De Europeesehe Oorlog. Brieven uit Parijs. ling: tot drie jaar gevangenisstraf veroor deeld. Hij ging et toen van door, doch werd nu dezer dagen geknipt Bij fouilleering werd de volgende niet onaanzienlijke hoeveelheid voorwerpen van waarde op hem bevonden: Gouden damesring met langwerpigen gra naat, waaromheen pareltoes; gouden heeren- ring, waar de steen uit is, smal en van binnen gemerkt J. v. A.; gouden damesring met gesiepen gelen steen; gouden heeren- ring, zwaar en glad met diamant; heer en- ring, zwaar en breed, met doodskop, waarin granaten, als oogen en daarboven een dia mantje; gouden slangenring met 2 saffieren en 2 pareltjes; gouden zegelring, defect met zwarten steen (bol); idem idem (plat); gou den dasspeld met gesmolten klompje goud; gouden dasspeld met pareltje, waaraan klein ringetje; gouden dasspeld met grooten, don keren parel; gouden speld met parel, waarin twee gaatjes; gouden dasspeld met han gende diamant; gouden dasspeld met drie hoekige diamant in goud gevat, waarboven een langwerpig diamantje; gouden speld met parel; gouden dasspeld, waar de steen uit is; gouden 40 francs-stuk van Consul Bo naparte, in bewerkt randje, waaraan musque- ton en ringetje; gouden dollar 18031903 (Amerika); gouden Kroningspenning met beeltenis van H. M. de Koningin; gouden penning, eene zijde glad; gouden ducaat 1814; gouden sigarenknipper, gemerkt „C. M. O. te J. T. O., Jan 161916"; gouden collierkett. met musquetontsluiting'; gouden idem idem met tonnetjessluiting; gouden zware potloodhouder met gouden ketting van lange schakels, waarin wit metalen scha- keltjes (yermoedelijk platina). Gisteravond te halfacht ont stond brand in de groote artillerieloods van het fort aan de zuidzijde van Bussum. Be felle oostenwind blies het vuur krachtig aan, dat ontstaan was aan den oostelijken vleu gel van het groote houten gebouw, dat de bezetting van het fort voor logies diende. Veel wapens werden door het vuur vernield. De bezetting had slechts weinig kunnc-n red den. De Bussumsche brandweer was vr$ spoedig ter plaatse, doch kon niet veel uitrichten. Hot geheele gebouw is afgebrand. De brand is ontstaan door onvoorzichtigheid van een korporaal. De politie te Rijswijk heeft de hand gelegd op een oplichter, die, gekleed in de uniform van 2de-luitenant, voorgaf een kleinzoon te zijn van den oud^minister van oorlog Staal, en vergunning had ge kregen met een in boekenlijst in de gemeente rond te gaan voor de gemobiliseerde mi litairen. Hij kon in zijn hotel zijn rekening) niet betalen, en een onderzoek bracht aan het licht, dat hij geen officier en geen familie was van den heer Staal, doch een kantoorbediende uit Rotterdam. De pseulo- officier is naar het huis van bewaring te 's-Gravenhage overgebracht. c£Ket Daitsche verhaal omtrent den Zeppelinraid. Over het resultaat van den luchtaanval op Engeland in den nacht van 31 Januari <of 1 Februari verneemt het Wolffbureau van bevoegde zijde o.a.: Te Liverpool werden een reeks bruggen en haveninrichtingen zoo 2toaar beschadigd, dat ze voorloopig niet meer te gebruiken zijn. Ook moet een aan tal schepen op de Mersey ernstig zijn ge troffen, o.a. een beneden Birkenhead liggen de kruiser en een transportschip van de Leyland. Te Birkenhead, Garston en Bootle is groote schade aangericht. De Booth-lijn en de Yeoward-lijn zijn door gedeeltelijke verwoesting van de dokinrichtingen zwaar benadeeld, de naburige droogdokken en ma