N°. 17154 "^Voesssdaij O Februari. Persoverzicht. Gemengd Nieuws, Uitgezonden. FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. 3 H'~v ndrea ïnn.ke mr. Treub. „HET CENTRUM" zegt hiervan: Verleden jaar werd aan de Tweede Ka mer een adres verzonden, waarin „met den me 1 ernst" werd aangedrongen op „onverwijlde wettelijke invoering" van al- gemeene oefenplicht. Het adres was onderteekend door eem aanty*l bekende personen uit de finan- caeelb, militaire en handels-wereld, met den heer Van Aalst, president der Ned. ELa/n- dolsmaatsobappijaan het hoofd. De uitwerking van dat adres is in de later rolgd© behandeling van militaire ontwerpen duidelijk merkbaar geweest. Thans aal wederom eem adres aan die Tweede Kamer worden gezonden, met op- niéuT üvn hoor Van Aalst als eersten on- dertcokenaar. De namen van militairen ontbreken ditmaal, maar het gaat nu ook niet ever de invoering van algomoenen o effenplicht maar ^v-er den val van minister Treub. De adressanten wensohen dezen bewinds man voor het Kabinet te behouden. Zij betreuren zijn val en geyen ale hun overtutring te kennen, „dat Nederland tbans dezen man van energie en werk kracht niet kam missen." Het is zeker een ongewoon feit, dat oen dergelijk adr^-a '-an de Kamer wordt ge zondst. en het doet een keer te meer uit komen, onder welke abnormal© omstan digheden wij Teven. Het was tot dusver ten minste geen usan ce, döt ~e>n aantal personen op deze osten tatieve manier hun leedwezen uitspraken over hetgeen in de Kamer werd verrioht of besloten. En diendo oen minister - zijn ontslag in, dan vtn hbo men af, hoe de Kroon op dio aanvrage zou beschikken en wie, werd het onsl/ag aangenomen, zijn opvolger zou zijn. Waf de hoeren met dit adres waar voor z\\ buitendien schriftelijke adhaesie- betuigmgen vracren beoogen, is niet vol komen duidelijk. Hadden zij vo«or het debat in de Tweede Kamev.-, ah met de aanneming der motie schaper eindigde, hun wensch om mr. Treub voor het ministerie te behouden, aan de Kamer" kenbaar gemaakt, bet ware te begrijpen geweest, ofschoon toch in het algemeen een dergelijke adres-beweging min dier aanbevelenswaardig lijkt. Maar nu het votum gevallen is cn de cri sis aan Financiën in zijn huidig stadium verrke«-:t, komt het adres bij de Kamer hetzij te 1 a at, hetzij te vroeg, dit laat ste voor hef veval de demieo-e-aa n vrage niet mocht worden'"aangenomen Zooffls bet daar ligt en op dit oogenblik, maakt, ht™ «wires daarom een puzzlc-achti- gen indruk, en schijnt het voor ons open baar en staatkundig leven, hetwelk zioh langs vaste banen beweegt, ongewensebt, dat div T-beeld navol-ging vinde hoe men overigens moge denken over het vo tum der Kamer. Het „HANDELSBLAD" noemt, het adres van et>u u_ntal vooraanstaande Nederlan ders uit de kringen van handel, scheepvaart en nijverheid aan de Tweede Kamer, zeer merkwaardig. Het ij o*. adres, dat blijkbaar geheel bui ten politiek staat, ja, het is, alsof de heeren voor de politiek hetzelfde gevoel hebben, dat de heer Schaper eens gezegd heeft voor „juristerij*to koesteren. Zij meenen, dat de Minister, die sinds het begin van den oorlog zulk een groot aandeel in de leiding van 's lands zakon hoeft gehad, die ook do internationale economische en verkeersaan- gelegeoheden heeft helpen regelen, die de personen kent en begrijpt, met wie onder handelt moet worden, die van de geschiede nis en de reden van bestaan