N°. 17154
"^Voesssdaij O Februari.
Persoverzicht.
Gemengd Nieuws,
Uitgezonden.
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
3
H'~v ndrea ïnn.ke mr. Treub.
„HET CENTRUM" zegt hiervan:
Verleden jaar werd aan de Tweede Ka
mer een adres verzonden, waarin „met den
me 1 ernst" werd aangedrongen op
„onverwijlde wettelijke invoering" van al-
gemeene oefenplicht.
Het adres was onderteekend door eem
aanty*l bekende personen uit de finan-
caeelb, militaire en handels-wereld, met den
heer Van Aalst, president der Ned. ELa/n-
dolsmaatsobappijaan het hoofd.
De uitwerking van dat adres is in de
later rolgd© behandeling van militaire
ontwerpen duidelijk merkbaar geweest.
Thans aal wederom eem adres aan die
Tweede Kamer worden gezonden, met op-
niéuT üvn hoor Van Aalst als eersten on-
dertcokenaar.
De namen van militairen ontbreken
ditmaal, maar het gaat nu ook niet ever
de invoering van algomoenen o effenplicht
maar ^v-er den val van minister Treub.
De adressanten wensohen dezen bewinds
man voor het Kabinet te behouden.
Zij betreuren zijn val en geyen ale hun
overtutring te kennen, „dat Nederland
tbans dezen man van energie en werk
kracht niet kam missen."
Het is zeker een ongewoon feit, dat oen
dergelijk adr^-a '-an de Kamer wordt ge
zondst. en het doet een keer te meer uit
komen, onder welke abnormal© omstan
digheden wij Teven.
Het was tot dusver ten minste geen usan
ce, döt ~e>n aantal personen op deze osten
tatieve manier hun leedwezen uitspraken
over hetgeen in de Kamer werd verrioht
of besloten.
En diendo oen minister - zijn ontslag in,
dan vtn hbo men af, hoe de Kroon op dio
aanvrage zou beschikken en wie, werd het
onsl/ag aangenomen, zijn opvolger zou
zijn.
Waf de hoeren met dit adres waar
voor z\\ buitendien schriftelijke adhaesie-
betuigmgen vracren beoogen, is niet vol
komen duidelijk.
Hadden zij vo«or het debat in de Tweede
Kamev.-, ah met de aanneming der motie
schaper eindigde, hun wensch om mr.
Treub voor het ministerie te behouden,
aan de Kamer" kenbaar gemaakt, bet ware
te begrijpen geweest, ofschoon toch in het
algemeen een dergelijke adres-beweging
min dier aanbevelenswaardig lijkt.
Maar nu het votum gevallen is cn de cri
sis aan Financiën in zijn huidig stadium
verrke«-:t, komt het adres bij de Kamer
hetzij te 1 a at, hetzij te vroeg, dit laat
ste voor hef veval de demieo-e-aa n vrage
niet mocht worden'"aangenomen
Zooffls bet daar ligt en op dit oogenblik,
maakt, ht™ «wires daarom een puzzlc-achti-
gen indruk, en schijnt het voor ons open
baar en staatkundig leven, hetwelk zioh
langs vaste banen beweegt, ongewensebt,
dat div T-beeld navol-ging vinde hoe
men overigens moge denken over het vo
tum der Kamer.
Het „HANDELSBLAD" noemt, het adres
van et>u u_ntal vooraanstaande Nederlan
ders uit de kringen van handel, scheepvaart
en nijverheid aan de Tweede Kamer, zeer
merkwaardig.
Het ij o*. adres, dat blijkbaar geheel bui
ten politiek staat, ja, het is, alsof de heeren
voor de politiek hetzelfde gevoel hebben,
dat de heer Schaper eens gezegd heeft voor
„juristerij*to koesteren. Zij meenen, dat
de Minister, die sinds het begin van den
oorlog zulk een groot aandeel in de leiding
van 's lands zakon hoeft gehad, die ook do
internationale economische en verkeersaan-
gelegeoheden heeft helpen regelen, die de
personen kent en begrijpt, met wie onder
handelt moet worden, die van de geschiede
nis en de reden van bestaan van vele over
eenkomsten op de hoogte is, niet thans moet
weggaan. Zij spreken niet over de Ouder
domswet en denken aan geen pensioenbclas-
ting, maar meenen, dat boven den politicken
strijd 'over die binnenlandsche wetgeving
thans een ander en grooter belang primeert.
