.
Verreweg de grootste schade is aangericht
te Sheffield en Nottingham. Londenseho ver
zekeringsmaatschappijen schatten die op plm.
400.000 pond sterling. Te Birmingham zijn
twee groote regeeringswérken en twee
muniiiefab faken ge'eel venvo-St; een brou
werij. werd beschadigd.
Te Eccleshill bij Bradford zijn een muni
tiefabriek en drie spinnerijen, te Partington
22 huizen verwoest. Aan de Humber is een
afweerbatterij tot zwijgen gebracht en ge
schut en een zoeklichtenbatterg verwoest.
Te Grimsby zijn booten, werven en magazij
nen gedeeltelijk zwaar beschadigd. Eveneens
zijn vrachtbooten en treilers en beneden
Huil een kruitmagazijn verwoest- Te Huil
moeten de verwoestingen zeer groot zijn
geweest. In Kingstreet is een huizenblok
geheeP verwoest, -de spoorweg en havenin
richtingen zjjn zwaar beschadigd. Verder is
op de Humber de kleine kruiser „Caroline"
en de torpedoboot jagers „Eden" en „Nith"
in den grond geboord. De „Caroline" zonk
in zes minuten. Een en dertig man van de
bemanning zijn gedood, 58 gewond, 47 ver
dronken.
Aan de Oostkust van Engeland werd de
Engelsche stoomboot „Franz Fischer" door
een luchtschip in den grond geboord. De
moreele werking van den aanval is blijk
baar zeer sterk. Dat blykt indirect uit de
Engelsche pers, die over de onvoldoende
maatregelen tot afweer klaagt.
Het gemeentebestuur van Liverpool be
sloot alle openbare gebouwen tegen lucht
aanvallen te verzekeren. Het bedrag der
verzekering zou ongeveer drie milliosn pond
sterling bedragen.
Het „Hbld." maakt eenige opmerkingen
met betrekking tot dit verbaal. Zoo pierkt het
blad op dat „Franz Fischer" voor een En
gelsche stoomboot wel een zonderlinge naam
is. En aan het slot zegt dit blad:
„Aldus luidt dat Duitsche verhaal, waar-
bjj men zeker gerechtigd is tot de vraag,
hoe de Duitsche luchtschip-pers zoo precies
al die bijzonderheden weten. Wij merken
alleen op, dat van' Engelsche zjj.de beslist
is tegengesproken dat de luchtschepen bo
ven Liverpool en omgeving zich vertoon
den, en verder,-dat men in Duitschland ver
moedelijk zich wat al te veel voorstelt van
de „moreele uitwerking". Onze indruk-uit
de Engelsche bladen is, dat de uitwerking ge
heel anders is dan men in Duitschland
denkt-"
Van Engelsche zijde is op dit lange ver
haal al een tegenspraak geleverd. Er is,
op één uitzondering na, niets van waar.
Het geheele relaas is verzonnen, behalve
de mededeeling van de „Franz Fischer".
Dit is echter geen Engelsch schip, maar een
vroeger als prijs opgebracht Duilsch vaar
tuig.
Een Ziekte van Aviateurs.
Er is reeds veel geschreven over een ziek
te der vliegers, een aandoening, die eenig3-
zins te vergelijken is met bergziekte en die
verklaard moet worden uit de snelle stei-
ging naar gebieden met afnemenden lucht
druk, waarvan de polsversnelling en ver
anderingen in den bloeddruk 't gevolg zijn.
De Franscbe militaire dokter G.
Ferry, die aan een vriegpark is toege
voegd, heeft nu op verschillende vluchten,
zijn pols en bloeddruk nauwkeurig gere
gistreerd en daarna de volgende conclusies
opgesteld
De pols wordt van den beganen grond
tot op een hoogte van 750 M hoe langer hoe
sneller. Van die hoogte af tot op 1250 M.
neemt de versnelling nog toe, maar minder
schielijk. De periode van langzamere ver
snelling schijnt veririaard te moeten worden
uit de omstandigheid, dat de lucht tusschen
750 M en 1250 M. gewoonlijk kalmer is dan
op lagere hoogte en de wind er regelmati
ger is. Boven die hoogte wordt de koude
een voorname factor voor de versnelling.
