Vragen en Antwoorden.
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
jTZrZrsen huiden niet mogen worden
^gevoerd, tenzij door de officieel daarvoor
•ongestelde personen.
Van 's avonds 6 uur tot 's morgens 6 uur
in het overstroomde gebied niet wor-
?T aevaren; van 's morgens 6 tot 's avonds
6 alleen met een schriftelijk bewijs van
„f vanwege den burgemeester.
Van 's avonds 8 uur tot 's morgens 6 uur
'in bet geheel geen vervoer uit de ge-
Site plaats hebben, tenzij met toestem
ming van den burgemeester.
•jjn Waterland zijn nu alle vaartuigen on
der militair g<»a8 gesteld. Zij worden van
nummer voorzien en gemeerd; alleen
—or een bepaald, duidelijk omschreven
doe kunnen zij worden afgegeven. .,a ge
bruik moeten zij weer onmiddellijk aan do
ndirtuiro overheid worden teruggegeven.
Bot hoen en weer varen met onbestemd
doel van nieuwsgierigen is daardoor onmo-
Itolijk gemaakt. Bovendien kunnen verdaoli-
vaartuigjes worden aangehouden, wat 'n
middel is voor de bestrijding van de
trandjutterij." Het is nog niet gelukt,
randjutters aan te houden.
Een noodwa t erk e er ing;
In de gisteren gehouden vergadering van
Gedeputeerde Staten van Noord-Hoiland is
kloten om, ten einde den watersnood in
de provincie zooveel mogelijk te beperken
n to trachten verdere inundatie te voorko
ken, onder toezicht, vanwaar noodig van-
Itegó de provincie een noodwaterkeering to
do,", aanbrengen, die, wanneer het plan
fcarvoor uitvoerbaar blijkt, zal loopen langs
do Oostzijde van de Zaan, vervolgens tot het
(lation van Purmerend, de spoorbaan Oost-
Ban— Purmerond zal volgen, vandaar gaan
jal tot den Ringdijk van de Purmcr en
jerder langs den Ringdijk tot nabij Edam
en van Edam naar zee. Het tot-stand-komen
dfer waterkeering zal ook de aan het dichten
'der gaten in den Water'.andschen Zeedijk
yerbonden bezwaren verminderen.
In afwachting van de zoo spoedig moge-
_jk bjj de Provinciale Staten in to dienen
ijoorstellen, zal met de uitvoering van een
(n ander terstond worden begonnen.
Herstellingswerken.
Voor de herstellingswerken aan den zeee
8£k tusschen Uitdam en Zuiderwoude wor
den voorbereidingen getroffen. Het mate
rial is nog niet aanwezig.
REven voorbij Zuiderwoude zijn enkeleman-
len met zandbakken aanwezig om in do
jroolste breuk, waar het water van Zuider
zee en polderland ineenvloeien, een dijkje
te leggen.
Wie, onbekend met de ramp die de lage
landen heeft getroffen, thans een tocht maakt
Bp de Zuiderzee en boven den grooten zee
dijk de aardige torens der verschillende
'plaatsjes ziet uitkomen, zal eerst na enkele
Bren varens bemerken, dat de door den
•rd wester storm opge zwiepte watermassa
iote brokken Zeewering als kaf heeft
jïstrooid.
Voorbereidingen, want méér dan dat kon
pt niet zijn voor het aantal dijkbreuken tus-
j^clien Uitdam en Zuiderwoude, en voor de
iotere benoorden Monnikendam.
'Br Zuiderwoude met de vlet naar den
gegaan en den dijk opgeklauterd, zagen
!ffe onmiddellijk voor ons den grooten, on-
Tpienbaren waterplas, waarin het polder-
md is herschapen.
Op enkele minuten afslands van de eerste
•e\ik, een hap uit den dijk van ongeveer
s80 meter, staat een hofstede halverwege
ider water en vóór de staldeur cadavers
verdronken koebeesten.