chinefabrieken en de Birkenhead Drydock, Engine and Boiler works zijn geheel ver woest. In het geheel zijn meer dan twee honderd huizen door bommen of brand ver woest. Aan de monding van de Mersey is te Bootle een kruitfabriek volkomen ver woest Te Crewe, ten zuidoosten van Liver pool, zijn de spoorweginrichlingen zeer be schadigd. Te Manchester zijn twee hoog ovens en twee groote fabrieken geheel ver woest andere fabrieken ernstig beschadigd. Te Sheffield is een hoogoven grootendeels verwoest Verder zijn hiei; verschillende groote industrie-inrichtingen en het station gebombardeerd, hevige branden werden lang na den aanval nog waargenomen. Te Not tingham is een afweerbatterrj tot zwijgen gebracht cn zijn een munitiefabriek en ver schillende fabrieksinrichtingen sterk bescha digd. Ten oosten van Nottingham bij Gran tham zijn de spoorwerken verwoest. Verreweg de grootste schade is aangericht te Sheffield en Nottingham. Londenseho ver zekeringsmaatschappijen schatten die op plm. 400.000 pond sterling. Te Birmingham zijn twee groote regeeringswérken en twee muniiiefab faken ge'eel venvo-St; een brou werij. werd beschadigd. Te Eccleshill bij Bradford zijn een muni tiefabriek en drie spinnerijen, te Partington 22 huizen verwoest. Aan de Humber is een afweerbatterij tot zwijgen gebracht en ge schut en een zoeklichtenbatterg verwoest. Te Grimsby zijn booten, werven en magazij nen gedeeltelijk zwaar beschadigd. Eveneens zijn vrachtbooten en treilers en beneden Huil een kruitmagazijn verwoest- Te Huil moeten de verwoestingen zeer groot zijn geweest. In Kingstreet is een huizenblok geheeP verwoest, -de spoorweg en havenin richtingen zjjn zwaar beschadigd. Verder is op de Humber de kleine kruiser „Caroline" en de torpedoboot jagers „Eden" en „Nith" in den grond geboord. De „Caroline" zonk in zes minuten. Een en dertig man van de bemanning zijn gedood, 58 gewond, 47 ver dronken. Aan de Oostkust van Engeland werd de Engelsche stoomboot „Franz Fischer" door een luchtschip in den grond geboord. De moreele werking van den aanval is blijk baar zeer sterk. Dat blykt indirect uit de Engelsche pers, die over de onvoldoende maatregelen tot afweer klaagt. Het gemeentebestuur van Liverpool be sloot alle openbare gebouwen tegen lucht aanvallen te verzekeren. Het bedrag der verzekering zou ongeveer drie milliosn pond sterling bedragen. Het „Hbld." maakt eenige opmerkingen met betrekking tot dit verbaal. Zoo pierkt het blad op dat „Franz Fischer" voor een En gelsche stoomboot wel een zonderlinge naam is. En aan het slot zegt dit blad: „Aldus luidt dat Duitsche verhaal, waar- bjj men zeker gerechtigd is tot de vraag, hoe de Duitsche luchtschip-pers zoo precies al die bijzonderheden weten. Wij merken alleen op, dat van' Engelsche zjj.de beslist is tegengesproken dat de luchtschepen bo ven Liverpool en omgeving zich vertoon den, en verder,-dat men in Duitschland ver moedelijk zich wat al te veel voorstelt van de „moreele uitwerking". Onze indruk-uit de Engelsche bladen is, dat de uitwerking ge heel anders is dan men in Duitschland denkt-" Van Engelsche zijde is op dit lange ver haal al een tegenspraak geleverd. Er is, op één uitzondering na, niets van waar. Het geheele relaas is verzonnen, behalve de mededeeling van de „Franz Fischer". Dit is echter geen Engelsch schip, maar een vroeger als prijs opgebracht Duilsch vaar tuig. Een Ziekte van Aviateurs. Er is reeds veel geschreven over een ziek