De Nieuwste Mode
Prijs 2 Cis.
Vragen en Antwoorden.
FEUILLETON
Violette of de Schoonzuster.
Ontter een gesprek had moeder Dijkstra
nek dit bij <fe po'litio laten ontvallen.
Of zij ccü betrouwbaar getuige isi vraagt
de verdoeBgtir.
De» hc*£f BaJfoort oordeelt van wel.
Thans de cctuigen h déahargo.
Mej. Visser, geb. Visser, 34 jaar, alhier,
kent Hagenaar. Zij had hem wel eens ge-
raadpleegt! Doctoren konden haar niet
genezen. Haar man, ten einde raad, riep
de hulp van H. in. Deze kwam aan huis,
raakte haar niet aa*ö, maar ondervroeg
haar en ga! haar zalf en poeder, „verster
king"- Zij maakte er gebruik van em be
loonde hem om zijn edelmoedigheid. Maar
hij vroeg nooit geld. Deze juffrouw is ge-
ne^em
A. G. Vet, veldwachter te Hazerswou-
de, had ook H. geraadpleegd anderhalf
jaar geleden en is genezen. Hij vToeg al
leen en gaf poeder. Balsem kreeg hij niet.
Geld vroeg hij niet. Maar toen H. even
naar bovert was, legde hij wat op do tafel.
D'ezo mart had het zuur, de juffrouw, die
vóór hem getuigde, ingewandsziekte.
Had dezo agent ook gedaoht aan een
wetsovertreding vroeg mr. Van Gigh.
In geen en deele, luidde het antwoord.
Eiken keer had deze patiënt iets op de
tafel gelegd en hem was nooit gevraagd:
Hebt u iets vergeten? Ook was hem nooit
iets teruggevonden.
Ho Leidscho politieagent K. Bruinsma
had last van de keel en ging in October jl.
naar Hagenaar. Op de Langegracht had hij
hem ontmoet. H. hoordo hem hoesten en
noodigdo hem uit naar hem toe te komen,
wat dadelijk 13 geschied. Na het tweede
fleschj© poeder was hij beter. Het kostte
hem niets,
D. Veilbrief* fabrieksarbeider, alhier,
wilde den eed niet afleggen en werd niet
gehooiR
W. J. M. Bakx, huls- en decoratieschilder,
alhier, had geleden aan hij wist niet wat.
Drie en een half jaar geleden had hij pijn
in de maag. Hij ging naar H. en deze genas
hom gratig met poeder, althans hij heeft
zeer veel baat.
W. C. van Dorp, handelaar in brandstof
fen alhier, had een zoon 16 jaren geleden
onder behandeling van H. gehad. Dio zoon is I
nu achttien jaren. Hij werd opeens benauwd
en *de ouders durfden 's avonds zóó den
nacht niet in. De dokter werd ontboden,
maar kwam niet. gauw. Het kind werd in
den kinderwagen gepakt om naar het zieken
huis gereden te worden. Want anders krijg
je dien ontsmettingswagon voor je deur.
Toon men zou vertrekken, kwam de dokter,
die een lepel moest hebben. Hij constateerde
goen diphtheritis. Toch raadpleegde vader
Hagenaar. Deze werkte mot kruiden en
knapte het kind in drie dagen op. De huis
dokter, van niets wetende, vond dat ook en
zei niet gedacht te hebben, dat het kind zou
behouden zijn gebleven, 't Kostte niets.
Do agent P. do Looff, van Leiden, was
lijdende aan pijn in den rug en vreesde voor
herscnvlies-ruggemergontsteking. Hij kroeg
middelen en vond baat.
Do agent H. Dórst, alhier, ging voor zijn
vrouw naar~H. en zei, dat zij leed aan gal
ateenen. Die vrouw is ook hersteld.
De agent J. Kok, ging voor zijn 13-jarig
zoontjo naar HL naar aanleiding van 't voor
komen van diens vorige zaak voor het kan
tongerecht. Dio jongen heeft het in de spie
ren. De knaap is nog onder behandeling. Ook
deze man He taalt niets
Het O.M., o.a. wijzende op de welwillen
de belangstelling zelfs van de gemeentepo
litie, waarvan eenigen de hulp van H. hebben
gezocht, eischto vijftig gulden boete subs,
vijf en twintig dagen hechtenis.