Voor zoover hot oog reikte 3taken daken
huisjes boven het water uit en ve'e bon
sden meters vér lagen grootere en kleinere
ikken veengrond, ei'andjes vormende in de
)o plotseling ontstane binnenzee'.
Het opgestuwde water had tusschen deze
huchten niet minder dan vijf breede ope
ggen in den dijk gemaakt, de basaltstukken
*it de zeewering- losgewerkt en grillig door-
teongesmeten, terwijl de binnenkant van den
öijlc zóó was uitgegraven, dat 't leek alsof
genie daar een of ander ondergronds
ffdedigingswerk had aangelegd.
En stil, akelig stil!! Neen, dédr werd aaü
ae breukhrrstelling niet gewerkt, daar scheen
Jfl'sof de gansche omgeving was uitge-
Worven.
pilaar verderop, meer nog naaf Menniken-
een twintig minuten loepen langs den
moeilijk begaanbaren dijk, waar de doorbraak
een tweetal breedere gaten had veroorzaakt,
waren enkele mannen op twee zandbakken
aau 'fc werk met de voorbereiding tot den
aanleg van een nooddjjkje.
Op dat gedeelte van de doorbraak stond
het zeewater met dat in den polder in di
recte verbinding. Dit gat moet eerst gedicht
z£n alvorens de andere herstellingen doel
zullen treffen.
Doch aan het dichten is men nog lang
niet toe.
Eerst moet het noodige materieel worden
aangebracht, en ook dat zal alleen gebeu
ren wanneer de wind draait en het water
zakt.
Gebrek aan hooi en stroo.
Er heerscht in Noord-Holland een nij
pend gebrek aan hooi en stroo, voor de
uit het overstroomde gebied gevluchte
duizenden stuks vee. In zeer korten tijd
moet in dat gebrek worden voorzien, op
dat voorkomen worde dat da geredde
beesten van honger omkomen. Het be
stuur van de afdeeling Rotterdam, Schie
dam en omstreken der Hollandache Maat
schappij van Landbouw doet daarom een
dringend beroep op de veehouders in haar
gebied. Hulp is absoluut noodzakelijk. De
boeren worden opgeroepen zooveel moge
lijk hooi en stroo te zenden.
Kleeding en speelgoed
in de te-uizen.
Onder praesidium van mevrouw Teilegen
Fock heeft zich te Amsterdam een comité
gevormd, bestaande uiu de dames Josephus
Jitta-Wertheim, De Vries-V&n Heijningen,
Wibaut-Berdenis van 13 eriekom, Yliegen-
Hofman, Den Hortog-Dolfgou, Baëza-Oro
mer en Roest van Limburg. Dit comité heeft
do zorg op zich genomen voor de kleeding
en speelgoed in de tehuizen, die uoor de
verplegingBOommissie ten behoeve der
slachtoffors van den watersnood zijn inge
richt.
Het comité verzoekt, allen, die speelgoed
en fröbel-artikelen willen afstaan, die te
zencion naar de Oude Schippersbeurs, Dam
rak 46a.
Het bezoek van minister
Ort en mr. Ba ud.
Do reis van minister Ort en den procu
reur-generaal, mr. Baud, in de geteisterde
streken, staat in verband met de te nemen
veiligheidsmaatregel en, beoogende om de
reeds hier on daar gesignaleerde diefstal
len to voorkomen. Zijn Excellentie begaf
zich van Broek in Waterland naar Monni
kendam, vandaar naar Edam en vervolgens
naar Purmerend.
De Inzameling.
De inzamelingen hebben veoll succes. Do
verschillende opgaven nagaand, mag wor
den geconstateerd, d'at bij de dagbladen
en bij den penningmeester van het Wa
tersnoodcomité te zamei- meer dan een
half millioen guldon is binnengekomen. En
nu moeten de collectes nog worden ge
houden. Er is evenwel onnoemelijk veel
geld noodig om Waterland en omgeving,
Anna-Paulowna, het Gooi, het Eemland,
den Veluwe-zoom, de Overijselsohe kust
streek en nog zooveel ander gebied eenigs-
zins te helpen.