te der vliegers, een aandoening, die eenig3- zins te vergelijken is met bergziekte en die verklaard moet worden uit de snelle stei- ging naar gebieden met afnemenden lucht druk, waarvan de polsversnelling en ver anderingen in den bloeddruk 't gevolg zijn. De Franscbe militaire dokter G. Ferry, die aan een vriegpark is toege voegd, heeft nu op verschillende vluchten, zijn pols en bloeddruk nauwkeurig gere gistreerd en daarna de volgende conclusies opgesteld De pols wordt van den beganen grond tot op een hoogte van 750 M hoe langer hoe sneller. Van die hoogte af tot op 1250 M. neemt de versnelling nog toe, maar minder schielijk. De periode van langzamere ver snelling schijnt veririaard te moeten worden uit de omstandigheid, dat de lucht tusschen 750 M en 1250 M. gewoonlijk kalmer is dan op lagere hoogte en de wind er regelmati ger is. Boven die hoogte wordt de koude een voorname factor voor de versnelling. Telkens wanneer een windvlaag het toestel treft, versnelt tie pols zijn beweging. Bij 'n vlucht waarbij men op 'n bepaalde hoogte blijft, is de pols constant. Als de daling begint, volgt er weer ge durende een zeer korte periode een polsver- snelling, vermoedelijk ten gevolge van de opgewondenheid, die het gevolg is van het afzetten, van den motor. Daarna neemt de frequentie tijdens een langzame neerdaling op geregelde wijze af. Elke „gebeurtenis" gedurendo de daling veroorzaakt een nieu we, korte, maar duidelijk te bepalen ver snelling. Aan het einde van de vlucht is de pols altijd sneller dan aan het begin. In den bloeddruk zijn overeenkomstige veranderingen waar to nemen. De schrijver meent, dat men als leerling- vlieger alleen mannen kan aannemen, die niet de minste afwijking of zwakte van hart en bloedvaten vertoonen. Nog eens de „Möwe", De Times" zegt, dat er alle reden is aan te nemen dat de „Möwe" oorspronkelijk als fruitboot was gebouwd. In 1914 werden voor rekening van de firma F. Laiesz te Hamburg twee fruitbooten op stapel gezet, de „Pun- go" en do „Ponga". De „Pungo" is volgens Lloyd's register ccn stalen stoomschip mot j 4 dekken, melende 4000 ton, gebouwd te Geestemündc. De „Ponga" was bij het uit- breken van den oorlog nog niet te water gelaten. Men zal zich herinneren dat. kapi- tein Barton van de „Corbridge", die door het kaperschip in den grond was geboord, het Duitsche schip als gloednieuw beschreef. Hij vedelde, dat. sommige van de stalen pla ten aan don binnenkant, nog niet waren ge schilderd en dat op een der platen onderaan de naam „Ponga'' was gekrast, een naam, die ook voorkwam op papieren in de ka piteinshut. JDe „Pungo" en de „Ponga" waren be stemd voor den fruithandel op West-Afrika. Er wordt op gewezen, dat. de ontsnapping j van de geïnterneerde Duitsche schepen „Bahrenfeld" en „Turpin" uit Buenos- Ayres en „Punta Arenas" en de pogingen tot ontsnapping van de „Asuncion" uit Be- lem samenvielen met de verschijning van de „Ponga of „Möwe" in den Atlantischen Oceaan. Dit wekt het vermoeden, dat üot kaperschip geschut uit Duitschland heeft meegebracht voor de geïnterneerde schepen en dat er een plaats van samenkomst was afgesproken, waar de kanonnen aan boord zouden worden gebracht. Er ie nu sedert een maand niets van het kaperschip vernomen. De kapitein vam een der schepen, dde door de Duitsche „raider" tot zinken wa ren gebracht, vertelde in een in/terview het volgende Het Duitsche vaartuig heeft een inhoud) van 2000 k 2500 ton