De verdediger, die evenals de ambtenaar,
van het O. M. de kortheid zal betrachten, pl
kan htf niet zoo kort wezen als dezen, pe-
gon 'met de getuigenverklaringen van moeder
en dochter nader te beschouwen. Hij kan
niet aannemen, dat haar verklaringen lou
ter fantaisie zijn; maar dat er fantaisie in
is, staat bij hem vast.
De verklaringen van de getuigen a dé
charge geven hem daartoe gereede aanlei
ding.
betwijfelt pf al de ten laste gelegde (de
tails' zoo zijn, als zij in do dagvaarding j&u'n
neergelegd. Hij brengt hulde aan den amb
tenaar voor diens dagvaarding, die in tegen
stelling van zoo vele dagvaardingen, lees
baar is, piaar als de daarin voorkomende
details met bewezen kunnen worden, zal
vrijspraak moeten volgen.
PI. komb' cfearna tot de vraag, of dit bedrijf
moet worden tegengegaan, opmerkende, dat
niet gebleken is, dat de volksgezondheid
is geschaard. Blijkt dit wel, dan is vervol
ging gewenscht Nu wordt de zaak ,een
reolame voor Hagenaar.
Thans acht pl. vrijspraak verkieslijk, wel
ke z.i. gegeven kim worden ook op grond,
dat H. de geneeskunde niet beoefent al3 een
bedrijf. Hij waarschuwt daarbij voor aller
lei dwaze consequenties, welke uit verschil
lende onnoozele raadgevingen zouden kmmen
voortvloeien. Al moent er geld gegeven zijn,
bjjv. door het neerleggen van geld voor de
kruiden, dan stempelt dit de handelwijze
nog met tot bedrijf; dan is deze betaling
niet geschied voor geneeskundigen raad of
bijstand.
Vrijspraak zou pl. toejuichen, omdat het
niet wenschelijk is, veroordeelingen uit te
spreken tegen menschen als deze. Leiden,
de stad der wetenschap, schijnt een welige
grond te zijn voor het tieren van praktijken,
als waarop deze zaak wijst Of 'er won
dere kracht van H. uitgaat, of dat z\jn
patiënten onder suggestie komen, h.ö wee6
het niet, en het doet er niet tee, maar er
komt een groot aantal genezingen. De men-
8chen gaan, hij constateert alleen het feit
naar Hagenaar en De Haas, als zy geen baat
hebben gevonden bij doctoren en profes
soren, en ziet niet in, dat die menschen scha
delijk zjjn voor do volksgezondheid, ge
hoord de getuigen h décharge. Hij vraagt
den ambtenaar tegen de getuigen h déchar
ge, die van .genezing spreken, anderen voor
te brengen, aie nadeel hebben ondervonden.
Uitspraak over veertien dagen
Veel belangstellenden woonden de behan
deling dezer, zaak bij.
HAAG SCI! GERECHTSHOF.
S. D., technoloog te Rotterdam, die j.l.
Woensdag door het Gerechtshof te 's-Gra-
venhage tot 3 maanden hechtenisstraf werd
veroordeeld wegens het aan zijn schuld te
wijten zijn, dat bij het bekende auto
ongeluk op den Leidschen straatweg een
chauffeur en een wielrijder het leven ver
loren, heeft tegen die veroordeeïing cas
satie aangerekend.
KANTONGERECHT TE ALPHEN.
Ais plaatsvervangend kantonrechter trad
op notaris C. Korteweg, van Hazerswoude.
D. B., van Koudekerk, had op den
openbaren weg een kar laten staan. Door
dat deze niet voorzien was van lioht, was
M. H. met zijn fiets er tegen aangereden.
B. ontkende dit riet, doch hij vond hierin
ook wel een bewijs, dat H. evenmin licht
op zijn fiets had. Eisch tegen B. 3 of
3 dageai.
