IP. 17176 ~Woensdag 23 Februari Ingezonden. FEUILLETON. iolette of de Schoonzuster. f Het morgen verschonend nummer bevat L; Als voorplaat* Portret van luitenant- Ineraal J. P. Michrelsen f» commandant het leger en chef van het Departement |n Oorlog in Neerlandsck-Indië, die, ten gevolge van een vliegongeluk, het leven ver ten heeft. ['Voorts: Portret van- luitenant Henri ter Lrten, die bij het vliegongeluk in Indië taar verwond werd. Louis Bouwmeester, Ihjj o-elegenheid van zijn 55-jarig jubileum als joneelspeler, in 12 verschillende rollen. fetersnood-Tentoonstelling in „Panorama", t Amsterdam. „Wereld-Revue*', bevatten- t tal van foto's, op tien oorlog betrekking lebbende. Uitslag van den Grooten Bijen- fcorï'-Wedstrijd. |)a Pers over de leening, de dubbele belasting en de heffing-in-eens. ■Nog maar enkele blaften .11 Döichou- SriLgen over de jongste financieele ontwer pt. JHefc „A_LG. HANDELSBLAD" (libe ral) wijst op den spoed, dien 1 j nieuwe lister van tinanciën heeft betracht. Dat Bij m tegenstelling met zijn voorganger an plan is de opcenten van het leenings- ftids niet in de heffingspercentages der prscklllende belastingen te verwerken, ich ze afzonder!ijle te handhaven, za* naar jet oordeel van het blad mettertijd een be- Üi-ring omtrent u aan deze opcenten te Beven bestemming vereenvoudigen. Met woldoening is kennis genomen van de hef- Bng-in-eens. IValkomen tereclit wordt in Memorie Toelichting opgemerkt, dat het gebo- len schijnt, om, naar gelang de lasten van |3e crisis stijgen, ze voor een gr ">ter deel ftoor do me-ervermogenden te doen dragen, [hetgeon het best door een heffing in een aal zal geschieden, die uit den aard der laak voor verreweg het. grootste deel op de ermogonden drukt. T'an kapitaalvernieti- ng (een der argumenten, waarmede bij bestrijding der vroegere - effingsvoor- zoo zeer geschermd is) behoeft, Bir in de memorie wordt gen erkt, wei- fe of geen sprake te zijn, eenerzij»., j de dring zeer matig wordt gehouden, en oorts gelegenheid zal worden gegeven, de taling over jaar te verdeelep. Het is lelfs do vi~ag,-of de voorgestel.© heffings- lerccntages, met het oog op d buitenge- rono omstandigheden, de groot0 behoeften schatkist en den goeden gang van za- cn hier te lande, niet wat al te matig ijn. Do opbrengst der voor eenmaal geheven komstenbelasting wordt op CO tot 35 mil- ioe/i gulden geschat, met de daarbij behoo- cccle, eenmaal geheven vermogensbelas 1 Jg op 80 tot 85 millioen. Tor vergelijking diene, dat in het tarief ran hot wet son werp der Vrijzinnig Demo- ratische Partij in zake een heffing in eens, kap: albelasting bij 8000 begint met percentage van 1 pÓt. en bij f 50,000 welke som de extra-vermogensbelasting 'olgcns ontwerp van minister Van Gij 1 met Ben percentage van kX2 pCt. aanvangt, eeds 1.30 pCt. zou bedragen. Ac te wach- -on blijkt, of bij de behandeling in de Twee- Kamer geen st-rker progressie "il wor- en voorgesteld. In het thans ingediende ontwerp u- hef fing in eens, die als „Verdechgingsbelas- t.ing" wordt aangeduid zijn de naamlooze vennootschappen buiten de nèffing gelaten. Ook hiervoor zal waarschijnlijk het laatste woord nog niet zijn gezegd. De „NIEUWE ROTTERDAMSCHE COU RANT" (liberaal) schrijft over do ingedien de wetsontwerpen o.m.: „Terwijl minister Treub de thans over verscheidene belastiügen geheven buitenge wone opcenten ten behoeve van het Lee- ningsfonds voor den dienst van de -crisislee- ning van 1914 in de hoofdsommen der belas tingen wilde verwerken, en aldus die op- centeö tot een blijvende belastingverzwaring consolideeren, wenscht minister Van Gijn voor den dienst van genoemde leenijjg het opcentenstelsel zij het wellicht eenigs- zins gewijzigd te handhaven, en dus den bij zonderen aard van de crisisgaven ook in den vervolge op buitengewone wijze in ons belastingstelsel te accentueeren. Dit is, wat wij van den aanvang af heb ben bepleit, en het plan van minister Van Gijn lijkt ons het eenige, om binnen betrek kelijk korten tijd de crisisuitgaven te boven te geraken, zonder dat de gewone staats dienst ontredderd wordt Waar het boven al op aankomt is dit, dat de zeer bijzondere en volstrekt abnormale uitgaven, die ook ons land in verband met den oorlog zich heeft te getroosten, zullen worden opge bracht op zeer buitengewone wijze, als iets voor een ieder waarneembaar tijdelijks, en van de gewone belastingen afzonderlek ge houden extra's, dat komt te vervallen zoodra' de crisisuitgaven gedelgd zijn. Alleen in dien dit geschiedt, zal het mogelijk zijn, dat de staat zyn normale bezigheid in overeen stemming met de behoeften van den nieu wen tijd, gesteund door de normale belas tinginkomsten, vervolgt In het systeem.1- Treub leek dit niet wel mogelyk. Minister Van Gijn schijnt ons nu op het goede pad terug te willen brengen. Houdt mr. Van Gijn vast aan de gedachte, die hij thans terloops in de memorie van toelichting als zijn ieidend beginsel naar vo ren brengt, dan wordt de vraag, of de noo- dige gelden ter voorziening in de crisisuit gaven uit een, over verschillende jaren wer kende^ belasting (opcentenheffing b v.) dan. wel uit een heffing in eens zullen worden verkregen, van veel geringer beteekenis. Welk middel zal worden verkozen wordt een kwestie meer van beleid, dan van beginsel. Men behoeft zich daarover niet warm te maken. Minister van Gijn handhaaft dus, gelyk ge zegd, voor de Leening 1914 het opeen ten- stelsel. Er blijft, buiten hetgeen uit die lee ning van f275 millioen is bestreden, tot Augustus van dit jaar nog in f 175 millioen crisisuitgaven te voorzien. Daarvan denkt de minister ongeveer f45 millioen te kun nen vinden uit de oorlogswinstbelasting, waarvan het ontwerp op komst is. Van de f130 millioen die daarna resten zal, volgens de gisteren ingediende voorstellen, ongeveer f80 millioen worden gevonden uit heffing in eens d.w.z. in 10 termynen in den loop van 21/2 dienstjaar van Mei tot Mei, dat zyn dus 3 kalenderjaren, te betalen. De rest, van f50 millioen wordt door een leening verkregen, wier aflossmgsdienst later zal worden geregeld indien minister Van Gyn daarin nog mee te praten heeft, door bestendiging van buitengewone opcenten, als voor de Leening 1914. Een gemengd systeem van bestrijding van crisisuitgaven dus zal het zijn, waarin we met deze plannen geraken: deels extra op centen, deels heffing in eens. In het stelsel van mr. Van Gijn is daartegen geen be zwaar. Natuurlijk zal het mogelijk zijn, de verhouding, waarin de twee aelgingswyzen tot elkaar staan, te wijzigen. Men kan de heffing in eens hooger opvoeren, en de op centenheffing inkrimpen; het omgekeerde is evenzeer mogelijk. De leening. welke voorgesteld wordt, zal met f 50 millioen, doch f 125 millioen be- loopen. Waaruit blijkt dat f75 millioen no dig zyn tot bestrijding van gewone uitga ven, die met de oorlogscrisis niet in direct