en is voor zien van zes 15 c.M. kanonnen en twee tor- pod'o-lanceerbuizen, terwijl ook een aan tal mijnen aan boord zijn. De Duitschers verklaarden, dat het 17 knoopen loopen kan. De bëmanninig telt 200 k 250 koppen commandant is graaf Yon und zu Donah. De bemanning van de „Luxemburg" ver haalt-, dat zij 70 mijlen ten zuiden van Fer- nando-Naronlia aangehouden werden. Aan boord van het Duitsche schip werden zij goed behandeld en op de „Westburn" wer den zij bewaakt door zeven Duitschers, die met bandgranaten gewapend waren. De „Westburn" had 5000 ton steenkolen aan boord. Versterking van het Grieksche Leger? Aan de „Voss., Ztg." wordt uit Konstan- tinopel geseind, dat de Grieksche generale staf besloten heeft de sterkte van het Griek sche leger tot 500.000 man op te voeren. De totnogtoe vrijgesteldo Hellenen zullon opge roepen worden om geoefend te worden. Aile Grieken, die in het buitenland verblijf hou den, moeten zich bij hun consuls aanmelden. Een Japansche Bedreiging en de Duikbootoorlog. Reuter seint uit New-York, dat baron Isjic, de Japansche minister van buiten- landische zaken, d)en 24sten Januari in het Japansche hoogerbuis heeft medegedeeld, dat Japan door bemiddeling van de Yer- eenigde Staten een krachtig protest aan D-uitschland en Oostenrijk gezonden had tegen het in den grond boren van het Japansche 6ohip „Yasaka Maroe", door een vijandelijke duikboot in de Middelland- scho Zee. Baron Isjic heeft er bijgevoegd, dat, zoo do onwettige en onmensohelijke vernietiging van Japansche echepen aan hield, de Japansche regeering er niet voor kon instaan, dajt zij haar edelmoedige behandeling van de Duitsche krijgsgevan genen zou voortzetten. De verhouding van Polen tot Rusland- In de ritting van de Doema heeft de Poolse he afgevaardigde Haroesiewiez zijn land ter sprake gebracht. Hjj zeide o.m'.r" Sedert het begin van den oorlog heeft Polen rich onherroepelijk aan de z£de van hen ge- gehaard, die strijden voor het bestaan en de onafhankelijkheid der nationaliteiten. Deze houding blijft Polen innemen, ondanks het wisselen der krijgskansen en de kuiperijen van den vijand. Deze trouw is niet alleen <een gevolg van de staatkundige banden, die Polen en Rusland verbinden, maar is .ook gebaseerd op de tradities en de politieke overtuiging van Polen, die de proef der tijden hebben doorstaan. Het wederkeerige vertrouwen van het Russische en Poolsche volk moet een eohte basis worden en een onuitputtelijke bron van kracht voor de geheele Slavische wereld. De Polen waardeeren de verklarin gen van Sasonof, betreffende de yereeniging van het verbrokkelde Polen, wat hen doet hopen, dat Polen niet als koopwaar verhan deld zal worden. De Polen willen in de woor den van Stürner de belofte zien. dat de Pool sche natie een werkelijk bestuur zal ver krijgen over het geboorteland, dat vereenigd zal worden onder den scepter van Ruslands heerschers, die, naarmate Polen van het vy- andéffik juk bevrijd wordt, des to meer tsaar over Polen zal ziqn. De fouten, die eens begaan zjjn, zullen in de toekomst niet meer geduld worden, teneinde de vpjand het niet meer mogelijk te maken ze aan te wenden tot scliade van de gemeenschappe lijke zaak. De grootsche gedachte van een vrije organisatie van de Slavische wereld moet tegenover het Duitsche imperialism's worden gesteld. De oplossing van het inter nationale probleem is ondenkbaar zonder op lossing van het Poolsche vraagstuk in rijn