Telkens wanneer een windvlaag het toestel
treft, versnelt tie pols zijn beweging. Bij
'n vlucht waarbij men op 'n bepaalde hoogte
blijft, is de pols constant.
Als de daling begint, volgt er weer ge
durende een zeer korte periode een polsver-
snelling, vermoedelijk ten gevolge van de
opgewondenheid, die het gevolg is van het
afzetten, van den motor. Daarna neemt de
frequentie tijdens een langzame neerdaling
op geregelde wijze af. Elke „gebeurtenis"
gedurendo de daling veroorzaakt een nieu
we, korte, maar duidelijk te bepalen ver
snelling. Aan het einde van de vlucht is de
pols altijd sneller dan aan het begin.
In den bloeddruk zijn overeenkomstige
veranderingen waar to nemen.
De schrijver meent, dat men als leerling-
vlieger alleen mannen kan aannemen, die
niet de minste afwijking of zwakte van hart
en bloedvaten vertoonen.
Nog eens de „Möwe",
De Times" zegt, dat er alle reden is aan
te nemen dat de „Möwe" oorspronkelijk als
fruitboot was gebouwd. In 1914 werden voor
rekening van de firma F. Laiesz te Hamburg
twee fruitbooten op stapel gezet, de „Pun-
go" en do „Ponga". De „Pungo" is volgens
Lloyd's register ccn stalen stoomschip mot
j 4 dekken, melende 4000 ton, gebouwd te
Geestemündc. De „Ponga" was bij het uit-
breken van den oorlog nog niet te water
gelaten. Men zal zich herinneren dat. kapi-
tein Barton van de „Corbridge", die door
het kaperschip in den grond was geboord,
het Duitsche schip als gloednieuw beschreef.
Hij vedelde, dat. sommige van de stalen pla
ten aan don binnenkant, nog niet waren ge
schilderd en dat op een der platen onderaan
de naam „Ponga'' was gekrast, een naam,
die ook voorkwam op papieren in de ka
piteinshut.
JDe „Pungo" en de „Ponga" waren be
stemd voor den fruithandel op West-Afrika.
Er wordt op gewezen, dat. de ontsnapping
j van de geïnterneerde Duitsche schepen
„Bahrenfeld" en „Turpin" uit Buenos-
Ayres en „Punta Arenas" en de pogingen
tot ontsnapping van de „Asuncion" uit Be-
lem samenvielen met de verschijning van de
„Ponga of „Möwe" in den Atlantischen
Oceaan. Dit wekt het vermoeden, dat üot
kaperschip geschut uit Duitschland heeft
meegebracht voor de geïnterneerde schepen
en dat er een plaats van samenkomst was
afgesproken, waar de kanonnen aan boord
zouden worden gebracht.
Er ie nu sedert een maand niets van het
kaperschip vernomen.
De kapitein vam een der schepen, dde
door de Duitsche „raider" tot zinken wa
ren gebracht, vertelde in een in/terview
het volgende Het Duitsche vaartuig heeft
een inhoud) van 2000 k 2500 ton en is voor
zien van zes 15 c.M. kanonnen en twee tor-
pod'o-lanceerbuizen, terwijl ook een aan
tal mijnen aan boord zijn. De Duitschers
verklaarden, dat het 17 knoopen loopen
kan. De bëmanninig telt 200 k 250 koppen
commandant is graaf Yon und zu Donah.
De bemanning van de „Luxemburg" ver
haalt-, dat zij 70 mijlen ten zuiden van Fer-
nando-Naronlia aangehouden werden. Aan
boord van het Duitsche schip werden zij
goed behandeld en op de „Westburn" wer
den zij bewaakt door zeven Duitschers, die
met bandgranaten gewapend waren. De
„Westburn" had 5000 ton steenkolen aan
boord.
Versterking van het Grieksche Leger?