verband staan. Voor de delging van deze som kunnen natuurlijk de gewone regelen worden gevolgd. Met name zal voor den dienst van dit bedrag uit de normale staats inkomsten moeten worden geput. Het ligt dan ook in de bedoeling van minister Van Gjjn, daartoe de gewrone oude, en nieuw in te stellen, belastingen aan te spreken. De heffing in eens is in den vorm ge goten, die door het vrijzinnig-democrat''soke voorstel is gesuggereerd. Zij 'bestaat in een buitengewone hefiing van inkomsten- zoowel als vermogensbelasting. Ook hierbij gaat het voorstel der regeering in de richting, in dit blad reeds van den beginne af aan aange prezen: die van een versterkte progressie by de heffing naar het inkomen, en invoering van een progressie bij de hefiing van het vermogen. Begrijpen .wij een uitlating in de memorie van toelichting wel, dan ligt "het trouwens in het voornemen van den minister, de vermogensbelasting in dien zin to wijzi gen, dat daarbij voorgoed eenige progressie zal - ingevoerd worden. De minister spreekt in de memorie van toelichting van een „eenmaal extra geheven wordende inkomstenbelasting" en van een „eenmalige vermogensbelas ing", doch dit is wel wat euphemistisch den aard van deze heffing gekenschetst. De heffing naar den grondslag van de inkomstenbela:ting stijgt tot 15 pCt (voor hetgeen het inkomen meer dan een ton bedraagt), en de vermogensoe- lasting klimt op tot 100-maal het thans verschuldigde bedrag. Geen wonder dus, dat de minister er op uit is, de middelen tegen ontduiking van de heffing te verscherpen: bekendmaking van de namen der knoeiers en gevangenisstraf staan op het program. Waartegenover dan komt een soort amnestie voor degenen, die verleden jaar onjuiste aangifte hebben ge daan, en nu, dientengevolge, als ze hun biljet juist invullen, in-den knoei zouden ge raken. Om dezen slechten -burgers 'fc gemak kelijker te maken, altkans dit jaar de hef fing in eens wordt geheven naar de aangif ten, die in Mei a.s. zullen moeten worden gedaan eerlijk te zijn, en aan de gevan genis te -ontkomen, zullen ze verschoond worden van navordering van inkomslen- en vermogensbelasting, zoo uit,- him aangifte van dit jaar blijkt, dat zy, verleden jaar den fiscus hebben bedrogen. „DE TIJD*' (r.-k.) vestigt; er de aandaótit' op, dat de minister het ontwerp-Treub, hou dende de grondslagen van het stelsel van 's Rijksbelastingen, ingetrokken hec-ft Naar men weet, had deze wet dit eigen aardige, dat zij geen enkele belasting in voerde, doch slechts het plan, hét schema bevatte van de door minister Treub in uit zicht gestelde heffingen en gelegenheid gaf, om de verhouding na te gaan van de op brengsten. Buitendien hield de grondslagen- wet nog een „novum" in op belastinggebied, n.l. de bestemmingsheffingen: belastingen, welker opbrengst tot een b?pcald doel zou den strekken, zoo b.v. de pensioenbelasting, de weerbelasting en de vlootbelasting. Men zal zich herinneren, dat bij het op treden van dezen nieuwen minister door ver scheidene linksche organen de verwachting werd uitgesproken, dat het belastingstelsel- Treub zou worden overgenomen, zij het in de onderdeelen wellicht eenigszins ge wijzigd. Blijkbaar is de minister van andere meening en deze - intrekking doet veronder stellen, dat hij de op het grondslagen-ont werp gebouwde belastingen niet ©enigszins, doch ingrijpend zal veranderen. Behalve het grondslagen-ontwerp trekt de minister ook in het ontwerp betreffende den accyns op het gedistilleerd en dat be treffende den accyns op wijn. Belde laatste ontwerpen zouden ongeveer 4 m'llioen gul den meer per jaar in de schatkist heb oen gebracht De nieuwe ontwerpen, welke minister Van Gijn gisteren heeft ingediend, zijn blijkbaar nog uit de nalatenschap van den vprigen minister van financiën." Het blad geeft vérder een overzicht van de nieuwe ontwerpen. Ook „HET CENTRUM" (r.