Voor het niet in orde hebben van zijn
loonlijst stond terecht P. K., van
Alpien. Daar K. nu mededeelde, dat
alles in orde was en daardoor te kennen
gaf, dat de klacht tegen hem gerechtvaar
digd was, achtte de ambtenaar het niet
noodig, de getuigen te laten komen. Eisch
10 of 5 dagen.
Terwijl het verboden was dat te doen,
heeft J. Z., te Hazerswoude, var
kens vervoerd. Hij zeide het toen niet te
weten, dat hij daarmede kwaad koneerst
toen hij bekeurd was, werd hij op de aan
plakbiljetten opmerkzaam gemaakt. Eisch
3 of 3 d.
Voor hetzelfde feil; stond C. W., te
W addinxveen, terecht. Deze hoorde
tegen zich eischen 3 of 2 d'.
Op zijn inspectietocht heeft L. d. T. bij
de wed. v. d. B., te Benthuizen, in
haar woning, die onmiddellijk in verbin
ding staat met haar verlof lokaal, een
groote kruik met brandewijn in beslag ge
nomen. De vrouw zeide, dat zij het voor
inmaak gebruikte, terwijl de politie mee
deelde, dat hij nooit klachten had ge
hoord, dat daar sterken drank werd ver
kocht. Daar zoo'n hoeveelheid echter niet
aanwezig mag zijn, vroeg de ambtenaar
4 of 2 d.
tijd thuis en bezoekt dan weer een poosje
de school. M. zeide, dat het kind tc zwak
was om voortdurend cle school te blijven
bezoeken. Hij had echter daarvan geen
bewijs van den dokter en daarom hoorde
hij tegen zich eisch en 3 of 2 d.
O. S-, te N i e u w v e e n, heeft in zijn
werkplaats geen arbeidskaart en geen
arbeidslijst, daarom luidde de eisch 2-maal
4 of 2-maal 2 d.
Den 19en December heeft H. J., tc Z 0 0-
terwoüde, m den Does gevischt, zou-
der vergunning daartoe te hebben en zon
der acte voor meer hengels. Om groote
visschen te vangen, had hij door zijn
knecht kleine vissohen laten koopen om
oi9 als aas te gebruiken. Deze visschen
hadden echter niet de vereischte lengte,
zoodat hij ook daarvoor een bekeuring op
liep. J. zeide niet te weten, dat hij daar
mede kwaad had gekund, waarop de amb
tenaar hem raadde, eerst goed de vissohe-
rijwet te onderzoeken, voordat hij zoo iets
deed. Eisch 3-maal 2 of 3-maal 1 d.
Te Rijnzaterwoude heeft N. H.
van Hazerswoude^ met volle vaart gere
den over de Joost Stollenbrug. H. ver
klaarde verbaasd te staan, dat hij verba-
liseerd was, want hij had niets bemerkt.
Doch de veldwachter had het gezien, bo
vendien staat met flinke letters een bord
op de brug „stapvoets rijden", klaar be
wijs dus, dat er niet overheen gedraafd
mag worden. Eisch 2 of 1 d.
KUN3T, LETTEREN, ENZ.
Museum van Nat. Historie.—
Door den heer P. Buitendijk, arts, te
Leiden, is aan 's Rijks Museum van Na
tuurlijke Historie af'd&ar weder een be
langrijke verzameling naturaliën ten ge
schenke gegeven.
