IterM en de Oorlog.
fi°. 17iöY
Zaterdag 13 Febi-uavi.
Ees-ste fSInd. A°. 1b.
Persoverzicht.
FEUILLETON
Violette ©f de Schoonzuster.
Grondbelasting en de kleine
grondgebruiker. In „VRAGEN
DES-TIJ DS' bespreekt de heer Smid, refe
rendaris aan het Departement van Land
bouw, de bctcekenis van de voorgestelde
verhooging der grondbelasting voor den
kleinen eigengeërfden grondgebruiker.
De aanhangig gemaakte voorstellen in
zake verhooging van de belasting op het
ongebouwd, zullen, indien die worden aan
genomen, een druk leggen op bil van kleine,
eigengeërfde grondgebruikers, die met bil
lijkheid en draagkracht spot. Dat is da tluse,
dio in dit opstel wordt ontwikkeld door
den schrijver^ die „de oorzaak van de onge
lijke bezitsverdeeling in onze maatschappij
ziet in het privaat grondbezit' en die er
daarom in beginsel zeer veel voor gevoelt
eon deel een groot deel zelfs der door
toedoen van de gemeenschap teweegge
brachte waardestijging van "den grond ook
aan de gemeenschap ten goede te doen
komen.
Dit is het slot van het opstel.
De grondbelasting is door den wetgever
aan naar lot overgelaten en zjj is, wat Pier-
son voorspelde, weer een grondrente ge
worden, d. i. een vast bedrag, op wlks
uitkeering aan den Staat bij de waarde
bepaling wordt gerekend. Hiermede zijn ook
do moeilijkhedep ontstaan, die Pierscn voor
spelde en diemet betrekking tot de thans
aanhangige ontwerpen door drie omstandig
heden in zeer sterke mate naar voren treden:
1. door de groot© en ongelijke waarde
stijging van den grond ia de laatste jaren;
2. doordien de Minister niet alleen het
percentage weer gelijk wil maken, maar ook
zeer aanzienlijk verhoqgen
3. en niet het minst, doordien in den
laafcsten tijd zooveel gronden tegen hooge
prijzen in handen van weinig kapitaal
krachtige bezitters zijn overgegaan.
Heb wil mij voorkomen, dat deze moeilijk
heden bij de samenstelling der op de grond
belasting betrekking hebbende ontwerpen
niet of ternauwernood onder do oogen zijn
gezien. Mogen bovenstaande beschouw!, gen
or ©enigermate toe medewerken, dat deze
fout tijdig wordt hersteld!
De „Christelijke on maatschap
pelijke deugden." 't Wordt hoe
langer hoe fraaier met de befaamde „Chris
telijke en maatschappelijke deugden" der
Lager Onderwijswet, zegt „DE RESIDEN
TIEBODE".
Amsterdam is een onderwijzer rijk, zeke
ren heer A. do Jong, die een „vrij huwe
lijk" heeft aangegaan. B. on W. zijn wijse
lijk van oordeel, dat zoo iemand riet be
paald aangewezen is om de kinderen voor te
gaan, hebben hem mitsdien niet geplaatst
op de lijst van bij voorkeur b:noembaren, en
hem to kennen gegeven, dat hij kan heen
gaan, als zijn tij 'olijke dienst is afgeloopen.
Daar schiet de „Bond" op af! Dat
besluit van B. en W. moet worden ingetrok
ken, wijl heb nieb steunt op „dienstbelang
en plichtsvervulling". Ja, den heer De Jong,
zoo zegt do Bond verder, kan heel best
de „.opvoeding tot Christriijke en maat
schappelijke deugden" worden toever
trouwd
Arme openbare school! „Christelijke en
maatscliappelijko deugden" moeten haar ge
bracht worden door menschen, die zelf niets
in hebben van die deugden. Niemand geeft
wat hij niet bezit- De ejrst:* beginselen van
Christelijke zoowel als maatschappelijke
deugden zijn vreemd dengenen, die zulke
.vrije" huwelijken propageeren.
Als het nog noodig was, hebben we hier
weer een all erf raast bewijs van wat de
heeren „Boud"'s-onderwijz8rs onder „Chris
telijke en maatschappelijke deugden" ver
staan.