Het „Handelsblad" meent uit het feit,
dat nog steeds H. M. de Koningin het ont
slag van minister Treub niet heeft aangeno
men,te mogen afleiden, dat raadgevers van
de Koningin een mogelijkheid zien, om mi
nister Treub in de regeering te behouden.
Hoe-dat zal moeten gebeuren, of minister
Treub wellicht een andere portefeuille zou
krijgen, dan wel, dat do Kamer op eenige
wijze doet blijken, dat het wantrouwen in
den Minister in werkelijkheid eigenlijk met
bestaat wij weten het niet en begrijpen
het niet goed.
Met dat al het- adres van de vijftig Ne
derlanders geeft uiting aan een meening,
die, daarvaD zijn wij overtuigd, in zéér wijde
kringen bestaat. En de VolksvertegenwoorT
diging mag wel rekening houden met die
meening, dat meer nog dan de toch zoo
hoogst belangrijke binnenlandsche wetge
ving thans een goede verzorging der binnen
landsche en internationale economische ver
houdingen, voor het voortbestaan en de wel
vaart van ons land noodzakelijk is en dat het
niet gemakkelijk is daarvoor den rechten
man te vinden.
„DE NIEUWE COURANT" zegt:
Een merkwaardige uiting van de gevoe
lens, die het „vernielingswerk:" van oen
meerderheid der Tweede K m r in het land
gewekt heeft, is het ontwerp-exkes, w a-bij
aan de Kamer zal worden bekend gemaakt, j
dat de onderteekenaars pijnlijk zijn ge-
troffen en voor de toekomst van land en
volk in hooge mate z^j-n verontrust door de
aanneming op Vrijdag 28 Januari van oen I
motie, waarvan het gevolg is. dat mr. Treub,
Minister van 'Financiën, a's zoodanig zrjn i
ontslag heeft aangevraagd."
Onder dit ontwerp vindt men de namen j
van de keur der Amsterdamsche en Roder-
damscHe financieele wereld." van eers'e man
nen uit de handels- en scheepvaartkringen
der hoofdstad, en voorts van eenige indus
trieel en en hoogleeraren.
Een bepaald verzoek bevat het adres mot. j
De stellers beoogen enkel aan de Tweede I
Kamer te doen blijken van hun overtuiging, 1
„daiti Nederland thans dezen niarr van 1
energie en werkkracht niet kan missen" en
dat het voor een veilige toekomst van het
land noodzakelijk zal zijn, dat de personen,
die in de Augustusdagen van 1914 aan de j
natie het vertrouwen hebban gegeven, dat j
het landsbelang in krachtige handen was,
gedurende de tegenwoordige wereldcrisis in
het bewind gehandhaafd bljjvon.
Niet slechts voor den demissionairen
minister, maai" ook voor het ministerie, dat
door zijn uittreden ongetwijfo'd zal worden
verzwakt, is deze ongewone stap een uiting
van groote waarde. Of er in de omstandig- j
heden^ waaronder de beslissing der Kamer
heeft plaats gehad, en bij de verhouding,
waarin min^s&r Treub dientengevolge tot
een meerderheid der Kamer is geraakt,
kans is op practische uitwerking van het
adres, betwijfelen wij vooral omdat daar
toe een daad of althans de medewerking
vereischt zou zijn van dezelfde Kamer, wel-
ker meerderheid zich op 28 Januari in volle
bewustheid van het naaste po'itieke gevolg
van haai* besluit heeft uitgesproken. Met de
gevoelens, in het adres uitgesproken, stom
men wij geheel in.
Oorlogswinsten.. Onder het op-
i schrift „Oorlogswinsten" betoogt de drie-
j star9chrijver in „DE STANDAARD", dat het
kabinet hoogelrjk om geld verlegen zii, dat er
minder-inkomt dan moest en er belangrijk
meer uitgaat dan in normale tijden.