geheelen omvang. De Polen gelooven on wrikbaar, dat de vereenigde inspanning'van het groote Russische volk en zrjn dappere bondgenooten met Gods hulp dezen strijd tot een welkomen overwinning zullen leiden en een nieuw tijdperk van vr\j en vruchtbaar leven zal aanvangen voor de volkeren, be vrijd van het Duitsche geweld. Deze reds lokte toejuichingen van verschillende zij den uit fïsa onaan Parjjschen Bri3fa::hrjjvcr). (Nadruk Vorbcdcn). Nachtalarm cn Hochkultur. I'k heb diit beer het recht van. me>espre- kon van den coggotuigo. De resultaten van do Duitooho manier van oorlogvoeren heb ik „met eigen oogon" ditmaal gezien.. Het zijn geen krantenvertelseltjes, waaruit ik eventueel ongerechtvaardigde conclusies zou kunnen trekken. Ik zal objectief ver tollen Het was Zaterdagavond 29 Januari 1910, ongeveer 10 uur, toen Parijs werd opge schrikt door het alarmsignaal van do rond rijdende brandweer-auto'o, elk bemand met oen trompetter, die het signaal „gar de k vouq" door do straten blies. Yoor mij wan deze sensatie nieuw. Dc eerste maal, dat het alarm tegen een loicht-oanvail go- blazon werd in Maart 1915 wcio ik juist op m'n reis naar Holland, via Lon don. Tien minuten later was Parijs nog pikdonkerder dan het gewoon pikdonker van alle avonden. Poditie-agenten gingen langs do huizen waar nog licht schemerde, en deden elk schijnsel verdwijnen of moo- keoren Er zij duisternis...... en er waa duisternisDe straatlantaarns op hoogrrb onkele straathoeken na werden gedoofd. En duisternis zweefde over de wateren van de Seine. Intusscihen odhiohtten de lichtbundels van zoeklichten in alle richtingen door de lucht. En in de verte klonken -doffe ontploffingen. Maar in welke richting was niet te zeggen. Het hield trouwens niet lang aan. Het werd stil, en bleef donker. En pas om tien minuten over één reden de brandweer auto's opnieuw rond, en schetterde door dö nodhb-etilte hot vrootijke hootmsignaal „la breJoque" Waarop do Parijzenaara hun gestoorde nachtrust konden hervat tenbehalve do ongelukkigen, die in de vorloopen oogenblibken voor hun lov-on waren verminkt... of dio uit hun nachtrust do eeuwige rust waren ingegaan. Terwijl ik dit oahrijf het is Maandag rijn er 30 van do eerste categorie, en £5 van do laatebe. En misschien zijn -de getallen nog niet volledig. Yijf-en-twintig slapende bur gers, grijsaards, vrouwen en kinderen, zijn gesneuveld. Dertig zijn er gewond of ver minkt. Li eb* Yaterland, kannst ruhig sein Wel te verstaan de resultaten van 't hel- denbedrijf wisten we pas Zondagsmorgen. Parijs ia zóó enorm groot, dat de men- schen uit andere wijken dan de „bezochte" niet eens wisten, wéér do luchtaanval pre cies had plaats gehad, vóór de kranten het Zondagmorgenniet vertelden. Want de censuur hoeft de Parijsdhe bla den verzocht do straten van hot onheil niet te noemen, om de vijandelijke luoht- eohippers niet in te lichten, wa&r zij zich bevonden. En ik leg mij, in overeenstem ming met dezen wensah, de vrijwillige cen suur op, niet uit de school te klappen. Ik heb namelijk Zondagmiddag de ruïnes van den moordaanslag bezocht. En zal er dus van vertellen zonder 6traten of wijken te noemen. We kwamen eerst op een plok, waar 'n bom op het plaveisel is terechtgekomen. De ondergrond-lijn van de métro ligt pre- Er wordt cck gcccgd „berloquo". De signalen „garde k vous" en „la breloque" heetcn in hot Hollandses „geeft acht" cn „op do plaata rust". des op die plaats, en de