Steun van Zeeland.
Door het Provinciaal Watersnood-comité
in Zeeland is een oproep tot allo Zeeuwen
gericht, waarin geconstateerd wordt dat
do wat er ramp, die thans de landen aan de
Zuiderzee getroffen heeft treffender en
omvangrijker is, dan cDe watersnood, welke
Zeeland in 1906 teisterde en dan dien storm
ramp, welke in 1911 zoo belangrijke scha
de toebracht in dit gewest. In die dagen
van Zeelands nood werd op ongekend mil-
db wijze alom in don lande bijgedragen tot
de leniging van nood en schade.
Het comité herinnert er aan, dat de pen
ningmeester in 1906 niet minder dan
f 494.000 aan giften ontving en in 1911 ruim
f 140.000.
Thans heeft Zeeland een duren plicht te
vervullen, thans dient vergolden te wor
den het geen eertijds aan Zeeland is ge
schonken.
Het comité verklaart zich gaarne bereid
gelden in ontvangst te nemen en door te
zonden naar Amsterdam; uit eigen midde
len zond het reeds f 1000 naar de centrale
commiseie.
Door het dagelijksch bestuur deT Zeeuw-
sche Landbo uw maatschap p ij is aaar aan
leiding van een verzoek der centrale com
miseie tot leniging van rampen door Wa
tersnood om minstens 500 stuks vee tot den
weddetijd in Zeeland onder te brengen, een
circulaire gericht tot 100 dorpsver©enigin-
gen, waarin zij verzocht worden lijsten aan
te leggen van de personen, die bereid zijn
een of meer runderen voor dien tijd stal
ling te verleenen. Het bestuur wijst er
op, dat do overstroomingen van thans in
uitbreiding en gevolgen nog belangrijk die,
welke in 1906 Zeeland teisterde, overtref
fen.
Prins Hendrik te Rotterdam.
Prins Hendrik heeft na Spijkenisse giste
ren nog Rotterdam bezocht-. Hij heeft de
verwoestingen in den Varken oor dschen
polder in oogémschouw genomen en heeft
dè zwaar getroffen gezinnen oen bezoek ge
bracht.
De watersnood en het
scheepvaartverkeer.
Naar men mededeelt, heeft de scheeps
vaar t onder den watersnood niet noemens
waard geleden. De binnendienst óp Noord-
Holland geschiedt eenigszins onregelmatig;
het zeeverkeer heeft in het geheel geen
stoornis ondervonden.
Deelneming in het
buitenland.
De koning van Engeland heeft op 17
dezer aan H. M. de Koningin telegrafisch
zijn diep medegevoel uitgesproken met de
door de overstrooming veroorzaakte ram
pen.
Op dezelfde wijze heeft H. M. harem
hartelijken dank voor de bet-oonde belang
stelling aan den koning betuigd.
Verschillende vertegenwoordigers van
vreemde mogendheden hebben die minister
van buitenlaaidsche zaken hun warme deel
neming betuigd ter gelegenheid van <ïe
rampen, die ala gevolg van de overstroo-
mingen Nederland! hebben getroffen.
De gezanten van Frankrijk, Oostenr.-Hon
garije en Turkije, hebben zullkB in bijzonde
re opdracht namens hun regeeringen ge
daan.
Do heer Allizé overhandigde bij die ge
legenheid aan den minister een hoogge
waardeerde gift van vijf duizend francs,
door de regeering deer Fransche Republiek
voor de slachtoffers bestemd.
Hierover seint Havas nog uit Parijs
De regeering dor Fransche republiek is
diep bewogen met de ramp, veroorzaakt
door de overstroomingen in Nederland,
en heeft haar gezant in Den Haag opge
dragen, haar gevoelens van levendige
sympathie aan de Nederlamdsche regeering
en het zwaar beproefde Nederlandsche
volk te vertolken. Aan den gezant is te
vens opgedragen, de som van 5000 fra/nc
ter beschik!öng te stellen van bet wateTS-
noodoomat-é.