Schooolopziener arrondisse
ment Alkemade. „DE RESIDENTIE
BODE" neemt het volgende schrijven van
geachte zijde op:
ln bovengenoemd arrondissement bestaat
een vacature van schoolopziener.
Wanneer wij zien over welke gemeenten
zich dit arrondissement uitstrekt en welke
de richting van de meerderheid der bevol
king dier gemeenten is, rijst de vraag of
het niet billijk mag heeten, indien hier een
Katholiek zou worden benoemd.
Wij geven hier een staatje, hetwelk aan
de resultaten der laatste 10-jaarljjksoke
volkstelling is ontleend.
Bevolking.
Gemeentep Kathol. Andersgezt
Ter-Aar 1625 1275
Alkemade 3831 1011
Hillegom 4263 3713
Leimuiden 838 798
Lisse 3212 2267
Nieuwveen 493 729
Noordwijk 3243 3i59
Noordwijkerhout 2475 466
Rijnzaterwoude 237 325
Sassenheim 1377 1568
Voorhout 1852 273
Warmond 1367 556
Woubrugge 941 1208
Zevenhoven 524 558
Totaal
26,278 17,906
Zooals men ziet, is de bevolking overwe
gend Katholiek en met de schoolbevolking
zal dit waarschijnlijk in niet mindere mate
het geval zijn, aangezien de Katholieken
in den regel (gelukkig!) niet het minst met
kinderen zijn gezegend.
Onder de andersgezinden worden voorts
aangetroffen een aantal vogels van de
meest uitecnloopencta pluimage, waaronder
echter ook een aantal rechtsche vrienden,
die zeker de benoeming van een Katholie
ken schoolopziener mede ingenomen zouden
begroeten.
We durven van Minister Gort van der
Linden, al is er ook een en ander gebeurd
wat niet bot volkomen gerustheid aan
leiding geeft, toch vertrouwen, dat hjj, de
man van de pacificatie op onderwijsgebied,
ons, Katholieken, in dit geval volkomen
recht zal doen wedervaren.
Eén bezwaar, n.l. dat onder de Katho
lieken geen geschikte keuze zou z'jn te ma
ken, behoeven we toch zeker tegenwoordig
niet meer te weerleggen!
Ongonoode gasten. Op een
euvel, dat dringend het nemen van ingrij
pende maatregelen edscht, wordt in „DE
VOORHOEDE" de aandaoht gevestigd;
op het bedenkelijke feit n.l., diat ons land
op het ©ogenblik overstroomd is van aller
lei verdaokbe elementen, spionnen, in
dienst van vreemde mogendheden. Waren,
zoo vraagt de schrijver zadh af, ten aan
zien van de vreemdc-1ingen, di1© ons land
mot oen bezoek vereoren, niet dezelfde be
palingen te maken als waaraan wij, Neder
landers, ons hebben te onderwerpen, wan
neer wij ons naar het buitenland1 willen be
geven?
Het ware toöh zeker in het belang van
ons land, dat ieder buitenlander, die hier
komt, vóór den aanvang zijner reis bij een
Nederlandsch Consul scherp het" doel dier
reis omschreef en ook wij eens wat nauw
lettender toezagen op al dfro vreemde ele
menten, die over ons land' neerstrijken en
er van maken een lieflijk oord van in
ternationale spionnage.
Nu aal men misschien opmerken: „Die
vreemdelingen adjn tooh niet onze vijan
den en Nederland is tooh niet in oorlog?"
Wij antwoorden daarop Zijn wij clan de
vijanden van de oorlogvoerende land-en, che
ons aan zulke straffe pasbepalingen on
derwerpen
En wat het trweede betreft: Verschillen
de deelen van ona land verkeeren tooh in
staat van beleg of in staat van oorlog. En
zelfs in die deelen hebben de internatio
nale spionnen vrij baan. En wat niet ie,
kan komen
Moge God er ons voor bewaren doch
zou ons land! eens in een oorlog gewik
keld worden, de mogelijkheid ware niet
uitgesloten, dat sommige buitenlanders
onze stellingen en wegen misschien
beter kennen dan wij zelf.