-k.) zegt, dat minister van. Gijn er geen gras over laat groeien. Het blad wijst er eveneens op, dat de minister de bovengenoemde ontwerpen van zijn voorganger ingetrokken heeft, meent dat hij blijkbaar niet zulke groote hervormingsplannen koestert als de heer Treub en ook minder aan de toekomst denkt dan aan het heden. Over de hefftiig ineens en de aangekondigde oorlogswinstbelasting lezen wij: „Of echter het bedrag, dat hij, (de minis ter) uit die héffing hoopt te verkrijgen, niet hooger kon zijn, is een andere vraag, terwijl ook d3 regeling daarvan voor de werkmans- en burger-inkomens, bezwarend lijkt. Vooral voor de menschen met vaste in komens, die nu reeds groote moeite he'cben in dezen duren tijd behoorlek rond te komen, is het èen harde noot, welke de minister hun te kraken geeft. En wordt in de M. v. T. wel voldoende gemotiveerd, waarom de naamlooze vennoot schappen buiten de heffing voor eenmaal zijn gelaten? Ons dunkt van niet. Te meer bezwaar kan er bogen die rege ling bestaan, wanneer men denkt aan het bedrag, dat de heèr Van Gnu vau de be lasting op do co lo swi st verwacht. Hij"meent de opbrengst d.ar.an-te mogen stellen op 40 h 50 millioen. Maar wanneer men de mededee'ingen mag gel00ven, welke over de reusachtige som dier winsten werden gedaan, dan schijnt zulk een opbrengst wel wat al te bescheiden. Er is van die winsten ongetwijfeld méér 'te verkrijgen, dan de minister zich voorstelt. En dit ware niet anders dan bil.ijk tegen over de zeer velen in den lande, die van den oorlogstoestand enkel nadeel en geen enkel profijt hebben onder vonden, en aan wie het zeer zwaar zal vallen, tweemaal inkomsten-betasting te betalen over één en hetzelfde jaar." Kwestie tusschcn Huiseigenaar en Huurders. 1 Geachte Redactie. Ondanks het feit, dat de heer Grupstra zeer deskundig lijkt op het gebied van huizen exploitatie, (hij dient dan ook zelf behoorlijk onderlegd te zijn, om over de kennis van een ander op dat gebied te kun nen oordeel en) heeft hij. öf mijn schrijven niet goed gelezen, öf, hy tracht door zijn schrijven de aandacht daarvan af te lelden. Ik heb niet toegegeven en ook niet be twist, dat de huurverhooging gemotiveerd was, doch alleen gewezen op de onnauw keurigheden, vermeld wordende in mijn vorig schrijven. En nu mag de heer Grup stra aanvoeren, dat het niet over briefjes en kennisgevingen gaat, uit mijn vorig schrij ven blijkt, dat het daar juist om gaat. De onbewezen beschuldiging van den heer Grupstra, dat: „de huurders den ont vanger gewoonlijk met een kluitje in het riet sturen", laat ik geheel voor rekening van genoemden heer. De onderstelling van den heer Grupstra, dat ik „waarsch ij n- fijk" geen huiseigenaar ben, is ju'st. Hij had echter rekening te houden met het f.it, dat ik bet wel kon zijö, en waar hij in zijn schrijven beweert, „dat ik totaal geen ver stand van huiz:nexp!oitatie bezit", erkent hij dus, dat de eischen voor de kennis van hui zen exploitatie niet zooveel omvat1 end zijn. (De heer