bom heeft e geweldig gut geslagen in den bovenwa!2 van clo tunnel, die in de diepte achtbar fa. Het trechtervormig gat is een meter J vier in middellijn, en ligt op een hond*!! meter afstand van een station. Het sehi" dat oen minuut van te voren een trein v trein een minuut later was voorbijgekomen was de catastrofe niet te overzien geweest' We gaan oen zijstraat in, en vinden no* twee andere gaten van ongeveer dezolfd afmetingen in den grond. Een boom fa do steenen gerukt en weggeslingerd. Op do andere plek, aan den rand van een trot toir, zijn alle ruiten en luiken van het aan liggende huis vernield. Ook aan den over' kant van de sbraat is in twee huizen gceQ ruit meen* heel. Een andere zijstraat, dio door de politie is afgezet. Maar m'n perskaart opent iq0 de versperring, en ik kom op de binnen plaats van een huis, waar een bom fa neer geslagen Een stuk muur is uitgerukt en ligt in een verwarde hoop puiD, verspij, tord hout en verwrongen ijzer, op de bin nenplaats. De overliggende muur ver toont 'n massa deuken van een paar-vufa- teai-diepte het zijn de sporen van de bom scherven. Een potiti ©-agent, die in dat huia woonde en uit het raam keek, is door do ontploffing als het "ware onthoofdzijn' vrouw is dood; een grijsaard van 71 jaar één verdieping hoogor, is dood. Er zijn nog 3 vrouwen en 2 mannen in het huis gewond1. Een reusachtige faibrieks-sohoorsteen, naast het perceel, staat scheef. Het is ecu wamdeir, dat het gevaarte niet is ingstort. Twee zijstraten verder is een plein met een kerk. De scherven van de bom zijn tot aan het kerkgebouw gevlogen, en hebbed hun sporen achtergelaten op den muur. Uit de wijzerplaat van den zijgevel ont breekt juist het midden met de wijzers. Het komt me bijna ongelooflijk voor, dot de bom en' die precies heeft uitgeslagen, maar oen buurvrouw verzekert me, dat het zóó fa. Het bovenstuk voni den kerktoren staat scheef. Is het door de ontploffing? Ik weet het niet. Andere zijstraat. Hier is de goweldigsto verwoesting aangericht, die ik heb gezien1. Een huis van zes verdiepingen is van boven tot beneden in tweeën geslagen. Dat wil zeggen, dat de neervallende bom do holft van het huis verticaal heeft wee- gelagen de andero helft is blijven staan. In 't opengerukte huis zijn do precieo bovon-olkaar-liggende keukens zichtbaar. Do fornuizen staan juist aan den rand van don afgrond. De slaapkamers rijn in puin geslagen, en hebben de ongelukkige elacht- orferc onder hun neerstortende overblijf selen begraven. Een vrouw en haar kind zijn gevaarlijk gewond, en zes lijken zijn weggehaald uit höfc puin een meisje van 4 jaar en baar zusje van 15 maanden een man van 70 jaar en z'n vrouw van 09 jaar; een vrouw van 29 jaar en haar zoontjo van oenige maanden. In oen steeg, naast het perceel liggen stukken muur van tientallen kilo'e, en oen ijzeren hek is door de wegvliegende stukken verbrijzeld als glas. Het is 1 tabel. En eoo gaat het döor 1 Een straat vortat fa oen kledn huis totaal vernield. Do be woner, een soldaat, die met verlof van het front kwam, en in don oorlog gespaard was, heeft hier het leven gelaten. Met hem rijn omgeko-mon z'n vrouw, hun dochtertje van 15 jaar, een buurmam van 66 jaar, een buurvrouw van 34 jaar en haar 2 kinderen een j origetj o van 8 j aar en een m-eisj o van 18 maanden. Het zoontje van don verlof ganger, een jongetje van 10 jaar, leeft nog. Z'n beide boenen rijn verbrijzeld. Een eind verde> staat een