van vele over eenkomsten op de hoogte is, niet thans moet weggaan. Zij spreken niet over de Ouder domswet en denken aan geen pensioenbclas- ting, maar meenen, dat boven den politicken strijd 'over die binnenlandsche wetgeving thans een ander en grooter belang primeert. Het „Handelsblad" meent uit het feit, dat nog steeds H. M. de Koningin het ont slag van minister Treub niet heeft aangeno men,te mogen afleiden, dat raadgevers van de Koningin een mogelijkheid zien, om mi nister Treub in de regeering te behouden. Hoe-dat zal moeten gebeuren, of minister Treub wellicht een andere portefeuille zou krijgen, dan wel, dat do Kamer op eenige wijze doet blijken, dat het wantrouwen in den Minister in werkelijkheid eigenlijk met bestaat wij weten het niet en begrijpen het niet goed. Met dat al het- adres van de vijftig Ne derlanders geeft uiting aan een meening, die, daarvaD zijn wij overtuigd, in zéér wijde kringen bestaat. En de VolksvertegenwoorT diging mag wel rekening houden met die meening, dat meer nog dan de toch zoo hoogst belangrijke binnenlandsche wetge ving thans een goede verzorging der binnen landsche en internationale economische ver houdingen, voor het voortbestaan en de wel vaart van ons land noodzakelijk is en dat het niet gemakkelijk is daarvoor den rechten man te vinden. „DE NIEUWE COURANT" zegt: Een merkwaardige uiting van de gevoe lens, die het „vernielingswerk:" van oen meerderheid der Tweede K m r in het land gewekt heeft, is het ontwerp-exkes, w a-bij aan de Kamer zal worden bekend gemaakt, j dat de onderteekenaars pijnlijk zijn ge- troffen en voor de toekomst van land en volk in hooge mate z^j-n verontrust door de aanneming op Vrijdag 28 Januari van oen I motie, waarvan het gevolg is. dat mr. Treub, Minister van 'Financiën, a's zoodanig zrjn i ontslag heeft aangevraagd." Onder dit ontwerp vindt men de namen j van de keur der Amsterdamsche en Roder- damscHe financieele wereld." van eers'e man nen uit de handels- en scheepvaartkringen der hoofdstad, en voorts van eenige indus trieel en en hoogleeraren. Een bepaald verzoek bevat het adres mot. j De stellers beoogen enkel aan de Tweede I Kamer te doen blijken van hun overtuiging, 1 „daiti Nederland thans dezen niarr van 1 energie en werkkracht niet kan missen" en dat het voor een veilige toekomst van het land noodzakelijk zal zijn, dat de personen, die in de Augustusdagen van 1914 aan de j natie het vertrouwen hebban gegeven, dat j het landsbelang in krachtige handen was, gedurende de tegenwoordige wereldcrisis in het bewind gehandhaafd bljjvon. Niet slechts voor den demissionairen minister, maai" ook voor het ministerie, dat door zijn uittreden ongetwijfo'd zal worden verzwakt, is deze ongewone stap een uiting van groote waarde. Of er in de omstandig- j heden^ waaronder de beslissing der Kamer heeft plaats gehad, en bij de verhouding, waarin min^s&r Treub dientengevolge tot een meerderheid der Kamer is geraakt, kans is op practische uitwerking van het adres, betwijfelen wij vooral omdat daar toe een daad of althans de medewerking vereischt zou zijn van dezelfde Kamer, wel- ker meerderheid zich op 28 Januari in volle bewustheid van het naaste po'itieke gevolg van haai* besluit heeft uitgesproken. Met de gevoelens, in het adres uitgesproken, stom men wij geheel in. Oorlogswinsten.. Onder het op- i schrift „Oorlogswinsten" betoogt de drie- j star9chrijver in „DE STANDAARD", dat het kabinet hoogelrjk om geld verlegen zii, dat er minder-inkomt dan moest en er belangrijk meer uitgaat dan in normale tijden. De schrijver acht het bevreemdend, dat do Regeering niet meer spoed maakt met het j leggen van lasten op de oorlogswinst, en schrijft clan: „Oorlog van grooten omvang brengt het altoos, met zich, dat 't zeggen: „De een zijd dood, brengt den ander zijn brood," ook hier van toepassing is. Oorlog ver breekt de gewone verhoudingen. Alles on dergaat een verschuiving. En vaak zelfs gevoelt men, hoe de gewone wetten niet meer passen op den onverhoeds nieuw geschapen toestand. Gevolg hiervan nu is, dat de één zijn zaak hals-over-kop achteruit ziet gaan, ter wij] de ander de railiioeneu maar voor het opscheppen kreeg. Men gelooft nauwelijks de cijfers, die van de oorlogswinsten worden rondverteld. Van meer dan één kant hoort men dan ook, dat er onder deze gelukskinderen niet weinigen zijn. dri zelf voelen, dat-hun over winst bij veler anderer verlies te scherp afsteekt, en die d3n ook ten volle bereid z^jn, om van het ongedacht fortuin dat bij hen binnenkomt, een aanzienlijk deel voor de beroofden af to staan. Zpo buiten at als hier te lande, spreekt men dan ook van een belasting op de oor logswinsten van volle 50 percenr. Ware men daartoe nu terstand overge gaan, zoo zou de 17 h 18 millioen, die de eerste extra-leening opvordert, reeds ge heel gedekt zijn. Dit zou het. aangaan van de tweede leening vanzelf zeer vergemakkelij ken. Van meer dan één kant hoort men zelfs, dat dan de onkosten van de nu komende leoning er door ondervangen zouden worden. ©och juist hierom wvkt het bevreemding, dat we nu zélfs in 1916 met deze zaak" n0g niet zouden opschieten. Men zoekt- hot in allerlei gaten, waar het geid bijna niet meer uit kan; en 'v-Ti bet geld bij hoopen voor de hand ligt, s.ak het Rijk nog geen hand uit." Diefstallen in de kerk. - „De Tijd" meldt: In c-en der R.-K. kerken te Amsterdam' werd in de laatste weken meermalen daags geklaagd over hot ontstelen van handtasch- jes en parapluies aan dames, als deze zich, voor hoe kort hot zij, van haar plaats ver wijderd hadden. Een handige, en zich erg vroom aanstellende dievegge, als dame ge kleed, soms ook wel een heer, plachten er hun slag te slaan. Zij beloerden, doende alsof zij in gebed waren verzonken, elk voor een oogenblik onbeheerd a jh'er gelaten eigendom van een ander, maakten zich er meester van, en verlieten haastig het kerkgebouw, waar zij onder den dekmantel van vroomheid gele genheid zochten, en maar al te gemakkelijk vonden, taschjes te stelen, die soms op zich zelf 'reeds van groote waarde waren, doch die ook vaak eenig geld of dierbare en on misbare voorwerpen be a ten. Borden met waarschuwing werden in "de kerk gehangen en hadden succes. De dieven konden hun slag niet meer slaan, in die kerk, fen minste voorloopig niet. Daarna is in een andere kerk te Amster dam telkens geklaagd over diefstal van taschjes en parapluies. Zaterdagavond is het een eenvoudig meis je, een wees, gelukt tijdig een diefstal te ontdekken. En ditmaal werd hij niet ge pleegd door een „dame", doch door een „heer." Een ongunstig uitziend man n.l., van plra. 50 jaar, pleegde een aanslag op haar taschje. De bestolene had het Lof bijgewoond en knielde achter in de kerk op een bidstoeltje, aan het koperen haakje waarvan zij haar handtasciije gehangen