De schrijver acht het bevreemdend, dat
do Regeering niet meer spoed maakt met het
j leggen van lasten op de oorlogswinst, en
schrijft clan:
„Oorlog van grooten omvang brengt het
altoos, met zich, dat 't zeggen: „De een
zijd dood, brengt den ander zijn brood,"
ook hier van toepassing is. Oorlog ver
breekt de gewone verhoudingen. Alles on
dergaat een verschuiving. En vaak zelfs
gevoelt men, hoe de gewone wetten niet meer
passen op den onverhoeds nieuw geschapen
toestand.
Gevolg hiervan nu is, dat de één zijn
zaak hals-over-kop achteruit ziet gaan, ter
wij] de ander de railiioeneu maar voor het
opscheppen kreeg. Men gelooft nauwelijks de
cijfers, die van de oorlogswinsten worden
rondverteld.
Van meer dan één kant hoort men dan
ook, dat er onder deze gelukskinderen niet
weinigen zijn. dri zelf voelen, dat-hun over
winst bij veler anderer verlies te scherp
afsteekt, en die d3n ook ten volle bereid
z^jn, om van het ongedacht fortuin dat bij
hen binnenkomt, een aanzienlijk deel voor de
beroofden af to staan.
Zpo buiten at als hier te lande, spreekt
men dan ook van een belasting op de oor
logswinsten van volle 50 percenr.
Ware men daartoe nu terstand overge
gaan, zoo zou de 17 h 18 millioen, die
de eerste extra-leening opvordert, reeds ge
heel gedekt zijn. Dit zou het. aangaan van de
tweede leening vanzelf zeer vergemakkelij
ken. Van meer dan één kant hoort men zelfs,
dat dan de onkosten van de nu komende
leoning er door ondervangen zouden worden.
©och juist hierom wvkt het bevreemding,
dat we nu zélfs in 1916 met deze zaak" n0g
niet zouden opschieten.
Men zoekt- hot in allerlei gaten, waar
het geid bijna niet meer uit kan; en 'v-Ti
bet geld bij hoopen voor de hand ligt, s.ak
het Rijk nog geen hand uit."
Diefstallen in de kerk. - „De
Tijd" meldt:
In c-en der R.-K. kerken te Amsterdam'
werd in de laatste weken meermalen daags
geklaagd over hot ontstelen van handtasch-
jes en parapluies aan dames, als deze zich,
voor hoe kort hot zij, van haar plaats ver
wijderd hadden. Een handige, en zich erg
vroom aanstellende dievegge, als dame ge
kleed, soms ook wel een heer, plachten er
hun slag te slaan. Zij beloerden, doende alsof
zij in gebed waren verzonken, elk voor een
oogenblik onbeheerd a jh'er gelaten eigendom
van een ander, maakten zich er meester van,
en verlieten haastig het kerkgebouw, waar
zij onder den dekmantel van vroomheid gele
genheid zochten, en maar al te gemakkelijk
vonden, taschjes te stelen, die soms op zich
zelf 'reeds van groote waarde waren, doch
die ook vaak eenig geld of dierbare en on
misbare voorwerpen be a ten.
Borden met waarschuwing werden in "de
kerk gehangen en hadden succes. De dieven
konden hun slag niet meer slaan, in die kerk,
fen minste voorloopig niet.
Daarna is in een andere kerk te Amster
dam telkens geklaagd over diefstal van
taschjes en parapluies.
Zaterdagavond is het een eenvoudig meis
je, een wees, gelukt tijdig een diefstal te
ontdekken. En ditmaal werd hij niet ge
pleegd door een „dame", doch door een
„heer." Een ongunstig uitziend man n.l., van
plra. 50 jaar, pleegde een aanslag op haar
taschje.