klein huio van twee verdiepingen op een open ter rein. Het hufa fa alweer voor de helft wcc* gedogen, en in dë opengerukte slaapka mer fa een verwrongen ijzeren bed zicht baar. Hier woonlcïo een brigadier van do politie mot z'n vrouw on z'n ahoanmoc- dor. Z'n vrouw, weggeslingerd uit 't open gespleten hufa, is g*e»wond opgenomen, verscheiden meters verdor. Haar man en haar moeder rijn dood. Ik vertol de nuchtere feiten. Ik onthoud mo van overbodig commentaar. AkluJ wordt in 1916 oarlcsggevoerd door het lord, dat den mond vol heeft van z'n „Hoc£> Irultur". 4 Ik ben allo verwoestingen mco -vcroci gaan riem Do Fransche pers schreeuwt om topre* oailJec, die zeer waarschijnlijk niet zul lea uitblijven. Dan zullen ook ecnigo tiente.- Ion Duitsche vrouwen en kinderen ster ven, uit wraaJk. Wc leven in eon mooi tip* porie 1 Maar wie fa met hot rimpmoordonaais- werk begonnen CABOCHON. op f 17 per jaar, nog later opgevoerd tot f 26. Op de vergadering, die 10 Nov. 1855 werd gehouden, werd het bestuur met twee le den uitgebreid, die de functie van commis saris zouden bekleeden, „daar er maatre gelen genomen moesten worden tegen het zoekraken en niet netjes behandelen van de lectuur", en werden als zoodanig geko zen de heeren Yan Lith en W. La Bree. Aan een der commissarissen werd opdracht verstrekt de zoekgeraakte preek van ds. Amshof op te sporen Het geselschap mocht rich in een gesta- digen bloed verheugen en het ledental klom in 1857 reeds tot 49. Toen in 1858 het ge tal 50 bereikt werd, deed de praeses het voorstel om het getal leden niet hooger te doen stijgen, hetwelk "werd aangeno men. In 1860 vinden wij voor het eerst ver meld, dat een der leden, de heer Wijn beek, een humoristische voordracht deed, hetwelk zóó in den smaak viel, dat de praeses hem verzocht het volgend jaar weer op te treden. Dit gebeurde dan ook. In de oude Stadszaaï is men nog gehuisd, het gebouw fa bouwvallig, maar er fa niet anders, „'t Nut" fa te duur. 't Is buiten hondenweer. De leden van „N. en G." rijn 't is 20 Januari 1861 bijeengekomen!, en terwijl de heer Wijnbeek zijn voor dracht houdt, komt een windvlaag, slaat een gedeelte van het dak weg en de regen valt met sbroomen in de feestzaal, die wij selijk onmiddellijk werd verlaten. Nu was het uit en men verhuisde naar de School steeg, daarna naar Le Fob er in de Paar- densteeg, en toen naar „'t Nut". Behailve dat de zaal peperduur was, kwam daar nog bij, dat men den wijn van den con cierge moest betrekken. Dit deed hefc be stuur besluiten te verhuizen naar Taverne. Zoo zoetj es aan, vooral nu er meer jonge leden kwamen, - wijzigde zich de lectuur. De preeken van eb. Zaalberg werden af geschaft en 26 Nov. 1868 besloten hot boek werk „De donkere plaatsen van Londen en Berlijn" aan te koopen, bet „Humoris tisch Album", „De Aarde en haar Yol- ken", „Eigen Haard", „Het Leeskabinet" en „De oude Huisvriend", terwijl werken van Bosboom Toussaint, Cremeer, Koop- mans van Boeker en en Gram mede in portefeuille kwamen. In 1870 werd het 25 jarig bestaan her dacht. In deze 25 jaren heeft het Leesge zelschap 116 leden gehad, 50 bedankten er in den loop der jaren en 13 overleden. Het beginselduiveltje kwam ook op de jaarvergaderingen wel' eens een duit in het zakje gooien, en had het vooral gemunt op het tijdschrift „De Natuur", welks in houd niet ieders goedkeuring kon wegdra gen. Maar het bezadigd woord van presi dent Essers wist dan altijd den storm