had. Dat taschje hield behalve haar zakdoek en geldbeursje, haar kerkboek en een collier in. Zq bemerkte, dat tegen haar stoel gestooten werd, keek onwillekeurig naar haar taschje, zag, dat het verdwenen was en dat een man haastig de kerk vetliot. Zij volgde hem onmiddellijk en zei: „Geeft u mij nu mijn taschje terug, .dan zal ik het ni-et aangeven, dat u het liebt weggenomen." De vrome dief antwoord de: „Och kind, ik heb het niet", en liep door. Het meisje, alsook een jonge man, die alles scheen gezien te hebben, en aan het meisje den raad gaf: „Volg hem, tot dat ge politie ziet," liep mee. Gelukkig stond een agent op eenigen afstand. De dief had het bemerkt, trok het taschje uit zijn jas en wierp het achter een hoog stoephek. Het meisje zei den joogen man: „Blijf even hier staan, u ziet, wat er gebeurd is," liep snel naar den agent, en zei, den dader aanwij zend: „Die man heeft mgn taschje gesto len." De agent naderde den dief, die zijn jas ontknoopte en zijn armen uitstak, zeggende: „Ik heb niets gestolen." „Hij heeft mijn taschje weggegooid ach ter dat hek daar,"r hield het meisje vol, weende naar de plaats, waar do jongeman op zijn post Was blijven staan. De agi nt wilde den dief arresteereu, doch de vrome verzette zich, voelde echter een oogenblik daarna de boeien om zijn pols, en werd kalm. Het taschje werd achter het hek gevonden en door den agent in beslag genomen. Eenige oogenblikken daarna gingen agent, bestolene en dief op weg naar het politie bureau. Op het bureau werd de dief als een oude kennis en vaste klant met open armen ont vangen. Het meisje werd ondervraagd en door den dief, die maar dadelgk bekende, leelijk aangekeken. De bestolene kan haar eigendom eerst na eenige maanden terug krijgen. De politie meent den dader van eenige, misschien alle, in den laatsten tijd aange geven diefstallen van taschjes en parapluies gevonden t.e hebben en zet haar onderzoek Ijverig voort. Lo r.p r ij s v_e rho ogingea het fooienstelsel. Men deelt ons mede: Op initiatief van den Central en Bond van Geëmployeerden hebben de landelijke vak bonden, t.w. de R.-K. Bond, do Neutrale Vakbond en eerstgenoemde organisatie van Geëmployeerden in het Hotel-, Café-Res taurant- en Koffiehuishoudersbedrijf be-- sloten, naar aanleiding van de jongste bier- prijs verhooging gezamenlijk een landelijke actie te voeren, opdat de kellners schade loos zullen worden gesteld voor de uit deze en andere prijsverhoogingen voortgevloeide nadoelen. Eeslot-en werd den werkgevers te verzie ken, om, ten einde aan deze nadoelen te gemoct te komen, den kellners een mini mum-loon te betalen, do bestaande loonen to verhoogen met het bedrag, dat aan mini mum-loon'wordt verlangd, en daarenboven den toeslag, welke in vele inrichtingen van de kellöers wordt geheven voor ~ot bezol digen van ander personeel of anderszins, af to schaffen. Met nadruk werd er op gewezen, dat het niet in de bedoeling der vakorganisaties ligt het publiek te verzoeken bij het verstrek ken van fooien, rekening te willen houden met den verhoogden prijs. Do vakbonden zijn van meening, dat, waar de liter met 1 cent verhoogd werd en de prijs van den glasverkoop met 1 cent eü meer steeg, de ondernemers uit deze meer- dero winst het verlangde loon wel kunnen betalen. Besloten werd in woord en geschrift het pogen der vakbonden in ruime mate beleend te maken, terwijl de moreele medewerking van