Over deze daad der Franeche regeering
schrijft de ,,N. R. Ct." „Wij willen niet
gaarne de bovenstaande berichten zonder
oen enkel woord or .'.erzijds afdrukken.
Het door de regeering ingenomen stand
punt is onberispelijk. In de oorlogvoe
rende landen wordt zoo onnoemelijk veel
leed geleden, in vergelijking waarmee
de N ederlandscbe ramp schier in het niet
verzinkL dat het inderdaad meer op den
weg ligt van ons land elders te helpen,
dan omgekeerd.
De-s te meer moet eehtèr het officieele
blijk van deelneming der Fransche regeering
hier te lande op prijs worden gesteld. De
wijze, waarop de regeering van het zwaarge-
teisterde Frankrijk aan haar gevoelens heeft
uiting gegeven, zal niet nalaten, hier te
lande diepen indruk te mak-en. Geen gift
onder do ontelbare, die voor de noodlijden
de bevolking toestroomen, zal zeker zóó zeer
worden gewaardeerd, als die, welke de
Fransche gezant gisteren aan onzen minis
ter van buitenlandsche zaken welwillend
heeft ter hand gesteld. Wie niet ganschelijk
versteend is, zal ontroerd worden vooral
door deze uiting van sympathie, die, in de
gegeven omstandigheden, alléén evenveel
vertolkt, als de lange lijsten, welke wij in
de laatste dagen op de buitenpagina van ons
blad mochten vermelden
Het standpunt der regeering, waarop hier
gedoeld wordt, is dat, waar in de oorlog
voerende landen zoovele en ernstige nooden
aanspraak Lebben op de openbare offervaar
digheid, Nederland, hoewel diep waardee-
rende de hartelijke gevoelens, dio bij gele
genheid van de jongste overstroomingen uit
den vreemde tot ons zijn gekomen, geeii
stoffelijke hulp mag aanvaarden uit inzame
lingen, die in bedoelde landen tot leniging
van den nood mochten worden voorgenomen.
Het „Berliener Tageblatt" schrijft naar
aanleiding van de overstrooming: „Al is
Nederland in staat met eigen middelen hurp
te bieden, zoodat medewerking van het bui
tenland overbodig is, toch dient gezegd, dat
de sympathie van het geheele Duitsche volk
uit gaat naar de bevriende natie.
Men heeft in Duitschland de ernstige
vastberadenheid, met welke Nederland van
het begin van don oorlog af getracht heeft
een werkelijke en volkomen neutraliteit in
acht te nemen, mot bevrediging opgemerkt,
de moeilijke positie van het land ingezien
en erkend, en daarom verneemt men do treu
rige tijding vandaar niet met alleen het
oprechte medelijden dat men koestert voor
ieder, die door een ongeluk wordt getrof
fen, maar tevens met gevoelens van onver
minderde vriendschap."
De Ramp in beeld.
„Het Leven", actief aüs altijd, heeft een
extra-nummer uitgegeven, waarin -de vrec-
selijke ramp, die ons land getroffen heeft,
dn beeld is gebracht. De uitnemend geslaag
de foto's geven weer een goed beeld van
het alles verwoestende element, dat zich
■thans over onze vruchtbare landouwen
heeft uitgestort en bij het zien van a-1 die
verwoestingen, van ai dio ellende vraagt
men zich af, hoe dat alles weer voor elkaar
moet koonen. Bruisend storttên zich de
golven over het land uit en dsat niets te
gen die kracht bestand was doen deze kiek
jes zien. En geen beter opwekking om te
steunen in den nood, dan te zien dit num
mer van „Het Leven".
Vraag: Hoe kan ik chocolademelk-vlek-
ken uit een gryzen stoffen rok verwijderen?
Ik heb het al met benzine geprobeerd, maar
dit helpt niet.
Antwoord: Probeer het nog eens met
een mengsel van 2 deelen glycerine, *9 <3ee-
len water en één deel geest van salmoniak.
Daarmede de -vlek 12 uur nat houden en ten
slotte afwasschen met gal zeep.