De bestolene had het Lof bijgewoond en
knielde achter in de kerk op een bidstoeltje,
aan het koperen haakje waarvan zij haar
handtasciije gehangen had. Dat taschje hield
behalve haar zakdoek en geldbeursje, haar
kerkboek en een collier in. Zq bemerkte,
dat tegen haar stoel gestooten werd, keek
onwillekeurig naar haar taschje, zag, dat
het verdwenen was en dat een man haastig
de kerk vetliot. Zij volgde hem onmiddellijk
en zei: „Geeft u mij nu mijn taschje terug,
.dan zal ik het ni-et aangeven, dat u het
liebt weggenomen." De vrome dief antwoord
de: „Och kind, ik heb het niet", en liep
door. Het meisje, alsook een jonge man,
die alles scheen gezien te hebben, en aan
het meisje den raad gaf: „Volg hem, tot
dat ge politie ziet," liep mee. Gelukkig stond
een agent op eenigen afstand. De dief had
het bemerkt, trok het taschje uit zijn jas
en wierp het achter een hoog stoephek. Het
meisje zei den joogen man: „Blijf even hier
staan, u ziet, wat er gebeurd is," liep snel
naar den agent, en zei, den dader aanwij
zend: „Die man heeft mgn taschje gesto
len." De agent naderde den dief, die zijn jas
ontknoopte en zijn armen uitstak, zeggende:
„Ik heb niets gestolen."
„Hij heeft mijn taschje weggegooid ach
ter dat hek daar,"r hield het meisje vol,
weende naar de plaats, waar do jongeman
op zijn post Was blijven staan. De agi nt wilde
den dief arresteereu, doch de vrome verzette
zich, voelde echter een oogenblik daarna
de boeien om zijn pols, en werd kalm. Het
taschje werd achter het hek gevonden en
door den agent in beslag genomen.
Eenige oogenblikken daarna gingen agent,
bestolene en dief op weg naar het politie
bureau.
Op het bureau werd de dief als een oude
kennis en vaste klant met open armen ont
vangen. Het meisje werd ondervraagd en
door den dief, die maar dadelgk bekende,
leelijk aangekeken. De bestolene kan haar
eigendom eerst na eenige maanden terug
krijgen.
De politie meent den dader van eenige,
misschien alle, in den laatsten tijd aange
geven diefstallen van taschjes en parapluies
gevonden t.e hebben en zet haar onderzoek
Ijverig voort.
Lo r.p r ij s v_e rho ogingea het
fooienstelsel. Men deelt ons mede:
Op initiatief van den Central en Bond van
Geëmployeerden hebben de landelijke vak
bonden, t.w. de R.-K. Bond, do Neutrale
Vakbond en eerstgenoemde organisatie van
Geëmployeerden in het Hotel-, Café-Res
taurant- en Koffiehuishoudersbedrijf be--
sloten, naar aanleiding van de jongste bier-
prijs verhooging gezamenlijk een landelijke
actie te voeren, opdat de kellners schade
loos zullen worden gesteld voor de uit deze
en andere prijsverhoogingen voortgevloeide
nadoelen.
Eeslot-en werd den werkgevers te verzie
ken, om, ten einde aan deze nadoelen te
gemoct te komen, den kellners een mini
mum-loon te betalen, do bestaande loonen
to verhoogen met het bedrag, dat aan mini
mum-loon'wordt verlangd, en daarenboven
den toeslag, welke in vele inrichtingen van
de kellöers wordt geheven voor ~ot bezol
digen van ander personeel of anderszins,
af to schaffen.
Met nadruk werd er op gewezen, dat het
niet in de bedoeling der vakorganisaties ligt
het publiek te verzoeken bij het verstrek
ken van fooien, rekening te willen houden
met den verhoogden prijs.
Do vakbonden zijn van meening, dat, waar
de liter met 1 cent verhoogd werd en de
prijs van den glasverkoop met 1 cent eü
meer steeg, de ondernemers uit deze meer-
dero winst het verlangde loon wel kunnen
betalen.
Besloten werd in woord en geschrift het
pogen der vakbonden in ruime mate beleend
te maken, terwijl de moreele medewerking
van het café-restaurant bezoekend publiek
bij voorbaat wordt verzocht en aanvaar-
Te Almelo houdt iemand zich
reeds sedert geruimen tijd bedg met liet
vergiftigen van honden. In een jaar tij 3
zijn meei dan ICO honden, waaroi.d.r kost
bare exemplaren, als zijn offer gevallen,'
De politie kan den dader niet ontdekken.