het café-restaurant bezoekend publiek bij voorbaat wordt verzocht en aanvaar- Te Almelo houdt iemand zich reeds sedert geruimen tijd bedg met liet vergiftigen van honden. In een jaar tij 3 zijn meei dan ICO honden, waaroi.d.r kost bare exemplaren, als zijn offer gevallen,' De politie kan den dader niet ontdekken. De werkstaking te Schevenin- gen. Omtrent de staking aan de netten- fabriek van den heer Warneke wordt ge meld Het Stakende personeel heeft het werk niet hervat, noch hebben zich uit de stak rs vertegenwoordigers aangemeld om bjj de di rectie hun belangen voor te dragen of- te bespreken, waartoe de gelegenheid open staat De directie volhardt bij de han ihaving van stukloon, tegenover den eisch vaa vast weekloon van het personeel. De arbeid van het ni et-s takend personee1 ondervond, geen vertraging. Menraeldtvan den Hoe k-v a n-H o 1- land: In het Staalduinsche bosch alhier werd Dinsdagavond het lijk gevonden van" den rijksveldwachter H. J. Neyssen. Kwestie tnsschen laaiseigeaaax en H murders. Naar aanleiding van het verslag over de door het Kantongerecht te Leiden behan deld woedende civiele zaak tusschen eige naar en eenige huurders van woningen aan de Oosterstraat te Leiden, zij het mij ver gund het volgende onder de aandacht der lezers te brengen. In het laatst der maand December 1915 deelde de eigenaar der genoemde woningen, (de heer Grupstra) zijn huurders mede, dat het tot dusver gevolgde gebruik om de Nieuwjaarsweek vrij te wonen, niet langer werd be-stendigd en zij du3 die week haddeD te betalen. Na weigering van enkelen hun- nor, word de.huur met SO cents per week verhoogd, waarmede geen genoegen werd ge nomen eti zoodoende diendo de zaak voor het Kantongerecht. Volgens het verslag der gehouden zitting werden geen andere motioven door den eige naar aangevoerd. Een der betrokken huurders was zoo wel willend mij enkele door hem ontvangen en op do kwestie betrekking hebbende beschei den ter inzage te gevon, waarvan ik aller eerst de door den heer Grupstra ondertee- kende „Kennisgeving" wensch te bespreken. Die kennisgeving, gedateerdLeiden, September 1916, bevat o.m. het vol gende „Dó ondergeteëkende, v. d. (teekemt de heer Gr. voor de Mij. 1, dat is door de afkor ting niet duidelijk) Maatschappij tot Expl. v Onroerende Goederen (waar gevestigd) deelt UEd. (lach riet, lezer) mede, dat naar aanleiding van 'n genomen besluit, op een vergadering van bovengenoemden Boud (do bedoeling zal toch wel zijn Maatschappij, enz.) in overleg met een groot aantal Huis eigenaren gehouden op Dinsdag' 2 Sep tember j 1 (breng hiermede n verband cle dateering der kennisgevingSeptem ber 1 M 6, dan wordt het, waar wij nu nog Februari 1916 schrijven, ondanks den ernst van het geval voor de huurders, een klucht in een onbepaaldaantal bedrijven) Uit het Engelsch van Miss YONGE. (Nadruk Vorboden), 84) „Heeft men to Wrungorton oen gezicht op den Helvollijn?" vroeg Lord St.-Erme nog half droomende. Mevnji tw 11 >ss was zeer verwonderd dten Duitschen meester zulk zuiver Engelsoh te hoeren spreken en zoide met noderbuigen- do vriendelijkheid„Ja, de Helvellijn is een hoogst schilderachtig punt in onze streek. Zijfc gij wel eens in het noorden ge weest?" „Niet zoo dikwijls misschien, als ik wel had moeben doenik vrees, dat i'k meer van de Vip er dan van de Hel vil lijn zou kunnen spreken." „Ik verzeker u", vervolgde do dia-me, „dat als gij lust hadt om dien weg eens uit te gaan, wanneer het modesedzoen hier voorbij is, gij het u ndot zoudt beklagen. Ik zcu u aan verscheidene families kunnen re- oo -ïrciandcoren, die op mijn aanbeveling riat eens zien, daar hebt gij de Jone^ en de Dun]opt an d, Evelijns, om niet te spre ken van mijn nieuwe zusters, d© dames Moss ..Ik geloof wel, dat het. oen" heel goede nng if", zei Lord St.