Dat ware dan te wijten aan den onver-
geeflijlken vrijheidszin van den Nederlan
der, die dbze vogels van.diverse pluimage
maar vrij over het vaderland vliegen liet.
Daarbij is het een ongehoord iets, dat
onze eógen Landgenooten voor elke reis, die
zij naar het buitenland moeten onderne
men, idem en idem zooveel betalen moe
ten.
Daar zijn op het oogenblik carsultaten
van vreemde mogendheden, die op deze
wijze tien, misschien honderd duizenden
guldens van ons goedgeefsche Nederland-
sohe volk naar binnen slokken.
De pasaanvrager dokt dat geld op het
altaar van het vreemde land heel gaarne,
blijde als hij is, dat hij de reis ondernemen
mag.
Doch zooi het geen daad zijn van wijs be
leid, als wij de buitenlanders, die ons land
bezoeken, met gelijke munt lieten beta
len? 't Is tooh te gék, om alleen te loopen,
dat hier maar allee vrij en zonder kosten
binnenkomt. 1
Het. ware goed, dat men ook aan deze be
langrijke aangelegenheid eens wat meer de
aandacht schonk.
Oorlogswinstbelasting.
Schrijvend over do voorbereiding der oor-
logswinstbelasting meent do redactie van
„ECONOMISCH STATISTISCHE BE
RICHTEN" uit de wijze van voorbereiding
to moeten concludeeren, dat bij ons de rege
ling dezer materie belangrijk minder een
voudig wordt dan zij elders is. Is dat zoo,
dan za-1 ook de parlementaire behandeling
meer tijd nemen dan elders.
Onderwijl wordt reeds met het uitkeereu
van dividenden over het afgeloopen jaar een
aanvang gomaakt en bestaat de mogelijk
heid, dat de door do vennootschappen be
haalde extra-winst, in de handen der onbe
kende oogenblikkelijke aandeelhouders over
gaat. Hooge dividenden zijn reeds aange
kondigd. Zal de uitkeerende vennootschap
nu den fiscus naar de aandeelhouders kun
nen verwijzen? Of blijft, de vennootschap,
ook nadat de extra-winst is overgogaan,
voor de belasting aansprakelijk?
Het is denkbaar, dat men zich hier te
lande voorstelt de belasting niet van het
bedrijf, doch van den individueelen aandeel
houder te heffen, in welk geval het uitkee-
ren van dividend natuurlijk geen bezwaar
geeft. Ligt het echter in het voornomen, ge
lijk elders, de belasting bij rechtspersonen
op het winstmakend bedrijf te doen drukken
dan mag de vraag worden gesteld, of niet
zonder verder dralen stappen moeten wor
den gedaan ter bereiking, dat door de be
trokken vennootschappen en verdere licha
men een zeker deel van hetgeen hun winst
over- het afgeloopen jaar meer bedraagt
dan het gemiddelde van vroegere jaren,
voorloopig extra worde gereserveerd. Vele
der betrokken lichamen doen dit- stellig op
het oogenblik reeds, doch tasten omtrent 't
bedrag in het duister. Ook indien men het
scheppen eener wettelijk® verplichting, zoo
als in Duitschland en Hongarije, onnoodig
oordeelt, blijft het wenschelijk, den betrok
kenen althans zeker houvast te geven.
Het middel praejudiceert. mets en eigent
zich mitsdien tot oogenblikkelijke toe
passing.
D e R.-K. Pers en het Minis
terie. Wij lezen in „DE NIEUWE
COURANT":
Do Roomsche Pers (met name „Maas
bode" en „Gelderlande r", maar
ook „D e T ij cl") blijft na do oplossing van
de portefeuille crisis cloor de benoeming
van mr. Van Gijn, haar vijandige houding
tegenover hot ministerie volhouden.
