flo, 17157
Dinsdag X Februari.
Tweede Blad. A°. 1916.
Binnenland.
Rechtzaken.
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
TREUB3 VAL.
Men meldt aan de „N. R. CL":
I Het ligt in <te bedoeling, om opperrabbijn
Jlodelsheira, die tijdelijk belast is met de
waarneming van liet opperrabbinaat over
iet synago^alo ressort Drente, defi i'ief a's
Ihppc'iTabbrin van Drente te benosmea. In dit
torband moet het in het voornemen liggen
pon combinatie van de synagogale ressorten
Pronte en Friesland te vormen.
De audiëntie van den Min'ster van "Wa
rs taat zal a.s. Vrijdag niet p'aats hebben.
De nieuwbenoemde gouverneur-gene-
van Nederlannsch-Indië, mr. graaf Van
imburg Stirum, is voornemens morgen des
middags met den Holl. Spoortrein van
uur 5 min. uit Den Haag te vertrekken
ar Rotterdam, om met het stoomschip „In-
linde" van den Rotterdamschen Lloyd raar
diö scheep te gaan.
H. M. de Koningin-Moeder heeft den
'ouwbenoemden gouverneur-generaal en
©vrouw, die ook onlangs bij de Koningin-
poader gedineerd hebben, in afscheids-
udiëntie ontvangen.
De heer F. B. Löhnis, inspecteur van
n Landbouw, treedt heden uit 's Rijks
t.
Wij vernemen, dat mevrouw de wed.
r. A. E. H. GoekoopDe Jongh, in piëteit-
dle herinnering aan wijlen haar echbge-
-t, aan den rector van het Gemeentelijk
mrasium in Den Haag. bjj gelegenheid
n z$n jubileum, f 1COO heeft geschonken,
ot verzoek die in het belang dor school
besteden.
Ambtenaar H. IJ. S. M. en
GesrieenteraadsEid.
Vra?.g van den heer Kleerekoper, betref-
het weigeren aan een ambtenaar der
v IJ. S. M. om een mandaat als Gemeente-
"dslid te aanvaarden: De heeren G. v. d.
*st, commies der H. IJ. S. M. te Leerdam,
"oomd tot lid van den Gemeente-
:ad aldaar, heeft van de directie van voor
noemde Maatschappij, nog vóór door hem
eon boachikking harerzijds" was gevraagd, de
jpocfcdealing ontvangen, dat hg het Raads
lidmaatschap niet mag aanvaarden.
De Raad der gemeente Leerdam vergadert
ii den regel ééns per maand, des avonds te 7
"U.
De heer Van der Most heeft als commies
iecsi te doen de ééne week van 6V2 's mor
gens tot 7 uren Ts avonds, de andere week
van 11 uren 's morgens tot li uren des
Avonds, maar dan met een rustuur van 8 "tob
9. Ook in do zeldzame gevallen, dab dienst
tijd en Raadsvergadering te zamen treffen,
kan daarin dus door ruiling van dienst ge-
takkelijk worden voorzien.
18 de Minister van Waterstaat, in over
eenstemming met de toezegging, op 25 Juni
1914 in de Tweede Kamer gedaan, bereid
Dni pogingen in het werk te steken, teil
einde alsnog te verkregen, dat de heer Van
der Most het rarnbt kan vervullen, dat hem
floor zijn medeburgers is opgedragen?
Antwoord van den heer Lely, Minister
Fan Waterstaat:
De H. IJ. S. M. heeft sinds jaren aan
biomand van het personeel vergunning ver
leend om een mandaat als Gemeenteraadslid
te aanvaarden, en wel wegens de mogelijk
heid van strrjd busschen spoorweg- en ge
meentebelangen.