-Erme, terwijl hij opstond. „Maar ik mag wol heengaan an- ers komen wij nog te laat aan den brein. "Rföe^. O0|k te zeggen, wanneer Lord "tertindal© in de stad bomt?" >>Ik rat n den tienden of den elfden." „Dank u. Dan moet ik u vaarwel zeg gen." „En ik wil u uiit naam mijner zuster -donk zeggen voor heb genoegen, dat zij smaken zal in hetgeen gij voor baar zoontje ge daan hebt. Mijn groete aanLady Lucy." Die naam was een lichtstraal voor Al- bert de deur was dan ook nauwelijks boe, otf hij riep uit„Maar, Miss Martindale, dat kan toch Lord St.-Erme niet wezen?" „Waarom ndet?" „Wel hemel I" riep mevrouw Moss. „Ik vond ook bepaald iets ariertooratisdh in het dragen van zijn knevel." Albert kon er maar niet overheen ko men, dat hij zulk een goede gelegenheid ge mist had en was op het punt om zijn lord schap na te loopen Theodora was blijde, dat zij zidh een oogenblik van hen ontslaan kon, onder voorwendsel te gaan zien of Violette hen kon ontvangen. Zoodra zij de kamer uit was, merkte de jonge vrouw aan „Ik kan niet zooveel moois aan haar zienEn ik zou mij schamen zulk een ja pon aan te hebben." „Voorname lieden hebben altijd zulke kuren, liefste. Goede hemel 1 Ik had het maar moeten weten, dat heb de graaf was." „Ik zie al hoe het staat 1" zei heb vrouw tje; „nu! *wij krijgen een trotsohe gra^ vin." „Was een van de meisjes maar liever hier geweest! Er is geen een bij, die niet mooier is dan die, Miss Martindale. Wie weet wat er nog gebeurt!" „Ja ja. Maar ik zal 't uw zuster eens op een vriendelijke manier aan het verstand brengen, hoo onaangenaam het voor haar eigen familie is zoo aobbergosdhoven te worden." „Ik geloof niet, dat het haar schuld is; dat arme kind kan er weinig tegen doen," zed Albert„Martindale heeft die trotsohe jonge dame aangesteld om haar te bewa ken." „Nu, wij zullen zien", sprak zijn weder helft. „Ik laat mij zoo niet afsohepen, en als ik maar eenmaal bij uw zuster ben, zal ik wel achter haar geheimen komen." Gelukkig voor Violette, had Theodora haar zoo vermoeid gevonden van het klee- den, dat zij het niet durfde wagen haar 't bezoek van haar broeder met zijn levendige jonge vrouw mede te deelen; zij kwam dan ook weldra beneden, om dat bericht te bren gen en trachtte die onvolkomen tijding door haar beleefdheid, en door de vraag of zij haar kinderen eens wilde zien, goed te maken. Dooh mevrouw Moss was niet spoedig uit het veld geslagen; zij smeekte Miss Martin dale om op dat vonnis terug te komen. „Ik mag niet toegevenik ben bij mijn broeder en bij den dokter voor haar verant woordelijk." „Dan zal ik do schuld op mij nomen. Gij hebt er niets van geweten ik kan alleen den wog wel vindon. Ja, ik ben een raar schepseltje, als ik begin; ik laat mij door niets afschrikkenEn zij wilde de kamer uitgaan, terwijl zij zeer gemaakt lachte en een schalkachtig voorkomen poogde aan te nomen. „Ik mag het u niet toestaan. Het zou na- deeligo gevolgen kunnen hebben," sprak Theodora, haar in den weg tredende en zulk een houding