Eerst heette het, naar men weet. aan die
zijcre, dat do heer Cort van der Linden van
Treub's uittreden zou gebruik maken om
het kabinet met een polities: man uit de
Vrijzinnige vJonoontratae aan te vullen, en
verontwaardiging brak bij voorbaat los over
dien „woordbreuk". Nu deze fout niet ge
maakt is on geheel in overeenstemming met
den grondslag van cïe kabinetsformatie ïh
da crisis is voorzien, moet ieta anaers ge-
zoc.-j worden, om het ministerie te benadeo-
len, en zoo lezen we, dat het belasten van
dr. Lely met cJe afdeoling Arbeidersverze
kering aanduidt het op-zij-zetten van alle
scrupules on het „langs constitutioneele en
onconstitutioneel© banen, al noar het uit
komt, aan de linkerzijde gehoorzamen"
(,„Maasb.") en dat Cort van der binden
thans het masker af heeft te gooien en niet
langer do rol van een Janus met twee aan
gezichten moet spelen, „die met den mond
verkondigt, dat liet landsbelang hem alleen
drijft, dat de Volkswil richtsnoer is van
zijn handelingen, en aan don anderen kant
met do oogen afleest de verlangens en wen-
6chen der Concentratie om alleen daarnaar
te handelen." („G elderlande r.")
En dit alles naar aanleiding van de be
noeming van een uer zeer weinige mannen,
die 2n staat ©n bereid zijn om op dit oogen
blik den zwaren last van de zorg voor
'a lands financiën op zich te nemén en van
het natuurlijke gevolg van die benoe
ming, h.l. dat do verdediging van het ge
heel voor behandeling gereed zijncle ouder
domsrente-ontwerp, dat sinds Augustus 1913
bovenaan op het Regeeringsprogram staat
en de verdere sociale verzekermgs-wetge-
ving (indien daar nog iets van komen mocht)"
wordt opgedragen aan 't daartoe meest in
aanmerking komende en minst met departe-
mentswerk overladen lid van het ministe
rie 1
Gelukkig laten zich van Roomschen kant
ook wel andere abemmen hooren (zoo „De
Residentiebod e") en lijkt het niet
waarschijnlijk, dat deze kleine campagne
bij de Roomsche Kamerfractie veel weer
klank vinden zal. Maar voor de partïjdig-
heacl en onbillijimeid van het oordeel der
Roomsche pers is zij teekenend.
Uitvoerverbod van Versdie Zeevisch.
Men meldt ons uit IJmuiden:
Naar wij uit betrouwbare bron verne
men, is bannenkout een uitvoerverbod, an
ders dan op consent, van versche zeevisch
to wachten. Wij kunnen omtrent/ de oor
zaken daarvoor het volgende melden.
De ZeevisohvereemgiïLg, dio de distribu
tie vatn de Rege erin gsvisch heeft, moet
haar uit die bemoeiingen voortvloeiende
onkosten zelve dekken, d. w. z. de Regee
ring betaalt die onkosten niet. Evenwel ia
met toestemming van de Regeering beslo
ten een uitvoerrecht te heffen van all©
naar het buitenland te zenden yersoh©
visüh, met dien verstande, dat de visah.-
bandelaren die bijdragen vrijwillig zouden
offeren tot dekking van de kosten der Zee-
visohvereeniging. Bezwaarlijk kon dat
geenszins zijn, daar de kosten zeer miniem
waren, n.l. voot 1 tob en met 4 collo niets,
voor 5 tot en met 10 oollo 25 cents, enz. tob
een maximum van f 1 per wagon visch.
De handelaren moesten ter verrekening
van hun zendingen een klein voorschot stor
ten ten kantore van die ZeevÊsdhver. dooh
een aantal handelaren, waaronder zeer
'g-roote verzenders naar Duitschland, ble
ven in gebreke dat voorschot te storten en
weigerden ook do verschuldigde uitvoer
rechten fee voldoen. Alle minnelijke pogin
gen, die handelaren van inzicht te doen
veranderen, moohten niet baten, noch die
van hot bestuur der Zeevisohvereenigdng,
noch die van de Oommissie, belast met het
toezicht op die Yereenigmg, noch die van
het bestuur der IJmurder Visobhandelver-
oenigiug, waarvan al die weigerachtige
handelaren lid zijn.
Het gevolg is geweest dat de Zeevisohver-
eoiigmg haar onkosten met Heeft kun
nen dekken en ze thans voor een bedui
dend tekort staat.