Naar aanleiding van de gedane vraag is
öe Maatschappij uitgenoodigd nader te over-
jWêgen, of, waar liet hier een zaak van al
gemeen belang betreft, zij geen maatregelen
zou kunnen nemen, „om, zooveel do_ dienst
'dit) toelaat, de uitoefening van het lidmaat
schap van een Gemeenteraad door beambten
van haar dienst mogelijk te maken. De Maat
schappij blijft echter bezwaren maken haar
personeel toe te staan, het lidmaatschap van
"Gemeenteraden te aanvaarden en uit te oefe
nen. Niet alleen voorziet zij, dat, door .dit
wel toe te staan, zich tal van moeilijkheden
zullen voordoen bij beoordeeling van de
vraag, wanneer de dienst de waarneming
van dergelijk lidmaatschap wel cn, wan
neer niet zal toelaten, waarbij klachten
over ongelijke behandeling niet zullen uit
blijven; maar nog meer acht zij bedoeld
lidmaalschap niet vereenigbaar met eenige
betrekking bij de Maa'schappij wegens de
verhouding waarin zij tot de gemeentebe
sturen staat of kan komen te staan.
Naar haai* meening zouden bovendien de
eischen van den spoorwegdienst zich verzet-
i ten tegen een voorschrift, dat elk lid van het
j personeel recht gaf op vrijstelling van dienst
j voor het vervullen van lidmaatschap van een
j Gemeenteraad. Hetgeen toegestaan mocht
worden voor het waarnemen-\mn een derge
lijk mandaat* zou volgens de Maatschappij
niet geweigerd kunnen worden voor het
vervullen van andere openbare functiën,
waardoor een omvangrijke last op den spOiOir-
wégdienst gelegd zou worden.
De mogelijkheid van ingTrjpen door de
Regeering- moet getoetst worden aan het in
art. 27 der wet van 9 April 1875 („Staats
blad" No. 67) omschreven belang, zijnde
verzekering van de behoorlijke uitoefening
van den spoorwegdienst of het veilig ver
keer over de spoorwegen. Daar niet gezegd
kan worden, dat rich tig© behartiging van dit
belang, het Uoodig kan maken aan spoor
wegpersoneel do gelegenheid tot bekleeding
van het Raadslidmaa'schap te openen, moet
de versischte wettelijke g.pads ag voor 'in
grijpen der Regeering geaelit worden te ont
breken.
Kamerverkiezing Apeldoorn.
In de Vrijdagavond gehouden vergade
ring dbr plaatselijke Christ. -Hist, kiesver-
eeniging „Koningin en Vaderland" te
Apeldoorn is, naar „Do Ned."meldt, in
do vacature-Van Bylandb met algemeene
stemmen tot oandidaat voor de Tweede
Kamer gekozen de lieer J. R. Snoeck Hen-
kemans te 's-Gra/vcnhage.
Men schrijft aan -de „N. R. Ot."
Het schijnt, dat de verkiezing voor do
Tweede Kamer in h-et dis tri ot Apeldoorn
niet zonder, strijd zal afloopen. In Harder
wijk en omgeving boerscht voor deee ver
kiezing groot© belangstelling. Van vrijzin
nige zijde wordt pref. Kc-hnstnim, die des
zomers op zijn buiten bij Harderwijk pleegt
te wonen, reeds genoemd.
Woensdag vergadert de centrale libe
rale kiesverëeniging te Apeldoorn.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Kon. besluit is mr. A. L. E. ridder
de Stuers, buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister bij de Fransche Repu
bliek, b enoemd tot staatsraad in buiten ge
wonen dienst;
is benoemd tot bewaarder van de hypo
theken, het kadaster en de scheepsbewijzen
te Alkmaar J. Veenenbos, thans inspecteur
der registratie en domeinen aldaar;
is met ingang v.an'l Februari 1916 de titel
van den inspecteur in algemeenen dienst bij
de directie van den Landbouw dr. A. J.
Swaving, veranderd in dien van inspecteur
van het zuivelwezen;
- is met ingang van 16 Februari aan den
I kapitein ter ze9 S. "W. No'st Trénité, op zjjn
verzoek, eervol ontslag verleend uit zjjn
I betrekking van lid van het Hoog Militair
j Gerechtshof, onder dankbetuiging, en is be
noemd als zoodanig de hoofdofficier van
administratie 1ste klasse bij do marine, N.
J. J. van Rijn van Alkemade, to 's-Graven-
hage.
HAAGSCHE RECHTBANK.