Deze verzameling bestaat uit: 7 ratten
van Tandjong-Priok2 vledermuizen van
Weltevreden2 stormvogels van de reede
van Semarang5 slangen van Tandji
bij Semarangvijf slangen van Cheri-
bontwee, slangen en eenige kik-
vorschlarven van Weltevreden59 slan
gen van de reede van Semarang25 vis
schen van de Java-zee; 75 vissohen van
Poeloeh-Weh1 visoh van do Westkust
van Ceylon222 insecten van Batavia-,
Soerabaja Semarang en Poeloeh-Weh56
Lepidoptera van Colombo, Singapore,
Roode Zee en Java; 1 Neuropteron van de
reetile van Semarang en 2 Rynchota van
dezelfde localiteit; 9 schelpen van Poeloeh-
Weh; 7 Cephalopoden van Pasoeroean;
1 Oncidium van Poeloeh-Weh; 19 Perna;
1 Var una litter aba, 1 Matula victrix, eeni
ge Porbuniden, 6 Oalcinus tibicen en 1
Palae-monide, een en ander van Poeloeh-
Weh en de kust van Java; 1 Phyllodoce,
14 Holothuridae, 1 buis met Synoptidae,
1 buis met Ophiuridae, 1 buis met Spon-
gidae, een en ander van Poeloeh-Weh31
buizen met Plankton van de Javazee',
Straat Bali, Riouw Archipel, Straat Ma-
lakka, kust van Ceylon, Indische Oceaan,
Golf van Aden en Roode Zee.
Wegens overtreding der leerplichtwet
stond terecht O. M., te Hazerswou-
d e. Zijn dochtertje blijft telkens langen
BIJBLAD VAN HET
LELDSCH DAGBLAD.
GOEDKOOPE KNIPPATRONEN.
Verschijnt om de 14 dagen.
Eerstvolgend No. Maandag 31 Jan.
KLEINE ADVERTENTIES kunnen
iederen morgen worden aangeboden
©n worden tegen 35 Cts. berekend.
Op Woensdag- en Zaterdagmorgen
tot 12 n.m. tegen 40 Cts.
Vraag: lk, Belgisch vluchtelinge, ver
lang e:^g naar mijn naaste familie, did
in Antwerpen woont. Zou u mij kunnen
zeggen, of het mogelijk zou zijn dat ik er
een week naar toe ging en dan weer terug
naar Nederland zou kunnen keeren daar ik
hier in betrekking ben'!
Antwoord: Wij 'zouden U afraden
naar Belgiö te gaan. U kunt er wel naar
toe, maar of U weer naar Holland terug
zult mogen gaan, dit zoudt U moeten af
wachten. Wij vreezen er voor.
yraag: Is u ook 'van meenïng of er
nog een ïweéda Staatsleening plaats zal
hebben en wanneer ongeveer?
'Antv.-oor d: Hoogstwaarschijnlijk zult u
het bericht daarvan in het^iumir.er van Don
derdagavond hebben gelezen; er komt een
tweede Staatslening. Bereid u .er maar op.
voor, dat de belastingen zeer hoog zullen
worden! Want er is opnieuw een 300 mil-
lioen ongeveer noodig, een schuld, die an-
derhaif millioen jaarlijks aan rente kost.
Geen peulschilletje!
Vraag: Zou u zoo .goed en bereid wil
len"zjjn, mijn vraag te- beantwoorden. Heeft,
hetzij* meester of juffrouw, het recht om een
kind te straffen als het buiten school iets
doet? 'Als zij het recht niet hebben, om ,te
straffen als zjj op straat iets doen, heb ik
dan het recht om' ze thuis te houden?
Antwoord: Het is o.i. 'n zeer goed iets,
wanneer de meester zich ook wilde be
moeien met hétgeen de kinderen op straat
doen. In het buitenland gebeuren er heel
wat minder sitraatschenderjjen dan hier te
lande, juist omdat daar meer ook op de scho
len, op de kinderen gelet wordt U is dus
pan het verkeerde kantoor, wanneer u ver
wacht, dat wij u zouden bijvallen, en wij
zouden u niet raden, uw kind thuis te houden,
want dan komt u mét den kantonrechter in
aanraking.
Vraag: Wij hebben in den stal bij do
koeien veel vliegen, de beesten zijn er erg
onrustig door, weet u soms oen middel om
zo weg te krijgen, inseotenpooder helpt
ndet.
Antwoord: Om zo geheel en al te
verdrijven is niet gemakkelijk. Maar koop
eens wat oarbolzuur, doe 10 druppels in
één liter water, zeem de ruiten daarmede
on sprenkel den vloer er meeïe. Wasch de
koeien met vlierbloesemwater.