Vraag: Ia het waar, dat het 15de reg.
lste en 2ide bat. weer naar de grenzen moet
vertrekken, naar Noord-Brabant?
Antwoord: We weten het niet; doch
al» wisten wij het, dan nog zouden w$ dit
mogen zeggen.
Vraag: Wat is het beste en afdoende
middel om beestjes, in kussenstoelen, te ver
aderen?
Antwoord: In een droge, goed ver
warmde kamer plaatsen en als de zon goed
schj^nt in de zon zetten. Daar kan de crin-
luis, en die zal u wel bedoelen, niet tegen.
Vraag: Ik heb een gewoon karpet en
nu is daar bf ongeluk, een vlek opgelcof-
men (tafelolie). Ik heb met warm sodawater
en een stukje zeep getracht de vlek er
uit te halen, maar zonder gevolg. Weet
u er ook raad op?
Antwoord: De vlek met varkensvet
inwreven, dan met ammoniakzeep inzeepen,
een poosje laten rusten en vervolgens met
water en terpentijnolie afwisselend afwas
schen.
Vraag: Ik ben door mjjn patroon met
Rcht dagen opzegging bedankt, om nieti
ge redenen, en ook ouderdomskwalen, 't
Loon werd wekelijks uitbetaald en heb dat
ontvangen tot den laats ten werkdag. Toen
ik het voorgaande jaar mjjn patroon om re
denen de betrekking opzegde, deed ik dat,
met veertien dagen, omdat ik meende dat het
zoo hoorde. Is de patroon nu van mij af,
of heb ik recht op één week loon?
Antwoord: U heeft nog recht op acht
da-gen loon. Kunt u het niet kragen, vervoeg
u dan bjj den kantonrechter, alhier.
V raag: Als -net jcngmensch van onge
veer 18 jaar oud, zou ik gaarne in Indië
een betrekking hebben. Zou u mij ook kun
nen zeggen, wat voor mij een geschikte
betrekking is, welke een fatsoenlijk bestaan
oplevert en hoe kan ik deze bekomen'?
Antwoord: Dat is nu juist iets om
er het bureau voor beroepskeuze, -doe- 'oo-
als por advertentie in bet „Leidsoh I-ag-
blad" ig bekend gemaakt, in het Leictwhe
Volkshuis zitting houdt-, eens mee aan
boord te komen.
V raag: Zou u mij ook kunnen zeg
gen, wanneer de landweerliohting 1910
met klein verlof naar huds wordt gezon
den?
Antwoord: Deze lichting is wel het
eerst aan de beurt, doch de juiste tijd
iff nog niet bekend.
Vraag: Moet men een dagmeisje, dat
van 85 uren in dienst is, bij ziekte behal
vo haar huur ook kostgeld betalen?
Antwoord: Neen.
Vraag: Kunt u mij ook zeggen, waar
de trekkings-lijsten van 't Paleis v. Volks
vlijt na te zien zijn en zijn daar nog kosten
aan verbonden 1
Antwoord: Loop u maar eens aan op
een effectenkantoor. Daar zal men u wel
kunnen helpen. Men is daar zoo welwil
lend, dat u wel gratis zult worden gehol
pen.
Vraag: Ik ben ingedeeld bij het 2e bat-.
16e reg. infanterie, afdeeling adniinistra-
tieoorps te Gouda. Zooi u mij oo-k kunnen
zeggen, wanneer ik weg moet?
Antwoord: De datum van opkomst
van het 2e bat. inf. (u bent zeker lichting
1016) is nog niet bekend. Een afdeeling ad
ministratiecorps bestaat nergens, dus ook
niet te Gouda.
Vraag: Ik heb van iemand een cacao
boon geinregen. Ho© kan ik deze tot poeder
verwerken
Antwoord: Ga hem maar eens in
een koffiemolen malen. Aan één boon hebt
u niet veel. Als liet 10.000 waae-n, zou u er
meer aan hebben.