De werkstaking te Schevenin-
gen. Omtrent de staking aan de netten-
fabriek van den heer Warneke wordt ge
meld
Het Stakende personeel heeft het werk
niet hervat, noch hebben zich uit de stak rs
vertegenwoordigers aangemeld om bjj de di
rectie hun belangen voor te dragen of- te
bespreken, waartoe de gelegenheid open
staat De directie volhardt bij de han ihaving
van stukloon, tegenover den eisch vaa vast
weekloon van het personeel.
De arbeid van het ni et-s takend personee1
ondervond, geen vertraging.
Menraeldtvan den Hoe k-v a n-H o 1-
land: In het Staalduinsche bosch alhier werd
Dinsdagavond het lijk gevonden van" den
rijksveldwachter H. J. Neyssen.
Kwestie tnsschen laaiseigeaaax en
H murders.
Naar aanleiding van het verslag over de
door het Kantongerecht te Leiden behan
deld woedende civiele zaak tusschen eige
naar en eenige huurders van woningen aan
de Oosterstraat te Leiden, zij het mij ver
gund het volgende onder de aandacht der
lezers te brengen.
In het laatst der maand December 1915
deelde de eigenaar der genoemde woningen,
(de heer Grupstra) zijn huurders mede, dat
het tot dusver gevolgde gebruik om de
Nieuwjaarsweek vrij te wonen, niet langer
werd be-stendigd en zij du3 die week haddeD
te betalen. Na weigering van enkelen hun-
nor, word de.huur met SO cents per week
verhoogd, waarmede geen genoegen werd ge
nomen eti zoodoende diendo de zaak voor het
Kantongerecht.
Volgens het verslag der gehouden zitting
werden geen andere motioven door den eige
naar aangevoerd.
Een der betrokken huurders was zoo wel
willend mij enkele door hem ontvangen en
op do kwestie betrekking hebbende beschei
den ter inzage te gevon, waarvan ik aller
eerst de door den heer Grupstra ondertee-
kende „Kennisgeving" wensch te bespreken.
Die kennisgeving, gedateerdLeiden,
September 1916, bevat o.m. het vol
gende
„Dó ondergeteëkende, v. d. (teekemt de
heer Gr. voor de Mij. 1, dat is door de afkor
ting niet duidelijk) Maatschappij tot Expl.
v Onroerende Goederen (waar gevestigd)
deelt UEd. (lach riet, lezer) mede, dat naar
aanleiding van 'n genomen besluit, op een
vergadering van bovengenoemden Boud (do
bedoeling zal toch wel zijn Maatschappij,
enz.) in overleg met een groot aantal Huis
eigenaren gehouden op Dinsdag' 2 Sep
tember j 1 (breng hiermede n verband
cle dateering der kennisgevingSeptem
ber 1 M 6, dan wordt het, waar wij nu
nog Februari 1916 schrijven, ondanks den
ernst van het geval voor de huurders, een
klucht in een onbepaaldaantal bedrijven)
Uit het Engelsch van Miss YONGE.
(Nadruk Vorboden),
84)
„Heeft men to Wrungorton oen gezicht
op den Helvollijn?" vroeg Lord St.-Erme
nog half droomende.
Mevnji tw 11 >ss was zeer verwonderd dten
Duitschen meester zulk zuiver Engelsoh te
hoeren spreken en zoide met noderbuigen-
do vriendelijkheid„Ja, de Helvellijn is
een hoogst schilderachtig punt in onze
streek. Zijfc gij wel eens in het noorden ge
weest?"
„Niet zoo dikwijls misschien, als ik wel
had moeben doenik vrees, dat i'k meer
van de Vip er dan van de Hel vil lijn zou
kunnen spreken."