Een jachtwetovertredingte Noord wijk.
J. v. d. M., te Noorchvijk, had indertijd
voor het Leidsck Kantongerecht terecht ge
staan wegens een jachto ver treding, het
loopen in jagende houding op jverboden
grond. Bij vonnis van den Ssten November
had de Kantonrechter hem van 't ton laste
gelegde vrij gesproken. De Ambt. van hot
O.M. was tegen dit vonnis in hooger beroep
gekomen cd deze zaak kwam nu gisteren
voor de rechtbank. Beklaagde was niet
vor schenen.
De officier achtte het gewezen vonnis
niet juist, vroeg vernietiging en eischte
«thans een boete van f 0.50, subs. 1 dag hech
tenis.
Wederspannigheid te Leiden.
Donderdag 7 October surveilleerde do
politie-agent A. P. van der Voort-in de Jaa-
vossensteeg, toen J. L. het de politie on
der den invloed van sterken drank, we
der bijzonder lastig maakte. Zoo'.n man te
arresteeren is geen pretje, maar plicht ge
bood het. L. sputterde echter erg tegen,
raasde en tierde en verzette zich. Thans,
nu hij zich daarvoor moest verantwoorden
bleef hij weg. Nadat de politicagent ge
hoord was, oischte het O.M. daarvoor 14
dagen gevangenisstraf.
Mishandeling van de politie
te Leiden.
Dan. K., 25 jaar, en Alb. K., 22 jaar,
beiden los werkman te loeiden, stonden na
do- pauze voor de Rechtbank, wegens mis
handeling van de politie op Zondag 3 Octo
ber. Deze mishandeling had plaats gehad in
de Kraaierstraat. Tusschen 3 en 4 uren ont
moette de politieagent M. Goossen den eer
sten beklaagde, die allerlei grimasseif tegen
hem maakte. Toen het den agent begon te
vervelen en deze bèm wilde arresfceeren,
greep K. hem aan, waardoor de agent kwam
te vallen en bloedende wonden verkreeg.
De agent verloor zijn helm, die hem later
tegen het hoofd werd gegooid door, den twee
den beklaagde, waardoor de agent nogmaals
gewond werd. K. wist eindelijk den agent
nog de sabel af te nemen, waarmede deze
zich verdedigde. Beklaagden zeiden er niets
van te weten. Nadat «een militair was ge
hoord, die gezien had, dat de laatste be
klaagde inderdaad met den helm hal gewor
pen, werd opgeroepen de getuige Lam an,
die echter niet was verschenen. Daarom
werd de behandeling geschorst en uitge
steld tot 14 Februari.
Mishandeling en wederspannigheld
van de politie te Leiden.
G. v. d. H., te Leiden, had moeten ver
schijnen inzake mishandeling en wederspan-
nigheid liegen de politieagenten Boon ep
Van Klaveren. Beklaagde was niet versche
nen, doch de verbalisanten deelden mede,
dat er op Zondag 10 October oen vloksop-
loop op de Langegracht was. Eerstgenoem
de verbalisant wiide toen beklaagde arresteo-
ren, waarop deze hem aanviel en mishandel
de. Van Klaveren kwam zijn collega te hulp
en mot "hun beiden gelukte het hun, be
klaagde aan te houden, doch dit ging nog
niet zoo gemakkelijk. Hij betoonde zich zeer
wederspannig. Brj verstek eischte de Ambt.
van het O. M. één maand gevangenisstraf.
Vernieling van twee glasruiten.
Daarvoor verscheen een Leidsch werk
man, .,Arie v. d. W., in de bank der be
schuldigden. Hij had op 24 October in de
Mirakelsteeg, na een woordenwisseling met
de vrouw des huizes, twee ruiten mot spon
ning en al ingeslagen in de woning van
C. v. d. Klis, in de Mirakelsteeg. Vrouw
v. d. K., was boven haar theewater geweest
en had hem het bloed aan het koken ge
maakt, zei beklaagde.
Van der KI., xa!s getuige gehoord, ont
kende dit. Beklaagde zelf was beschonken.