Aan de „Voss., Ztg." wordt uit Konstan-
tinopel geseind, dat de Grieksche generale
staf besloten heeft de sterkte van het Griek
sche leger tot 500.000 man op te voeren. De
totnogtoe vrijgesteldo Hellenen zullon opge
roepen worden om geoefend te worden. Aile
Grieken, die in het buitenland verblijf hou
den, moeten zich bij hun consuls aanmelden.
Een Japansche Bedreiging en de
Duikbootoorlog.
Reuter seint uit New-York, dat baron
Isjic, de Japansche minister van buiten-
landische zaken, d)en 24sten Januari in het
Japansche hoogerbuis heeft medegedeeld,
dat Japan door bemiddeling van de Yer-
eenigde Staten een krachtig protest aan
D-uitschland en Oostenrijk gezonden had
tegen het in den grond boren van het
Japansche 6ohip „Yasaka Maroe", door
een vijandelijke duikboot in de Middelland-
scho Zee. Baron Isjic heeft er bijgevoegd,
dat, zoo do onwettige en onmensohelijke
vernietiging van Japansche echepen aan
hield, de Japansche regeering er niet voor
kon instaan, dajt zij haar edelmoedige
behandeling van de Duitsche krijgsgevan
genen zou voortzetten.
De verhouding van Polen
tot Rusland-
In de ritting van de Doema heeft de
Poolse he afgevaardigde Haroesiewiez zijn
land ter sprake gebracht. Hjj zeide o.m'.r"
Sedert het begin van den oorlog heeft Polen
rich onherroepelijk aan de z£de van hen ge-
gehaard, die strijden voor het bestaan en de
onafhankelijkheid der nationaliteiten. Deze
houding blijft Polen innemen, ondanks het
wisselen der krijgskansen en de kuiperijen
van den vijand. Deze trouw is niet alleen <een
gevolg van de staatkundige banden, die Polen
en Rusland verbinden, maar is .ook gebaseerd
op de tradities en de politieke overtuiging
van Polen, die de proef der tijden hebben
doorstaan. Het wederkeerige vertrouwen van
het Russische en Poolsche volk moet een
eohte basis worden en een onuitputtelijke
bron van kracht voor de geheele Slavische
wereld. De Polen waardeeren de verklarin
gen van Sasonof, betreffende de yereeniging
van het verbrokkelde Polen, wat hen doet
hopen, dat Polen niet als koopwaar verhan
deld zal worden. De Polen willen in de woor
den van Stürner de belofte zien. dat de Pool
sche natie een werkelijk bestuur zal ver
krijgen over het geboorteland, dat vereenigd
zal worden onder den scepter van Ruslands
heerschers, die, naarmate Polen van het vy-
andéffik juk bevrijd wordt, des to meer
tsaar over Polen zal ziqn. De fouten, die
eens begaan zjjn, zullen in de toekomst niet
meer geduld worden, teneinde de vpjand
het niet meer mogelijk te maken ze aan te
wenden tot scliade van de gemeenschappe
lijke zaak. De grootsche gedachte van een
vrije organisatie van de Slavische wereld
moet tegenover het Duitsche imperialism's
worden gesteld. De oplossing van het inter
nationale probleem is ondenkbaar zonder op
lossing van het Poolsche vraagstuk in rijn
geheelen omvang. De Polen gelooven on
wrikbaar, dat de vereenigde inspanning'van
het groote Russische volk en zrjn dappere
bondgenooten met Gods hulp dezen strijd
tot een welkomen overwinning zullen leiden
en een nieuw tijdperk van vr\j en vruchtbaar
leven zal aanvangen voor de volkeren, be
vrijd van het Duitsche geweld. Deze reds
lokte toejuichingen van verschillende zij
den uit
fïsa onaan Parjjschen Bri3fa::hrjjvcr).
(Nadruk Vorbcdcn).
Nachtalarm cn Hochkultur.