Grupstra heeft hierbij ongetwij feld uitsluitend gedacht aan zijn exploita tie, en wordt dit dan ook niet toegepast op de exploitatie van anderen). Bovendien doet het vreemd aan, dat, waar de heer Grupstra mij verzekert: „totaal geen verstand van hüizenexploitatie te b-zitten", hij in zijn schrijven zich voor mijn raad aanbevolen houdt. Men gaat toch geen raad inw:nnen van iemand, die men even te voren tot oo-deelen onbevoegd verklaart? In de kennisgevingen worden de huurders befc'teld mot UEd. Pe genen, die geweigerd hebben te betalen, worden alleen met nam-1 in h?t „Léi.sch Dagblad" gepubliceerd. Zelfs wellevendheid wordt voor 20 cents genegeerd. In dezelfde kenn'sgev'ng komt o.m. nog voor, dat op de vergadering tot huurver hooging was besloten, na overleg met een groot aantal huiseigenaren, m. a. w. na on derling overleg. Daar is natuurlijk niets tegen. Het is dan ook vo'komen begrijpelijk, dat ook de huurders na de b?kend gemaakte verhooging oiwTr'ing overI?g pleeg'en. lib is iets anders dan de heer Grupstra zegt; die noemt het een „kompïot smeden". Reeds bp den aanvang van d t schrijven deelde ik mede, over het gemotiveerde van do huurverhooging niet te hebban geoor deeld. Doch nu de heer Grupstra op de „noodzaak" wijst, wil ik er toch even iets over zeggen. Het bleek „n 00 dzak el ijk" de huur met 20 cents per week, of f 10.40 p?r jaar te verhoogen. Maar dan had deze verhooging,; ten bewjjze der noodzaak, ook moe ten worden doorgevoerd. Een huurder echter, die de Nieuwjaars- week ad f2.50 voldoet, kan gedurende 191(1 tegen den ouden huurprijs blijven wonen. Als ondanks de aangevoerde noodzaak, per jaar en per huurder f 10.40f 2.50 f 7.90 niet behoeft te worden betaald, werpt di( een eigenaardig licht op de aangevoerde „noodzakelijkheid" en, in verband met de hooge hypotheekrente en arbeidslconen, op een verstandig beheer der exploitatie. Een Belangstellende, j I>e Molen aan de Houtmarkt. Mijnheer de Redacteur! Met verbijstering zullen vele Leidenaaïs met mij hebben kennis genomen van het adres van de vereeniging „Heemschut" in zake den molen aan de Houtmarkt. Immers eerst uit da-t adres moesten wij leeren, dat een- van de allerfraaiste stadsgezichten in Leiden, wellicht het eenige, dat nog geheel de herinnering aan het Leiden va-n voor een paar eenwen bewaart, met vernietiging wordt bedreigd. En door wie bedreigd? Door een winstzuchtig particulier? Neen,- door het lichaam, dat. geroepen is derge-1 Irjke handelingen van particulieren tegen te gaan door het gemeentebestuur! Is het werkelijk de bedoeling Leiden voor menschen met een eenigszins ontwikkelden smaak onbewoonbaar te maken? Gruwelge- vels mogen hier de fraaiste stadsgezichten ontsieren (Breestr'aat, Nieuwe Rijn, Oude Singel, Mare, enz.), de boomen worden eerst verminkt en zoodra zij. hun hoogste waarde aan hout bereikt hebben omgehakt, wat eij Uib het Engelsch van Miss YONGE. (Nadruk Verboden). 61 ..Zoo heet hij juist. Hij woont in de nabij- 'id van Gothlands, en schijnt zeer in het 'tirouwen der beide vriendinnen te deelen; raadp.egen hem over al haar vrome plan- A en ik vrees, dat zij op zijn aanraden iö verder zullen drijven, dan Theresa zelve ^ornem-.