Vraag: Ik ben weduwe en heb twee
zoons in dienst Heb ik pu recht op' vergoei-
ding? Zoo ja, waar moet ik mij dan ver
voegen?
Antwoord: Als een der zoons kost
winner is, ja. Vervoeg u dan op het Kaad-
huis uwer gemeente. Daar maakt men uw;
2aak wel in orde.
Vraag: Als ik vrijwillig dienst peem
voor. 4 jaar bij de cavalerie, kan ik dan,
pis er één jaar van om ïs, 'dqn dienst verl3k
ten, als het er mij piet bevalt, gelijk eer-
ttds geweest is, of is dat nu niet meer?
Antwoord: Neen. Wel echter gsat ge
na een jaar dienen weg, p!s de korpscomman-
dart u niet bevalt, m.a.w. pis ge het te bont
maakt, zoodat ge niet waardig zijt om lan
ger in dienst te blijven.
Vraag: Kunt u mij ook jr.ededeelen,
wanneer do lichting Landweer 1910, met
klein verlof gaat?
Antwoord: Vermoed wordt dat de land
weerlichting 1910 in Februari a.s. naar
huis gaat.
In deze buitengewone omstandigheden,
waarin men niet weet, wat te voren zal plaats
hebben, kan ook niets vooruit worden be
paald. Ook da Minister van Oorlog kan dus
geen maand vooruitbepalen, dat de land
weer op, een aangegeven datum met verlof
gaat
Vraag: Kan u mjj' s.v.p. zeggen, wan
neer de Landstorm 1911 in dienst moet
treden en of men, wanneer men naar het
buitenland (Engeland) gaat, als de
serteur wordt beschouwd?
Antwoord: Een datum waarop de land
storm 1911 moet opkomen, is nog niet be
paald, doch het is niet onmogelijk dat de
eerste helft daarvan reeds in het laatst
van April of in Mei opkomt. Als men niet
voldoet aan de oproeping, is men deserteur.
Heelt men vaste' woonplaats in Engeland,
dan is men vrij van opkomst voor den
landstorm.
Vraag: Ik zei per maand mijn hutfr
op, en mevrouw zei, dat het niet mocht,
toen heb ik ze per twee maanden opgezegd,
en toen zei mevrouw het is goed. Nu stuurt
mevrouw mij een maand te vroeg naar hu s;
moet mevrouw mij mijn huur en kostgeld
betalen of kuur alleen, of kan ik beter
advies krjjgen bij den advocaat? En wanneer
zit hij in het Volkshuis, welk uur?
"Antwoord: De advocaat zit Woens-
dagsavoads om lialfnegen in het Volkshuis.
Vrpag: Waarom zou m,en de verplich
ting gesteld b«t>ben, om van een en dezelf
de bakker of slijter, het oorlogsbrood, te
nemen? Wanneer ook andere menschen het
zelfde stempel hadden gehad, zou men brood
kunnen nemen, van wiea men wilde.
Antwoord: Op het RegeeringsDrood
geeft het Rijk een zeer aanzienlijk bedrag
dat er in een gezin niet meer gebruik wordt,
dat er in eenjjezin Piet meer gebruikt wordt
dan noodig is en eveneens, dat de bakkers
het niet voor andere 'doeleinden bestem
men. Men zou Tiet bijv. met voordeel kunnen
gebruiken voor veevoeder. En wanneer nu
een gezin van verschillende bakkers het
brood kon betrekken, zou de controle uiterst
moeilijk zoo niet onmogelijk zijn.
.Vraag: Heeft een milicien van ife lich
ting 1907, die wegens twrjfeinummer een
jaar later onder de wapens is moeten komen
en gediend heeft met lichting 1908, bij de
bereden wapens, het recht, wanneer de lich
ting 1907 van de bereden wapens met klein
verlof gaat, mede te gaan, of moet hij wach
ten op de lichting 1908?
Antwoord: Gaat vermoedelijk m'et 1907
met yprlof.
Vraag: Ik ben vrijwillig afgekeurd, zou
ik na nog moeten dienen voor mijn nummer?