I'k heb diit beer het recht van. me>espre-
kon van den coggotuigo. De resultaten van
do Duitooho manier van oorlogvoeren heb
ik „met eigen oogon" ditmaal gezien.. Het
zijn geen krantenvertelseltjes, waaruit ik
eventueel ongerechtvaardigde conclusies
zou kunnen trekken. Ik zal objectief ver
tollen
Het was Zaterdagavond 29 Januari 1910,
ongeveer 10 uur, toen Parijs werd opge
schrikt door het alarmsignaal van do rond
rijdende brandweer-auto'o, elk bemand
met oen trompetter, die het signaal „gar
de k vouq" door do straten blies. Yoor mij
wan deze sensatie nieuw. Dc eerste maal,
dat het alarm tegen een loicht-oanvail go-
blazon werd in Maart 1915 wcio ik
juist op m'n reis naar Holland, via Lon
don.
Tien minuten later was Parijs nog
pikdonkerder dan het gewoon pikdonker
van alle avonden. Poditie-agenten gingen
langs do huizen waar nog licht schemerde,
en deden elk schijnsel verdwijnen of moo-
keoren Er zij duisternis...... en er waa
duisternisDe straatlantaarns op hoogrrb
onkele straathoeken na werden gedoofd.
En duisternis zweefde over de wateren
van de Seine.
Intusscihen odhiohtten de lichtbundels van
zoeklichten in alle richtingen door de lucht.
En in de verte klonken -doffe ontploffingen.
Maar in welke richting was niet te zeggen.
Het hield trouwens niet lang aan. Het
werd stil, en bleef donker. En pas om tien
minuten over één reden de brandweer
auto's opnieuw rond, en schetterde door
dö nodhb-etilte hot vrootijke hootmsignaal
„la breJoque" Waarop do Parijzenaara
hun gestoorde nachtrust konden hervat
tenbehalve do ongelukkigen, die in
de vorloopen oogenblibken voor hun lov-on
waren verminkt... of dio uit hun nachtrust
do eeuwige rust waren ingegaan. Terwijl
ik dit oahrijf het is Maandag rijn er
30 van do eerste categorie, en £5 van do
laatebe. En misschien zijn -de getallen nog
niet volledig. Yijf-en-twintig slapende bur
gers, grijsaards, vrouwen en kinderen, zijn
gesneuveld. Dertig zijn er gewond of ver
minkt. Li eb* Yaterland, kannst ruhig sein
Wel te verstaan de resultaten van 't hel-
denbedrijf wisten we pas Zondagsmorgen.
Parijs ia zóó enorm groot, dat de men-
schen uit andere wijken dan de „bezochte"
niet eens wisten, wéér do luchtaanval pre
cies had plaats gehad, vóór de kranten
het Zondagmorgenniet vertelden.
Want de censuur hoeft de Parijsdhe bla
den verzocht do straten van hot onheil
niet te noemen, om de vijandelijke luoht-
eohippers niet in te lichten, wa&r zij zich
bevonden. En ik leg mij, in overeenstem
ming met dezen wensah, de vrijwillige cen
suur op, niet uit de school te klappen.
Ik heb namelijk Zondagmiddag de ruïnes
van den moordaanslag bezocht. En zal er
dus van vertellen zonder 6traten of wijken
te noemen.
We kwamen eerst op een plok, waar 'n
bom op het plaveisel is terechtgekomen.
De ondergrond-lijn van de métro ligt pre-
Er wordt cck gcccgd „berloquo". De
signalen „garde k vous" en „la breloque"
heetcn in hot Hollandses „geeft acht" cn
„op do plaata rust".
des op die plaats, en de bom heeft e
geweldig gut geslagen in den bovenwa!2
van clo tunnel, die in de diepte achtbar
fa. Het trechtervormig gat is een meter J
vier in middellijn, en ligt op een hond*!!
meter afstand van een station. Het sehi"
dat oen minuut van te voren een trein v
trein een minuut later was voorbijgekomen
was de catastrofe niet te overzien geweest'
We gaan oen zijstraat in, en vinden no*
twee andere gaten van ongeveer dezolfd
afmetingen in den grond. Een boom fa
do steenen gerukt en weggeslingerd. Op do
andere plek, aan den rand van een trot
toir, zijn alle ruiten en luiken van het aan
liggende huis vernield. Ook aan den over'
kant van de sbraat is in twee huizen gceQ
ruit meen* heel.