V raag: Valt de militie 1906 en 1907 in
de termen oan dn het voorjaar naar do
landweer over te gaan en door nieuwe
lichtingen te worden vervangen. Wanneer
zullen deze aflossingen eventueel plaats
vinden
Antwoord: De militie-lichting 1906 is
reeds geruinien tijd geleden naar de land
weer overgegaande lichting 1907 op 1
Januari j.l. administratief en op 1 Febr.
a.s. werkelijk.
V raag: Het is mijn voornemen te tee-
kdnen bij hot reserve-kader (voor 22
Maart a.e.). Moet ik m-ij nu ook in deze
maand nog opgeven voor die militie (mijn
leeftijd is 18 jaar).
Mijn doel is voor dokter te gaan studee-
ren en zou wel genegen zijn een vrijwilli
ge verbintenis aan te gaan bij den gezond
heidsdienst van het leger hier te lande.
Worden in dit geval dé studiekosten ge
heel of gedeeltelijk dóór 't Rijk vergoed?
Moet ik mij in dit geval ook nog aangeven
voor de militie of teekenen bij het reserve
kader? Waar kan ik meerdere inlichtingen
omtrent d£t alles verkrijgen
Antwoord: Van inschrijven voor de
militie is niemand vrij. U kunt de vrijwil
lige verbintenis ais adspirant-reserve-offi-
oier van gezondheid aangaan, zoodra ge
voor do militie zijt ingeschreven en tevens
als student in de geneeskunde u hebt doen
inschrijven.
U behoeft dan niet bij bet reserve-kader
te komen. Om uw juiste bedoeling to ken
nen, moet de vraag ook nauwkeuriger ge
steld worden. Daarom is he- het beste,
dat u zich om inlichtingen vervoegt ten bu
reel e van den commandant van een gar
nizoen.
Naar aa-nleiding van een vraag, of spek
rauw gebruikt, gevaar op levert voor tri
chinen, ontvingen we nog het volgende-:
Trichinen veroorzaken geea lintworm.
Rauw spek wordt gekeurd op het abattoir
on ik moen me te herinneren, dat. er te
genwoordig weinig varkens met trichine
bevonden worden. Wel eens vroeger een
enkele maal bij dieren uit het- buitenland
ingevoerd, en eenige keeren bij inlandsche
varkens, doch de keuring op de abattoirs
is erg streng hiermee.
Trichine-ziekte is erg gevaarlijk en ik
meen een bacterie -kw esti eBij va-nkens
komt het wel voor, dat in het vleesch
blaasjes zitten, dat zijn lintworm blaasjes,
inhoudende eieren, en indien dit vleeech
niet buitengewoon goed gekookt wordt ia
er zeer zeker kans op lintworm-ziekte.
Uit het Engelsch van Miss Y0NGE.
(Nadruk Vorboden),
J s,En gij ziet wel, dat het dwaasheid is, als
Eten zegt, dat er eenig kwaad of gevaar in
Weekt, dat ik Mark bij mij aan huis zie. Hij
heeft nimmer eenige liefde voor mij gekoes-
j t®rd, voor zeven jaar evenmin als nu, en
I ^ar> mijn genegenheid voor hem ben ik in
6Q grond genezen. Ik schaam mij niet te
>c£gen, dat ik blijde bon, dat hij hier is,
■Sjpdat hij de kans zou hebben een rijk meisje
t vrouw te krijgen. Dat is nu de geheele
st<|rie. Zijt gij nu gerust?"
1 "^erust op uw goodo bedoelingen, waar-
®an ik ook niet twijfelde, maar verder niet.
W behoordet ook den schijn van kwaad te
^ormijden."
1 mijn neef niet aan zijn lof over-
en om Lady Albury te believen I Voor al
0 ofcberinghams bij elkander doe ik dat
og niet. Gij placht u vroeger ook niet om
P Qatjea te bekommeren."
at doo ik ook thans niet, maar ik stol
V Vla op een goeden naam."
%Nu, het ia wel Bt 1 daar komt hij."