„Ik verzeker u", vervolgde do dia-me,
„dat als gij lust hadt om dien weg eens
uit te gaan, wanneer het modesedzoen hier
voorbij is, gij het u ndot zoudt beklagen. Ik
zcu u aan verscheidene families kunnen re-
oo -ïrciandcoren, die op mijn aanbeveling
riat eens zien, daar hebt gij de Jone^ en de
Dun]opt an d, Evelijns, om niet te spre
ken van mijn nieuwe zusters, d© dames
Moss
..Ik geloof wel, dat het. oen" heel goede
nng if", zei Lord St.-Erme, terwijl hij
opstond. „Maar ik mag wol heengaan an-
ers komen wij nog te laat aan den brein.
"Rföe^. O0|k te zeggen, wanneer Lord
"tertindal© in de stad bomt?"
>>Ik rat n den tienden of den elfden."
„Dank u. Dan moet ik u vaarwel zeg
gen."
„En ik wil u uiit naam mijner zuster -donk
zeggen voor heb genoegen, dat zij smaken
zal in hetgeen gij voor baar zoontje ge
daan hebt. Mijn groete aanLady Lucy."
Die naam was een lichtstraal voor Al-
bert de deur was dan ook nauwelijks boe,
otf hij riep uit„Maar, Miss Martindale,
dat kan toch Lord St.-Erme niet wezen?"
„Waarom ndet?"
„Wel hemel I" riep mevrouw Moss. „Ik
vond ook bepaald iets ariertooratisdh in het
dragen van zijn knevel."
Albert kon er maar niet overheen ko
men, dat hij zulk een goede gelegenheid ge
mist had en was op het punt om zijn lord
schap na te loopen Theodora was blijde,
dat zij zidh een oogenblik van hen ontslaan
kon, onder voorwendsel te gaan zien of
Violette hen kon ontvangen.
Zoodra zij de kamer uit was, merkte de
jonge vrouw aan
„Ik kan niet zooveel moois aan haar
zienEn ik zou mij schamen zulk een ja
pon aan te hebben."
„Voorname lieden hebben altijd zulke
kuren, liefste. Goede hemel 1 Ik had het
maar moeten weten, dat heb de graaf was."
„Ik zie al hoe het staat 1" zei heb vrouw
tje; „nu! *wij krijgen een trotsohe gra^
vin."
„Was een van de meisjes maar liever
hier geweest! Er is geen een bij, die niet
mooier is dan die, Miss Martindale. Wie
weet wat er nog gebeurt!"
„Ja ja. Maar ik zal 't uw zuster eens op
een vriendelijke manier aan het verstand
brengen, hoo onaangenaam het voor haar
eigen familie is zoo aobbergosdhoven te
worden."
„Ik geloof niet, dat het haar schuld is;
dat arme kind kan er weinig tegen doen,"
zed Albert„Martindale heeft die trotsohe
jonge dame aangesteld om haar te bewa
ken."
„Nu, wij zullen zien", sprak zijn weder
helft. „Ik laat mij zoo niet afsohepen, en
als ik maar eenmaal bij uw zuster ben, zal
ik wel achter haar geheimen komen."
Gelukkig voor Violette, had Theodora
haar zoo vermoeid gevonden van het klee-
den, dat zij het niet durfde wagen haar 't
bezoek van haar broeder met zijn levendige
jonge vrouw mede te deelen; zij kwam dan
ook weldra beneden, om dat bericht te bren
gen en trachtte die onvolkomen tijding
door haar beleefdheid, en door de vraag of
zij haar kinderen eens wilde zien, goed te
maken.
Dooh mevrouw Moss was niet spoedig uit
het veld geslagen; zij smeekte Miss Martin
dale om op dat vonnis terug te komen.
„Ik mag niet toegevenik ben bij mijn
broeder en bij den dokter voor haar verant
woordelijk."
„Dan zal ik do schuld op mij nomen. Gij
hebt er niets van geweten ik kan alleen
den wog wel vindon. Ja, ik ben een raar
schepseltje, als ik begin; ik laat mij door
niets afschrikkenEn zij wilde de kamer
uitgaan, terwijl zij zeer gemaakt lachte en
een schalkachtig voorkomen poogde aan te
nomen.