aannemende, dat de andere inderdaad verlegen en verschrikt werd on zonder oon woord to spreken haar plaats weder innam. Nadat »y een weinigje beko men was, begon zij Johnnie met lieflcoozm- gen te overladen, waarop deze onmiddellijk begon te schreien en de kamer werd uitge bracht, zoodat mevrouw Moss genoodzaakt was zich met de jonggeborene te vergenoe gen, ofschoon die al even strak keek en even weinig gezind scheen als de overige le den der familie Martindale, om toe te la ten, dat men zich vrijheden met haar ver oorloofde. Zij bleven nog een poosje, in" de hoop Miss Martindale door aanhouden te ver murwen, of dat hun tegenwoordigheid toe vallig Violette ter ooren mocht komen maar tevergeefs: TheodoraJs boleefdheid scheen onuitputtelijk, en zij verdroeg de ge meenzaamheid van mevrouw Moss zoo wèl, dat, toen deze ten laatste vertrok, zij haar tot afscheid in het oor fluisterde: „Vaar wel, Miss Martindale. Indien wij geweten hadden welk onderhoud wij stoorden maar och 1 ik ben nog kort geleden ook in dat schuitje geweest en kan mij dus best verbeelden hoe gij u gevoeltnu, ik zal uw geheim niet verklappen." „Ik weet niet, dat er een geheim be staat," gaf Theodora, nog hooghartiger dan ooit, ten antwoord. „Dat hatelijke schepsel 1 Arme Violette t Zie, nu zullen zij nog overal verspreiden, dat ik met hem verloofd ben! Nu zal ik hom nog moeten nemen ook, als hij althans niet van mij afziet om mijn gemeene ken nissen Dat hoop ik maar; dan heb ik St reden om hem te verachten. Waarom zei dEe dwaas ook nie>^ wat hij kwam doen? Dan was ik dadelijk van ham af geweest; iik was er juist toe gestemd. Maar ho het zij, voor het oogenblik is hij uit den weg. Thans moet ik oons zden hoe ilk het met Vio lette stellen zal." Violette was bedroefd, beide om haar zelve eco. om do teleurstelilling, die haar ha- miilie tihuig zou gevoelenmaar zij onder wierp zioh zoo stil aan hetgeen men dacht, dat voor haar welzijn was, en was zoo over tuigd, dat Laar zuster het. goed met haar moendo, dat Theodora, die gevoelde, dat zij zelve zoo iets in het geheel niet met ge duld zou verdragen hebben, haar meor don ooit liefhad en bewonderde. De zachtheid en bedaardheid van haar voorkomen werk ten hei'kaom op Theodora's onrustig en hef tig gemoed, en terwijl deze voor het ge mak en genoegen barer zuster zorgde, maakte haar angst en zelfverwijt voor een kalm oadonken plaats. Hoe heerlijk was dio dag, boen zij Johnnie's portret Hei ziendo bewondering en dankbaarheid, welke Violette aan de vriendelijke geofstei wijdde, waren de grootste vreugde, die Theodora sedert maanden gesmaakt had. Het nagaan van iedbren trek, het vergelij ken van Johnnie met zijn portret, het ver- Raai van al de moeilijkheden, die men t6 overwinnen had gehad, en hoe zij er zon der de hulp van zijn papa niet gekomen zou zijn, scheen een Dimmer eindigend genot, èn voor de geefster èn voor haar, die het por tret ontvangen had. En dan dat gedicht! Zij kon het nauwelijks gelooven. dat iemand w'eaonJijk een vers op haar kind gemaakt had, en toen zij rad-en meest wio dat ge daan had, begon zij bifelend„Miss Mar- stone ie de eenige persoon, die ik kon, die verzen maakt, en deae zijn te Hef om van haar to kunnen zijn." „Ja, als gij Emma's raad opgevolgd en het kind naar de eerste abdis Osyth hadt laten apsmpn. hadt gjj nc$g wel eeji kansje

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5