De Regeering heeft thans gemeend to
moeten ingrijpen en heeft voor enkele da
gen in de Tweede Kamer een noodwetje
zien aannemen, waarbij, in aanvulling op
de wet op de Levensmiddelen, een uitroer-
verbod kan uitgevaardigd worden en uit
voer alle-en kan geschieden op consent.
Slechts de sanctie der Eerste Kamer ia
thans nog noodig, om die aanvullingsrwet
van kracht te maken en zal dan in de eer
ste plaats eon uitvoerverbod van versche
zcevisoh anders dan op oonsent worden,
toegepast.
De handelwijze der onwillige vischhan-
delaren treft te meer, dlaar reedi fin No
vember j.l. met zoodanig uitvoerverbod ge
dreigd word, indien de diverse handela
ren weigerachtig bleven goedschiks bij te
dragen in do kosten der Zeevigohvereeni-
ging, dooh is slechts op advies dor Com-
rmssi'O van toezicht op de Zeevischvereeni-
ging met do indiening der noodwet ge
wacht om te zien of de handelaren te vin
den waren deze aangelegenheid in der
minne te regelen.
Nog te vreemder is deze handelwijze,
als men weet, dat op gelijke minnelijke
wijze uitvoerverboden zijn voorkomen
voor een tiental andere vereen!gingen, n.l.
de botervereeniging, de kaasvereenigfing,
de aardappel ©nvereenfigmg, de peulvruch-
tenvefeeniging, enz. enz. Het behoeft geen
betoog, dat een uitvoer slechts op consent
voor de handelaren niet alleen groote
moeilijkheden opleveren kan, dooh ook
mcordere kosten, dan tot heden bij vrijwil
lige bijdragon het geval zou zijn, en dat do
onwillige handelaren, alvorens een consent
te krijgen, toch eerst het door hen ver
schuldigde van al hun vorige zendingen
moeten aangezuiverd hébben.
Een Hollander In Engeland beboet.
Het politiehof te Chester heeft Jacques
Albert de Beaufort, zich noemend een Hol-
landsch journalist» met zes pond beboet*
omdat hij zonder pas in die stad was geko
men. De Beaufort hield verblijf in het noor
den van Wales en bracht af en toe een
bezoek aan Chester. De politie waarschuw
de hom, dat hij een pas moest hebben. Hij
stoorde zich echter niet aan de bepaling
en werd daarom gearresteerd. De Beaufort
verklaarde, dat hij niet in staat zijnde bij
het Britsche leger dienst te nemen, naar
Uit het Engelsch van Miss YONGE.
(Nadruk Varboden).
87)
Zij liet zeggen, dat men de kinderen
lonéden moest brongen; het kleintje sliep,
doch John word door da maid in da kamer
gebracht, maar, o, wat wan dat een vrsc-mcl
geyóelj toen ik dat stemmetje mama, mama
hoorde roepan en het kind zijn armpjes anar
haar rag uitsteken. Toen gevoelde ik eorst
iioo lang wjj reeis gescheiden waren, want
hot v/as onze eigen Violette, on toch was
fe iemand andors. Gri zoudt u verheugd
hebben, als gij gezien hadt hoe geheel an
ders zij ar uitzag zoodra zij haar zoon op
don arm haJ; hst was alsof het te ra schep-
sr-'ltjo haar zelfvertrouwen gaf; haar verle
genheid en stijfheid verdwenen geheelzij
glimlachje wedor, on praatte op haar ge-
®a';. terwjjl haar lieve, kleine, mooie jon-
gfn op haar schoot stond, zijn armpjes om
haar hals sloeg en zjn gezichtje tegen haar
h°houder verborg als ik hc-m to veel aan
stek. Zjj zeide, dat hij een beetje schuw
as> omdat hij ©en andera tanta zag dan
'S h'tl gewoon was, en wat bromde ik in
ijzelve, dat hij dio andera tante beter kende
(,.,U 'P.Pj z'en er te zamen bealdig uit
gelrjiren sprekend op elkander, maar och,
Brfn i en teor ZÜ heiden zijn; er is geen