Een andere zijstraat, dio door de politie
is afgezet. Maar m'n perskaart opent iq0
de versperring, en ik kom op de binnen
plaats van een huis, waar een bom fa neer
geslagen Een stuk muur is uitgerukt en
ligt in een verwarde hoop puiD, verspij,
tord hout en verwrongen ijzer, op de bin
nenplaats. De overliggende muur ver
toont 'n massa deuken van een paar-vufa-
teai-diepte het zijn de sporen van de bom
scherven. Een potiti ©-agent, die in dat huia
woonde en uit het raam keek, is door do
ontploffing als het "ware onthoofdzijn'
vrouw is dood; een grijsaard van 71 jaar
één verdieping hoogor, is dood. Er zijn nog
3 vrouwen en 2 mannen in het huis gewond1.
Een reusachtige faibrieks-sohoorsteen,
naast het perceel, staat scheef. Het is ecu
wamdeir, dat het gevaarte niet is ingstort.
Twee zijstraten verder is een plein met
een kerk. De scherven van de bom zijn tot
aan het kerkgebouw gevlogen, en hebbed
hun sporen achtergelaten op den muur.
Uit de wijzerplaat van den zijgevel ont
breekt juist het midden met de wijzers. Het
komt me bijna ongelooflijk voor, dot de
bom en' die precies heeft uitgeslagen, maar
oen buurvrouw verzekert me, dat het zóó
fa. Het bovenstuk voni den kerktoren staat
scheef. Is het door de ontploffing? Ik weet
het niet.
Andere zijstraat. Hier is de goweldigsto
verwoesting aangericht, die ik heb gezien1.
Een huis van zes verdiepingen is van
boven tot beneden in tweeën geslagen. Dat
wil zeggen, dat de neervallende bom do
holft van het huis verticaal heeft wee-
gelagen de andero helft is blijven staan.
In 't opengerukte huis zijn do precieo
bovon-olkaar-liggende keukens zichtbaar.
Do fornuizen staan juist aan den rand van
don afgrond. De slaapkamers rijn in puin
geslagen, en hebben de ongelukkige elacht-
orferc onder hun neerstortende overblijf
selen begraven. Een vrouw en haar kind
zijn gevaarlijk gewond, en zes lijken zijn
weggehaald uit höfc puin een meisje van
4 jaar en baar zusje van 15 maanden een
man van 70 jaar en z'n vrouw van 09 jaar;
een vrouw van 29 jaar en haar zoontjo van
oenige maanden.
In oen steeg, naast het perceel liggen
stukken muur van tientallen kilo'e, en
oen ijzeren hek is door de wegvliegende
stukken verbrijzeld als glas. Het is 1
tabel.
En eoo gaat het döor 1 Een straat vortat
fa oen kledn huis totaal vernield. Do be
woner, een soldaat, die met verlof van het
front kwam, en in don oorlog gespaard
was, heeft hier het leven gelaten. Met hem
rijn omgeko-mon z'n vrouw, hun dochtertje
van 15 jaar, een buurmam van 66 jaar, een
buurvrouw van 34 jaar en haar 2 kinderen
een j origetj o van 8 j aar en een m-eisj o van
18 maanden. Het zoontje van don verlof
ganger, een jongetje van 10 jaar, leeft
nog. Z'n beide boenen rijn verbrijzeld.
Een eind verde> staat een klein huio
van twee verdiepingen op een open ter
rein. Het hufa fa alweer voor de helft wcc*
gedogen, en in dë opengerukte slaapka
mer fa een verwrongen ijzeren bed zicht
baar. Hier woonlcïo een brigadier van do
politie mot z'n vrouw on z'n ahoanmoc-
dor. Z'n vrouw, weggeslingerd uit 't open
gespleten hufa, is g*e»wond opgenomen,
verscheiden meters verdor. Haar man en
haar moeder rijn dood.