Antwoord: Wg weten niot wat gij zijt,
militieplichtig of landstormplichlig. In elk
geval, moet ge voor een van beiden worden
ingeschreven. Wordt ge door den keurings-
raad afgekeurd, dan behoeft ge niet te die
nen. Of ge vroeger als vrijwilliger znjt af-
keurd, doet hier niets ter zake.
Vraag: Ik ben landstorraplichtig, lich
ting 1912. Op 'toogenblik werkeloos, en be
hoor tot de tweede afdeeling. Nu kan ik
ruilen met iemand, die Febr. aanstaande
weg moet. Zou u mij kunnen zeggen, of dat
kan? En tot wien moet ik mij dan wenden?
Antwoord: Wij zouden wel dtnken, dat
dit kan. Schrijf eens een brief aan den
Provincialen Adjudant in Zuid-Holland te
's-Gravenkage, met een verzoek om ruiling
en doe daarin een postzegel voor antwoord.
Vraag: Kan men van uit een onderzeeër,
die onder water is, de mijnen zien?
Antwoord: Dat zal niet gaan. Een on
derzeeër heeft geen vensters. Men ziet al
leen van uit de duikboot'door middel van
de periscoop, wat aan de oppervlakte zich
vertoont. Een drijvende mijn zal dus alleen
kunnen worden opgemerkt. De duikboot zal
echter ook niet zich in een mijnenveld be
geven, omdat zij daar haar prooi niet vindt
Vraag: Ik heb 3 zoons, waarvan do
oudste moest dienen en nu gemobiliseerd is.
De jongste was daardoor wij, wegens broe-
dc-rdienst, nn is hij in Jan. 1916 negentien
jaar geworden, alzoo van de lichting 1917.
Heeft hij nu nog aanspraak op broederdienst
of niet? Behoort hij dan bij den landstorm.
Hij doet in Juli a.s. eind-examen H'. B. S-,
wat is nu wenschelpk, zich aan te geven,
bij het reservekader of als milicien, hjj wil
door stndeeren.
An two or d: Ja, voorwat de militiewet
betreft, heeft hij aanspraak op broederdienst,
doch behoort tot den verplichten landstorm.
Indien het 'da bedoeling is, om zoo kort
mogelijk te dienen, dan gaat hij natuurlijk
niet naar het Reservekader, doch dan' wacht
hjj tot hij voor den landstorm wordt opge
roepen.
Vraag: Kan een eenige zoon, die dienst
plichtig is, fen kostwinner is van zjjn moe
der, vrijstelling van de militie bekomen, of
onbepaald verlof? Of is dit voorrecht in den
tcgenwoordigen toestand uitgesloten?
Antwoord: Indien de zoon reeds inge
lijfd is, wordt vrijstelling aan de militie
niet verleend, zoo de belangen van den
dienst het wenschelijk maken, haar niet te
verleenen en bp toekenning eener vergoe
ding voldoende in de middelen tot levenson
derhoud van het gezin zou worden voorzien-
Ga eens in uwe gemeente op het raad
huis om een en ander te bespreken, indien
go al geen vergoeding hebt.
Uit het Engelsch van Miss YONGE.
(Nadruk Verboden).
70)
„Nu ja maar mevrouw Bryanstonc heeft
er ook geen flauw begrip van om zulk eeu
partij to dirigeer on," merkte Theodora aan.
„Ik ken wel iomand, die er nog minder
begrip van heeft," zei Arthur, „en dat is uw
Georgina Finch. Die zal haar gasten maar
aan hun lot overlaten, en hoe erger zij in
de klem raken, dos to harder zij zal lachen."
„Er ia niets zoo onverdraaglijk als een
vrouw, dio meent, dat zij geen goede ma
nieren behoeft to toonen, daar toch ieder
een weot, dat zij van goede afkomst is," zei
Bercy.
„Wacht men naar antwoord op het brief
je?" vroeg Violette.
„Er is geen antwoord noodig," sprak Theo
dora. „Zij" woten reeds, dat ik plan heb om
van do partij to zijn."
„Gaat gij mede?" riepen alle drie te ge
lijk, daar men gemeend had, dat daarvan,
na de weigering van Arthur, geen sprake
meer was.