ten goede te keeren. Ook in de huishoudelijke aangelegenheden werden in den jare 1888 veranderingen aangebracht. Was het tot dusver gewoonte, dat het bestuur dit col lege zelf aanvulde, voor het eerst vinden wij in de vergadering van 11 Dec. 1889 gewag gemaakt, dat met deze gewoonte gebroken en de nieuwe bestuurders met meerderheid van stemmen moesten geko zen worden. Op do 37stó jaarvergadering deelde do praeses mede dat een der oudste leden de neer Wijnbeek die nog nimmer verzuim de de vergadering bij te wonen, zijn kamer moest houden wegens ongesteldheid cn voor de eerste maal niet tegenwoordig kon rijn Direot is één der le'don gereed met het voor stel om den rieken vriend töch te gedenken en hem zijn pijp, kaas en flesch wijn thuis te brengen. Zoo gezegd zoo gedaan en ecnigo leden brachten in optocht een en ander naar de woning vanf 't daardoor niet-weinig- verrasto lid. In 1887 ontviel de Yereeniging de heer H. Scbnabel, die meer dan elf jaren het se cretariaat met toewijding had waargeno men; in zijn plaats werd op de vergadering van 12 December 1888 benoemd de heer P. H. Spijker. ti Niet altijd was de toestand van de Yer eeniging even rooskleürig. Yooral in de ja ren 1890—1900, had het bestuur met groote financieele moeilijkheden te kampenr Een besluit om den bode af te schaffen, waardoor f 26 jaarlijks bespaard werd, doch waar door de leden verplicht waren eiken Maan dag bij hun voorganger de boeken te doen afhalen, veroorzaakte klachten, leidde tot verwarring, waardoor vele leden bedank ten en zelfs de toestand in 1900 zóó critiek word de Yereeniging telde toen 21 leden dat zelfs in de vergadering van 28 Dec. ter sprake werd gebracht het al of niet voortbestaan der Yereeniging. Gelukkig werd dit verhinderd. Besloten werd alsnu over te gaan tot het benoemen van een be zoldigden bode, ep daarmede do oorzaak weggenomen van veler bedanken. En dat het nemen van dit besluit den kring ten goede fa gekomen, bewees do jaarvergadering van 1904, waar niet min der dan 13 nieuwe leden toetraden. De opbrengst van de verkochte boeken va rieerde sterk. Daar echter in sommige jaren de cijfers van contributie en verkochte boe ken niet gesepareerd zijn, fa 't onmogelijk 'n zuiver beeld hiervan te geven, 'fc Minstue- drag was f 4.65 in 1886, het hoogste in 1&3 f 22.55. v Aan gekochto boeken was toen de ver* eeniging 40 jaar beslond f 3000 uitgegeven, welk" cijfer tot op heden gerust gesteld mag worden op f 5000. Onder haar leden heeft „Nut on Genoc* gen" verschillendo flinke burgers gehad noemen wij slechts de heeren Schaap, Bruni- melkamp, Uljée, Le Nobel, Yos, clr. Homf, Yan Dorsten, Yan der Kamp, Yisser, Rer* son, Bijtel, Yan der Kaay en nog anderen, die allen tot hun dood ,,N. en G- getrouw bleven. Do voornaamste leveranciers van boehen waren do firma's Yan Doesburgh, Gcbrs- Yan der Hoek en Koöyker. Het leesgezelschap beschikt thans ovei een uitgebreide collectie lectuur; de bes e letterkundige tijdschriften en de nieuws 0 romans rijn in portefeuille. Wel heeft o groote Europeesche krijg ook op de uitga^ ven van boeken invloed gehad, zijn er der romans o. d. verschenen, maar toch het het bestuur tot op heden die middelen we ten te vinden, om 't „alck wat wils" tot z'] recht te doen komen. Het bestuur bestaat thans uit de heei"^ J. Splinter, voorzitter; P. F. C. Marks, cretaris, en P. J. Stephanus, penningme ter.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 10