Ik vertol de nuchtere feiten. Ik onthoud
mo van overbodig commentaar. AkluJ
wordt in 1916 oarlcsggevoerd door het lord,
dat den mond vol heeft van z'n „Hoc£>
Irultur". 4
Ik ben allo verwoestingen mco -vcroci
gaan riem
Do Fransche pers schreeuwt om topre*
oailJec, die zeer waarschijnlijk niet zul lea
uitblijven. Dan zullen ook ecnigo tiente.-
Ion Duitsche vrouwen en kinderen ster
ven, uit wraaJk. Wc leven in eon mooi tip*
porie 1
Maar wie fa met hot rimpmoordonaais-
werk begonnen
CABOCHON.
op f 17 per jaar, nog later opgevoerd
tot f 26.
Op de vergadering, die 10 Nov. 1855 werd
gehouden, werd het bestuur met twee le
den uitgebreid, die de functie van commis
saris zouden bekleeden, „daar er maatre
gelen genomen moesten worden tegen het
zoekraken en niet netjes behandelen van
de lectuur", en werden als zoodanig geko
zen de heeren Yan Lith en W. La Bree.
Aan een der commissarissen werd opdracht
verstrekt de zoekgeraakte preek van ds.
Amshof op te sporen
Het geselschap mocht rich in een gesta-
digen bloed verheugen en het ledental klom
in 1857 reeds tot 49. Toen in 1858 het ge
tal 50 bereikt werd, deed de praeses het
voorstel om het getal leden niet hooger
te doen stijgen, hetwelk "werd aangeno
men.
In 1860 vinden wij voor het eerst ver
meld, dat een der leden, de heer Wijn
beek, een humoristische voordracht deed,
hetwelk zóó in den smaak viel, dat de
praeses hem verzocht het volgend jaar
weer op te treden. Dit gebeurde dan ook.
In de oude Stadszaaï is men nog gehuisd,
het gebouw fa bouwvallig, maar er fa niet
anders, „'t Nut" fa te duur. 't Is buiten
hondenweer. De leden van „N. en G." rijn
't is 20 Januari 1861 bijeengekomen!,
en terwijl de heer Wijnbeek zijn voor
dracht houdt, komt een windvlaag, slaat
een gedeelte van het dak weg en de regen
valt met sbroomen in de feestzaal, die wij
selijk onmiddellijk werd verlaten. Nu was
het uit en men verhuisde naar de School
steeg, daarna naar Le Fob er in de Paar-
densteeg, en toen naar „'t Nut". Behailve
dat de zaal peperduur was, kwam daar
nog bij, dat men den wijn van den con
cierge moest betrekken. Dit deed hefc be
stuur besluiten te verhuizen naar Taverne.
Zoo zoetj es aan, vooral nu er meer jonge
leden kwamen, - wijzigde zich de lectuur.
De preeken van eb. Zaalberg werden af
geschaft en 26 Nov. 1868 besloten hot boek
werk „De donkere plaatsen van Londen
en Berlijn" aan te koopen, bet „Humoris
tisch Album", „De Aarde en haar Yol-
ken", „Eigen Haard", „Het Leeskabinet"
en „De oude Huisvriend", terwijl werken
van Bosboom Toussaint, Cremeer, Koop-
mans van Boeker en en Gram mede in
portefeuille kwamen.
In 1870 werd het 25 jarig bestaan her
dacht. In deze 25 jaren heeft het Leesge
zelschap 116 leden gehad, 50 bedankten er
in den loop der jaren en 13 overleden.
Het beginselduiveltje kwam ook op de
jaarvergaderingen wel' eens een duit in het
zakje gooien, en had het vooral gemunt
op het tijdschrift „De Natuur", welks in
houd niet ieders goedkeuring kon wegdra
gen. Maar het bezadigd woord van presi
dent Essers wist dan altijd den storm ten
goede te keeren. Ook in de huishoudelijke
aangelegenheden werden in den jare 1888
veranderingen aangebracht. Was het tot
dusver gewoonte, dat het bestuur dit col
lege zelf aanvulde, voor het eerst vinden
wij in de vergadering van 11 Dec. 1889
gewag gemaakt, dat met deze gewoonte
gebroken en de nieuwe bestuurders met
meerderheid van stemmen moesten geko
zen worden.