-ns was." ...0, Deen, dan kan het. dezelfde persoon iet zijn. Ik bedoel iemand geheel anders, tea neef van die dames Gardner, "die met Cbeodora zoo bevriend waren." dat wilde ik u ook nog vragen Hoe iPat het met M:ss Gardner en Percival Fothe- Itegham? lioe! Hebt gij niets van hen ge hoord?" .JJeen, niets. Wat bedoelt gij?" .Gij weet toch, dat zjj. getrouwd zijn?" •Getrouwd; neen, dat is onmogelijk!" tik dacht, dat gjj er alles van weten JMt, en ik was verlangend te vernemen, t hefc een .goede party voor Percival is." '.Wie kan u dat verteld hebben? En wan- ee^T.heeft dat huwelijk plaats gehad?" t>ni ^an£ in Italië. Ik heb het Iloan83 van mijn neef Edward Howard ver- men, die juist van daar teruggekeerd is, j^pj er hy verhaalde, dat mevrouw Finch k-id .eace ZG6r °P de spraak is; haar zuster, tor l ^as weken te voren met o i° .eringham, den auteur, getrouwd." ban niet gelooven, dat het mo- isEn toch, het is zulk een byzondere naam, dat er moeilyk een vergissing kan plaats hebben." „Weet gy ook of hy Antonie heet?" „Ja, dat is zijn eerste naam. Ik herinner my, dat Arthur er hem eens mede plaagde, dat hij zich over dien naam schaamde." „Dat bevestigt dus mrjn verhaal. Ik vroeg Edward of Percival zyn voornaam was, en en hij zeideNeen, Antonie, en dan nog een dergelyke naam, maar dien wist hy niet recht." „Ha! dan kan het toch nog wel een ver gissing zijn, want hij wordt (ütijd Percy ge noemd." „Hij voegde er bij, dat het een goede party voor Miss Gardner kon genoemd worden, want dat hij erfgenaam was van een land goed in Yorkshire." „Toch niet Worthbourne? Dan vrees ik inderdaad, dat het maar al te waar is. En hij zeide de. auteur, nietwaar?" „Ten minste, dat heeft men Edward ver haald." „Ik zal dadelijk aan John Martindale schrij ven. Hij zal natuurlijk met alle bijzonder heden wel bekend zijn." Gedurende de^i overigen tijd van Jiaar bezoek, on onder het naar huis 'rijden, ver keerde Violette als in een droom. Zij was buiten zichzelve van veróazing, van mede lijden en teleurstelling en kon het maar niet met zichzelve eens worden, hoe zij die tyding aan Theodora bekend zou maken. Zou zij wachten tot zy meer bijzonderheden wist, die het gehoorde bevestigden? jMaar na al hetgeen Lady Elizabeth gezegd had, was dat eigenlijk niet meer noodig. Zy wist, dat Percy verleden jaar plan had gehad Italië to bezoeken, en de naam, het auteurscliap en zyn betrekking og Worthbourne verdre ven allen twyfeL Aan wien zou zij het vragen? Zij. wist niet waar Arthur zich op het oogenblik bevond, en zelfs, al had zij zyn adres gehad, zou zy toch angstig geweest zijn, om hem te verzoeken eenige narichten in te winnen, daar hem dit noodwendig al wederom in aanraking met Mark Gardner zou brengen; daarenboven had Arthur" tóch de gewoonte om nimmer op eenige vraag te antwoorden, die men hem per brief deed. Ook durfde zij 'tniet lang uitstellen; 'twas toch beter, dat Theodora zulk een tyding vernam uit den mond ©ener vriendin, die met haar gevoelde, dan dat zjj die hoorde vertellen onder de nieuwtjes van den dag; en zij moest het maar hoö eer hoe beter weten, opdat zij niet langer een schijn van genegenheid voor hem voeden mocht. Helaas, dat hij nu juist zoo gehandeld had op het oogenblik, dat zy weder zijn liefde waardig was! Des avonds, toen Theodora ails ge woonlijk bij het vuur een praatje kwam maken, deelde Violette haar met gtooten weerzien en een weifelende stem het be richt mede, terwijl zy haar oogen stijf op den grond gevestigd hield, wel wetende hoe weinig dat fiere hart kon dulden, dat zijn lyden door anderen werd opgemerkt Theodora richtte zich in haar volle lengte op, en 'ging met schitterende oogen voor haar staan, terwijl zij vol verontwaardiging uitriep„Meent gij, dat ik er iets van ge loof'? Neen, waarlijk niet! Ik mag hem voor altijd verloren hebben, maar nij zal zich nooit zóó wegwerpen. Ik veracht die praat jes, evenzoo als ik dlat sprookje van Jane verachtte, dio mij wilde wijsmaken, dat gij hem uw zuster wild et aanraden. Maar ik kende hem en n to goed.'