Vragen en Antwoorden. FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. jTZrZrsen huiden niet mogen worden ^gevoerd, tenzij door de officieel daarvoor •ongestelde personen. Van 's avonds 6 uur tot 's morgens 6 uur in het overstroomde gebied niet wor- ?T aevaren; van 's morgens 6 tot 's avonds 6 alleen met een schriftelijk bewijs van „f vanwege den burgemeester. Van 's avonds 8 uur tot 's morgens 6 uur 'in bet geheel geen vervoer uit de ge- Site plaats hebben, tenzij met toestem ming van den burgemeester. •jjn Waterland zijn nu alle vaartuigen on der militair g<»a8 gesteld. Zij worden van nummer voorzien en gemeerd; alleen —or een bepaald, duidelijk omschreven doe kunnen zij worden afgegeven. .,a ge bruik moeten zij weer onmiddellijk aan do ndirtuiro overheid worden teruggegeven. Bot hoen en weer varen met onbestemd doel van nieuwsgierigen is daardoor onmo- Itolijk gemaakt. Bovendien kunnen verdaoli- vaartuigjes worden aangehouden, wat 'n middel is voor de bestrijding van de trandjutterij." Het is nog niet gelukt, randjutters aan te houden. Een noodwa t erk e er ing; In de gisteren gehouden vergadering van Gedeputeerde Staten van Noord-Hoiland is kloten om, ten einde den watersnood in de provincie zooveel mogelijk te beperken n to trachten verdere inundatie te voorko ken, onder toezicht, vanwaar noodig van- Itegó de provincie een noodwaterkeering to do,", aanbrengen, die, wanneer het plan fcarvoor uitvoerbaar blijkt, zal loopen langs do Oostzijde van de Zaan, vervolgens tot het (lation van Purmerend, de spoorbaan Oost- Ban— Purmerond zal volgen, vandaar gaan jal tot den Ringdijk van de Purmcr en jerder langs den Ringdijk tot nabij Edam en van Edam naar zee. Het tot-stand-komen dfer waterkeering zal ook de aan het dichten 'der gaten in den Water'.andschen Zeedijk yerbonden bezwaren verminderen. In afwachting van de zoo spoedig moge- _jk bjj de Provinciale Staten in to dienen ijoorstellen, zal met de uitvoering van een (n ander terstond worden begonnen. Herstellingswerken. Voor de herstellingswerken aan den zeee 8£k tusschen Uitdam en Zuiderwoude wor den voorbereidingen getroffen. Het mate rial is nog niet aanwezig. REven voorbij Zuiderwoude zijn enkeleman- len met zandbakken aanwezig om in do jroolste breuk, waar het water van Zuider zee en polderland ineenvloeien, een dijkje te leggen. Wie, onbekend met de ramp die de lage landen heeft getroffen, thans een tocht maakt Bp de Zuiderzee en boven den grooten zee dijk de aardige torens der verschillende 'plaatsjes ziet uitkomen, zal eerst na enkele Bren varens bemerken, dat de door den •rd wester storm opge zwiepte watermassa iote brokken Zeewering als kaf heeft jïstrooid. Voorbereidingen, want méér dan dat kon pt niet zijn voor het aantal dijkbreuken tus- j^clien Uitdam en Zuiderwoude, en voor de iotere benoorden Monnikendam. 'Br Zuiderwoude met de vlet naar den gegaan en den dijk opgeklauterd, zagen !ffe onmiddellijk voor ons den grooten, on- Tpienbaren waterplas, waarin het polder- md is herschapen. Op enkele minuten afslands van de eerste •e\ik, een hap uit den dijk van ongeveer s80 meter, staat een hofstede halverwege ider water en vóór de staldeur cadavers verdronken koebeesten. Voor zoover hot oog reikte 3taken daken huisjes boven het water uit en ve'e bon sden meters vér lagen grootere en kleinere ikken veengrond, ei'andjes vormende in de )o plotseling ontstane binnenzee'. Het opgestuwde water had tusschen deze huchten niet minder dan vijf breede ope ggen in den dijk gemaakt, de basaltstukken *it de zeewering- losgewerkt en grillig door- teongesmeten, terwijl de binnenkant van den öijlc zóó was uitgegraven, dat 't leek alsof genie daar een of ander ondergronds ffdedigingswerk had aangelegd. En stil, akelig stil!! Neen, dédr