Gardner, en hetiij dat me-
tii Ha. _ij j meer °P haar hoede was, het-
oorda.1 !°0r haar uitlegging Theodora'»
♦oor j.^a0^,t,er getornd had, er rfel nieta
«r i.'f. minsten eohijn had, dat
Blen nZ-Y1 ^joegere betrekking tusschen
overgebleren.
£r^T^L.Knoh haf was in-
solvere waarheid, want wat ook
haar gebreken waren, zij was ten uiterste
oprecht en misschien uit een geest van te
genspraak jegens haar zuster, zeer waar
heidlievend. Mark was er de man niet naar
om een ware en duurzame liefde te koeste
ren, en zooals Theodora te recht opmerkte,
Georgina was minder te laken in haar om
gang met hem, dan wel in haar zucht tot
verkwisting, in de al te luidruchtige en wei
nig ingetogen manier, waarop zij met aller
lei heeron sprak, en in haar buitensporig
najagon van vermaken. Met al die fouten
bezat zij toch een hart, dat zich wellicht
eenmaal voor edeler genietingen zou openen.
„Het is zeer jammer, dat brave menschen
zioh harer niet aantrekken," zei Theodora
tot Violette. „Hoe meer zij aan haar soort
van gezelschap wordt overgelaten, des te
erger zullen haar toon en haar manieren
worden."
Violette stemde dit toe, beklaagde haar
en wenschto, dat het te veranderen ware,
doch wanneer zij mevrouw Finch in gezel
schap ontmoette, begreep zij wel, dat het
geen wonder was, dat men niet van haar
hield.
Mark Gardne/ was daarentegen alge
meen bemind. Iedereen noemde hem een los
bol, maar hij was zoo amusantViolette kon
dit evenwel niet vindenzij deed haar best
niet door hem opgemerkt fe worden en Em
ma Brandon ging dan gewoonlijk dioht naast
haar zitten, om niet met iemand in aanra
king te komen, waarvan zij to vreezen had.
dat hij een wanhopenden aanval op haar
hand en op de abdij zou wagen.
Het was grootondeels op partijen, "dat
Violette Emma in dat voorjaar ontmootte.
Theodora's tegenwoordigheid to 'jadogau-
Place verjoeg haar van daar, en bovendien
werden Emma's morgenuren ook grooton
deels in beslag genomen door Miss Mar
ston©, die haar op al haar tochten mee
nam. Lady Elizabeth had er niets togeu,
dat zij te za-men armen en zieken bezoch
ten, ofschoon zij somwijlen wel eens twijfelde
of het wel voorzichtig was zooveel aanhang
sels bij haar liefdadigheid te voegenmaar
nog minder was zij ingenomen met den in
vloed, dien Theresa op het oordeel harer
dochter uitoefende.
Emma kwam thans meer openlijk uit voor
haar tegenzin om in gezelschappen to ver
schijnenden zij beschouwde dien niet langer
als een kinderachtigheid, die zij moest trach
ten te overwinnen, maar als een bewijs dat
zij boven anderen verheven was. Haar plan
nen met Rickworth werden ook meer op
den voorgrond gesteld. Miss Marstone had
den sluier van dat plan weggerukt, en het
kwam Violette voor, dat alle glans er aan
ontnomen was, nu het altijd op het tapijt
kwam, wanneer de vriendinnon om een on
derwerp van gesprek verlegen waren. In-
tusschen werd Emma-, die binnen weinige
maanden haar eenentwintigste jaar zou be
reikt hebben, door een vurig verlangen aan
gegrepen naar de toestemming harer moeder
om die plannen alsdan dadelijk ton uitvoer
te brengen, en zij deed Violette dikwijls ont
stellen door haar Hevige jammerklachten
over de beloften, die zij had afgelegd, als
ware dat een vreeselijk verraad geweest.
Violette traohtte haar dan te overreden dat
haar plan nu des to meer kans had op een
goede uitvoering, nu zij zooveel tijd had om
er over na te denken.