'en h i iV?J1 k®?1' moo'e kleur overgebleven,
en fffi ine lieveling is even zoo tenger
gen maar Zf>0 slim, dat hot niet te zeg-
's; verbeeld u, hj verstaat alles wat
zo\i wel kunnen schreien als ik zia hoe
men tegen ham zegt. Mocht ik hen beiden
maar eens madenemeu naar onze frissche,
noordelijke sirokenl
,,Papa kon niot blijver:, en zocdra hij weg
v/as, zette zij haar zoontje op de sofa, on
aloej haar arm on om mijn hals, en w'jj
stelden onj als een paar onnoozele kinderen
aan wij kusten ellcande; ea gilden en
lachten en schreiden, zoodat de arme Johnnie
zr waarlijk bang voor werd! „Komaan, An
nette," zei zij, toen dat een poosje geduurd
kad, „ga nu oens mede," en zij bracht mij
ia do kinderkamer, en daar lag als een
klein prinsesje in haar wieg, die mooie,
kleine Helena, en opende juist haar zwarte
oogjes, toen wij bij haar kwamen, en ba-
woog haar poezeligo armpjes. Ik wilde wel
voor u, lieve mama, dat grj het gelukkige
gezicht van Violette eens had kunnen zien,
toen zij het kind opnam en zeide: „Nu, is
zij niet waard om gezien te worden?" En
toon kwam Sara er ook bjj. Violette ver
telde mji, dat Sara eerst plan had gehad
heen to gaan als er rnear kinderen kwamen,
doch toen het zoover was, kon zij Johnnio
niet verlaten, dien zij heel geel oppast en
met veel deftigheid behandelt; zjj noemt
hem altijd de jongeheer John.
„Het schijnt, dat Sara de kleine Helena
in het geheel niet lijden mag, en dat zij
haar als een indringster besohouwt, voor wie
Johnnie zal moeten achterliggen; ten minste
zij wordt kwaad als man haar mooi vindt,
en schijnt dat als een geringschatting van
Johnnie to beschouwen; met dat al i3 zjj
een perfecte kindermeid, op haar eigen rare
manier.
„Welk een heerlijken morgen hebben wij
to zamen doorgebracht; wat hebban wij al
afgepraat! En over niet3 dan over u allen
thuis. Ik hen nu zeker, dat zjj 0113 oven
zoo lief heeft als to voren, en ik geloof
niet, dat zjj ongelukkig is. Zjj spreekt over,
haar echtgenoot alsof zjj zeer gelukkig ts
zamen zijn; hij heeft haar veel moois ge
geven, on naar alle3, wal ik van haar hoor,
cchjjnt zij met de geheele familie op goeden
voet te wezen. Ik ben 'heel gerust voor
haor; ik Lid u, lieve mama, wees dit nu ook.
„Ik schrijf maar voort, terwijl zjj. zich
gereed maakt om met mij uit to rjjden om
mjjn goed van oom Christoffel te gaan
halen. Zjj zegt, dat ik maar voort moet gaan
schrjjven, zonder mij aan het bezoek, da. zij
daar krijgt, te storen. Ik had mijn brief
ter zjjds gelegd, omdat Sara Johnnie be
neden had gebracht, en hij was juist zeer
zoet bjj mij, toen er een heer werd aan
gediend, wiens naam ik niet recht verstond.
Ik was bang, dat Johnnie zou gaan schreien,
maar neen, hij scheen hem te kennen en
sprong op van blijdschap, toen de vreemde
he9r tot hem zeide: „Welzoo, heertje, ken
je me nog7" en hem toen op den arm nam.
„Mijn zuster zal zoo dadelijk komen, mijn
heer", zaid9 ik lot hem. Hij knikto mij op
een kluchtige wijze toe en prevelde zoowat
binnensmonds: „0 zeker een ander exemplaar
van het genus Viola; dat doet mij pleizier!"
Ik kan niet begrijpen wie hij is, hjj moet
stellig een neef of een intieme vriend ven
Martindale zijn. Violette, die niet wist, dat
hjj or v/as, kwam met het kleintje in de
kamer; hjj kwam naar haar to:*, zoggende:
„Zoo, hebt gij daar alweer een ander kind?
Is hot een mannetje of een vrouwtje?"