werd aaü ae breukhrrstelling niet gewerkt, daar scheen Jfl'sof de gansche omgeving was uitge- Worven. pilaar verderop, meer nog naaf Menniken- een twintig minuten loepen langs den moeilijk begaanbaren dijk, waar de doorbraak een tweetal breedere gaten had veroorzaakt, waren enkele mannen op twee zandbakken aau 'fc werk met de voorbereiding tot den aanleg van een nooddjjkje. Op dat gedeelte van de doorbraak stond het zeewater met dat in den polder in di recte verbinding. Dit gat moet eerst gedicht z£n alvorens de andere herstellingen doel zullen treffen. Doch aan het dichten is men nog lang niet toe. Eerst moet het noodige materieel worden aangebracht, en ook dat zal alleen gebeu ren wanneer de wind draait en het water zakt. Gebrek aan hooi en stroo. Er heerscht in Noord-Holland een nij pend gebrek aan hooi en stroo, voor de uit het overstroomde gebied gevluchte duizenden stuks vee. In zeer korten tijd moet in dat gebrek worden voorzien, op dat voorkomen worde dat da geredde beesten van honger omkomen. Het be stuur van de afdeeling Rotterdam, Schie dam en omstreken der Hollandache Maat schappij van Landbouw doet daarom een dringend beroep op de veehouders in haar gebied. Hulp is absoluut noodzakelijk. De boeren worden opgeroepen zooveel moge lijk hooi en stroo te zenden. Kleeding en speelgoed in de te-uizen. Onder praesidium van mevrouw Teilegen Fock heeft zich te Amsterdam een comité gevormd, bestaande uiu de dames Josephus Jitta-Wertheim, De Vries-V&n Heijningen, Wibaut-Berdenis van 13 eriekom, Yliegen- Hofman, Den Hortog-Dolfgou, Baëza-Oro mer en Roest van Limburg. Dit comité heeft do zorg op zich genomen voor de kleeding en speelgoed in de tehuizen, die uoor de verplegingBOommissie ten behoeve der slachtoffors van den watersnood zijn inge richt. Het comité verzoekt, allen, die speelgoed en fröbel-artikelen willen afstaan, die te zencion naar de Oude Schippersbeurs, Dam rak 46a. Het bezoek van minister Ort en mr. Ba ud. Do reis van minister Ort en den procu reur-generaal, mr. Baud, in de geteisterde streken, staat in verband met de te nemen veiligheidsmaatregel en, beoogende om de reeds hier on daar gesignaleerde diefstal len to voorkomen. Zijn Excellentie begaf zich van Broek in Waterland naar Monni kendam, vandaar naar Edam en vervolgens naar Purmerend. De Inzameling. De inzamelingen hebben veoll succes. Do verschillende opgaven nagaand, mag wor den geconstateerd, d'at bij de dagbladen en bij den penningmeester van het Wa tersnoodcomité te zamei- meer dan een half millioen guldon is binnengekomen. En nu moeten de collectes nog worden ge houden. Er is evenwel onnoemelijk veel geld noodig om Waterland en omgeving, Anna-Paulowna, het Gooi, het Eemland, den Veluwe-zoom, de Overijselsohe kust streek en nog zooveel ander gebied eenigs- zins te helpen. Steun van Zeeland. Door het Provinciaal Watersnood-comité in Zeeland is een oproep tot allo Zeeuwen gericht, waarin geconstateerd wordt dat do wat er ramp, die thans de landen aan de Zuiderzee getroffen heeft treffender en omvangrijker is, dan cDe watersnood, welke Zeeland in 1906 teisterde en dan dien storm ramp, welke in 1911 zoo belangrijke scha de toebracht in dit gewest. In die dagen van Zeelands nood werd op ongekend mil- db wijze alom in don lande bijgedragen tot de leniging van nood en schade. Het comité herinnert er aan, dat de pen ningmeester in 1906 niet minder dan f 494.000 aan giften ontving en in 1911 ruim f 140.000. Thans heeft Zeeland een duren plicht te vervullen, thans dient vergolden te wor den het geen eertijds aan Zeeland is ge schonken. Het comité verklaart zich gaarne bereid gelden in ontvangst te nemen en door te zonden naar Amsterdam; uit eigen midde len zond het reeds f 1000 naar de centrale commiseie. Door het