Beklaagde had de schade niet vergoed. Hg
was daartoe onmachtig, zei hij. Daarom-hielp
boete vragen ook niet, meende de officier,
die nu een voorwaardelgke gevangenisstraf
eischte van drie weken.
Diefstal van sterken drank
te Leiden.
Daarvoor werden behalve bovengenoem
de J. L., H. O. en A. S., losse werklieden,
eveneens uit Leiden, ter verantwoording
geroepen. Zij hadden zich op den ^avond
van 27 December bij den caféhouder A. Sin
ning meester gemaakt van een pot boeren
jongens, oen pot boerenmeisjes en een halve
fle-sch advocaat.
Zij waren nu weggebleven, maar de café
houder deelde omstandig mede hoe de zaak
-zich had toegedragen. Het drietal, dat in
het café wat was gaan gebruiken, had met
het oog op een voorgewende 40-jarige brui
loft verschillende bestellingen gedaan. De
herbergier, blij met deze bestelling, bracht
al de bestelde dranken naar het opgege
ven adres, doch informeerde intusschen
naar een en rander en vernam toen, dat het
adres niet goed en er van een bruiloft geen
sprake was.
Beklaagden, daarover teleurgesteld, om
dat de bruiloftsdrank hun nu ontging, kwa
men in het café terug en pakten bij het
heengaan de genoèmde dranken mee, zonder
dat de eigenaar er iets tegen doen kon.
Bij verstek vroeg de officier tegen den
eersten beklaagde, die reeds herhaaldelijk
is veroordeeld een maand gevangenisstraf
en tegen de andere twee zeven dagen.
[Uitspraak in al .deze zaken 1 Februari.
HOOGE RAAD.
Frans Rosier.
Behandeld werd een verzoek van Francis-
cus Hendricus Rosier, om herziening1 van
een arrest van het Gereohtshof te Amster
dam van 26 Mei 1903, waarbg hg tot 6
jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens
poging tot doodslag en poging tot diefstal.
Zes omstandigheden had verzoeker tot on
dersteuning van zgn verzoek aangevoerd,
verband houdende met beweringen omtrent
het bestaan van krankzinnigheid bg hem.
Ten aanzien van twee dier omstandigheden
requireerde advocaat-generaal mr. Besier tot
afwijzing; ten aanzien van de overige om
standigheden tot niet-ontvankelijk-verklaring
van het verzoek.
Uitspraak 28 Februari.
De moord to Kamerik.
De Hooge Raad cieed uitspraak in de zaak
van A. S., molenaarsknecht te Kamerik,
door het Hof te Amsterdam, met vernieti
ging wegens vormgebrek van een vonnis
der rechtbank te Utrecht, veroordeeld tot
12 jaar gevangenisstraf wegens doodslag, op
3 Januari 1915 gepleegd, op Jacob
Maje, dOor dezen met een vuurwapen
in den rug te schieten, ten gevolge waarvan
hij eenige oogenblikkon daarna overleed,
terwijl zijn lijk later uit het water werd
opgehaald.
Het beroep werd verworpen.
HOOG MILITAIR GERECHTSHOF.
Voor hot Hoog [Militair Gerechtshof wer
den de pleidooien gehouden in de zaat te
gen A. S., oud 2i jcuvr, geboren te Rotter
dam, milicien-soldaat der infanterie, die
door d'en krijgsraad te Den Haag w»» ver
Uit het Engelsch van Miss YONGE.
(Nadruk Verboden).
7)
,,0hoe vreeselijk Was dat voor u om te
ooren! Maar dat kan niet waar zijn. Dat
~ijn zeker niets dan praatjes. Arthur zou 't
pel bobben opgemerkt, als zij zióh anders
"edragen had clan haar gewoonte is."
»,l£en aardige gewoonte! En wat meer is,
JJane Gardner sprak het geenszins tegen."