Op do 37stó jaarvergadering deelde do
praeses mede dat een der oudste leden de
neer Wijnbeek die nog nimmer verzuim
de de vergadering bij te wonen, zijn kamer
moest houden wegens ongesteldheid cn voor
de eerste maal niet tegenwoordig kon rijn
Direot is één der le'don gereed met het voor
stel om den rieken vriend töch te gedenken
en hem zijn pijp, kaas en flesch wijn thuis te
brengen. Zoo gezegd zoo gedaan en ecnigo
leden brachten in optocht een en ander
naar de woning vanf 't daardoor niet-weinig-
verrasto lid.
In 1887 ontviel de Yereeniging de heer
H. Scbnabel, die meer dan elf jaren het se
cretariaat met toewijding had waargeno
men; in zijn plaats werd op de vergadering
van 12 December 1888 benoemd de heer P.
H. Spijker. ti
Niet altijd was de toestand van de Yer
eeniging even rooskleürig. Yooral in de ja
ren 1890—1900, had het bestuur met groote
financieele moeilijkheden te kampenr Een
besluit om den bode af te schaffen, waardoor
f 26 jaarlijks bespaard werd, doch waar
door de leden verplicht waren eiken Maan
dag bij hun voorganger de boeken te doen
afhalen, veroorzaakte klachten, leidde tot
verwarring, waardoor vele leden bedank
ten en zelfs de toestand in 1900 zóó critiek
word de Yereeniging telde toen 21 leden
dat zelfs in de vergadering van 28 Dec.
ter sprake werd gebracht het al of niet
voortbestaan der Yereeniging. Gelukkig
werd dit verhinderd. Besloten werd alsnu
over te gaan tot het benoemen van een be
zoldigden bode, ep daarmede do oorzaak
weggenomen van veler bedanken.
En dat het nemen van dit besluit den
kring ten goede fa gekomen, bewees do
jaarvergadering van 1904, waar niet min
der dan 13 nieuwe leden toetraden.
De opbrengst van de verkochte boeken va
rieerde sterk. Daar echter in sommige jaren
de cijfers van contributie en verkochte boe
ken niet gesepareerd zijn, fa 't onmogelijk 'n
zuiver beeld hiervan te geven, 'fc Minstue-
drag was f 4.65 in 1886, het hoogste in 1&3
f 22.55. v
Aan gekochto boeken was toen de ver*
eeniging 40 jaar beslond f 3000 uitgegeven,
welk" cijfer tot op heden gerust gesteld mag
worden op f 5000.
Onder haar leden heeft „Nut on Genoc*
gen" verschillendo flinke burgers gehad
noemen wij slechts de heeren Schaap, Bruni-
melkamp, Uljée, Le Nobel, Yos, clr. Homf,
Yan Dorsten, Yan der Kamp, Yisser, Rer*
son, Bijtel, Yan der Kaay en nog
anderen, die allen tot hun dood ,,N. en G-
getrouw bleven.
Do voornaamste leveranciers van boehen
waren do firma's Yan Doesburgh, Gcbrs-
Yan der Hoek en Koöyker.
Het leesgezelschap beschikt thans ovei
een uitgebreide collectie lectuur; de bes e
letterkundige tijdschriften en de nieuws 0
romans rijn in portefeuille. Wel heeft o
groote Europeesche krijg ook op de uitga^
ven van boeken invloed gehad, zijn er
der romans o. d. verschenen, maar toch het
het bestuur tot op heden die middelen we
ten te vinden, om 't „alck wat wils" tot z']
recht te doen komen.
Het bestuur bestaat thans uit de heei"^
J. Splinter, voorzitter; P. F. C. Marks,
cretaris, en P. J. Stephanus, penningme
ter.