dagelijksch bestuur deT Zeeuw- sche Landbo uw maatschap p ij is aaar aan leiding van een verzoek der centrale com miseie tot leniging van rampen door Wa tersnood om minstens 500 stuks vee tot den weddetijd in Zeeland onder te brengen, een circulaire gericht tot 100 dorpsver©enigin- gen, waarin zij verzocht worden lijsten aan te leggen van de personen, die bereid zijn een of meer runderen voor dien tijd stal ling te verleenen. Het bestuur wijst er op, dat do overstroomingen van thans in uitbreiding en gevolgen nog belangrijk die, welke in 1906 Zeeland teisterde, overtref fen. Prins Hendrik te Rotterdam. Prins Hendrik heeft na Spijkenisse giste ren nog Rotterdam bezocht-. Hij heeft de verwoestingen in den Varken oor dschen polder in oogémschouw genomen en heeft dè zwaar getroffen gezinnen oen bezoek ge bracht. De watersnood en het scheepvaartverkeer. Naar men mededeelt, heeft de scheeps vaar t onder den watersnood niet noemens waard geleden. De binnendienst óp Noord- Holland geschiedt eenigszins onregelmatig; het zeeverkeer heeft in het geheel geen stoornis ondervonden. Deelneming in het buitenland. De koning van Engeland heeft op 17 dezer aan H. M. de Koningin telegrafisch zijn diep medegevoel uitgesproken met de door de overstrooming veroorzaakte ram pen. Op dezelfde wijze heeft H. M. harem hartelijken dank voor de bet-oonde belang stelling aan den koning betuigd. Verschillende vertegenwoordigers van vreemde mogendheden hebben die minister van buitenlaaidsche zaken hun warme deel neming betuigd ter gelegenheid van <ïe rampen, die ala gevolg van de overstroo- mingen Nederland! hebben getroffen. De gezanten van Frankrijk, Oostenr.-Hon garije en Turkije, hebben zullkB in bijzonde re opdracht namens hun regeeringen ge daan. Do heer Allizé overhandigde bij die ge legenheid aan den minister een hoogge waardeerde gift van vijf duizend francs, door de regeering deer Fransche Republiek voor de slachtoffers bestemd. Hierover seint Havas nog uit Parijs De regeering dor Fransche republiek is diep bewogen met de ramp, veroorzaakt door de overstroomingen in Nederland, en heeft haar gezant in Den Haag opge dragen, haar gevoelens van levendige sympathie aan de Nederlamdsche regeering en het zwaar beproefde Nederlandsche volk te vertolken. Aan den gezant is te vens opgedragen, de som van 5000 fra/nc ter beschik!öng te stellen van bet wateTS- noodoomat-é. Over deze daad der Franeche regeering schrijft de ,,N. R. Ct." „Wij willen niet gaarne de bovenstaande berichten zonder oen enkel woord or .'.erzijds afdrukken. Het door de regeering ingenomen stand punt is onberispelijk. In de oorlogvoe rende landen wordt zoo onnoemelijk veel leed geleden, in vergelijking waarmee de N ederlandscbe ramp schier in het niet verzinkL dat het inderdaad meer op den weg ligt van ons land elders te helpen, dan omgekeerd. De-s te meer moet eehtèr het officieele blijk van deelneming der Fransche regeering hier te lande op prijs worden gesteld. De wijze, waarop de regeering van het zwaarge- teisterde Frankrijk aan haar gevoelens heeft uiting gegeven, zal niet nalaten, hier te lande diepen indruk te mak-en. Geen gift onder do ontelbare, die voor de noodlijden de bevolking toestroomen, zal zeker zóó zeer worden gewaardeerd, als die, welke de Fransche gezant gisteren aan onzen minis ter van buitenlandsche zaken welwillend heeft ter hand gesteld. Wie niet ganschelijk versteend is, zal ontroerd worden vooral door deze uiting van sympathie, die, in de gegeven omstandigheden, alléén evenveel vertolkt, als de lange lijsten, welke wij in de laatste dagen op de buitenpagina van ons blad mochten vermelden Het standpunt der regeering, waarop hier gedoeld wordt, is dat, waar in de oorlog voerende landen zoovele en ernstige nooden aanspraak