En daarop vroeg hjj, of het ook een bloe
mennaam had. Violette bloosde, toen zij
mot zachte stem zeide„Haar naam is
Helena." Ik zal straks eens aan Violette
vragon waarom hjj bjj, dien naam een zoo
ernstig eh tooh .tevredon gezicht' zette cn,
als ward Lij er dankbaar voor. ten ant
woord gaf: „Dat is he:l vriendelijk van u!"
„Ik hoop, dat rij dien nnam waardij rac-
ge zijn", sprak Violette daarop, en zij wil
de mij aan hem voorstellen, dooh hij zei-
do, dot Johnnie hem roede die eer gedaan,
had. Hij praat veel over kapitein Martin
dale (hij noemt hem Arthur), is zeer onder
houdend, en hoewel hij raar Iran vertel
len en zonderlinge manieren heeft, gelooi
ik toch zeker, dat hij een zeer voornaam
hoer is. Nu kan ik eerst zien, dat Violette
veranderd is en ouder is geworden, daar
hij zooveel eerbied voor haar schijnt te
hebben en zooveel vertrouwen in haar
te stellen, terwijl zij zich zoo deftig en be
daard kan houden en zijn geleerdheid ©ven
goed begrijpt als Martindale, en tooh heeft
zij hetzelfde eenvoudige voorkomen a-k toen
zij nog thuis was. Gij zoudt trotsoh op haar
zijn, als gij haar nu zaagt haar manieren
zijn zeker volmaakt, dat dun Iet mij ten min
ste, want zij is zoo bevallig en tooh zoo
deftig, en daarbij zoo vriendelijk en op
haar gemak. Ik wer.sehfee wel, dat Louise
haar eens kon zien.
„Violette verzoekt mij, dezen brief te ein
digen met haar hartelijke groeten aan u
allen.
„Uw liefhebbende
ANNETTE MOS."
„P.S. De vreemde heer zal morgen ko
men om ons op een bijzonder uur de schil
derijen te laten zien in de Koninklijke
Academie."
Met dezelfde post zond Violette een brief
aan haar oohtgonoot, waarin zij hem de
aanikomisb ha r er gasten meklido on waarin
zij schreef er zeker van to zijn, dab hij er
niet togen zou hebben, wanneer Annette
die paar dagen bij haar bleef, daar zij zoo
gelukkig met haar bijzijn was.
Toen zij dat verricht 'had, verbande zij-
alle zorgen en gaf ach met een gerust ge
weten aan hot genot over, dat het bijzijn
barer zustor haar verschafteiedere mi
nuut van dien tijd was haar meer dan goud!
waard. Misschien was dat genot zooveel to
heerlijker, daar het slechts zoo kort zou
duren, maar ook dit viel tot beider ver
rukking bijzonder mede, daar Arthur, togen
zijn gewoonte spoedig antwoordde cn
schreef, dat het hem zeer veel genoegen
deed nu Violette goéd gezelschap had en
zij haar zuster maar moest laten blijven
tot zijn terugkomst, welke hij thans wel
een weinigj© wilde verschuiven, nu hij
wist, dat zij niet alleen was. Ook schreef
hij juist in beraad te hebben gestaan oen
ui tno o da ging aan te nemen, om de Hoog
landen te bezoeken.
Ofschoon zij minder reden had om over
dezen -brief tevreden te zijn dan haar zus
ter, begreep zij tooh, dat zij in ieder ge
val zou hebban toegegeven, nadat hij haar
de beleefdheid bewezen had van haar te
vragen of zij hem misen kon, en hij maak
te hot waarlijk wel goed, daar hij uit eigen
beweging geschreven had om haar zuster
nog een poosje to laten blijven.
Annette, dae- vroeger in alles do voor
gangster har er jongere zuster geweest was,
vond zich dikwijls aangenaam verrast-,
wanneer zij opmerkte hoe Violette niet
slechts in voorkom-en maar ook in haar
manier van doen, thans veeleer de oudste
scheen
In trekken en houding geleek Annette op
baar zuster, ofschoon haar schoonheid op
verre na niet- zoo buitengewoon was, doch
ook zonder Vielctte's natuurlijke beval-