* Violette sloeg haar arm om Theodora's middel- I „Liefste, ïX ben te meer bevreesd, dat wij dit moeten gelooven, omdat hij niet al tijd getrouw geweest is. Hij heeft werkelijk over Annette gedacht. „Over haar gedacht? Wat meent gij daar mede? Heeft hij haar ten huwelijk ge vraagd „Ja, ik zou het u nooit, verteld hebben, indien ik niet meende, dat het u helpen zou om dezen schok te dragen." „Ik heb niets no >uig om mij dien te hel pen dragen", zei Theodora, terwijl zij haar hoofd ophief en zich van Violette afkeerde. „Laat hij dóen wat hem behaagt." Doch eer zij twee stappen n_ar de deur gedaan had, hijgde haar borst van een stuipachtig snikken. Zij wierp zich op den grond, en verborg haar gelaat in Violette's schoot. Dio snikken gaven zich lucht met lange tusschcnpoozeh, met een benauwd, gesmoord geluid. Violette was geweldig ont steld, poogde haar door liefkoozingen en zachte woorden tot bedaren te brengen, en eindelijk gelukt© het haar eenige woorden uit haar te krijgen. „Het is niet om mijzelvel O neen! Ik wist, dat ik zijn liefde reeds lang te voren verbeurd had.Ik had getoond, dat ik hem niet waardig was. Ik had jon recht om te hopen. Maar dat. hij zoo veranderd zou zijn dat hij met zijn helder verstand zich door haar veinzerij zou laten misleidenHij, tot wien ik mijn leven lang met eerbied zou hebben opgezien I die zoo edel was, toen hij mijn hand verwierp"! Groote, brandende tranen stroomden thans uit haar oogen. „O, Violette De wenschte, dat uw zuster zijn vrouw ware geworden 1 Dan was hij gelukkig ge weest dan had hij zichzelven niet ver laagd. Ach, hoe is het toch mogelijk, dat hy zoo veranderd is!" „Gij weet wel, dat Lady Fotheringham zooveel van Jane Gardner hield; misschien heeft hij clat huwelijk op haar aanraden gesloten." Alsof Percy uib de oogen van die oude vrouw zou zien, als hij eenmaal zelf met haar in kennis wasNeen, ik kan sr slechts -één verklaring van geven. Hij zal het ge daan hebben, omdat uoor mij alle vrouwen in zijn achting zijn gedaald. En kon het an ders, daar ik het geluk zijns levens, aat hij mij had toevertrouwd, als een nietig' speel goed heb weggeworpen? 1^ die hij met zijn vurfgo ziel zoo vele jaren had liefge had. Het is geen wonddat het hem thans hetzelfd ia, welke vrouw hij neemt l O, in dien ongelukkigen tijd moet ik wol krankzinnig geweest zijn! Helaas, ik heb den glans van het edele karakter verduis terd." „Lieve, beste Theodora, wat kan ik toch zeggen om u to troosten? Wie weet of zij niet veranderd is; hij zal haar mogelijk ver beterd hebben". „Daar is zij niet vatbaar voor", sprak* Theodora. „Zij weet. van alles gebruik te maken, en al wat zij doet, is slechts uit eigenbelang.. En i-ij, die zoo edel, zoo op recht was, en zulk een afkeer van valsch- heid had hij moet öf diep ongelukkig, öf bedrogen of verlaagd zijnl Neen, spreek mij niet van troost di"e bestaat er niet voor mij, en zal er nimmer bestaan".: „Uitgezonderd de eenige ware troost"# fluisterdo Violette. ^JVordt vervolgd)..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5