„Jano Gardner
„Ja. Tante wilde mevrouw Finch een be-
~oek brengen, doch vond niemand thuis,
j °ch dezen morgen vóór zij vertrok kwam
Ja-no. ik heb haar niet ontmoet. Ik was
*"öt Polhain uit, maar tante heeft haar over
die zaak onderhouden. Zij moet er heel ver
standig ©ver gesproken hebben; zij betreur
de net wel, dat baar zuster zoo lichtzinnig
scheen te zijn, doch stelde mijn tante toch
°gal gorustmaar aangaande de an-
jv?re> daar kon zij niets van zeggen, dan dat
Jjtai'k een groot bewonderaar van van
Auss Martindalo was en dat er Woensdag
eel was voorgevallen, waaruit iemand, die
v aar nl°t kende on wist, dat clit zoo haar ge
woonte v/as, had moeten opmaken, dat zij
aanmoedigde om haar het hof
w maken."
*S J.arr*mer> dat Miss Gardner er zich
'l bemoeid heeft," zei Violette. „Wa nneer
aar gesproken heb, heb ik altijd, een
1 iieo, neD ik alt
dienen -Van me71scbon dan
zij ver-
„Och, gij hebt immers nooit slechte ge
dachten van wie ook?"
„Ja zokeY, van Miss Gardnor onder ande-
ron. In 't begin hield ik zeer veel van haar
maar later, het spijt mij, dat ik het moet
zeggen, ben ik gaan denken, dat zij niet op
recht is."
„Gij hebt geloord haar door de oogen van
Theodora te zienEn wat is natuurlijker
dan dat movrouw Finch, 'die al wat naar
voorzichtigheid en ingetogenheid zweemt
veracht en veroordeelt, den raad van haar
oudere zuster geheel verwerpt.
„Hebt gij Jane Gardner wel eens ont
moet?"
„Neen, nooitmaar dat doet hier niets ter
zake. Ik ga ook niet op haar berichten af,
en gij moet niet denken, dat ik ooit van mijn
leven jaloersch zou kunnen worden op zulk
een schavuit als die Mark. Ik verbeeld mij
niet, dat er, eenige vrees beGtaat, dat zij
licm zal aannemen, ofschoon, wanneer zij
zich zoo iets eenmaal in 'het hóófd gesteld
had, niets haar zou togenhouden, al wist zij
vooruit, dat zij diep rampzalig zou worden/'
„O, daar is geeft vrees voor/'
„Dat vertrouw ik ook. Het zou al te ver
schrikkelijk zijn! Doch van nu af kan ik
slechts de zustor van John in haar zien, mijo
voormalige speelmakker, waarop eens al
mijn verwachting van een onuitsprekelijk
zalige toekomst gevestigd was." Hij kampte
met oen hevige ontroering, doch hij over
won die en zeide: „Het is nu voorbij! De
reden, waarom wij gescheiden zijn, heeft
niets gemeens met de Gardners. Zij wilde
het niet verdragon, dat ik hgar zeide het
geen ik meende, dat mijn plicht was. Het is
duidelijk, dat ik mij ten eenenmale vergist
j heb met te denkon, dat wij te zamen over-
j weg zouden komen. Zelfs al ware er roden
geweest om te denkon, dat zij mij genegen
heid toedroeg, dan nog was het verkeerd
van mij, den strijd met zulk een karakter te
wagen. Dat zeide ik haar en toen was onze
betrekking geëindigd."
„Het is zoor treurig," zei Violette.
„Gij vindt toch niet, d.at ik mij iets jegens
haar te verwijten heb?"
„NeenGij hebt veel van haar verdragen.
Gij kondet niet anders handeion maar wat
zal hot Arthur en John leed doen-!"
„Het is gelukkig, dat ons engagement aan
zoo weinigen bekend was. Hot spreekt van
zelf, dat ik bij degenen, die er van bewust
waren, de schuld van het verbreken dier be
trekking op mij zal nemen, en meer behoeft
men niet te weten. Wij hebben ons beiden
vergist. Men moet het haar niet wijten en
eenmaal doch hij kon dit .niet bedaard
zeggen „zal zij misschien iemand vinden,
die haar oven liefheeft als ik, en die haar
al die gebreken zal leerén overwinnen."
„Het goede zal oindelijk overwinnen," zei
Violette.