„Het is de gedachte van mijn geheele le
ven geweest-, en daarenboven heb ik There
sa's oordeel om mij te leiden I En o I Vio
lette, mama meent het goed, dat weet ik;
maar sij weet niet wat zij yan niij vergt l
Verbeeld u eens, dat ik moest sterven, zon
der dat ik mij van mijn heiligen plicht ge
kweten had."
„Waarlijk, Emma. gij moet u zulke ake
lige dingen niet in het hoofd halen. Het is
immers niet uw schuld, dat de abdij zoo ver
vallen is geraakt."
„Neen, maar ik trek er de voordeelen van.
Mijn grootvader heeft het goed gekocht.
Ach als het maar geen vloek op mij laadt
„Wel, Emma! mij dunkt, al is er onrecht
geschied, dan kon het u toch niet geweten
worden. Gij hebt immers het voornemen, de
kerk weder op te bouwen, en zeker zal het
minder zonde zijn de abdij zoo to houden,
dan lijnrecht tegen den wil uwer moeder
te handelen."
„Ik zal ook niet tegen haar wil handelen
maar ach ik wenschto, dat zij kon toegeven."
„Misschien is het de beste voorbereiding,
dat gij verplicht zijt-, geduldig te wachten."
„Indien 't nog om een gegronde reden
ware; maar ik weet, dat het slechts is, om
dat het beter met mama's ouderwetsche En-
gelscho begrippen strookt, dat ik doodeen
voudig een huwelijk aanging, evenals ieder
alledaagsch meisje, zooals Theresa terecht
zegt. Maar gij zoudt dat ook wel beter vin
den, Violette. Het helpt mij niet of ik er met
u over praat I Het is zooals Theresa zegt
do Engelsche geest van huiselijkheid maakt,
dat zij slechts één type van deugcl hebben."
Het hinderde Violette zeer, dat zij Lady
Elisabeth zoo boorde veroordeelen.
HOOFDSTUK XIV.
Toen Arthur met zijn regiment naar
Windsor was vertrokken, besloten de da
mes haar avonden thuis door to brengen,
doch op dien regel werden vele uitzonderin
gen gemaakt, ofschoon Violette's gezond
heid het niet toeliet, dat zij zoo dikwijls in
volle, benauwde kamers laat op moest blij
ven, zoodat Lady Elizabeth haar smeekte,
om toch niet op zulke groote partijen to
gaan en haar meer dan eens aanbood, om
Theodora te geleidendoch Violette gaf
steeds hetzelfde antwoord, tamelijk, dat rij
zeer zelden uitgingen en dat die enkele keer
haar geen nadeel zou doen.
De waarheid was, dat zij wist, dat Theo
dora een bepaalden afkeer had om met de
Brandons uit te gaan. „Lady Elizabeth zit in
het donkerste hoekje van zaal," zei zij, „en
Emma staat met het vooi komen van een
martelares naast haar. Zij lijken wel een
paar eerwaardige landfreules, die in de
groote wereld verdwaald zijn, en die een vei
lig hoekje gevonden hebben, waar zij zich
op haar gemak over dio groote en slechte
wereld kunnen zitten te verwonderen. En
zij gaan altijd zoo onmcnschelijk vroeg
hoen, terwijl ik, wanneer ik de moeite en
last gehad heb mij te kleedcn, er ook gaar
ne genot van wil hebben. Ik heb er verlo
den jaar ook af weten te komen om met
haar uit te gaan. en ik deed er haar geen
ondienst mede."
Dus was het slechts naar een bal aan het
Hof, dat Theodora zich verwaardigde Lady
Elizabeths geleid® aan te nemen, en daar
Violette de reden niet kon zeggen, waarom
Theodora die anders weigerde, moest zij zioh
de miskenning getrooston, dat zij altijd voor
haar eigen vermaak medegiug, ofschoon rij
niet- slechts door overspanning cn gedurige
vermoeienis haar gezondheid zeer benadeel
de, maar zich ook menigmaal verontrustte
en bedroefde over Theodora's gedrag. Haar