Lebben op de openbare offervaar digheid, Nederland, hoewel diep waardee- rende de hartelijke gevoelens, dio bij gele genheid van de jongste overstroomingen uit den vreemde tot ons zijn gekomen, geeii stoffelijke hulp mag aanvaarden uit inzame lingen, die in bedoelde landen tot leniging van den nood mochten worden voorgenomen. Het „Berliener Tageblatt" schrijft naar aanleiding van de overstrooming: „Al is Nederland in staat met eigen middelen hurp te bieden, zoodat medewerking van het bui tenland overbodig is, toch dient gezegd, dat de sympathie van het geheele Duitsche volk uit gaat naar de bevriende natie. Men heeft in Duitschland de ernstige vastberadenheid, met welke Nederland van het begin van don oorlog af getracht heeft een werkelijke en volkomen neutraliteit in acht te nemen, mot bevrediging opgemerkt, de moeilijke positie van het land ingezien en erkend, en daarom verneemt men do treu rige tijding vandaar niet met alleen het oprechte medelijden dat men koestert voor ieder, die door een ongeluk wordt getrof fen, maar tevens met gevoelens van onver minderde vriendschap." De Ramp in beeld. „Het Leven", actief aüs altijd, heeft een extra-nummer uitgegeven, waarin -de vrec- selijke ramp, die ons land getroffen heeft, dn beeld is gebracht. De uitnemend geslaag de foto's geven weer een goed beeld van het alles verwoestende element, dat zich ■thans over onze vruchtbare landouwen heeft uitgestort en bij het zien van a-1 die verwoestingen, van ai dio ellende vraagt men zich af, hoe dat alles weer voor elkaar moet koonen. Bruisend storttên zich de golven over het land uit en dsat niets te gen die kracht bestand was doen deze kiek jes zien. En geen beter opwekking om te steunen in den nood, dan te zien dit num mer van „Het Leven". Vraag: Hoe kan ik chocolademelk-vlek- ken uit een gryzen stoffen rok verwijderen? Ik heb het al met benzine geprobeerd, maar dit helpt niet. Antwoord: Probeer het nog eens met een mengsel van 2 deelen glycerine, *9 <3ee- len water en één deel geest van salmoniak. Daarmede de -vlek 12 uur nat houden en ten slotte afwasschen met gal zeep. Vraag: Ia het waar, dat het 15de reg. lste en 2ide bat. weer naar de grenzen moet vertrekken, naar Noord-Brabant? Antwoord: We weten het niet; doch al» wisten wij het, dan nog zouden w$ dit mogen zeggen. Vraag: Wat is het beste en afdoende middel om beestjes, in kussenstoelen, te ver aderen? Antwoord: In een droge, goed ver warmde kamer plaatsen en als de zon goed schj^nt in de zon zetten. Daar kan de crin- luis, en die zal u wel bedoelen, niet tegen. Vraag: Ik heb een gewoon karpet en nu is daar bf ongeluk, een vlek opgelcof- men (tafelolie). Ik heb met warm sodawater en een stukje zeep getracht de vlek er uit te halen, maar zonder gevolg. Weet u er ook raad op? Antwoord: De vlek met varkensvet inwreven, dan met ammoniakzeep inzeepen, een poosje laten rusten en vervolgens met water en terpentijnolie afwisselend afwas schen. Vraag: Ik ben door mjjn patroon met Rcht dagen opzegging bedankt, om nieti ge redenen, en ook ouderdomskwalen, 't Loon werd wekelijks uitbetaald en heb dat ontvangen tot den laats ten werkdag. Toen ik het voorgaande jaar mjjn patroon om re denen de betrekking opzegde, deed ik dat, met veertien dagen, omdat ik meende dat het zoo hoorde. Is de patroon nu van mij af, of heb ik recht op één week loon? Antwoord: U heeft nog recht op acht da-gen loon. Kunt u het niet kragen, vervoeg u dan bjj den kantonrechter, alhier. V raag: Als -net jcngmensch van onge veer 18 jaar oud, zou ik gaarne in Indië een betrekking hebben. Zou u mij ook kun nen zeggen, wat voor mij een geschikte betrekking is, welke een fatsoenlijk bestaan oplevert en hoe kan ik deze bekomen'? Antwoord: Dat is nu juist iets om er het bureau voor