„Daar ban ik van overtuigd, maar ik
vrees, dat zij niet zonder veel beproeving en
verdriet zoo ver zal komen. Mocht het
slechts niet komen door dien man
„Neen, neen!"
„Nu, vaarwel dan."
Zij gaven elkander do hand tot afscheid.
„Gij zult al hetgeen er voorgevallen is wel
aan Arthur vertellen, nietwaar? on hem
hartelijk dank zeggen voor al zijn vriende
lijkheid; en gij neem ook gij mijn dank
aan voor de groofcq goedheid en het medege
voel, dat gij mij bewezen hebt. Indien zij u
eer gekend had maar vaarwelSlechts
één ding moet ik u nog vragen wilt gij
en Arthur mij steeds als uw vriend blijven
beschouwen Wilt gij dat Y'
„Aah!" riep Viol-ette, eoo goed als haar
tranen haar dit toelieten, „geloof mij, dat
wij zoo gaarne
Hij dfrukto haar dankbaar de hand on
verdween, terwijl zij, van aandoening over
stelpt, schreiende op een stoel zonk en rich
gevoelde alsof rij allen in zekere mate
schuldig waren aan het hartzeer, dat
Fotheringham was aangedaan. In diien
toestand van treurigheid vond Theeodora
haar een poos diaaraa nog ritten, terwijl zij
zelve met zulk een fiere houding en be
daard voorkomen in de kamer trad, dat
niemand zou hebben kunnen raden, wie van
beidten de hoofdpersoon was bij hetgeen er
was voorgevallen.
Zonder iets te zeggen behandelde rij Vio-
lotfce als bij een gewoon zenuwtoeval en
droeg groot© zorg voor haar, tot haar snik
ken bedaard was. later op den dag las zij
haar wat voor, doch geen van beiden lette
op de woorden. Tegen den avond legde zij
het boek ter zijde en schreef êen briefje,
terwijl Violette riek in sfci'lt© verwonderde,
dat 7aj zich zoo weinig scheen te bekomme
ren over hetgeen gebeurd was.
„Daar, ik zal mijn brief zelf op do post
brengen. Gij kunt hem lezen als gij wilt.
terwijl ik mijn hoed' opzet."
Violette las:
„Lieve Mama.
Ons engagement is verbroken. Mr. Fothe-
ringham wild© zich het recht aanmatigen,
over mijn doen en laten te hoersohen, cn
daaraan wilde ik mij niet onderwerpen
en voornamelijk was hij beleedigd, dat ik
met Arth/ur naar Epsom ging, in plaats van
thuis te blijven om op een bezoek van Lady
Fotheringham te wachten. Wij kregen
daarover hooge woorden, bemerkten, dat
oordeeld tot drie maanden gevangenisstraf,
ingaande 3 November 1915, wegens opzet
telijk en wederrechtelijk beschadigen van
een geweer, toebehooren.de aan het RijK op
15 October 1915 te Zoeter w oude ge
pleegd.
Beklaagde,, die gedetineerd was in het
huis van bewaring te U' kt, was inmid
dels reeds op 13 Januari j.l. door het Hof
bij handtasting uit zijn arrest on klagen en
naar zijn compagnie teruggezonden. Bij zijn
verhoor bekende beklaagde het feit gepleegd
te hebben in een dru-uui.
De verdedigster, mej. mr. Estelda 0. Si
mons, te Utrecht, 'zette in haar pleidooi uit
een, dat van opzet h. r geen sprake was en
dus vrijspraak zal moeten volgen. Mocht het
Hof clez© meening met zijn toegedaan, dan
verzocht pleitster beklaagde te veroordee-
len tot zoodanig© stro,., dat deze uoor het
ondergane voorarrorfc zal zijn uitgeboet.
De advoeaat-öskaal achtte den opzet tot
beschadiging wel aanwezig en cschte be
vestiging van het vonnis.
Het Hof zal lat- uitspraak doen.
„HET NIEUWS VAN DEN DAG" (lib.)
schrijft met betrekking tot minister Treub'e
aigemeene financieele politiek:
,,Het is moeilijk t© ontkennen dat er bij
zijn financieele plannen onderdeden wa
ren, zooals de vóórnamen-belasting, het
plan tot belasting van schilderijen en nog
zooveel meer, die ergernis wekken moeiten
in breeden kring, ergernis en zelfs spot.