„Ik mag het u niet toestaan. Het zou na-
deeligo gevolgen kunnen hebben," sprak
Theodora, haar in den weg tredende en zulk
een houding aannemende, dat de andere
inderdaad verlegen en verschrikt werd on
zonder oon woord to spreken haar plaats
weder innam. Nadat »y een weinigje beko
men was, begon zij Johnnie met lieflcoozm-
gen te overladen, waarop deze onmiddellijk
begon te schreien en de kamer werd uitge
bracht, zoodat mevrouw Moss genoodzaakt
was zich met de jonggeborene te vergenoe
gen, ofschoon die al even strak keek en
even weinig gezind scheen als de overige le
den der familie Martindale, om toe te la
ten, dat men zich vrijheden met haar ver
oorloofde.
Zij bleven nog een poosje, in" de hoop
Miss Martindale door aanhouden te ver
murwen, of dat hun tegenwoordigheid toe
vallig Violette ter ooren mocht komen
maar tevergeefs: TheodoraJs boleefdheid
scheen onuitputtelijk, en zij verdroeg de ge
meenzaamheid van mevrouw Moss zoo wèl,
dat, toen deze ten laatste vertrok, zij haar
tot afscheid in het oor fluisterde: „Vaar
wel, Miss Martindale. Indien wij geweten
hadden welk onderhoud wij stoorden
maar och 1 ik ben nog kort geleden ook in
dat schuitje geweest en kan mij dus best
verbeelden hoe gij u gevoeltnu, ik zal uw
geheim niet verklappen."
„Ik weet niet, dat er een geheim be
staat," gaf Theodora, nog hooghartiger dan
ooit, ten antwoord.
„Dat hatelijke schepsel 1 Arme Violette t
Zie, nu zullen zij nog overal verspreiden,
dat ik met hem verloofd ben! Nu zal ik
hom nog moeten nemen ook, als hij althans
niet van mij afziet om mijn gemeene ken
nissen Dat hoop ik maar; dan heb ik St
reden om hem te verachten. Waarom zei
dEe dwaas ook nie>^ wat hij kwam doen?
Dan was ik dadelijk van ham af geweest;
iik was er juist toe gestemd. Maar ho het
zij, voor het oogenblik is hij uit den weg.
Thans moet ik oons zden hoe ilk het met Vio
lette stellen zal."
Violette was bedroefd, beide om haar
zelve eco. om do teleurstelilling, die haar ha-
miilie tihuig zou gevoelenmaar zij onder
wierp zioh zoo stil aan hetgeen men dacht,
dat voor haar welzijn was, en was zoo over
tuigd, dat Laar zuster het. goed met haar
moendo, dat Theodora, die gevoelde, dat
zij zelve zoo iets in het geheel niet met ge
duld zou verdragen hebben, haar meor don
ooit liefhad en bewonderde. De zachtheid
en bedaardheid van haar voorkomen werk
ten hei'kaom op Theodora's onrustig en hef
tig gemoed, en terwijl deze voor het ge
mak en genoegen barer zuster zorgde,
maakte haar angst en zelfverwijt voor een
kalm oadonken plaats. Hoe heerlijk was
dio dag, boen zij Johnnie's portret Hei
ziendo bewondering en dankbaarheid,
welke Violette aan de vriendelijke geofstei
wijdde, waren de grootste vreugde, die
Theodora sedert maanden gesmaakt had.
Het nagaan van iedbren trek, het vergelij
ken van Johnnie met zijn portret, het ver-
Raai van al de moeilijkheden, die men t6
overwinnen had gehad, en hoe zij er zon
der de hulp van zijn papa niet gekomen zou
zijn, scheen een Dimmer eindigend genot, èn
voor de geefster èn voor haar, die het por
tret ontvangen had. En dan dat gedicht!
Zij kon het nauwelijks gelooven. dat iemand
w'eaonJijk een vers op haar kind gemaakt
had, en toen zij rad-en meest wio dat ge
daan had, begon zij bifelend„Miss Mar-
stone ie de eenige persoon, die ik kon, die
verzen maakt, en deae zijn te Hef om van
haar to kunnen zijn."
„Ja, als gij Emma's raad opgevolgd en
het kind naar de eerste abdis Osyth hadt
laten apsmpn. hadt gjj nc$g wel eeji kansje