beroepskeuze, -doe- 'oo- als por advertentie in bet „Leidsoh I-ag- blad" ig bekend gemaakt, in het Leictwhe Volkshuis zitting houdt-, eens mee aan boord te komen. V raag: Zou u mij ook kunnen zeg gen, wanneer de landweerliohting 1910 met klein verlof naar huds wordt gezon den? Antwoord: Deze lichting is wel het eerst aan de beurt, doch de juiste tijd iff nog niet bekend. Vraag: Moet men een dagmeisje, dat van 85 uren in dienst is, bij ziekte behal vo haar huur ook kostgeld betalen? Antwoord: Neen. Vraag: Kunt u mij ook zeggen, waar de trekkings-lijsten van 't Paleis v. Volks vlijt na te zien zijn en zijn daar nog kosten aan verbonden 1 Antwoord: Loop u maar eens aan op een effectenkantoor. Daar zal men u wel kunnen helpen. Men is daar zoo welwil lend, dat u wel gratis zult worden gehol pen. Vraag: Ik ben ingedeeld bij het 2e bat-. 16e reg. infanterie, afdeeling adniinistra- tieoorps te Gouda. Zooi u mij oo-k kunnen zeggen, wanneer ik weg moet? Antwoord: De datum van opkomst van het 2e bat. inf. (u bent zeker lichting 1016) is nog niet bekend. Een afdeeling ad ministratiecorps bestaat nergens, dus ook niet te Gouda. Vraag: Ik heb van iemand een cacao boon geinregen. Ho© kan ik deze tot poeder verwerken Antwoord: Ga hem maar eens in een koffiemolen malen. Aan één boon hebt u niet veel. Als liet 10.000 waae-n, zou u er meer aan hebben. V raag: Valt de militie 1906 en 1907 in de termen oan dn het voorjaar naar do landweer over te gaan en door nieuwe lichtingen te worden vervangen. Wanneer zullen deze aflossingen eventueel plaats vinden Antwoord: De militie-lichting 1906 is reeds geruinien tijd geleden naar de land weer overgegaande lichting 1907 op 1 Januari j.l. administratief en op 1 Febr. a.s. werkelijk. V raag: Het is mijn voornemen te tee- kdnen bij hot reserve-kader (voor 22 Maart a.e.). Moet ik m-ij nu ook in deze maand nog opgeven voor die militie (mijn leeftijd is 18 jaar). Mijn doel is voor dokter te gaan studee- ren en zou wel genegen zijn een vrijwilli ge verbintenis aan te gaan bij den gezond heidsdienst van het leger hier te lande. Worden in dit geval dé studiekosten ge heel of gedeeltelijk dóór 't Rijk vergoed? Moet ik mij in dit geval ook nog aangeven voor de militie of teekenen bij het reserve kader? Waar kan ik meerdere inlichtingen omtrent d£t alles verkrijgen Antwoord: Van inschrijven voor de militie is niemand vrij. U kunt de vrijwil lige verbintenis ais adspirant-reserve-offi- oier van gezondheid aangaan, zoodra ge voor do militie zijt ingeschreven en tevens als student in de geneeskunde u hebt doen inschrijven. U behoeft dan niet bij bet reserve-kader te komen. Om uw juiste bedoeling to ken nen, moet de vraag ook nauwkeuriger ge steld worden. Daarom is he- het beste, dat u zich om inlichtingen vervoegt ten bu reel e van den commandant van een gar nizoen. Naar aa-nleiding van een vraag, of spek rauw gebruikt, gevaar op levert voor tri chinen, ontvingen we nog het volgende-: Trichinen veroorzaken geea lintworm. Rauw spek wordt gekeurd op het abattoir on ik moen me te herinneren, dat. er te genwoordig weinig varkens met trichine bevonden worden. Wel eens vroeger een enkele maal bij dieren uit het- buitenland ingevoerd, en eenige keeren bij inlandsche varkens, doch de keuring op de abattoirs is erg streng hiermee. Trichine-ziekte is erg gevaarlijk en ik meen een bacterie -kw esti eBij va-nkens komt het wel voor, dat in het vleesch blaasjes zitten, dat zijn lintworm blaasjes, inhoudende eieren, en indien dit vleeech niet buitengewoon goed gekookt wordt ia er zeer zeker kans op lintworm-ziekte. Uit het Engelsch van Miss Y0NGE. (Nadruk Vorboden), J s,En gij ziet wel, dat het dwaasheid is, als Eten zegt, dat er eenig kwaad of gevaar in Weekt, dat ik Mark bij mij aan huis zie. Hij heeft nimmer eenige liefde voor mij gekoes- j t®rd, voor zeven jaar evenmin als nu, en I ^ar> mijn genegenheid voor hem ben ik in 6Q grond genezen. Ik schaam mij niet te >c£gen, dat ik blijde bon, dat hij hier is, ■Sjpdat hij de kans zou hebben een rijk meisje t vrouw te krijgen. Dat is nu de geheele st<|rie. Zijt gij nu gerust?" 