Was het nu waarlijk noodrg, deze kfeiney
ten deefle gevaarlijke middelen te bezigen,
terwijl het voor de hand 'ag, krachtiger
en radicaler op te treden in het groote?
Ook voor ons is de houding, door minister
Treub ton aanzien van de oorlogswinst;
aangenomen, volslagen onbegrijpelijk ge
bleven. Het best© on billijkste beUsting-
object lag daar voor de hand. De oorlogs
toestand trof zeer velen zoo gevoelig, dat
zij nauwelijks het leven konden houden,
dat zij don bestaanden belastingdruk ter
nauwernood konden blijven torschen cn
toch ouden zij nog harder, veel harder
getroffen moeten worden. Daarnaast s'hiep
de oorlogstoestand, met zijn zonder1 iage
tegenstellingen, oen andere rubriek inge
zetenen, die er wèl bij voeren, ja er rijk
bij werden. Wat scheen nu billijker, dan
de buitengewone lasten var dezen tijd in
de eerste plaats te verbalen op de fortuin
lijken, aan wie de buitengewone lasten te
beurt vielen? Tegen elke heffing in ééns
van het vermogen wordt aangevoerd a1
kon de steviger draagkracht der getroffe
nen in dat geval niet ontkend worden
dat ze onbillijk is, omdat één groep men-
scihen den last van allen zou moeten dra
gen. Maar hen to treffen die juist wegens
den oorlog buitenkansjes behalen, stuit
niet op dat moreel e bezwaar en wischt de
grove onbillijkheden van het noodlot
eenÈgszitts uit; iemand, die een milliocn
extra verdient, zou niet beklagenswaardig
zijn al moest hij een half millioen ten al-,
gemeenen bate afstaan.
Denemarken gaf reeds ee j'aar geledon
het voorbeeld; verscheidene omringende
landen volgden in Ne 'erland echter ligt
de oorlogswinstbelasting nog in onderzoek
bij een commissie van drie-en-dertig
Toch geeft de formule niet de minste
moeite „Als oorlogswinst wordt beschouwd
elke vermeerdering van inkomen verge
leken bij het jaar vóór den oorlog waar
van niet aannemelijk kan worden gemaakt,
wij gedwaald hadden in de meendng, diat
onze karakters overeenstem-dón en beslo
ten daarom to scheiden. Ik heb geen reden,
om mij over hem te beklagen, ofschoon ik
op dit oogenblik zeer verstoord op hem
ben, dewijl hij, toen hij met mij afgehan
deld had bij cl© arme Violette is gegaan
en daar zoo hooft geraasd, dat rij het org
op de zenuwen heeft gekregen. Niemand
ter wereld zou zich hartelijker en nauw
gezetter hebben bunnen gedragen dan rij in
die geheel© zaak gedaan heeft. Ik denk hier
nog t-e blijven. Londen is groot genoeg voor
hem on mijen ik zou haar om niets tor
wereld thans willen verlaten.
„Uw liefhebbende dochter,
THEODORA A. MARTINDALE."
Violette gloeide van verontwaardiging,
dat rij zóó over Percy sprak. „Zij heeft hem
nooit bemind! Het was wél zooals John
zeade", dacht rij.
Toen Theodora terugkwam, nam zij het
briefje op en vouwde hot zonder een woord
te spreken in den omslag.
„Ik dank u", sprak Violette het is zeer
vriendelijk van u om bij mij te willen blij
ven. Het zal Arthur veel genoegen doen."
„Maar als het u gee-n genoegen doet",
hernam Theodora, „als ik u in den weg ben,
ga ik hoen."
„Och, wat zou ik gander u beginnen
Hot ia zoo geheel andere als gij er rijt. Ik
kan aan u de zorg voor Arthur en voor
Johnnie en voor het. geheele huishouden
opdragen. Maar daarom moet gij het. toch.
niet doen, als het u zelve niet aange
naam is."
(Wordt vervolgd).