„Ja, wol zeker, ik ga met Georgina."
„En met Mark Gardner on met dien ko
ning der kleerborstels en zijn nasleep, alle
heeren met knevels en dames mot bonte pa
rasols," voegde Porcy haar too. „Theodora,
ik meende, dat gij een verstandig meisje
waart."
„Het spijt mij zoor, dat ik, volgens uw
mecning, allo aanspraak op dion naam ver
beurd heb."
Hij bqgon daarop over iets anders to spro
ken en er viel niets meer over voor, totdat
hij, bij het goeden nacht wenschen, zacht lot
haar zeide„Denk er nog eens over na,
Theodora."
„Ik heb stellig besloten to gaan,"- was
het korte antwoord.
Eon oogenblik daarna riep hij Arthur aan
de trap bij zich. „Arthur," sprak hij, „in
dien uw zuster dat onverstandige plan wil
doordrijven, laat haar dan ten minste niet
alloën gaan. Zoek een fatsoenlijke dame opr
onder wier geleide zij gaan kan. Zij zal naar
mij niet hoorenzij meent, dat ik bevoor
oordeeld ben, en wij hebben afgesproken niet
meer over mevr. Finch te twisten, maar zij
is thans onder uw opzicht."
„Ik wou, dat mevr. Finch in Jericho zat en
Theodora eiJ bijriep Arthur stampvoe-
tondo. „Zij zullen met haar beiden mijn ar
me vrouw nog door haar gemaal den dood
steek geven."
„Dan was het beter, dat Theodora naar
huis ging," sprak Percy eenigszins geraakt.
„Neon, neen, wij kunnen haar niet mis
sen. Zij past Violette zoo goed op, en is zoo
oplettend en nuttig in het huishoudenen
daarbij kan ik Violette niet zoo alleen la
ten. Konden wij haar slechts van haar stok
paardje afkrijgen, en haar bewegen om die
malle mevr. Finch te laten loopen! Maar
indien gij het niet kunt, zal niemand het
van haar gedaan krijgen."
„Het is zeer jammer, dat wij haar zoo
moeten tegenstreven," hernam Percy, „om
dat zij grootendeels uit edelmoedigheid en
trouwo vriendschap die zaak zoo ver drijft.
Ik wenschte, dat dit voorval niet tusschen-
beide ware gokomon. Wanneer men haar aan
haar eigen nadenken had kunnen overlaten,
zouden die menschen haar 6poedig verveeld
hobben, doch nu wij, tot haar eigon wel
zijn, ons verplicht rekenen er ons medo te
bemoeien, neemt zij des t3 driftiger hun
partij op."
„Wat moeten wij nu doen?" begon Vio
lette mistroostig, zoodra zij Arthur alleen
zag.
,vTrek het u maar niet aan alles komt
terecht," zei hij; woorden, die aij reeds ge
loord had als een waarschuwing te beschou
wen, dat haar klagende toon hem verveel
de. „Bekommer or u niet overals Theodo
ra zoo stijfhoofdig wil zijn om haar plan te
volvoeren, wat kan ons dat schelen? Gij licht
er niets aan te doen, dan te zorgen, dat uw
gezondheid er niet onder lijde."
„Maar," hernam Violette, doch thans mot
haar gowono opgeruimde stem, „indien gij
haar wildet vergezellen, was do zaak ge
vonden."
„Dat bon ik niet mot u eons, dat hot ge
vonden zou wozon, als ik mij zoo verschrik
kelijk moest vervelen. Het lijkt wel of
Theodora betocverd is."
„Er is bijna niemand van onze konnis bij."
„Neen, die dame is ook aanmerkelijk ge
daald, wat den kring harer vrienden aan
gaat."
„Wist ik maar eens. hoe uw vader en moe
dor er over dachten!"
„Zij zouden er oven zoo tegen zijn als wij,
en het toch niet kunnen beletten. Niemand
kan Theodora tegenhouden, wanneer zij
eenmaal het gebit tussohen de tanden heeft.