1 "^erust op uw goodo bedoelingen, waar- ®an ik ook niet twijfelde, maar verder niet. W behoordet ook den schijn van kwaad te ^ormijden." 1 mijn neef niet aan zijn lof over- en om Lady Albury te believen I Voor al 0 ofcberinghams bij elkander doe ik dat og niet. Gij placht u vroeger ook niet om P Qatjea te bekommeren." at doo ik ook thans niet, maar ik stol V Vla op een goeden naam." %Nu, het ia wel Bt 1 daar komt hij." Gardner, en hetiij dat me- tii Ha. _ij j meer °P haar hoede was, het- oorda.1 !°0r haar uitlegging Theodora'» ♦oor j.^a0^,t,er getornd had, er rfel nieta «r i.'f. minsten eohijn had, dat Blen nZ-Y1 ^joegere betrekking tusschen overgebleren. £r^T^L.Knoh haf was in- solvere waarheid, want wat ook haar gebreken waren, zij was ten uiterste oprecht en misschien uit een geest van te genspraak jegens haar zuster, zeer waar heidlievend. Mark was er de man niet naar om een ware en duurzame liefde te koeste ren, en zooals Theodora te recht opmerkte, Georgina was minder te laken in haar om gang met hem, dan wel in haar zucht tot verkwisting, in de al te luidruchtige en wei nig ingetogen manier, waarop zij met aller lei heeron sprak, en in haar buitensporig najagon van vermaken. Met al die fouten bezat zij toch een hart, dat zich wellicht eenmaal voor edeler genietingen zou openen. „Het is zeer jammer, dat brave menschen zioh harer niet aantrekken," zei Theodora tot Violette. „Hoe meer zij aan haar soort van gezelschap wordt overgelaten, des te erger zullen haar toon en haar manieren worden." Violette stemde dit toe, beklaagde haar en wenschto, dat het te veranderen ware, doch wanneer zij mevrouw Finch in gezel schap ontmoette, begreep zij wel, dat het geen wonder was, dat men niet van haar hield. Mark Gardne/ was daarentegen alge meen bemind. Iedereen noemde hem een los bol, maar hij was zoo amusantViolette kon dit evenwel niet vindenzij deed haar best niet door hem opgemerkt fe worden en Em ma Brandon ging dan gewoonlijk dioht naast haar zitten, om niet met iemand in aanra king te komen, waarvan zij to vreezen had. dat hij een wanhopenden aanval op haar hand en op de abdij zou wagen. Het was grootondeels op partijen, "dat Violette Emma in dat voorjaar ontmootte. Theodora's tegenwoordigheid to 'jadogau- Place verjoeg haar van daar, en bovendien werden Emma's morgenuren ook grooton deels in beslag genomen door Miss Mar ston©, die haar op al haar tochten mee nam. Lady Elizabeth had er niets togeu, dat zij te za-men armen en zieken bezoch ten, ofschoon zij somwijlen wel eens twijfelde of het wel voorzichtig was zooveel aanhang sels bij haar liefdadigheid te voegenmaar nog minder was zij ingenomen met den in vloed, dien Theresa op het oordeel harer dochter uitoefende. Emma kwam thans meer openlijk uit voor haar tegenzin om in gezelschappen to ver schijnenden zij beschouwde dien niet langer als een kinderachtigheid, die zij moest trach ten te overwinnen, maar als een bewijs dat zij boven anderen verheven was. Haar plan nen met Rickworth werden ook meer op den voorgrond gesteld. Miss Marstone had den sluier van dat plan weggerukt, en het kwam Violette voor, dat alle glans er aan ontnomen was, nu het altijd op het tapijt kwam, wanneer de vriendinnon om een on derwerp van gesprek verlegen waren. In- tusschen werd Emma-, die binnen weinige maanden haar eenentwintigste jaar zou be reikt hebben, door een vurig verlangen aan gegrepen naar de toestemming harer moeder om die plannen alsdan dadelijk ton uitvoer te brengen, en zij deed Violette dikwijls ont stellen door haar Hevige jammerklachten over de beloften, die zij had afgelegd, als ware dat een vreeselijk verraad geweest. Violette traohtte haar dan te overreden dat haar plan nu des to meer kans had op een goede uitvoering, nu zij zooveel tijd had om er over na te denken. „Het is de gedachte van mijn geheele le ven geweest-, en daarenboven heb ik There sa's oordeel om mij te leiden I En o I Vio lette, mama meent het goed, dat weet ik; maar sij weet niet wat zij yan niij vergt l Verbeeld u eens, dat ik moest sterven, zon der dat ik mij van mijn heiligen plicht ge kweten had." „Waarlijk, Emma. gij moet u zulke ake lige dingen niet in het hoofd halen. Het is immers niet uw schuld, dat de abdij zoo ver vallen is geraakt." „Neen, maar ik trek er de voordeelen van. Mijn grootvader heeft het goed gekocht. Ach als het maar geen vloek op mij laadt „Wel, Emma! mij dunkt, al is er onrecht geschied, dan kon het u toch niet geweten worden. Gij hebt immers het voornemen, de kerk weder op te bouwen, en zeker zal het minder zonde zijn de abdij zoo to houden, dan lijnrecht tegen den wil uwer moeder te handelen." „Ik zal ook niet tegen haar wil handelen maar ach ik wenschto, dat zij kon toegeven." „Misschien is het de beste voorbereiding, dat gij verplicht zijt-, geduldig te wachten." „Indien 't nog om een gegronde reden ware; maar ik weet, dat het slechts is, om dat het beter met mama's ouderwetsche En- gelscho begrippen strookt, dat ik doodeen voudig een huwelijk aanging, evenals ieder alledaagsch meisje, zooals Theresa terecht zegt. Maar gij zoudt dat ook wel beter vin den, Violette. Het helpt mij niet of ik er met u over praat I Het is zooals Theresa zegt do Engelsche geest van huiselijkheid maakt, dat zij slechts één type van deugcl hebben." Het hinderde Violette zeer, dat zij Lady Elisabeth zoo boorde veroordeelen. HOOFDSTUK XIV. Toen Arthur met zijn regiment naar Windsor was vertrokken, besloten de da mes haar avonden thuis door to brengen, doch op dien regel werden vele uitzonderin gen gemaakt, ofschoon Violette's gezond heid het niet toeliet, dat zij zoo dikwijls in volle, benauwde kamers laat op moest blij ven, zoodat Lady Elizabeth haar smeekte, om toch niet op zulke groote partijen to gaan en haar meer dan eens aanbood, om Theodora te geleidendoch Violette gaf steeds hetzelfde antwoord, tamelijk, dat rij zeer zelden uitgingen en dat die enkele keer haar geen nadeel zou doen. De waarheid was, dat zij wist, dat Theo dora een bepaalden afkeer had om met de Brandons uit te gaan. „Lady Elizabeth zit in het donkerste hoekje van zaal," zei zij, „en Emma staat met het vooi komen van een martelares naast haar. Zij lijken wel een paar eerwaardige landfreules, die in de groote wereld verdwaald zijn, en die een vei lig hoekje gevonden hebben, waar zij zich op haar gemak over dio groote en slechte wereld kunnen zitten te verwonderen. En zij gaan altijd zoo onmcnschelijk vroeg hoen, terwijl ik, wanneer ik de moeite en last gehad heb mij te kleedcn, er ook gaar ne genot van wil hebben. Ik heb er verlo den jaar ook af weten te komen om met haar uit te gaan. en ik deed er haar geen ondienst mede." Dus was het slechts naar een bal aan het Hof, dat Theodora zich verwaardigde Lady Elizabeths geleid® aan te nemen, en daar Violette de reden niet kon zeggen, waarom Theodora die anders weigerde, moest zij zioh de miskenning getrooston, dat zij altijd voor haar eigen vermaak medegiug, ofschoon rij niet- slechts door overspanning cn gedurige vermoeienis haar gezondheid zeer benadeel de, maar zich ook menigmaal verontrustte en bedroefde over Theodora's gedrag. Haar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 7