Zooals ik aan Peroy zeide, indien hij haar
niet in bodwang kan houden, is or niets te
gen te doon."
„Riep hij u om or over te spreken?"
„Ja, liij verzocht mij, dat ik haar toch niet
zou laten gaan, zonder dat er een fatsoen
lijke dame bij was."
„Ik ken geen van de dames, die mee
gaan; maar als mevrouw Finch mevrouw
Bryanstone wilde inviteeren, dio i3 zoo
goedhartig, dat ik zeker geloof, dat zij hot
wel zou willen aannemen."
„Dat zou niet kwaad zijn; maar ik wil er
alles op verwedden, dat niets dan het on
gestoord genot van het geleide van haar
Georgina, haar tevreden zal stellen."
„En dat is nog erger dan ailleen te gaan."
„Ik wionsolito, dat ik haia-r togen kon
houden! Zij maaibt het bonter dan Percy
weet. Zij kan met geen heer epreiken,
zonder de coquotte te spelen; zij zal nog
meer hoofden op hol brengen, behalvo dat
van dien armen Winfield. Ik kan niet vin
den, dht het fafcsoonlijkjis."
„Hot is vreemd', want zij is tooh zoo
braaf en godsdienstig.'1
„Wat helpt het haar, indien haar gods
dienst haar niet leert haar hoogmoed te
bedwingen, of haar stijfhoofdigheid to
overwinnen? Indien dr'at het geval ware,
zou ik nog eenig nut zien in do beweging,
die zij maakt, van altijd naar do kerk te
loopen en die vuile kinderen te onder
wijzen."
„Ooh, Arthur-Jief, zeg dat tooh niet!"
„Het is do waarheid."
„Ik denk," sprak Violette, „dat te
eeniger tijd het goede wel bij liaar de
overhand zal houden. Eenmaal zal zij inzien,
dat die neigingen verkeerd zijn, en zal zij
dio bestrijden."
„Meent gij dan, dat zij niet weet, dat
het verkeerd is, zoo eigenzinnig en trotseh
te zijn?"
„Ik geloof niet, dat zij weet, dat zij die
gebreken heeft."
Arthur 6chudde lachend het hoofd.
„Met de jaren leert men pas zijn fouten
kennen," vervolgde Violette, „en zij is zoo
goed. Denk toch eens, dat zij alle uitnoov
digingen afsloeg om mij des avonds gezel
schap te houden, en gij weet niet halfr
ho'o zorgzaam zij mij en den kleine oppast.
Zij is zoo grooit en edel, dat het een ver
rukkelijk gevoel is haar minzaamheid te
ondervinden, en als zij in een zachtzinnige
stemming is, gelijkt zij zoo sprekend op u
Ik heb wel eens gelezen, dat edole karak
ters de meeste moeite hebben om hun ge
breken te overwinnen."
„Dan heeft zij zeker al een bijzonder
edel karakter," merkte Arthur aan.
„Des anderen daags begon Violette
Arthur te vertellen, dat zijn zuster plan
had uit te gaan, om nad'ero afspraak met
mevrouw Finch te maken, en verzocht hom
daarom of hij Theodora met hun besluit
wilde bekend maken, voor hij naar Wind
sor vertrok.
„Ons besluit? Wolk besluit?"
„Weet gij dan niet meer wat wij aan
gaande mevrouw Bryanstono besproken
hebben V-
„O, als dat gedaan moot worden, moet
gij liet maar zoggen. Ik vind het boter,
dat vrouwen zulke zaken onder elkander
beredderen."
„Arthur," gij wilt toch niet, dat ik het
haar zeggen za-1?"
„Als het gedaan moet worden, waarom
niet? Het is dameswerk. Zij zal het hoofd
in don nek werpen en des te meer gezind
zijn haar eigen weg te volgen."
„Ach Arthur! blijft nog oen oogenblikje.
Gelooft gij niet, dat het noodig is?"
„Welja, natuurlijk, maar tevens, dat het
niets baten zal."
„Maar gij zeidet, dat Percy er op stond."
„Dat is ook zoo. Maar laat hij het dan
zeggen.